Notitie “Bevindingen na afloop van het beoordelingsproces” Geschreven door de commissie ICT doorbraak ‘De zorg ontzorgd met ICT’ bestaande uit: Rien Meijerink (voorzitter), Claus Verbrugge, Jan Romme, Hans Haveman, Hans ter Brake, Quintus Bosman, Ellen Maat, Bert Mulder en Paulien den Bode.
Context In het kader van het doorbraakproject 'De Zorg ontzorgd met ICT' is de afgelopen maanden een oproep uitgezet via ZonMw. Doel van deze oproep was het selecteren van een aantal kansrijke projecten die bewezen innovatieve ICT-oplossingen inzetten om de zelfredzaamheid van ouderen en/of hun (in)formele zorgverleners te vergroten, maar hierbij tegen belemmeringen aanlopen. Het onderscheidende karakter van de oproep zat in de geformuleerde eisen: projecten dienen opschaling te realiseren, het perspectief van ouderen en hun verzorgers actief te betrekken en moeten leiden tot structurele activiteiten (de uiteindelijke business case moet uit het samenwerkingsverband zelf komen). Voorstellen konden ingediend worden door samenwerkingsverbanden, waarin minimaal vertegenwoordigd: cliëntorganisaties, zorgaanbieders, financiers (gemeenten, zorgverzekeraars) en ICT-leveranciers. Er was €800.000 euro beschikbaar voor procesondersteuning. Voorstellen dienden zelf een substantiële bijdrage via cofinanciering te regelen. Er zijn in totaal 36 aanvragen ingediend. Door een formeel aangestelde commissie is een selectie gemaakt en zijn vier veelbelovende initiatieven gehonoreerd. In deze korte notitie worden de bevindingen van deze commissie tijdens het beoordelingsproces omschreven.
Bevindingen van commissie tijdens de beoordeling van de ingediende voorstellen De commissie vond voldoende kansrijke initiatieven tussen de ingediende voorstellen. Helaas konden niet alle kansrijke initiatieven via deze oproep gehonoreerd worden. Opschalingspotentie in plaats van grootschalige opschaling De initiatieven waren niet altijd zo ver met opschaling als gehoopt. De meeste initiatieven waren wel de implementatiefase voorbij en hadden de potentie om tot echte opschaling1 te komen. Deze potentie blijkt met name uit het feit dat relevante stakeholders (eindgebruikers, zorginstellingen, financiers, ICT leveranciers) zich committeren in een samenwerkingsverband om opschaling te bevorderen. Ook blijkt dit uit de cofinanciering (in cash en in kind) die deze partijen hieraan willen bijdragen. Tegelijk constateerde de commissie dat het aantal aanvragende initiatieven dat echt de stap naar opschaling (met duizenden gebruikers) zet, zeer beperkt was. De echte doorbraak kan met name komen van trajecten die lokaal hebben laten zien dat het werkt. Dit was slechts bij enkele het geval. Daarom paste de commissie het ambitieniveau van de oproep aan. Het ging meer om opschalingspotentie door lokaal/regionaal te laten zien dat het kan en daar een relatieve (ipv absolute) opschaling te realiseren en aanhaakpunten te maken voor kopieerbaarheid door andere initiatieven elders in het land.
1
Er is onderscheid in opschaling van het aanbod door zorginstellingen en opschaling van de vraag. Uit beide volgend: het feitelijk gebruik.
Dat past wel bij de verwachting die men vooraf had. Er is nog niet zoveel echte opschaling van ICT gericht op zelfredzaamheid van ouderen. Bovendien hebben bepaalde vaakgenoemde best practices die wel succesvol zijn geen projectvoorstel ingediend. Bijvoorbeeld omdat ze een succesvol business model voor de komende periode hebben al dan niet gebaseerd op tijdelijke subsidies zoals de beleidsregel zorginfrastructuur. Enkele belangrijke knelpunten die door de commissie gesignaleerd worden: 1. Samenwerking Vaak is een netwerk van partijen betrokken bij concept, ontwikkeling en gebruik van e-health toepassingen of diensten. Het is de kwaliteit van dat hele netwerk die specifieke toepassingen een duurzaam karakter kan geven. Duurzame adoptie is afhankelijk van de wens van de cliënt of patiënt, de motivatie en slagkracht van instellingen, professionals en patiënten en hun samenwerking, de kracht van de leverancier, en de commitment van financiers. De complexiteit van het vereiste netwerk is een onderscheidend criterium voor het stimuleren en de haalbaarheid van de opschaling. Hoe complexer het netwerk, hoe ingewikkelder de opschaling kan zijn. Een product of dienst die een oudere of mantelzorger zelf kan aanschaffen heeft minder partijen nodig dan het ondersteunen van ouderen thuis via sensortechnologie. Partijen (zowel publiek als privaat) lijken het lastig vinden om met elkaar samen te werken en daarmee over de grenzen van bestaande instituties heen te gaan. 2. Beschikbaarheid ICT-oplossingen Er bestaat nog maar een zeer beperkt aantal bewezen, betaalbare, betrouwbare en gebruiksvriendelijke ICT-oplossingen. De technologie doet het vaak niet goed genoeg in de setting waarin het echt dagelijks gebruikt moet worden. Het gebrek aan goede ICT oplossingen is een van de redenen waarom er nog weinig toepassingen aan implementeren of opschalen toe komen. 3. Behoefte van doelgroep Ook blijkt uit de aanvragen dat in sommige gevallen maar beperkte of geen kennis over de doelgroep ouderen en hun behoefte beschikbaar is. De afwezigheid van deze kennis leidt tot ongebruiksvriendelijke toepassingen of toepassingen die niet matchen met de behoeften van ouderen. Dit probleem speelt vervolgens op wanneer toepassingen geïmplementeerd of opgeschaald worden. Verder ontbreekt een overzicht van mogelijkheden op dit gebied voor bestuurders en andere binnen zorginstellingen, maar ook voor ouderen en hun mantelzorgers zelf. Wat is en kan er al? 4. Gebrek aan ondernemerschap Wat opvalt bij de ingediende aanvragen is dat ondernemerschap soms lijkt te ontbreken. Bij projecten die zich lokaal hebben bewezen, mist vaak het ondernemerschap van de betrokken partijen om de volgende stap te maken. Dit blijkt onder andere uit het feit dat bij de meeste toepassingen een ondernemersplan met daarin een opschaalplan afwezig is. Er zou meer gedacht moeten worden over het kader en het grotere perspectief rondom de inzet van de ICT toepassing. Ook werden er in de ingediende voorstellen lang niet altijd gerichte belemmeringen of hindernissen voor een doorbraak benoemd. Er lijkt een model te ontbreken waarmee een ondernemer kan zien waar hij rekening mee moet houden en wat kritische succesfactoren hierbij zijn. Er is geen
toetsingsinstrument van nut en noodzaak dat een ondernemer kan helpen om vooraf te bepalen of zijn/ haar toepassing de potentie heeft om succesvol te worden. 5. Verdienmodel ontbreekt Er wordt nog amper vanuit een verdienmodel voor de verschillende betrokken partijen gedacht bij de opschaling van een toepassing. Dit is gerelateerd aan het vorige genoemde knelpunt. Soms is er een maatschappelijke business case maar dat zegt weinig over de belangen van individuele stakeholders. Partijen zouden bij het opstellen van hun business case het CANVAS model aan kunnen houden waarbij ze moeten nadenken over hun markt, klanten en strategie. Verder zijn activiteiten vaak gekoppeld aan subsidiegeld waarbij pas ongerustheid ontstaat als de subsidie tot zijn einde loopt. 6. Bekostiging Stimulering van opschaling via subsidies is nodig omdat het in de bekostiging ontbreekt aan prikkels om te investeren in innovatie. Subsidies zijn daarmee een noodzakelijk kwaad. Het achterliggende probleem zit in de bekostigingsstructuur van de zorg. Het belonen van uitgevoerde zorg- en ondersteuningshandelingen maakt dat introductie van interventies die efficiëntie en effectiviteit verhogen vaak ook leiden tot een vermindering van inkomsten, dan wel verschuiving van activiteiten naar voren in de zorgketen. Procesinnovatie staat vaak op gespannen voet met het primaire bestaansrecht van de organisatie. Wanneer fundamentele vernieuwing van inrichting en uitvoering van zorg van belang is, zou een bekostigingssysteem ingevoerd moeten worden dat ook inderdaad efficiëntere en effectievere zorg beloont, met name door output financiering, dus beloning van gezondheidswinst. Tegelijkertijd is duidelijk dat een nieuwe inrichting van bekostiging een lange doorlooptijd kent. Er zou dan ook een twee-sporenbeleid gevolgd moeten worden. Aan de ene kant zijn aanpassingen in de structureel bekostiging nodig. Voordat we hier zijn moet ook nagedacht worden over tussentijdse oplossingen voor de tussenliggende jaren om te voorkomen dat innovaties niet verder opschalen. Deze tijdelijke oplossingen moeten wel bijdragen aan de noodzaak om bekostiging aan te passen en niet bijdragen aan het in stand houden van het bestaande (zoals bv. beleidsregel zorginfrastructuur onbedoeld wel deed).
Aanbevelingen Bovenstaande bevindingen leiden tot enkele suggesties aan de aanjager van ICT doorbraakproject. De verschillende barrières zijn niet nieuw, er gebeurt al heel veel. Wat kan het ICT doorbraak project en/of (samen met) andere initiatieven nog meer doen om in de praktijk tot echte opschaling te komen zodat geformuleerde beleidsdoelen van VWS en EZ (de opdrachtgevers voor ICT doorbraak “De zorg ontzorgd met ICT”) sneller realiteit worden? De commissie heeft de indruk dat de ingediende aanvragen een representatief beeld geven van de stand van zaken in Nederland: men is nog niet zover dat er sprake is van grootschalige opschaling en doorbraken. Hiervoor zijn meerdere redenen, maar als belangrijkste reden hiervoor ziet de commissie de huidige bekostigingsstuctuur van de zorg. Met deze structuur gericht op bekostiging van handelingen in plaats van uitkomsten
gaat het nooit lukken om de gestelde beleidsdoelen van VWS met betrekking tot eHealth en zorgverbetering te bereiken. 1. De gestelde beleidsdoelen worden alleen bereikt als er zo snel mogelijk stapsgewijs overgegaan wordt naar een andere wijze van bekostiging op basis van proces en uitkomstindicatoren. De volgende stappen kunnen nu al genomen worden: 2. Breng verschillende private partijen bij elkaar om over nieuwe verdienmodellen te denken die instellingen helpt op de weg van subsidie instelling naar onderneming. Ga met deze nieuwe verdienmodellen experimenteren. Bijvoorbeeld door pas geld te geven als het een succesvol product blijkt te zijn. 3. Er zou financiering moeten komen om projecten die zich lokaal bewezen hebben, maar in het vervolg proces ondernemerschap missen te helpen. Om het gat te vullen tussen subsidie en investeringen door private partijen en instellingen en gemeenten etc, zou financiering gezocht kunnen worden bij publiek/private innovatiefondsen of andere instrumenten met leningen tegen lage rentes. Hierbij kunnen instrumenten die de EU inzet ten behoeve van de opschaling van technologie als voorbeeld dienen. Deze financiering zou doorbraak kunnen stimuleren door deze partijen de mogelijkheid te geven om deze missende expertise in te kopen. Hiermee zou kennis die wellicht wel bij grotere commerciële partijen aanwezig is ingehuurd kunnen worden. 4. Grote technologie bedrijven zoals Philips en Siemens en/of grote ECD leveranciers zouden met zorginstellingen, cliënten en consumenten om de tafel moeten gaan om een stimuleringsprogramma vorm te geven. Dit programma zou zich moeten richten op het bruikbaar maken van bestaande ICT oplossingen en succesfactoren (van standaardisatie tot marktintroductie). EZ en VWS kunnen hier vanuit het ICT doorbraakproject mogelijk in ondersteunen. 5. Stimuleer regio’s die tot een plan komen en help hen om hun ambitie waar te maken. Bouw de huidige experimenten met (regionale) uitkomstfinanciering uit. Hierbij kan gedacht worden aan samenwerkingsvormen van zorg, gemeente en/of zorgverzekeraar en ICT bedrijven. 6. In de praktijk moet de doelgroep meer centraal komen te staan. Dit kan door middel van een analyse van hun behoefte voorafgaand aan een project of door ouderen als testpersonen voor de bruikbaarheid van toepassingen te gebruiken gedurende het project. Hierbij kan ook gebruik gemaakt worden van burgerinitiatieven. 7. Zorgverzekeraars en gemeenten moeten meer dan tot nu toe met steun van de ministeries innovatie-eisen stellen en daarvoor financiële ruimte geven (populatiegebonden bekostiging). 8. Wijs een persoon of instantie aan waar men te rade kan gaan als men hulp nodig heeft op het gebied van ondernemerschap en verdienmodellen. Zorg voor innoveren en/of de Kamer van Koophandel zouden hier aangewezen partijen voor kunnen zijn.
Het ICT doorbraakproject zou op deze punten gericht actie kunnen ondernemen. Ook kunnen deze punten nadrukkelijker geagendeerd worden bij publieke en private stakeholders.