Notitie lokale bewegwijzering Aalburg 1 juli 2015
Inhoud Inleiding………………………………………………………………… Reikwijdte notitie……………………………………………………… Functie van bewegwijzering.………………………………………… Overzicht beleid en richtlijnen……………………………………….. Criteria voor verwijzing.........………………………………………… Voorwaarden bewegwijzering……………………………………….. Plaatsing bewegwijzering……………………………………………. Specificaties verwijsborden………………………………………….. Beheer en onderhoud………………………………………………... Overgangsregeling……………………………………………………. Bijlagen…………………………………………………………………. 1. 2. 3. 4. 5.
1 1 1 1 2 2 3 4 4 5 6 en verder
Begrippenlijst Objectenoverzicht Overzichtstekening hoofdroutes, bedrijventerreinen en centrumgebied Stroomschema lokale bewegwijzering Overzicht pictogrammen
-1-
Inleiding Er komen regelmatig verzoeken binnen om bewegwijzering van toeristisch-recreatieve en andere bedrijven. Er is behoefte aan duidelijkheid over wat wel of niet bewegwijzerd wordt of zou moeten worden. Het oude beleid uit 1984 is aan herziening toe. Het doel van dit document is om een leidraad te bieden aan de wegbeheerder om de lokale bewegwijzering goed en eenduidig te organiseren. De notitie biedt ook een kader voor beoordeling van verzoeken. We streven zodoende naar uniformiteit en minder verrommeling van openbare ruimte. De stelregel is dat we een minimale bebording toepassen. De richtlijnen van CROW zijn het uitgangspunt.
Reikwijdte notitie Dit document gaat in op de bewegwijzering naar objecten op lokaal niveau gericht op het auto- en fietsverkeer. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt in utilitaire objecten (overwegend openbaar toegankelijke objecten, bijvoorbeeld gemeentehuis of politiebureau), toeristisch-recreatieve bestemmingen en overige bedrijven. Dorpsplattegronden en toeristische informatieborden kunnen ook gezien worden als vormen van lokale bewegwijzering maar vallen buiten de scope van deze notitie. ANWB-bewegwijzering, zoals verwijzingen naar kernen en bedrijventerreinen, valt niet onder lokale bewegwijzering. Ook recreatieve routes (wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën) blijven buiten beschouwing, evenals wandel- en fietsroutenetwerken (knooppunten) en evenementen.
Functie van bewegwijzering Bewegwijzering vervult een belangrijke functie voor de weggebruiker en de wegbeheerder. Zoekverkeer kan de doorstroming belemmeren en verkeersonveilige situaties veroorzaken. Door bewegwijzering kan de weggebruiker zijn plaats bepalen en vooral zijn weg vinden naar de bestemming. Bewegwijzering draagt daarom bij aan een vlotte en veilige verkeersafwikkeling. Daarnaast geeft een goede bewegwijzering ook een stimulans aan de lokale (recreatieve) voorzieningen en de lokale economie. Adequate bewegwijzering straalt gastvrijheid uit. Door de komst van navigatiesystemen is bewegwijzering voor veel weggebruikers niet langer het eerste medium dat gebruikt wordt om zich te oriënteren. Steeds minder zal de bewegwijzering gebruikt worden om weggebruikers naar de gewenste locatie te geleiden maar meer ter bevestiging van de juiste route. Voorlopig is en blijft een goede lokale bewegwijzering een aanvullende service aan bezoekers.
Overzicht beleid en richtlijnen Regeling plaatsen uniforme verwijzingsborden (Aalburg, 1984) In Aalburg is er een systeem voor het bewegwijzeren van lokale objecten. Dit is opgezet in 1984. De regeling bevat bepalingen over verwijzingsborden (aanvragen, vormgeving, plaatsing et cetera). Ze bevat geen criteria voor de beoordeling of een bedrijf of instelling voor bewegwijzering in aanmerking komt. Verzoeken worden in behandeling genomen en in principe altijd ingewilligd. De kosten van de verwijzing komen voor rekening van de aanvrager. Beleidskader bewegwijzering Land van Heusden en Altena (2010) In 2009 hebben de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem het ‘Beleidskader bewegwijzering Land van Heusden en Altena’ opgesteld. In Aalburg is dit beleidskader vastgesteld en op 25 februari 2010 in werking getreden.
-2Regionale beleidsvisie recreatie en toerisme (2011) Op 22 februari 2011 hebben de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem ingestemd met de Regionale beleidsvisie recreatie en toerisme. In deze beleidsvisie is het verbeteren van de toeristische bewegwijzering als actiepunt opgenomen. Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (2011) Ook het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) dat de raad op 31 mei 2011 heeft vastgesteld is een relevant beleidskader. Volgens het GVVP is een adequate informatievoorziening van belang voor de verkeersveiligheid en het principe ‘verkeer op de juiste plaats’. CROW-publicatie 322 Richtlijn bewegwijzering 2014 In deze publicatie wordt ingegaan op alle mogelijke aspecten van bewegwijzering, inclusief objectbewegwijzering naar toeristisch-recreatieve en lokale objecten.
Criteria voor verwijzing We willen geen ongebreidelde toename van het aantal borden in de openbare ruimte. Een overdaad aan verwijzingsborden is onoverzichtelijk en ook vanuit esthetisch oogpunt niet gewenst. Daarnaast spelen in de huidige tijd navigatiesystemen en routeplanners een steeds grotere rol. Dit alles rechtvaardigt enige terughoudendheid in het beleid voor lokale bewegwijzering. Welke soorten bestemmingen komen nu wel in aanmerking voor bewegwijzering, en welke niet? De CROW-publicatie 322 geeft richtlijnen hiervoor. Deze zijn als uitgangspunt gebruikt en aangevuld met voorkomende soorten objecten in de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem. Dit heeft geresulteerd in het objectenoverzicht zoals opgenomen in bijlage 2. Vervolgens is de ligging van de bestemming van belang. Ligt een bestemming zichtbaar aan een hoofdroute of een weg parallel daaraan, dan wordt deze niet bewegwijzerd. De hoofdroutes zijn aangegeven op de kaart in bijlage 3 bij deze notitie lokale bewegwijzering. Ten slotte kijken we of de bestemming een logisch onderdeel is van een groter gebied of object dat als zodanig is of kan aangegeven met bewegwijzering. Als dat zo is, gaan we ervan uit dat bezoekers eerst de bewegwijzering naar dat gebied of object volgen. Een dergelijk groter gebied of object kan zijn: een (winkel)centrum, sportcomplex, natuurgebied, een historische stads-/dorpskern, een bedrijventerrein. De betreffende gebieden zijn aangegeven in bijlage 3 van deze notitie. Binnen de gebieden is maatwerk nodig. Individuele verwijzingen zijn mogelijk, maar ook een plattegrond kan een passende oplossing zijn. In kleinschalige gebieden is apart verwijzen niet nodig. In 4 zijn de beschreven stappen overzichtelijk weergegeven in een stroomschema.
Voorwaarden bewegwijzering De vier hoofdeisen waaraan bewegwijzering moet voldoen zijn: uniformiteit, continuïteit, leesbaarheid en begrijpelijkheid. Uniformiteit Uniformiteit betekent onder andere dat in het gehele land in soortgelijke situaties op eenzelfde wijze wordt verwezen. De uniformiteit van wegwijzers wordt bepaald door de lay-out, de toegepaste systematiek, het kleurgebruik, het lettertype, het gebruik van symbolen en pictogrammen en de plaatsingssystematiek. Continuïteit Continuïteit houdt in dat de verwijzing naar een eenmaal in de bewegwijzering opgenomen doel wordt voortgezet totdat het desbetreffende doel is bereikt of totdat de aanduiding niet meer noodzakelijk is. Dit is van groot belang om twijfel bij de weggebruiker over de te volgen route te voorkomen.
-3Leesbaarheid De belangrijkste factoren die de leesbaarheid van wegwijzers bepalen, en daarmee ook het aantal verwijzingen op het bord, zijn de letterhoogte en het contrast tussen de opschriften en de ondergrond van de wegwijzer. Naarmate letters groter zijn, kunnen zij op grotere afstand worden gelezen. Naarmate de verkeersfunctie van een weg belangrijker is, wordt een grotere letterhoogte gekozen. Begrijpelijkheid Aanduidingen op bewegwijzering moeten logisch en begrijpelijk zijn. Aan namen van lokale en toeristische objecten wordt een symbool of pictogram toegevoegd ter ondersteuning. In bijlage 5 is een overzicht van pictogrammen opgenomen.
Plaatsing bewegwijzering De bezoeker volgt zo lang mogelijk de naam van de vestigingsplaats of de plaats of het gebied waarmee de bestemming wordt geassocieerd. Vanaf wegen buiten de bebouwde kom wordt dus niet verwezen naar bestemmingen binnen de bebouwde kom. Pas op het punt waar de route naar de bestemming gaat afwijken van de vestigingsplaats, start eventueel de aparte lokale bewegwijzering. Bewegwijzering naar objecten wordt geplaatst vanaf het punt waarop men de lokale hoofdroute verlaat. Daarnaast kan het gewenst zijn, voor recreatieve fietsers, om ook vanaf het fietsnetwerk toeristisch-recreatieve objecten te verwijzen. Aanduiding vindt alleen plaats als van rijrichting veranderd moet worden (keuze om links of rechts af te slaan) om de voorziening te bereiken. Gebruik van richtingsaanduidingen voor rechtdoor mogen alleen gebruikt worden als er sprake is van een onduidelijke verkeerssituatie (bijvoorbeeld een kruising van hoofdwegen) of als om verkeerstechnische redenen het verkeer beter via een andere weg naar de voorziening geleid dient te worden of als het postadres afwijkt. De wegwijzers worden binnen de bebouwde kom zoveel mogelijk op het actiepunt geplaatst. Een object wordt bewegwijzerd via de meest logische route, waarbij ook rekening wordt gehouden met verkeersveiligheid en leefbaarheid. Verwijsborden worden bij voorkeur bevestigd aan bestaande dragers (lichtmasten, ANWB-masten, flespalen et cetera). Als dat niet mogelijk is, worden één of meer palen geplaatst. Op een aantal plaatsen worden borden in een portaal geplaatst. Indien mogelijk blijven bestaande portalen gehandhaafd. De wegwijzerconstructie wordt, conform de uitvoeringsvoorschriften BABW, bij voorkeur in de berm geplaatst. De kantzijde van het wegwijzerbord is minimaal 600 mm vanaf de zijkant rijbaan/verharding geplaatst. Binnen de kom is de onderkant van het onderste wegwijzerbord ten opzichte van het maaiveld 1500 mm, buiten de kom is dit minimaal 800 mm. De plaatsingshoogte op het trottoir is 2200 mm onderkant bord boven maaiveld en 3500 mm boven fietspad. Als er geen ruimte is wordt het boven de weg geplaatst op 4600 mm, er wordt dan wel een groter bord met een groter lettertype geplaatst in verband met de leesbaarheid. Het aantal borden in de wegwijzeropstelling is afhankelijk van de wegcategorie en bedraagt vier voor regionale stroomwegen en zes voor gebiedsontsluitingswegen buiten de kom. Binnen de kom zijn langs gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen acht bestemmingen per wegwijzeropstelling toegestaan, met een maximum van zes per richting. Als het noodzakelijk is naar meer dan acht objecten te verwijzen, worden de borden per richting opgesplitst, een en ander ter beoordeling aan de wegbeheerder. De volgorde van borden wordt in eerste instantie bepaald door de pijlrichting. Van boven naar beneden lezend ziet men eerst de borden met een pijl rechtdoor, dan naar links en vervolgens de borden met een pijl naar rechts. Per richting wordt steeds de meest nabij gelegen bestemming als eerste vermeld.
-4-
Specificaties verwijsborden De wegwijzerborden voldoen aan de norm NEN 3381. Het wegwijzerbord is vervaardigd uit gecoat aluminium met kokerprofiel. De bordafmeting voor onze situatie is 900 x 150 mm (eenregelig) en 900 x 200 mm (tweeregelig). Uitzondering op deze afmetingen zijn de borden die in een portaal worden geplaatst, deze zijn 800 mm breed. De letterhoogtes voor toeristisch-recreatieve en utilitaire bewegwijzering zijn:
Letterhoogte op strokenborden in mm 1
Gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom
Erftoegangswegen buiten de bebouwde kom
Gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom
Erftoegangswegen binnen de bebouwde kom
110/83
80/60
110/831 80/60
60/45
Langs wegen met Vmax= 70 km/h
Het lettertype gebruikt voor de bewegwijzering is RWS Dd. De utilitaire bewegwijzering is herkenbaar aan een blauw bord met zwarte tekst en een zwart symbool in een wit kader.
Toeristisch-recreatieve bewegwijzering is herkenbaar aan de witte tekst op een bruine achtergrond, ondersteund met een symbool of pictogram.
Bewegwijzering naar overige bedrijven wordt uitgevoerd in groene borden met witte letters. Uitvoering voor toeristisch‐recreatieve en utilitaire bewegwijzering: a. linkswijzende en rechtdoorwijzende pijl links op het bord. b. rechtswijzende pijl rechts op het bord. c. in principe maximaal 2 pictogrammen De opschriften beginnen met een hoofdletter en bestaan verder in principe uit kleine letters. De tekst wordt zo kort mogelijk gehouden. Het toepassen van pictogrammen is aan te bevelen. Toeristischrecreatieve en utilitaire verwijsborden zijn voorzien van retroreflecterend materiaal (folie klasse III). Bedrijfslogo’s zijn niet toegestaan; bewegwijzering is een verkeersondersteunende maatregel en geen reclame-uiting.
Beheer en onderhoud Aanschaf Aanschaf van toeristisch-recreatieve borden komt voor rekening van de ondernemer die het aanvraagt. De aanvraag voor nieuwe borden kan schriftelijk bij de gemeente Aalburg ingediend worden. De gemeente toetst de aanvraag aan de hand van de opgestelde criteria. Als deze aanvraag wordt goedgekeurd wordt een plan opgesteld met de plaatsing van de wegwijzer(s) en een kostenopgave voor aanschaf en plaatsing. Dit plan wordt voorgelegd aan de aanvrager. Na overeenstemming zal de gemeente de borden en eventuele dragers bestellen en overgaan tot plaatsing.
-5Als plaatsing gewenst is aan een weg die in beheer is bij een andere wegbeheerder dan de gemeente, dan moet altijd contact opgenomen worden met de andere wegbeheerder. Het aanvragen van vergunning voor plaatsing van deze borden komt voor rekening van de aanvrager. Onderhoud Het onderhoud van de borden is een verantwoordelijkheid van de wegbeheerder. Onder onderhoud wordt verstaan: zorgen voor een reparatie of vervangen en het schoonmaken. Eén keer per jaar worden alle verwijzingsborden geïnspecteerd. Tijdens de inspectie worden de wegwijzerborden schoongemaakt en kleine reparaties uitgevoerd. Bij onherstelbare schade wordt de naamgever van het wegwijzerbord benaderd met een prijsopgave voor vervanging. Na overeenstemming wordt de schade hersteld. Kosten De kosten van bewegwijzering naar commerciële bedrijven worden aan die bestemmingen toegerekend. Als de bewegwijzering een andersoortige bestemming betreft betaalt de gemeente de kosten. In het objectenoverzicht in bijlage 2 is vermeld aan welke partij de kosten van de verwijzing - in principe - toegerekend worden.
Overgangsregeling In de huidige situatie zijn objecten bewegwijzerd die daarvoor niet meer in aanmerking komen na vaststelling van deze notitie. Hiervoor is een overgangsregeling geformuleerd. 1. a. b. c.
Een verwijzing wordt per direct verwijderd als: zij in slechte staat is, of de aanduiding niet meer klopt, of zij is aangebracht zonder vergunning van de gemeente.
2. Een verwijzing blijft gehandhaafd of wordt geïntegreerd of vervangen in het nieuwe systeem (voor rekening van de gemeente) als: a. het bord in goede staat is, en b. de plaatsing en uitvoering overeenkomstige het nieuwe beleid is, en c. de bestemming volgens het nieuwe beleid in aanmerking komt voor verwijzing. 3. Een verwijzing wordt verwijderd na het verstrijken van de technische levensduur als: a. de bestemming volgens de huidige inzichten niet in aanmerking komt voor verwijzing, en b. het is aangebracht met vergunning van de gemeente.
Afwijken in bijzondere gevallen De gemeente is bevoegd in bijzondere gevallen, ter beoordeling van de gemeente, gemotiveerd en onder voorwaarden van het beleid in deze notitie af te wijken.
Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5.
Begrippenlijst Objectenoverzicht Overzichtstekening hoofdroutes, bedrijventerreinen en centrumgebied Stroomschema lokale bewegwijzering Overzicht pictogrammen
Bijlage 1 Begrippenlijst Actiepunt BABW
Beslispunt
CROW Erftoegangsweg Gebiedsontsluitingsweg
Handwegwijzer (HWW) Lichtwegwijzer (LWW) NEN 1772
NEN 3381
Object (Solitair) P‐route/P‐ring
RVV
Parkeer- en reisvoorziening (P+R) Pictogrammen en symbolen Portaal
Straatnaambord Stroomweg
Utilitair
Begin van het weggedeelte of het punt waarop een verkeersteken betrekking heeft. Zie ook beslispunt. Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), mede in verband met de invoering van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990) in Nederland in het leven geroepen. Dit besluit is gebaseerd op de Wegenverkeerswet (WVW) en geeft nadere instructies over plaatsing en het verwijderen van een verkeersteken. Punt waar de weggebruiker op de verkregen informatie van de bewegwijzering zal moeten reageren door al dan niet van richting te veranderen. Een kennisorganisatie op het gebied van infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer en werk en veiligheid. Weg bedoeld voor het toegankelijk maken van erven (woningen en bedrijven). Erftoegangswegen liggen in een verblijfsgebied. Weg waar op wegvakken het doorstromen prevaleert en op kruispunten het uitwisselen. Deze wegen komen binnen en buiten de bebouwde kom voor. Hoge, niet van binnenuit verlichte besliswegwijzer met een of meer armen die zijn voorzien van retroreflecterend materiaal. Hoge besliswegwijzer met een of meer van binnenuit verlichte armen. Deze norm geeft voor straatnaamborden en huisnummerborden functionele eisen ten aanzien van de afmeting, de uitvoering, de constructie, de kleursoorten en de lichttechnische eigenschappen van de toegepaste materialen en de plaatsing. Deze norm geeft de afmetingen, de materialen, de kleuren en de lichttechnische eigenschappen van retroflecterende en gewone materialen voor verkeerstekens op borden. Gebouw, stadion, sportveld, ziekenhuis, enzovoort, dat veel verkeer aantrekt. Route langs de grote parkeerterreinen en parkeergarages. Hiermee wordt zoekverkeer voorkomen. De route kan als Proute of P‐ring worden aangeduid. Het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 oftewel RVV 1990 is een uitvoeringsbesluit bij de Wegenverkeerswet 1994. In het RVV zijn de verkeersregels en de verkeerstekens te vinden die in Nederland van toepassing zijn. Voorziening of terrein waar automobilisten hun auto kunnen parkeren en kunnen overstappen op het openbaar vervoer. Pictogrammen en symbolen geven in een beeld informatie over een object, terrein of (toeristisch-recreatieve) bestemming. Geheel van twee of meer ondersteuningsconstructies die door een ligger zijn verbonden, bestemd voor het aanbrengen van verkeersaanduidingen of bovenleidingen. Bord waarop de naam van de straat is vermeld. Weg bedoeld voor een vlotte doorgang van het verkeer. Stroomwegen worden onderscheiden in nationale stroomwegen (autosnelwegen) en regionale stroomwegen (autowegen). Een object openbaar toegankelijk en van maatschappelijk nut zoals bijvoorbeeld een gemeentehuis of bibliotheek.
Bijlage 2 Objectenoverzicht
Bijlage 3 Overzichtstekening hoofdroutes
Bijlage 4 Stroomschema lokale bewegwijzering komt de bestemming volgens het objectenoverzicht in aanmerking voor bewegwijzering?
→
nee
→
bestemming niet bewegwijzeren
→
ja
→
bestemming niet bewegwijzeren
→
ja
→
eerst groter gebied/geheel bewegwijzeren; op de bewegwijzering naar het gebied/geheel een pictogram opnemen voor de bestemming, mits de bestemming een utilitair of toeristisch-recreatief object is (zie voorbeeld hieronder); eenmaal binnen het gebied: maatwerk
↓ ja ↓
ligt de bestemming zichtbaar aan een hoofdroute? ↓ nee ↓
is de bestemming een logisch onderdeel van een groter gebied/geheel dat in aanmerking komt voor bewegwijzering?
voorbeeld
↓ nee ↓ de bestemming komt in aanmerking voor objectbewegwijzering
Haven Sleeuwijk
Bijlage 5 Overzicht pictogrammen