Jaargang 2010 / nr 2
In deze uitgave o.a.
Meer MR en GMR aangelegenheden
Controle gewichten leerlingtelling 1-10-2009
Bapo en het jaarverslag
Reglement Participatiefonds
De bezuinigingen in het onderwijs leiden tot veel gepuzzel. Ondertussen gaan de “gewone” dingen gewoon door. Met enige aanloopperikelen –die er bij lijken te horen- is een begin gemaakt met de implementatie van 20/20 vision, het computerprogramma voor het scannen van facturen.
Inmiddels worden alle facturen die we ontvangen ingescand. Veel facturen worden vervolgens handmatig per bestuur voorzien van alle verwerkingsopdrachten. Daar het systeem “zelflerend” is zal een volgende vergelijkbare factuur van het bestuur voor een deel worden “herkend”door het systeem zodat een groot deel van de gegevens die nu handmatig worden ingevoerd vervolgens geautomatiseerd ingevuld zullen worden. Verwacht wordt dat vrij snel ongeveer 80% van de facturen op deze wijze direct kan worden verwerkt. Door voortdurend definities te verfijnen zal het percentage dat direct “herkend” wordt en geautomatiseerd wordt ingelezen, gaandeweg worden verhoogd. Het voordeel van het systeem is dat de factuur volledig digitaal kan worden gevolgd vanaf het moment dat de factuur is ingescand. Het is de bedoeling dat na de zomervakantie met ieder bestuur afspraken worden gemaakt over de inrichting van dit proces, bijvoorbeeld wie autoriseert welke betalingen, op welke wijze etc. De afgelopen periode is er veel extra werk verzet: de accountantscontrole was aanzienlijk intensiever dan die van de afgelopen jaren door het aanscherpen van de eisen van het Ministerie van Onderwijs. Er is een grote steekproef gedaan gericht op de verklaringen omtrent gedrag (de VOG’ s). Het “kloppend” krijgen van de leerlingentellingen heeft ook dit jaar heel veel extra tijd gekost. Op het geheel genomen hebben de correcties (bij sommige besturen is sprake geweest van maar liefst 4 achtereenvolgende te corrigeren leerlingenlijsten!)
voor de betreffende besturen geleid tot het veilig stellen van ruim € 200.000 aan inkomsten. Een mooi resultaat, maar het heeft de werknemers van Akorda heel veel tijd gekost om tot dit resultaat te komen. Wellicht zal de invoering van BRON (centrale leerlingenregistratie) verbetering aanbrengen in deze situatie. Vooralsnog wordt echter geen rekening gehouden met de rol van de administratiekantoren in dit proces. De formatieplanning in de aanloop van het nieuwe schooljaar heeft eveneens voor de nodige perikelen gezorgd: de plotselinge bezuiniging op de middelen voor bestuur en management betekende voor veel besturen dat een deel van de tijdelijk benoemden te horen heeft gekregen dat er voor hen na de zomervakantie geen plek meer is. In de fase van afronding van de formatie kwam alsnog de ministeriële beschikking inzake de financiering van de formatie af zodat er duidelijkheid kwam over de financiële ruimte om leerkracht en functiemix (en voor sommige besturen ook nog bestuuren management) te bekostigen. Veel besturen zijn tot de conclusie gekomen dat beleidsvrijheid onder lumpsum wel erg ver te zoeken is: bezuinigingen op het gebied van bestuur en management een vermindering van de aantallen personeelsleden en in het kader van de functiemix staat exact voorgeschreven in de CAO hoe de middelen moeten worden ingezet. Effectief zullen veel scholen het nieuwe schooljaar hebben gekozen voor vergroting van het aantal leerlingen in de klas.
Inhoudsopgave
Pagina
Algemeen • Wijziging basisreglementen garandeert meer medezeggenschap • Nog meer MR en GMR aangelegenheden
3 3
Onderwijs • Controle gewichten leerlingentelling 1-10-2009 • Compensatiemiddelen pakketmaatregel AWBZ 2009
4 4
Financiën • Vaststelling bedragen personele bekostiging 2010-2011 • Bapo en het jaarverslag • Verdere besparingen in het onderwijs • Maatregelen leerlingengebonden financiering
5 7 8 9
Personeel • Reglement Vervangingsfonds schooljaar 2010-2011 • Reglement Participatiefonds 2010-2011 • Mutatietool • Personeel Akorda • Sluitingsdata CASO
10 11 13 14 14
-2-
Algemeen Wijziging basisreglementen garandeert meer medezeggenschap In artikel 26 lid 4 van het basisreglement medezeggenschap staat dat, bij het uitblijven van een reactie van de (G)MR op een voorgenomen besluit, het bevoegd gezag uit mag gaan van een positief advies of instemming. Naar het oordeel van de Landelijke Commissie Geschillen WMS en de Ondernemingskamer zou artikel 26 lid 4 te zeer een beperking betekenen van wettelijk gegarandeerde medezeggenschap. Volgens de Commissie wordt deze medezeggenschap wel gegarandeerd als er van uit wordt gegaan dat er geen toestemming is verleend wanneer de (G)MR binnen een gevraagde termijn nog niet heeft gereageerd op een voorgenomen besluit. Nadat er overleg geweest is over het besluit kan het bevoegd gezag dan een instemmingsgeschil voorleggen aan de Commissie. De Besturenraad stelt dan ook voor om artikel 26 lid 4 te vervangen door een nieuwe tekst waarin staat dat bij uitblijven van een reactie, verondersteld wordt dat de (G)MR het niet eens is met het voorgenomen besluit of hier niet mee instemt.
Nog meer MR en GMR aangelegenheden: 1. Advies MR bij benoeming interim-directeur Besturen kunnen in bijzondere omstandigheden geconfronteerd worden met de noodzaak een interim-directeur te benoemen. Vooral als sprake is van een conflict of crisis is de benoeming van een interimdirecteur het moment dat zaken weer geordend worden aangepakt. Ook omdat het nogal eens voorkomt dat een interim-directeur van buitenaf wordt “ingehuurd” en weer spoedig zal vertrekken wordt vaak verzuimd de MR van de school om advies te vragen. De Wet Medezeggenschap Scholen (WMS) is echter ook van toepassing op situaties als deze. Met andere woorden: de MR behoort advies te geven over de benoeming van een directeur op tijdelijke basis ongeacht de vraag of deze wordt ingehuurd als interim-manager dan wel via een detachering wordt aangesteld. Indien het benoemingsbesluit al wel heeft plaatsgevonden en het advies aan de MR nog niet is gevraagd, zal het bevoegd gezag alsnog een advies-aanvraag moeten indienen bij de MR. 2. Uitbreiding College van Bestuur Leden van het College van Bestuur hebben weliswaar een arbeids-overeenkomst maar worden niet beschouwd als personeel in de zin van de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS), het CvB vormt het bevoegd gezag in het kader van WMS. De MR of GMR hebben geen zeggenschap ten aanzien van de uitbreiding de te benoemen persoon en het salaris van het CvB. Wel heeft de GMR (of MR) een adviesrecht over de vaststelling of wijziging van de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid. Het besluit omtrent de uitbreiding van het CvB kan derhalve via het adviesrecht in het kader van het meerjarig financieel beleid worden getoetst door de GMR/MR via het adviesrecht.
-3-
Onderwijs Controle gewichten leerlingtelling 1-10-1009 De nieuwe gewichtenregeling geldt sinds 1 augustus 2006. De regeling is destijds aangepast om het budget voor het bestrijden van onderwijsachterstanden effectiever in te zetten. De invoering is stapsgewijs verlopen. Per 1 oktober 2009 vallen alle leerlingen onder de nieuwe gewichtenregeling, waarbij het opleidingsniveau van de ouders het criterium is voor het toekennen van een leerlinggewicht. Eerder al is gebleken dat er veel fouten werden gemaakt. Deze fouten hebben vaak te maken met een niet volledig ingevulde ouderverklaring. Vervolgens is het lastig het opleidingsniveau van de ouders te vertalen naar een leerlinggewicht. Als handreiking aan de schoolbesturen en de scholen is de brochure over de nieuwe gewichtenregeling basisonderwijs in 2008 aangepast. Ook het voorbeeld van de ouderverklaring in deze brochure is toen bijgesteld. Dit heeft geleid tot verbetering. Helaas heeft deze tendens zich niet voortgezet en is er nu sprake van meer fouten en, ten gevolge daarvan, onrechtmatige bekostiging. Dit is niet acceptabel. Het totale onrechtmatige verkregen bedrag is het afgelopen jaar opgelopen tot circa 28 miljoen euro. Het is belangrijk dat schoolbesturen en schooldirecties hun verantwoordelijkheid voor de juiste opgave van leerlingen en leerlingengewichten waarmaakt. Dat begint bij een volledig ingevulde ouderverklaring voor elke leerling. Mocht worden vastgesteld dat gegevens van de leerlingtelling per 1 oktober 2009 niet op orde zijn, dan kunt u de wijzigingen doorgeven bij de controle door de instellingsaccountant, waarbij alle ouderverklaringen van de gewichtenleerlingen worden overlegd. Tegelijk met de jaarstukken stuurt u de door de accountant getekende wijzigingen op het OGT (overzicht geregistreerde telgegevens) naar de Duo-vestiging in Zoetermeer.
Compensatiemiddelen pakketmaatregel AWBZ 2009 In de afgelopen jaren is het beroep op AWBZ-zorg, in het bijzonder op de persoonsgebonden budgetten (pgb’s), sterk toegenomen. Om de AWBZ op de lange termijn te garanderen zijn maatregelen getroffen, de zogenaamde pakketmaatregel AWBZ 2009. Op grond van de “regeling subsidie regionale expertisecentra in verband met de pakketmaatregel AWBZ 2009” kent de minister aanvullende middelen toe aan rec’s cluster 3 en 4 tot een totaal subsidiebedrag van € 10 miljoen per schooljaar voor het financieel ondersteunen van scholen bij extra ondersteuning aan zorgleerlingen, die als gevolg van de pakketregel van school verwijderd dreigen te worden, omdat hun ondersteuningsaanvraag de mogelijkheden van de school te boven gaat en zij zonder extra ondersteuning niet van het onderwijs kunnen profiteren of het onderwijsproces voor medeleerlingen te veel verstoren. De rec’s stellen onder bepaalde voorwaarden zoals zijn opgenomen in de regeling extra middelen beschikbaar aan de scholen vanuit de toegekende compensatiesubsidie om hen in staat te stellen extra ondersteuning te bieden aan deze leerlingen, zodat verwijdering wordt voorkomen.
-4-
Financiën Vaststelling bedragen personele bekostiging 2010-2011 Algemeen Zoals verwacht zijn per 1 april 2010 de bedragen lumpsumbekostiging Primair Onderwijs voor het schooljaar 2010-2011 en de bedragen leerling gebonden budget in het voortgezet onderwijs vastgesteld. Onderstaand een korte beschrijving van de daarin verwerkte wijzigingen. Gemiddelde Personeelslast De ontwikkeling van de gemiddelde personeelslast voor het onderwijzend personeel bedraagt 1.38% en van de schoolleiding 2,640%. Voor het onderwijsondersteunend personeel in speciaal (voortgezet) onderwijs is de stijging 0,918%. Reguliere personele bekostiging Geraamde bedragen BAO voor Landelijke gewogen gemiddelde leeftijd Genormeerde gemiddelde personeelslast Leraar Schoolleiding ondersteunend
SBO
(V)SO
40,14
41,20
40,68
56.692,45 71.375,59
61.930,25 77.122,34
59.989,98 77.215,03 36.149,73
Er zal een afzonderlijke publicatie over de doorwerking in de werkgeverslasten volgen. Bekostiging schoolleiding De bedragen voor de bekostiging van de schoolleiding wijken nogal af van die van vorig schooljaar. Dit ontstaat doordat de indexeringen voor onderwijzend personeel en directie niet gelijk oplopen. Bovendien is er sprake van een verhoging van de salariëring van de adjunctdirecteuren door het vervallen van de AA-schaal. Omdat in de berekening van de gemiddelde personeelslast voor onderwijzend personeel rekening is gehouden met de toename door de verwerking van de CAO ontwikkeling per 1-1-2009, wordt de bekostiging in verband met de toeslag voor de schoolleiding bevroren op het niveau 2009-2010 (€ 275,-). Zo wordt voorkomen dat er dubbele bekostiging plaatsvindt.
Bekostiging schoolleiding ≤ 97 Leerlingen € 17.723,14 BAO ≥ 97 Leerlingen € 32.136,28 BAO ≤ 99 leerlingen € 18.383,09 SBO ≥ 99 leerlingen
(V)SO 1 t/m 49 50 t/m meer Basisbedrag
€ 33.575,18
SO of VSO
SOVSO
MGSO of VSO
MGSOVSO
€ 20.414,05 € 37.639,10 € 12.869,17
€ 20.414,05 € 54.864,15
€ 37.639,10 € 37.639,10
€ 37.639,10 € 54.864,15
Bestuur- en management Het budget bestuur- en management is vrijwel compleet verdwenen. Alleen kleine basisscholen (met minder dan 145 leerlingen) houden op dit onderdeel hun kleine scholen toeslag. Deze toeslag is nu opgenomen in het bedrag voor kleine scholen in het personeel- en arbeidsmarktbeleid:
-5-
Vast bedrag was € 4.973,25 wordt € 11.142,56 minus het werkelijk aantal leerlingen vermenigvuldigd met (was € 34,30 wordt) € 76,85. Personeel- en arbeidsmarkt beleid Naast de overheveling van het restant van het vervallen budget bestuur- en management is aan de bekostiging personeel- en arbeid een bedrag van € 7,73 per leerling toegevoegd. Dit betreft de eenmalige correctie van 2009-2010 in verband met de bekostiging godsdienst en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs in het openbaar basisonderwijs. Een bekostiging die nu gevonden wordt door het verlagen van de formatietoekenning voor elke basisschoolleerling met 0,0001 (weging onderbouw was 0,0596 wordt 0,0595 en bovenbouwleerlingen 0,0415 wordt 0,0414) De zwarte scholentoeslag binnen het PAB is vervallen, als ook de overgangsregeling Lumpsum. Elk bestuur heeft nu dezelfde normen voor lumpsumbekostiging. Samenwerkingsverbanden Schoolmaatschappelijk werk Primair Onderwijs in het kader van veiligheid en opvang risicoleerlingen: De daling van het aantal schoolgewichten zorgt voor een hoger bedrag per schoolgewicht dat aan de samenwerkingsverbanden WSNS wordt toegekend, namelijk € 80,11 (was € 70,59). De drempel voor toepassing van de regeling gaat bovendien fors omlaag naar 75 schoolgewichten (was 140). Er komt nog een aparte circulaire over het Passend Onderwijs en de stand van zaken daarvan. Ook volgt nog nadere informatie over de extra toekenning van de zogenoemde enveloppegelden voor Passend Onderwijs. Verwacht was dat deze gelden ongeveer € 20,- per leerling zou gaan bedragen. Echter door overschrijding van het bekostigingsniveau van 2008 komt dit bedrag waarschijnlijk uit op € 10,- per leerling. Gemeentelijke onderwijsachterstandenbeleid Op 1 augustus 2010 loopt de vierjarige periode af. Omdat het kabinet demissionair is, worden de criteria verlengd tot 1-1-2011. Voor de periode daarna is het de bedoeling nieuwe criteria te laten gelden, ook met het oog op verwachte wijzigingen in de wetgeving over voor- en vroegschoolse educatie. Bestrijding onderwijsachterstanden De vermindering van het aantal leerlingen met een gewicht heeft ertoe geleid dat het bedrag voor de impulsgebieden toeslag is verhoogd naar € 1.666 voor elke leerling met een gewicht 0.3 of 1.2. Het bedrag dat van toepassing is voor de compensatieregeling is ook geïndexeerd en bedraagt € 3.206,32.
-6-
Bekostiging LGF Voor basisscholen is het bedrag voor personele bekostiging verhoogd naar € 6.043,72. Voor dove of blinde kinderen en kinderen met een meervoudige handicap is het bedrag € 12.412,12 geworden. Ook is een verlaging doorgevoerd in de materiële bekostiging. De bijzondere bekostiging voor zeer moeilijk lerende kinderen in de groepen 3 t/m 8 van de basisschool wordt € 6.362,71. De bekostiging van de rugzak is in het speciaal basisonderwijs fors verlaagd naar € 2.044,95 en € 8.413,35 voor dove kinderen en kinderen met een meervoudige handicap. De personele bekostiging van de ambulante begeleiding voor cluster 3 en 4 leerlingen door het (voortgezet) speciaal onderwijs is eveneens verlaagd, PO van € 4.858,09 naar € 4.253,29 en VO van € 3.337,35 naar € 2.921,51.
BAPO en het jaarverslag Over de verantwoording van de BAPO is de afgelopen jaren veel te doen geweest. Voor de opbouw van het jaarverslag wordt, zoals bekend, sinds de invoering van lumpsum aangesloten bij de “Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving”. Deze richtlijnen worden vastgesteld door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Het doel van de richtlijnen is dat alle accountants bij de controles van de financiën dezelfde maatstaven hanteren. Voor het onderwijs werd een eigen richtlijn vastgesteld, maar de overige richtlijnen dienden onverkort te worden toegepast. Stringente toepassing zou er toe leiden dat ten behoeve van het gehele personeelsbestand een BAPO voorziening zou moeten worden gevormd, ongeacht de leeftijd van de personeelsleden en ongeacht of ze al dan niet daadwerkelijk gebruik zullen maken van de regeling. Verwacht werd dat dit niet alleen balanstechnisch tot grote verschuivingen zou leiden (een groot deel van het Eigen Vermogen zou immers Vreemd Vermogen worden) maar verwacht werd dat dit zou leiden tot de reactie om de positie van het Eigen Vermogen te herstellen zodat besturen fors zouden bezuinigen. Om dit te voorkomen bedacht het Ministerie een inperking: slechts voor personeel van 47 jaar en ouder zou een BAPO voorziening mogen worden gevormd. Op de hoogte van deze voorziening zou 2% van de personele bekostiging in mindering kunnen worden gebracht. De Raad voor de Jaarverslaggeving stelde echter dat deze oplossing niet voldeed aan de eisen zoals ze zijn neergelegd in de richtlijnen. Dit heeft ertoe geleid het Ministerie van Onderwijs heeft besloten om de Regeling Jaarverslag Onderwijs te wijzigen. In deze gewijzigde regeling werd de richtlijn over de BAPO, RJ 271, tijdelijk opgeschort voor de verslagjaren 2008 en 2009. Bij “niet uit de balans blijkende verplichtingen” moest de berekening opgenomen worden voor de 47 jaar en ouderen verminderd met 2% van de toekomstige bekostiging. Inmiddels heeft overleg plaatsgevonden. Vastgesteld werd dat het de taak van de Raad voor de Jaarverslaggeving is om richtlijnen te maken en niet om adviezen te geven over de toepassing ervan. De standpunten van de Raad voor de Jaarverslaggeving zijn onveranderd.
-7-
Het Ministerie van O.C. & W. heeft zich derhalve genoodzaakt gevoeld om de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs aan te passen. De aanpassing strekt er toe dat de BAPO-regeling verwerkt dient te worden als “periodekosten”. Met andere woorden: via de jaarlijkse exploitatie vindt verrekening plaats van de BAPO kosten. Verwacht wordt dat binnenkort aanvullende informatie zal worden gepubliceerd.
Verdere besparingen in het onderwijs In het kader van de voorgenomen bezuinigingen zijn de volgende bezuinigingsvoorstellen gedaan door de ambtelijke werkgroep van het Ministerie van O.C. en W.. Basiscurriculum 1. terugdraaien maatregel klassenverkleining; 2. het samenvoegen van kleine scholen; 3. herallocatie van de middelen voor het Actieplan Leerkracht. Verminderen complexiteit 4. modernisering CAO (besparing BAPO en boven wettelijke WW); 5. vermijden kleine groepen in het voortgezet onderwijs door in het basiscurriculum het aantal verplichte vakken en het aantal profielen te beperken; 6. terugbrengen van het aantal opleidingen in het MBO. Korter en intensiever 7. leerlingen zouden de opleidingen sneller moeten doorlopen; 8. leerroutes moeten efficiënter worden ingericht zodat het onderwijs intensiever wordt. Zorg 9. evenwichtiger verdeling zorg en regulier onderwijs door de zorgmiddelen terug te brengen naar het niveau van het jaar 2003 (invoering rugzakje). Eigen bijdrage 10. toepassing van het profijtbeginsel brengt met zich mee dat eigen bijdragen worden gevraagd van hen die profiteren van het onderwijs. Er treedt aldus een verschuiving van lasten op naar leerlingen/deelnemers/bedrijven. Op grond van de gemaakte berekeningsmodellen worden de eerste besparingen al verwacht in 2011. Het betreft hier vooral de besparingen op het basiscurriculum en het verminderen van de complexiteit. De belangrijkste besparing wordt derhalve bij het Primair Onderwijs neergelegd, zowel voor de korte termijn als voor de langere termijn (zie schema)
Tabel Beleidspakket met 20% besparing (in mln. €)
A. Goed presteren op het basiscurriculum B. Verminderen van de complexiteit C. Korter en intensiever onderwijs D. Zorgleerlingen E. Eigen bijdragen Additionele maatregelen Totaal variant 20%
2011
2012
2013
2014
2015
Structureel
97 51 0 0 0 0 148
332 191 0 235 400 50 1208
596 627 105 565 502 100 2495
1064 719 232 565 543 150 3273
1476 845 312 565 605 274 4077
1386 860 640 565 605 0 4056
-8-
Een klein lijstje zoals het schematisch is weergegeven. Het is echter flink schrikken omdat de maatregelen consequenties zullen hebben voor alle scholen. De komende tijd zullen onderhandelingen worden gevoerd gericht op de vraag welke maatregelen en in hoeverre ook daadwerkelijk ten uitvoer zullen worden gebracht.
Maatregelen leerlingengebonden financiering De uitgaven voor speciale leerlingenzorg zijn de afgelopen jaren sterk gestegen door een grote toename van het aantal leerlingen met een indicatie voor leerlinggebonden financiering of speciaal onderwijs. Door het ministerie zijn maatregelen getroffen in de bekostiging van deze leerlingenzorg voor scholen voor speciaal basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs door verlaging van de bekostiging. Deze verlaging brengt met zich mee dat er personele gevolgen kunnen zijn, die kunnen leiden tot gedwongen ontslagen. Dit heeft geleid tot afspraken die ten doel hebben de eventuele gedwongen ontslagen te voorkomen. Concreet is het volgende afgesproken: • Er wordt een matchpunt ingericht waar personeelsleden in het sbo en (v)so, die tengevolge van de maatregelen met ontslag worden bedreigd, van werk naar werk begeleid worden en waar besturen van po-, (v)soen vo-scholen passende vacatures kunnen aanmelden voor deze personeelsleden; • Er wordt een maatwerkoplossing geboden in gevallen waarin de (financiële) continuïteit van een instelling in het sbo of (v)so als gevolg van de bezuiniging wordt bedreigd. Het matchpunt is met name bedoeld voor ambulante begeleiders in het (voortgezet) speciaal onderwijs, respectievelijk leraren in het speciaal basisonderwijs die als gevolg van de maatregelen boventallig (dreigen te) worden. De betrokken besturen kunnen deze personeelsleden aanmelden bij het matchpunt (Infopunt Passend Onderwijs). Deze aanmelding zal ook onderdeel uitmaken van de inspanningsverplichting instroomtoets van het Participatiefonds. Bij het matchpunt kunnen ook vacatures worden aangemeld die passend zijn te achten voor deze personeelsleden. Nadere informatie volgt op de website van het Infopunt Passend Onderwijs. De afspraken zullen worden vastgelegd in een convenant tussen werkgeversorganisaties, personeelsorganisaties en het ministerie. Op een later moment zullen de afspraken nader worden toegelicht in een brief van de betrokken werkgeversorganisaties aan hun leden.
-9-
Personeel Reglement Vervangingsfonds schooljaar 2010-2011 Onlangs is het nieuwe Reglement Vervangingsfonds voor het Primair Onderwijs voor het schooljaar 2010-2011 vastgesteld. De belangrijkste wijzigingen worden hieronder weergegeven. - artikel 2: Afwezigheidgronden (ziekteverlof) In artikel 2 van het reglement is bepaald dat ziekteverlof als bedoeld in het BZA voor bekostigde vervanging in aanmerking komt. Besloten is om niet langer standaard na zes weken ziekte een verklaring van de bedrijfsarts verplicht te stellen maar nauwer aan te sluiten bij de ‘Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar’. Dat betekent concreet dat het kan voorkomen dat vervanging ook na zes weken ziekte wordt bekostigd, ondanks het feit dat er tussen de eerste ziektedag en het eerste oordeel van de bedrijfsarts (de diagnose) een periode van meer dan zes weken zit. Het betekent ook dat niet kan worden volstaan met één verklaring, maar dat moet worden aangetoond dat betrokkene, conform de Regeling procesgang, periodiek contact met de arbodienst heeft gehad. De betreffende arboverklaringen dienen opgenomen te worden in het personeelsdossier, zodat bij controle door het Vervangingsfonds deze verklaringen kunnen worden betrokken bij het onderzoek. - artikel 3 en 4: Premie De kostendekkendheid van de premie voor het gedecentraliseerd verlof en de vrijwillige verzekering wordt per schooljaar vastgesteld. Een tussentijdse wijziging van het Reglement 2009-2010 per 3 oktober 2009 is in de integrale tekst van het Reglement 2010-2011 opgenomen. Premiedifferentiatie: - artikel 4G: Bekendmaking trede-indeling De trede-indeling wordt gebaseerd op de gegevens die het Vervangingsfonds per 31 oktober volgend op het referentiejaar beschikbaar heeft. De bekendmaking van de trede-indeling wordt echter structureel met zes weken verlengd van 1 januari naar 15 februari. - artikel 4H: Betalingsmoment toeslag en restitutie Dit artikel is vervallen. Betalingstermijnen zijn in de Algemene wet bestuursrecht opgenomen. Bekostiging van vervanging ten laste van het Vervangingsfonds: - artikel 8: Wie mag vervangen In de toelichting is bepaald hoe vervanging in relatie tot de functiemix is geregeld; Vervanging van de ene door de andere leerkracht in het kader van de functiemix komt voor vergoeding door het Vervangingsfonds in aanmerking. De functie(schaal) van de vervanger is daarbij bepalend. - artikel 8A: Vervanging bij arbeidsongeschiktheid Voor de vergoeding van vervangingskosten van personeel dat 30 maanden arbeidsongeschikt was in de zin van de WAO of WIA, maar waarbij niet tot ontslag kon worden overgegaan, kon onder voorwaarden een beroep worden gedaan op de ‘Noodvoorziening Vervangingsfonds’. Deze Noodvoorziening is inmiddels vervallen. - artikel 13: Administratieve heffing Bij terugvordering van uitbetaalde declaraties en/of invordering van niet ontvangen premie wordt een administratieve heffing opgelegd. De hoogte van de heffing wordt beperkt tot maximaal de kosten van de door de controleur van het Vervangingsfonds bij het bevoegd gezag uitgevoerde controle. De mogelijkheid om naast de administratieve heffing een boete op te leggen is komen te vervallen. Bij een vermoeden van een strafbaar feit kan door het Vervangingsfonds aangifte bij Justitie worden gedaan.
- 10 -
- artikel 18: Vervangingspools Het wordt mogelijk om in plaats van een vervangingspool met een omvang van 4% van de formatie, een vervangingspool met een omvang van 6% van de formatie in te stellen. Dit betekent wel dat personeel dat in een dergelijke vervangingspool is opgenomen niet langer voor slechts 98% maar voor 100% van de beschikbare tijd voor vervanging moet worden ingezet. Worden de in de pool opgenomen personeelsleden voor minder dan het geldende percentage ingezet, dan brengt het Vervangingsfonds het verschil in netto-loonkosten bij het betreffende bevoegd gezag in rekening. Het formulier voor aanmelding dan wel handhaving van de pool dient voor 1 juni 2010 te worden ingediend. - artikel 19: Aanvang bekostiging Het vervangingfonds bekostigt de aanspraken van de vervanger op grond van artikel 6.12 CAO-PO, ongeacht de vraag of betrokkene voorafgaand aan de datum van 1 augustus was aangesteld of benoemd in een vervangingsbetrekking of in een reguliere betrekking. Met andere woorden: heeft betrokken vervanger recht op betaling vanaf 1 augustus, dan mag de declaratie starten vanaf 1 augustus. Is dit niet het geval ontstaat recht op vergoeding op het moment van het daadwerkelijk starten van de werkzaamheden.
Reglement Participatiefonds 2010-2011 Eind april zijn de reglementen Participatiefonds voor het primair onderwijs en voor de expertisecentra voor schooljaar 2010-2011 vastgesteld. De belangrijkste wijzigingen: - Voormelding dreigend ontslag Voor werknemers die op of na 1 februari 2010 worden ontslagen maakt de Voormelding dreigend ontslag geen onderdeel meer uit van de inspanningsverplichting. Deze tussentijdse wijziging van het reglement 20092010 is verwerkt in het reglement 2010-2011. - Ontslag op eigen verzoek In beperkte mate worden werkloosheidsuitkeringen verkregen bij een ontslag op eigen verzoek. De verplichte melding aan het Participatiefonds is daarom geschrapt. Een uitzondering van de meldingsplicht ontstaat wanneer door het Participatiefonds een rappel wordt verstuurd. In geval van ontslag uit een vaste benoeming dient de werkgever dan het ontslagverzoek van de werknemer te overleggen. Uiteraard ligt de datum van dit verzoek voor de ontslagdatum. In geval van beëindiging van een betrekking voor bepaalde tijd dient de werkgever aan te tonen dat een passende reguliere betrekking is aangeboden van tenminste een gelijke omvang, maar dat de betrokken werknemer deze betrekking niet wenst te accepteren. Het aanbod dient gespecificeerd te zijn en voorafgaand aan het ontslag aan betrokkene te zijn gedaan. Ook kan de werkgever een afschrift sturen van bescheiden, opgesteld voorafgaand aan het ontslag, waaruit blijkt dat betrokkene geen nieuwe betrekking aangeboden wenst te krijgen. - Inspanningsverplichting Nu de Voormelding dreigend ontslag is afgeschaft wordt meer nadruk gelegd op de verantwoordelijkheid van de werkgever om instroom in de werkloosheidsuitkeringen te voorkomen. Hulp bij behoud van werk, extern, bij ontslag uit een vast dienstverband zijn: • extern een passende functie zoeken (indien aangesloten, gebruik maken van een mobiliteitscentrum/ arbeidspool, zoeken bij een ander bevoegd gezag, of buiten het onderwijs); en • aanbieden van faciliteiten die de positie op de arbeidsmarkt verbeteren; of
- 11 -
•
aanbieden van outplacement (outplacement vervangt de hiervoor genoemde inspanningen).
Hulp bij behoud van werk, extern, bij ontslag uit een tijdelijk dienstverband: • aanbieden van faciliteiten die de positie op de arbeidsmarkt verbeteren; of • aanbieden van outplacement Onder faciliteiten die de positie op de arbeidsmarkt verbeteren wordt (niet limitatief) verstaan trainingen, cursussen of workshops ter verbetering van zowel het persoonlijk niveau (sollicitatietraining, presentatietraining, coachingsgesprekken, een competentie- en beroepskeuzetest) als het kennisniveau (praktijkgerichte bij- of omscholingscursussen). Als bewijsstuk wordt geaccepteerd een afschrift van een offerte of van een factuur waaruit blijkt dat het schoolbestuur betrokkene, middels het aanbieden en bij acceptatie bekostigen van deze faciliteiten, in de gelegenheid heeft gesteld zijn positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om aan te tonen dat er een reëel en substantieel aanbod van outplacement is gedaan dient als bewijs een afschrift van de brief aan betrokkene, waarin het aanbod tot het inschakelen van outplacementbureau wordt gedaan, in combinatie met een afschrift van een door een outplacementbureau uitgebrachte offerte. Activiteiten in het kader van inspanningsverplichtingen worden uitsluitend in de beoordeling van een vergoedingsverzoek meegenomen als deze activiteiten voorafgaand aan de datum van ontslag hebben plaatsgevonden. - Ontslag op grond van ongeschiktheid voor de functie: Om voor toewijzing van een vergoedingsverzoek op basis van ongeschiktheid voor de functie in aanmerking te komen, dient aangetoond te worden dat het bevoegd gezag om redelijkheid niet anders dan tot het ontslag kon komen, ondanks het feit dat door de werkgever aan betrokken werknemer mogelijkheden heeft geboden om het functioneren te verbeteren en dat de werkgever maatregelen heeft genomen om gedwongen ontslag te voorkomen. De werkgever geeft aan hoe de beoordelingsprocedure is doorlopen. Het ontslagbesluit wordt in afschrift overlegd. Tevens dient, ter onderbouwing van de beoordelingsprocedure, een overzicht te worden verstrekt van de data waarop functionerings- en beoordelingsgesprekken hebben plaatsgevonden, dan wel een overzicht van dat waarop reïntegratiegesprekken hebben plaatsgevonden. Het overzicht wordt door de betrokken werknemer schriftelijk bevestigd. Hiermee verklaart deze dat de gesprekken hebben plaatsgevonden. - Commissie van Beroep In geval van een uitspraak van de Commissie van Beroep, sector bestuursrecht van de Rechtbank, of Centrale Raad van Beroep, waarbij het beroep van de ontslagen werknemer ongegrond wordt verklaard, wordt de achterliggende reden van het ontslag wel getoetst. In het geval van ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de Sector kanton van de Rechtbank wordt de achterliggende reden van het ontslag niet getoetst. - Bovenformatief aangestelde leraren als bedoeld in de motie Dittrich: De periode waarop subsidie als bedoeld in de motie Dittrich is verlopen. Het betreffende artikel in het reglement is daarom komen te vervallen.
- 12 -
- Ontslag op grond van een beëindigingsovereenkomst: Bij het bepalen van de minimumvereisten waaraan een beëindigingsovereenkomst moet voldoen, heeft het Participatiefonds aansluiting gezocht bij de minimumvereisten die UWV aan een beëindigings-overeenkomst stelt. De overeenkomst bevat minimaal de volgende onderdelen: a. naam en adres van betrokken werknemer en werkgever; b. het voorstel van de werkgever om het dienstverband te beëindigen en de reden waarom hij dit doet; c. dat er geen dringende reden is voor het ontslag; d. dat het gaat om een beëindiging met wederzijds goedvinden; e. de datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt; f. de afspraak dat de werkgever op de einddatum een eindafrekening maakt; g. de datum waarop beide partijen de overeenkomst hebben ondertekend. Tevens dient de werkgever te voldoen aan de inspanningsverplichting, zoals eerder omschreven. - Vormvoorschriften Indien er afspraken zijn gemaakt tussen het bevoegd gezag en betrokken werknemer over: a. ziekteverlof en schorsing; b. te verrichten activiteiten in het kader van inspanningsverplichting; c. de informatievoorziening richting het Participatiefonds; d. de informatievoorziening richting de sector kanton van de Rechtbank; e. de gevolgen van een beslissing van het Participatiefonds in het kader van de instroomtoets, of de gevolgen van een beslissing van UWV in het kader van de uitkeringsaanvraag wordt hiervan opgave gedaan bij de melding van ontslag. Uitgangspunt is dat alle informatie die het Participatiefonds in het kader van de instroomtoets van het bevoegd gezag ontvangt, wordt meegewogen in de beoordeling van het vergoedingsverzoek.
Mutatietool Voor het doorgeven van mutaties voor de personeels-/salarisadministratie kunt u gebruik maken van de mutatietool. Deze tool is een aantal jaren geleden door Akorda zelf ontwikkeld en begin 2010 zijn er veel verbeteringen aangebracht. De tool is nu nog laagdrempeliger en is gebruiksvriendelijk. Wilt u gebruik gaan maken van de tool of wilt u een uitleg over de tool dan kunt u contact opnemen met Annelies Veenstra.
[email protected]
- 13 -
Personeel Akorda Na een dienstverband van 18 jaren heeft Jan Nijkamp, medewerker op de afdeling financiën, onze organisatie verlaten om gebruik te maken van de FPU regeling. Vorige week is op feestelijke wijze afscheid genomen van de heer Nijkamp. We hopen dat hij lange tijd in de gelegenheid zal zijn om te genieten van zijn pensioen. Zijn werkzaamheden zijn overgenomen door een interne benoeming (Hennie Kroes, Kleisje Oosting en Gert Molenkamp). In de vacature op het secretariaat is Barbara Mulder-van der Grift benoemd. Verder is de afdeling financiën uitgebreid door de benoeming van mevrouw Hennie Borst-Pullen en is de personeels- en salarisadministratie uitgebreid met Otto Veenstra en Sanne Kanis. We hopen op een prettige samenwerking.
Sluitingsdata CASO Wij verzoeken u vriendelijk de mutaties voor de salarisadministratie tijdig, regelmatig en gespreid naar ons kantoor te zenden.
Uiterste inleverdatum juni 2010 Betaaldatum juni 2010
10 juni 2010 25 juni 2010
Uiterste inleverdatum juli 2010 Betaaldatum juli 2010
8 juli 2010 23 juli 2010
Uiterste inleverdatum augustus 2010 Betaaldatum augustus 2010
11 aug. 2010 25 aug. 2010
Uiterste inleverdatum september 2010 Betaaldatum september 2010
10 sept. 2010 24 sept. 2010
- 14 -