Van Velzens Visie Zingeving
11
JA AR G AN G :2
3
NR 20 . 1
‘Ongelovigen worden ongelijk behandeld ten opzichte van gelovigen.’ Deze stelling poneerden twee leden van respectievelijk D66 en de PvdA in de Volkskrant van 7 maart. Volgens hen is geloof een mening en dient het geen aparte plaats in te nemen: ‘In een land waar de meerderheid van de bevolking niet religieus is, heeft God wel een heel grote broek aan. We komen hem tegen in wetgeving en onderwijs, op de euro en het belastingformulier. God heeft zich diep genesteld in het Nederlandse bestuurlijke systeem’.
.n ja
g
Ab Klink: ‘Kunnen we in de zorg zonder migratie?’ ‘CDA-top maskeert verkiezingsnederlaag’ CDJA Overijssel deelt banketstaven uit
g
-
r
Ik vrees daarom niet dat de oproep om geloof gelijk te stellen aan een mening zal aanslaan. De genoemde auteurs vertegenwoordigen immers een kleine atheïstische elite. Er ligt echter wel een taak voor instituties die een geloof uitdragen of erdoor geïnspireerd zijn, om juist nu voor de grote groep mensen iets te betekenen. Voor kerken betekent dit antwoorden zoeken op levensvragen. Zingeving bieden, in plaats van te verzanden in allerlei goedbedoelde maatschappelijke projecten. Voor een christendemocratische partij betekent dit bewust vanuit haar wortels oplossingen zoeken voor de problemen en vragen van de moderne tijd.
i ds
ezondhezo
Natuurlijk besef ik dat de rol van geloof, specifiek het christendom, in de samenleving kleiner is geworden dan vroeger het geval was. Het aantal gelovigen dat is verbonden aan een religieuze stroming is afgenomen en de ontkerkelijking heeft zich in rap tempo voltrokken. Daar staat tegenover dat tussen de ongeveer 25 procent kerkelijke bevolking enerzijds en de 14 procent atheïsten anderzijds een grote groep mensen zit die ergens in geloven.
w w w .c d
Juist in een tijd waarin velen worstelen met de vraag waaraan ze hun identiteit ontlenen is het goed om enig bewustzijn te hebben van de oorsprong van gedeelde waarden. Daarnaast betekent het gelijkstellen van geloof en mening een verwarring van twee totaal verschillende begrippen. Een mening is een overtuiging die uit een mens zelf voortkomt en slechts van toepassing is op het aardse domein. Een religie daarentegen is een geopenbaarde waarheid met transcendente oorsprong die ook buiten het hier en nu relevant is.
l
De auteurs hebben gelijk dat de sporen van het christendom nog dagelijks zichtbaar zijn in de samenleving en in bestaande instituties. In plaats van dit af te keuren zouden zij zich de vraag moeten stellen waarom dit zo is. Nederland vindt haar wortels in de joods-christelijke traditie en ontleent veel waarden aan die traditie. Is het niet vreemd om de banden met de wortels, die onze beschaving, rechtstaat en samenleving mede hebben gevormd, rigoureus door te snijden?
a dj .c w w w
Jeroen van Velzen Voorzitter CDJA
l
.n
32
CDJA - Interruptie 2011 - nr. 1
CDJA - Interruptie 2011 - nr.1
33
UNDERCOVER
REDACTIONEEL Preventie
Geloven in het CDA
Interruptie 2 – 2011 Inleverdatum: 25 mei 2011 Thema: Jongeren De auteursinstructies vind je op www.interruptie.nl
U N D E R C O V E R
Na de dramatische nederlaag bij de Tweede Kamerverkiezingen verliest het CDA bij de Statenverkiezingen opnieuw ongeveer de helft van zijn kiezers. Dankzij de lage opkomst scoort de partij procentueel een fractie hoger dan in juni vorig jaar. Reden genoeg voor de huidige CDA-top om de verkiezingsnederlaag van 65 Statenzetels en 10 Eerste Kamerzetels schaamteloos te maskeren. De slechte peilingen, die voor de verkiezingen ‘nog maar peilingen’ heetten, vormen nu het uitgangspunt om de harde werkelijkheid met de zachte pastelkleuren van misplaatst optimisme en valse hoop over te schilderen.
DEADLINE
Maxime Verhagen, officieus partijleider, verschijnt op de 2e maart 2011 omstreeks half 11 op televisie. Geflankeerd door drie politieke vrienden verkoopt hij de historische nederlaag van het CDA als ‘een basis voor verder herstel van vertrouwen’, want ‘we zijn niet verder gezakt en dat betekent dat we een vloer hebben van waaruit we kunnen springen’. Verhagen verblikt of verbloost niet bij het schetsen van zijn bespottelijke fata morgana. Een bekend spreekwoord luidt weliswaar: ‘wie hoog klimt, valt laag’, maar nee, Maxime is er heilig van overtuigd dat de wetten van de zwaartekracht bij het CDA gewoon andersom werken. Heus waar. Als hij het maar vaak genoeg zegt, gaat iedereen er vanzelf in geloven. Ernstig kijkend spreekt Verhagen verder en warempel, de mensen lijken hem te geloven. Ze applaudisseren. Voor de camera’s van de NOS duikt een paardenfokker op, die vorig jaar opzichtig naar een kabinetspost had gehengeld en inmiddels staatssecretaris is geworden. Met zijn verwilderde haardos en het boord van zijn wit gesteven overhemd wijd open hangend, blikt hij brutaal in de lens. ‘Het kon minder, maar het kon ook wel wat beter’, spreekt hij nietszeggend. Het is zijn rauwe stem die het ‘m doet, dat weet hij best. Ook een voormalig campagneleider en (voor een vrouwelijke ondergeschikte) gevallen staatssecretaris wordt geïnterviewd. Hij noemt de verkiezingsuitslag een ‘meevaller’ en zet zijn eerlijkste gezicht op. Ondertussen zie je hem denken: ‘Niet wrijven in een vlek’. De day after begint ene dekselse Ad Koppejan te wrijven in een vlek: ‘Het CDA beleeft één van de diepste crises in zijn bestaan’ en ‘het is “vijf voor twaalf” voor de partij.’ Fractievoorzitter Van Haersma Buma roept hem met een bars gezicht publiekelijk tot de orde. Koppejan had eerst met de slaafse CDA-fractie moeten spreken alvorens als volksvertegenwoordiger ten overstaan van de natie zijn mening te geven. In de democratie van het CDA heb je namelijk pas recht op je eigen overtuiging als dat getalsmatig zo uitkomt. Zelfs als de rest alleen nog maar in sprookjes gelooft.
Minister Schippers (Volksgezondheid, VVD) is erg goed. Ze is ambitieus en wekt de indruk te weten wat ze wil. Er is één nadeel. De minister kan op een wat dogmatische wijze uit de hoek komen. Zo schrijft de liberale bewindsvrouw in een Kamerbrief: ‘hoe je je leven leeft, dat bepaal je zelf’. Volgens haar moet de overheid daarom een minder actieve rol spelen op het gebied van preventie. Onderzoekers stellen echter dat met preventieve maatregelen minstens 16.000 sterfgevallen en honderdduizenden ziektegevallen per jaar zijn te voorkomen. Als dat waar is, dan moet een minister ideeën als zelfbeschikking en een kleine overheid aan de kant durven zetten - anders worden het contraproductieve en starre dogma’s - en de beleidsbalans verschuiven van genezing naar gezondheid en preventie. Maar goed, de aanhangers of bedenkers van (liberale) dogma’s staan nog ergens voor, je weet wat je aan hen hebt. De hedendaagse christendemocratie is wat kleurlozer en wordt wel eens betrapt op het zondigen tegen de stelregel ‘beter stilzwijgend dan nietszeggend’. Een voorbeeld vinden we in de e-mail die CDA-leden in de week voorafgaand aan de Statenverkiezingen ontvingen. Daarin stond een aantal redenen om op het CDA te stemmen: het CDA gelooft in de kracht van mensen; wij willen Nederland weer teruggeven aan de mensen; de samenleving kan niet bestaan zonder respect voor elkaar; het CDA denkt niet in problemen maar in oplossingen. Ahaaa! Nu krijgen deze leuzen niet voor niets de eer van een plaats in dit redactioneel. Behalve weinigzeggend zijn ze niet heel onderscheidend. Het CDA zou er heel wat bij kunnen winnen als de partij haar uitgangspunten op een uitgekiende manier gaat vertalen naar eigen, praktische thema’s. Preventie is één van die thema’s. Genoemde 16.000 sterfgevallen worden niet voorkomen met het liberale pleidooi voor zelfbeschikking. Een populistisch type doet daar evenmin iets aan door moord en brand te schreeuwen over het recht op een paar minuten langer douchen. CDA’ers zijn weliswaar voorstander van een compacte overheid, maar dat mag geen dogma zijn. Er zijn terreinen waar de opstelling van de overheid niet in de eerste plaats een terughoudende moet zijn. Tot die terreinen behoren Volksgezondheid en meer specifiek: preventie (zie ook het artikel van Arjen Joosse op p. 20). Preventie is een thema dat uitstekend bij het CDA past. Denk aan liefde voor de ongezond levende medemens en verantwoordelijkheid richting toekomstige generaties (onder meer omdat preventie uiteindelijk kosten bespaart). Er moet sprake zijn van een geïntegreerde aanpak met bijvoorbeeld voorlichting via nieuwe media, preventief screenen bij risicogroepen en opname van bepaalde preventieve interventies in het basiszorgpakket. Tot slot nog een emotioneel afscheidswoord. Dit is de laatste Interruptie die onder mijn bewind verschijnt. Dirk (foto’s), Pim (opmaak), redactieleden en overige scribenten dank ik voor de vruchtbare samenwerking. Tegen alle leden zeg ik: schrijf goed, dan dwing je jezelf tot goed denken. Mijn opvolgster Martine Oldhoff wens ik alle succes. Dag!
[email protected]
[email protected] 2
INHOUD
CDJA - Interruptie 2011 - nr. 1
CDJA - Interruptie 2011 - nr.1
2
Undercover: Geloven in het CDA
3
Redactioneel
4
Opinie: Vrouwenquota zijn vrijheidsbeperkend en seksistisch
6
Thema: Minister moet laveren tussen markt en overheid
8
CDA gedachtegoed: Ab Klink: ‘Kunnen we in de zorg zonder migratie?’
10
Column: De klem van Malthus
11
Interview: Sam Janse
12
Interview: Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner
14
Thema: Ontwikkelingssamenwerking
15
Wisselcolumn: Hervormen in de zorg is nodig, maar CDA moet daarin wel herkenbaar zijn
16
Uit het spanningsveld: ‘Op basis van enkele negatieve verhalen wordt beleid gemaakt’
18
Fotopagina: Statenverkiezingen
20
Ingezonden: Preventie vraagt actieve overheid
22
Recensie: Antropoloog in Nieuwspoort
23
De Mens: Marian van Bruggen
24
De Inspiratie van…: Raymond Gradus
26
De Moraalridder: Langstudeerdersmaatregel is flagrante schending rechtszekerheidsbeginsel
27
Opinie: Speciaal onderwijs ten onrechte kind van de rekening
28
Toekomst CDA: Een stap na de klap
29
CDJA Standpunten
30
Sociale actie CDJA Overijssel
31
Colofon
32
Van Velzens Visie 3
Foto: Dirk Hol
Opinie
Vrouwenquota
zijn vrijheidsbeperkend en seksistisch Nadat het kabinet Rutte aantrad volgde onmiddellijk een golf van feministische verontwaardiging over het tekort aan vrouwen op het bordes. Het is een sentiment dat ook het CDA niet vreemd is: in het verkiezingsprogramma voor de laatste Tweede Kamerverkiezingen stond dat het CDA zich hard wilde maken voor een fifty-fiftyverdeling van belangrijke bestuursfuncties. Door Joram Verstoep en Jozef Waanders De tentakels van het CDAV, de drijvende kracht achter dit opmerkelijke standpunt, lijken alsmaar verder te strekken. En ondanks dat de ALV zich tijdens afgelopen congres tegen positieve discriminatie uitsprak, lijkt ook binnen het CDJA de gedachte in steeds bredere kring post te vatten. Cultstatus In 1957 verscheen Atlas Shrugged van de Russisch-Amerikaanse schrijfster en filosofe Ayn Rand. Het boek is met een historische knipoog veelal het kapitalistisch manifest genoemd. In Europa geniet het boek amper bekendheid, maar in de Verenigde Staten heeft het een ware cultstatus bereikt. Met haar denkbeelden over egoïsme, rationeel eigenbelang en bandeloze marktwerking heeft Rand enorme invloed uitgeoefend op de Amerikaanse politiek, economie en cultuur. Jarenlang was zij de goeroe van een groep prominente Amerikanen die zich als bewonderaars rond haar verzamelden. Onder hen bevond zich ook Allan Greenspan, de man die tot 2006 voorzitter was van de Federal Reserve, de centrale bank van de VS. Nu valt er veel op Rand af te dingen. Ze verdedigt het kapitalisme tot in het absurde, koestert een grondige afkeer van religie en de gemeenschap en rekent naastenliefde en medelijden tot de grootste ondeugden. Kritiek op haar denken heeft door de financiële crisis een nieuw hoogtepunt bereikt. In het recentelijk verschenen boek ‘De utopie van de vrije markt’ van Hans Achterhuis wordt haarfijn uit de doeken gedaan hoe Greenspan lange tijd talmde de noodzakelijke maatregelen tegen de aankomende crisis te nemen omdat hij heilig – en naar achteraf bleek ten onrechte – bleef geloven in de door Rand gepredikte grenzeloze laisser faire.
4
Zandbak De actualiteit nodigt dus niet echt uit om Ayn Rand van stal te halen. Desondanks moesten wij de afgelopen tijd, toen discussies over vrouwenquota binnen onze partij weer prominent de kop opstaken, steeds vaker aan haar denken. Rand is namelijk bij uitstek een filosofe die de zelfbewuste ambitieuze vrouw aan haar zijde vindt, maar die desondanks het verongelijkte feminisme, zoals zich dat in haar tijd ontwikkelde, verafschuwde. Elsevier-journaliste Marike Stellinga trok recentelijk in ‘De mythe van het glazen plafond’ hard van leer tegen datzelfde feminisme, dat sinds de jaren zestig een spookbeeld heeft geschapen over vrouwen die worden onderdrukt en achtergesteld. Stellinga betoogt helder dat er tussen een ongelijke uitkomst en ongelijke kansen geen enkel causaal verband bestaat. Het overgrote deel van de Nederlandse vrouwen, zo schrijft Stellinga, ambieert eenvoudigweg helemaal geen topcarrière. Emancipatiebeleid van de overheid leidt er toe dat mannen en vrouwen niet gelijk mogen, maar móeten zijn, met een enorme vrijheidsbeperking tot gevolg. Het Nederlandse feminisme lijkt, net zoals het zich in Amerika ontwikkelde in de tijd van Ayn Rand, een zandbak voor een klein groepje pseudo-intellectuele vrouwen die zich ernstig tekortgedaan voelen. Het is een seksistisch sentiment dat ook het CD(J)A niet vreemd is. Het CDAV, dat inmiddels volledig institutioneel is ingebed op het Partijbureau, extra stemrecht heeft op congressen én vanuit onze partij gefinancierd wordt, is het voornaamste orgaan dat deze aantoonbaar op drogredenen gebaseerde ideologie binnen het CDA in leven houdt. In deze specifieke zin zou het CDA wel wat meer Ayn Rand kunnen gebruiken.
CDJA - Interruptie 2011 - nr. 1
Foto: Dirk Hol
Statenverkiezingen
CDA moet werken, bidden en knokken Door Alfons Dölle
Je kunt niet zeggen dat de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen als een donderslag bij heldere hemel kwam. De dramatische neergang van de christendemocratie in de provinciehuizen was uitgebreid voorspeld en viel hier en daar zelfs nog wat mee. Deze verkiezingen kregen het karakter van een referendum en over de formatie en de prestaties van het kabinet Rutte. Gefundenes Fressen voor Den Haag en Hilversum die de campagne kaapten. Voor de nationale media is het altijd vervelend om het wat bleke provinciale profiel zo op te voeren dat het past in de bekende infotainmentmallen van met name de televisie. Dat lukt natuurlijk veel beter wanneer van de verkiezingen een slag tussen twee nationale kampen kan worden gepresenteerd. Emocratie! Inderdaad steeg de opkomst, maar ja… Een andere conclusie is dat het tot op dit moment onzeker is of de huidige coalitie (inclusief PVV) een meerderheid haalt in de Eerste Kamer. Waarschijnlijk niet, maar 23 mei, de dag waarop de echte Eerste Kamerverkiezingen in de Statenzalen plaatsvinden, kan anders leren. Er zal in de aanloop naar dit evenement op ongekende schaal worden gerekend – het festival der bèta’s – en onderhandeld, vooral ook achter de schermen. De betekenis van de ‘magische 38-zetel grens’ wordt echter wel wat overtrokken. Senatoren uit het coalitiekamp zijn geen stempelmachines en lopen niet aan strakke leibanden van regeer- en gedoogakkoorden. Maar het omgekeerde geldt evenzeer. Ook de oppositie is geen monolithisch blok. De Christen Unie onderscheidt zich in veel aspecten scherp van de SP, de zelfbe-
CDJA - Interruptie 2011 - nr.1
noemde libertijnen van D66 staan er, zoals dat in modern jargon heet, anders in dan de mannenbroeders(s) van de SGP, Nagel is geen Thissen, enz. De magische grens is zo gezien een stippeltjesgrens. Sommige onderdelen van het wetgevingsprogramma van de regering zullen het echter moeilijk krijgen. Bepaalde invullingen van de 18 miljard aan bezuinigingen, maar ook enkele wezenlijke elementen uit het gedoogakkoord (strafrecht, immigratie), dreigen te stranden aan de Hofvijver, of daar in ieder geval schade op te lopen (novelles). Terug naar het CDA. Hoe krijgt het CDA de verschrikkelijke averij die de partij opliep hersteld? Er moet, zoveel lijkt me duidelijk, in ieder geval een partijvoorzitter komen die op ‘Frissiaanse’ leest is geschoeid, dus met redelijke doorzettingsmacht is toegerust. Er dient voorts een fundamentele discussie gevoerd te worden over de rol en functie van een christendemocratische partij in een postmoderne zwaar geseculariseerde alsmaar door- individualiserende en fragmentariserende samenleving. Dus ook over de ‘C’ en over de verwarrende notie van ‘volkspartij’. Dat debat behoort partijbreed plaats te vinden. Daarbij moeten we ons niet laten opjagen. In die discussie zullen nog andere dilemma’s opdoemen. Drie voorbeelden. 1) De spanning tussen de wens een stringenter integratiebeleid te voeren en het multiculti-ideaal ernstig te amenderen – waarbij feitelijk het idee van een ‘Leitkultur’ voorzit – tegenover de oude en beproefde nadruk op verscheidenheid, zelforganisatie en zelfbepaling (overheid op afstand); 2) De spanning tussen de latente federale agenda van het grootste deel van onze partijtop, tegenover de behoefte om grenzen
Senatoren uit het coalitiekamp zijn geen stempelmachines. te trekken aan ‘Brussel’, zoals een groot deel van de achterban terecht verlangt; 3) De spanning tussen de enorme nadruk die we historisch leggen op ‘het middenveld’, tegenover de maatschappelijke tendens dat dat middenveld erodeert, verstatelijkt, professionaliseert en vervreemd raakt van de gemeenschappen waarvoor het ooit werkte. Allemaal erg lastig, maar het CDA kan een dergelijk debat aan en doorstaan. Laten we werken, bidden en knokken!
Alfons Dölle is lid van de CDA-fractie in de Eerste Kamer
5
Foto’s: Dirk Hol
Thema
Minister Schippers moet laveren tussen markt en overheid Ons zorgstelsel is onderweg naar gereguleerde marktwerking. Die koers is tijdens het kabinet Balkenende II ingezet door toenmalig minister Hoogervorst. Deze had zo zijn redenen om een nieuwe koers in te zetten, zoals de onder zijn voorganger Els Borst pijlsnel gegroeide wachtlijsten en zorgkosten. Het waren die wantoestanden die Pim Fortuyn ertoe aanzetten zijn boek De puinhopen van acht jaar paars te beginnen met een tirade over de zorg. Door Gerard Adelaar
E
r gold een maximaal uitgavenbudget per jaar, waardoor sommige ziekenhuizen vanaf november in het betreffende kalenderjaar moesten stoppen met het verrichten van bepaalde operaties. Dat was niet de bedoeling, dus werd financiering op basis van de feitelijk geleverde zorg ingesteld om de wachtlijsten weg te werken. Maar dat leidde natuurlijk tot een explosie van de zorguitgaven. Vraagsturing Een systeem met andere prikkels was nodig. Achtereenvolgens de ministers Hoogervorst, Klink en Schippers hebben zich geworpen op de uitdaging om gereguleerde marktwerking in de zorg door te voeren. In dat stelsel hebben zorgverzekeraars een centrale positie. Zij kopen zorg in voor hun verzekerden, bijvoorbeeld bij ziekenhuizen en apotheken. Het is in hun belang om de beste zorg tegen de laagste prijs in te kopen, anders stappen verzekerden over naar een andere verzekeraar. Deze filosofie van vraagsturing krijgt in de praktijk meer en meer vorm. Zo zijn er zorgverzekeraars die op basis van kwaliteitscriteria voor sommige operaties alleen nog contracten afsluiten met een selectie van ziekenhuizen. Ook iets als het preferentiebeleid is een succes. Verzekeraars vergoeden van een werkzame medicijnstof (waarvan het patent verlopen is) alleen de variant met de
6
laagste prijs. De apotheek koopt dan doorgaans alleen dat middel in, waardoor prijsconcurrentie ontstaat tussen fabrikanten. Geen volmaakte markt Bij de filosofie achter marktwerking moet aangetekend worden dat de zorgmarkt geen volmaakte markt is. De patiënt heeft een informatieachterstand op de zorgaanbieder, waardoor van echt ‘shopgedrag’ geen sprake kan zijn. De weg naar kwaliteitstransparantie is nog een lange. In de zorgmarkt is deze kwestie te meer prangend, daar een patiënt over het algemeen ziek is, hulp nodig heeft, kortom, in een afhankelijke positie verkeert. Niet hij, maar de arts kiest de behandeling. Echter: geen van beiden betaalt. Dat doen verzekerden indirect, via de zorgverzekeringspremie. Ook daardoor is er geen sprake van een doorsnee afweging van kosten en baten, ‘de verzekeraar betaalt immers toch wel’. Redenen waarom de zorgmarkt niet zonder regulering kan. Er bestaat dan ook een oerwoud van wetten, regels en toezichthoudende instanties waarmee de overheid de zorgmarkt als een geoliede machine wil laten functioneren. Zorgkosten Overheidsingrijpen is ook nodig omdat de zorgkosten de pan uit rijzen. Dat komt vooral door vergrijzing en toenemende complexiteit van zorg. Per hoofd van de be-
volking stegen de zorgkosten van € 2600 in 1998 naar € 4800 in 2008. Het beslag van de zorguitgaven op de totale collectieve uitgaven nam toe van 11% in 1994 naar 19% in 2010. Deze kabinetsperiode stijgen ze met € 15 miljard. Het kabinet wil vraagsturing dan ook verder doorvoeren, zodat marktpartijen alle belang krijgen bij beteugeling van de kosten.
Een voorbeeld. Verzekeraars hebben ten opzichte van aspirant-verzekerden een acceptatieplicht, maar daardoor bestaat de kans dat zij onevenredig veel personen moeten verzekeren die veel zorg nodig hebben. Om te voorkomen dat verzekeraars een prikkel hebben om goedkope verzekerden te lokken en duurdere te weren, bestaat de risicoverevening: zorgver-
CDJA - Interruptie 2011 - nr. 1
Thema
zekeraars worden deels vooraf en deels achteraf gecompenseerd voor verzekerden met een bovengemiddeld zorggebruik in betreffend kalenderjaar. De compensatie aan het eind van het jaar wil het kabinet vóór 2015 afschaffen, zodat zorgverzekeraars er meer belang bij hebben om zorg efficiënt in te kopen. Er is zelfs sprake van dat verzekeraars in de toekomst het complete zorgbudget gaan beheren. Maar dan zijn we er nog niet, want markten hebben de intrinsieke neiging om uit te dijen. Op de zorgmarkt wordt dit in de hand gewerkt door de vage scheiding tussen gezondheid en welbevinden. Waar ligt de grens tussen noodzakelijke en nietnoodzakelijke zorg? Overbodige consumptie dreigt. Voor alles waar je last van hebt valt een pil te bedenken – en andersom. Maar pillen kosten geld. Tot 2015 wil minister Schippers de zorgvolumegroei bij ziekenhuizen en specialisten tegengaan door een groeibeperking van 2,5% op te leggen. Hoe zij de volumegroei na 2015 in de hand wil houden, moet nog worden uitgewerkt.
Aan een serieuze verhoging van de eigen bijdrage branden politici liever niet hun vingertjes.
gedeelte van de kostenstijging is gevolg van behandelingen die de oudste patiënten slechts een beperkte levensverlenging bieden. Tekort arbeidskrachten Een andere kwestie die minister Schippers hoofdpijn zal bezorgen is het voorziene tekort aan arbeidskrachten. Over vijftien tot twintig jaar zijn ongeveer een half miljoen extra zorgwerkers nodig, terwijl onze volledige beroepsbevolking in 2025 met omtrent 20.000 personen zal zijn toegenomen ten opzichte van 2007 – en daarna zal krimpen! Dat maakt (arbeidsbesparende) innovaties hoogst noodzakelijk. Dit is een van de redenen die het kabinet ertoe gebracht hebben om in de zorg winstuitkering – onder voorwaarden – toe te gaan staan. Privé-investeerders hebben belang bij efficiëntie en arbeidsbesparende innovaties én kunnen het daartoe benodigde kapitaal inbrengen. 24-uursluiers Bijzonder aan de huidige politieke situatie is, dat vanuit bestuurlijke optiek noodzakelijk geachte hervormingen enerzijds en populistische beeldenpolitiek anderzijds binnen de regeer- en gedoogconstructie samenkomen. Leg de zorgparagraaf van het regeerakkoord maar eens naast de paragraaf over ouderenbeleid van het gedoogakkoord. Het eerste stuk beschrijft de stappen die nodig zijn om vraagsturing verder door te voeren. In het tweede stuk vliegen termen als ‘ouderenmishandeling’, ‘doorligwonden’ en ‘24-uursluiers’ je om
de oren. Deze tegenstelling leidt, in combinatie met een minderheidskabinet en een Kamermeerderheid die soms iets anders wil, tot een dynamiek die ons onbekend was. Exemplarisch is de discussie over de rollator, die ertoe leidde dat dit loophulpmiddel bleef staan waar het stond: in het basiszorgpakket. Nu is het zo dat de minister vanaf 2015 structureel € 1,3 miljard wil gaan besparen door verwijdering van aandoeningen met een lage ziektelast uit het basispakket. In het licht van de discussie over het rollatortje wensen wij haar daar oprecht veel heil en zegen bij. Asociaal Betreurenswaardig is, dat een aantal politieke partijen per definitie blijft strijden tegen hervormingen. Zij negeren dat over volledige overheidsregulering in de zorg minstens evenveel te klagen valt als over het huidige stelsel. Zij vergeten dat het oude stelsel kampte met wachtlijsten, kostenexplosies en gebrek aan kwaliteitsindicatoren en innovaties. Bovendien is het richting komende generaties asociaal om je hakken in het zand te blijven zetten tegen ingrijpen op de kosten, versobering van het basiszorgpakket en verhoging van eigen betalingen. De minister zal nog wel even moeten blijven schipperen tussen bestuurlijke en emotionele politiek. Het moge duidelijk zijn dat ook het laveren tussen markt en regulering geen gemakkelijke opgave is. Aan minister Schippers is dat echter wel besteed.
Tegen overbodige zorgconsumptie aan de vraagzijde zou een drempel aangebracht moeten worden door verhoging van eigen bijdrages. De 20% van de bevolking met de laagste inkomens kan daarvoor worden gecompenseerd met de zorgtoeslag. (Nu maakt ongeveer 80% van de verzekerden daar aanspraak op.) Maar aan een serieuze verhoging van de eigen bijdrage en inperking van de zorgtoeslag branden politici liever niet hun vingertjes. Overigens is, zoals vermeld, een deel van de zorgkostenstijging te danken aan het feit dat we steeds ouder worden – wat deels weer te danken is aan onze uitmuntende gezondheidszorg. Een beduidend
CDJA - Interruptie 2011 - nr.1
7
CDA gedachtegoed
Foto’s: Dirk Hol
Ab Klink:
Loopt een minister het risico om zorg, wegens de kostenstijgingen, vooral vanuit kostenoverwegingen te bezien en minder vanuit een visie op patiënt en zorg? Wat is een typische CDA-visie op zorg? ‘Toen ik aantrad als minister heerste de opvatting dat je als minister slechts over het systeem en de randvoorwaarden gaat. Een minister van Volksgezondheid moet echter ook oog hebben voor de inhoud van goede zorg. Kwaliteitsverbetering bijvoorbeeld is goed voor kostenbeheersing en voor de patiënt! De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), waarmee zorg wordt gelegd bij familie en vrienden, kwam bij het CDA vandaan. De CDA-visie op zorg is echter niet exclusief. Mevrouw Ross en mevrouw Bussemaker hebben er hard aan gewerkt om zorg en maatschappelijke betrokkenheid op elkaar af te stemmen.’
‘Kunnen we in de zorg zonder migratie?’ Door Martine Oldhoff en Gerard Adelaar
‘Vanmiddag moet ik boodschappen doen en koken.’ Voormalig minister van Volksgezondheid Ab Klink heeft tegenwoordig een nieuwe dagindeling. Wat hij verder doet? Lezingen geven en zich oriënteren op een nieuwe baan. Zijn passie voor gezondheidszorg is door het ministerschap dermate gewekt, dat ook de richting waarin hij zich oriënteert niet veel te raden overlaat. ‘Ik heb er prachtige banen voor geweigerd.’ Hij vindt het fantastisch om de complexiteit van zorg te ontrafelen. ‘En er is zo veel winst te behalen voor de kwetsbare mens!’ We spreken met de voormalige bewindsman die er stellig van overtuigd is dat kwaliteitsverbeteringen in de zorg zowel kostenbesparingen realiseren als de patiënt dienen. Wat zijn uw belangrijkste verdiensten als minister? ‘Oeh, dat is me een vraag! Ondanks verzet van coalitiepartner PvdA hebben wij gereguleerde marktwerking doorgezet. De vrije prijzen zijn uitgebreid van 10% naar 50%. Er is meer zicht gekomen op de kwaliteit van zorg voor een betere concurrentie tussen zorgverzekeraars. Daarnaast hebben we de mate waarin overbehandeling plaatsvindt beter in kaart. Er komt een kwaliteitsinstituut en er zijn zorgstandaarden gekomen voor de integrale behandeling van diabetes, hartfalen en COPD. Tot slot ben ik er trots op dat het CDA in ‘99 al pleitte voor een stelselherziening en dat toenmalig minister Hoogervorst die daadwerkelijk heeft doorgevoerd. Daar mocht ik op voortbouwen.’
8
U juicht winstuitkering in de zorg minder toe dan minister Schippers ‘Dat klopt. Zorg wordt nu nog vergoed op basis van het aantal uitgevoerde behandelingen. Je ziet de effecten daarvan: prijzen dalen weliswaar, maar er worden meer behandelingen uitgevoerd. Overbehandeling is nadrukkelijk een thema geworden. Dat zie je in de enorme variatie die er tussen regio’s is, bijvoorbeeld wat betreft het aantal patiënten dat gedotterd wordt. We moeten een situatie vermijden waarin aandeelhouders vanuit een omzetmotief druk gaan zetten op het aantal behandelingen. Productie is in de zorg nooit een doel in zichzelf, integendeel. Daarom is het van belang om over te gaan op vergoeding van behandelingen op basis van het resultaat, in plaats van op basis van zorghandelingen. Er moet voor kwaliteit betaald worden, in plaats van voor volume. Aandeelhouders krijgen er daarmee belang bij om kwalitatief hoogwaardig te werken. Winstuitkering in de zorg gaat dan gepaard met parallelle belangen van medici, aanbieders en kapitaalverschaffers.’ Er zitten schrikbarende kostenstijgingen aan te komen. Is verhoging van de eigen bijdrage onvermijdelijk? ‘Voor de minister van Financiën is dat plezierig: de overheidsbegroting komt er cijfermatig gunstiger uit te zien. Je moet echter oppassen om de financiële drempel voor bijvoorbeeld chronisch zieken te verhogen. Als zij zorg gaan vermijden, worden de kosten op lange termijn hoger. Je kunt veel beter inzetten op kwaliteitsverbeteringen. Daarmee dien je doelmatigheid én de patiënt. Daarnaast kun je denken aan verplaatsing van de tweede naar de eerste lijn.’ ‘Verhoging van de eigen bijdrage is pas een oplossing in laatste instantie. Een arts laat zich in het stellen van indicaties niet weerhouden door de eigen bijdrage die de patiënt moet betalen. Het is wel erg zuur om patiënten uit bezuinigingsoverwegingen op kosten te jagen zolang er betere manieren zijn om kostenbesparingen te realiseren. En overbehandeling? Je moet je niet verkijken op die volumegroei. Die is grotendeels gevolg van de vergrijzing.’
CDJA - Interruptie 2011 - nr. 1
Veel dure zorg, die weinig levensverlenging oplevert, wordt verleend in de laatste levensjaren. Welke rol kan het CDA in de discussie daarover vervullen? ‘Het is uiterst riskant om deze discussie aan de hand van kostenoverwegingen te voeren. De vraag ‘hoe humaan is doorbehandelen’ moet soms echter gesteld worden. Palliatieve zorg kan dan uitstekend uitkomst bieden. In combinatie met behandeling kan dit levensverlenging veraangenamen. Maar de patiënt moet altijd de zeggenschap houden. De keuzeopties dienen inzichtelijk te zijn, zodat hij een geïnformeerde keuze kan maken. Kostenoverwegingen mogen daarbij geen enkele rol spelen: de patiënt heeft het recht op de beste zorg.’ Zorg is zeer complex, wat kunnen we met een CDA-opvatting als dat de kracht van de samenleving uit mensen zelf ontspruit? ‘De stelregel dat de overheid niet alles kan is nu veel gehoord. Ik hoor dat ook bewindspersonen van het CDA ineens te pas en te onpas zeggen. Maar dat zou niet mijn credo zijn. Vooral niet als mensen zwak zijn. Toerusting is een sleutelwoord. Je kunt tegen een zwakke pas zeggen dat hij zijn zaken zelf moet regelen als je hem daartoe toerust. Onder toerusting vallen scholing en arbeidsvoorwaarden, maar ook gezondheidszorg. Daarom is marktwerking in de zorg gereguleerd. Marktwerking in de zorg is een middel, niet het doel.’
CDJA - Interruptie 2011 - nr.1
CDA gedachtegoed
De kosten van de zorg stijgen explosief en er dreigt een absurd tekort aan arbeidskrachten in de zorg. Hoe kan dit voor ons als aanstormende generatie een beetje draaglijk blijven? ‘Jullie krijgen behoorlijke problemen voor de kiezen. Het voorziene tekort aan arbeidskrachten is inderdaad onrustbarend. Dat heeft natuurlijk ook een mooie kant, want je bent bijna zeker van werk, haha. Voor de arbeidsmarkt is het goed dat de AOW-leeftijd verhoogd wordt en dat WAO en VUT hervormd zijn. Ik weet niet of we het daarmee en met innovatie redden. Nu zeggen we dat de Polen terug moeten, straks zijn we blij met hen. Grote vraag is: kunnen we zonder migratie? Vervolgens dringt zich de vraag op: waar moeten migranten vandaan komen en welke religie moeten ze hebben? Deze discussie is niet nieuw: over de samenhang tussen arbeidsmarkt, religie en cultuur hebben wij in 2001 al WI-rapporten geschreven. Dan dient zich de vraag aan hoe we moeten omgaan met cultuurverschillen in de zorg. Ja, moslimvrouwen die geen mannen willen wassen. Agendeer die vragen maar, maar níet op een manier van ‘we zetten die moslims eruit, want die zijn eng’.’
‘Ik hoor bewindspersonen van het CDA te pas en te onpas zeggen dat de overheid niet alles kan.’ Klink is gegrepen door de gezondheidszorg, dat is duidelijk. Verrassend is dat de CDA-ideoloog, anders dan zijn imago doet vermoeden, schroomt om te spreken van een typerende CDA-visie op zorg. Terug naar het leven van alledag dan maar. Klink vult zijn vrije tijd met lezen over islamitisch recht, over christendom en de scheiding van kerk en staat. Het ministerschap was daar te druk voor. ‘Voetballen vind ik ook leuk, maar dat kun je niet alleen.’ Waar het balletje uiteindelijk heen gaat rollen? Klink sluit, rekening houdend met de onvoorspelbare wendingen van het leven, niet uit dat hij de politieke arena ooit weer zal betreden.
9
Foto: Dirk Hol
Column
De klem van Malthus Door Johan Polder
Een meetkundige reeks en een rekenkundige reeks bezorgden Thomas Malthus een onsterfelijke naam en de economische wetenschap een al even onsterfelijk predicaat: ‘a dismal science’, een mistroostige wetenschap. De bevolking nam toe met een meetkundige reeks (2 keer 2 keer ...) en de groei van de voedselproductie kon dat met haar rekenkundige reeks (2 plus 2 plus …) nooit bijhouden. Met op korte termijn hongersnood en oorlog als gevolg, en op lange termijn de Malthusiaanse klem: bevolking en welvaart houden elkaar op bestaansminimum in de houdgreep. Eeuwen later treffen we in de gezondheidszorg iets vergelijkbaars aan. Misschien niet helemaal in de verhouding van meetkundige en rekenkundige reeksen, maar de zorguitgaven groeien sneller dan de economie. Eigenlijk is dat altijd al zo geweest. Alsof de zorguitgaven geen enkele boodschap hebben aan het Haagse beleid. Planning, budgettering, medicijnenknaken, specialistengeeltjes, centrale indicatiestelling, Pgb’s, eigen risico’s, marktwerking, wat is er al niet uit de kast getrokken, en schijnbaar achteloos hebben de zorguitgaven hun opwaartse weg naar een hoger aandeel in het bbp voortgezet. ‘Health and wealth’ houden elkaar duidelijk niet in de houdgreep!
Waarom niet? Allereerst omdat de toename van welvaart in euro’s altijd veel groter is geweest dan die van de zorguitgaven. Wie alleen groeicijfers vergelijkt heeft niet zo goed in de gaten dat ook bij een economische groei van bijvoorbeeld 2,5% en een stijging van de zorguitgaven met 5% de vrij besteedbare welvaart gigantisch toeneemt. Dat komt omdat die 5% groei betrekking heeft op niet meer dan een tiende deel van de welvaart die met 2,5% groeit. De zorgquote loopt wel op, maar toch houden we nog heel veel extra geld over!
Hoe houden we de ziel in de zorg? De zorguitgaven stuiten dus niet tegen een harde, natuurlijke grens, maar tegen een culturele grens die veel zachter is en meeschuift: de tweede reden. Telkens is er weer begrip voor de stijgende uitgaven. Sterker nog: aan die stijging kunnen we de ‘revealed preference’ aflezen. Nederlanders vinden een goede gezondheid een van de belangrijkste dingen in het leven. Een goede en solidaire gezondheidszorg geeft uitdrukking aan maatschappelijke waarden die we hoog in het vaandel hebben en waarvoor we best willen betalen. Ook in de toekomst zal die culturele grens van betalingsbereidheid meeschuiven. De klemmende vraag is niet of de zorguitgaven stijgen, maar of deze privaat of collectief gefinancierd moeten worden. Toch is er ook een harde grens. Deze gaat niet over het geld, maar over de beschikbaarheid van voldoende zorgpersoneel. Per twee werknemers nu hebben we er straks één extra nodig. En dat terwijl de beroepsbevolking krimpt en veel zorgverleners met pensioen gaan. Deze Malthusiaanse klem zal de zorg steeds meer in zijn greep krijgen, en de klemmende vraag is of we ons uit die greep kunnen bevrijden. Bij Malthus was het de industriële revolutie die voor de bevrijding zorgde, er kwam wél meer voedsel. Ook nu zal technologie een grote rol moeten spelen: domotica, ‘ambient technologies’, sensoren en slimme ICT kunnen ervoor zorgen dat de harde, natuurlijke grens opschuift. Minder personeel, meer zorg. Maar met het zachter worden van die natuurlijke grens, is er wel een culturele grens die steeds harder in beeld komt: hoe bewaken we de menselijke maat? Hoe houden we de ziel in de zorg? Dat zijn de meest klemmende vragen, want niemand wil in ‘a dismal society’ leven.
Johan Polder is hoogleraar gezondheidseconomie aan de Tilburg University
10
CDJA - Interruptie 2011 - nr. 1
Foto: Dirk Hol
Interview
‘Het CDA kan wel wat Evangelie gebruiken’
Door Martijn Simons
Gezondheidszorg heeft alles te maken met charitas. Zorgen voor de ander. Volgens dr. Sam Janse, nieuwtestamenticus en voormalig deeltijdpredikant in Driebergen-Rijssenburg, is het een typisch joods-christelijke waarde die verankerd is in de westerse samenleving. Maar wel een waarde die onder druk staat. Bij de vroegchristelijke kerk ontdekte Janse typisch joods-christelijke waarden als eerbied voor het leven en aandacht voor het zwakke leven. Het prikkelde hem uit te zoeken of het zorgen voor de ander een authentiek christelijke waarde is. ‘Hachelijk avontuur’ Janse: ‘Ik zie daarnaast een mensbeeld ontstaan dat anders is dan vijftig jaar geleden. Dat is niet alleen maar negatief. Zo zijn we zelfbewuster geworden. Maar er heerst nu een dominant mensbeeld waarin zelfverwezenlijking en autonomie centraal staan. Dat leidt tot afnemende verbondenheid met en zorg voor de ander.’ Janse noemt een samenleving die niet put uit de bron van een gemeenschappelijk grondbesef een ‘hachelijk avontuur’. ‘Mensen zijn dan op zichzelf aangewezen. Ik zie vandaag meer dan ooit ongelukkige en korzelige mensen. Je weet wel, zo’n rouwadvertentie met de kennisgeving ‘veel te vroeg is van ons heengegaan die en die, in de leeftijd van 88 jaar’. Of de 65-plusser die vanuit een recht op genieten krampachtig alles uit het leven probeert te halen. Ik geloof dat die korzeligheid verdwijnt als mensen de ontdekking doen dat God goed is. Dat typeerde de vroege christenen. Ze stonden meer onthecht in het leven en hadden de handen vrij om te zorgen. Juist omdat ze besef hadden van een hemelse Vader die voor hen zorgde’. Volgens Janse betekent dit niet dat het zorgen voor een ander exclusief is voorbehouden aan het christelijk geloven. ‘Veel van het Evangelie is ook buiten het christendom terechtgekomen. Gelukkig maar.’ Over moderne vormen van spiritualiteit heeft hij zijn twijfels. ‘Ik zie niet direct dat die de eigen zelfverwezenlijking overstijgen, gemeenschapsstichtend werken en charitas uitwerken. Dit in tegenstelling tot het christelijk geloven. Maar zelfs al is er sprake van vergaande secularisatie, dan nog hebben we iets overgehouden van het zorgen voor een ander. In ons geven aan Haïti bijvoorbeeld, of in het verrichten van mantelzorg. In een land als China is het not done te geven voor nood ver weg.’ Identiteitscrisis Janse bepleit het uitdragen van charitas als specifiek christelijke erfenis. ‘Het zorgen voor een ander heeft een historische component. Het is ooit ingebracht, het kan er ook weer uitvallen. We moeten de positieve impact van het Evangelie op de wereldgeschiedenis waarderen en benoemen. De kerk zit echter in een identiteitscrisis. Christenen beseffen dat ons verleden besmet is door kolonialisme en racisme, om er maar twee te noemen. Maar het kan niet goed zijn om onszelf in zelfkritiek het zwijgen op te leggen. De grote kunst zal zijn bescheidenheid en assertiviteit te verbinden in een nieuw spreken. Zo kunnen we laten zien tot welke maatschappelijke waarden het Evangelie wil inspireren.’ Hij ziet hierin een duidelijke taak voor de christelijke politiek. ‘Een partij als het CDA moet het lef hebben te zeggen: dit is waar we vanuit onze traditie voor staan. Ik zou zeggen: het CDA kan wel wat Evangelie gebruiken.’
CDJA - Interruptie 2011 - nr.1
‘In het toenmalige Romeinse Rijk woedden met enige regelmaat catastrofale pestepidemieën. De gezonden haastten zich van de zieken vandaan. Steden en dorpen raakten ontvolkt. De beroemde arts Galenus vluchtte in het jaar 166 weg uit Rome om het vege lijf te redden. Het feit dat hij zich niet tegen de schijn van vluchtgedrag verdedigde, betekent dat hier in de Oudheid geen probleem lag. Een opvallend gegeven was dat christenen in dergelijke situaties op hun post bleven om de zieken te verzorgen. Daarbij maakte het niet uit of het geloofsgenoten betrof of niet.’ – S am Janse in Trouw, 2 oktober 2010
11
Interview
Foto’s: Dirk Hol
Interview
‘Ze moesten me steeds wegpeuteren’ Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner kan van werkbezoeken geen genoeg krijgen Door Arjen Joosse en Marijse Neuteboom
Het is 11 oktober 2010. Marlies Veldhuijzen van Zanten, specialist ouderengeneeskunde, zit middenin haar dienst. Haar telefoon gaat over. Het is Maxime Verhagen, opnemen maar. ‘Marlies, ik heb een dringende vraag. We zoeken een staatssecretaris van Volksgezondheid en dachten aan jou. Wil je uiterlijk morgen laten weten of je het doet?’ Snel draagt ze haar dienst over. Haar man komt terugvliegen uit Singapore, ze overlegt met zoon, dochter en goede vrienden, googlet op ‘Staatssecretaris Volksgezondheid’ en besluit: ‘Ik doe het.’
mer, waardoor wij ze goed tegen het licht moeten houden. Als er iets niet lijkt te deugen, gaan we er mee aan de slag. Dat vind ik een prachtig proces.’ Tijdens de campagne was ze veel op werkbezoek. ‘Ze moesten me steeds wegpeuteren daar,’ aldus Veldhuijzen van Zanten. ‘Ik voelde dat echt van binnen, als ik weer achterin die auto moest stappen, met een grote koffer naast me.’ Ze belt veel met haar ex-collega, om op de hoogte te blijven en ervaringen te delen. Het achterlaten van haar patiënten vond ze moeilijk, ze is sinds die dienst van 11 oktober niet meer in ‘haar’ verpleegtehuis geweest. ‘In de afgelopen maanden is een aantal van de patiënten die ik heb verzorgd overleden. Dat vind ik verschrikkelijk. Toch weet ik dat ik hier ontzettend veel kan verbeteren voor de zorgsector. Dat doet me goed.’
I
nmiddels zijn we een aantal maanden verder. Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner moest zichtbaar wennen aan haar nieuwe omgeving. Bijvoorbeeld op die twaalfde oktober, toen ze in haar eentje, onder overweldigende aandacht van het Haagse journaille, ‘over die best moeilijke keitjes’ als grote onbekende het Binnenhof op liep om bij formateur Rutte op bezoek te gaan.
Vertroetelen Eén belangrijke maatregel die prominent terugkomt in het regeerakkoord is de aanpassing van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ, zie kader). De kosten van de AWBZ zijn sinds 2003 met 3 miljard gestegen en dat tij moet gekeerd worden. Heeft de staatssecretaris met dit dossier niet de grootste hervorming van het hele kabinet in haar portefeuille? ‘Ja, ik moet drie stelselwijzigingen doorvoeren. De AWBZ wil ik zelfs nog wat ambitieuzer hervormen dan in het regeerakkoord staat. Ontvlechting is nodig, bijvoorbeeld door wonen en zorg te scheiden en door begeleiding over te hevelen naar de gemeentes. Dat doen we om kwaliteit te kunnen borgen en het deel dat overblijft goed te kunnen besteden.’ ‘Mensen met een handicap moet je zien als mensen die een handicap hebben, maar ook niet erger dan dat. Ze zijn niet minder, niet zielig, ze staan net zo in de maatschappij als andere mensen. Dat
Gefileerd Haar eerste actie was het verdedigen van de begroting van het vorige kabinet. ‘Ik kreeg allemaal vragen om mijn oren geslingerd, veel jargon en de vraag: ‘wat vindt u daarvan?’. Dan dacht ik: ik vind er helemaal niks van.’ Tijdens het kerstreces heeft ze zich op alle mogelijke dossiers gestort. Ook met de politieke spelletjes was het even wennen. ‘Ik dacht: waarom maken ze allemaal ruzie? Toch heeft het een functie. Onze voorstellen worden gefileerd in de Ka-
12
CDJA - Interruptie 2011 - nr. 1
CDJA - Interruptie 2011 - nr.1
uitgangspunt gaat in tegen een cultuur van ‘er is iets met je en dus heb je recht op compensatie in de vorm van geld of een andere tegenprestatie’. Want daarmee maak je mensen afhankelijk.’ Veldhuijzen heeft in de praktijk gezien wat het doet met mensen als je hen van alles uit handen neemt. ‘Het is heerlijk om te doen als je er van houdt mensen te vertroetelen, maar het is een heel egoïstische manier van in je beroep staan. Hoe meer je mensen helpt terwijl ze het niet per se nodig hebben, des te minder krachtig ze worden. Ik heb dat in de zorg afgeleerd.’
‘Hoe meer je mensen helpt terwijl ze het niet per se nodig hebben, des te minder krachtig worden ze.’ Uit de hand In 2010 moest toenmalig minister Klink vanwege budgettaire tekorten de Persoonsgebonden Budgetten (Pgb’s, zie kader) stopzetten. Per 1 januari 2011 worden er weer Pgb’s toegekend. Veldhuijzen: ‘Het Pgb is een prachtige maatregel, een modernisering die het begin is van een lange omslag die gemaakt moet worden. Er zijn alleen ook Pgb’s afgegeven voor zaken waar ik – zeker in tijden van bezuinigingen – geen geld voor heb.’ De Pgb-regeling is de laatste jaren flink uit de hand gelopen. ‘Er wordt ook ontzettend mee gefraudeerd, zo is gebleken. Dan komen de voorzieningen waar mensen écht de overheid voor nodig hebben, onder druk te staan. Er zal
13
interview
beter geselecteerd gaan worden wie wel en wie geen recht hebben op een Pgb.’ In het regeerakkoord staat dat de regering zorggiganten (zie kader) in de ouderenzorg wil terugdringen. Hoe denkt de staatssecretaris dat voor elkaar te gaan krijgen? ‘Op dit moment zie je in de sector dat door fusies de afstand tussen besturen enerzijds en medewerkers en cliënten anderzijds heel groot is. Dat kun je voor een groot deel voorkomen door in te zetten op good governance. Aan besturen en raden van toezicht moeten kwaliteitseisen gesteld worden. De problemen hebben ook te maken met de verschillende belangen die spelen. Als een instelling gaat over het wonen en over het vastgoed, met de cultuur die in die sectoren heerst, is het naïef om te denken dat de bestuurder voeling heeft met de cultuur van de zorg. Verzorgenden spreken een andere taal dan mensen in het vastgoed.’ De inspectie moet meer bevoegdheden krijgen om misstanden aan te pakken. ‘Helaas heb ik nauwelijks instrumenten om te laten defuseren, de inspectie kan enkel aanwijzingen geven. Bovendien moeten er normen komen voor fatsoenlijk beheer van zorginstellingen. En er horen mensen met ervaring in besturen en raden van toezicht van zorginstellingen. Daarnaast wil ik de verzorgenden meer naar voren halen, zij zijn de drijvende kracht in de zorg. Zij worden vaak gepasseerd, maar moeten juist centraal staan in het zorgaanbod.’
‘De AWBZ wil ik nog ambitieuzer hervormen dan in het regeerakkoord staat.’
Moeder en dokter Vriend en vijand waren onder de indruk van het optreden van staatssecretaris Veldhuijzen tijdens het debat over Brandon, een achttienjarige gehandicapte jongen met onvoorspelbaar gedrag die al jaren aangelijnd is aan de muur van zijn kamer. ‘Ik heb Brandon bezocht en zag een stoere jongen van achttien, die zich eigenlijk schaamde voor het feit dat hij vastgebonden was. Begrijpelijk natuurlijk. Op zo’n moment helpt het dat ik uit de zorg kom. Ik merkte ook in de Kamer dat de mensen die uit de zorg komen minder geschokt waren, al had ik natuurlijk begrip voor de verontwaardigde reacties.’ Vond Veldhuijzen het moeilijk om onder deze omstandigheden een debat te voeren met de Tweede Kamer? ‘Nee, ik kon dit debat zo doen. Als moeder en als dokter.’ Ook nu de grootste verontwaardiging over Brandon’s situatie is weggeëbd, is staatssecretaris Veldhuijzen druk bezig met het vervolg. ‘Ik heb alle knappe koppen die gespecialiseerd zijn in dit soort gevallen bij elkaar gehaald. Voor deze mensen wil ik alles uit de kast halen. Nee, tussen mij en Brandon stopt het voorlopig niet.’
14
Zorggiganten In de (ouderen)zorg zijn de afgelopen jaren enorme organisaties ontstaan. Hierbij stond de kwaliteit van zorg regelmatig onder druk. Dit leidde tot felle debatten in de Kamer, bijvoorbeeld over Philadelphia en Meavita. Het kabinet wil toekomstige fusies toetsen op zorgcriteria en bestuursraden meer macht geven. De inspectie krijgt meer bevoegdheden. In uiterste gevallen zouden te grote organisaties gesplitst moeten kunnen worden.
Foto: Dirk Hol
Wisselcolumn
Hervormen in de zorg is nodig, maar het CDA moet daarin wel herkenbaar zijn
De grootste hervormingsagenda binnen het kabinet Rutte-Verhagen ligt misschien wel bij CDA-staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten. Zij mag bijna een miljard euro extra investeren in de langdurige zorg. Dat is mooi, want een investering in het zorgpersoneel is de beste investering in de kwaliteit van zorg! Door Jan de Vries Tegelijkertijd moet zij op het terrein van Volksgezondheid, Welzijn & Sport een groot aantal hervormingen doorvoeren, vooral in de jeugdzorg en in de langdurige zorg (AWBZ). Zo worden gemeenten verantwoordelijk voor het totale jeugdbeleid. Dus niet alleen voor de jeugdpreventie, maar bijvoorbeeld ook voor jeugdzorg, jeugd GGZ en gesloten jeugdzorg. Dat is voor veel gemeenten een zware beleidsverantwoordelijkheid, zeker met een korting van 300 miljoen euro.
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) De AWBZ is een verplichte volksverzekering waarmee iedere Nederlander wordt verzekerd voor zorg en begeleiding bij langdurige ziekte, handicap of ouderdom. De premie wordt afgedragen via de loonbelasting. Al jaren zijn de kosten hoger dan de premies, onder toenemende druk van de vergrijzing. In het regeerakkoord worden ingrijpende veranderingen in de AWBZ aangekondigd om deze toekomstbestendig te maken.
Persoonsgebonden Budget (Pgb) Het Pgb geeft een patiënt met een lichamelijke of geestelijke beperking de regie over zijn zorg. Hij kan kiezen voor zorg in natura, of voor het Pgb. Het Pgb is een geldbedrag waarmee de patiënt zelf zorg en begeleiding kan inkopen. Onverwacht veel aanvragen zorgden voor flinke kostenoverschrijdingen en minister Klink stopte halverwege 2010 per direct met het toekennen van PGB’s. Dit jaar worden weer Pgb’s uitgereikt. Het kabinet wil het Pgb wettelijk verankeren: patiënten krijgen het wettelijk recht om zorg op deze wijze te regelen. Het is aan de staatssecretaris om dit zonder nieuwe kostenoverschrijdingen te realiseren.
CDJA - Interruptie 2011 - nr. 1
In de langdurige zorg mag de staatssecretaris eindelijk wonen en zorg financieel gaan scheiden. Waar dat zinvol is, worden de woonkosten niet meer uit de AWBZ vergoed. Dat komt de keuzevrijheid van zorgvragers ten goede. Voor de uitvoering van de AWBZ worden de zorgverzekeraars verantwoordelijk. Hopelijk krijgt daarnaast of daarbinnen ook het door het CDA en de cliëntenorganisaties bepleite model van persoonsvolgende bekostiging de ruimte. Zo krijgen de zorgvragers zelf het roer in handen. Dat houdt de zorgverzekeraars scherp en is goed voor de kwaliteit en vraaggerichtheid van de zorg.
Wie bewaakt dat de cumulatie van maatregelen niet onrechtvaardig uitwerkt? Nog ingrijpender zijn de overige wijzigingen in de AWBZ. De begeleiding en dagbesteding van veel ouderen en mensen met een beperking worden gedecentraliseerd naar gemeenten. Dat levert voor deze kwetsbare mensen veel onzekerheid op. Zij vragen zich af of zij straks nog hun vertrouwde voorziening kunnen behouden. Mensen met een beperking worden nog door meer maatregelen getroffen. Wanneer zij een lichte verstandelijke beperking hebben verliezen zij alle zorg en begeleiding. Een risicovolle maatregel, aangezien deze mensen veelal weinig CDJA - Interruptie 2011 - nr.1
of geen regie over hun eigen leven hebben en daardoor extra kwetsbaar zijn. Het is niet voor niets zo dat wij onder verslaafden, daklozen en criminelen veel mensen met een licht verstandelijke beperking tegenkomen. Mensen met een beperking kunnen ook nog eens worden getroffen door de maatregelen op het gebied van passend onderwijs, de Wajong en de Sociale Werkvoorziening.
De overheid streeft naar participatie en zelfredzaamheid. Maar wie bewaakt in de noodzakelijke hervormingen dat goedkoop geen duurkoop is, dat de cumulatie van maatregelen niet onrechtvaardig uitwerkt en dat er geen kwetsbare mensen tussen wal en schip vallen? Verkrampt vasthouden aan de letters en de cijfers van het regeerakkoord kan daarop in ieder geval niet het antwoord van CDA-politici zijn. Participatie en zelfredzaamheid van kwetsbare mensen worden niet alleen mogelijk door overheidsingrijpen. Er ligt ook een grote verantwoordelijkheid bij de samenleving, bij bedrijven, instellingen en ons allen persoonlijk. Een verantwoordelijkheid voor de ander, vooral voor de kwetsbare ander. In de hervormingagenda voor de zorg moet ook dat appel klinken. Daarom biedt de hervormingsagenda in de zorg een uitgelezen kans voor een herkenbaar christendemocratisch geluid van bewindslieden en Kamerleden! 15
Foto: Dirk Hol
standplaats Uit het spanningsveld
Uit het spanningsveld
‘Op basis van enkele negatieve verhalen wordt beleid gemaakt’ Over de lastige verhouding tussen politiek, media en zorgpraktijk Door Carel Kauffman en Aline van Veen
Dat er een kloof zit tussen de ideeën van beleidsmakers en de dagelijkse praktijk is niets nieuws. CDA-Kamerlid Sabine Uitslag probeert dit gat te overbruggen door regelmatig op werkbezoek te gaan in het land. Vrijdag 11 maart stond ze met de hakken in de Hengelose modder. Een dag op pad bij woonzorgcentrum TriviumMeulenbeltZorg (TMZ), waar bestuursvoorzitter Peter Weda vol trots en enthousiasme begint met een rondleiding door ‘zijn’ nieuwe, nog in volle aanbouw verkerende, verzorgingstehuis. Het nieuwe TMZ oogt als een modern appartementencomplex. En dat is het in feite ook. Het is zogenaamd ‘waardevast’. Uitslag: ‘Dit gebouw kan door allerlei doelgroepen worden gebruikt. Vroeger stond de bulldozer voor de deur als een verzorgingstehuis niet meer aan de eisen voldeed. Maar dit pand is bijvoorbeeld ook geschikt voor starters. Weda heeft rekening gehouden met verschillende mogelijke invullingen van het gebouw in de toekomst, als het niet meer geschikt is voor de zorg.’ Likken Het Kamerlid heeft veel waardering voor de manier waarop het bestuur van Trivium de samenleving betrekt in het woonzorgcentrum. In het midden van het pand staat een atrium als een ware ontmoetingsplek. Hier zullen de bewoners eten en drinken, maar het is ook een ruimte voor verenigingen en clubs van buitenaf. ‘Zij kunnen hier activiteiten ondernemen en hoeven dus niet hun heil te zoeken in verschillende wijkgebouwen’, aldus Weda. In het zorgcentrum kan men dus letterlijk samen leven, ook met mensen van buiten. Het is een plek voor gezelligheid in het najaar van het leven. En dat is belangrijk, stelt Uitslag. ‘Dat wij nu we jong zijn graag op onszelf willen wonen, zegt niet dat ouderen dat ook willen. Eenzaamheid is een groot monster.’ Voor zichzelf verkiest Uitslag dan ook het oud worden bij een potje bingo boven alleen achter de geraniums zitten. ‘Ik word graag oud op een plek waar andere mensen zijn, waar ik nog een advocaatje kan drinken om
16
het glaasje vervolgens leeg te likken,’ lacht ze. ‘Ik word liever oud op een plek waar het gezellig is.’ Daarom hecht Uitslag ook veel waarde aan de informele zorg. Zoals Weda het beschrijft: ‘Niet meer de stroperige zorg via stichtingen, maar zorg waarin de kracht van de samenleving wordt benut.’ Uitslag beschrijft het vanuit haar eigen achtergrond: ‘Als wijkverpleegster heb ik bij wijze van spreken wel tientallen pleisters verkeerd geplakt. Wanneer ik zag dat iemand eenzaam was, ging ik liever met zo’n persoon praten. Maar daar was ik natuurlijk niet voor, ik kwam voor de zorg en niet voor de gezelligheid.’ De kracht van informele zorg is dat je gezelligheid krijgt van familie en vrijwilligers, naast de zorg van professionals. FC Twente Dit is ook een onderwerp waar Uitslag over komt te spreken met verschillende medewerkers van TMZ. Wanneer de bestuurders de zaal hebben verlaten, branden de verpleegkundigen los. Ze zijn tevreden met de mate van informele zorg in Trivium, waar 1800 mensen werken en 800 vrijwilligers actief zijn. ‘We proberen hier de familie bij het proces te betrekken, we nodigen de familie uit en kijken waarbij ze kunnen helpen.’ Een verpleegkundige van de revalidatieafdeling: ‘Familieleden weten vaak niet dat ze de hele dag op bezoek kunnen komen en dat ze bijvoorbeeld best mee mogen naar therapie. Revaliderende cliënten hoeven ook hun vaste avondje FC Twente niet te missen. Een cliënt kan gewoon worden
CDJA - Interruptie 2011 - nr. 1
opgehaald, naar de wedstrijd gaan en worden teruggebracht. De deur gaat hier niet op slot.’ Maar Sabine Uitslag is er natuurlijk niet om alleen te zien en horen hoe goed het bij Trivium gaat. Ze wil graag weten hoe in het werkveld wordt gedacht over de Haagse regels. De politica is zich bewust van de moeilijkheden die er spelen. Zelf legt ze dat zo uit: ‘Ik zie beleid maken als het beeld van een rechte stok die je in het water steekt, maar waarvan het dan tóch lijkt alsof hij geknikt is. In de Kamer probeert iedereen het beste te bedenken, maar deze goedbedoelde regels leveren in de praktijk soms alleen maar extra werkdruk op.’
opgenomen, en dan moeten ze opeens volgens allerlei maatstaven dingen binnen krijgen. Maar zo werkt het voor deze mensen soms niet meer.’
Papierwerk Instemmend geknik van de verpleegkundigen. ‘Dat we moeten rapporteren over de cliënt is geen probleem,’ stellen ze. Het gaat om al het andere papierwerk waarmee ze van alles aan moeten tonen. ‘Je moet alles schriftelijk vastleggen, maar wij houden liever onze handen aan de cliënten zelf!’ Tip van de Triviummedewerkers: ‘Alle rapportage moet herleid worden naar het zorg-leefplan. Overige rapportage moet beperkt worden.’ Maar dat zal nog niet makkelijk zijn. Uitslag legt uit: ‘Als er een keer een artikel in een krant staat over dat ouderen in de zorg uitdrogen, worden daar meteen vragen over gesteld in de Kamer. Het is eigenlijk jammer dat we ons daarmee bezig houden, we zouden over de grote lijnen moeten denken. Maar zo gaat dat. En dan bedenken wij dat er dus een controlemechanisme moet komen om te kijken of de cliënten wel genoeg vocht binnen krijgen.’ Zo ontstaat dat extra papierwerk dus. En dat is nou precies het hiaat tussen de politiek, met de ideeën, en de personen in het veld. Want zij zeggen: ‘Oudere mensen willen helemaal niet meer drinken, die hebben ook die prikkel vaak niet meer.’ ‘En dat is dan wel cru’, vult iemand aan. ‘Zouden die mensen thuis gebleven zijn, dan waren ze allang overleden. Nu zijn ze bij ons in een zorgcentrum
Negatieve verhalen Van de Kamer wordt intussen natuurlijk wél verwacht dat deze maatregelen neemt na dit soort ‘misstanden’. Het is een lastige spagaat. Uitslag: ‘Zo bepaalt een uitzondering soms het beleid.’ Naast deze consequentie van negatieve media-aandacht, is er ook de steek naar de hardwerkende verplegers. ‘Mijn buurman vertelde dat hij en zijn ongeneeslijk zieke vrouw hadden gekeken naar een hospice, maar ze wilden niet naar het Trivium. Daar hadden ze wel eens slechte verhalen over gehoord, over dat cliënten in hun eigen ontlasting zouden liggen. Dat klopt totaal niet met mijn beeld van hier!’, vertelt een verpleegkundige. ‘Het zijn negatieve verhalen uit de media, soms niet eens waar, die dan het beeld bepalen. Wat mijn buurman toen zei, deed me echt pijn.’ Een verpleger concludeert: ‘De negatieve verhalen blijven altijd langer en beter hangen dan de positieve. En op basis van de enkele negatieve verhalen wordt dan weer beleid gemaakt.’
CDJA - Interruptie 2011 - nr.1
‘Goedbedoelde regels leveren in de praktijk soms alleen maar extra werkdruk op.’ Sabine Uitslag
Aan Sabine Uitslag dus de taak om het positieve verhaal in Den Haag te verwoorden, maar dat zal wel lukken. Uitslag: ‘Jullie doen geweldig werk hier. Ik neem jullie input mee in de debatten.’
17
18
Fotopagina -campagne statenverkiezingen
Bekijk: www.cdja.nl/fotos
CDJA - Interruptie 2011 - nr. 1
CDJA - Interruptie 2011 - nr.1
Fotopagina - campagne en uitslag statenverkiezingen
Bekijk: www.cdja.nl/fotos
19
Foto: Dirk Hol
ingezonden
ingezonden
Preventie vraagt
actieve overheid Door Arjen Joosse
De zorg wordt steeds duurder. Vergrijzing en steeds meer dure behandelingen zetten de budgetten stevig onder druk. Marktwerking of niet, dit valt niet tegen te houden. Dat ziet ook het kabinet in: het voorziet geen bezuinigingen, maar juist meer uitgaven aan zorg dan nu. Hoe kunnen we die zorgkosten in de hand houden? Het antwoord is simpel: zorgen dat we niet ziek worden. Onderzoekers schatten dat 50% van alle gezondheidsproblemen in Nederland te voorkomen is. Hier ligt een enorme potentie tot kostenbesparingen. Vrije val De grootste kansen liggen bij het bevorderen van een gezondere leefstijl: minder roken, minder alcoholgebruik en meer bewegen. In de top 10 van ziekten met de meeste ‘last’ voor de samenleving staan vijf sterk ‘leefstijlgerelateerde’ aandoeningen: hartziekten, beroertes, suikerziekte, longkanker en COPD. Deze ziekten komen steeds meer voor. De stijging gaat zo snel, dat Nederland een vrije val maakt op de ranglijst van de levensverwachting: in steeds meer landen leeft men gemiddeld langer dan wij. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat 27% van de Nederlanders rookt: fors meer dan in de ons omringende landen. Maar ook overgewicht is een toenemend probleem. Het RIVM benadrukt dan ook dat er voor Nederland veel winst valt te behalen met een gezonde leefstijl. Verloren arbeidsjaren Toch wordt vaak gedacht dat preventie weggegooid geld zou zijn. De geschiedenis laat echter zien dat preventieve maatregelen als meer hygiëne, vaccinaties en tegenwoordig ook het rookverbod in de horeca behoren tot de grootste successen van de gezondheidszorg. Maar preventie biedt ons meer dan alleen minder ziekte. Zo wordt 50% van onze verloren arbeidsjaren veroorzaakt door kanker en hartziekten. Het voorkomen van deze ziekten zou dus ook de economie stimuleren: hoe gezonder je leeft, hoe langer je kunt doorwerken. Dit is uiteraard van groot belang als we de pensioenleeftijd willen koppelen aan de levensverwachting. Inmiddels worden we in Nederland gemiddeld 80 jaar oud. Maar we voelen ons maar gezond tot ons 64e levensjaar. Dan zit doorwerken tot je 67e er niet voor iedereen in. Dit geldt vooral voor de lager opgeleide
20
en minder welgestelde Nederlanders: zij voelen zich gemiddeld gezond tot hun 58e. In Europa behoort Nederland hiermee helaas tot de landen met de grootste gezondheidsverschillen tussen arm en rijk. Met name in deze groep valt dus grote winst te behalen met het bevorderen van gezond gedrag.
Als de overheid zich niet bemoeit, doet de markt het wel. Onhoudbaar Als christendemocraten moeten we natuurlijk nog verder kijken dan de economie. Willen wij een schild voor de zwakkeren zijn, dan is het onacceptabel dat de postcode waarin je geboren wordt bepaalt hoe gezond je zult zijn. We willen mensen niet dwingen om gezond te leven, maar mogen ze wel aanspreken op de consequenties van hun ongezond gedrag: we dragen immers als samenleving de last van de vergrijzing en het zorgsysteem. Dit wordt onhoudbaar als we niet gezonder gaan leven. Als rentmeesters zullen wij de toekomstige generaties een gezonde toekomst willen geven. Niet alleen vanwege het geld, maar ook omdat het een morele plicht is van de overheid. Onze grondwet (artikel 22) vat het prima samen: ‘de overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid’. Laatste stap Het huidige kabinet legt echter de nadruk op het individu, ook op het gebied van preventie. De minister heeft aangegeven te willen stoppen met alle ‘betutteling’, over je leefstijl beslis je zelf. Ook
CDJA - Interruptie 2011 - nr. 1
het CDA gaf aan dat op het gebied van gezond gedrag de overheid pas ‘de laatste stap’ is. Deze mooie woorden zijn helaas vooral een legitimatie voor forse bezuinigingen. In het regeerakkoord wordt 50 miljoen gekort op ‘beïnvloeding leefstijl, anti-roken en patiëntenverenigingen’, terwijl er nu slechts 41 miljoen begroot staat voor ‘leefstijlpreventie’. De invulling van deze bezuinigingen is nog onbekend, maar minister Schippers heeft al gemeld alle mediacampagnes te schrappen. Leefstijlpreventie dreigt geheel te worden wegbezuinigd, en dat terwijl we het nu al niet goed doen in vergelijking met onze buurlanden.
McDonald’s doet er alles aan om ons aan een junkfood verslaving te helpen. Stimuleren gezond gedrag Het argument dat we daar in crisistijd geen geld voor hebben is bedenkelijk, aangezien we wel accijnzen heffen op sigaretten en alcohol om ongezond gedrag te ontmoedigen. In 2010 leverde dit 3,6 miljard euro op voor de schatkist. Daar steken de 41 miljoen aan uitgaven schril bij af. Als we deze accijnzen blijven verhogen (zoals het demissionaire kabinet nog deed), zouden we een deel hiervan ook moeten besteden aan het stimuleren van gezond gedrag. 2% Van de accijnzen besteden aan leefstijlpreventie zou al een verdubbeling van het budget betekenen. Dan bestaan de accijnzen niet alleen voor het dichten van het begrotingstekort, maar dienen ze juist hun oorspronkelijke doel.
CDJA - Interruptie 2011 - nr.1
Bemoeienis door de markt Maar wat moeten we dan met dit geld doen? CD(J)A’ers hebben hierin een dilemma: we willen niet meegaan in de maakbaarheidsgedachte dat een hoop verboden, regels en accijnzen de burger automatisch de goede kant op sturen. We moeten echter ook niet meegaan in het individualisme, waarin overheidsbemoeienis resoluut wordt verworpen. Want als de overheid zich niet bemoeit, doet de markt het wel. Sigarettenfabrikanten betalen miljoenen aan supermarkten om hun koopwaar op ooghoogte te zetten. Alcoholreclames spelen in op het onderbewustzijn van jongeren. En McDonald’s doet er alles aan om ons aan een junkfoodverslaving te helpen. Is het dan betutteling als de overheid hier een ander geluid tegenover stelt? Gezond gedrag faciliteren Wat we wél moeten doen is gezond gedrag faciliteren. Dat begint bij het definiëren van ongezond gedrag. Zonder meteen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer te maken kan de overheid wel stellen dat te veel eten, te veel drinken, roken en meeroken ongezond en dus onwenselijk is. We moeten dus niet stoppen, maar juist continu blijven voorlichten, vanaf jonge leeftijd. Daarnaast moet onderzoek blijvend gestimuleerd worden. De wetenschap zal moeten komen met bewezen programma’s om af te vallen of overgewicht te voorkomen, maar hier zijn investeringen voor nodig. Ten slotte moet het CDA zich blijvend inzetten om samenwerking tussen verzekeraars, werkgevers, verkooppunten, het maatschappelijk middenveld en de overheid te bevorderen om samen gezonde keuzes eenvoudiger te maken. Onderzoekers berekenden dat elke euro die in preventieve zorg wordt geïnvesteerd € 2,30 oplevert. Hierbij gaan de kosten wel heel ver voor de baten uit. Daarom is politieke moed nodig. Moed die juist de rentmeesters van Den Haag moeten tonen.
21
Foto: Dirk Hol
recensie
Antropoloog in Nieuwspoort De vierkante kilometer van de ‘Haagse Kaasstolp’ is het jachtterrein van vier verschillende stammen, bij elkaar gehouden door codes, taboes en mythes. Niet veel mensen zullen zo naar het Binnenhof kijken, maar het is Joris Luyendijk gelukt. In september 2010 mocht hij aan de slag als ‘Nieuwspoortrapporteur’.
Verraad Hij begint met een poging de ‘Nieuwspoortcode’ te ontcijferen. Soms betekent de code dat je iets mag melden als journalist, maar dan zonder de bron te noemen. Dit is afhankelijk van de informatie die de politicus geeft, de vertrouwensrelatie en de hints die hij tijdens een gesprek aan de journalist geeft. Schending van de Nieuwspoortcode staat welhaast gelijk aan verraad. Om lid te worden moet men voorgedragen worden door minstens drie leden. Wanneer je je misdraagt beschadig je ook hun aanzien. Deze mentaliteit scheidt de insiders van de outsiders. Zij die binnen zijn houden zich aan de code, zij die buiten zijn kunnen doen wat ze willen, maar zien niet wat er binnen de kaasstolp gebeurt. Beslagen stolp Over de ondoorzichtigheid van de Haagse kaasstolp toont Luyendijk zich het meest verbaasd. Als je binnen bent kun je verstrengeling niet voorkomen. Maar voor een outsider is de stolp zo beslagen dat hij niet ziet wie met elkaar verstrengeld zijn. Het duidelijkst komt dit naar voren in het fenomeen van ‘overstappen’ binnen het Haagse circuit. Journalisten schuiven door naar ‘voorlichting’ en politici naar ‘lobbykantoren’. Zij kennen het spelletje en hebben de benodigde contacten. Luyendijk vertelt dit alles in een licht satirische stijl die getuigt van kinderlijke nieuwsgierigheid en oprechte verontwaardiging. Nieuwsgierigheid naar wat er onder de kaasstolp gebeurt. Verontwaardiging over de gesloten politieke cultuur van Nederland. Een voorbeeld hiervan ziet Luyendijk in het feit dat bewindslieden vrijwel nooit memoires schrijven. Gerrit Zalm en Ed van Thijn deden een poging en hun resultaat werd maar zuinigjes besproken. Joop den Uyl is zonder memoires gestorven, oud-premier Piet de Jong heeft het nog niet ondernomen.
22
De mens:
Marian van Bruggen Naam Marian van Bruggen Leeftijd 17 jaar
Door Carel Kauffman Met 2100 leden is Nieuwspoort dé sociëteit voor journalisten, politici, voorlichters en lobbyisten. Dit zijn de vier stammen die Luyendijk in zijn verslag onder de loep neemt. Als een antropoloog is Luyendijk geïnteresseerd in het gedrag van die stammen.
De mens
Navelstaarderij Ook Luyendijk ontkomt niet aan de code. De meest wonderlijke quotes en spannende anekdotes worden anoniem gebracht. Wel stelt hij vast dat journalisten nogal eens worden geïntimideerd door voorlichters en politici. Verstrengeling is onontkoombaar voor de journalist. Wil je je indrukken verifiëren, dan moet je toegang tot de bronnen hebben. En die bronnen willen daar weer iets voor terug. Luyendijk veroordeelt dit niet zozeer, maar pleit wel voor meer transparantie. Dit is echter een naïeve insteek. Juist het in het duister wheelen en dealen zorgt dat de stammenstructuur werkt. Het resultaat is echter een zekere navelstaarderij tussen de ‘Poorters’. Wat in het nieuws naar buiten komt is vooral in de trant van ‘wie is er vandaag boos op wie?’ Terecht merkt Luyendijk op dat dit zorgt voor een ‘soap-achtige’ verhaallijn in de media over conflicten tussen personages en de nodige cliffhanger: ‘wat zal er morgen gebeuren?’ De bekende deur van de CDA-fractiekamer is een recent voorbeeld. Voor de insiders van Nieuwspoort is dit allemaal interessant en wellicht ook persoonlijk relevant. Voor het publiek geeft het echter een beeld van een ‘hyperig’ Binnenhof. De effecten hiervan kunnen wel eens zorgwekkender zijn dan die van een beslagen stolp.
Opleiding of werk Ik zit in de zesde klas van het Tweetalig VWO en werk in de thuiszorg. Volgend jaar wil ik rechten gaan studeren. Wat zijn je voornaamste activiteiten binnen het CDJA? Ik ben actief in de werkgroep Justitie en Binnenlands Bestuur. Beoefen je een sport? Nee, op dit moment niet. Belangrijkste politieke thema Het opvangen van de vergrijzing. Omschrijf je karakter eens Betrokken, enthousiast en optimistisch. Christendemocratie betekent voor jou: Mensen tot hun recht laten komen door hen verantwoordelijkheden te geven. Grootste voorbeeld: Mensen die zich inzetten voor hun naasten spreken mij erg aan. Churchill of Obama? Churchill
Je bent minister-president, welke actie onderneem je als eerste? Ik zou mensen bewust willen maken van de rijkdom die we in Nederland hebben en ik zou oproepen tot minder geklaag en meer tevredenheid. Van daaruit kunnen we de resterende problemen aanpakken. Wat betekent God voor jou? Hij is Degene Die me altijd in de gaten houdt, me zo nu en dan even stilzet en me zo nodig op het juiste pad brengt. Wat grijpt jou aan? Onrecht en eenzaamheid. Voor onrecht hoef je helaas niet lang te zoeken. Ook eenzaamheid is dichterbij dan we vaak denken. Door mijn baantje in de thuiszorg kom ik soms bij mensen van wie ik hoor dat ik het enige bezoek ben in de week. Dat grijpt mij aan. Welk boek heb je voor het laatst gelezen? ‘Tussen beginsel studie en politieke aktie.’ Een boekje geschreven ter ere van het vijftigjarig jubileum van de ARJA/ARJOS. Met 1000 euro ga je: Zoals het een Nederlander betaamt: sparen. Levensmotto: Heb uw naaste lief als uzelf.
Luyendijk, J.: Je hebt het niet van mij, maar… Een maand aan het Binnenhof. 112 pagina’s, Uitgeverij Podium
CDJA - Interruptie 2011 - nr. 1
CDJA - Interruptie 2011 - nr.1
23
Foto: Dirk Hol
De inspiratie van...
De inspiratie van...
‘Op een gegeven moment krijgt het paard toch dorst.’ Raymond Gradus hoopt dat politici gaan drinken uit de bron van het WI Door Geurt Henk Spruyt en Marijse Neuteboom
In Gradus’ tijd als directeur Financiën op het ministerie van SZW wierp minister Aart-Jan de Geus een balletje op. ‘Raymond, het WI zoekt een directeur. Is dat niet iets voor jou?’ Van het één kwam het ander. Inmiddels is Raymond Gradus (1962) bijna vier jaar directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA. ‘Het is een prima plek voor mij. Beleid en wetenschap vormen een rode draad in mijn leven en die komen hier samen.’
N
a een mooie carrière in de wetenschap en de ambtenarij zette Raymond Gradus de stap naar het WI. Werken voor het CDA, een politieke partij, dat is wel even wat anders. Gradus: ‘Toch voel ik me vooral wetenschapper. Natuurlijk is het interessant om het politieke spel gade te slaan, maar ik hoef echt niet elke dag in Nieuwspoort te zitten.’ Twitter en Hyves zijn niet aan hem besteed. ‘Nee, ik sla dat alles met enige verwondering gade. Het WI zet de lijnen uit naar de toekomst. Wij denken na over een breed scala aan onderwerpen en maken daarover lange-termijn studies. Dan moet je enige distantie hebben van de waan van de dag. Ik hoef niet zo nodig bij Pauw en Witteman te zitten.’ Inhoud De breedte van onderwerpen spreekt Gradus zeer aan. Uit persoonlijke interesse heeft hij zich verdiept in ondermeer sociologie en geschiedenis. Als econometrist vindt hij dat de economie wel wat verbreding kan gebruiken. ‘Dat heb ik als hoogleraar mijn studenten wel proberen mee te geven. Het gaat in de economie niet alleen om efficiency, integendeel. Je moet ook kennis nemen van instituties, je moet belangen zien, de mensen achter de cijfers.’
24
‘De PVV wil het sociale stelsel van de jaren negentig van de vorige eeuw restaureren.’ Volgens Gradus ligt de toekomst van het CDA in de inhoud. ‘Het is onze rol om die inhoud, die gedachtevorming te faciliteren. Daar hebben we de afgelopen jaren hard aan gewerkt. We hebben verschillende studies uitgebracht, over sociaaleconomische onderwerpen, maar ook over bijvoorbeeld integratie en het thema ‘vertrouwen’. Het is vervolgens aan de bewindspersonen en de fractie om het door ons uitgedachte beleid handen en voeten te geven. Ik zeg wel eens: wij kunnen het paard naar de drinkput leiden, maar het paard moet uiteindelijk zelf gaan drinken. Daar kun je hem niet toe dwingen.’ Desgevraagd zegt Gradus dat het soms wel teleurstellend is als er weinig vervolg wordt gegeven aan een WI-rapport. ‘Maar’, zegt hij optimistisch, ‘op een gegeven mo-
Mijn vrouw helpt mij enorm door af en toe op de rem te trappen.’ Ook zijn vader speelt een belangrijke rol in Gradus’ leven. ‘Mijn vader was actief bij de KVP. Ik heb ontzettend veel aan hem te danken. Ik zoek hem nog regelmatig op, ook omdat ik iets terug wil doen voor alles wat hij en mijn moeder voor mij deden.’
ment krijgt het paard toch dorst.’ Het besef dat het CDA het van de inhoud moet hebben is volgens Gradus terug aan het komen. ‘Ook het CDJA speelt daarin een goede rol. De politiek heeft hoe dan ook behoefte aan verdieping en analyses. Wij moeten hen daartoe verleiden.’ Vilein randje Gradus vindt dat het CDA zijn uitgangspunten veel meer expliciet zou moeten uitdragen. ‘We mogen best wat nadrukkelijker aangeven waar de verschillen zitten met bijvoorbeeld de VVD, maar ook met de PVV.’ Fel is hij op de sociaaleconomische agenda van de PVV. ‘Ik heb wel eens iemand horen zeggen dat de samenwerking met de PVV nog zo slecht niet is, vanwege hun ‘sociale’ agenda. Ik bestrijd dat de PVV een sociale agenda voert. De PVV is sociaal met een vilein randje. Wat men daar wil is het sociale stelsel van de jaren negentig van de vorige eeuw restaureren. Dat lijkt nu sociaal, maar is op den duur onhoudbaar. Het CDA moet daar een toekomstgericht verhaal tegenover stellen.’ De discussie over de etiketten ‘christelijksociaal’ en ‘rechts-conservatief’ spreekt Gradus niet aan. ‘Er zijn genoeg mensen die zich christelijk-sociaal noemen, maar
CDJA - Interruptie 2011 - nr. 1
‘De bron van mijn inspiratie? Mijn vrouw natuurlijk.’ toch de arbeidsmarkt of de zorg willen hervormen, iets wat vaak als ‘rechts’ gezien wordt. Ik herken me ook niet in het onderscheid dat de ‘linkerkant’ van de partij tégen samenwerking met de PVV zou zijn, en de ‘rechterkant’ vóór. Dat onderscheid ligt niet zo simpel.’ Teleurstelling Het is een lastige afweging geweest: gaan we een politieke samenwerking aan met de PVV, of niet? ‘Die afweging is gemaakt, het congres heeft gesproken. Ik kan me uiteindelijk vinden in de totstandkoming van dit kabinet. De politieke strategie laat ik over aan de fractie en onze bewindspersonen.’ Gradus heeft er begrip voor dat je bij coalitieonderhandelingen nu eenmaal niet
CDJA - Interruptie 2011 - nr.1
alles kunt binnenhalen. Toch klinkt enige teleurstelling door in wat hij zegt over de hervorming van de arbeidsmarkt. ‘Voor mij staat vast dat we de arbeidsmarkt moeten klaarstomen voor de toekomst. Het is evident dat bij ons past dat we talenten willen benutten en mensen willen laten participeren. Dat vraagt om structurele oplossingen. 800 Miljoen extra besteden aan ouderenzorg is mooi, maar uiteindelijk moet er een structurele manier gevonden worden om meer handen aan het bed te krijgen. Dat is waar ik me mee wil bezighouden.’ ‘Mijn vrouw, natuurlijk’. Dat is, gevraagd naar zijn bron van inspiratie, Gradus’ eerste antwoord. ‘Ik raadpleeg haar vaak. Bovendien ben ik een enorme workaholic.
Ook zijn wetenschappelijke contacten, bijvoorbeeld aan de VU waar hij hoogleraar is, inspireren hem. ‘Ik heb veel contact met christendemocratische denkers, maar ook met mensen die anders denken. Dat scherpt me. Vorige week heb ik een lezing bijgewoond van een katholiek instituut. Dat soort dingen vind ik erg leuk en inspirerend.’ Als katholiek uit Brabant vierde hij in het verleden trouw carnaval. ‘Maar wel altijd op de plek waar ik vandaan kom. Ergens anders carnaval vieren, dat kan ik niet. Dat feest vergt toch dat je ‘terug naar je roots’ gaat.’ Hij zou wel eens wat vaker een verre reis willen maken of een stuk willen gaan wandelen, om tot rust te komen en zijn hoofd leeg te maken. ‘Maar mijn hoofd leegmaken, dat is niet mijn specialiteit. Daar ben ik wel achter.’
25
Foto: Dirk Hol
De moraalridder
Foto: Dirk Hol
Opinie
Langstudeerdersmaatregel is flagrante schending rechtszekerheidsbeginsel ‘De ‘langstudeerdersmaatregel’ is onder studenten het gesprek van de dag. Het verzet is groot. Wie langer dan een jaar extra over zijn bachelor doet, of langer dan een jaar extra over zijn master, moet 3000 euro gaan betalen. Hoe verhoudt deze maatregel zich tot het rechtszekerheidsbeginsel?
D
e bedoeling met de langstudeerdersmaatregel is op zich goed. Het is prima dat studenten worden gestimuleerd om grondig na te denken over hun studiekeuze. Ook is het toe te juichen dat luie studenten harder moeten studeren. Het besef dat onderwijs een voorrecht is en een (financieel) kostbare zaak, is te weinig aanwezig. Waar onze grootouders vaak al op hun viertiende moesten gaan werken, mogen wij lang studeren tegen buitengewoon lage kosten, ook in vergelijking met het buitenland. Ordinaire bezuiniging Dat neemt niet weg dat de langstudeerdersmaatregel van het kabinet slecht onderbouwd is. Allereerst is het gewoon een ordinaire bezuiniging. Maar zo wordt het niet gepresenteerd. De maatregel zou zijn bedoeld om het studierendement van studenten te verbeteren, aldus onderwijsstaatssecretaris Halbe Zijlstra. Daarnaast zijn veel te weinig uitzonderingen opgenomen. Wat te denken van mensen met een technische studie, of studenten die ziek zijn geweest, een bestuursjaar ambiëren of naar het buitenland willen? Hun mogelijkheden worden ernstig beknot. Dit kan funest zijn voor het verenigingsleven in studentensteden en voor het aantal studenten dat in het buitenland gaat studeren. Daarbij komt, dat HBO- en WO-
26
Speciaal onderwijs ten onrechte kind van de rekening instellingen weinig mogelijkheden hebben om langstudeerders te dwingen sneller af te studeren. Nogal wrang is, dat de verhoging van de AOW-leeftijd pas laat wordt ingevoerd en dat de WW, het ontslagrecht en de hele woningmarkt niet hervormd worden. Het kabinet voert geen structurele bezuinigingen uit, maar hanteert slechts de kaasschaaf, onder andere met deze maatregel tegen langstudeerders. Rechtszekerheid Het slechtste punt van deze maatregel is wel de schending van het rechtszekerheidsbeginsel. Gerechtvaardigde verwachtingen worden geschonden. Er is geen overgangsrecht. Vanaf september 2011 wordt de maatregel al ingevoerd. Hoe kunnen we voorkomen dat deze maatregel doorgevoerd wordt? Het CDJA zou inzake deze kwestie een lobby kunnen voeren bij de Eerste Kamerfractie van het CDA. Hopelijk zullen de wijze juristen van de Eerste Kamer aandringen op verbeteringen in het voorstel. Daarnaast is het mogelijk dat de rechter het wetsvoorstel juridisch niet deugdelijk acht. Het voorstel schendt namelijk het rechtszekerheidsbeginsel. In Nederland mag de rechter niet toetsen aan rechtsbeginselen. Dat is zelfs in de Grondwet verboden. Er is
slechts één uitzondering. Als de wetgever in haar wetten de rechtsbeginselen niet heeft meegewogen, heeft de rechter de mogelijkheid vrijer op te treden en mag hij een wet wel aan rechtsbeginselen toetsen. In het wetsvoorstel om langstuderen duurder te maken heeft de wetgever het rechtszekerheidsbeginsel niet meegewogen in haar oordeel.
Het kabinet voert geen structurele bezuinigingen uit, maar hanteert slechts de kaasschaaf. We moeten onze hoop dus stellen op de rechterlijke macht. Het zou kunnen dat de rechter het voorstel onverbindend verklaart, omdat het rechtszekerheidsbeginsel door de wetgever niet is meegewogen in de langstudeerdersmaatregel. En dat, terwijl dit beginsel flagrant geschonden wordt. Maar of de rechter zich hierover zal uitspreken is nog lang niet zeker. Tot die tijd moeten studenten vol aan de bak met de studie!
CDJA - Interruptie 2011 - nr. 1
Ik zit op het speciaal onderwijs wegens een lichamelijke beperking. Het was schrikken toen minister van Bijsterveldt bekend maakte 300 miljoen te gaan bezuinigen op het speciaal onderwijs. Om dat bedrag te halen moet 40 procent van de leerlingen uit het speciaal onderwijs vertrekken. Door Tom Olsman
D
it plan staat lijnrecht op wat er in het regeerakkoord staat. Ik citeer: ‘Nederland heeft de ambitie om te behoren tot de top vijf van kenniseconomieën. Dit vraagt om versterking van de kwaliteit van het onderwijs en bevordering van hogere prestaties’. Door deze bezuinigingen verslapt het onderwijs juist. Ook de 65.000 leerlingen in het speciaal onderwijs moeten opgeleid worden. Ook zij hebben recht op kwalitatief goed onderwijs. Onbegonnen werk Op het regulier onderwijs zijn er niet genoeg middelen om de leerling de aandacht te geven die hij of zij nodig heeft. Daardoor kunnen leerlingen die dat nodig hebben er
CDJA - Interruptie 2011 - nr.1
vaak niet terecht, ook niet als de leraren een extra cursus volgen. We praten over doven, blinden, verstandelijk gehandicapten, chronisch zieken, leerlingen met een ernstige gedragsstoornis, enzovoorts. Deze leerlingen plaatsen tussen 25 andere klasgenoten, met een leraar voor de klas zonder speciale studie en in een gebouw zonder voorzieningen, is onbegonnen werk. Ook de extra cursus die docenten dienen te volgen is veel te veel gevraagd. De baan als docent in het (voortgezet) onderwijs is al niet populair en er is een lerarentekort op de meeste scholen. Op de website van de Rijksoverheid is te lezen dat de komende tien jaar 75% van de leraren zal vertrekken, terwijl er maar weinig bijkomen. ‘De leraren ervaren nu al een hoge werkdruk’, zo staat te lezen op de website van de Rijksoverheid Door de leraren een cursus te laten volgen, maak je hun baan nog onaantrekkelijker. Dit zal het tekort zeker geen goed doen. Staatskas Het speciaal onderwijs heeft een slechte reputatie bij de Nederlandse bevolking. Het zijn ‘maar’ 65.000 leerlingen die van het aangepast onderwijs gebruik maken. Door hierop te bezuinigen pak je maar een kleine groep en blijft de massa tevreden. Je kunt door flink te bezuinigingen op het speciaal onderwijs investeren in het regulier onderwijs, zonder daarvoor geld uit de
staatskas nodig te hebben. Met het oog op de kredietcrisis is dit een zeer effectieve manier van bezuinigingen.
Ook de 65.000 leerlingen in het speciaal onderwijs hebben recht op goed onderwijs. Een argument van het kabinet en een gedeelte van de Nederlandse bevolking voor de bezuinigingen is het feit dat Nederland schuld heeft door de economische crisis en dat die schuld afbetaald moet worden. Maar moet dat echt op deze manier? Een tijdje geleden, toen Balkenende nog onze minister-president was, werd ook al een flinke partij bezuinigd op deze tak van het onderwijs. Ondertussen worden er nog wel tal van wegen aangelegd, vernieuwd en verbreed. Ook het plan om de maximumsnelheid op de autowegen te verhogen naar 130 km/u gaat miljoenen kosten. Dit plan levert vijf minuten tijdwinst op voor de reiziger. Maar de bezuinigingen op het speciaal onderwijs gaan mensenlevens drastisch, op een negatieve manier, veranderen.
27
Foto: Dirk Hol
toekomst cda
Een stap na de klap
Studenten ontwikkelen stappenplan om de klap te boven te komen Twee studenten hebben een stappenplan ontwikkeld dat concrete invulling geeft aan de adviezen van de evaluatiecommissie Frissen. Een commissie, onder leiding van Karsten Klein en ondersteund door de studenten en de Tweede Kamerfractie van het CDA, gaat aan de hand van het stappenplan aan de slag met een hernieuwde visiebepaling op ‘opgroeien en opvoeden’.
cdja standpunten
Door Paul Schenderling
De nieuwe standpunten uit het afgelopen kwartaal Het CDJA heeft weer flink van zich laten horen in de afgelopen drie maanden! Hieronder staat een selectie van de nieuwe standpunten.
Door Jan Pieter van der Schans en Daan de Vries
I
n het evaluatierapport van de commissie Frissen hebben we kunnen lezen dat ‘het CDA onvoldoende heeft geïnvesteerd in de ontwikkeling van een onderscheidend antwoord op de vragen van de 21e eeuw’. Twee studenten van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) hebben zich de afgelopen maanden verdiept in deze‘vragen’ en zijn in samenwerking met de Tweede Kamerfractie van het CDA een onderzoek gestart. Herijkingscommissie Mede naar aanleiding van bovenvermeld citaat hebben de twee studenten via hun bedrijfskundige opleiding een stappenplan ontwikkeld, dat de zorgvuldigheid van de visiebepaling waarborgt. Hierdoor kunnen er antwoorden gevonden worden op vragen van de 21e eeuw. Onder leiding van een vierkoppige commissie zal een pilot gestart worden om de vernieuwde werkwijze voor visiebepaling uit te voeren. Het voorzitterschap van deze ‘herijkingscommissie’ is in handen van Karsten Klein, wethouder Jeugd Welzijn en Sport van gemeente Den Haag. Naast de vier commissieleden zal Mirjam Sterk, Kamerlid voor het CDA, als adviserend lid het proces ondersteunen. De twee studenten zullen geen invloed uitoefenen op het onderzoeksveld, zodat de effectiviteit van het proces goed gemeten kan worden. Dit proces, het zogenoemde stappenplan ‘van herijking naar verrijking’, wordt getypeerd door dialoog en discussie. Dit zorgt voor openheid en transparantie. Versteend De commissie zal zich in de pilot gaan verdiepen in het thema ‘opvoeden en opgroeien’. Om tot een verantwoordelijke samenleving te komen is het noodzakelijk om aandacht te hebben voor de vorming van de toekomstige burgers. Binnen het christendemocratische gedachtegoed is er daarom altijd veel aandacht geweest voor de positie van het gezin en de veilige omgeving waarin kinderen kunnen opgroeien. Op welke wijze kinderen opgroeien is van doorslaggevend belang voor de kansen die ze later hebben als ze zelf volwassen zijn. Een achtjarige jongen die ’s ochtends geen ontbijt krijgt en ’s avonds
28
niet wordt voorgelezen krijgt minder kansen dan zijn klasgenoot die wel met een volle maag in de klas zit en thuis wordt aangemoedigd om zelf te lezen. De kansen die worden onthouden, kunnen op 18-jarige leeftijd het verschil maken tussen een leven als drop-out op de straat of als student op de universiteit. Door middel van hernieuwde visiebepaling op dit beleidsterrein tracht het CDA een onderscheidend antwoord te vinden op één van de vragen van de 21e eeuw. Met een nieuwe aanpak van de commissie wordt ingespeeld op de situatie die de commissie Frissen schetste, namelijk: ‘De cultuur raakte versteend en werd zo niet uitnodigend en aanmoedigend voor zowel de CDA-leden als sympathisanten.’ De inzet van de studenten is om te komen tot een korte notitie ‘opvoeden en opgroeien’. Deze notitie zal dan mogelijk in de vorm van een resolutie op het najaarscongres worden aangeboden aan de leden.
Jan Pieter van der Schans en Daan de Vries studeren aan de Christelijke Hogeschool Ede
CDJA - Interruptie 2011 - nr. 1
Handelsstrategie EU De werkgroep Europa constateert dat multilaterale onderhandelingen over vrijhandel in de WTO steeds stroever verlopen. Het CDJA spreekt daarom uit dat de EU assertief moet optreden in het aangaan van bilaterale handelsverdragen met opkomende economieën in Azië en Afrika.
Duurzaamheidsvisie Een groep CDJA’ers uit de werkgroepen MIR, Europa en Landbouw heeft onder leiding van ondergetekende een duurzaamheidsvisie opgesteld. Het stuk is bedoeld om een unieke derde weg te creëren tussen de étatistische voorstellen van GroenLinks en co. en de neoliberale voorstellen van GroenRechts en co.
Numerus Fixus Geneeskunde De werkgroep VWS stelt het probleem aan de kaak dat er te weinig medisch specialisten zijn, maar dat het moeilijk is om het tekort op te heffen, vanwege de kosten en beperkte capaciteit van de opleidingen. Het CDJA vindt daarom dat het aantal opleidingsplaatsen moet worden uitgebreid en dat de loting vervangen moet worden door decentrale selectie.
Orgaandonatie De werkgroep VWS concludeert op basis van wetenschappelijk onderzoek dat een ‘geen-bezwaarsysteem’ voor orgaandonatie niet leidt tot meer orgaandonoren. Dit heeft er mee te maken dat het merendeel van de orgaandonaties geen toestemming krijgt van de nabestaanden. Daarom vindt het CDJA dat we beter het huidige donorsysteem kunnen handhaven.
Veiligheidsmuur Westelijke Jordaanoever De werkgroep Buitenland merkt op dat er veel problemen zijn rondom de muur die Israëli’s hebben gebouwd op de Westelijke Jordaanoever. Het CDJA spreekt uit dat Israël, in navolging van de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof, moet stoppen met de bouw van de barrière op Palestijns grondgebied. Israël moet de bestaande delen afbreken.
Persvrijheid EU De werkgroep Europa constateert een zorgwekkende achteruitgang van de persvrijheid in de EU, waaronder in Hongarije, Italië en Frankrijk. Daarom spreekt het CDJA uit dat het CDA haar zusterpartijen in de EVP moet aanspreken op hun verantwoordelijkheid.
Blokkade Gazastrook De werkgroep Buitenland vraagt aandacht voor het probleem op de Gazastrook, waar Palestijnen doorgaan met het afvuren van raketten en waar de Israëli’s reageren met een blokkade van de Gazastrook. Het CDJA vindt dat er een gecontroleerde aanvoer moet zijn van hulpgoederen en dat agressie vanuit de Gazastrook krachtig veroordeeld dient te worden. Oostvaardersplassen De werkgroep Landbouw constateert dat er regelmatig consternatie ontstaat als blijkt dat er iets aan de hand is met de populatie grote grazers bij de Oostvaardersplassen. Het CDJA spreekt uit dat bijvoederen ongewenste gevolgen heeft voor het ecologisch evenwicht en dat de populatie grote grazers middels afschot gereguleerd moet worden.
CDJA - Interruptie 2011 - nr.1
Dierrechten Op voorzet van de werkgroep Landbouw heeft het CDJA het standpunt aangenomen dat dierrechten (niet te verwarren met dierenrechten!) afgeschaft kunnen worden, mits de kaderstellende regelgeving op het gebied van mest strikt gehandhaafd wordt. Europees Landbouwbeleid De werkgroep Europa stelt dat het Europees Landbouwbudget niet zomaar teruggedrongen hoeft te worden, maar dat er wel kritisch gekeken moet worden naar de besteding ervan. Het CDJA wil bijvoorbeeld dat het GLB zich sterker moet richten op innovatie en verbreding van activiteiten binnen de agrarische sector.
29
uit de afdeling
CDJA SECRETARIAAT
ALGEMEEN BESTUUR
WERKGROEPEN
bezoekadres Buitenom 18 2512 XA Den Haag
Drenthe Roy Meijer
[email protected]
OC&W Niels Visscher
[email protected]
postadres Postbus 30453 2500 GL Den Haag
Flevoland Wytze Kempenaar
[email protected]
JBB Geurt Henk Spruyt
[email protected]
tel. +31 (0)70 34 24 851 fax +31 (0)70 36 43 417
[email protected]
Fryslân Foppe Harmen Oostenbrug
[email protected]
Buitenland Matthijs Tieleman
[email protected]
secretariaatsmanager Jan-Anton Houweling
[email protected]
Gelderland Mark Buck
[email protected]
Europa Maarten de Vries
[email protected]
Aline van Veen Carel Kauffmann Elias van der Plicht Geurt Henk Spruyt Johannes ten Hoor Leontien Wagenaar Maarten Neuteboom Marijse Klink Martijn Simons Martine Oldhoff
DAGELIJKS BESTUUR
Groningen Derek Bulthuis
[email protected]
SEZ Berend van der Kolk
[email protected]
Limburg Michiel Dijkman
[email protected]
VWS Arjen Joosse
[email protected]
Noord-Brabant Jeroen Bruijns
[email protected]
MIR Kees Stiggelbout
[email protected]
Noord-Holland Joram Verstoep
[email protected]
Landbouw Marco de Mik
[email protected] COMMISSIES
Adviserend lid: Arrie Vis (DB)
Communicatie Arrie Vis +31 (0)6 432 06 781
[email protected]
Overijssel Bart-Jan Gardebroek
[email protected]
COLOFON Interruptie is een uitgave van het CDJA en verschijnt vier keer per jaar onder verantwoordelijkheid van de CDJA-redactiecommissie, bestaande uit:
Sociale Actie CDJA Overijssel
Hoofdredacteur: Gerard Adelaar
Door Bart-Jan Gardebroek
Tijdens de laatste week voor Kerst 2010 vroeg het CDJA Overijssel aandacht voor naastenliefde, omzien naar elkaar en solidariteit tussen generaties. De vijf jongerenkandidaten van het CDA Overijssel gingen in zeven verzorgingstehuizen in verschillende plaatsen voor ouderen een kopje koffie schenken.
De jongerenkandidaten werden hierbij ondersteund door teams van betrokken CDJA’ers. Met deze Sociale Kerstactie werden onze ouderen door de jongeren in het zonnetje gezet! Banketstaaf Ouderen van de Amandelboom en de Vijverhof in Kampen, zorggroep Manna in Enschede, De herfstzon in Goor, Zorgcentrum De Wissel in Zwolle, De Vriezenhof in Vriezenveen en de Bloemendal in Deventer kregen bezoek van CDJA, afdeling Overijssel. In totaal hebben 30 jongeren van CDJA Overijssel verzorgingstehuizen bezocht door de gehele provincie. Elke bewoner van deze verzorgingstehuizen is een banketstaaf bij de koffie en een amaryllisbol aangeboden. Naast deze verassingen maakten de jongeren ook een praatje met de bewoners van de huizen. Met deze actie wil het CDJA ook aandacht vragen voor vrijwilligerswerk (bijvoorbeeld de maatschappelijke stage) en mantelzorg in de samenleving. Het is tevens een oproep, met name aan jongeren, om zich vrijwillig en actief in te zetten voor de maatschappij, in het bijzonder voor ouderen. Stralende gezichten ‘Met deze actie vragen de Jongeren van het CDA aandacht voor solidariteit tussen generaties, het omzien van de jongeren naar de ouderen in de samenleving. Wij mensen zijn verantwoordelijk voor elkaar, we hebben elkaar hard nodig en dit geldt met name voor de kwetsbaren in de samenleving. Als CDA’ers hebben we het dan niet over geld, we hebben het over een helpende hand en het maken van een praatje, kortom het schenken van aandacht. Met deze actie willen we jongeren oproepen zichzelf in te zetten voor het welzijn van ouderen. De stralende gezichten van bewoners hier zijn niet te omschrijven, alleen omdat we wat aandacht aan de mensen schenken. Dit geeft heel veel voldoening’. Aldus Christiaan Schrijver (kandidaat-lid voor de Provinciale Staten). Voorzitter van het CDJA Overijssel, Bart-Jan Gardebroek, kijkt tevreden terug op de actie. ‘Een geweldige inzet van onze leden! En wat een vreugde bij de ouderen. Als politieke jongerenorganisatie hebben we op een mooie manier handen en voeten gegeven aan onze idealen. ‘Wat mij betreft word deze kerstactie een jaarlijks terugkerend fenomeen, in ieder geval in Overijssel.’
30
CDJA - Interruptie 2011 - nr. 1
Foto’s: Dirk Hol Ontwerp en lay-out: Studio Piraat - agency in creativity Den Haag Druk: DeltaHage bv - Den Haag Redactie-adres: 4e Binnenvestgracht 7A 2311 NT Leiden tel. +31 (0)6 48 37 22 94
[email protected] Abonnement: 12,50 euro (4 nrs.) Leden van het CDJA ontvangen Interruptie gratis. Advertentiemogelijkheden op aanvraag. De redactie behoudt zich het recht voor stukken te weigeren, te redigeren of in te korten. Inzending geeft de redactie het recht een bijdrage ook via internet, databank of anders-zins openbaar te maken. Eventuele auteursrechten blijven berusten bij de schrijver.
www.cdja.nl
CDJA - Interruptie 2011 - nr.1
Voorzitter Jeroen van Velzen +31 (0)6 427 99 247
[email protected] Secretaris Rieneke Gosker +31 (0)6 138 36 978
[email protected] Penningmeester Herman van der Bent +31 (0)6 380 89 908
[email protected]
Politiek Paul Schenderling +31 (0)6 416 70 104
[email protected] Organisatie Dominik Lynen +31 (0)6 218 36 427
[email protected] Activiteiten Niels Rutten +31 (0)6 102 46 482
[email protected]
Utrecht Jozef Waanders
[email protected] Zeeland Jeffrey Oudeman
[email protected] Zuid-Holland Ruben Bakker
[email protected]
www.cdja.nl http://twitter.com/ CDJAInterruptie
Vormingscommissie Bart-Jan Heine
[email protected] Redactiecommissie Gerard Adelaar
[email protected] Organisatiecommissie Matthijs Groot
[email protected] Internationaal Secretaris Frank Lambermont
[email protected]
N LEEDREVEN Maak je vrienden lid van het CDJA! W N Jullie ontvangen allebei een (welkomst-)cadeau! Na je aanmelding nemen we contact met je op en sturen we een lidmaatschapformulier. LEDE NIEUW LID:
Het CDJA is een politieke Naam: jongerenorganisatie speciaal voor jongeren die zich Adres: naast hun studie of baan willen met politiek bezig willen houden. Jij bent Woonplaats: natuurlijk al lid, maar je Tel: kent vast wel mensen in jouw eigen omgeving die zich net als jij willen inzet- Email- adres: ten voor de toekomst van jongeren. Als je dit kaartje opstuurt ontvangen jullie Naam: allebei een cadeau. Sta je te discussiëren over wat er Adres: om je heen gebeurt, wacht dan niet langer en maak Woonplaats: ook je vrienden lid van het CDJA. Kijk voor meer inforTel: matie over deze actie op www.cdja.nl Email- adres:
LID:
31
Interview met Hilbrand Visser