Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011
CONCEPT Plaats Van Aanwezig
: Houten, Bestuurszaal : 13.30-18.00 uur : Water Natuurlijk : CDA : PvdA : : : : : : : :
VVD AWP Waterschap@inwonersbelangen ChristenUnie SGP Bos- en Natuureigenaren Agrariërs Bedrijven
G.P. Beugelink (hoogheemraad); mevrouw E. van der Vorm; P. Blokdijk; mevrouw L.A. Tutein Nolthenius E.J. Miltenburg (hoogheemraad); J.M. Verheul J.G.M. Reerink (hoogheemraad); mevrouw J.A. Balkema; mevrouw G.A. van der Nat mevrouw T. van der Stroom; H.A. ten Hove; R.D. Woittiez mevrouw A. Hiemstra; A.E. Jansen P.M. Terpstra J.P. Verweij G. van Leeuwen M.J. Glastra; W.H.J. de Beaufort H.A.P. van der Maat (hoogheemraad); G. van den Hoeven N.J.M. Ypma, mevrouw W. Derks
: G.J.P. Jansen en mevrouw S. Lukács (WN); J.G.M. Kromwijk en mevrouw M.L.A.A. de Bont (CDA); E. Verkaik (W@I); mevrouw I.N. Faber (PVDD); H. Schalkwijk (Agrariërs) Voorzitter : P.J.M. Poelmann (dijkgraaf) Secretaris : drs. E.Th. Meuleman Notulist : mevrouw C.H. Kemper (Notuleerservice Nederland) Afwezig
1. Opening, vaststelling agenda en loting primus De voorzitter opent de vergadering. Er zijn afmeldingen ontvangen van de heren Jansen (WN), Kromwijk (CDA) en Schalkwijk (Agrariërs) en van de dames Lukács (WN), De Bont (CDA) en Faber (PVDD). De heren Woittiez (VVD), Verweij (CU) en Van Leeuwen (SGP) zullen later arriveren. De heer Verkaik (W@I) zal als zijn agenda dat toelaat, ook later arriveren. Vaststellen agenda en loting primus De agenda wordt vastgesteld zoals die voorligt. De loting primus komt uit op nummer 27: De heer Verweij (CU). 2. Afscheid van de heer B.P.W.M. Moors (Bedrijven) De voorzitter heet de heer Moors welkom. In een persoonlijke toespraak herinnert de voorzitter aan de inzet en de specifieke kwaliteiten van de heer Moors. Hij overhandigt hem een cadeau en bloemen. De heer Moors gaat in zijn afscheidstoespraak in op zijn ervaringen bij het algemeen bestuur van De Stichtse Rijnlanden. 3. Installatie nieuw bestuurslid a) Onderzoek geloofsbrieven voor toelating van mevrouw W. Derks-van Ketel (Bedrijven) De heren Blokdijk (WN), Terpstra (W@I) en De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) hebben de commissie voor het onderzoek van de geloofsbrieven gevormd conform artikel 6 van het Reglement van Orde. De heer Blokdijk doet namens de commissie verslag van het onderzoek naar de geloofsbrieven. Er zijn geen bezwaren gevonden en daarmee adviseert de commissie mevrouw Derks toe te laten tot het algemeen bestuur. Besluit Het algemeen bestuur besluit vervolgens om mevrouw Derks toe laten als lid van het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. b) Installatie van mevrouw Derks De voorzitter beëdigt mevrouw Derks als lid van het algemeen bestuur. Hij feliciteert haar met haar benoeming. De heer Verweij (CU) arriveert om 13.45 uur. 4. Notulen vergadering a) Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 23 november 2011 Er zijn geen wijzigingen. Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. De fractie van de Bos- en Natuureigenaren stemt in met de schriftelijke weergave van haar algemene beschouwing.
Bestuurszaken / 499761
Pagina 1 van 14
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011
CONCEPT Naar aanleiding van het verslag merkt Mevrouw Tutein Nolthenius (WN) op dat de heer Van der Maat in zijn reactie op de algemene beschouwingen een onderzoek in de Lopikerwaard heeft toegezegd in relatie tot het opbrengen van bagger op het land. De heer Van der Maat geeft aan dat dit onderzoek op 20 december 2011 is afgerond. Het toesturen van het rapport daarover zal op de actiepuntenlijst worden opgenomen. b) Verkorte besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 23 november 2011 Er zijn geen wijzigingen en punten naar aanleiding daarvan. c) Actiepuntenlijst vergaderingen BMZ, SKK en algemeen bestuur De actiepunten 96, 100 en 105 zijn voor deze vergadering geagendeerd. Actiepunt 111 is al ingevoerd. Alle vier de punten kunnen van de lijst worden afgevoerd. De overige openstaande actiepunten hebben einddatums in 2012 of 2013. 5. Ingekomen stukken en mededelingen Tijdens de vergadering uitgedeeld a) Brief van de heer Van der Zaag, lid van de commissie SKK namens de AWP. Hij zal deze functie niet meer uitoefenen. b) Uitnodiging voor het Nieuwjaarsontbijt op 9 januari 2012. c) Woordenboekje Samen werken aan water; een uitgave van Waternetwerkdag 2011. d) Brochure AQUON Van en voor Waterschappen. e) Groene Hart Leven, nummer 7. f) Begroting 2012. Mededelingen Mededelingen door de voorzitter: De voorzitter gaat in op de uitnodiging van het Nieuwjaarsontbijt. Dit zal op het katoor van De Stichtse Rijnlanden plaatsvinden. Daar zullen ook de alle muskusrattenbestrijders die vallen onder de nieuwe regeling worden verwelkomd. De voorzitter merkt nog op dat op dit moment het sociaal plan voor de muskusrattenbestrijders wordt afgerond. Op 29 februari 2012 vindt het tweede interview van de Rekenkamercommissie plaats tussen 17.30 en 19.00 uur met de fractievoorzitters of hun afgevaardigden. Kennismaking met de nieuwe jeugddijkgraaf. De voorzitter vraagt Paul Bakker, de nieuwe jeugddijkgraaf zichzelf voor te stellen. Paul Bakker studeert geschiedenis in Utrecht. Hij is al van jongs af zeer geïnteresseerd in waterbeheer. Hij is van mening dat het beheer van water nu al belangrijk is, maar in de toekomst nog belangrijker zal gaan worden. Het op regionaal niveau betrokken zijn bij deze problematiek vindt hij interessant. Zijn actieve rol zal bestaan uit het geven van voorlichting, het inbrengen van ideeën en het debatteren over de problematiek. In eerste instantie zal hij De Stichtse Rijnlanden beter leren kennen, onder andere door een dag mee te lopen met de dijkgraaf, maar ook met een muskusrattenbestrijder. Om leeftijdsgenoten te betrekken, zal Paul een panel samenstellen waarin kan worden nagedacht en gedebatteerd over de problematiek van het waterbeheer vooral voor de plannen die er al liggen. De voorzitter bedankt Paul voor zijn enthousiaste presentatie. Na de vergadering is er gelegenheid persoonlijk kennis te maken met de algemeen bestuursleden. 6. Aanpassing Reglement van Orde van het algemeen bestuur De voorzitter geeft een korte toelichting op de voorgestelde aanpassing. Besluit Het algemeen besluit vervolgens met algemene stemmen om: I. a. Het reglement van orde in die zin te wijzigen dat aan artikel 28 twee nieuwe leden worden toegevoegd: lid 10. Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een besluit uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een volgende vergadering zoals bedoeld in de vorige volzin, is het voorstel niet aangenomen. lid 11. Onder een voltallige vergadering wordt verstaan een vergadering waarin alle leden waaruit het algemeen bestuur bestaat, voor zover zij zich niet van deelneming aan de stemming moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht. b. Het huidige lid 10 van artikel 28 te vernummeren tot lid 12. II. De wijziging als omschreven onder I met onmiddellijke ingang in werking te laten treden. 7. Meerjarenkrediet vervangingsinvesteringen kantoorautomatisering Het stuk is als hamerstuk ingebracht.
Bestuurszaken / 499761
Pagina 2 van 14
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011
CONCEPT Eerste termijn De heer Ypma (Bedrijven) gaat wel akkoord met het voorstel, maar maakt nog een opmerking. Het zou wenselijk zijn om tegelijk met het uitwerken van dit voorstel te werken aan een substantieel personeels- en exploitatiekostenreductieprogramma. Daarmee kunnen deze investeringen worden terugverdiend. Hij vraagt het college daar vaart mee te maken. De voorzitter merkt op dat dit punt een punt van permanente aandacht is voor de directie. Met een juist mix van mensen en middelen wordt het programma zoals door het algemeen bestuur is opgesteld, uitgevoerd. De voorzitter vraagt of de Bedrijven met deze toezegging genoegen kunnen nemen. De heer Ypma (Bedrijven) verwacht als dat permanent gebeurt, dat er ook wordt gerapporteerd aan het algemeen bestuur welke zaken zijn beschouwd en tot welke reducties dat heeft geleid. De voorzitter merkt op dat dit onderwerp eigenlijk in de begrotingsbehandeling thuishoort. Hij heeft nota genomen van wat de Bedrijven hebben opgemerkt. Daarover zal hij met de directie spreken en terugmelden wat dat heeft opgeleverd. Op dit onverwacht punt kunnen nu geen toezeggingen worden gedaan. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) suggereert dat rapportage over dit onderwerp wellicht in de burap zou moeten plaatsvinden. De voorzitter neemt deze suggestie mee. De voorzitter sluit de beraadslagingen. Besluit Het algemeen bestuur besluit vervolgens met algemene stemmen om voor de jaren 2011 t/m 2014 een meerjarenkrediet 'vervangingsinvesteringen kantoorautomatisering' ter grootte van 2,6 miljoen euro beschikbaar te stellen. 8. Planning groot onderhoud oevers 2012 Het stuk is als hamerstuk ingebracht. Eerste termijn De heer Ypma (Bedrijven) verwijst naar de overschrijding en de aanpassing van het budget voor de Stadsbuitengracht in de gemeente Utrecht. Hij is van mening dat in de vorige bestuursperiode nadrukkelijk is afgesproken met de gemeente Utrecht dat alleen de basisvoorziening door De Stichtse Rijnlanden zal worden gerealiseerd. De verfraaiing van de Stadsbuitengracht is voor kosten van de gemeente Utrecht. De Bedrijven hebben al meerdere keren gevraagd om na te gaan wat de afspraken en uitwerking zijn die hierover zijn gemaakt door het vorige college. Het lijkt alsof die afspraken worden weggemoffeld. Het is belangrijk zich te realiseren dat alle ingezetenen van het beheergebied van De Stichtse Rijnlanden hieraan meebetalen. De voorzitter merkt op dat er bij de De Stichtse Rijnlanden niets wordt weggemoffeld. De mensen van de De Stichtse Rijnlanden doen hun werk naar eer en geweten en zijn daarin ook transparant. De heer Van der Maat stemt in met de opmerking door de voorzitter. De uitvoering zoals die nu wordt gedaan is volgens de afspraken die zijn gemaakt. De heer Reerink merkt op dat na een eerdere gedachtewisseling hierover hij contact over dit onderwerp heeft gehad met medewerkers van de organisatie. Het werk dat nu wordt uitgevoerd is destijds bij de overdracht van het beheer zo afgesproken. Het zou kunnen dat de fractie Bedrijven het daar niet mee eens is; het is ook een ongebruikelijke afspraak, maar het is wel zo afgesproken. De gekozen opzet voor de oevers leidt tot zo weinig mogelijk kosten, maar voldoet wel aan de eisen die Monumentenzorg daarvoor stelt. Tweede termijn De heer Ypma (Bedrijven) stelt dat de afspraken in het vorige college zijn gepreciseerd en vastgelegd en dit college moet zich daar aan houden. De heer Reerink meldt dat wat hem ambtelijk is teruggerapporteerd over de afspraken voor het college leidend is. Dat is niet wat iemand denkt dat er is afgesproken. De voorzitter sluit de beraadslagingen. Besluit Het algemeen bestuur besluit vervolgens met algemene stemmen om de planning GOP-oevers 2012 vast te stellen. 9. Groot onderhoudsplan (GOP) kunstwerken 2012-2016 Het stuk is als hamerstuk ingebracht.
Bestuurszaken / 499761
Pagina 3 van 14
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011
CONCEPT Besluit Het algemeen bestuur besluit vervolgens met algemene stemmen om de planning 2012-2016 voor het groot onderhoud kunstwerken vast te stellen. 10.Kredietaanvraag en communicatieplan Nota Ruimte Middelen De voorzitter deelt mee dat de subsidieaanvraag klaarligt om te worden ondertekend door de provincie. Eerste termijn De heer Blokdijk (WN) geeft aan dat WN het eens is met de kredietaanvraag. Echter het bijgevoegde communicatieplan is niet besproken in de commissie. Daarover heeft WN veel vragen die niet in deze vergadering thuishoren. De voorzitter merkt op dat de agendering zonder behandeling in de commissie te maken heeft met de tijdsplanning. Hij is bereid het communicatieplan te agenderen voor de eerstkomende commissievergadering maar stelt voor nu over het krediet een besluit te nemen. De heer Blokdijk (WN) stemt daar mee in. Ook de portefeuillehouder de heer Miltenburg gaat daarmee akkoord. De heer Ten Hove (VVD) heeft met het oog op de gewijzigde planning nog een aantal vragen. Op pagina 1 van de oplegnotitie stelt het college dat lopende het project een deel of zelfs de hele subsidie zou kunnen komen te vervallen. In relatie daarmee staat op pagina 2 dat het project voor de Enkele Wiericke als afzonderlijk project niet in aanmerking komt voor subsidie. Voor de Enkele Wiericke wordt nu geld gevraagd. Het is mogelijk dat door bijstelling van de plannen van de overige drie projecten in de komende inspraakrondes, de subsidie zal worden ingetrokken. Leidt dit dan voor De Stichtse Rijnlanden tot een tekort op de begroting van ongeveer 4 miljoen euro? Daarnaast vraagt de VVD of het college medio 2012 het algemeen bestuur een tussentijdse rapportage kan geven over de haalbaarheid van de overige drie projecten. Kan dan als de plannen blijken niet door te gaan worden besloten om die terug te zetten op de Y-lijst? Of, wordt door het besluit nu impliciet besloten altijd de projecten uit te voeren? Wordt daarmee dan dus de begroting belast met ruim 7 miljoen euro extra door projecten van de niet prioritaire Y-lijst. Mevrouw Balkema (PvdA) geeft aan dat de vraag van de PvdA aansluit op die van de VVD. De aangebrachte fasering is met het oog op het kansrijke project voor de Wiericke een goed idee. Wordt de subsidie op het project voor de Enkele Wiericke nog wel verkregen als de andere drie projecten niet worden uitgevoerd? De heer Verheul (CDA) is blij dat het communicatieplan in de commissie zal worden besproken. Het is een slecht plan. Het CDA stemt in met de kredietaanvraag. In de vorige besprekingen over dit onderwerp is er door het CDA aangedragen dat er in het plan voor polder Achttienhoven onjuistheden staan. Hij adviseert dat plan zeker daarop nog na te kijken. De essentiële zaken in deze polder liggen in de provincie Utrecht. Het CDA verwacht wel dat het serieus genomen wordt bij het maken van opmerkingen. De Stichtse Rijnlanden heeft in het gebied al duidelijk imagoschade opgelopen. Het gebied heeft zich al tot de Gedeputeerde en Provinciale Staten gewend om zijn ongenoegen te uiten over de gang van zaken rond het plan. De heer Ypma (Bedrijven) vraagt zich af hoe ambitieus het tijdschema is, kijkend naar de uitvoering van watergebiedsplannen. Wordt de uitvoering van deze projecten in de planvorming niet te eenvoudig voorgesteld, vooral in relatie tot het vertrouwen van de mensen rond het aanbrengen van hoogwatervoorzieningen? De twijfel daarover leidt ook tot vragen over de subsidie. Daarvoor sluiten de Bedrijven zich aan bij de vragen gesteld door de VVD en de PvdA. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) merkt op dat in feite al naar voren is gebracht dat er een risicoparagraaf ontbreekt. Ook de Bos- en Natuureigenaren vinden het communicatieplan te mager en zijn daarover teleurgesteld. De heer De Beaufort verwijst naar de eerder door hem gedane suggestie om het advies van de Rekenkamercommissie en de publicatie over valkuilen in dit soort trajecten bij dit plan te betrekken. Het zou goed zijn om het communicatieplan ook in dit licht, vóór de behandeling in de commissie, nog eens goed te bezien. De heer Van Leeuwen (SGP) arriveert om 14.20 uur. De heer Miltenburg geeft aan dat het communicatieplan in de volgende commissievergadering SKK zal worden besproken. Aan het communicatieplan en aan de onjuistheden in het plan voor polder Achttienhoven zal nog aandacht worden besteed. Nu wordt alleen een krediet gevraagd voor het grootste project voor de Enkele Wiericke. De bedoelde oevers moeten toch al door De Stichtse Rijnlanden worden aangepakt. Met de subsidie erbij kunnen extra zaken worden aangepakt. Met dit project kan snel worden gestart. Ondanks de eensgezindheid binnen het gebied zal De Stichtse Rijnlanden ook daar intensief moeten blijven communiceren. Voor de overige drie projecten wordt alleen een voorbereidingskrediet gevraagd. De communicatie met het gebied moet voor die projecten nog worden opgestart. Het zijn relatief kleine plannen waarvoor op korte termijn tot duidelijkheid kan worden gekomen over het draagvlak. Als er draagvlak is, kunnen deze kleine projecten ook snel worden uitgevoerd. Het niet op tijd klaar zijn met de plannen of het anders uitvoeren van de plannen vormen risico's voor het krijgen van de subsidie. Intrekken van de subsidie zal geen acuut probleem voor de begroting geven, maar wel voor de kapitaalslasten voor de langere termijn. Als er geen
Bestuurszaken / 499761
Pagina 4 van 14
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011
CONCEPT draagvlak is in het gebied gaan de plannen terug naar de Y-lijst en worden weer herbeschouwd. Dat wil zeggen weer vooruitgeschoven in de tijd en anders ingevuld dan nu wordt voorgesteld. De huidige plannen en het versneld uitvoeren ervan zijn duidelijk gekoppeld aan de mogelijkheid voor het verkrijgen van subsidie. Na de communicatie met de mensen in het gebied zal blijken hoe realistisch de planning is. Een rapportage medio 2012 zegt de heer Miltenburg toe. Ook zal tussentijds aan de commissie SKK worden gerapporteerd. Als de plannen ook daadwerkelijk worden uitgevoerd, komen die ook terug in de commissie SKK en het algemeen bestuur. Het is een eis van andere overheden dat het wegzijgen van water uit de Nieuwkoopse Plassen wordt voorkomen. Dat heeft dus invloed op de aanleg van een aantal hoogwatervoorzieningen. De uitvoering daarvan moet dus goed zijn, om beroep en claims te voorkomen. Over de vorm waarin de aanleg zal plaatsvinden wordt eerst met de mensen in het gebied gepraat. Voor de Enkele Wiericke zullen alle zeilen moeten worden bijgezet om het plan op tijd af te ronden. Het signaal om de adviezen van de Rekenkamercommissie mee te nemen is duidelijk overgekomen. De heer Miltenburg kan geen uitspraak doen over het verkrijgen van een deel van de subsidie als niet alle plannen worden uitgevoerd. De provincie Zuid-Holland heeft nadrukkelijke aangegeven dat in relatie tot het verkrijgen van subsidie, de vier plannen bij elkaar horen. Ook als delen van de plannen anders worden uitgevoerd dan nu voorligt, is het niet duidelijk of de subsidie doorgaat. De voorzitter die als portefeuillehouder verantwoordelijk is voor het communicatieplan gaat in op dit punt. Juist vanuit de communicatiegedachte is de besluitvorming over de plannen gewijzigd. Voor de Enkele Wiericke wordt nu een krediet gevraagd en voor de andere drie projecten wordt een open planproces voorgesteld waarin alle betrokkenen zullen worden meegenomen. Het risico rond het al dan niet verkrijgen van de subsidie bestaat. Naar de provincies toe zal alles in het werk worden gesteld om daar zo goed mogelijk uit te komen. Dat wil zeggen dat ook de plannen die wellicht door inspraak vanuit de streek anders zullen uitpakken dan oorspronkelijk was voorgesteld, zullen worden verdedigd. De voorzitter vraagt om rond het communicatieplan het college voorafgaand aan de commissievergadering van 26 januari 2012 te informeren over de kritiekpunten en de voorgestelde wijzigingen. Tweede termijn De heer Ypma (Bedrijven) stelt voor om overleg te voeren met de provincie over het verkrijgen van afzonderlijke subsidiea voor de projecten die daadwerkelijk zullen worden uitgevoerd en wel voorafgaand aan de uitvoering. Daarmee wordt het risico beperkt. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) wil graag expliciet weten of hij het goed ziet dat er nu alleen sprake is van een risico voor de Enkele Wiericke. Het risico daarvoor zou dan maximaal 7 miljoen euro kunnen zijn, maar De Stichtse Rijnlanden zou toch al een deel van de werkzaamheden moeten uitvoeren. Mevrouw Balkema (PvdA) kan instemmen met de kredietaanvraag onder de gedane toezeggingen over haalbaarheid van de projecten 2, 3 en 4 en de betere uitwerking van het communicatieplan. De PvdA wil ook graag een antwoord op de vraag van de Bos- en Natuureigenaren. De heer Ten Hove (VVD) sluit zich aan bij vragen en opmerkingen van de Bos- en Natuureigenaren en PvdA. De heer Miltenburg geeft aan dat in het geval er geen subsidie zou worden verstrekt voor de Enkele Wiericke, alleen de kade zou worden verbeterd. Daarvoor is al 3,3 miljoen euro in de uitvoering van het GOP-keringen opgenomen en goedgekeurd. De bredere teensloot, de natuurvriendelijke oevers en een bredere tussenstrook maken het project duurder. Dit deel en de kadeverbetering wordt nu bij elkaar gevoegd tot één project. Daarop geeft de provincie 50% subsidie. Het project wordt daarmee voor De Stichtse Rijnlanden nauwelijks duurder. Maar daarmee worden ook heel veel meters natuurvriendelijke oevers voor de Kaderrichtlijn Water gerealiseerd. Als de subsidie niet doorgaat, worden dus alleen de kades verbeterd. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) concludeert dat De Stichtse Rijnlanden dus voor ongeveer 3,5 miljoen euro risico loopt. Maar hij wil daarbij wel aantekenen dat het risico wordt gelopen voor goede zaken die prima passen binnen de Kaderrichtlijn Water. De heer Van den Hoeven (Agrariërs) pleit ervoor dat De Stichtse Rijnlanden zich zal inzetten om de subsidie van de provincie ook voor de afzonderlijke projecten toegekend te krijgen. De Agrariërs hebben namelijk twijfel over de slaagkansen voor de projecten 2,3 en 4 in de komende drie jaar. Het is nog steeds jammer dat de vier projecten zijn gekoppeld, omdat alles is begonnen met het project van de Enkele Wiericke. Dat is zo opgezet dat het zou passen binnen de Ecologische Hoofdstructuur. Het zou jammer zijn als door het niet doorgaan van de andere plannen ook de extra werken in het project van de Enkele Wiericke zouden worden afgeblazen. De voorzitter merkt op dat de provincie heeft gezegd dat subsidie alleen voor de Enkele Wiericke niet mogelijk was. De subsidie is nu bijna definitief en het is niet zinvol om nu eerst terug te gaan naar de provincie. Na de toekenning van de subsidie door de provincie zal eerst met de mensen in de gebieden worden overlegd. Eventueel kan daarna een discussie met de provincies worden aangegaan om de financiële belangen veilig te stellen.
Bestuurszaken / 499761
Pagina 5 van 14
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011
CONCEPT Besluit Het algemeen bestuur besluit vervolgens met algemene stemmen om: 1. Een krediet van 3,7 miljoen euro toe te kennen voor het uitvoeren van het Nota Ruimte project Enkele Wiericke, onder de voorwaarde dat de provincie Zuid-Holland subsidie toekent voor de vier projecten, ingediend voor de Nota Ruimte middelen; 2. Een voorbereidingskrediet van € 239.900,- toe te kennen voor het in goed overleg met de streek (via een open planproces) verder uitwerken van de overige drie projecten uit de subsidieaanvraag Nota Ruimte middelen, onder de voorwaarde dat de provincie Zuid-Holland subsidie toekent voor de vier projecten, ingediend voor de Nota Ruimte middelen. 3. Het communicatieplan subsidieprojecten Nota Ruimte aan de commissie SKK voor te leggen. 11.Toekennen krediet voor KRW-kansen (versnellingsmaatregelen) Eerste termijn De heer Jansen (AWP) geeft aan dat de AWP mee kan gaan in het voorstel. Wel is het woord 'kansen' in de titel enigszins misleidend. Het woord voegt niets toe, maar is waarschijnlijk vanuit een positieve insteek toegevoegd. Een kans wil echter ook zeggen dat er een negatief resultaat kan zijn. Zo lijkt het of er met het gevraagde krediet ook risico's worden gelopen. De heer Ten Hove (VVD) merkt op dat het stuk sterk verbeterd is ten opzichte van de versie die in de commissie SKK is besproken. De antwoorden op de vragen van de VVD zijn daarmee gegeven. De VVD is benieuwd naar de resultaten van de monitoring, vooral in relatie tot de effectiviteit van de vispassages. De VVD is ook benieuwd naar de financiële voordelen die de koppeling van deze werkzaamheden aan andere al geplande werkzaamheden oplevert. Enige duiding daarvan anders dan dat het goedkoper is, stelt de VVD zeer op prijs. De heer Verweij (CU) geeft aan dat zijn opmerkingen aansluiten bij die van de VVD. In de notitie staat dat het standaard is dat voor iedere investering wordt gemonitord met het oog op de effectiviteit daarvan. Het verbaast de CU dan ook dat er nog geen rapportages bekend zijn over de effectiviteit van al bestaande vispassages. Die zou de CU graag tegemoet zien. De subsidiemogelijkheden zullen maximaal worden benut, maar die zijn nu nog niet inzichtelijk. De CU zou graag op de hoogte willen blijven van de vorderingen op dit gebied. De heer Verweij merkt op dat in het voorstel het advies van de commissie SKK niet afzonderlijk is vermeld, maar is verweven met wat het college nu voorstelt. Dat is niet zuiver. De heer Ypma (Bedrijven) sluit zich aan bij de opmerkingen en vragen van de VVD en de CU. De afspraak is geweest dat op basis van de resultaten uit monitoring zou worden besloten over volgende maatregelen. Nu liggen die maatregelen voor, maar er ontbreekt informatie over de nulsituatie en over de resultaten van eerdere maatregelen. Zo kan het algemeen bestuur zich geen beeld vormen van de effectiviteit van de maatregelen. De heer Reerink merkt op dat voor het college het glas halfvol was en dat het hier over extra's gaat. Dat vond men inderdaad positief. Het is ook prima om alleen te spreken van versnellingsmaatregelen. Monitoring en financiële rapportage zijn goed om te doen. Er heeft zeer recent een discussie met de organisatie plaatsgevonden over de rapportage aan het algemeen bestuur over de Kaderrichtlijn Watermaatregelen. Er moet goed zicht komen op wat wel en niet goed gaat en wat de financiële gevolgen daarvan zijn. Deze rapportage zal dus worden gemaakt. Hoe groot het financiële voordeel zal zijn door het maken van werk met werk, is nu lastig te bepalen. Wel is duidelijk dat dit voordelen oplevert. Ook hierover zal indien daar meer zicht op is, aan het algemeen bestuur worden gerapporteerd. Het advies van het college zal in de toekomst afzonderlijk worden vermeld. De heer Beugelink geeft aan dat er in de afgelopen periode in een proef is gevist voor en achter vispassages. Aan twee kanten wordt in ieder geval vis gevangen. Of de passages leiden tot verbetering van de visstand in het achterliggende gebied is nog niet bekend. Daarvoor moeten de vispassages een aantal jaren in bedrijf zijn. In het voorjaar van 2012 zullen de resultaten van de proef met het vissen worden gedeeld met de commissie SKK. Tweede termijn De heer Verweij (CU) verwijst naar het ontwerpen en ontwikkelen van de vispassages al jaren geleden door een medewerker van De Stichtse Rijnlanden. Deze persoon is een van de experts op dit gebied in Nederland. De heer Verweij kan zich niet voorstellen dat er bij De Stichtse Rijnlanden niet al reeksen monitorgegevens voor de vispassages bekend zijn en daarmee inzicht in de effectiviteit. Een nulmeting is altijd zinvol om te doen. Het zorgen voor een goede onderbouwing voor het kunnen nemen van de juiste beslissingen stelt de CU zeer op prijs en de rapportages worden met belangstelling tegemoet gezien.
Bestuurszaken / 499761
Pagina 6 van 14
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011
CONCEPT De voorzitter sluit de beraadslagingen. Besluit Het algemeen bestuur besluit vervolgens met algemene stemmen om: 1. Een krediet van 2,5 miljoen euro toe te kennen voor KRW versnellingsmaatregelen die aanvankelijk ná 2015 geprogrammeerd waren. 2. Bijsturing en rapportage over de uitputting van het krediet versnellingsmaatregelen KRW 2016-2017 te laten verlopen via de bestuursrapportages. 12.Toekomstscenario RWZI Utrecht Eerste termijn Mevrouw Van der Vorm (WN) heeft waardering voor het goed onderbouwde voorstel vooral ook voor de financiële onderbouwing van de pro memorieposten. WN is het eens met het scheiden van de waterlijn en de sliblijn en met het opheffen van de rwzi Maarssenbroek. WN vindt nieuwbouw met "state of the art" technologie voor de rwzi Utrecht de beste keuze. De kosten daarvoor zijn vergelijkbaar met die voor renovatie. WN is voor innoveren, maar niet met Nereda in de grootste rwzi van De Stichtse Rijnlanden. Dat is te risicovol. WN is van mening dat over drie jaar nog onvoldoende ervaring met de toepassing van Nereda op grote schaal beschikbaar is. Daarnaast blijkt dat de toepassing van Nereda 25 miljoen euro duurder is dan toepassing met "state of the art" technologie. Dat zal betekenen dat ook de zuiveringsheffing met 10% omhoog zal gaan. Uit de analyse blijkt dat Nereda ook niet substantieel beter is dan "state of the art" technologie. Het uitstellen van het besluit heeft dan ook geen zin. Er kan nu worden begonnen met de voorbereiding van nieuwbouw in Utrecht. Met de punten 1, 2.1 en 2.2 kan WN instemmen met de punten 3.1 en 3.2 niet. Mevrouw Van der Nat (PvdA) geeft aan dat ook de PvdA waardering heeft voor het voldoende inzicht dat nu wordt gegeven in de consequenties van de verschillende mogelijkheden. De PvdA is blij dat duurzaamheid en innovatie mede een rol hebben gespeeld bij het maken van de afwegingen. De PvdA heeft veel vertrouwen in de deskundigheid van de opstellers van de plannen en heeft dan ook geen behoefte aan een second opinion. De PvdA is blij met uitstel van het besluit over het al dan niet toepassen van Nereda door nu tijd te kopen met het doen van beperkte investeringen nu. In de splitsing van de waterlijn en de sliblijn kan de PvdA meegaan. Ook in de keuze van nieuwbouw op Lage Weide en het opheffen van de rwzi Maarssenbroek zijn goede keuzes. De PvdA stemt in met de nieuwbouw van de waterlijn en het maken van een keuze voor de technologie over tweeënhalf jaar. De signalen om dan een keuze voor Nereda te kunnen maken, zijn voor de PvdA positief. Daarom wegen de investeringen die nu gedaan moeten worden daar tegenop. De PvdA stemt in met het hele voorstel. De heer Verheul (CDA) sluit zich namens het CDA bij wat de PvdA naar voren heeft gebracht. Het CDA stemt in met het hele voorstel. Daarnaast wijst de heer Verheul op het op 19 december 2011 aan De Stichtse Rijnlanden door STOWA gestuurde memo over de ontwikkelingen rond Nereda. Dit memo is zeer verhelderend. Wat in die notitie staat, verschilt nogal van wat door WN naar voren wordt gebracht. Het zou goed zijn als iedereen die notitie zou kunnen lezen. Dat zou de twijfels van sommige algemeen bestuursleden kunnen wegnemen. De voorzitter besluit het memo te laten kopiëren en uit te delen aan de algemeen bestuursleden. De heer Woittiez (VVD) arriveert om 15.15 uur. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) sluit zich namens de Bos- en Natuureigenaren aan bij wat de PvdA naar voren heeft gebracht. Zijn fractie stemt in met het hele voorstel. Mevrouw Van der Stroom (VVD) sluit zich namens de VVD aan bij de positieve opmerkingen over het proces en de verhelderende notitie. Het uitgangspunt voor het bepalen van de keuze zijn voor de VVD de kosten die de verschillende varianten met zich meebrengen en de gevolgen daarvan voor de bewoners van het gebied. De variant met vernieuwing van de waterlijn en het optimaliseren van de sliblijn op de huidige locatie scoort op dit punt het beste. Dat is dus voor de VVD het vertrekpunt. De voordelen van het verplaatsen van de sliblijn zijn aantrekkelijk en daar moet zeker serieus naar worden gekeken. Daarover heeft de VVD nog een aantal vragen. Het verplaatsen kent veel voordelen, ook inverdieneffecten, maar is in alle varianten veel duurder dan niet verplaatsen. Dat blijkt uit de netto contante waardeberekening. Als er zoveel voordelen zijn, waarom is de netto contante waarde dan niet lager? Moet wellicht het genoemde bedrag van de inverdieneffecten uit bijlage 1 daar nog van worden afgetrokken? De VVD heeft nog geen keuze gemaakt tussen direct beginnen met nieuwbouw van de waterlijn of het uitstellen van het besluit. De VVD is nu geen voorstander van toepassing van Nereda, maar neemt graag kennis van het memo van STOWA. Bij het uitstellen van het besluit over de te gebruiken technologie met tweeënhalfjaar moet er nu worden geïnvesteerd om te kunnen voldoen aan de bijgestelde eisen in een nieuwe lozingsvergunning. De informatie over de vergunning is niet
Bestuurszaken / 499761
Pagina 7 van 14
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011
CONCEPT duidelijk. Hoe reëel is het dat De Stichtse Rijnlanden van Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht de benodigde dan wel aangepaste vergunning krijgt, zodat de investeringen niet te hoog worden? De heer Ypma (Bedrijven) refereert aan de schriftelijke beantwoording van de vragen die in de ogen van de fractie Bedrijven zeer teleurstellend is. Vooral de verwijzing naar het niet voldoen aan bepaalde artikelen. Volgens de beantwoording is er wat de emissie-eisen betreft alleen een probleem met stikstof. 0,5 eenheden is de eis, terwijl 0,7 eenheden door de rwzi wordt geëmitteerd. Voor het verschil van 0,2 eenheden wil de fractie graag weten wat het effect is op de omgeving en wat de mogelijkheden zijn voor verdere vermindering. Dit in het licht van renovatie met een stukje nieuwbouw van de huidige installatie. Dat zou namelijk ook tot de mogelijkheden kunnen behoren. Dat is zelfs in de ogen van de fractie Bedrijven nog steeds de beste oplossing. Nieuwbouw is niet nodig, omdat die weinig extra's oplevert. Nieuwbouw met de huidige standaardtechnologie vraagt vooral integratie van massa- en energiestromen. In het voorliggende voorstel worden juist de waterlijn en de sliblijn uit elkaar gehaald en op verschillende locaties neergezet. Dat zorgt ervoor dat de proces- en bedrijfsvoering niet optimaal verloopt. Daarvoor moet de installatie zelfvoorzienend zijn. De toepassing van TDH zorgt voor meer biogasproductie uit dezelfde hoeveelheid slib. Er moet dus wel een verandering komen in de sliblijn. Nu wordt slib van andere locaties naar Utrecht getransporteerd. Dat slib kan straks op een andere locatie worden verwerkt. In het voorstel wordt een cruciale denkfout gemaakt door geen rekening te houden met het optimale proces van zelfvoorzienend zijn van de rwzi Utrecht door vergassing van alleen het eigen slib. Waar het slib van andere installaties wordt verwerkt, maakt niets uit. Dat moet op de meest gunstige locatie en kan samen met andere bedrijven. Zo hoeft er geen leiding onder het Amsterdam-Rijnkanaal door te worden aangelegd. De voorstellen zoals die er nu liggen zijn niet voldoende duurzaam. Ook aan de duurzaamheid van een bio-energiecentrale twijfelt de fractie Bedrijven. Dit vanwege het feit dat voor de werking van een dergelijke centrale hout nodig is dat van overzee moet komen en, dat er tot nu toe voor dergelijke centrales veel subsidie nodig is. De heer Verweij (CU) merkt op dat het nu gaat om een keuze op hoofdlijnen voor de rwzi Utrecht en een voorbereidingskrediet. Het gaat nu nog niet over het eigenlijke investeringskrediet. Het rapport biedt voldoende inzicht om een afweging te maken. Voor de CU speelt vooral de balans tussen duurzaamheid en acceptabele kosten een belangrijke rol bij het maken van de keuze tussen de varianten. De variant zoals ook WN die voorstaat met nieuwbouw met "state of the art" technologie, is ook voor de CU de beste variant. Daarbij moeten de pro memorieposten nog wel goed worden benut. Bij een keuze voor Nereda zou 25 miljoen euro extra moeten worden geïnvesteerd die niet worden terugverdiend. Om in het licht van duurzaamheid te kunnen zien waar investeringen het meest opleveren zou de bij de algemene beschouwingen door de CU gevraagde groslijst ook hier behulpzaam kunnen zijn. Voor het opheffen van de rwzi Maarssenbroek wordt een economische onderbouwing gegeven. Aspecten van duurzaamheid, locatie voor effluent lozing en consequenties voor de capaciteit van de zuiveringen zijn niet meegenomen. Gezien de omvang van de investering zou ook hierop moeten worden ingegaan. Met een voorbereidingskrediet nu kan de CU meegaan, maar de CU verwacht daarvoor wel een goede onderbouwing voordat er echt wordt geïnvesteerd. Wat besluitvorming betreft sluit de CU zich aan bij WN. De CU vindt het opvallend dat het CDA eerst Nereda afwijst en nu bijna pleit voor Nereda. De heer Verheul (CDA) geeft aan dat het jammer is dat niet iedereen van tevoren het memo van STOWA gekregen heeft. Hij is ervan overtuigd dat ook de CU na bestudering van het memo op andere gedachten zal komen. De heer Jansen (AWP) betrekt namens de AWP in zijn toelichting het proces zoals dat de afgelopen jaren gelopen heeft. De AWP is van mening dat voor grote rwzi's moet worden gegaan voor de meest duurzame oplossing. Dat is voor de AWP dat de hele rwzi Utrecht wordt geplaatst op een industriële locatie waar kansen zijn voor gebruik van het water, voor energieopwekking, nutriëntenterugwinning, het opwerken en verwerken van reststoffen en hergebruik ervan door bedrijven op dezelfde locatie. Duurzaamheid is ook dat er in de stad met minder stank en minder transportbewegingen beter en prettiger kan worden gewoond. De AWP is dus eigenlijk voor de optie die wel onderzocht is, maar die door de stad Utrecht uiteindelijk niet is gehonoreerd. De AWP is voor samenwerking met de stad, maar wel op een industriële locatie. Als dat nu niet mogelijk is, is voor de AWP de op een na beste keuze het renoveren, aan de praat houden van de huidige installatie op een zo goedkoop mogelijke manier, totdat dit duurzame scenario alsnog kan worden waargemaakt. Gezien ook de inbreng van anderen vindt de AWP dat wat nu voorligt te voorbarig om te steunen. Het voorstel is om vervolgstudies naar duurzaamheid en andere scenario's te doen en daarin ook second opinions mee te nemen. Dat laatste wellicht ook internationaal. De AWP is voorstander van innovaties. Investeren in Nereda brengt nu nog steeds grote en hoge financiële risico's met zich mee. Het is dus zeker verstandig een besluit daarover uit te stellen. Het zou van nationaal belang zijn als deze technologie waarmaakt wat die tot nu toe belooft. Met deze technologie zou Nederland de wereld ook kunnen veroveren. Daarbij is het lopen van risico's niet aan een waterschap, maar aan de 'Maatschappij der Nederlanden'. De keuze voor Nereda zou aan moeten sluiten bij de opties van het Innovatieplatform Water. De heer Van Leeuwen (SGP) geeft aan dat de SGP aanvankelijk zeer geïnteresseerd was in het standpunt van de Bedrijven. Daarnaast is ook het uitgangspunt dat de VVD hanteert belangrijk voor de SGP. Toch is de SGP
Bestuurszaken / 499761
Pagina 8 van 14
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011
CONCEPT uitgekomen op het standpunt van WN. De SGP vond het lastig te bepalen wat er met de sliblijn zou moeten gebeuren. De uitleg in de stukken en bijlagen heeft de SGP doen besluiten mee te gaan met het verplaatsen van de sliblijn. Ook de SGP gaat ervan uit dat de voordelen genoemd in de pro memorieposten nog moeten worden verwerkt in de netto contante waarde. De wijze waarop dit dossier is behandeld kan een voorbeeld zijn voor het omgaan met andere belangwekkende zaken. De heer Terpstra (W@I) vindt namens W@I dat het proces van de behandeling tot nu toe prima gelopen heeft. Voor W@I is ook het standpunt van de fractie Bedrijven over het omgaan met het slib interessant. Voor W@I was het lastig te bepalen wat nu de beste optie is. De optie met het vervangen van de installatie met "state of the art" technologie is vergelijkbaar met die van vervanging met toepassing van Nereda. De laatste optie kost wel 25 miljoen euro meer. W@I is voor nieuwbouw, maar het is wel gunstig om 'tijd te kopen' en de keuze voor de technologie uit te stellen. In de komende jaren kan dan worden bekeken of het slib toch naar Utrecht moet worden getransporteerd of toch beter op een andere locatie kan worden verwerkt. De heer Van den Hoeven (Agrariërs) sluit zich namens de fractie Agrariërs bij het standpunt van de PvdA. Het voorstel van de fractie is om de nieuwe sliblijn zodanig in te richten dat er ook mest in zou kunnen worden verwerkt. Daarmee zouden ook kosten kunnen worden terugverdiend. De heer Reerink gaat in op de vragen en opmerkingen. De complimenten over de verstrekte informatie zal hij doorgeven aan de organisatie. Een deel van de discussie spitst zich toe op de waterlijn: het al dan niet vernieuwen daarvan en de keuze van de technologie. De heer Reerink gaat in op het memo van STOWA die ook hem zeer laat onder ogen kwam. Hij begrijpt dat het ongelukkig is dat niet iedereen voor de vergadering over het memo beschikte. Het memo is een schriftelijke bevestiging van datgene wat met de heer Leenen was besproken. De heer Leenen is directeur van STOWA en voorzitter van het landelijk evaluatieplatform Nereda. Ook is gesproken over namen van deskundigen die eventueel een second opinion zouden kunnen geven. De belangrijkste voordelen worden weergegeven in het lijstje aan het begin van het memo. Een afvaardiging van De Stichtse Rijnlanden heeft ook een bezoek gebracht aan de rwzi in Epe waar Nereda is toegepast. Opvallend is dat de straten niet horizontaal, maar verticaal zijn opgesteld. In Epe bleek ook dat een derde van de capaciteit niet in gebruik hoefde te worden genomen door de effectiviteit van het verwerkingsproces. Mocht blijken dat de effectiviteit zo blijft, dan zou dat voor Utrecht betekenen dat de investeringskosten met een derde naar beneden kunnen. Weliswaar is de benodigde capaciteit voor Utrecht tien keer zo groot, maar de installatie bestaat uit allemaal losse straten. Bij het uitvallen van een straat kunnen de andere straten gewoon doorwerken. Daarmee is het risico ook voor een grote rwzi beperkt. In het memo zijn de ervaringen tot nu toe verwerkt. In april of mei 2012 verschijnt de evaluatie van de toepassing van Nereda in Epe. Er zijn nog twee installaties in Nederland in aanbouw. De ervaringen daarmee zullen voor de lange termijn ook worden meegenomen. De heer Leenen vindt het een verantwoordelijke keuze om het besluit over de toe te passen technologie uit te stellen. Wat nu inschattingen zijn, zijn dan harde cijfers. Dat en de ervaringen tot nu toe wil nadrukkelijk niet zeggen dat er over tweeënhalf jaar voor Nereda zal worden gekozen. Er is gesuggereerd om nu de waterlijn al te gaan vernieuwen met "state of the art" technologie. Echter, vooral de sliblijn in Utrecht verkeert in slechte staat. Daar moet snel worden ingegrepen. De waterlijn kan nog een tijd mee. Voor het verbouwen van de installatie in Utrecht moet ook eerst de sliblijn worden weggehaald. Er zit dus ook een logische volgorde in de aanpak: klaarmaken van de rwzi Leidsche Rijn klaargemaakt en aanleggen van de pijpleiding, aanpakken van de rwzi Maarssenbroek, bouwen van de sliblijn en afbreken in Utrecht. Het college heeft duurzaamheid en innovaties die als opdracht in het collegeprogramma staan ook voor de voorgestelde keuzes meegenomen. Er zouden heel veel kosten in beschouwing kunnen worden genomen. Maar veel kosten zijn echt inschattingen. Een beperkt aantal kosten zijn gebaseerd op ervaringscijfers. De laatste kosten zijn in de overzichten meegenomen. Bij het nu investeren in renovatie totdat met de nieuwbouw zal worden begonnen, moet ook worden gerealiseerd dat de afschrijvingsperiode van de huidige installatie dan langer doorloopt. Dat is ook een inverdieneffect. Het uitstellen van de investering in nieuwbouw levert ook een rentevoordeel op. Daarom is het verantwoord om de waterlijn nog voor een aantal jaren in stand te houden. Over een aantal jaren zal er ook meer inzicht zijn in de nu nog zachte cijfers. De cijfers genoemd in bijlage 1 zijn zachte cijfers, maar die geven wel een indicatie. Het is dus verantwoord om de sliblijn te verplaatsen. De cijfers uit bijlage 1 zijn niet opgenomen in de netto contante waardes in tabel 2 op pagina 5. Hoe daar politiek mee om te gaan is aan het algemeen bestuur. Als zal worden besloten om de nieuwbouw uit te stellen, wordt overwogen om in Utrecht een bestaande proefinstallatie met Nereda gedurende bepaalde tijd neer te zetten. Zo kan worden ervaren hoe het slib uit Utrecht in de installatie wordt verwerkt. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor voorlichting over Nereda aan het algemeen bestuur. Ook zal over de toepassing van Nereda een second opinion worden gevraagd. De teleurstelling van de Bedrijven over de beantwoording van de vragen wordt niet begrepen. Er is alles aan gedaan om bijeenkomsten te organiseren en daarnaast hebben de Bedrijven ook nog een bezoek gebracht aan de betrokken, deskundige medewerkers van De Stichtse Rijnlanden op dit gebied. De afspraken die over de beantwoording van
Bestuurszaken / 499761
Pagina 9 van 14
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011
CONCEPT vragen zijn gemaakt, zijn nagekomen. Met de suggestie dat er geen bereidheid is tot communicatie is gaat de heer Reerink niet mee. Over de gedoogvergunning voor de lozing is overlegd met Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. Daarmee is zowel ambtelijk als bestuurlijk door dit hoogheemraadschap akkoord gegaan. Aan de vergunning wordt nu gewerkt zodat bij het aflopen van de huidige vergunning in mei er een nieuwe vergunning ligt. Het zou kunnen dat er wel extra procestechnologische en chemische maatregelen moeten worden genomen om aan de normen te voldoen. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht stelt dezelfde eisen aan de vergunning als aan de vergunningen voor hun eigen rwzi's. De heer Reerink is het niet eens met de opmerking dat nieuwbouw ten opzichte van renovatie niets extra's biedt. Het blijven bijbouwen van onderdelen en het blijven renoveren levert uiteindelijk een slecht 'huis' op. Het proces is dan ook niet meer logisch en dus niet meer goed beheersbaar. Daarnaast is wat energiekosten betreft deze keuze ook onverantwoord. Voor de sliblijn worden de activiteiten in Nieuwegein mede gebruikt als voorbereiding op de bouw in Utrecht. In Nieuwegein is TDH als technologie toegepast. Het besluit over de tweede fase van de Energiefabriek moet nog worden genomen. Daarover wordt het algemeen bestuur nog nader geïnformeerd in het voorjaar. Dan zal er een keuze worden gemaakt. Die keuze heeft ook weer invloed op de ervaring die kan worden opgedaan voor toepassingen in Utrecht. Ook voor Nieuwegein is gepleit voor een goede balans tussen opwekking van energie en het weer gebruiken daarvan in dezelfde installatie. Dat wil dus zeggen dat niet al het slib op één plaats moet worden verwerkt. Warmte kan dan niet meer efficiënt worden benut. Wel is het van belang de slibverwerking niet te veel te verdelen, dat werkt juist weer ineffectiviteit in de hand. Welke keuze ook wordt gemaakt, altijd zal er slib per as moeten worden vervoerd. Het streven is dan ook om met ontwatering en eigen verbranding dan wel vergassing dit tot een minimum te beperken. Het slib dat potentieel aan de biomassacentrale van Eneco zal worden geleverd, vormt slechts een zeer klein deel van het totaal dat een dergelijke centrale nodig heeft. Eneco zal nooit een centrale baseren op wat door De Stichtse Rijnlanden wordt aangeleverd. De heer Reerink is het niet eens met de opmerking dat "state of the art" technologie per definitie goedkoper is dan Nereda. Dat is een van de redenen dat er 'tijd wordt gekocht' om erachter te komen wat de kosten voor Nereda werkelijk zullen zijn. Extra informatie over de gevolgen van het opheffen van de rwzi Maarssenbroek zijn altijd bij de organisatie op te vragen. De lozing zowel in Maarssenbroek als in Leidsche Rijn gebeurt op het AmsterdamRijnkanaal. De hydraulische capaciteit van Leidsche Rijn is voldoende. Wel moet daar in 2020 een derde nabezinktank worden gebouwd. Meer duurzaamheid door verplaatsing van de rwzi is ook het uitgangspunt geweest. Daarover is jaren met de gemeente Utrecht gepraat, maar dat bleek onhaalbaar. Het nemen van een besluit moest echter wel gebeuren om te voorkomen dat er rond de rwzi in Utrecht echt problemen ontstaan door ouderdom. De overlast voor omwonenden wordt vooral door de sliblijn veroorzaakt. Het verplaatsen van de sliblijn heeft dus op dit gebied wel voordelen. Nereda is van nationaal maatschappelijk belang. Er is ook overwogen om bij het ministerie van EL&I en ook bij DHV aan te kloppen om over de risico's te onderhandelen. Daarvoor moet echter wel bekend zijn of er voor Nereda wordt gekozen. Ook voor het vragen van subsidies moet de keuze helder zijn. Mevrouw Van der Vorm (WN) vraagt een schorsing aan. De voorzitter schorst de vergadering voor 10 minuten. Mevrouw Van der Vorm (WN) heeft overlegd met andere fracties en heeft het memo van STOWA gelezen. Dat is uiteraard een goed verhaal van iemand die voorzitter is van de club die Nereda moet promoten. De fractie WN heeft nog wel een aantal vragen. Wie garandeert dat de genoemde effluentkwaliteit ook wordt gehaald? Als dat niet het geval is, wie betaalt dan de afbraak van de installatie en het bouwen van een nieuwe installatie? Nereda is een modulair systeem. De technische risico's zijn daarmee inderdaad beperkt, het technologische risico is altijd nog groot. Dat wil zeggen dat het proces niet werkt en de installatie niet doet wat die moet doen. Het voorstel om een proefinstallatie in Utrecht neer te zetten wil WN daarom graag aannemen. Toepassing van Nereda zou zelfs goedkoper uit kunnen pakken dan toepassing van "state of the art" technologie. Het zou mooi zijn als binnen tweeënhalfjaar de gegevens over Nereda ook hard kunnen worden gemaakt en er positieve resultaten met een proefinstallatie zijn. Gezien de kans daarop kan de fractie meegaan in het uitstel van de beslissing op dit moment. Later kan dan op grond van harde financiële en technologische gegevens een keuze worden gemaakt. Het verzamelen van deze gegevens is voor WN wel een voorwaarde. E.e.a. betekent dat de fractie WN nu meegaat met het volledige voorstel. Tweede termijn Mevrouw Van der Nat (PvdA) complimenteert WN met de goede argumenten waarop besloten is het besluit over de keuze van de technologie toch uit te stellen. De PvdA hecht eraan dat het besluit over de technologie nog in deze
Bestuurszaken / 499761
Pagina 10 van 14
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011
CONCEPT bestuursperiode zal worden genomen. Althans als verkiezingen door de invoering van de nieuwe wet worden uitgesteld. Dat voorkomt dat een nieuw bestuur de hele discussie weer over zal doen. De heer Verheul (CDA) geeft aan dat het CDA blij is met de opstelling van WN. Mevrouw Van der Stroom (VVD) gaat in op de zachte cijfers van de inverdieneffecten voor de sliblijn zoals in bijlage 1 staan. Op basis daarvan kan de VVD geen besluit nemen en de VVD gaat daarom alleen uit van de harde cijfers. Die zullen ertoe leiden dat de zuiveringsheffing zal worden verhoogd. De VVD kan dus ook niet instemmen met punt 2 van het voorstel. Op dit punt dient de VVD een amendement in. In het amendement met nummer 19 wordt het college van dijkgraaf en hoogheemraden verzocht de tekst van het voorgenomen besluit onder punt 2 als volgt te wijzigen: in te stemmen met het handhaven en optimaliseren van de huidige sliblijn en nieuwbouw traditioneel voor de waterlijn te plegen op de huidige locatie. De heer Jansen (AWP) geeft aan dat de AWP kan instemmen met het voorstel. De aanmelding van de toepassing van Nereda bij het Innovatieplatform Water zoals de AWP dat bedoelde, was niet met het oog op het verkrijgen van subsidie. Het aanmelden is zinvol om aan te geven dat de intentie bestaat om een beloftevolle technologie op volle schaal te gaan toepassen. Dat houdt een risico in en de vraag aan het platform zou moeten zijn wie bereid is het risico voor De Stichtse Rijnlanden te gaan dragen. De heer Van Leeuwen (SGP) geeft aan dat de SGP een van de fracties is waarmee WN heeft overlegd. De SGP sluit zich aan bij wat door WN naar voren is gebracht. De heer Ypma (Bedrijven) geeft aan dat de benutting van het slib zoals genoemd in bijlage 1 precies past in het voorstel van de Bedrijven. De Bedrijven pleiten ervoor dat de rwzi Utrecht zelfvoorzienend blijft op het gebied van energieopwekking. Dat wil dus zeggen dat in Utrecht ook alleen maar slib uit Utrecht zal worden verwerkt. Er hoeft dus geen verbinding tussen Maarssenbroek en Utrecht te worden aangelegd. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) geeft aan dat zijn fractie akkoord gaat met het voorstel. Bij de beantwoording van de vragen werd genoemd dat het verplaatsen van de sliblijn ook voor de bevolking van Utrecht voordelen oplevert. Dit, en ook andere positieve punten, zouden met wat meer vuur naar voren kunnen worden gebracht. Door de verplaatsing naar Nieuwegein gaan De Stichtse Rijnlanden zich duidelijk profileren en positioneren op het gebied van de industriële ontwikkeling in het Utrechtse. De heer Verweij (CU) was ook aanwezig bij het overleg met WN. De CU sluit zich aan bij wat WN naar voren heeft gebracht. De VVD vindt dat de cijfers in bijlage 1 niet hard genoeg zijn en heeft daarom een amendement ingediend. De omvang van het totale bedrag is ongeveer 39 miljoen euro. Het verplaatsen van de sliblijn kost ongeveer 20 miljoen euro extra. De CU gaat ervan uit dat van de 39 miljoen euro er uiteindelijk zeker 50% hard zal kunnen worden gemaakt. Als dat niet zo zou zijn, zou de CU mee hebben kunnen gaan met de VVD. De heer Verweij wil graag nog wel de bevestiging van de portefeuillehouder dat 50% van het bedrag ook echt hard te maken is. De heer Terpstra (W@I) stemt na de beantwoording van de vragen door de heer Reerink namens W@I in met het voorstel. De heer Van den Hoeven (Agrariërs) stemt namens de Agrariërs in met het voorstel. De heer Reerink gaat in op de opmerkingen en de vragen. Naar aanleiding van de vraag van WN over wie betaalt als invoering van Nereda misloopt, merkt de heer Reerink op dat een deel van de bestaande installatie blijft staan. Dat deel blijft op de achtergrond beschikbaar om bij onverhoopt uitvallen van het nieuwe systeem over te kunnen stappen op het oude systeem. Het pilotonderzoek in Utrecht had de heer Reerink al aangeboden. Daar zal aan worden gewerkt. Of Nereda over tweeënhalfjaar goedkoper zal blijken te zijn dan "state of the art" technologie is nu niet te voorzien. Hij is het eens met de opvatting dat het goed zou zijn dat dit algemeen bestuur nog een besluit neemt en wel op basis van voldoende harde cijfers. Als de cijfers niet hard zijn, kan natuurlijk altijd door het algemeen bestuur gekozen worden voor "state of the art" technologie. Over de opmerking van de Bos- en Natuureigenaren dat er meer in de kansen moet worden geloofd, merkt de heer Reerink op dat hij en het college echt geloven in wat er staat en mogelijk is. Dat geldt ook voor het hard kunnen maken van de cijfers in bijlage 1. Het uitgangspunt van de heer Reerink is dat het beter is met wat voorzichtigheid vertrouwen te winnen dan om alleen maar uit te roepen dat het allemaal wel goed is. Er wordt zorgvuldig geprobeerd alleen zekerheid in te bouwen die er ook is. Als er een besluit is, zal ook met de gemeente Utrecht en de burgers worden gecommuniceerd over wat er staat te gebeuren. De voorzitter sluit de beraadslagingen en gaat over tot de besluitvorming. Hij stelt het amendement aan de orde. Mevrouw Van der Stroom (VVD) trekt, nadat zij de discussie in de tweede termijn heeft aangehoord, het amendement van de VVD in. De voorzitter geeft aan dat het amendement met nummer 19 is ingetrokken en geen onderdeel meer uitmaakt van de besluitvorming.
Bestuurszaken / 499761
Pagina 11 van 14
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011
CONCEPT Stemming Het algemeen bestuur vraagt om over de verschillende onderdelen van het voorstel apart te besluiten. De voorzitter stemt hiermee in en brengt daarop de verschillende onderdelen als volgt in stemming: punt 1 afzonderlijk, de punten 2.1 en 2.2 samen en de punten 3.1 en 3.3 samen. Er zijn 23 stemgerechtigden aanwezig. Punt 1 Alle fracties stemmen voor. Dat wil zeggen 23 stemmen voor. Punten 2.1 en 2.2 Alle fracties met uitzondering die van de VVD en van de Bedrijven stemmen voor. Dat wil zeggen 18 stemmen voor en 5 tegen. Punten 3.1 en 3.2 Alle fracties met uitzondering die van de Bedrijven stemmen voor. Dat wil zeggen 21 stemmen voor en 2 stemmen tegen. Besluit Daarmee besluit het algemeen bestuur vervolgens om: 1. In te stemmen met de differentiatie van de ontwikkeling van de rwzi Utrecht naar de water- en de sliblijn waardoor fasering van het toekomstscenario mogelijk is. 2.1 In te stemmen met de keuze voor nieuwbouw van de sliblijn op het terrein van de rwzi Maarssenbroek op Lage Weide en hiervoor een voorbereidingskrediet van € 1.000.000,= beschikbaar te stellen. 2.2 In te stemmen met het opheffen van de rwzi Maarssenbroek en het afvalwater van Maarssenbroek te zuiveren op de rwzi Leidsche Rijn en hiervoor een voorbereidingskrediet van € 900.000,= beschikbaar te stellen. 3.1 In te stemmen met nieuwbouw van de waterlijn op de huidige locatie en over uiterlijk 3 jaar de definitieve keuze voor Nereda of "state of the art" nieuwbouw te maken, op voorwaarde dat dit vergunningstechnisch met betrekking tot de effluentlozing mogelijk wordt gemaakt. 3.3 In te stemmen met het opstellen van een instandhoudingsplan voor het operationeel houden van de huidige waterlijn tot 2018 en hiervoor een voorbereidingskrediet van € 300.000,= beschikbaar te stellen. 13.Kwijtschelding voor kleine ondernemers en zelfstandigen Eerste termijn Mevrouw Hiemstra (AWP) vraagt zich af hoe ondernemers bekend worden met dit besluit. De heer Woittiez (VVD) geeft aan dat de VVD vindt dat het voorstel niet valt onder de kerntaken van De Stichtse Rijnlanden. Sociaaleconomisch beleid en herverdeling van inkomens is geen taak voor een waterschap. Ondernemers moeten ondernemen en niet met subsidies en kwijtschelding hun bedrijf overeind houden. De VVD is tegen dit voorstel. Mevrouw Van der Vorm (WN) merkt op dat het gaat over 14.000 euro gederfde inkomsten. Er wordt niet genoemd wat het kost om deze regeling uit te voeren. De heer Van Leeuwen (SGP) is de opvatting van de VVD toegedaan. Inkomenspolitiek is geen taak van dit functionele bestuur. Dat is een zaak van de gemeentelijke en landelijke politiek. De heer Ypma (Bedrijven) vraagt zich af in hoeverre het beleid van de algemene democratie wordt gevolgd. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) heeft principieel moeite met dit voorstel en sluit zich aan bij de opvattingen van de VVD en SGP. Een ander punt waar de fractie Bos- en Natuureigenaren zich aan stoort is het automatisme waarmee een door een gemeente gemaakte keuze door De Stichtse Rijnlanden wordt overgenomen. Dat lijkt wellicht efficiënt maar dat maakt wel dat De Stichtse Rijnlanden onderdeel worden van het sociale beleid van gemeenten. Als kwijtschelding van toepassing moet zijn voor deze categorie zouden die dat zelf bij De Stichtse Rijnlanden moeten kunnen aanvragen. De heer Verweij (CU) is van mening dat De Stichtse Rijnlanden ook een sociale organisatie is die voor alle burgers in zijn beheersgebied de zaken goed moet willen regelen. Daarbij moeten de zwaarste schouders ook de zwaarste lasten dragen. De CU is blij met het voorliggende voorstel. De heer Miltenburg gaat in op de opmerkingen en vragen. Met de gemeente Utrecht wordt al lang op het gebied van belastingen, invorderingen en kwijtscheldingen intensief samengewerkt. De gemeente Utrecht heeft dit nieuwe beleid goed uitgewerkt. Het zelf invullen van dit beleid zal veel meer kunnen gaan kosten dan het volgen van het beleid van de gemeente Utrecht. Het is wellicht verstandig om vanuit de praktische kant dit voorstel toch te volgen. Voor de uitvoering wordt meegelift met de gemeente Utrecht. De kosten voor De Stichtse Rijnlanden zijn daarmee gering. De kosten zullen voornamelijk op het gebied van voorlichting worden gemaakt. Met het volgen van dit beleid toont De Stichtse Rijnlanden ook haar sociale gezicht. De heer Miltenburg wijst er nog op dat de kwijtschelding alleen het particuliere deel van de kleine ondernemers en zelfstandigen betreft. De regeling geldt niet voor de zakelijke zuiveringsheffing.
Bestuurszaken / 499761
Pagina 12 van 14
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011
CONCEPT De heer Van den Hoeven (Agrariërs) merkt op dat de regeling geldt voor het hele beheergebied van De Stichtse Rijnlanden. In het gebied buiten de gemeente Utrecht zouden volgens hem ook veel agrariërs voor de regeling in aanmerking komen. De derving zou wel eens veel groter kunnen zijn dan het genoemde bedrag. De heer Miltenburg geeft aan dat de criteria voor kwijtschelding voor mensen met een bedrijf behoorlijk streng zijn. Hij wijst er nogmaals op dat het alleen gaat over het privédeel van die mensen. Tweede termijn De heer Woittiez (VVD) merkt op dat De Stichtse Rijnlanden een uitstekend sociaal beleid voert door te waarborgen dat de ingezetenen droge voeten en voldoende en schoon water hebben. De heer Verweij (CU) merkt op dat het hier niet gaat over waar De Stichtse Rijnlanden het geld aan uitgeeft, maar over wie de lasten draagt. Die moeten op een sociale manier worden verdeeld. De heer Van Leeuwen (SGP) merkt op dat het te gemakkelijk is om te zeggen dat er ook praktisch naar dit voorstel moet worden gekeken. Kosten voor het ophalen van belastingen die niet worden afgedragen is een gevolg van gemaakte afspraken. De SGP kan zich niet vinden in de opvatting van de CU. De heer Miltenburg neemt kennis van de politieke opvattingen. Wat nu wordt voorgesteld voor kleine ondernemers en zelfstandigen is al jaren van toepassing voor particulieren. In de Unie van Waterschappen bestaat de wens om nog eens breed te discussiëren over kwijtschelding. Daarmee komt dit punt zeker nog terug bij het algemeen bestuur. De voorzitter sluit de beraadslagingen en gaat over tot besluitvorming. Stemming Er zijn 21 stemgerechtigden aanwezig. Twee personen hebben tijdelijk de zaal verlaten. Uitgebracht zijn 13 stemmen voor (WN, Agrariërs, W@I, CU, mevrouw Hiemstra van de AWP, PvdA, CDA) en 8 stemmen tegen (VVD, SGP, de heer Jansen van de AWP, Bedrijven, de heer Glastra van de Bos- en Natuureigenaren). Besluit Daarmee besluit het algemeen bestuur vervolgens om: 1. De Kwijtscheldingsregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 1998 als volgt te wijzigen: Na artikel 1 wordt een artikel toegevoegd, luidende: Artikel 1-A Met betrekking tot een verzoek om kwijtschelding door een natuurlijk persoon die een bedrijf of een zelfstandig beroep uitoefent, zijn de afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 van overeenkomstige toepassing indien de belastingen geen verband houden met de uitoefening van dat bedrijf of beroep. 2. Ten aanzien van de inwerkingtreding van dit besluit het volgende te bepalen: Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2012. 14.Intrekking Nota financiële grondslagen De voorzitter geeft aan dat het voorstel niet is behandeld in de commissie. Daarom kon het niet als hamerstuk worden voorgelegd. Eerste termijn Er zijn geen opmerkingen of vragen. Besluit Het algemeen bestuur besluit vervolgens met algemene stemmen om naast de reeds op 1 maart 2011 ingetrokken paragrafen 3 en 4 van de Nota financiële grondslagen, vastgesteld in de openbare vergadering van 21 april 2004, ook de overige paragrafen van deze nota in te trekken. 15.Benoeming lid rekenkamercommissie Eerste termijn Mevrouw Van der Stroom (VVD) geeft aan dat de VVD van harte instemt met het voorstel. Naar aanleiding van dit voorstel geeft zij aan dat de heer Woittiez als lid van de rekenkamercommissie graag op korte termijn vervangen wil worden. Naar aanleiding van dit verzoek vraagt de voorzitter de heer Verheul (CDA) het voortouw te nemen voor de werving van kandidaten ter vervanging van de heer Woittiez. De heer Verheul (CDA) accepteert dit verzoek.
Bestuurszaken / 499761
Pagina 13 van 14
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011
CONCEPT Besluit Het algemeen bestuur besluit vervolgens met algemene stemmen om de heer ir. J.P. Verweij te Woerden te benoemen tot intern lid van de Rekenkamercommissie voor de resterende termijn van de huidige zittingsperiode van de leden van het algemeen bestuur. De voorzitter feliciteert de heer Verweij (CU) met zijn benoeming. 16.Aanbevelingen AB-werkgroep 'Van Leeuwen e.a.' De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Leeuwen. De heer Van Leeuwen (SGP), voorzitter van de Werkgroep Vergaderstructuur licht de aanbevelingen toe aan de hand van een presentatie. Een hand-out van de dia's wordt uitgedeeld. De voorzitter bedankt de werkgroep en concludeert dat de reacties op de aanbevelingen van de werkgroep positief zijn. Besluit Het algemeen bestuur besluit vervolgens om de aanbevelingen van de ad hoc AB-werkgroep m.b.t. verbetering van de vergaderkwaliteit van commissies en het algemeen bestuur over te nemen. Er zal in de organisatie worden nagegaan of hiervoor wijzigingen nodig zijn in het reglement van orde. 17.Rondvraag Mevrouw Hiemstra (AWP) deelt mee dat zij zwanger is. Tussen eind mei en eind september 2012 zal zij daarom niet aanwezig zijn bij de vergaderingen. De heer Verheul (CDA) geeft aan dat hij over Oud Kamerik informatie van het algemeen bestuur had verwacht. Hij vraagt hoe het college denkt uit de impasse te geraken. De voorzitter zegt informatie op dit punt dit toe. Mevrouw Van der Vorm (WN) sluit zich aan bij de opmerking van het CDA. WN wil graag weten op welke termijn de bedoelde informatie komt. De voorzitter zegt toe dat deze informatie nog voor de kerstdagen zal worden verstuurd. De heer Verweij (CU) stelt voor de bespreking van de informatie te agenderen voor de volgende vergadering. De voorzitter zegt toe dat dit punt voor de eerstvolgende vergadering van de commissie SKK zal worden geagendeerd. Overigens heeft het college zich voorgenomen stil te staan bij de lessen die hierover moeten worden geleerd, aldus de voorzitter. De heer Meuleman spreekt namens De Stichtse Rijnlanden de waardering uit voor de bijdrage die het algemeen bestuur levert aan het werk van het waterschap. Ter ondersteuning daarvan overhandigt hij de bestuursleden een prachtig fotoboek met foto's van Nederland vanuit de lucht gezien. 18.Sluiting De voorzitter wenst een ieder prettige feestdagen en sluit de vergadering.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 april 2012,
Voorzitter,
P.J.M. Poelmann
Secretaris,
drs. E.Th. Meuleman
Bestuurszaken / 499761
Pagina 14 van 14