Notitie aan
J. de Waard (Trivire Wonen)
van
A. de Baerdemaeker
betreft
Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht
project
0619
datum
2 augustus 2011
Postbus 23452 3001 KL Rotterdam telefoon: 010-436 42 22 fax:
010-436 43 99
e-mail:
[email protected]
www.bureaustadsnatuur.nl bezoekadres: Natuurhistorisch Museum Rotterdam - Westzeedijk 345 (Museumpark)
Inleiding In het kader van de ontwikkeling van een bestemmingsplan voor woningbouw is bureau Stadsnatuur Rotterdam door Trivire Wonen gevraagd een ecologisch onderzoek uit te voeren naar beschermde vogels en vleermuizen. Het plangebied is gelegen in de gemeente Dordrecht. Het plangebied wordt in het noorden begrensd door de Patersweg, ten oosten de S.M. Hugo van Gijnweg, in het zuiden de Laan der Verenigde Naties en in het westen de Meindert Hobbemastraat (Figuur 1). In het plangebied zijn momenteel nog appartementen aanwezig. Deze appartementen zullen worden gesloopt en de huidige begroeiing zal worden verwijderd. Uit dit onderzoek moet blijken in hoeverre hier volgens de Flora- en faunawet strikt beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen van vogels en vleermuizen aanwezig zijn. Op basis van vooronderzoek is gebleken dat het plangebied potenties biedt aan gebouwbewonende soorten (De Baerdemaeker & Boon 2010).
Figuur 1. Projectgebied Patersweg rood omlijnd.
Methodiek Verschillende vogelsoorten maken gebruik van gebouwen om nesten op of in te maken, maar ook om er te rusten. In dit onderzoek is vooral het gebruik van het projectgebied door Huismus (Passer domesticus) en Gierzwaluw (Apus apus) van belang. Ook bepaalde soorten vleermuizen maken gebruik van gebouwen in dorpen en steden. Niet alleen om hun jongen ter wereld en groot te brengen, maar ook als zomer-, paar-, en winterverblijf. Vaste rust- en verblijfplaatsen van al deze soorten genieten jaarrond bescherming volgens de Flora- en faunawet. Voor ieder van deze soortgroepen is een andere onderzoeksaanpak vereist. Deze worden hieronder nader uiteen gezet.
0619 – notitie Patersweg Dordrecht
1/5
bureau Stadsnatuur Rotterdam
Huismus Het op kaart intekenen van tjilpende huismussen is een betrouwbare methode om het aantal broedparen vast te stellen (Van Dijk & Boele 2011). De mannetjes maken op deze manier de aanwezigheid van hun nest kenbaar. Het projectgebied is in de maanden april en mei tweemaal bezocht door een medewerker van bSR, te weten op 29 april 2011 en op 27 mei 2011 (Tabel 1). Beide bezoeken vonden plaats bij gunstige weersomstandigheden (geen zware wind of neerslag). Het gebied is te voet doorkruist waarbij alle tjilpende huismusmannetjes en in gebruik zijnde nesten in kaart zijn gebracht.
Gierzwaluw De Gierzwaluw is een trekvogel die pas vanaf eind april in Nederland terugkeert vanuit de Afrikaanse wintergronden. Kolonies zijn snel kenbaar doordat de vogels geregeld bij de nesten zwermen en roepen. Deze waarnemingen zijn slechts indicatief. Het vaststellen van een broedgeval geschiedt door het waarnemen van een in- of uitvliegende vogel. De exacte locatie van de nestopening dient daarbij te worden vastgelegd. Het gehele projectgebied is in de periode 15 juni t/m 15 juli tweemaal tussen 20:00 uur en 22:00 uur te voet en te fiets bezocht door één tot drie medewerkers van bSR (Tabel 1).
Vleermuizen Het onderzoek is uitgevoerd volgens het Vleermuisprotocol (NGB & VZZ 2009), zoals dat is vastgesteld door de Gegevensautoriteit Natuur. In de periode oktober 2010 tot en met juni 2011 zijn vier bezoekrondes uitgevoerd om kraamkolonies en paarverblijven van vleermuizen te inventariseren (Tabel 1). Veldbezoeken zijn te voet uitgevoerd door één of twee deskundigen, waarbij gebruik is gemaakt van batdetectors (type: Petterson D100 en D240x) en zaklampen (type Maglite). Het onderzoeksgebied is zowel rond zonsondergang als bij zonsopkomst en bij gunstige weersomstandigheden (niet te koud, niet te veel wind en nauwelijks of geen neerslag) geïnventariseerd. Tabel 1. De specificaties van het uitgevoerde veldwerk voor project Patersweg, Dordrecht.
datum
begintijd
eindtijd
soortgroep
inventariseerder(s)
7-10-2010
1:00
2:00
vleermuizen
L. Boon
24-10-2010
21:00
22:00
vleermuizen
L. Boon
29-4-2011
10:00
12:00
huismussen
A. de Baerdemaeker
27-5-2011
15:00
17:00
huismussen
A. de Baerdemaeker
28-5-2011
4:30
5:30
vleermuizen
L. Boon
20-6-2011
22:00
23:00
gierzwaluwen
L. Boon
20-6-2011
22:00
23:00
vleermuizen
L. Boon
9-7-2011
21:00
22:30
gierzwaluwen
L. Boon
Resultaten Huismus Er zijn geen vaste rust- en verblijfplaatsen van de Huismus in het projectgebied aangetroffen. Wel zijn er foeragerende of verblijvende exemplaren in en om het projectgebied waargenomen. In de directe omgeving van het projectgebied waren nesten van huismussen aanwezig (Figuur 2). Deze waren bijna uitsluitend gebouwd in gebouwen met dakpannen op het dak. Een situatie die binnen de grenzen van het projectgebied niet aanwezig was.
Gierzwaluw Er zijn geen vaste rust- en verblijfplaatsen van de Gierzwaluw in het projectgebied aangetroffen. In de huizenblokken direct ten noorden van het projectgebied werden op 9 juli zes tot acht laag over de daken scherende gierzwaluwen waargenomen (Figuur 2). Bij latere inspectie bleken daar tenminste twee nesten te zijn. Deze gierzwaluwen hadden geen enkele binding met het projectgebied.
0619 – notitie Patersweg Dordrecht
2/5
bureau Stadsnatuur Rotterdam
Figuur 2. Nestplaatsen van Huismus (rood) en Gierzwaluw (geel) buiten projectgebied Patersweg.
Vleermuizen Er zijn gedurende vier vleermuisbezoeken in totaal 32 waarnemingen van vleermuizen vastgelegd in en om het projectgebied. Het gaat om slechts één soort: de Gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus). Het grootste deel van de vleermuizen werd waargenomen terwijl zij aan het foerageren waren nabij en in het projectgebied. Alleen tijdens de najaarsbezoeken werden vaste verblijfplaatsen in het projectgebied vastgesteld in de vorm van vier paarverblijfplaatsen (Figuur 3). Het gaat om drie locaties aan de Adriaen van Ostadelaan en één aan de Frans Halsstraat. Deze locaties zijn volgens de Flora- en faunawet jaarrond strikt beschermd en sloop van deze gebouwen kan dus alleen plaatsvinden met een ontheffing ex art. 75 van de Flora- en faunawet.
Figuur 3. Paarverblijven van Gewone dwergvleermuis in projectgebied Patersweg.
0619 – notitie Patersweg Dordrecht
3/5
bureau Stadsnatuur Rotterdam
Overige relevante soorten In het projectgebied zijn diverse andere soorten vogels waargenomen die zeker of mogelijk broeden in de tuinen en perken. Het gaat in alle gevallen om algemene vogels waarvan de nestplaatsen gedurende het broedseizoen (ruwweg van 1 maart tot 15 juli) beschermd zijn.
Conclusie Op basis van dit onderzoek zijn de volgende conclusie getrokken: -
-
Er zijn geen vaste rust- en verblijfplaatsen van Huismus en Gierzwaluw in het projectgebied aanwezig. Aanvullende maatregelen ten aanzien van deze soorten zijn niet nodig. Er zijn paarverblijfplaatsen van Gewone dwergvleermuis in het projectgebied vastgesteld. Een ontheffing ex art. 75 van de Flora- en faunawet is vereist voor de sloop van de betreffende gebouwen (maar zie ook aanbevelingen) In het projectgebied broeden verschillende soorten vogels in bomen en struiken. De voorgenomen werkzaamheden dienen daarom buiten het broedseizoen (1 maart – 15 juli) plaats te vinden (maar zie aanbevelingen).
Aanbevelingen De volgende aanbeveling wordt gedaan ten aanzien van de vaste rust- en verblijfplaats van Gewone dwergvleermuis: -
Om de voorgenomen ontwikkelingen doorgang te kunnen laten vinden wordt aanbevolen een mitigatie- en compensatieplan voor Gewone dwergvleermuis op te stellen. Hierin dient aannemelijk gemaakt te worden dat de zorgplicht voor en de gunstige staat van instandhouding van deze soort gewaarborgd blijven. Indien werkzaamheden worden uitgevoerd volgens een door het Ministerie van EL&I goedgekeurd plan, is een ontheffing ex art. 75 van de Flora- en faunawet niet vereist voor uitvoering van het project, aangezien van wetsovertreding dan geen sprake is.
De volgende aanbeveling wordt gedaan ter voorkoming van verstoring van broedende vogels: -
Verwijder bomen en struiken binnen het projectgebied voor 1 maart om te voorkomen dat broedvogels zich in het projectgebied vestigen.
0619 – notitie Patersweg Dordrecht
4/5
bureau Stadsnatuur Rotterdam
Literatuur Baerdemaeker, A. de, i.s.m. L. Boon. 2010. Quick scan Patersweg Dordrecht. bSR-notitie 0620. bureau Stadsnatuur Rotterdam, Rotterdam. Dijk, A.J. van & A. Boele. 2011. Handleiding SOVON Broedvogelonderzoek. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen. NGB & VZZ, 2009. Het protocol voor vleermuisinventarisaties. 2 april 2009. Odijk.
Kaartmateriaal Google 2011, auteursrecht voorbehouden
© bureau Stadsnatuur Rotterdam, Postbus 23452, 3001 KL Rotterdam Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende. bSR kan door opdrachtgever niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die voortvloeit uit gebruik van data of gegevens of door toepassing van aanbevelingen en conclusies, die zijn opgenomen in deze rapportage.
0619 – notitie Patersweg Dordrecht
5/5
bureau Stadsnatuur Rotterdam