Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 27 mei 2015
CONCEPT Plaats Van Aanwezig
: Houten, Bestuurszaal : 19.30 - 22.15.00 uur : Water Natuurlijk : CDA : PvdA : VVD PvdD Algemene Waterpartij Waterschap@inwonersbelangen ChristenUnie SGP Landbouw, Natuur en Economie (Geborgden) : Demissionaire hoogheemraden : : : : : :
Afwezig
G.P. Beugelink, mevrouw H.A. van Dam, G.J.P. Jansen, mevrouw F.J. Leenders, H.A. Rutjes, mevrouw J.A. Otterman J.A.G.W. Droogers, B. de Jong, K.P.T. Valk F.J. van Bork, C.G. Jansen op de Haar, J.G.M. Reerink S. Groenendijk, J.J.M.W. Scherrenberg, mevrouw K. Varenhorst (t/m punt 2), R.D. Woittiez R. van der Kruk, W. van der Steeg, A. Travaille E. Verkaik J.P. Verweij F. van Os H. de Beaufort, C.P. Bruggink, L. de Groot, J.F.C. Kupers, E.C. Merkens J.G.M. Kromwijk, mevrouw E. van der Vorm
: A.E. Jansen (AWP), W. Kooy (LNE), mevrouw T. van Soest (LNE)
Voorzitter : P.J.M. Poelmann (dijkgraaf) Secretaris : Mevrouw J. Goedhart Notulist : P.R.F. Verhoeven
1. Opening De voorzitter opent om 19.37 uur de vergadering van het algemeen bestuur en verzoekt allen te gaan staan. Hij heeft het volgende bericht mee te geven. Vandaag heeft ons het droevige bericht bereikt dat de heer Hugo Harrewijn, bestuurslid en hoogheemraad in de periode 1994 – 1996 op maandag 25 mei jl. op 83-jarige leeftijd te Woudenberg is overleden. Toen de heer Harrewijn toetrad tot het bestuur van de Stichtse Rijnlanden, had hij onder meer als burgemeester van Brakel en later van Woudenberg al een ruime carrière erop zitten in het openbaar bestuur. De Stichtse Rijnlanden heeft in de eerste levensjaren van ons waterschap kunnen profiteren van deze grote bestuurlijke ervaring, juist rond een tweetal fusieprocessen. Daarmee heeft hij ook mede de basis gelegd – met name gelet op het gewicht van zijn financiële portefeuille – dat ons waterschap heeft kunnen uitgroeien tot wat het nu, anno 2015, is. Wij beseffen hierdoor eens te meer dat wij naast de voornemens die wij hebben voor de toekomst en die vanavond aan de orde komen, toch ook beheerders zijn van de bestuurlijke nalatenschap van onze voorgangers zoals Hugo Harrewijn. Wij zijn hem daarvoor dankbaarheid en respect verschuldigd en wij houden zijn naam in ere. Wij wensen zijn kinderen en kleinkinderen vanaf deze plaats veel sterkte toe bij de verwerking van dit grote verlies uit hun midden, en het college verstuurt morgen een condoleancebrief, mede namens u aan de familie. Ik verzoek u staande een moment stilte in acht te nemen. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Kooy, mevrouw Van Soest en de heer A.E. Jansen. De voorzitter merkt op dat de orde van de vergadering anders dan gebruikelijk is. Door de aard van de vergadering van vandaag, de bespreking van het coalitieprogramma, zal de agenda nu punt voor punt worden afgehandeld. Daarna zullen meteen de nodige besluiten genomen worden. Op de agenda is punt 3d. ingevoegd: de vertrekkende hoogheemraden mevrouw Van der Vorm en de heer Kromwijk zullen nog een woord van afscheid spreken. De heer Van der Maat is met vakantie en zal afscheid nemen in de vergadering van het algemeen bestuur op 8 juli 2015. De vergadering gaat akkoord met de agenda, die daarmee is vastgesteld. 2a. Installatie mevrouw K. Varenhorst als lid van het algemeen bestuur De voorzitter vraagt mevrouw Varenhorst naar voren te komen en verzoekt iedereen te gaan staan. Hij leest de verklaring en belofte voor. Ik verklaar dat ik, om tot lid van het algemeen bestuur te worden gekozen of benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, aan niemand enige gift of gunst heb gedaan of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk van iemand enig geschenk of enige
Bestuurszaken / DM 936623
Pagina 1 van 12
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 27 mei 2015
CONCEPT belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van het algemeen bestuur naar eer en geweten zal vervullen. Mevrouw Varenhorst legt de verklaring en belofte staande af met de woorden: Dat verklaar en beloof ik. De voorzitter feliciteert mevrouw Varenhorst met haar benoeming tot lid van het algemeen bestuur. Zij verlaat vervolgens de vergadering. 2b. Installatie duo-commissieleden De voorzitter verzoekt de duo-commissieleden mevrouw E. de Leeuw (AWP), de heer E.W. ten Heuw (CU) en de heer C. Mandersloot (SGP) naar voren te komen en verzoekt iedereen te gaan staan. Hij leest de eed voor. Ik zweer dat ik, om tot duo-commissielid te worden gekozen of benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, aan niemand enige gift of gunst heb gedaan of beloofd. Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk van iemand enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als duo-commissielid naar eer en geweten zal vervullen. De heer Ten Heuw en de heer Mandersloot leggen de eed af met de woorden: Zo waarlijk helpe mij God almachtig. De voorzitter leest de verklaring en belofte voor. Ik verklaar dat ik, om tot duo-commissielid te worden gekozen of benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, aan niemand enige gift of gunst heb gedaan of beloofd. Ik verklaar dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk van iemand enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als duo-commissielid naar eer en geweten zal vervullen. Mevrouw De Leeuw legt de verklaring en belofte staande af met de woorden: Dat verklaar en beloof ik. De voorzitter feliciteert mevrouw De Leeuw, de heer Ten Heuw en de heer Mandersloot met hun benoeming tot lid van het algemeen bestuur. 3a. Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 25 maart 2015 Er zijn geen opmerkingen. De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. 3b. Verkorte besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 25 maart 2015 De verkorte besluitenlijst wordt voor kennisgeving aangenomen. De heer Verweij (CU) ziet dat naar aanleiding van een vraag van de heer W. de Beaufort een nieuw actiepunt 302: ‘Evaluatie proces Rekenkamercommissie’ is toegevoegd. Hij vraagt of dat punt meegenomen kan worden, als de toelichting stand van zaken Rekenkamercommissie ter sprake komt. De secretaris zegt dat toe. 3c. Notulen installatievergadering algemeen bestuur d.d. 26 maart 2015 Er zijn geen opmerkingen. De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. 3d. Woord van afscheid vertrekkende hoogheemraden De voorzitter vraagt aan mevrouw Van der Vorm het woord tot de vergadering te richten. Mevrouw Van der Vorm zegt dat ze in 2003 begonnen is als lid van het algemeen bestuur en eind februari 2013 door dat bestuur tot lid van het college werd benoemd. Het bestuurswerk heeft ze altijd met veel plezier gedaan; vooral de jaren in het college waren boeiende jaren. Ze wil stilstaan bij een paar markante zaken uit haar portefeuille. Van haar grootste klus, de nieuwbouw van de rwzi Utrecht, is de besluitvorming afgerond na een intensieve samenwerking tussen projectdirectie, college en algemeen bestuur. Het bestuur had daarbij duidelijke financiële en inhoudelijke kaders meegegeven aan het college. Dit jaar volgt de aanbesteding en volgens planning staat er in 2019 een nieuwe rwzi. Het bestuur zal regelmatig worden geïnformeerd over de vorderingen. Een ander dossier is de nieuwe Keur. Het bestuur heeft besloten de grondslag van de Keur te veranderen: van ‘nee tenzij’ naar ‘ja mits’. Hierdoor wordt overbodige vergunningverlening voorkomen en wordt geanticipeerd op het gedachtegoed van de nieuwe Omgevingswet. Ook over dit project komt regelmatig informatie. Begin volgend jaar zal de nieuwe Keur ter besluitvorming worden voorgelegd. De samenwerking met gemeenten in Winnet heeft al geleid tot een gezamenlijke organisatie van gemeenten en waterschap. Er is vorig jaar een gezamenlijke financiële besparingsambitie afgesproken. Stichtse Rijnlanden verwacht dat de kosten van het zuiveringsbeheer tussen 2010 en 2020 structureel ruim 6 miljoen euro per jaar minder zullen stijgen. Zuiveringsbeheer is daarom vanaf dit jaar een resultaatverantwoordelijke eenheid binnen de
Bestuurszaken / DM 936623
Pagina 2 van 12
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 27 mei 2015
CONCEPT organisatie geworden. Ook is besloten om het reguliere groot onderhoud in een GOP onder te brengen. Als efficiency-impuls heeft het bestuur voor de uitvoering van dit GOP 10% minder krediet verleend dan op grond van de vervanging na afloop van de afschrijvingstermijnen is berekend. In bestuursrapportages wordt het bestuur op de hoogte gehouden van voortgang en resultaten. Vanuit Winnet ontstaan ook andere mooie initiatieven, zoals een gezamenlijk maaibestek met Nieuwegein. Eén keer langs bij de inwoners en één loket waar men terecht kan met vragen. Dat is logisch naar de burger toe en naar verwachting ook efficiënter. Hier liggen kansen om ook met andere gemeenten meer te gaan samenwerken in de uitvoering. Met Utrecht lopen die gesprekken al. Een andere nieuwe ontwikkeling: het waterschap is ingegaan op de wens van de gemeente Lopik om het rioolbeheer over te nemen. Recent is hierover een bestuurlijke afspraak gemaakt. Wat dit betekent in de praktijk, daar wordt samen over nagedacht. En dan Aquon, waar de inbreng van de waterschappen zo verschillend is. Inmiddels is gebleken dat vooral de waterschappen die personeel hebben ingebracht, veel minder werk naar Aquon brengen dan zij hadden gezegd. Door overcapaciteit is reorganiseren noodzakelijk geworden. In de tweede helft van het jaar krijgt het bestuur de keuze voorgelegd door te gaan met Aquon of eruit te stappen. Zo speelt er het nodige waarmee het bestuur de komende tijd mee in aanraking zal komen en waarover het besluiten moet nemen of waaraan het richting moet geven. Tot slot wil mevrouw Van der Vorm memoreren dat het voor haar als hoogheemraad belangrijk was om te werken vanuit het beleid en het gedachtegoed dat het algemeen bestuur aan het college meegeeft. Samen ben je het bestuur en samen geef je invulling aan het werk van het waterschap. Zij waardeert het daarom enorm dat ze in de afgelopen jaren heeft mogen voelen dat het vertrouwen in haar is gebleven. Dat ervoer ze als een ondersteuning. Daarvoor wil zij het algemeen bestuur hartelijk bedanken. Ze wenst het bestuur toe dat het ook in de komende bestuursperiode zal werken in goede harmonie en vanuit vertrouwen in elkaar. Dan wordt het ongetwijfeld een periode met mooie resultaten. Zij wenst de bestuursleden daarbij veel inspiratie en succes. De voorzitter dankt mevrouw Van der Vorm voor haar woorden. Hij zal zorgen dat haar verhaal ook terecht komt bij de voormalige leden van het bestuur. Hij nodigt nu de heer Kromwijk uit enige woorden te spreken. De heer Kromwijk noemt zichzelf een man met pijn in het hart, omdat hij de functie die hem op het lijf geschreven was, moet beëindigen. Tegelijkertijd is hij ook gelukkig, omdat hij in de wetenschap verkeert dat hij de functie die hij bekleed heeft, aankon en omdat hij het gevoel heeft dat zijn werk gewaardeerd werd. Hij wil nu iets kwijt over de twee portefeuilles die hij beheerde. Ten eerste was dat de portefeuille Financiën. Hij heeft nog de laatste jaarrekening, voorjaarsnota en burap meegemaakt, en de eerste begrotingswijziging mogen voorbereiden; hij wenst sterkte toe met de behandeling daarvan. Uit die stukken blijkt wel dat het waterschap er financieel stevig voor staat. Duidelijk verbeterd is de presentatie, en discussies in het bestuur over geld zijn voornamelijk beperkt tot jaarrekening, voorjaarsnota en burap. Zo kan het bestuur veel meer op die punten sturen. Stichtse Rijnlanden heeft uitgaven, verbonden met de baggerproblematiek en het hoogwaterbeschermingsplan, nu betaald en de kosten niet naar de toekomst verschoven. Aan die betaling is tegelijk ook een bezuinigingsopgave gehangen en de organisatie is in staat geweest die opgave ook te realiseren. Dat kan het bestuur teruglezen in de komende jaarrekening. Het waterschap heeft enkele grote projecten in het vooruitzicht, waaronder de bouw van de rwzi Utrecht. Het heeft al ervaring opgedaan hoe dat aan te pakken en de organisatie heeft zich voorbereid op dergelijke grote projecten en het beheersen van de kosten: overschrijdingen van 10 à 20% zijn niet te tolereren. Is de heer Kromwijk tevreden over de financiën, bij het veenweidegebied heeft hij het gevoel nog niet klaar te zijn. Hij had daar nog een tijdje door willen gaan. Kostenreductie in het veenweidegebied is heel moeilijk. De grootste zorg is eerder geen kostentoename te krijgen in de toekomst. Daartegen moet het waterschap zich wapenen. Daarom wil hij met het bestuur delen hoe hij daar nu tegenaan kijkt. Wat de grond betreft, is het veenweidegebied bedekt met grasland en de economische drager van het gebied is veeteelt. Dat zal de komende jaren nog zo blijven, zoals ook uit onderzoek van waterschap en de provincies Utrecht en Zuid-Holland bleek: de veeteelt heeft nog zeker enkele eeuwen toekomst. Er zijn wel plekken waar het wél moeilijk wordt: de zogenoemde knikpuntgebieden. Voor die gebieden moet aangepast beleid komen met alternatieven voor de veehouderij. In het algemeen echter is grasland, en daarmee veehouderij, in het veenweidegebied een toekomstbestendig iets. Alleen zal de verantwoordelijkheid voor de bodemdaling ook bij de grondeigenaren moeten komen te liggen. Die zijn nog onvoldoende verantwoordelijk voor de bestaande bodemdaling. Vooral de ongelijkmatige zetting in die gebieden, mede veroorzaakt door onderbemaling, moet stoppen. Dat kan goed met onderwaterdrainage in plaats van onderbemaling: onderbemaling eruit,
Bestuurszaken / DM 936623
Pagina 3 van 12
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 27 mei 2015
CONCEPT onderwaterdrainage erin! Wat de bebouwing betreft, is die van het veenweidegebied kostbaar, niet alleen voor het waterschap, maar vooral ook voor de gemeenten, met alle infrastructuur die naar de bebouwing toe moet, en die ook onderhouden moet worden. Die kosten moeten omlaag. Gemeenten hebben waterschappen en provincies gevraagd toe te treden tot het platform Slappe Bodem, zodat de drie overheidslagen gezamenlijk de problematiek van de bebouwing in het veenweidegebied kunnen aanpakken. De heer Kromwijk is daarom een warm voorstander van aansluiting bij het platform. De lintbebouwing in het gebied zorgt voor de grootste kosten. In de afgelopen periode is het beleid voor de collectieve hoogwatervoorzieningen aan de orde geweest, maar er is meer: de afgelopen honderd jaar is de bebouwing in de linten almaar toegenomen. De vraag is of het ruimte-voor-ruimtebeleid in het veenweidegebied wel het meest ideale is. Ook is het de vraag wat te doen met leegkomende agrarische bebouwing: opnieuw bestemmen of wegsaneren? En wat met bouwvallige panden? Gaat de overheid daar geld in steken door op te kopen of laat ze die aan de markt over, die zorgt dat ze weer opgeknapt worden? Dat zijn zaken waarover de drie overheden in het platform moeten praten, over hoe ze de bebouwingsdruk in de linten naar beneden kunnen krijgen. Op termijn moet die bebouwing minder worden. De heer Kromwijk vertrekt dus met pijn in het hart, maar ook als een gelukkig mens. Hij wil de Stichtse Rijnlanden bedanken voor de tijd dat hij als algemeen en dagelijks bestuurslid heeft mogen opereren. De voorzitter overhandigt aan beide hoogheemraden een bloemetje en doet hun uitgeleide. Hij schorst de vergadering om 20.07 uur voor acht minuten. 4.
Bespreking resultaat coalitie-onderhandelingen
De voorzitter heropent de vergadering. Hij constateert dat de heer Beugelink zijn zetel heeft verlaten, omdat zijn termijn als hoogheemraad nu ten einde is. Nu volgt de bespreking van het resultaat van de coalitieonderhandelingen, een punt dat de heer Beugelink als leider van de grootste gekozen fractie per brief heeft aangedragen. Eerst zal de heer Beugelink de essentie van het coalitieakkoord bespreken; daarna zullen de voorzitters van de coalitiefracties aan het woord komen; ten slotte wordt het algemeen bestuur in de gelegenheid gesteld het akkoord te bespreken. Navraag bij de fractievoorzitters leerde de voorzitter dat die het met deze procedure eens waren. De heer Beugelink wijst erop dat de definitieve versie van het Coalitieakkoord 2015 – 2019 weinig verschilt van de versie die de fractievoorzitters en -leiders op 29 april hebben gezien. De opmerkingen toen waren geen aanleiding tot fundamentele aanpassingen. De ronde van informateur Wiebosch langs de verschillende fracties heeft geleid tot een advies om een coalitie te vormen tussen WN, CDA, PvdA en LNE (de geborgden). Vanaf 1 april is in formele gesprekken, bij ontmoetingen in de wandelgangen en via telefoontjes een akkoord gesmeed dat op 22 april door de coalitiegenoten is ondertekend. De afgelopen bestuursperiode was best heftig. Na een moeizame start in 2009, gepaard gaande met scherpe verhoudingen tussen coalitie en oppositie, was er eind 2013 naar aanleiding van een tekort van zes miljoen euro een meer dan stevige bestuurscrisis, die de verhouding tussen coalitie en oppositie nog verder op scherp zette en in het ambtelijk apparaat een schokgolf teweegbracht. Het externe onderzoek Bouwen aan vertrouwen legde de vinger op de zere plek. Het gevolg was dat een aantal mensen afscheid hebben moeten nemen. Dat heeft pijn gedaan. Ook de heer Beugelink moet bekennen dat hij in die tijd erover dacht met het werk te stoppen. Aan de andere kant was die crisis onontkoombaar en misschien zelfs noodzakelijk om het nodige te kunnen veranderen. Zo veranderde de manier van werken in het waterschap van top-down naar bottom-up, samen met de ingelanden, zakelijk en kostenbewust. De bestuurlijke omgangsvormen veranderden: het bestuur zet de kaders en het college voert uit, op basis van wederzijds vertrouwen. Ook veranderde de aansturing van het ambtelijk apparaat; er kwam een talentontwikkelingsprogramma; het zelfvertrouwen keerde terug. Dit heeft alles te maken met het coalitieakkoord: twee jaar na de crisis is duidelijk dat de veranderingen beginnen te beklijven. Zo is anders dan vroeger de Begroting 2015 vrijwel unaniem aangenomen. Zelfs de heer Woittiez was redelijk blij dat de begroting erin slaagt de kosten te beheersen. Dat geeft in elk geval aan dat het vorige college op het goede spoor zat. Er was zelfs geld beschikbaar voor nieuw beleid, zij het dat de ICT-crisis van najaar 2014 weer extra geld kostte. Kortom: de door het vorige college ingezette lijn was goed en geeft de coalitiepartners geen aanleiding tot koerswijzigingen. Als samenvatting van het akkoord kan de heer Beugelink zeggen dat de coalitie de goede dingen zal blijven doen. Hij hoopt dat het bestuur daar ook zo naar kijkt en mee helpt bouwen aan een open, toekomstbestendige organisatie die duurzaamheid nastreeft en een open communicatie onderhoudt met burgers en andere betrokkenen. Hij heeft er vertrouwen in dat bestuur en college die weg samen kunnen bewandelen. Dat
Bestuurszaken / DM 936623
Pagina 4 van 12
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 27 mei 2015
CONCEPT vertrouwen zal nog groter worden als allen het belang van een zorgvuldige besluitvorming op de inhoud en een streven naar consensus erkennen en in ere houden. De voorzitter geeft de voorzitters van de vier coalitiepartners de gelegenheid om kort het woord te voeren. Mevrouw Leenders (WN) zegt dat haar fractie zich in zal zetten voor het coalitieakkoord en de goede dingen wil blijven doen en die ook goed doen, samen met bestuur, organisatie, ingelanden en andere overheden en organisaties. Er zijn in het akkoord goede afspraken gemaakt over veiligheid, gezond en schoon water, stimulering van water in de stad, herstel van de natuur en respect voor het landschap, cultuurhistorie, het scheppen van recreatiemogelijkheden op en langs het water, een degelijk financieel beleid en toewerken naar een eerlijke kostenverdeling. De dingen goed doen houdt in: ze duurzaam doen. Het begrip duurzaamheid invulling geven heeft te maken met waar het waterschap voor staat: op lange termijn mogelijk maken om in dit deltagebied te kunnen blijven wonen, werken en recreëren, en wel zo dat de gevolgen van handelen niet worden afgeschoven op latere generaties. Die kwaliteit van leven staat op de lange termijn onder druk (zeespiegelstijging, klimaatverandering, verdroging, wateroverlast, bodemdaling, verzilting, vervuiling van het oppervlaktewater). Daarnaast heeft het waterschap afspraken met de overheid, bijvoorbeeld over het energieakkoord, de uitvoering van sociale afspraken en behoud en herstel van de natuur. Duurzaamheid is daarbij de basis, het principe dat bij al het handelen leidend zou moeten zijn. Water Natuurlijk ziet kansen, bijvoorbeeld voor het verduurzamen van de afvalwaterzuivering (voor 80% verantwoordelijk voor het energieverbruik). Daar is besparing direct van invloed op de kosten en op de heffingen voor de burger. Energie- en grondstoffenfabriek zijn goede concepten, die WN verder wil ontwikkelen. Dat vraagt een andere manier van denken over investeringen en soms een andere rekenmethodiek, innovatie en vooral wilsvorming van het hele bestuur voor een energieneutraal waterschap en een waterzuivering die energie levert in plaats van gebruikt, hergebruik van afvalstoffen, energiebesparing in de gebouwen van het waterschap en maatschappelijk verantwoord handelen van de eigen organisatie. Niet alles kan tegelijk; daarom zijn gerichte keuzes nodig en concrete doelstellingen. WN zal een dergelijke verandering in het denken ondersteunen. De heer De Valk (CDA) verzekert dat zijn fractie het coalitieakkoord van harte steunt. Met dit akkoord wordt de ingeslagen opbouwende koers verder versterkt. Belangrijk daarbij is goed rentmeesterschap: niet alleen het op verantwoorde en duurzame wijze omgaan met het geld en belangen van ingezetenen, maar ook het besef samen verantwoordelijk te zijn voor het beheer en gebruik van de samenleving en van de omgeving. Het CDA ondersteunt het verder bouwen aan bewustwording bij de inwoners en dat is nodig, gelet op de problemen waarvoor het waterschap zich de komende jaren gesteld ziet. Negatieve klimaateffecten manifesteren zich al op verschillende wijzen. Dat maakt samenwerking met andere overheden nog belangrijker. Het waterschap speelt als bewaker van veiligheid en als leverancier van voldoende en schoon water een belangrijke rol. Waar veel belangen een rol spelen, is transparantie van bestuur een noodzakelijke voorwaarde. Daarom staat zijn fractie een open en transparante organisatie voor: voor ieder moet zichtbaar zijn waaraan het geld wordt uitgegeven. De Stichtse Rijnlanden heeft een brede blik nodig, waarbij de samenwerking met andere partijen leidend is en de samenleving ziet waaraan het waterschap werkt. Hij hoopt samen met coalitie- en oppositiepartijen tot breed gedragen besluiten te komen. Het gesloten coalitieakkoord biedt hiervoor goede handvatten. Hij hoopt een plezierige, maar kritische bestuursperiode tegemoet te gaan, gekenmerkt door een constructieve houding en bereidheid tot samenwerking. De heer Reerink (PvdA) wil allereerst de informateur bedanken, evenals de ambtelijke ondersteuning door Ingrid de Vries en Martijn Jongens. Er is een mooi akkoord uitgekomen. Ook spreekt hij zijn tevredenheid uit over de gevolgde procedure. Hij hoopt dat veel bestuursleden zich in het akkoord kunnen vinden en hij is benieuwd naar het werkprogramma dat het college gaat maken. Het verkiezingsprogramma van de PvdA laat zich samenvatten in het motto: “Een rood gezicht, een groen karakter en een blauwe aanpak in het waterschap.” Rood, want het wil de mogelijkheid tot kwijtschelding handhaven en het gaat ervan uit dat de sterkste schouders de zwaarste lasten horen te dragen. Zo blijven internationale solidariteit en social return bewaard. Groen, want duurzaamheid in de natuurwaarden blijft voorop; innovatieve technieken maken een duurzame werkwijze mogelijk, zoals te volgen is bij de nieuwbouw van de rwzi in Utrecht. Bij blauwe aanpak denkt hij aan het stedelijk waterbeheer. Dat mag best een boost krijgen. De stadsbewoner moet vanuit de hoogbouw naar buiten kunnen gaan en fietsen en wandelen over de kades en oevers. Ze moeten kunnen genieten van de monumenten en het cultuurgoed. Kinderen moeten langs en in het water kunnen spelen. Communicatie (= tweerichtingsverkeer) liet wel eens te wensen over, maar daar zit verbetering in. Zijn fractie zal blijven hameren op het belang daarvan en op een goede samenwerking met derden. Open staan voor de burger betekent ook duidelijkheid: dus ook handhaving en het uitgangspunt dat de vervuiler betaalt. De PvdA is dus voor een brede aanpak, waarbij kwaliteit van leven belangrijker is dan het besparen op de laatste euro en de burger ook van en
Bestuurszaken / DM 936623
Pagina 5 van 12
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 27 mei 2015
CONCEPT aan het water kan genieten. Met enige tevredenheid ziet hij dat terug in het coalitieakkoord. Hij wil de doelen bereiken in eensgezindheid met de andere bestuursleden. De cultuur van het open debat biedt daartoe de beste voorwaarden. De heer De Beaufort (LNE) herinnert eraan dat WN als grootste gekozen politieke partij het initiatief tot coalitieoverleg heeft genomen. Na inventarisatie heeft mevrouw Wiebosch een richting aangegeven om tot resultaat te komen. Niet iedere fractie was het daarmee eens, maar de LNE heeft wel meegewerkt. Alle drie geborgde partijen ontdekten namelijk verbaasd dat zij achter de gekozen speerpunten konden staan en die konden uitdragen. De uitkomsten van het coalitieoverleg zijn al door de vorige sprekers toegelicht. Wel wil hij even memoreren dat de onderliggende belangen van de drie groepen geborgden niet zomaar door deze fractiebundeling zijn komen te vervallen. Dat kan betekenen dat fractieleden van de geborgden hun nuanceringen en zelfs stemverklaringen mogen afgeven, zonder dat het gezamenlijk realiseren van de inhoud van het coalitieakkoord onder druk komt te staan. De fractie wil bij de voorbereiding van besluiten zelfs streven naar een breder draagvlak dan alleen de coalitie. Ze hoopt daarop ook te mogen rekenen, in het vertrouwen dat bij het vormgeven aan het collegebeleid de nadruk wordt gelegd op collegiaal uitvoeren van het beleid. De fractie is er ook van overtuigd dat goed luisteren naar het brede meningenbouquet tot een goed geheel van besluiten zal leiden, in het belang van het waterschap. Daar worden De Stichtse Rijnlanden en alle inwoners alleen maar beter van. De voorzitter geeft de overige fracties de gelegenheid te reageren op het akkoord. Eerste termijn De heer Woittiez (VVD) laat weten dat zijn fractie het coalitieakkoord als zodanig niet zal steunen, maar wel elk voorstel van het college op zijn merites zal bekijken vanuit een liberale invalshoek. Hij feliciteert WN en PvdA, omdat zij erin geslaagd zijn het linkse rupsje-nooit-genoeggehalte in het akkoord neer te laten slaan. Heerlijk om oppositie tegen te voeren. Hij heeft vijf punten in te brengen. Het lijkt erop dat nieuw beleid gaat leiden tot tariefsverhoging, terwijl de VVD bij nieuw beleid voor oud beleid liever uitgaat van handhaving van de nullijn. Hij vraagt zich af hoe de ondernemers in LNE daarop gaan reageren. Hij feliciteert de heer Reerink met het klassieke inkomensbeleid in het akkoord, met kwijtscheldingsparagraaf en al. Hij vraagt LNE hoe dat inkomensbeleid valt uit te leggen en aan de heer Reerink of het blauw staat voor nuchterheid en goed naar de cijfers kijken. Hij heeft begrepen dat zoiets niet bedoeld werd. In het akkoord doet het woord ‘pionieren’ onder het kopje ‘innovatie’ de VVD-fractie schrikken. Hij meent dat het woord ‘pionieren’ eerder hoort bij ondernemers dan bij het experimenteren en pionieren met het geld van de belastingbetaler. Hij heeft hierover graag een nadere uitleg. Zijn fractie zal instemmen met de voorgenomen tijdsbesteding van de collegeleden. De twee jaar na de crisis hebben die zich al meer ingezet, wat al geleid heeft tot een sterker bestuur en goed onderbouwde voorstellen. Als dat wordt voortgezet, heeft iedereen daar baat bij. De fractie complimenteert ook de heer Kromwijk, die een zorgvuldige afweging heeft gemaakt ten aanzien van mogelijke belangenverstrengeling. De heer Woittiez vraagt de dijkgraaf of voor alle toetredende hoogheemraden even scherp gekoerst is op hun nevenfuncties, als de heer Kromwijk voor zichzelf de koers bepaald heeft. De heer Van der Steeg (PvdD) maakt de heer Beugelink een compliment voor zijn open en persoonlijke bijdrage. De uitspraak van de heer Reerink: “Kwaliteit van leven is belangrijker dan besparen op de laatste euro” zal hij vier jaar lang onthouden. Verder feliciteert hij de vier coalitiepartijen. Omdat het huidige akkoord nauwelijks afwijkt van het definitieve concept, verwijst hij voor zijn commentaar naar zijn bijdrage op 29 april. Ook de PvdD onderschrijft het coalitieakkoord niet en zal ad hoc bepalen waaraan ze haar steun zal geven. Het akkoord is op hoofdlijnen en veel moet nog ingevuld worden. Dat heeft als nadeel dat het algemeen bestuur weinig aangrijpingspunten heeft voor zijn controlerende taak. Het voordeel is dat er ruimte is om constructief mee te denken. Idealiter ziet hij een dualistische dynamiek ontstaan in een verder monistisch systeem. Wat de inhoud betreft, vindt de PvdD dat er over ecologie en dierenwelzijn weinig verteld wordt in het akkoord. Voor een duurzame toekomst is bronaanpak noodzakelijk en daarover staat niets. Positief zijn de aandacht voor innovatie, een energieneutraal waterschap, maatschappelijk verantwoord ondernemen, vergroting van het waterbewustzijn door middel van educatie op scholen en levendige boerensloten. “Peil volgt functie” had niet gehoeven, maar positief is het overnemen van de suggestie om naast het belonen van goed gedrag ook het belasten van slecht gedrag te benadrukken. Het collegeakkoord is een visiestuk, dat wel concrete doelen mist en gericht is op samenwerking (eigenlijk een middel om doelen, bijvoorbeeld KRW-doelen, te bereiken). Welke doelen zullen bereikt zijn in 2019? De coalitie was geen verrassing; de partijen waren vanaf het begin naar elkaar op zoek. De PvdD is wel benieuwd of het college de samenwerking met het bestuur echt gaat zoeken.
Bestuurszaken / DM 936623
Pagina 6 van 12
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 27 mei 2015
CONCEPT De portefeuilleverdeling is – verbazingwekkend genoeg – nog niet bekend, het akkoord kent slechts hoofdlijnen en is zonder concrete doelen en ambities. De heer Van der Steeg zou graag weten wie op welke plaats terecht zal komen. Waarom moet dat zo lang duren? De heer Verkaik (W@i) feliciteert de coalitie. Het programma is wel erg algemeen, met mooie en duurzame termen, en lijkt eerder op een verkiezingsfolder of een beschrijving van een waterschap. Jammer dat het niet concreter is. Moet, waar gesproken wordt van ‘aanvoerroute’, niet eerder gesproken worden van ‘doorvoerroute’? Een programma op hoofdlijnen, dat later verder wordt uitgewerkt, is op verschillende manieren te interpreteren. De heer Verkaik denkt dat met de uitwerking ook de verschillen van inzicht duidelijk worden. Er wordt ook veel gezegd over overleg; overleg met instellingen heeft pas zin, als het doel van overleg bekend is, maar dat ziet hij onvoldoende. In plaats van “de goede dingen blijven doen”, ziet hij meer in het “de goede dingen gaan doen.” De heer Verweij (CU) sluit zich aan bij de opmerkingen van de heren Van der Steeg en Verkaik over de algemeenheid van het coalitieprogramma. Hij krijgt een warm gevoel als mevrouw Leenders spreekt over duurzaamheid, de heer Valk over rentmeesterschap en de brede blik, de heer Reerink over de sterkste schouders en het maatschappelijk verantwoord ondernemen en de heer De Beaufort over de open discussie in het algemeen bestuur en het zoeken naar draagvlak bij alle belanghebbenden. Er zijn nog meer punten waarin de CU zich kan herkennen, zoals meer aandacht voor het stedelijk waterbeheer, het recreatief medegebruik en de eerlijke kostenverdeling. Maar de vraag is wel welke ambities het college heeft: alleen op de winkel passen of concreet realiseren van bepaalde zaken? Hij is daarom nieuwsgierig naar het concrete werkprogramma en hij hoopt dat het college dat binnen afzienbare termijn met het bestuur wil bespreken. Hij ondersteunt de VVD als die vraagt naar de kostenbeheersing en is benieuwd welke plussen het college voor ogen heeft, als het gaat over de geïndexeerde nullijn+. Welke concrete projecten ziet het nieuwe college bij klimaatontwikkeling, wateroverlast en duurzaamheid? Hij ziet, net als de VVD, graag een college dat de tijd heeft om de dagelijkse bestuurstaken goed uit te voeren. Tot slot: zijn partij zal alle voorstellen constructief en positief-kritisch tegemoet treden en, waar nodig, ook zelf voorstellen doen. De heer Van Os (SGP) spreekt van een degelijk coalitieakkoord. Hem is opgevallen dat de fractievoorzitters van de coalitiepartijen het akkoord met verve hebben zitten verdedigen. Het betekent wel dat de oppositiepartijen erop zullen toezien dat daaraan ook inhoud gegeven wordt. In de financiële paragraaf ziet hij nog veel open eindjes. Ook daar zal hij nauwgezet toezien. Hij is blij dat de heer Kromwijk een financieel degelijk waterschap achterlaat. Hij zegt dat het bestuur ervoor moet zorgen dat dat ook zo blijft. Tot slot wenst hij de organisatie, het college en de bestuursleden Gods zegen toe met deze nieuwe opdracht. . Eerste reacties De voorzitter geeft eerst de coalitiepartijen de gelegenheid te reageren. Mevrouw Leenders (WN) dankt de heer Van Os voor zijn positief-kritische inbreng. Zij heeft goed gehoord op welke punten hij kritisch zal zijn: financiën en een concrete invulling van de plannen. De tijden zijn er niet naar dat nu duidelijk is hoe de wereld er over enkele jaren uit zal zien. Daarom is het belangrijk om nu met elkaar af te spreken wat de richting zal zijn en hoe die bewaakt wordt. Misschien moet de gekozen richting morgen alweer bijgesteld worden, met de stroom en de wind mee. Het akkoord spreekt van samenwerking, omdat het waterschap niet in staat is alleen te opereren om de doelen te bereiken. Dat de PvdD spreekt van niet creatief of gedurfd, maar in een akkoord komt men met elkaar tot een mooi gemiddelde, met een breed draagvlak. Dan komt het creatieve achteraan. De opmerking van de heer Verkaik dat de aanvoerroute in feite een doorvoerroute is, kan zij niet direct plaatsen. De voorzitter weet dat in het jargon gesproken wordt van een kwa: ‘een kleinschalige wateraanvoer’. In feite kan men de Hollandsche IJssel op die manier benoemen en is hier inderdaad sprake van een doorvoer. De vraag of er nu een bredere taakopvatting is dan in de vorige periode kan zij moeilijk beantwoorden. Zij weet te weinig van de vorige periode, maar het is meer dan op de winkel passen. De heer De Beaufort (LNE) begrijpt dat volgens de heer Woittiez niet alles wat hij wenste, in het akkoord is terechtgekomen. Een akkoord is altijd een compromis, maar de LNE-speerpunten zitten erin. Een zuinige overheid is misschien wel gewenst, maar continuïteit van het beleid vraag iets anders. Kwijtschelding ligt bij overheden elders geparkeerd en niet bij het waterschap. De heer Bruggink (LNE) vult aan dat de achterban ook continuïteit vraagt, als dat binnen het redelijke is. Er komt nog een algehele discussie en daarom is het nu niet verstandig alleen voor de zuivering het oude beleid los te laten.
Bestuurszaken / DM 936623
Pagina 7 van 12
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 27 mei 2015
CONCEPT De heer De Beaufort (LNE) wijst erop dat het pionieren meestal met andere overheden gebeurt. Ook dan moeten meevallers de tegenvallers kunnen dekken en het kan niet zo zijn dat er alleen maar geëxperimenteerd wordt zonder de financiën in de gaten te houden. De heer Reerink (PvdA) meent dat de heer Woittiez met zijn rupsje-nooitgenoeg niet goed geluisterd heeft. Die had drie keer het woord ‘tevredenheid’ kunnen horen. Volgens de heer Woittiez (VVD) is dat wel veel voor de PvdA. De heer Reerink (PvdA) spreekt liever van ruimhartigheid. De wetgever heeft gezegd dat het waterschap kwijtschelding mag toepassen; dat zit in het systeem. Daar is dus geen sprake van inkomensbeleid. Uiteindelijk zijn de kosten van kwijtschelding niet zo hoog, bij de waterschappen zelfs minder dan 1 procent. Overigens is de maatregel ingesteld door een bekende Utrechtse VVD’er: Jan van Zanen. Op de opmerking dat men het programma te weinig concreet vond, zegt de heer Reerink dat in het akkoord op die manier de ambitie wordt uitgedrukt die het nieuwe college heeft. Die moet nog een uitwerking krijgen. Het debat komt dus nog. De heer De Valk (CDA) sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Leenders. Hij wil wel kwijt dat de breedte/ algemeenheid van het akkoord ook andere partijen een kans biedt en niet zozeer een invuloefening is. De dijkgraaf antwoordt de heer Woittiez dat er met kandidaat-collegeleden bewustwordingsgesprekken zijn gevoerd, zoals ook met het oude algemeen bestuur was afgesproken. De vier kandidaten hebben allen het reeds bekende formulier ingevuld, waarna de dijkgraaf en de secretaris gesprekken gevoerd hebben. Daarvan is verslag gedaan aan de commissie voor onderzoek van de geloofsbrieven. Noch uit de gevoerde gesprekken, noch uit de verklaringen omtrent het gedrag bleek een feit naar voren te komen dat een beletsel zou zijn voor de uitoefening van de functie van hoogheemraad. Ook bleken allen duidelijk te beseffen dat in relatie met de uitoefening van hun functie als hoogheemraad het hebben van bepaalde functies of nevenfuncties of het doen van handelingen in bepaalde omstandigheden door de kandidaat of door diens zakelijke of persoonlijke partner eventueel een issue kan zijn met het oog op de mogelijke belangenverstrengeling of de schijn daarvan. Ook zijn er afspraken gemaakt voor het geval dat zich bepaalde situaties voordoen, die toch aanleiding kunnen zijn om daarvan meteen melding te maken. Zo is er transparantie. De heer Woittiez (VVD) zegt met zijn vraag niet te hebben willen vooruitlopen op de commissie Geloofsbrieven, maar dat hij wil weten of de dijkgraaf het gevoelen heeft dat de aantredende hoogheemraden hetzelfde bewustzijn en dezelfde proactieve houding hebben rondom de schijn van belangenverstrengeling, zoals de heer Kromwijk heeft laten zien. De dijkgraaf meent ook namens de secretaris te spreken als hij zegt het gevoelen te hebben dat dat bewustzijn er is. Ook in de gesprekken hebben ze verteld hoe zij het werk zien in verhouding tot nevenfuncties. Hierover is uitgebreid gesproken, zowel individueel als in de collectiviteit van een kennismakingsgesprek. Hij heeft daar een goed gevoel bij. Tweede termijn De heer Woittiez (VVD) herinnert zich dat meer dan een half jaar terug de VVD navraag heeft gedaan over de grootte van de post kwijtschelding. Hij meent zich te herinneren dat het antwoord neerkwam op 3 miljoen euro. De heer Reerink (PvdA) zegt bij interruptie dat hij niet precies weet welke post en welk bedrag toen genoemd zijn, maar als het gaat om de kosten, dan wil hij dat beschouwen als netto kosten na aftrek van alle andere kosten die daarbij gemaakt zijn. De heer Woittiez (VVD) heeft de heer Reerink gehoord, maar kon hem niet geheel volgen. In zijn fractie blijft het idee hangen dat er wordt gepraat over ongeveer 3 miljoen euro. Op een begroting van 100 miljoen is dat niet verwaarloosbaar. Zijn fractie zal hiervoor aandacht blijven vragen. Hij snapt ook wel het standpunt van LNE, dat spreekt over bestuurlijke continuïteit. Hij heeft uit de fractie gehoord dat er bij verdere voorstellen best gekeken kan worden hoe een en ander begrotingstechnisch zijn beslag krijgt. De heer Verweij (CU) had uit de eerste ronde nog een concrete vraag overgehouden: Hij wil graag weten hoe de uitwerking van het collegeprogramma in een werkprogramma voor komend jaar eruit gaat zien. Natuurlijk kun je niet alles voor vier jaar vooruit dichttimmeren, maar hij zou dat eerste jaar hier wel willen bespreken en daarbij ook zijn aandeel willen leveren. De heer Van der Steeg (PvdD) heeft nog geen antwoord op zijn vraag over de portefeuilleverdeling. Mevrouw Leenders (WN) antwoordt op verzoek van de voorzitter meteen dat er tijdens de onderhandelingen wel gesproken is over de portefeuilleverdeling, maar dat was in algemene zin. Die verdeling is eigenlijk een zaak die het college zelf aangaat, hoewel de partijen natuurlijk wel wat kunnen meegeven over een evenwichtige verdeling met de
Bestuurszaken / DM 936623
Pagina 8 van 12
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 27 mei 2015
CONCEPT goede mensen op de goede plaats. Ze heeft begrepen dat in het constituerend beraad op 28 mei de uiteindelijke portefeuilleverdeling wordt vastgesteld. De heer Van der Steeg (PvdD) hoort van de goede mensen op de goede plaats, maar hij wil weten wat dan de goede plaatsen zijn. Een coalitieakkoord gaat gewoonlijk toch gepaard met een portefeuilleverdeling? Mevrouw Leenders (WN) is het daar niet mee eens. Ze vindt dat niet meer van deze tijd en het lijkt haar goed dat een team zelf bekijkt hoe het de beste krachten wil verdelen. Dit neemt niet weg dat er op hoofdlijnen wel gesproken wordt over belangrijke posten. Het is niet aan het algemeen bestuur om die verdeling vast te stellen. De heer Woittiez (VVD) zegt bij interruptie dat zijn fractie zich dualistisch opstelt en afwacht waarmee de coalitie komt en dan het voorstel op zijn merites beoordeelt. De heer Van der Steeg (PvdD) zegt mevrouw Leenders dat de PvdD de portefeuilleverdeling niet hoeft te maken, maar dat ze graag enig inzicht hadden willen hebben. Het collegeakkoord beschouwt zijn fractie als een gegeven en ze zal de vier kandidaten steunen in de komende stemming. De heer Van Os (SGP) zal de nieuwe coalitie op haar voorstellen bevragen. Hij zal ook instemmen met de voorgestelde tijdsbesteding voor het college. Tweede reactie Mevrouw Leenders (WN): wat het concrete programma betreft, vindt ze dat het aan het college is dat verder uit te werken in een begroting of werkprogramma. Ze nodigt het college graag daartoe uit. De voorzitter sluit de beraadslagingen over dit punt hiermee af. 5. Vaststellen aantal en aanstelling hoogheemraden De voorzitter geeft aan dat volgens het Waterschapsbesluit het algemeen bestuur het bevoegd gezag is voor het vaststellen van het aantal hoogheemraden en hun tijdsbestedingsnorm. Hij heeft dan ook samen met de secretaris het bestuur bericht gezonden met een voorstel. Hij vraagt of de vergadering behoefte heeft aan beraadslaging. Die behoefte blijkt niet te bestaan. De voorzitter stelt vast dat het besluit met algemene stemmen is aangenomen. Besloten wordt: 1. Het aantal te benoemen hoogheemraden vast te stellen op vier; 2. De vier te benoemen hoogheemraden ieder aan te stellen voor 75%. 6. Benoeming hoogheemraden De voorzitter heeft van de beoogde coalitiepartijen een viertal namen opgekregen: de beoogde hoogheemraden zijn de heer Beugelink, de heer De Jong, de heer Jansen op de Haar en de heer De Groot. Hij heeft de betrokken personen gesproken. Verder is er een commissie voor de geloofsbrieven samengesteld. Deze commissie bestond uit de heer Travaille, de heer Bruggink en de heer Groenendijk. De heer Travaille doet verslag van het onderzoek. De commissie heeft getoetst op de verklaring omtrent het gedrag, het gespreksverslag van de voorzitter en de secretaris, en de curricula vitae van de betrokkenen. De commissie komt daarop met de volgende verklaring. De commissie voor onderzoek van de geloofsbrieven, als bedoeld in artikel 6, lid 9 van het Reglement van Orde, bestaande uit de heren Groenendijk, Bruggink en mijzelf, Travaille, heeft met plezier kennis genomen van de verklaring omtrent het gedrag, het overzicht van nevenfuncties en de conclusies van de integriteitsgesprekken die de voorzitter en secretaris van het algemeen bestuur hebben gevoerd met het oog op de kandidatuur van de heren G.P. Beugelink, L. de Groot, C. Jansen op de Haar en B. de Jong voor de functie van hoogheemraad. Uit deze overgelegde stukken zijn geen zaken naar voren gekomen die, vanuit het gezichtspunt van ongewenste uitoefening van nevenfuncties of in relatie met gedragingen anderszins een beletsel vormen voor hun kandidatuur zulkst met het oog op een goede vervulling van hun functie als lid van het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. De vergadering neemt kennis van de verklaring van de commissie voor onderzoek van de geloofsbrieven. De voorzitter meldt de vorming van de commissie Stemopneming. In deze commissie nemen plaats de heer G. Jansen, de heer J. Scherrenberg en de heer J. Kupers. Zij gaan akkoord met hun benoeming in de commissie en zullen overgaan tot het tellen van de stemmen.
Bestuurszaken / DM 936623
Pagina 9 van 12
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 27 mei 2015
CONCEPT De voorzitter kondigt de procedure aan voor de benoeming van de nieuwe leden van het college. Dat gebeurt in volgorde van de vacatures. Telkens zal een van de deelnemende fracties een kandidaat voorstellen. Dan krijgt de kandidaat de gelegenheid voor een korte pitch, waarin hij iets kan vertellen over zijn motivatie om zitting te nemen in het college. Daarna kan het algemeen bestuur de kandidaat nog een korte vraag stellen (maar geen stemverklaring afgeven). Mochten andere fracties kandidaten willen stellen, dan is dat nog mogelijk. Op het stembiljet horen voor- en achternaam van de kandidaat te staan. Een blanco stem is een ongeldige stem. Na een stemronde wordt er geteld. Heeft een kandidaat de absolute meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, dan is hij gekozen en wordt hij gevraagd zitting te nemen achter de collegetafel. Indien nodig volgt een tweede of derde stemronde. Bij een derde stemronde kunnen geen nieuwe kandidaten worden voorgedragen en mogen kandidaten die het betreft, niet meestemmen. Als dan nog de stemmen staken, beslist het lot. De eerste vacature: gesteld vanuit de fractie LNE, de geborgden. De heer De Beaufort (LNE) stelt voor als lid van het college van dijkgraaf en hoogheemraden: de heer L. de Groot. De heer De Groot stelt zich voor als afkomstig uit het agrarische milieu. Heeft civiele technieken gestudeerd en heeft later de boerderij overgenomen. Hij boert biologisch en heeft nu 200 koeien. Daarnaast heeft hij altijd bestuursfuncties vervuld binnen de landbouworganisatie, waar hij vaak het waterschap tegenover zich vond. Uiteindelijk wilde hij bij het waterschap omdat dat grote invloed had, en tegelijkertijd zo onzichtbaar bleef. Er zijn geen vragen aan de heer De Groot. De commissie van stemopneming neemt plaats aan tafel. De commissievoorzitter meldt dat er 26 leden in de zaal aanwezig zijn om te stemmen. Er worden 25 geldige stemmen uitgebracht op de heer De Groot en er wordt 1 ongeldige stem uitgebracht. De voorzitter vraagt of de heer De Groot de benoeming accepteert. De heer De Groot dankt voor het vertrouwen, zegt ja op de benoeming en neemt plaats achter de collegetafel. De tweede vacature: gesteld vanuit de fractie WN. Mevrouw Leenders (WN) stelt voor als lid van het college van dijkgraaf en hoogheemraden: de heer G.P. Beugelink. De heer Beugelink woont in Wijk bij Duurstede, maar hij is geboren op het Noordereiland in Rotterdam. Vader en grootvader voeren al de zee op, dus de zoon had een sterke band met water. Het boek Silent spring van R. Carson was de aanleiding om zich beroepsmatig in te zetten voor de kwaliteit van de leefomgeving. Hij is negen jaar bestuurslid bij het waterschap waarvan zes jaar in het college. Daarnaast werkt hij (nog) bij het planbureau voor de leefomgeving. Hoeveelheid en kwaliteit van zoet water staat onder druk. Waterbeheer krijgt meer en omvangrijker taken. Daarom wil hij samen met het bestuur daaraan werken, volgens het principe “de vervuiler betaalt” en dat wij onze eigen problemen oplossen en niet afwentelen op anderen of op hen die na ons komen.
Bestuurszaken / DM 936623
Pagina 10 van 12
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 27 mei 2015
CONCEPT Er zijn geen vragen aan de heer Beugelink. Er worden 25 geldige stemmen uitgebracht op de heer Beugelink en er wordt 1 ongeldige stem uitgebracht. De voorzitter vraagt of de heer Beugelink de benoeming accepteert. De heer Beugelink dankt voor het vertrouwen, zegt ja op de benoeming en neemt plaats achter de collegetafel. De derde vacature gesteld uit de fractie CDA: De heer Valk (CDA) stelt voor als lid van het college van dijkgraaf en hoogheemraden: de heer B. de Jong. De heer De Jong is getrouwd en heeft vier kinderen en één kleinkind. Hij is geboren op IJsselmonde en is van beroep bedrijfskundige. Hij heeft altijd in de publieke sector gewerkt: aan de universiteit in Delft, in de Limburgse gezondheidszorg en bij de provincie Zuid-Holland. Hij zit met een onderbreking van twee jaar al sinds 1995 in het bestuur van het waterschap, maar is ook actief geweest in de gemeentepolitiek als raadslid, fractievoorzitter en wethouder. Hij vindt het een voorrecht dat het CDA hem heeft voorgedragen om samen met het dagelijks bestuur dit waterschap te leiden. Er zijn geen vragen aan de heer De Jong. Er worden 26 geldige stemmen uitgebracht op de heer De Jong. De voorzitter vraagt of de heer De Jong de benoeming accepteert. De heer De Jong dankt voor het vertrouwen, zegt ja op de benoeming en neemt plaats achter de collegetafel. De vierde vacature gesteld uit de fractie PvdA: De heer Reerink (PvdA) stelt voor als lid van het college van dijkgraaf en hoogheemraden: de heer C.G. Jansen op de Haar. De heer Jansen op de Haar is getrouwd en heeft twee kinderen. Hij woont in Utrecht, de stad waar hij is opgeleid tot docent Geschiedenis. Tijdens zijn studie was hij ook raadslid en ontwikkelde hij een passie voor het openbaar bestuur. Via BMC is hij in dienst gekomen bij de stadsregio Amsterdam, waar hij betrokken is bij verschillende grote projecten. Geboren en opgegroeid op het Twentse platteland. Het samenbrengen van platteland en stad vindt hij als hoogheemraad een belangrijk onderdeel van het werk. Daar wil hij zich met ingelanden, college en bestuur voor gaan inzetten. Er zijn geen vragen aan de heer Jansen op de Haar. Er worden 26 geldige stemmen uitgebracht op de heer Jansen op de Haar. De voorzitter vraagt of de heer Jansen op de Haar de benoeming accepteert. De heer Jansen op de Haar dankt voor het vertrouwen en zegt ja op de benoeming en neemt plaats achter de collegetafel. De voorzitter dankt de commissie van stemopneming voor haar diensten. Hij geeft het woord aan de heer Beugelink. De heer Beugelink spreekt aan het eind van de periode van onderhandelen zijn dank uit aan mevrouw Wiebosch, voor haar inspanningen als informateur en formateur. Ook mevrouw De Vries heeft met een niet aflatende toewijding vele secretariële diensten verricht. De heer Jongens heeft als ghostwriter van het coalitieakkoord zijn creativiteit ingezet om soms lastig te vangen interpretaties in woorden te duiden. Hij dankt hen voor hun inzet en reikt hun een attentie uit. 7.1 Mededelingen De voorzitter meldt de nieuwe bestuursleden dat er na afloop van de vergadering felicitaties en bedankjes kunnen worden uitgewisseld onder het genot van een drankje. Verder heeft hij nog enkele mededelingen. Het inwerkprogramma van het algemeen bestuur wordt vervolgd met “Learning on the job”: op 9, 11 en 17 juni wordt er vergaderd in commissieverband. Op die verder reguliere vergaderingen zal er ook iets gedaan worden aan instructie over effectief vergaderen met de bijbehorende instrumenten. Het worden dus toch wat ongewone commissievergaderingen. De trainers zullen terugkoppelen en iedereen volgen om maximaal rendement te halen uit het geleerde. Ook de commissievoorzitters zullen een aparte training krijgen. Begin september is er een tweede werksessie voor het gehele algemeen bestuur met als onderwerp het maken van een informatiedashboard voor de begrotingsbehandeling. Er is een begeleidingsgroep aan het algemeen bestuur, bestaand uit de heer A.E. Jansen, de heer Droogers en mevrouw Otterman. Met hen wordt op 29 juni gesproken over eventuele aanvullende modules. Wie suggesties heeft, moet zich vooral tot hen wenden, zodat die alle suggesties op 29 juni in kunnen brengen.
Bestuurszaken / DM 936623
Pagina 11 van 12
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 27 mei 2015
CONCEPT De maatwerkexcursies worden nu ingepland. Ieder kan zijn of haar onderwerpen uitkiezen en zich, ook vanavond, opgeven bij de afdeling Bestuurszaken. Bijzondere vermelding verdient de excursie naar het veenweidegebied op vrijdag 5 juni of zaterdag 6 juni. Op HDSR-innovatiemarkt is op 8 juni en de KWA+ excursie, samen met hoogheemraadschap Rijnland, is op woensdag 1 juli. De datumprikker voor de Gezond water en GR Aquon excursie is uitgezet met data voor eind juni en begin juli. De overige data voor de excursies worden eind juni uitgezet. Er is een voordracht voor het voorzitterschap van de commissie SKK: mevrouw E. Otterman als voorzitter en de heer Reerink als vicevoorzitter. De samenstelling van de commissies van advies. Er is ook een voordracht voor het voorzitterschap van de commissie BMZ: de heer R. Woittiez als voorzitter en de heer J. Jansen als vicevoorzitter. Tijdens de commissievergaderingen respectievelijk op 9 en 11 juni a.s. zal de verkiezing van de voorzitter en diens vervanger op de agenda staan. Stand van zaken invulling Rekenkamerfunctie: uit het algemeen bestuur is er een commissie gevormd met daarin de heren Reerink, A. Jansen, Scherrenberg en Van Os. Zij komen op 17 juni voor het eerst bij elkaar. Ze zullen de afgelopen periode evalueren aan de hand van een paar vragen (wat heeft de oude Rekenkamer gepresteerd; wat heeft het bestuur, maar ook het college met de aanbevelingen en conclusies gedaan; wat is het nut geweest). De voorzitter geeft vanuit het fractievoorzittersoverleg in meerderheid mee om voort te borduren op de inventarisatie die mevrouw Wiebosch heeft gemaakt en dat de fractievoorzitters van mening zijn dat er nu niet moet worden geïnventariseerd op onderzoeksonderwerpen in de toekomst. Er zal contact worden gelegd met de huidige twee externe leden voor input in deze commissie. 7.2 Ingekomen stukken De voorzitter maakt melding van een overzichtskaart van het gebied met daarop goed inzicht in alle installaties die het waterschap heeft staan binnen het gebied. Iedereen kan de kaart na de vergadering meenemen. Helaas staat gemaal Haarrijn niet op de kaart. 8. Rondvraag De heer Bruggink merkt op dat de vergadering mooi op tijd is afgelopen. De heer Verweij vraagt zich af of het bestuur het komende halfjaar een vracht aan inhoudelijke onderwerpen over zich heen gaat krijgen, nu er enige tijd geen inhoudelijke vergadering is geweest. Volgens de voorzitter valt dat wel mee: aan het eind van de vorige bestuursperiode zijn veel inhoudelijke zaken afgehandeld. De heer Scherrenberg wil weten wanneer de stukken voor de commissievergaderingen beschikbaar zijn. De voorzitter antwoordt dat gebruikelijk is dat de stukken anderhalve week van tevoren klaar zijn, dus in het begin van week 23. 6. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 22.17 uur.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 8 juli 2015,
Voorzitter,
P.J.M. Poelmann
Secretaris,
J. Goedhart
Bestuurszaken / DM 936623
Pagina 12 van 12