Notitie Informatie BRANDVEILIG LEVEN
van én voor iedereen
1
In de vergadering van 27 september 2013 heeft het AB zijn goedkeuring gegeven aan het Jaarverslag Brandveilig Leven 2012 – 2013. Activiteiten voor brandveilig leven zijn in 2012 in een pilotfase gestart. Inmiddels is er sprake van een verbreding en doorontwikkeling van de projecten. In het Plan “Brandveilig Leven is van én voor iedereen” is voorzien dat zowel de interne organisatie als de externe partners en specifieke doelgroepen worden meegenomen. De organisatiedoelen van Brandveilig Leven zijn: 1. Focus naar proactie preventie 2. Verbinding veiligheid en gezondheid/ verbinding fysieke en sociale veiligheid 3. Dienstverlening afgestemd op burgers en betrokkenheid gemeenten Brandveilig leven omvat de activiteiten die tot doel hebben de fysieke en sociale veiligheid van verschillende doelgroepen in hun eigen omgeving te verbeteren. Dit gebeurt met drie elkaar ondersteunende invalshoeken. 1. De komende generatie opvoeden met (brand)veilig leven Hierbij speelt educatie in het basisonderwijs een belangrijke rol. Maar daarnaast kan ook het voortgezet onderwijs actief betrokken worden. 2. Gericht doelgroepenbeleid Hierbij is het bereiken van specifieke doelgroepen, risico of kwetsbare groepen, met name belangrijk. 3. Sociaal-demografisch beleid Belangrijke basis om risicogericht te werken is een brandrisicoprofiel waarbij het mogelijk wordt een gemeente- dan wel wijk scan te maken op het gebied van brandveiligheid. Menselijk gedrag staat hierbij centraal als belangrijke factor in brandveiligheid, in tegenstelling tot regelgeving die is gericht op de gebouwde omgeving. Kernbegrippen hierbij zijn: • Sturen vanuit risicodifferentiatie; • Verhogen van veiligheidsbewustzijn; • Verhogen van zelfredzaamheid; • Handelingsperspectief vanuit eigen verantwoordelijkheid. Het plan heeft een looptijd tot 1 januari 2016 en dan vindt ook de overdracht van de activiteiten aan de staande organisatie plaats. Met Brandveilig Leven wordt gestuurd op gedragsverandering bij kwetsbare doelgroepen. Uit de 0-meting (pilot van de monitoring) blijkt dat de data van welstandsverdeling, bevolkingsgroepen, leeftijdssamenstelling en woningvoorraad naar bouwperiode inzicht geeft in de risicogroepen en –gebieden (naar postcode). In het Jaarverslag 2012 – 2013 Brandveilig Leven zijn op pag. 14 en 15 de risicogebieden in regioplaatjes weergegeven. Op basis van deze gegevens zijn de projectfiches tot stand gekomen. In het plan Brandveilig Leven zijn de volgende projecten opgenomen in projectfiches: • Monitoring; • Scholenproject “ Brááánd!!! Jij, de brandweer en veiligheid”; • Geen Nood bij Brand; • Voorlichting achter de voordeur; • Burgerpanel; • Voorlichting na brand; • Brandonderzoek.
2
De doelen van de projecten zijn SMART beschreven. De projecten steken in op de bewustwording van brandveilig gedrag en beperking van risico’s op het ontstaan van brand. Ook de interne organisatie en externe partners, zoals seniorenorganisaties, allochtone organisaties, gemeenten, zorgaanbieders en woningcorporaties worden meegenomen. In onderstaand overzicht wordt een korte samenvatting van de projecten weergegeven:
Scholenprogramma
GNBB
Voorlichting a.d. voordeur
Burgerpanel
Voorlichting na brand
Brandonderzoek
3
Vergroten veiligheidsbewustzijn en ‘opvoeden’ toekomstige generatie. Leerlingen in de leeftijd vanaf groep 6 bewust maken van de taken van de brandweer en leren over brandveiligheid op school en thuis. Door de landelijk ontwikkelde monitortool wordt het aantal deelnemers van het lespakket gemeten op school- en gemeenteniveau. De monitortool wordt gekoppeld aan het digitaal examen dat bij het lespakket hoort. Verhogen (brand)veiligheidsbewustzijn binnen de organisaties van zorginstellingen en bij de bewoners/cliënten van deze instellingen. De doelgroepen zijn het management, medewerkers en de bewoners/cliënten van een zorginstelling. Door middel van twee vragenlijsten, de nulmeting en de effectmeting, worden de houding, risicoperceptie en bewustwording ten aanzien van brandveiligheid bij medewerkers en cliënten van de zorginstelling in kaart gebracht. Tevens vindt binnen dit onderdeel ook het train-detrainer programma plaats. Doelgerichte en deskundige voorlichting achter de voordeur en het eventueel plaatsen van rookmelders om zo langer zelfstandig en veilig te blijven wonen en te participeren in de huidige maatschappij. Er wordt een campagne-achtige voorlichting georganiseerd. Door middel van registratieformulieren worden kennis en daadkracht en de samenwerking met de projecten Burgerpanel en Voorlichting na Brand gemeten. Tevens worden deelnemers Burgerpanel en medewerkers van samenwerkende zorg- en welzijnsinstellingen opgeleid tot ambassadeurs. Het burgerpanel is de kernactiviteit van de Zelfredzaamheidsacademie. Burgers (66 – 80 jaar, lage sociaal- economische status (ses)) en professionals (zorg- en welzijn-, en veiligheidsprofessionals) ontmoeten elkaar met als doel het vergroten en behouden van de eigen zelfstandigheid op het gebied van veiligheid en gezondheid van de (minder zelfredzame) ouderen en allochtonen. Hiermee is veel gezondheid- en veiligheidswinst en verminderd gebruik van zorg en repressie te realiseren. De toename van de kennis en bewustwording over eigen gedrag en leefstijl wordt gemeten via een behoeftepeiling, kennistoets en proeve van bekwaamheid. Bewoner, buren en of bewoners uit de wijk worden geïnformeerd over de woningbrand die bij hen of bij hen in de buurt heeft plaatsgevonden. Informatie over de woningbrand wordt verzameld door het Team Brandonderzoek en de leiding ter plaatse. Data worden verzameld voor de (georganiseerde) voorlichtingsbijeenkomst m.b.t. aantal deelnemers, vragen over ontstaan brand en samenhangend gedrag en aanvragen voor een voorlichting achter de voordeur. Ten behoeve van de projecten Brandveilig Leven wordt een Team Brandonderzoek opgericht. Dit team zal de brandoorzaak, de ontwikkeling van de brand en de invloed hierop van de gekozen bouw- en constructiewijzen, de toegepaste materialen en preventieve voorzieningen onderzoeken en de data aanleveren en/ of presenteren binnen de BVL projecten.
Resultaten projecten uitgedrukt in bereik van doelgroepen en/of risicogebieden Scholenprogramma Geen nood bij Brand
Voorlichting achter de voordeur
Burgerpanel
Voorlichting na brand
Brandonderzoek Monitoring
Bereik van ongeveer 17.000 leerlingen via 400 groepen bovenbouw van 200 scholen in de regio. Bereik 600 locaties van 10 deelnemende zorginstellingen in de regio waarbij 207 expedities uitgevoerd worden door de expeditieleiders GNBB en de overige locaties door de instellingen zelf wordt uitgevoerd na een train-de-trainer programma. Bereik in 5 jaar van alle 207.000 woonadressen in de regio via: mailing, 6.000 woonbezoeken p.j., 100 extra woonbezoeken p.j. n.a.v. evenementen, 75 woonbezoeken n.a.v. afspraken bij voorlichting na brand. Bereik in 2014: 2 allochtone burgerpanels en 10 seniorenpanels via de dagopvang van zorginstellingen. Bij positieve resultaten zal na 2014 het aantal seniorenpanels worden uitgebreid. Voorlichting na brand: Bereik per jaar 50 bijeenkomsten en 50 keer een mailing nav een woningbrand in de regio. Vóór 2014 1 Brandonderzoekteam opzetten i.s.m. Brabant ZO, Brabant Noord en Zuid-Limburg. Rapportage over resultaten projecten en toename bewustwording en eigen verantwoordelijkheid van de doelgroepen. Data wordt gekoppeld aan de 0-meting en het Dekkingsplan.
In de periode tot 2016 ziet het tijdsbeslag van de projecten er als volgt uit:
4
In het dekkingsplan is opgenomen waar de risicogebieden zijn. Het effect van brandveilig leven is bewustwording en een gedragsverandering bij deze groepen, waarvan verwacht wordt dat er minder brand ontstaat en er dus minder repressie noodzakelijk is. Een accent op proactie preventie is een voorwaarde. De samenwerking met U en de afzonderlijke gemeenten, afdeling Veiligheid en Communicatie, maar ook met andere externe partners is van groot belang voor het slagen van brandveilig leven in onze regio. Daarbij wordt ook Brandweer Nederland en de Regio Zuid6 (Veiligheidsregio’s Zeeland, Midden-West Brabant, Brabant Noord, Brabant Zuid Oost, Zuid Limburg, Limburg Noord) betrokken.
5