Raad Agendanr. Doc.nr.
: 10 december 2002 : 27 : B200212355
Afdeling:
: Educatie en Welzijn
RAADSVOORSTEL Onderwerp
: Bijgestelde notitie ‘Toetsingskader lokale omroepen’
Opmerkingen vooraf Tijdens de vergadering van de commissie IZ d.d. 28 augustus jl. is ons voorstel inzake een Toetsingskader lokale omroepen behandeld. Dit voorstel gaf aanleiding tot dusdanige vragen en opmerkingen, dat de commissie tot het oordeel kwam dat het voorstel niet rijp was voor besluitvorming tijdens de raadsvergadering van 17 september jl. Het presidium besloot het voorstel dan ook niet te agenderen voor deze raadsvergadering. In deze bijgestelde notitie willen wij ingaan op de vragen en opmerkingen die vanuit de commissie zijn gemaakt. De ten opzichte van de oorspronkelijke notitie bijgestelde passages zijn cursief weergegeven. 1. Inleiding Tijdens de raadsvergadering van 15 januari 2002 heeft uw raad de subsidieaanvraag van de Heusdense Radio en Televisie Omroep behandeld en heeft u, conform ons voorstel, besloten deze aanvraag niet te honoreren. Een belangrijke overweging bij uw besluit was ons voorstel om eerst een toetsingskader (in de vorm van mediabeleid) te ontwikkelen waaraan de aanvraag van de HTR later dit jaar alsnog getoetst zou kunnen worden. 2. Begrippenkader en reikwijdte van de notitie Onder gemeentelijk mediabeleid verstaan wij het beleid van een gemeente ten aanzien van zakelijke contacten met de diverse persorganen. Hiertoe behoren de lokale en regionale dag- en weekbladen (zoals het Brabants Dagblad, De Heusdense Courant en De Scherper) en de lokale en regionale omroepen (zoals Omroep Brabant en de Heusdense Televisie en Radio Omroep). Bij mediabeleid gaat het dus niet om de inhoud van ‘de boodschap’, maar om zakelijke afspraken die met media kunnen worden gemaakt over het publiceren van ‘de boodschap’ en de daarvoor te betalen prijs. Het mediabeleid maakt onderdeel uit van het gemeentelijk communicatie- en informatiebeleid dat een veel bredere strekking heeft. Hiertoe rekenen wij de wijze waarop het gemeentebestuur wil communiceren over de inhoud en uitvoering van het gemeentelijk beleid. Het gemeentelijk communicatie- en informatiebeleid valt buiten de reikwijdte van deze notitie. Hoewel in deze notitie kort wordt ingegaan op de verschillende lokale media, is deze vooral toegespitst op het medium lokale publieke omroep. Dit vanwege de noodzaak een inhoudelijk en financieel kader vast te stellen, waaraan subsidie-aanvragen van lokale omroepen kunnen worden getoetst. Deze notitie handelt dus niet over het al dan niet toekennen van subsidie aan de HTR, maar moet, na vaststelling, de basis vormen waaraan een subsidieaanvraag van een lokale publieke omroep als de HTR kan worden getoetst. Met nadruk moet worden gesteld dat subsidiëring alleen kan plaatsvinden als blijkt dat een lokale publieke omroep voldoet aan alle eisen die de Mediawet aan lokale publieke omroepen stelt. In het gemeentelijk mediabeleid dat wij voornemens zijn te ontwikkelen zal aandacht worden besteed aan de overige lokale media. Omdat de
1/10
reikwijdte van deze notitie beperkt blijft tot lokale omroepen hebben wij gekozen voor ‘Toetsingskader lokale omroepen’ als titel voor deze notitie. 3. Wettelijke verplichtingen Voorlichting over de inhoud en uitvoering van het gemeentelijk beleid vindt plaats op verschillende manieren. Zo wordt gebruik gemaakt van mailings, van verspreiding van folders en brochures, inspraak en informatieavonden, alsmede van de gemeentelijke website. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van lokale media. Dit hangt samen met de verplichting die de gemeente op grond van de Gemeentewet heeft om gemeentelijke en landelijke besluiten te publiceren in een lokaal verschijnend dag- of weekblad. Met ingang van 1 januari 2002 heeft de gemeente Heusden een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten met de Heusdense Courant voor het plaatsen van de verplichte gemeentelijke informatiepagina’s. Het betreffende contract is aangegaan voor de duur van één jaar. Eind 2002 zullen wij opnieuw een afweging maken op welke wijze de gemeente in zakelijk opzicht gebruik wenst de maken van de lokale media om aan haar verplichting, belangrijke besluiten te publiceren, te voldoen. Met nadruk merken wij op dat van een subsidierelatie met de Heusdense Courant geen sprake is; het gaat om een privaatrechtelijke overeenkomst die alleen betrekking heeft op de berichten die gemeente verplicht is te publiceren. De gemeente kan aan deze overeenkomst geen rechten verbinden, evenmin kan zij inhoudelijk invloed uitoefenen op het gevoerde beleid van de Heusdense Courant. De wettelijke verplichting om besluiten te publiceren gaat niet zo ver dat publicatie moet plaatsvinden via een lokale publieke omroep. Indien een gemeente het van belang acht om burgers ook op deze wijze te informeren, staat het de gemeente vrij daartoe een privaatrechtelijke overeenkomst met een lokale publieke omroep te sluiten. In het verleden hebben wij een enkele keer, in geval van lokale calamiteiten, op ad-hoc basis gebruik gemaakt van deze mogelijkheid door zendtijd in te kopen bij de Heusdense Radio en Televisie Omroep. Voor berichtgeving bij regionale calamiteiten is een contract afgesloten met Omroep Brabant. Om uitvoering te geven aan haar communicatie- en informatiebeleid kan een gemeente de media ook op andere wijze inschakelen, namelijk op basis van goodwill. Zo kan zij een persbericht doen uitgaan over een belangrijk onderwerp of gebeurtenis, kan zij de pers uitnodigen voor een belangrijk evenement, een interview of wekelijks persgesprek. De gemeente Heusden maakt van deze middelen gebruik. Bij al deze activiteiten is de gemeente echter niet leidend. De gemeente verstrekt informatie maar het is redactioneel beleid of journalistieke vrijheid wat wel of niet wordt gepubliceerd, respectievelijk uitgezonden. 4. Mediaontwikkelingen Ontwikkelingen in de media hebben ertoe geleid dat de gemeente haar burgers ook op andere wijze dan via gedrukte media kan bereiken. Op landelijk niveau, maar in toenemende mate ook op lokaal niveau, concurreert het geschreven nieuws met nieuws dat op andere wijze wordt gebracht, zoals via beeldtekst, televisie of internet. Belangrijk voordeel van deze nieuwe media is, dat ze goed aansluiten bij de behoefte van burgers om zo snel en eenvoudig mogelijk informatie te verzamelen. Daarnaast zijn deze media, met name televisie, laagdrempelig. Hoewel daarnaar in onze gemeente nooit onderzoek is gedaan, kan op basis van landelijke cijfers worden aangenomen dat nagenoeg ieder gezin in de gemeente Heusden de beschikking heeft over tenminste één televisietoestel. 2/10
Het medium televisie kan daarom gezien worden als een logische aanvulling op de media die een gemeente van oudsher gebruikt. Zoals bij de geschreven pers het geval is, is het niet de bedoeling dat een gemeente zelf brenger wordt van nieuws. De media bepalen zelf wat nieuws is. Daarbij is tevens van belang dat het grootste gedeelte van gemeentelijke informatie geen nieuwswaarde heeft, maar wel een zogenaamde publiekswaarde. Hierbij gaat het onder meer om gemeentelijke informatie over dienstverlening en regelgeving. Via de recent in gebruik genomen gemeentelijke website, kan de gemeente deze informatie zelf verspreiden. 5. Overwegingen om een lokale omroep al dan niet te subsidiëren In de raadsvergadering van 19 februari jl. hebben verscheidene fracties aangegeven een lokale publieke omroep financieel te willen ondersteunen omdat deze naar het oordeel van deze fracties meerwaarde biedt. Juist deze meerwaarde is van belang om te kunnen beoordelen of een lokale omroep in aanmerking kan komen voor gemeentelijke subsidie. Waaruit bestaat deze meerwaarde? Naar ons oordeel kan daarbij gedacht worden aan de volgende overwegingen: •
lokale televisie is het enige lokale audiovisuele middel in onze gemeente.
•
een lokale omroep kan snel en op elk moment van de dag (24 uur per dag) inspelen op de actualiteit.
•
lokale televisie vormt een laagdrempelig medium dat inspeelt op lokale gebeurtenissen.
•
een lokale omroep kan een bijdrage leveren aan de pluriformiteit van de lokale berichtgeving.
•
een lokale omroep kan de betrokkenheid van de burgers bij het lokale bestuur vergroten door rechtstreeks aandacht te schenken aan o.a. de verkiezingen, gemeenteraadvergaderingen, grotere evenementen etc.
•
een lokale omroep kan een rol spelen bij lokale calamiteiten (overstromingen, bosbranden etc.)
•
een lokale omroep kan de gemeente van dienst zijn om verder vorm te geven aan haar informatie en communicatiebeleid. Hierbij dient echter nadrukkelijk opgemerkt te worden dat sprake kan zijn van een toekomstig groeimodel (zie hiervoor ook punt 7, laatste alinea).
Naast deze inhoudelijke overwegingen kunnen ook zakelijke argumenten een rol spelen bij de afweging om een lokale omroep al dan niet te subsidiëren. Sinds de fiscalisering van de omroepbijdrage in 2000, waarmee de mogelijkheid voor een gemeente om een lokale opslag te heffen is komen te vervallen, vindt compensatie plaats door middel van een storting van een bedrag in het gemeentefonds. Voor onze gemeente gaat het concreet om een bedrag van € 16.000. Deze gelden zijn niet geoormerkt, hetgeen wil zeggen dat de gemeente vrij is om deze middelen naar eigen inzicht in te zetten (een nadere toelichting op deze middelen treft u aan in bijlage 2). In de meicirculaire inzake de algemene uitkering uit het gemeentefonds, wordt toegelicht dat deze compensatie wordt 3/10
gegeven in relatie tot de lokale omroep. De bijdrage uit het gemeentefonds is dus niet bedoeld voor lokale dag- en/of weekbladen. Dit is op zich niet vreemd omdat de gemeente in het verleden nooit de mogelijkheid heeft gehad om een opslag te heffen ten behoeve van de lokale dag- en weekbladen en compensatie in dit opzicht dus niet nodig is. Naast de overweging dat de gemeente via het gemeentefonds (niet geoormerkte) middelen ontvangt die ter compensatie kunnen dienen van de lokale opslag die de gemeente tot 2000 kon heffen, is ook een andere zakelijke overweging van belang. Deze is dat een lokale omroep hoge kosten maakt om haar werk te kunnen doen. Denk hierbij aan forse investeringen in de benodigde apparatuur. 6. Wettelijke vereisten aan een lokale omroep Om in aanmerking te komen voor een zendtijdmachtiging dient de lokale omroep te voldoen aan de wettelijke bepalingen zoals deze zijn neergelegd in de Mediawet (artikel 42). Het Commissariaat voor de Media kan zendtijd toewijzen aan een lokale omroepinstelling, op aanvraag van die instelling. Daarbij geldt als randvoorwaarde dat per gemeente aan slechts één lokale omroepinstelling zendtijd toegewezen kan worden. De toewijzing van zendtijd door het Commissariaat voor de Media aan een lokale omroepinstelling gebeurt pas nadat de gemeenteraad aan het Commissariaat geadviseerd heeft over de vraag of de lokale omroepinstelling voldoet aan de eisen zoals geformuleerd in artikel 30 van de mediawet (zie bijlage 3). Een zendtijdmachtiging wordt telkens verleend voor de duur van 5 jaar. Uw raad heeft in 1999 een positief advies uitgebracht aan het Commissariaat over zendtijdtoewijzing aan de HTR. 7. Eisen lokale omroep in relatie tot subsidieverstrekking Om voor de kwalificatie van ‘lokale publieke omroep’ in aanmerking te komen, moet een omroep dus, in tegenstelling tot de geschreven pers, aan wettelijke bepalingen voldoen zoals vastgelegd in de Mediawet. Indien een lokale publieke omroep in aanmerking wenst te komen voor een gemeentelijke subsidie dient zij daartoe jaarlijks een verzoek in te dienen bij het college van B&W. Bij de beoordeling en afwerking van de subsidieaanvraag is de “algemene aanvullende subsidieverordening educatie en welzijn, gemeente Heusden 1999” van toepassing. Naast de algemene artikelen met betrekking tot de financiële verantwoording en het overleggen van een beleidsplan kunnen de navolgende aanvullende bepalingen opgenomen worden in de subsidievoorwaarden: •
evaluatie door middel van kijk en luisteronderzoek.
•
aantonen bestaansrecht op basis van luister- en kijkdichtheid.
•
professionalisering.
•
aanzetten tot fondswerving.
Wij zijn er geen voorstander van, zoals vanuit de commissie is gesuggereerd, om de periode waarvoor subsidie wordt verleend te koppelen aan de periode waarvoor de zendmachtiging geldt. Dat is namelijk strijdig met de algemene subsidieverordening, waarin wordt bepaald dat een subsidieaanvraag jaarlijks wordt ingediend. Inhoudelijk kan een gemeente uiteraard geen verplichtingen stellen aan een lokale omroep omdat daarmee de onafhankelijkheid van de omroep in het geding komt. Wel kan de 4/10
gemeente in een zogenaamde uitvoeringsovereenkomst afspraken maken over bijvoorbeeld het rechtstreeks uitzenden van raadsvergaderingen. Daarnaast kan een gemeenteraad, conform artikel 42, lid 8 van de Mediawet het Commissariaat voor de Media verzoeken om 5% van de aan de lokale omroep toegewezen zendtijd te mogen besteden aan overheidsvoorlichting. Dit moet de gemeente echter uit eigen middelen, anders dan die welke bedoeld zijn voor de lokale omroep, bekostigen. Deze vraag is echter nu niet aan de orde omdat deze beantwoord dient te worden in het kader van het te ontwikkelen gemeentelijk informatie- en communicatiebeleid. 8. Beschikbaar stellen financiële middelen Wij stellen voor het bedrag dat via het gemeentefonds beschikbaar wordt gesteld ter compensatie van het wegvallen van de lokale opslag (€ 16.000), beschikbaar te stellen voor het uitvoeren van beleid inzake lokale omroepen. Uiteraard staat het de gemeente vrij om het bedrag dat via het gemeentefonds beschikbaar wordt gesteld, uit eigen middelen op te hogen. Wij zijn daarvan geen voorstander. De suggestie vanuit de commissie dat de hoogte van de subsidie afhankelijk dient te worden gesteld van de exploitatiebegroting van de lokale omroep onderschrijven wij niet. Dat zou in strijd zijn met het gemeentelijk subsidiebeleid. Daarin wordt de hoogte van te verlenen subsidie bepaald op basis van door de raad vastgestelde inhoudelijke en financiële kaders. Wij achten het daarnaast niet een gemeentelijke verantwoordelijkheid om een lokale omroep te exploiteren. Een lokale omroep is een private instelling die een eigen verantwoordelijkheid draagt voor een gezond financieel bestaan. Uiteraard kan een gemeente wel tot een (beperkte) financiële bijdrage besluiten indien de lokale omroep in een maatschappelijke behoefte voorziet. In de commissievergadering zijn verschillende opmerkingen gemaakt over ons voorstel om het budget van € 16.000 op te splitsen in twee gelijke delen van € 8.000 voor respectievelijk subsidie voor, en een uitvoeringsovereenkomst met, een lokale omroep. Naar aanleiding van deze opmerkingen hebben wij dit onderdeel van het voorstel heroverwogen. Zoals toegelicht, is de keuze voor het onderscheid in twee gelijke bedragen van € 8.000 ingegeven door de wens om raadsvergaderingen uit te laten zenden door een lokale publieke omroep. Deze wens hangt samen met de overweging dat het uitzenden van raadsvergaderingen kan bijdragen aan het verkleinen van de afstand tussen politiek en burger. Het is echter onmogelijk deze wens gehonoreerd te krijgen zonder daarover nadere afspraken te maken met de lokale omroep. Dergelijke afspraken kunnen langs twee verschillende wegen worden gemaakt: •
Door het sluiten van een privaatrechtelijke uitvoeringsovereenkomst waarin wordt vastgelegd welke prestatie tegen welke prijs wordt geleverd. In feite koopt de gemeente dan zendtijd bij de lokale omroep. Het gaat daarbij dan om een civielrechtelijke overeenkomst buiten het bestuursrecht om. Het nakomen van dit type overeenkomsten is desnoods via de burgerlijk rechter afdwingbaar.
•
Door een afzonderlijke subsidie te verlenen voor de activiteit ‘uitzenden van raadsvergaderingen’. Om het uitvoeren van deze activiteit door de lokale omroep te waarborgen, dient in de subsidiebeschikking een opschortende voorwaarde te worden opgenomen. Deze voorwaarde houdt dan in dat tussen de gemeente en de lokale
5/10
omroep een uitvoeringsovereenkomst wordt gesloten waarin de lokale omroep zich verplicht om de raadsvergaderingen uit te zenden. Anders dan bij een privaatrechtelijke overeenkomst, is naleving van deze overeenkomst niet via bestuursrechtelijke weg afdwingbaar. Op grond van de reacties vanuit de commissie en nader overleg met de HTR stellen wij voor te kiezen voor de tweede variant, waarbij naast een algemene subsidie van € 8.000 een subsidie van € 8.000 wordt verleend voor het uitzenden van raadsvergaderingen. Voor deze tweede € 8.000 wordt in de subsidiebeschikking een opschortende voorwaarde opgenomen. In de commissievergadering is de vraag gesteld of ook het uitzenden van commissievergaderingen in de uitvoeringsovereenkomst wordt vastgelegd. Wij zijn daar geen voorstander van. Afgezien van het feit dat daarmee voor de lokale omroep hoge kosten zijn gemoeid, is de vraag of dit voor de burger toegevoegde waarde heeft. Besluiten worden immers in een raadsvergadering genomen en niet in een vergadering van de commissies. Het staat de lokale omroep uiteraard vrij om in bijzondere gevallen een uitzending te wijden aan een commissievergadering. Daar staat dan echter geen financiële vergoeding tegenover. Hoewel de keuze voor het opsplitsen van het budget een principiële is, is de omvang van de onderscheiden delen voor discussie vatbaar. Tot welke verdeling ook besloten wordt, deze heeft geen consequenties in relatie tot de uiteindelijke besteding. Zolang de lokale omroep zich houdt aan de inhoud van de subsidiebeschikking en de af te sluiten overeenkomst over het uitzenden van de vergaderingen van de gemeenteraad, staat het de omroep vrij het daarvoor betaalde bedrag naar eigen inzicht te besteden. Door het toepassen van deze constructie is de onafhankelijkheid van de lokale omroep gewaarborgd. Door het toekennen van subsidie krijgt de gemeente geen zeggenschap over de programmaring en de berichtgeving van de omroep. De te sluiten uitvoeringsovereenkomst omtrent het uitzenden van de raadsvergaderingen sluit nauw aan bij het beleid dat wij ook voeren met betrekking tot de geschreven pers, met dien verstande dat in het geval van de Heusdense Courant gekozen is voor een privaatrechtelijke overeenkomst. Omdat het de eerste keer betreft dat wij, met inachtneming van het gestelde in deze notitie, subsidie willen verlenen aan, en een uitvoeringsovereenkomst willen sluiten met, de lokale omroep, willen wij het beleid eind 2004 evalueren. Doel daarvan is na te gaan of de lokale omroep haar bestaansrecht in de Heusdense gemeenschap heeft bewezen waardoor continuering van de subsidieverstrekking verantwoord is. Daarbij zal nadrukkelijk gekeken worden of subsidieverstrekking verder noodzakelijk is en of de lokale omroep instaat is zelf voldoende middelen te genereren bijvoorbeeld uit fondswerving, sponsoring en reclameinkomsten. De evaluatiecriteria kunnen in overleg met de lokale omroep worden vastgesteld en opgenomen worden in de subsidie- en uitvoeringsovereenkomst. 9. Financiële dekking Voor het mediabeleid is in de begroting 2002 geen budget opgenomen. Het totaal beschikbaar te stellen bedrag ad. € 16.000,- kan in dit geval ten laste gebracht worden van de incidentele post voor onvoorziene uitgaven. In de conceptbegroting 2003 is conform de vastgestelde voorjaarsnota voor mediabeleid een PM-post opgenomen. Ook in 2003 is dus geen budget voor het mediabeleid aanwezig. Het structurele bedrag ad € 16.000,- dient in 2003 dan ook ten laste te worden gebracht van de structurele post voor onvoorziene uitgaven. 6/10
In combinatie met andere voorstellen, die u separaat zijn aangeboden wordt deze post echter in totaliteit overschreden op een moment, dat het jaar 2003 nog niet eens is begonnen. Door toevoeging van een deel van de structurele verhoging van de algemene uitkering aan de post voor structurele onvoorziene uitgaven kan deze overschrijding worden gedekt. 10 Advies raadscommissie De raadscommissie IZ heeft in haar vergadering van 25 november 2002 advies uitgebracht over dit voorstel. De fracties Groen Links en VVD adviseren negatief; de overige fracties adviseren positief. Verder adviseren alle fracties in punt 2 van het aangereikte conceptbesluit op te nemen dat subsidie wordt verleend voor het “integraal uitzenden van raadsvergaderingen”. Het voorstel wordt op de B-lijst geplaatst. 11 Voorstel Wij stellen u voor om bijgaand gewijzigd conceptbesluit vast te stellen Burgemeester en wethouders van Heusden, de secretaris, de burgemeester, Mr. J.T.A.J. van der Ven BIJLAGEN:
drs. H.P.T.M. Willems
1. Conceptbesluit 2. Toelichting middelen compensatie lokale omroep (reeds in uw bezit) 3. Artikel 30 van de Mediawet (reeds in uw bezit)
TER INZAGE: De stukken liggen ter inzage in de leeskamer, locatie Vlijmen. Steller: J. de Kort
7/10
CONCEPTBESLUIT De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 10 december 2002; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2002, doc.nr. B200212355 besluit: 1. Het ‘Toetsingskader lokale omroepen’ conform inliggende bijgestelde notitie vast te stellen. 2. Jaarlijks een subsidiebedrag van € 16.000,- beschikbaar te stellen voor een lokale publieke omroep, waarvan € 8.000 als algehele subsidie en € 8.000 voor het integraal uitzenden van raadsvergaderingen, waartoe met de lokale omroep een uitvoeringsovereenkomst zal worden gesloten. 3. Het totaal bedrag ad € 16.000,-- in 2002 ten laste te brengen van de begrotingspost voor incidentele onvoorziene uitgaven en in 2003 ten laste te brengen van de begrotingspost voor structurele onvoorziene uitgaven. 4. Het subsidiebeleid ten aanzien van lokale omroepen eind 2004 te evalueren. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 10 december 2002; De raad voornoemd, de secretaris,
de voorzitter,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. H.P.T.M. Willems
8/10
Bijlage 2 TOELICHTING MIDDELEN COMPENSATIE LOKALE OMROEP Met ingang van 1 januari 2000 is de omroepbijdrage afgeschaft. Vanaf deze datum worden de middelen voor de publieke omroep gegenereerd via de inkomstenbelasting. Met de afschaffing van de omroepbijdrage is voor de gemeenten de mogelijkheid vervallen om een lokale opslag te heffen ten behoeve van de lokale omroep. (Sinds 1996 kende de mediawet de mogelijkheid voor gemeenten om een lokale opslag voor de omroepbijdrage te heffen ten behoeve van de lokale omroep. Deze lokale opslag bedroeg maximaal € 0,91 (fl. 2.00) per betalingsplichtige. De gemeente Heusden heeft echter nooit gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Uit gegevens van de Organisatie Lokale Omroepen Nederland (OLON) bleek dat per 1 juni 1999 333 lokale omroepen actief waren. In slechts 83 gemeenten werd een opslag geheven). Aanvankelijk was niet voorzien in een compensatie uit het gemeentefonds ten behoeve van de lokale omroepen. Op aandringen van de VNG is structureel een bedrag van € 4.537.802 toegevoegd aan het gemeentefonds. Naderhand is in 2001, eveneens op aandringen van de VNG nog een bedrag toegevoegd van € 1.904.061,79 zodat het totale bedrag uitkomt op € 6.773.123,51. Het beschikbare bedrag wordt verdeeld over alle gemeenten. Per wooneenheid ontvangt onze gemeente € 0,75 x uitkeringsfactor 1,255 zodat per wooneenheid een bedrag van € 0,94 uitgekeerd wordt. Per 1-1-2002 telt onze gemeente 16.876 wooneenheden. Derhalve is 16.876 x € 0.94 = € 15.884,54 (afgerond € 16.000,- ) beschikbaar voor de lokale omroep. Het bedrag is echter niet geoormerkt. In het algemeen geldt dat de compensatie-regeling niet ingrijpt in het tot dan gevoerde beleid van de gemeenten. Dit betekent dat de wijze waarop de gemeente de financiële relatie met de lokale omroep heeft vormgegeven, bepalend is voor de toekomstige verhouding. Het staat de gemeente Heusden vrij om een eigen afweging te maken of zij (een deel) van het geld daadwerkelijk inzet voor de lokale omroep.
9/10
Bijlage 3 ARTIKEL 30, MEDIAWET Een lokale omroepinstelling moet aan de volgende eisen voldoen: 1. Zij is een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid. 2. Zij stelt zich blijkens haar statuten hoofdzakelijk ten doel, ter uitvoering van de taak van de publiek omroep, op lokaal niveau een programma voor de algemene omroep te verzorgen en alle activiteiten met betrekking tot de programmaverzorging en uitzending te verrichten die daartoe nodig zijn. Het programma is zodanig gericht op de bevrediging van de in de gemeente levende maatschappelijke, culturele, godsdienstige behoeften, dat de instelling geacht kan worden van algemeen nut te zijn; en 3. Zij heeft op grond van de statuten een orgaan dat het programmabeleid bepaalt. Dit orgaan heeft een zodanige samenstelling dat het representatief is voor de belangrijkste in de gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. De leden van dit orgaan worden op voordracht van de omroep benoemd door het college van burgemeester en wethouders.
10/10