Vrijwilligers maken het verschil! Nota vrijwilligerswerkbeleid 2009-2012 met concrete beleidsmaatregelen voor de eerste twee uitvoeringsjaren (2009/2010) om het Asser vrijwilligerswerk een extra impuls te geven
Definitief concept
23 december 2008
Gemeente Assen Afdeling Beleid & Projecten
1
Inhoudsopgave
Voorwoord
3
Inleiding
4
Hoofdstuk 1. Onze visie op vrijwilligerswerk
6
Hoofdstuk 2. Vrijwilligerswerk in beweging 2.1 Vrijwilligerswerk in feiten en cijfers 2.2. Trends in het vrijwilligerswerk 2.3 De ondersteuningsbehoefte van Asser vrijwilligers
8 8 9 10
Hoofdstuk 3. Wat willen we bereiken?
11
Hoofdstuk 4. Wat gaan we doen? Ons 12 punten plan
12
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Minder regeldruk Verzekering vrijwilligerswerk Helder subsidiebeleid Maatschappelijk ondernemen De gemeente als vrijwilliger Zichtbare waardering Maatwerk voor de vrijwillige zorg De algemene ondersteuningsfunctie (de Vrijwilligerscentrale en partners) Deskundigheidsbevordering Promotie en PR Vrijwillige inzet in de wijk Maatschappelijke stages
Hoofdstuk 5. Financiën en planning
14 15 16 18 19 20 21 22 24 25 26 27 28
Bijlagen: 1 Bijlage 1. Begrippenkader (wat verstaan we onder vrijwilligerswerk, vrijwilligersorganisaties, vrijwilligerswerkbeleid) 2 Bijlage 2. Meer cijfers over vrijwilligers 3 Bijlage 3. De huidige ondersteuning van het vrijwilligerswerk 4 Bijlage 4. Bronnen 5 Bijlage 5. Verklaring gebruikte afkortingen
2
Voorwoord Voor u ligt de nota “Vrijwilligers maken het verschil!” 2009-2012. Vrijwilligers vormen een essentieel onderdeel van onze lokale gemeenschap. Uit het laatste leefbaarheidonderzoek (2008) blijkt dat 37% van de Assenaren zich vrijwillig inzet. Daarmee zitten we ruimschoots op het landelijke niveau! Als gemeente voelen wij ons betrokken bij het vrijwilligerswerk. In deze nota geven wij aan waarom en hoe we vrijwillige inzet, in al haar verschijningsvormen, willen stimuleren en versterken. De nota is voor wat betreft de visie en doelstellingen een beleidskader voor vier jaar, met voor de eerste twee jaar (2009 en 2010) voorstellen voor concrete maatregelen. De bedoeling is hiermee een tijdelijke extra impuls te geven, eind 2010 te evalueren en op basis daarvan te bepalen hoe de uitvoering voor de twee laatste jaren ingevuld moet worden. De afgelopen maanden hebben wij onderzoek laten doen naar de ondersteuningsbehoefte van het Asser vrijwilligerswerk. In dit verband is er met een behoorlijk aantal vrijwilligersorganisaties en ook met individuele vrijwilligers gesproken. De uitkomsten, suggesties en adviezen zijn neergelegd in het rapport “Ondersteuningsbehoeften van en kansen voor vrijwilligerswerk en mantelzorg” van Radar Advies. Dit rapport is de basis onder deze nota. Met deze informatie kunnen wij ons beleid direct laten aansluiten op de lokale behoefte, en dat was voor ons een voorwaarde. Wij denken hier goed in te zijn geslaagd. Laten we samen werken aan een stimulerend vrijwilligersklimaat in Assen!
3
Inleiding Van iets goeds willen doen tot voorbereiding op een reguliere baan, van tijdverdrijf tot integreren in de Nederlandse samenleving, van willen zorgen tot enthousiasmeren over hobby of passie. Iedereen heeft zijn eigen redenen om zich vrijwillig in te zetten. Vrijwilligers en hun organisaties dragen bij aan de leefbaarheid en levendigheid van de stad. De gangbare definitie van vrijwilligerswerk is werk, dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald, wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving. Met de term vrijwilligersorganisaties bedoelen we organisaties waar vrijwilligers verantwoordelijk zijn voor het primaire proces, eventueel ondersteund door beroepskrachten1. Zie ook het begrippenkader in bijlage 1. In deze nota “Vrijwilligers maken het verschil!” geven wij aan hoe we als gemeente het vrijwilligerswerk in Assen willen stimuleren en versterken. Ons doel is bij te dragen aan een positief klimaat waarin meer mensen vrijwilligerswerk gaan doen en vrijwilligers zich adequaat ondersteund en gefaciliteerd voelen. Wij bieden ook nu al enige ondersteuning (zie voor een overzicht bijlage 3) maar achten het om verschillende redenen noodzakelijk om op dit beleidsterrein een slag te maken. Wij kiezen daarbij voor een tijdelijke, tweejarige extra impuls in de vorm van een “12 punten plan”. Eind 2010 zullen wij evalueren wat onze concrete maatregelen hebben opgeleverd en bepalen wij hoe we daarmee verder gaan, want het lokale vrijwilligerswerk verdient onze structurele aandacht! Het mantelzorgbeleid is in deze nota bewust niet meegenomen. Hoewel mantelzorgers – samen met de “zorgvrijwilligers” - een belangrijk deel van de informele zorg voor hun rekening nemen is het een aparte doelgroep waarvoor wij ons beleid in een aparte beleidsnota zullen formuleren. Er is wel een link, namelijk dat zorgvrijwilligers een belangrijk deel van de mantelzorgondersteuning leveren. Mede daarom besteden wij in deze nota apart aandacht aan het vrijwilligerswerk in de zorg. Aanleiding voor deze beleidsnota Allereerst hebben wij in ons collegeprogramma 2006-2010 “Mensen maken de stad” aangegeven dat wij het aantal vrijwilligers willen uitbreiden en hun werk optimaal willen ondersteunen. Verder geeft de in 2007 ingevoerde Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) ons de wettelijke taak lokaal goede ondersteuning van vrijwilligers vorm te geven (prestatieveld 4). In onze Kadernota Wmo en ons Wmo beleidsplan2 hebben hiervoor wij al aanzetten geformuleerd. Hierin is opgenomen dat de concrete uitwerking in beleidsmaatregelen gebeurt in een aparte nota. Tot slot komt er ook op landelijk niveau steeds duidelijker vrijwilligerswerkbeleid. Het ministerie van VWS is bezig een aantal basisfuncties voor lokale ondersteuning van het vrijwilligerswerk te omschrijven. Wij ontvangen rijksmiddelen om deze te realiseren. Opbouw van de nota Deze nota gaat over hoe wij het vrijwilligerswerk in onze gemeente adequaat denken te kunnen stimuleren en ondersteunen. Overkoepelend thema is het vinden én vasthouden van vrijwilligers. Eerst formuleren wij onze visie op vrijwilligerswerk en de rol die wij voor ons zelf zien op dit beleidsterrein (hoofdstuk 1). Aan de hand van recente ontwikkelingen in het vrijwilligerswerk en de conclusies van ons eigen Asser onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van vrijwilligers (hoofdstuk 2) presenteren wij onze doelstellingen en verwachte resultaten eind 2012 (hoofdstuk 3.) In hoofdstuk 4 laten wij onze maatregelen zien voor de eerste twee jaar, in de vorm van een “12 puntenplan”. Het betreft een pakket aan noodzakelijke acties waarmee wij onze doelen kunnen bereiken terwijl we tegelijkertijd inspelen op de behoefte van Asser vrijwilligers. Per maatregel is de gemeentelijke rol en bijdrage verschillend: van faciliteren tot aanjagen tot het vervullen van een ambassadeur- of voorbeeldfunctie. Ook is er verschil in “niveau” van deze 12 punten: concreet waar het kan en nog verkennend waar nodig. Bij sommige acties is de gemeente (eerst) zelf aan zet, een 1 Er zijn ook organisaties waar beroepskrachten verantwoordelijk zijn voor het primaire proces, die daarin ondersteund worden door vrijwilligers zoals bijvoorbeeld zorginstellingen, maar dat noemen we geen vrijwilligersorganisaties 2 onder het motto “Meedoen en Meetellen” vastgesteld in 2007 resp. 2008
4
ander deel kan worden opgepakt door uitvoerende partners waarbij de Vrijwilligerscentrale Assen een spilfunctie vervult. Kortom: in veel opzichten een gevarieerd pakket. Daarna gaan wij in hoofdstuk 5 in op het financiële kader en de planning. Tot slot bieden we in een viertal bijlagen een begrippenkader rond vrijwilligerswerk, extra cijfers over vrijwilligers, een overzicht van de huidige ondersteuning van het vrijwilligerswerk in Assen en een overzicht van gebruikte bronnen en afkortingen. U zult in deze nota geen specifieke actiepunten vinden gericht op het vrijwilligerswerk in de sport. Wel profiteren sportverenigingen natuurlijk net als andere sectoren mee van de voorgestelde maatregelen. Sectorspecifieke ondersteuning van sportverenigingen werken wij uit in ons sportbeleid.3
3
Momenteel zijn we bezig met een actualisatie van ons sportbeleid, een herziene nota wordt begin 2009 verwacht.
5
Hoofdstuk 1. Onze visie op vrijwilligerswerk Bij vrijwilligerswerk snijdt het mes aan twee kanten want zowel individuele als maatschappelijke doelen worden gediend. Aan de ene kant gebruiken vrijwilligers de kans actief te participeren en hebben daarmee een leuke vrijetijdsbesteding, contacten en zelfontplooiing. Aan de andere kant zorgt vrijwillige inzet voor sociale binding en leefbaarheid. De vrijwillige inzet van burgers is dus van een niet weg te denken belang. Wij beschouwen vrijwilligers dan ook als kostbaar “sociaal kapitaal’. Vrijwilligerswerk als fundament onder de WMO De ondersteuning van vrijwilligers (en mantelzorgers) krijgt als vierde prestatieveld van de WMO voor het eerst een wettelijk kader. De bedoeling achter de WMO is te stimuleren dat burgers verantwoordelijkheid nemen voor elkaar en hun (sociale) leefomgeving.Als gemeente staan wij hier achter, uiteraard met de kanttekening dat dit appèl op de ‘civil society’ wel binnen redelijke grenzen blijft. Het werk van beroepskrachten is in onze visie de verantwoordelijkheid van professionele instellingen en niet van vrijwilligersorganisaties. De gemeente werkt zelf ook met vrijwilligers. Het Brandweerkorps is blij gebruik te kunnen maken van een pool van 55 goed opgeleide en zeer gemotiveerde vrijwillige brandweerlieden. Een ander voorbeeld zijn de zeventien vrijwillige buurtbemiddelaars die de gemeente inschakelt om buren die een conflict hebben weer met elkaar in contact te brengen. Vrijwilligerswerk speelt op alle prestatievelden van de WMO een belangrijke rol. Vrijwillige inzet in eigen buurt heeft direct invloed op de leefbaarheid in die buurt. Er zijn veel vrijwilligers betrokken bij voorzieningen die (ook) belangrijk zijn voor de ondersteuning van mantelzorgers, bijvoorbeeld de vrijwillige thuiszorg. Vrijwilligers helpen andere WMO doelgroepen te laten “meedoen”, bijvoorbeeld door ouderen te bezoeken, een “maatje” zijn voor een gehandicapte of diensten te draaien in een huiskamer voor daklozen. Voor nieuwkomers en allochtonen is vrijwilligerswerk van grote waarde voor hun inburgering en verdere integratie in de Nederlandse samenleving. En voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt geeft vrijwilligerswerk de mogelijkheid tot contact, waardering en werkervaring. Kortom: door de veelzijdigheid van vrijwilligerswerk kan “meedoen” iets worden voor álle burgers, inclusief de kwetsbare doelgroepen. Wij zien vrijwilligerswerk dan ook als het fundament onder de WMO! Wij kiezen voor een brede benadering van vrijwilligerswerkbeleid Als gemeente zien wij drie soorten vrijwillige inzet die oplopen qua organisatiegraad en maatschappelijk “ambitieniveau”. Dit zijn geen gescheiden werelden: ook combinaties komen voor. 1. de losse incidentele vrijwillige initiatieven zoals het organiseren van een buurtbarbecue of meehelpen met praktische zaken op de school van je kind. 2. het vrijwilligerswerk in club- of verenigingsverband dat voortkomt uit eigen interesse, hobby of passie op gebied van sport, cultuur, natuur e.d. In het verenigingsleven komt de onderlinge verbondenheid tussen mensen op een natuurlijke manier tot stand. 3. vrijwilligerswerk, vaak vanuit een levensbeschouwelijke of humanitaire grondslag, dat direct gericht is op het betrekken van kwetsbare groepen bij de samenleving. Bijvoorbeeld hulp aan mensen met een laag inkomen, coachen van jongeren met problemen, een sportproject gericht op integratie van een bepaalde groep, de vrijwillige thuiszorg etcetera. De laatst genoemde variant kan voor onze sociale beleidsdoelen –in aanvulling op het aanbod van professionele instellingen- iets extra’s betekenen. Dit kan voor ons reden zijn om specifieke vrijwilligersprojecten actief te ondersteunen. Echter zo’n afweging maken wij dan binnen de context van het betreffende beleidsterrein, en niet vanuit het vrijwilligerswerkbeleid c.q. deze beleidsnota.
6
Ook in andere opzichten zijn vrijwilligers zeker geen uniforme groep. We zien naast de trouwe “traditionele” vrijwilligers (overigens nog altijd de grootste categorie!) een nieuwe groep ontstaan: mensen die best iets willen doen maar zoeken naar flexibele, kortdurende klussen zonder langlopende verplichtingen en verantwoordelijkheden (zie ook paragraaf 2.2 over trends in het vrijwilligerswerk). Al deze varianten zijn in onze ogen belangrijk. Zij dragen op hun eigen manier bij aan de leefbaarheid van onze stad en vullen elkaar daarbij aan. Wij kiezen daarom voor breed vrijwilligerswerkbeleid waarmee we alle vormen en groepen kunnen stimuleren en te ondersteunen. Wij willen ons beleid richten op de lokale vraag. Onze ondersteuning moet aansluiten op de behoefte van Asser vrijwilligers. Om dit te kunnen waarmaken is een goede communicatie met het veld van belang. Het eerder genoemde onderzoek, de basis onder deze nota is hier een goed voorbeeld van, en ook de komende periode zullen wij met het veld in gesprek blijven. De rol die wij voor ons zelf zien De WMO geeft ons voor vrijwilligerswerk een wettelijke ondersteuningstaak. Die willen we zodanig uitvoeren dat wij een stimulerende rol vervullen, en waar nodig faciliteren. Hierbij hoort ook het tonen van onze waardering. Wij nemen eventueel zelf initiatieven tot vernieuwende projecten in het kader van vrijwilligerswerkbeleid. Daarnaast willen we de regie oppakken door tussen relevante uitvoerende partners samenwerking te bevorderen en te sturen op ontwikkeling en verbeterpunten. Ook in de uitvoering van de ondersteuning aan vrijwilligers kunnen wij zelf mede een rol vervullen, door op een goede manier gebruik te maken van de eigen uitvoerders op het welzijnswerk in de wijken. Grenzen aan onze invloed en verantwoordelijkheid Vrijwillige inzet is iets wat uit de samenleving zelf komt. Dat is ook juist de kracht. Als gemeente kunnen we en willen we hier niet op strakke wijze inhoud en richting aan geven. In het maatschappelijke middenveld zelf zitten de experts. Onze inzet bestaat eruit dat wij in Assen een klimaat creëren waarin burgers, vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties optimaal gedijen. Door organisaties waar nodig te faciliteren en regelgeving waar mogelijk te versoepelen hopen wij een sterke sector te bevorderen, die wordt gedragen door het veld en burgers zelf. Van vrijwilligersorganisaties en -verenigingen verwachten wij een pro-actieve houding bij het oplossen van eigen knelpunten. Vrijwilligersorganisaties doen er verstandig aan zelf ook een vrijwilligersbeleid te voeren. Goed vrijwilligersbeleid heeft aandacht voor de positie van de vrijwilliger (bijvoorbeeld rechten en plichten, gedragscode) en het vinden en binden van vrijwilligers. Om het bestand op peil te houden is het belangrijk om in te spelen op de behoeften van de moderne vrijwilliger maar ook de traditionele vrijwilligers te blijven aanspreken. Organisaties moeten zorgen aantrekkelijk te zijn voor diverse groepen. Een uitdagende taak die zij zelf moeten oppakken, maar waaraan wij graag ondersteuning bieden. Onze visie samengevat: -Wij beschouwen vrijwilligers als kostbaar “sociaal kapitaal’; - Wij zien vrijwilligerswerk als het fundament onder de WMO: door de veelzijdigheid van vrijwilligerswerk kan “meedoen” iets worden voor álle burgers, inclusief de kwetsbare doelgroepen; -Wij zien verschillende vormen van vrijwilligerswerk en groepen vrijwilligers, en kiezen bewust voor een algemeen beleid waarmee we alle vormen en groepen stimuleren en ondersteunen; - Wij willen ons beleid laten aansluiten op de lokale vraag; -Onze inzet is erop gericht dat wij in Assen een klimaat creëren waarin burgers, vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties optimaal gedijen; -De rol die wij voor ons zelf zien is stimuleren, faciliteren, waar nodig initiëren, samenwerking bevorderen, sturen op ontwikkeling en verbeterpunten; -Van vrijwilligersorganisaties en -verenigingen verwachten wij een pro-actieve houding bij het oplossen van eigen knelpunten en aandacht voor hun eigen vrijwilligersbeleid.
7
Hoofdstuk 2. Vrijwilligerswerk in beweging 2.1 Vrijwilligerswerk in feiten en cijfers Uit landelijk onderzoek4 Het aantal mensen dat vrijwilligerswerk doet is redelijk constant: 1 op de 3 volwassenen. De dalende trend sinds 1995 is gestopt. De tendens is wel dat vrijwilligers minder uren per week werken (van 23 uur in 2002 naar 13 uur in 2006), er is meer in- en uitstroom en vrijwilligers doen tegenwoordig vaak minder taken. Jongeren doen relatief minder vaak vrijwilligerswerk, allochtonen doen het vooral in de eigen gemeenschap. Vrijwilligerswerk door mensen met een gezin én een baan is sterk afgenomen, terwijl senioren van 65+ juist steeds vaker vrijwilligerswerk doen, zeker hoogopgeleiden die stoppen met werken. Meer landelijke cijfers over vrijwilligerswerk vindt u in bijlage 2. Cijfers over Assen In Assen blijven we zeker niet achter: op dit moment voert 37% van de inwoners vrijwillige werkzaamheden uit. Dit blijkt uit ons Leefbaarheidonderzoek 2008. Zo’n 24% doet dit structureel in georganiseerd verband. In het centrum en in de buitendorpen ligt het percentage structurele vrijwilligers hoger. Daarnaast doet 13% incidenteel wel eens vrijwilligerswerk. In Kloosterveen en Marsdijk, wijken waar veel jonge gezinnen wonen, komt incidentele vrijwillige inzet relatief vaak voor. Van de Asser vrijwilligers doet 43% dit in de eigen wijk. Structurele vrijwilligers zijn vooral actief op het gebied van sport. Incidenteel vrijwilligerswerk wordt meestal gedaan ten behoeve van het onderwijs en de jeugd. Een tekort aan tijd is de belangrijkste reden om niet aan vrijwilligerswerk te doen (44%). Geen zin heeft 14% en 23% zegt door omstandigheden niet in staat te zijn. Het laatste grote kwantitatieve onderzoek naar vrijwilligerswerk in Assen dateert van 20025. Dit onderzoek wees uit dat er in onze gemeente ruim 650 vrijwilligersorganisaties actief zijn. Bij ruim tweederde daarvan zijn bestuur én de uitvoering in handen van vrijwilligers. De meeste organisaties zijn actief in de sectoren welzijn en zorg, sport, kunst en cultuur. Onderstaande tabel geeft aan hoeveel vrijwilligersorganisaties in Assen actief zijn per sector. SECTOR Belangenvereniging Buurt- en Clubhuiswerk Jeugd- jongerenwerk Kunst en cultuur Levensbeschouwelijke organisaties Media Natuur en milieu Onderwijs Politiek Sport Vluchtelingenwerk Welzijn en zorg Overig Onbekend
AANTAL ORGANISATIES (2002) 76 37 5 100 48 11 30 55 12 119 6 120 24 8
TOTAAL
651
4
Lokaal onder de loep, Movisie 2008 Wel of niet de schouders eronder? Een onderzoek naar de ondersteuning van het vrijwilligerswerk in de gemeenten Assen en Tynaarlo, Stamm CMO Drenthe 2002
5
8
2.2. Trends in het vrijwilligerswerk Het vrijwilligerswerk is al een tijd in beweging. De belangrijkste ontwikkelingen zijn: De groeiende groep “moderne”vrijwilligers. De jongere generatie vrijwilligers stelt eigen eisen aan vrijwilligerswerk. De moderne vrijwilliger • heeft minder tijd. Vrijwilligerswerk moet passen in vele andere drukke bezigheden. Nieuwe vormen van vrijwilligerswerk zijn daarom flexibel, kortdurend en ook vaker in groepsverband (het mag ondertussen gezellig zijn); • wil minder langlopende verplichtingen en verantwoordelijkheden. Deze groep vindt het niet aantrekkelijk zich als bestuurslid voor jaren aan één vereniging te verbinden; • wil er vaker zelf ook iets aan hebben. Er is een verschuiving gaande van traditionele, collectieve motieven om vrijwilligerswerk te doen (iets doen voor de ander of de samenleving) naar meer individuele motieven: leuk, brengt sociale contacten, zelfontplooiing of staat goed op het cv. Voorbeelden zijn: samen één dag voor iemand een tuin opknappen of een maatje zijn voor een inburgeraar waarbij je baas blijft over eigen agenda, meewerken aan eenmalige sport- en cultuurevenementen, of een eigen hardloopgroepje organiseren. N.B. Ten opzichte van deze “moderne” vrijwilligers zijn de ‘klassieke” vrijwilligers’ nog altijd veruit in de meerderheid. In Assen is dit nog altijd veruit de grootste groep. De samenstelling van de bevolking verandert Nederland vergrijst. Hierdoor neemt de vraag naar zorg toe, zorg die voor een belangrijk deel door vrijwilligers wordt geleverd. Deze groep “zorgvrijwilligers” vergrijst echter zelf ook. Het opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking stijgt. Het opleidingsniveau heeft invloed op de deelname aan vrijwilligerswerk. Hoe hoger de opleiding, hoe meer vrijwilligerswerk men doet, maar ook hoe meer specifieke eisen men stelt aan zijn vrijwilligerswerk. Het aantal allochtonen in Nederland groeit. Allochtonen zijn over het algemeen ondervertegenwoordigd in het vrijwilligerswerk en richten hun activiteiten op de eigen gemeenschap. Het is de uitdaging om voor het vinden en binden van vrijwilligers met al deze groepen aansluiting te vinden, te behouden of te versterken. Meedoen “moet” De overheid maakt duidelijk dat zij van burgers verwacht dat ze participeren en zich ontwikkelen. Dit is de visie onder veel landelijke regelgeving, bijvoorbeeld voor arbeidsmarktreïntegratie, inburgering, Wmo en maatschappelijke stages. Het gevolg is dat nieuwe groepen vrijwilligers de markt betreden. Groepen waarbij begeleiding van zowel vrijwilligers als organisatie erg van belang is. Digitalisering Een relatief nieuw fenomeen in vrijwilligersland dat met name de jongere generatie zal aanspreken is vrijwilligerswerk doen vanachter de pc. Voorbeelden zijn de Kindertelefoon waar vrijwilligers met kinderen chatten en de “e-buddy’s” die mailen met zorgvragers. Maar ook lotgenotencontact of informatiehulp. Deze ontwikkelingen vragen het nodige van organisaties die met vrijwilligers werken. Vrijwilligers komen tegenwoordig voor in alle soorten en maten, en zoeken dus ook verschillende dingen in hun werk. De één wil een korte en afgebakende klus die past bij zijn talent, de ander wil zich juist wekelijks op vaste uren inzetten en de derde heeft intensieve begeleiding nodig. Organisaties bedenken dan ook steeds vaker andere manieren om het werk te organiseren, en proberen hun werkaanbod voor verschillende soorten vrijwilligers aantrekkelijk te maken. Dit voeren van een bewust ‘vrijwilligersbeleid’ is een uitdagende taak waarvoor inventiviteit nodig is, en waarbij veel organisaties wel enige ondersteuning kunnen gebruiken.
9
2.3 Lokaal onderzoek naar ondersteuningsbehoefte Om meer zicht te krijgen op de gewenste beleidsmaatregelen hebben wij onderzoek laten doen naar de ondersteuningsbehoefte van Asser vrijwilligers en hun organisaties. De uitkomsten, suggesties en adviezen zijn neergelegd in het rapport “Ondersteuningsbehoeften van en kansen voor vrijwilligerswerk en mantelzorg” van Radar Advies (2008). Het ging om een kwalitatief onderzoek. In de vorm van panelbijeenkomsten onder leiding van Radar Advies zijn we in gesprek gegaan met een vertegenwoordiging van het veld. Gevraagd is naar knelpunten, oplossingsrichtingen, behoefte aan ondersteuning en de rol die men voor de gemeente ziet. Een behoorlijk aantal vrijwilligersorganisaties en individuele vrijwilligers afkomstig uit verschillende sectoren heeft aan de gesprekken deelgenomen6. De onderzoeksuitkomsten In het algemeen zijn zowel vrijwilligers als -organisaties in Assen tevreden met de situatie waarbinnen zij hun werkzaamheden uitvoeren. Zo geven de organisaties gemiddeld een 7 voor “hoe het op dit moment met de organisatie gaat”, terwijl vrijwilligers “het vrijwilliger zijn “ met een 7,5 waarderen. Deze rapportcijfers laten zien dat vrijwilligers op zichzelf tevreden zijn over de context waarbinnen zij functioneren, en erg betrokken zijn bij hun doelgroep en thema. Tegelijk blijkt dat met een aantal knelpunten wordt geworsteld. Moeilijk vervulbare vacatures, gebrek aan mogelijkheden voor deskundigheidsbevordering en voor PR/promotie, te weinig zicht op het overige Assense vrijwilligerswerk waardoor netwerken en samenwerken nog te weinig op gang komt. Ten aanzien van de gemeente verlangen Asser vrijwilligers naar meer zichtbare betrokkenheid. Dit heeft men gemist. Het onderzoek ziet men als een eerste stap in de goede richting. Vrijwilligers willen graag dat de gemeente hen als een gelijkwaardige gesprekspartner beschouwt. Dit kan door te luisteren, een consistent en laagdrempelig beleid te voeren, en helder te communiceren middels korte lijnen en afspraken beter na te komen. Ook geven de vrijwilligers aan meer helderheid over de subsidiemogelijkheden, en minder regeldruk en administratieve lasten te willen. Hierdoor houdt men meer tijd over voor het echte werk en wordt vrijwilligerswerk aantrekkelijker. Wanneer de gemeente de bovengenoemde punten zou verbeteren, bevordert dat het gevoel van erkenning. Uit de gesprekken is gebleken dat velen de huidige ondersteuning als weinig zichtbaar, onvoldoende en versnipperd ervaren. Dit begint met onduidelijkheid over wat de mogelijkheden zijn en waar je moet zijn voor het antwoord op een vraag. De Vrijwilligerscentrale is niet bij iedereen bekend. Gevraagd naar verdere concrete ondersteuningsbehoeften komen vooral de volgende wensen naar voren: • Een duidelijk informatie en adviespunt (wegwijzer); • Meer faciliteiten voor promotie van de eigen organisatie en vacatures, en meer promotie voor het vrijwilligerswerk in het algemeen; • Meer mogelijkheden voor deskundigheidsbevordering op maat en daarbij gebruik te maken van expertise van het bedrijfsleven; • Faciliteiten voor onderling netwerken en samenwerken. Zoals wij in onze visie aangaven vinden wij het belangrijk dat ons beleid aansluit bij de vraag van het Asser vrijwilligerswerk. Met behulp van de informatie uit dit onderzoek kunnen wij dit waarmaken. Het onderzoek is dan ook de basis onder deze beleidsnota. 6
Uit elke sector hebben wij een aantal vrijwilligersorganisaties gericht (per brief) benaderd voor deelname aan dit onderzoek. Individuele vrijwilligers zijn gevraagd mee te praten middels oproepen in Berichten van de Brink en flyers die zijn uitgedeeld tijdens de dansvoorstelling voor vrijwilligers en mantelzorgers in het kader van “Go China” in januari 2008.
10
Hoofdstuk 3. Wat willen we bereiken? Wij willen het vrijwilligerswerk in Assen extra stimulans geven. Gelet op de (landelijke) ontwikkelingen enerzijds en de geconstateerde knelpunten en behoeften van Asser vrijwilligers anderzijds (zie hoofdstuk 2) vinden wij een investering noodzakelijk om de slag naar de komende jaren te kunnen maken. In onze visie hebben wij aangegeven voor een breed vrijwilligerswerkbeleid te kiezen waarmee we alle vormen van vrijwillige inzet en alle (sub)groepen vrijwilligers stimuleren en ondersteunen. Vanuit deze lijn formuleren we voor de komende vier jaar een tweetal algemene doelstellingen: 1. Meer mensen doen aan vrijwillige inzet; 2. Adequatere ondersteuning voor vrijwilligers en organisaties. Willen we dit in Assen bereiken, dan vraagt dat om meer aandacht voor het vrijwilligerswerk binnen onze eigen gemeente. Ook vraagt dit van vrijwilligersorganisaties een eigen vrijwilligerswerkbeleid waarmee zij bewust inzetten op het vinden en binden van (nieuwe groepen) vrijwilligers, en het innoveren van hun werkaanbod. Tot slot vraagt dit een sterkere ondersteuningsstructuur door uitbreiding en vernieuwing van het ondersteuningsaanbod en betere samenwerking in de uitvoering. In het volgende hoofdstuk zullen wij dit uitwerken in concrete maatregelen in de vorm van een 12 puntenplan. We streven naar de volgende meetbare7 resultaten eind 2012: 1. Vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties weten waar ze met hun -ondersteunings - vragen terecht kunnen en maken goed gebruik maken van het ondersteuningsaanbod; 2. Vrijwilligers voelen zich goed gefaciliteerd en gewaardeerd; 3. Meer mensen doen aan vrijwillige inzet: van 37% in 2008 naar 45% in 2012. Wij verwachten ook maatschappelijke effecten. Als we deze doelen bereiken heeft dit een positieve invloed op de door burgers ervaren leefbaarheid, sociale samenhang en levendigheid in onze stad, en wordt mogelijk een kleiner beroep gedaan op de formele zorg. Hoewel ons tweejaarlijkse leefbaarheidonderzoek over deze zaken wel enige informatie biedt, zal het lastig zijn een oorzakelijk verband te leggen met ons vrijwilligersbeleid. We kiezen bewust voor een uitvoeringsprogramma (12 punten plan) van eerst 2 jaar, de periode 2009 en 2010. Dit doen we om kritisch te kunnen volgen wat deze impuls oplevert en zo nodig tijdig te kunnen bijsturen. We zullen eind 2010 evalueren wat de concrete resultaten per actie zijn geweest en in welke mate deze hebben bijgedragen aan de beoogde doelen. Op basis van deze informatie en ervaring maken we de balans op en bepalen we de invulling van het uitvoeringsprogramma voor 2011 en 2012. Want dat onze aandacht voor dit beleidsveld niet eenmalig is moge duidelijk zijn! Na 2012 volgt een eindevaluatie.
Actie -Wij evalueren eind 2010 het tweejarige uitvoeringsprogramma (12 punten plan hoofdstuk 4) en doen op basis daarvan een voorstel hoe wij in 2011 en 2012 met de beleidsuitvoering verder gaan.
7 Dit kunnen wij meten met gegevens uit ons leefbaarheidonderzoek, rapportages over de resultaten van prestatieafspraken met de Vrijwilligerscentrale (b.v. aantal bezoekers website, gebruik diverse onderdelen van het ondersteuningsaanbod) Mogelijk gecombineerd met een additioneel tevredenheidonderzoek/monitor onder vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties
11
Hoofdstuk 4. Wat gaan we doen? Ons 12 punten plan Ons doel is bij te dragen aan een stimulerend klimaat waarin meer mensen vrijwilligerswerk gaan doen en vrijwilligers zich adequaat ondersteund en gefaciliteerd voelen. In het kader van ons huidige beleid bieden wij hiervoor al een aantal zaken, zie voor een overzicht bijlage 3. Deze inzet zullen we, waar nodig enigszins aangepast voortzetten. Echter hier bovenop achten we een impuls noodzakelijk. In dit hoofdstuk presenteren wij onze maatregelen. Wij stellen voor de komende twee jaar een “12 puntenplan” voor. Deze punten zijn nodig om onze doelen bereiken, terwijl we tegelijkertijd inspelen op de behoefte van Asser vrijwilligers. Het gaat om het volgende pakket: (op te pakken door de gemeente) 1. Minder regeldruk 2. Verzekering vrijwilligerswerk 3. Helder subsidiebeleid 4. Maatschappelijk ondernemen 5. De gemeente als vrijwilliger 6. Zichtbare waardering 7. Maatwerk voor de vrijwillige zorg (op te pakken door/ via de Vrijwilligerscentrale) 8. De algemene ondersteuningsfunctie (de Vrijwilligerscentrale en partners) 9. Deskundigheidsbevordering 10. Promotie en PR 11. Vrijwillige inzet in de wijk 12. Maatschappelijke stages Deze mix van maatregelen en onderliggende acties is in veel opzichten een gevarieerd pakket. • de gemeentelijke rol en bijdrage is per maatregel verschillend: van faciliteren tot aanjagen tot het vervullen van een ambassadeur- of voorbeeldfunctie. Steeds met oog voor de eigen verantwoordelijkheid van vrijwilligersorganisaties, ondersteunende organisaties en overige partijen; • Ook is er verschil in “niveau” van deze 12 punten: concrete en direct zichtbare acties waar dat kan en nog verkennend waar nodig; • Bij sommige acties is de gemeente (eerst) zelf aan zet, dit is het geval bij punten 1 t/m 7. Een ander deel kan worden opgepakt door uitvoerende partners waarbij de Vrijwilligerscentrale Assen een spilfunctie vervult (8 t/m 12). impuls van 2 jaar: een ontwikkelproces voor beleid én uitvoering We kiezen voor de uitvoering van deze twaalf maatregelen eerst voor een afgebakende periode van 2 jaar, te weten 2009 en 2010. Als gemeente willen we in deze twee jaar een stuk zichtbaarder worden met een duidelijk beleid (deze nota), en over de uitvoering daarvan op een goede manier met het vrijwilligersveld in gesprek blijven. Voor de uitvoering van de ondersteuning streven we in deze periode naar een kwaliteitsslag die er toe leidt dat de ondersteuningsmogelijkheden zichtbaarder en helderder worden, en de kwaliteit van dienstverlening toeneemt8. Wij zien vooral kansen in een sterkere samenwerking tussen verschillende steunfuncties met een spilfunctie en trekkersrol voor de Vrijwilligercentrale Assen. De Vrijwilligerscentrale krijgt de komende twee jaar de kans deze rol waar te maken. Dit punt werken wij uit in maatregel 8 over de algemene ondersteuningsfunctie.
8
Dit zijn ook de indicatoren om in een toekomstige evaluatie een daadwerkelijke kwaliteitsslag aan af te meten.
12
aansluitend op rijksbeleid Ons voorgestelde pakket speelt ook alvast in op de landelijke beleidslijn die momenteel wordt ontwikkeld. Doel van het rijk (VWS) is dat meer mensen actief worden als vrijwilliger9. Gemeenten moeten zorgen voor ondersteuning die aansluit op de lokale behoefte. Door het rijk aanbevolen basisfuncties zijn inspraak en advies, deskundigheidsbevordering, praktische hulp en de makelaarsfunctie10. Door ons voorstel zullen deze alle vier worden versterkt. Hieronder geven wij per maatregel uitleg en formuleren we de bijbehorende acties. Een overzicht van de bijbehorende financiële investeringen en een planning is te vinden in hoofdstuk 5.
9
Om te zorgen dat vrijwilligers actief blijven en er meer mensen gaan meedoen, wil het kabinet zich inzetten voor 1. vermindering van belemmeringen in wet- en regelgeving; 2. versterking van de kwaliteit van beleid en infrastructuur op lokaal niveau, zodat gemeenten een goede basisinfrastructuur hebben om vrijwillige inzet binnen de Wmo effectief vorm te geven; 3. stimulering van vrijwillige inzet door nieuwe doelgroepen.(beleidsbrief 2005-2007) 10 Beleidsbrief Mantelzorg en vrijwilligerwerk 2008-2011 “Voor elkaar”. De uitwerking/ definitieve vaststelling van de basisfuncties wordt nog verwacht.
13
1. Minder regeldruk
niet leuker wel makkelijker
Minder regels en administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven staat al geruime tijd op de – landelijke en lokale - politieke agenda’s. In de gemeente Assen loopt vanaf medio 2008 het project “ Deregulering”11 . In dit project worden de belangrijkste gemeentelijke vergunningen en regelingen doorgelicht en waar nodig en mogelijk versimpeld. Wij willen in dit verband ook kijken naar de belangen van vrijwilligers. Vanuit het perspectief van de vrijwilliger (de gewone burger die in zijn beperkte vrije tijd iets voor een ander of de buurt wil doen) zijn de geldende regels en procedures soms te ver doorgevoerd. Vrijwilligers ervaren dit als tijdrovend, ingewikkeld en betuttelend, zo blijkt uit landelijk onderzoek en werd bevestigd door Asser vrijwilligers in genoemd lokaal behoefteonderzoek. Om het vrijwilligerswerk te stimuleren vinden wij het van belang vrijwilligers gemotiveerd te houden. Wij willen het onze vrijwilligers makkelijker maken en niet moeilijker, en er daarom voor zorgen dat de door Asser vrijwilligers ervaren regeldruk vermindert. Hierdoor leggen we minder beslag op tijd en inzet van vrijwilligers. Ook laten we hiermee zien dat wij er van uitgaan dat vrijwilligers(organisaties) hun eigen verantwoordelijkheid nemen en wij daarom ook minder regels hoeven te stellen. De volgende landelijke ‘best practices’ gaan wij op haalbaarheid onderzoeken en zo mogelijk invoeren12: 1. De evenementenvergunning. Opties: Sommige evenementen onder voorwaarden vergunningvrij maken (melding volstaat); Een aantal losse vergunningen combineren in één nieuwe evenementenvergunning; De vergunningsaanvraag voor kleiner evenement kan tot enkele werkdagen voor het evenement worden ingediend en wordt direct verstrekt; 2. Bieden van een (digitaal) handboek met praktische handreikingen zodat organisaties makkelijker kunnen omgaan met de geldende regelgeving; 3. Versimpeling subsidieproces. Opties: Bij kleine incidentele activiteitensubsidies de subsidie tegelijkertijd verlenen en vaststellen; Bij een meerjarensubsidie direct de subsidie vaststellen als bij de aanvraag de verantwoording van het vorige jaar wordt geleverd (slechts 1 x per jaar stukken aanleveren).
Actie: a. Wij toetsen onze eigen regelgeving op vrijwilligersvriendelijkheid en proberen zoveel mogelijk te dereguleren. Wij kijken of de belangrijkste landelijke “best practices” genoemd onder punt 1 en 2 kunnen worden meegenomen in het lopende dereguleringproject13 en zetten zonodig hier aanvullend op in; b. Wij onderzoeken mogelijkheden voor versimpeling van het subsidieproces (punt 3) en passen zo nodig onze juridische kaders hier op aan.
11 In samenwerking met de gemeenten uit het regioverband Groningen-Assen, uit te voeren door bureau SIRA Consulting. Het project valt onder verantwoordelijkheid van de dienst Stadsbalie 12 uit het boekje ‘Passie onder (regel)druk’, over vrijwilligers en regeldruk, uitgebracht door het ministerie van BZK. 13 De voor vrijwilligers relevante “producten” waar in het kader van dit onderzoek al naar gekeken wordt zijn: aanwezigheidsvergunning speelautomaten, Vereenvoudiging Evenementenvergunning, Ontheffing geluidshinder, Collectevergunning, Optochtvergunning
14
2. Verzekering vrijwilligerswerk goed geregeld.. Bij het doen van vrijwilligerswerk kunnen ongelukken gebeuren. De vrijwilliger kan letsel oplopen of er kan materiële schade ontstaan. Goed verzekerd zijn is dus belangrijk. In principe is de vrijwilligersorganisatie aansprakelijk voor haar vrijwilligers en dus verantwoordelijk voor het afsluiten van verzekeringen. Echter niet alle vrijwilligersorganisaties hebben dit goed geregeld. Landelijke cijfers laten zien dat in de praktijk de meeste vrijwilligersorganisaties hun risico’s niet (afdoende) verzekerd hebben. Vaak is dit ook een financieel knelpunt, want de kosten kunnen behoorlijk oplopen. In de gesprekken met Asser organisaties is dit ook naar voren gekomen. Wij willen het Asser vrijwilligerswerk op dit punt tegemoet te komen. Via een collectief contract willen wij in Assen werkzame vrijwilligers en hun organisaties een verzekering bieden voor wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen14. De verzekering is in principe aanvullend bedoeld: het is niet de bedoeling om zaken die individuele vrijwilligers zelf al geregeld hebben15 alsnog over te nemen . De verzekering is met name bedoeld voor organisaties die voor hun primaire proces op vrijwilligers drijven. Op dit moment onderzoeken wij door een offertevergelijking welke verzekeraar de meest aantrekkelijke polis heeft waarbij wij ook letten op de administratieve belasting. De Vereniging van Nederlandse gemeenten heeft bij Centraal Beheer Achmea een interessant aanbod bedongen. Dit betrekken wij hierbij. Wij stellen voor om in 2009 en 2010 met de collectieve verzekering ervaring op te doen, na deze periode het gebruik te evalueren en voorstellen te doen voor 2011 e.v.
Actie: -De gemeente biedt vanaf 2009 Asser organisaties die voor hun primaire proces op vrijwilligers drijven de mogelijkheid om zich gratis te verzekeren voor wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen16
14
Twee derde van de Nederlandse gemeenten biedt dit aan. met bijvoorbeeld een persoonlijke WA verzekering 16 De polis omvat in ieder geval de volgende verzekeringen: 1. Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering: verzekert de wettelijke aansprakelijkheid van bestuur en vrijwilligers voor schade welke is toegebracht aan derden en onderling. 2. Ongevallen - / Ongevallen – Inzittendenverzekering: deze verzekering keert onder meer uit bij blijvende invaliditeit of overlijden na een ongeval van een vrijwilliger. 3. Beschadiging van persoonlijke eigendommen: verzekert beschadiging na een ongeval van eigendommen van vrijwilligers tijdens incidenteel gebruik voor de (vrijwilligers) organisatie. 15
15
3. Helder subsidiebeleid
mogelijkheden voor een financiële bijdrage
Subsidieverlening is voor ons een belangrijk instrument om (activiteiten van) vrijwilligersorganisaties te faciliteren. Voor vrijwilligers en hun organisaties moet helder zijn wat de mogelijkheden zijn. Nu is dat vaak niet het geval, zo blijkt uit reacties in het Radar onderzoek. Dit willen wij veranderen. Wij hebben organisaties die met vrijwilligers werken twee soorten financiële ondersteuning te bieden: 1. subsidie voor het realiseren van de beleidsdoelen van de organisatie, en 2. subsidie voor het voeren van een goed vrijwilligersbeleid door de organisatie. Ad 1. Subsidie voor het realiseren van de beleidsdoelen van de organisatie De mogelijkheden van dit moment staan beschreven in de Subsidieverordening gemeente Assen. De gemeente verleent onder voorwaarden: waarderingssubsidies meerjarensubsidies eenmalige subsidies De mogelijkheid van een meerjarensubsidie komt eventueel in beeld als een (vrijwilligers)organisatie activiteiten uitvoert die naar ons oordeel een bijdrage leveren aan een specifieke beleidsdoelstelling en een meerwaarde bieden ten opzichte van het bestaande aanbod van professionele instellingen en andere vrijwilligersorganisaties. Een project kan bijvoorbeeld bijdragen aan onze doelen voor het armoedebeleid, integratiebeleid, ‘Wmo beleid’17. Voor eenmalige subsidies is een aantal specifieke (activiteiten)budgetten beschikbaar, met eigen beleidsregels. Voorbeelden hiervan zijn het Jongeren activiteitenbudget, Regeling subsidiering jeugdleden, het Stimuleringsbudget Welzijn, het Stimuleringsbudget Cultuur, een budget voor incidentele culturele, sportieve en overige evenementen18. Voor een aantal budgetten, bijvoorbeeld het Jongeren activiteitenbudget en het Stimuleringsbudget Welzijn geldt dat deze in de praktijk redelijk tot goed worden benut, maar het zijn vaak dezelfde organisaties die een aanvraag indienen. Wij willen dat alle vrijwilligersorganisaties de mogelijkheden kennen, dit vraagt om een betere en bredere communicatie. Verder valt er winst te behalen als de te volgen procedures voor genoemde verschillende subsidies zo veel mogelijk het zelfde zijn. Voor vrijwilligersorganisaties die subsidie willen aanvragen moeten onze regels helder, logisch en eenduidig zijn. Ad. 2. Subsidie voor een goed eigen vrijwilligersbeleid van de organisatie Organisaties doen er met oog op de toekomst, verstandig aan na te denken over hoe zij met hun vrijwilligers willen omgaan en hoe zij voldoende vrijwilligers uit diverse groepen kunnen blijven vinden en binden. Wij willen hen daarom stimuleren een doordacht, eigen vrijwilligersbeleid te voeren. Onder ‘vrijwilligersbeleid’ verstaan wij: het beleid van maatschappelijke organisaties om vrijwilligers in de eigen organisatie op een optimale wijze in te zetten (vergelijk ‘HRM’beleid19). Vrijwilligersbeleid heeft aandacht voor de positie (rechten en plichten, gedragscode) van de vrijwilliger, het vinden en binden van (nieuwe) vrijwilligers, het kunnen inspelen op de verschillende behoeften van diverse soorten vrijwilligers (allochtone-, jongere-, oudere-, moderne- én traditionele vrijwilligers).
17 Voor dit Wmo beleid gericht op het ‘meedoen van kwetsbare groepen’ is het uitwerken van subsidiebeleid nog een aandachtpunt. Aanvragen voor wat grotere projecten passen vaak niet binnen beleidsregels voor incidentele subsidies, terwijl er binnen het beleidsveld zelf nog te weinig concrete toetsingscriteria zijn voor een eventuele meerjarensubsidie. 18 Maar ook budgetten voor activiteiten van zelforganisaties, activiteiten in het kader van de breedtesport en natuur & milieu. 19 Het ‘Human Resources Beleid’ of te wel personeelsbeleid van organisaties gericht op het optimaal inzetten van hun medewerkers.
16
Wij willen een extra subsidiebudget creëren voor vrijwilligersorganisaties die hier gericht mee aan de slag willen. Als zij een goed project indienen willen we daar een financiële bijdrage aan leveren. We zullen hiervoor beleidsregels uitwerken. Verder willen wij dat er vanuit de Vrijwilligerscentrale op dit punt ondersteuning komt voor maatschappelijke organisaties. Dit kan gericht advies en/of een cursusaanbod zijn. De Vrijwilligerscentrale zal hiervoor een aanbod ontwikkelen. Zie hiervoor ook de acties bij maatregel 8 “De algemene ondersteuningsfunctie, Vrijwilligerscentrale en partners”. Wij stellen de onderstaande acties voor: Acties: a.Wij brengen vrijwilligersorganisaties beter op de hoogte van onze subsidie(on)mogelijkheden. b. De procedures rond het aanvragen en afrekenen van verschillende activiteitensubsidies stemmen wij op elkaar af. c.Wij starten voor vrijwilligersorganisaties een nieuwe subsidiemogelijkheid voor goede projecten ‘eigen vrijwilligersbeleid’ gericht op het vinden en binden van vrijwilligers.
Onkostenvergoeding voor vrijwilligers Tot slot willen we nog ingaan op het vergoeden van de onkosten die vrijwilligers maken. Dit kan gezien worden als een tegenprestatie voor de vrijwilliger, die zich verder gratis inzet. De vrijwilligersorganisatie is hiervoor verantwoordelijk. In de praktijk blijkt echter dat met name kleine organisaties weinig middelen hebben om dit daadwerkelijk te doen. Dit bleek ook uit het onderzoek van Radar Advies. Deze nota bevat geen voorstel voor een onkostenvergoeding vanuit de gemeente. Het zou volgens ons te ver gaan als de gemeente deze verantwoordelijkheid overneemt. Wat wij wel doen is in deze nota een aantal faciliteiten bieden (bijvoorbeeld de verzekering, het cursusaanbod) die voor vrijwilligersorganisaties financieel voordelig uitpakken. Hierdoor houden zij meer middelen over voor een eventuele onkostenvergoeding.
17
4. Maatschappelijk ondernemen
de bijdrage van bedrijven
Maatschappelijk Betrokken Ondernemen (MBO) beoogt een grotere rol van het bedrijfsleven bij het oplossen van maatschappelijke problemen. De inzet van menskracht en expertise van het bedrijfsleven biedt vrijwilligersorganisaties nieuwe kansen hun doelen te bereiken. Met name voor vrijwillige bestuurders kan het bedrijfsleven een rol spelen20. MBO biedt bedrijven mogelijkheden om hun maatschappelijke betrokkenheid vorm te geven. N.B.: MBO is voor bedrijven geen liefdadigheid, uitgangspunt is dat bedrijven er zelf ook beter van willen worden: het kan een bepaald imago versterken of een geschikt P&O instrument zijn voor de medewerkers. MBO is een zeer actuele ontwikkeling. Volgens het ministerie van Economische Zaken doet 45% van de grote bedrijven en 23% van de middelgrote bedrijven aan werknemersvrijwilligerswerk. Ook in Assen begint MBO vorm te krijgen. Een aantal initiatiefnemers te weten St. de Hofstede, De Juniorkamer en de gemeente heeft een platform opgericht waarbij bedrijven zich kunnen aansluiten: de Stichting Assen voor Assen. De stichting heeft inmiddels een ‘sociaal makelaar’ aangetrokken die zich gaat bezighouden met het aantrekken van bedrijven en de match tussen vraag en aanbod. De makelaar werkt samen met de Vrijwilligerscentrale aangezien deze een spilfunctie voor het Asser vrijwilligerswerk vervult (zie verder punt 8 De algemene ondersteuningsfunctie). De Vrijwilligerscentrale is het verzamelpunt voor de ondersteuningsvragen van vrijwilligersorganisaties, en kan voor de makelaar de centrale ingang zijn om met het vrijwilligersveld contacten te leggen. Ook op een wat grotere schaal kunnen via de St. Assen voor Assen en de Vrijwilligerscentrale allerlei maatschappelijk relevante projecten worden geïnitieerd. De bedoeling is dat er jaarlijks een Assense “Beursvloer” wordt gehouden waarop vraag en aanbod elkaar vinden. De verdere mogelijkheden zijn groot: In het land zijn geslaagde projecten te vinden waarbij voortijdig schoolverlaters een “maatje/ coach” krijgen vanuit het bedrijfsleven. Cultuur- en sportverenigingen kunnen worden ondersteund met een gericht workshopaanbod, bijvoorbeeld boekhouden voor penningmeesters of PR&communicatie. MBO past goed in ons vrijwilligerswerkbeleid omdat dit leidt tot versterking van vrijwilligersorganisaties. Wij juichen het toe, maar vinden het ook terecht dat het bedrijfsleven haar verantwoordelijkheid neemt om kennis beschikbaar te stellen aan maatschappelijke organisaties. Onze rol als gemeente zien wij als die van aanjager en ambassadeur. De komende jaren willen wij het platform financieel blijven ondersteunen maar de bedoeling is de gemeentelijke bemoeienis op termijn af te bouwen21.
Actie: -Wij stimuleren de verdere ontwikkeling van een platform MBO in Assen door het vervullen van de aanjaag- en ambassadeursfunctie en een beperkte mate van financiële ondersteuning. Ons beleidsuitgangspunt is dat in Assen plaats in voor één platformfunctie.
20
Te denken valt aan kennisuitwisseling, het bieden van mogelijkheden om stage te lopen, het inzetten van ondernemers als coach van een vrijwillige bestuurder of het zoeken van vrijwillige bestuurders onder bestuurders van bedrijven. 21 Voor aanloopjaar 2008 hebben wij een bijdrage van €50.000 beschikbaar gesteld
18
5. De gemeente als vrijwilliger
wij blijven niet achter
Ook als gemeente doen wij aan maatschappelijk ondernemen door een steentje bij te dragen aan vrijwillige inzet. Dit doen wij uit waardering voor alle vrijwilligers maar ook omdat goed voorbeeld goed doet volgen. De gemeente Assen kan als grote werkgever een voorbeeldrol vervullen in de stad door haar ambtenaren te motiveren vrijwilligerswerk te doen. De gemeente heeft al twee keer meegedaan aan de landelijke Make A Difference Day (MADD) dagen, een landelijke campagne om mensen te bewegen tot vrijwilligerswerk22. Hierbij heeft met name het College van B&W de handen uit de mouwen gestoken. MADD heeft een grote promotiewaarde voor het vrijwilligerswerk. Daarom willen wij jaarlijks aan MADD blijven deelnemen. Vorig jaar hebben gemeenteambtenaren van de dienst Stadsbeheer zich een middag ingezet voor de Asser burger (Project “Een handje helpen”). Vele handen zijn beschikbaar gesteld voor klussen bij Assenaren die door gebrek aan gezondheid, geld of sociaal netwerk hulp nodig hadden23 . Een groot deel van deze projecten was aangedragen door Stichting Present Assen (zie ook punt 7 over de vrijwillige zorg). Omdat het project erg geslaagd was, is het in 2008 verbreed, dat wil zeggen opengesteld voor medewerkers van alle diensten, maar ook voor college en raad24. Ook de uitvoering in 2008 op 24 september jl. was weer een succes. Wij stellen voor dit initiatief structureel in te bedden en als gemeentelijke organisatie jaarlijks een dagdeel vrijwillige inzet te leveren in onze stad. Wij willen dit koppelen aan onze jaarlijkse deelname aan de MADD dagen. Hierdoor hebben we jaarlijks alvast de basisinvulling voor MADD, die we eventueel uitbereiden met speciale themagerichte activiteiten. De MADD dagen vallen vanaf 2009 in het voorjaar. Onze gemeente kent een regeling om ambtenaren die vrijwilligerswerk willen doen te faciliteren met een aantal uren buitengewoon verlof. Om gebruik van de regeling te stimuleren zullen wij deze opnieuw bij ambtenaren onder de aandacht brengen. Acties: a. Als gemeentelijke organisatie gaan we jaarlijks een dagdeel vrijwillige inzet te leveren, en we koppelen dit aan jaarlijkse deelname aan de MADD dagen. b. De faciliteit van buitengewoon verlof voor vrijwilligerswerk brengen wij opnieuw onder de aandacht van de ambtenaren.
22
een landelijke campagne waar lokaal op aangesloten kan worden, zodat ook meegelift kan worden op de landelijke publiciteit en informatiemateriaal. Deze MADD-dagen zijn een goede aanleiding voor de politiek om hun waardering voor vrijwilligerswerk te laten blijken door zelf ook tijdens die dagen vrijwillige inzet te tonen. 23 het opknappen van een tuin, het behangen van een woning, schoonmaakwerkzaamheden, het gaan wandelen en meehelpen met spelletjes met ouderen en gehandicapten, etc. Ook werden enige klussen verricht bij zorginstellingen e.d. 24 Deelname is op vrijwillige basis. Elke deelnemende medewerker krijgt vijf uren buitengewoon verlof.
19
6. Zichtbare waardering
vrijwilligers in het zonnetje
Vrijwilligers zijn niet weg te denken uit de gemeenschap. De gemeente Assen heeft grote waardering voor hun bijdrage aan de levendigheid, leefbaarheid en sociale samenhang in de stad. Vrijwilligers willen waardering ook graag merken. Centraal staat natuurlijk de waardering van degene(n) waar het werk voor verricht wordt. Maar ook belangstelling van derden of “de gemeenschap” draagt bij aan het gevoel van vrijwilligers erkend te worden. Om als gemeente te laten zien dat wij de vrijwillige inzet van onze burgers op prijs stellen reiken wij sinds 1997 jaarlijks de Stimuleringsprijzen uit. In een verschillende categorieën worden genomineerden en winnaars in het zonnetje gezet. Hoewel de prijzen in met name kringen rond de winnaars in goede aarde vallen en het aantal aanmeldingen redelijk op peil blijft25, komen er ook kritische geluiden naar boven. In het kader van het RADAR onderzoek is door diverse vrijwilligers aangegeven dat het uitverkiezen van “de beste” vrijwilliger te weinig recht doet aan al die anderen. Men vindt het wedstrijdelement verkeerd omdat het gaat om het totaal van iedereen die zich vrijwillig inzet en de gezamenlijke kracht daarvan. Ook valt het vrijwilligers op dat er tegenwoordig wel erg veel prijzen zijn (de provincie Drenthe reikt eens per 2 jaar de prijs “Hét Drents Compliment uit”). Begin 2008 hebben wij onze vrijwilligers en mantelzorgers in het kader van het Go China - jaar een bijzondere Chinese dansvoorstelling aangeboden. Hierbij ging het erom de groep als geheel te “belonen” met een attentie. Deze vorm is erg gewaardeerd. Ook landelijk is een trend merkbaar naar bredere erkenning en waardering van vrijwilligers. De vrijwilligersprijs “Het Nationale Compliment” wordt na 10 jaar afgeschaft. In plaats daarvan komt er een brede waarderingsactie onder de naam “Helden om de Hoek”26. Wij zijn van mening dat de vrijwilligersprijzen goed hebben gewerkt, maar dat het tijd is voor aanvulling met bredere waarderingsacties. De Go China voorstelling was een geslaagd experiment, we zullen daarom blijven zoeken naar verbinding met bijzondere evenementen in Assen. Een heldere communicatie over onze acties richting het vrijwilligersdwerk is hierbij een blijvend punt van aandacht. Acties: a. Wij reiken de vrijwilligersprijs nog slechts om het jaar uit (eerst volgende keer in 2010) b. In het andere jaar organiseren wij een evenement voor vrijwilligers. Zo mogelijk sluiten wij aan bij geschikte grote voorstellingen/ evenementen in de TT Hal en in de toekomst het Cultureel Kwartier (eerst volgende keer in 2009).
25
Behalve voor de jongerenprijs, daarvoor zijn vaak erg weinig aanmeldingen. Georganiseerd door belangenorganisatie vrijwilligerswerk NOV i.s.m. de Rabobank; de laatste neemt deel ihkv maatschappelijk ondernemen. Helden om de Hoek wil lokale evenementen waarbij vrijwilligers in het zonnetje worden gezet ondersteunen, en biedt hiervoor adviseurs, communicatiemiddelen, toolkits e.d. 26
20
7. Maatwerk voor de vrijwillige zorg
steun voor ondersteuners
Vrijwilligers in de zorg vormen een diverse groep. De meeste zorginstellingen worden ondersteund door vrijwilligers. Daarnaast zijn er vrijwilligers die via vrijwilligersorganisaties hulp en zorg bieden aan ouderen, zieken, gehandicapten en andere kwetsbare groepen. Vrijwilligers in de zorg ontlasten met hun inzet vaak ook mantelzorgers. Zij voelen zich vaak zeer betrokken bij hun werk.27 De bijdrage van zorgvrijwilligers staat onder druk. Door de vergrijzing groeit de vraag naar zorg en hulp. Het vrijwilligersbestand in de zorgsector vergrijst echter zelf ook. De civil society-visie van de Wmo betekent dat verwacht wordt, dat vrijwilligers een deel van de stijgende (zorg)vraag opvangen28. Er is geen duidelijk landelijk beeld over een (dreigend) tekort aan zorgvrijwilligers. Het ene onderzoek concludeert dat het wel meevalt, terwijl het andere duidelijke tekorten signaleert.29 Ook lokaal hebben we de situatie en knelpunten niet met cijfers in beeld30 . Echter gelet op genoemde ontwikkelingen stellen wij dat juist deze sector aan de slag moet met goed vrijwilligersbeleid. Om extra vrijwilligers te vinden en daarbij (relatief nieuwe groepen als) jongeren en allochtonen te trekken, moeten organisaties kijken naar hun eigen aantrekkingskracht. Gelet op hun bijdrage vinden wij de inzet van onze zorgvrijwilligers van groot belang. Wij willen dat de zorgsector een sterke sector blijft. Vanuit een faciliterende rol willen wij helpen knelpunten aan te pakken. Wij sluiten hiervoor aan bij twee bestaande initiatieven: 1. Tien Asser vrijwilligersorganisaties in de zorg werken samen in “SamSam” om mensen die dat nodig hebben in hun thuissituatie te helpen31. Het Centraal Meldpunt Vrijwillige Thuishulp vormt de schakel tussen de hulpvragers en deze vrijwillige hulpverleners. Dit voorbeeld van samenwerking juichen wij toe; SamSam is voor ons dan ook een belangrijk aanspreekpunt in het veld. In een verkennend overleg heeft Samsam de gemeente gevraagd de uitvoering van maatschappelijke stages te faciliteren (zie voor maatschappelijke stages ook maatregel 12) en een goede aansluiting met beroepskrachten te helpen bevorderen32 2. Sinds 2007 bestaat in Assen een nieuwe vorm van zorgaanbod waarin groepjes vrijwilligers worden gekoppeld aan personen die hulp kunnen gebruiken omdat zij zelf niet voldoende netwerk, gezondheid of (geldelijke) middelen hebben. Dit aanbod (St. Present) voorziet in een behoefte en is in onze ogen vernieuwend33. Als gemeente hebben wij op deze wijze een dagdeel vrijwilligerswerk geleverd34. Wij hebben het initiatief in de aanloop financieel ondersteund en willen hier met een beperkt bedrag de komende jaren mee doorgaan t.b.v. verdere uitbouw. Acties: a. Wij spannen ons in om Samsam de gewenste ondersteuning te leveren en blijven hierover met hen in gesprek b. Wij ondersteunen met een financiële bijdrage een nieuwe vorm van zorgaanbod, waarin groepjes vrijwilligers worden gekoppeld aan personen die hulp kunnen gebruiken (St. Present) 27
Zie voor het onderscheid tussen zorgvrijwilliger en mantelzorger bijlage 1 Begrippenkader De verwachting is dat, met het decentraliseren van verantwoordelijkheden naar gemeenten, de vraag naar algemene (zorg) voorzieningen zal afnemen o.a. omdat vrijwilligers en mantelzorgers een deel van de (zorg)vraag zullen opvangen. De WMO is er op gericht dit via de civil society te bevorderen 29 www.vrijwilligersindezorg.nl 30 het radar onderzoek was niet op gericht op een kwantitatief beeld per sector 31 deelnemers: Rode Kruis, Welzijn voor ouderen, Humanitas, Bibliotheek aan huis, De Zonnebloem, Maatjesproject, Uitkeringsgerechtigden Beraad Assen, Slachtofferhulp, Icare Vrijwillige Thuiszorg, St. Vrijwilligers Hulpdienst. 32 Deze vrijwilligers signaleren in hun werk soms schrijnende situaties die naar hun inschatting door beroepskrachten opgepakt moeten worden, er is behoefte aan een ‘meldpunt’ 33 het aanbod (de klus) wordt gezocht bij de wensen van de vrijwilligers i.p.v. andersom. Vrijwillige inzet in de vorm van korte afgebakende klussen en in groepsverband (het mag gezellig zijn). St. Present werkt volgens een landelijke formule 34 en willen hier mee doorgaan, zie ook maatregel 5 De gemeente als vrijwilliger. 28
21
8. De algemene ondersteuningsfunctie (De Vrijwilligerscentrale en partners) basis elementen versterken en verbinden Onze huidige inzet ter ondersteuning van vrijwilligers is beschreven in bijlage 3. De Vrijwilligerscentrale Assen is de centrale uitvoeringspartner van ons beleid. De Vrijwilligerscentrale vervult voor het vrijwilligerswerk een algemene ondersteuningsfunctie op stedelijk niveau. De ondersteuningsbehoefte van vrijwilligers verandert omdat het vrijwilligersveld behoorlijk in beweging is. Daarbij is uit het gehouden lokale onderzoek gebleken dat velen de huidige ondersteuning als weinig zichtbaar, onvoldoende en versnipperd ervaren. Dit begint met onduidelijkheid over wat er überhaupt aan ondersteuning mogelijk is, en waar je moet zijn voor het antwoord op een vraag. De gemeente toont weinig betrokkenheid (het gehouden onderzoek wordt als een eerste stap in de goede richting gezien) en de Vrijwilligerscentrale vindt men bescheiden en soms weinig zichtbaar. Het is tijd om de balans op te maken en de ondersteuningsstructuur te versterken voor de komende jaren. De ondersteuning aan het vrijwilligerswerk kan op een hoger plan getild worden door meer samenwerking. Wij willen sturen op een kwaliteitslag: de mogelijkheden voor ondersteuning worden zichtbaarder en bekender en de kwaliteit van dienstverlening van gemeente en Vrijwilligerscentrale aan vrijwilligers(organisaties) neemt toe.35. Vanuit haar kerntaken moet de Vrijwilligerscentrale zich, meer dan tot nu toe, gaan ontwikkelen als dé spilfunctie voor het Asser vrijwilligerswerk, van waaruit - het vrijwilligerswerk wordt gefaciliteerd en ondersteund (kerntaken36); - verbeterpunten en innovatie van de ondersteuning worden aangepakt; - nieuwe ontwikkelingen en kansen worden gesignaleerd en omgezet in acties en projectenvoorstellen; kennis op lokaal niveau wordt gebundeld en actief ingebracht. De Vrijwilligerscentrale dient nadrukkelijk niet alleen te werken, maar samenwerkingsrelaties aan te gaan met initiatieven en partners die ook ondersteuningsfuncties vervullen. Wij zien de volgende relevante partners: St. Assen voor Assen, St. Present, de samenwerkende zorgvrijwilligers (Samsam), centraal steunpunt voor mantelzorgers, het ROC Drenthe College en de gemeente zelf waar het gaat om wijk- en sportbeleid. Deze organisaties hebben een gedeeld belang dat het vrijwilligerswerk de best mogelijke ondersteuning krijgt. Daarom ligt het in onze visie voor hand dat zij onderling afstemmen en samenwerken. Wij geven de Vrijwilligerscentrale de opdracht om vanuit haar spilfunctie met genoemde partners structurele afstemming te organiseren over zaken en ontwikkelingen die (ondersteuning van) Asser vrijwilligers betreffen. Wij zien graag dat deze organisaties (1) een gezamenlijke “ontwikkelagenda” c.q. “verbeteragenda” opstellen met actiepunten die leiden tot verbeteringen voor het vrijwilligerswerk; (2) deze agenda vervolgens gaan uitvoeren, waarvoor wij ook gerichte projectsubsidies beschikbaar willen stellen. De Vrijwilligerscentrale is primair de organisatie die de acties coördineert en zal vaak ook in de uitvoering de leiding nemen. 35
Dit zijn ook de indicatoren om in een toekomstige evaluatie een daadwerkelijke kwaliteitsslag aan af te meten. de door VWS aanbevolen basisfuncties voor ondersteuning vrijwilligerswerk op lokaal niveau zijn: inspraak en advies, makelaarsfunctie (bemiddeling), deskundigheidsbevordering en praktische hulp. 36
22
Gelet op de uitkomsten van ons gehouden onderzoek kan de ontwikkelagenda zich richten op de volgende (verbeter)punten: 1. informatie en advies (één centrale ingang voor vragen vrijwilligers); 2. deskundigheidsbevordering (uitbreiding, stroomlijning en maatwerk; zie verder punt 9); 3. promotie/ PR (uitbreiding mogelijkheden en gerichte acties; zie verder punt 10) 4. eigen vrijwilligersbeleid van organisaties (organisaties hierin stimuleren en ondersteunen). Wij geven de Vrijwilligercentrale gedurende een projectperiode van 2 jaar de opdracht deze rol naar zich toe te trekken en daadwerkelijk in te vullen (evaluatie eind 2010). Hierbij is de fysieke zichtbaarheid van de Vrijwilligercentrale een aandachtspunt. Informatiepunten voor vrijwilligers zijn bij voorkeur gehuisvest op plaatsen waar veel publiek komt en op het huidige adres is dit niet het geval. Wij vinden het wenselijk dat alternatieve locaties verkend worden en zullen hier desgevraagd bij helpen. Een ander punt van aandacht is de huidige website van de Vrijwilligerscentrale. Deze zal aangepast moeten worden naar een actueel ogende website met geïntegreerde digitale vacaturebank met linken naar de provinciale website/ vacaturebank. De website moet dé website zijn voor iedereen die iets wil weten over vrijwilligerswerk in Assen: actuele ontwikkelingen, alle relevante partners in het vrijwilligersveld, regelgeving vrijwilligerswerk et cetera. Als gemeente willen wij het veld sterker onze betrokkenheid tonen. Uit het voorgaande mag duidelijk zijn dat wij sturen op ontwikkeling en verbetering. We kiezen voor een afgebakende projectperiode van 2 jaar waarin we de ondersteuning van het vrijwilligerswerk in Assen een impuls willen geven. Op de beoogde intensievere afstemming/ samenwerking tussen relevante partners willen we zelf actief sturen. Hiertoe zullen we de ambtelijke ondersteuning (formatie) uitbreiden.
Acties: a. Wij geven de Vrijwilligerscentrale de opdracht zich de komende twee jaar te ontwikkelen als zichtbare spilfunctie voor het Asser vrijwilligerswerk en maken hierover prestatieafspraken. Na 2 jaar wordt rol van de Vrijwilligerscentrale zoals die op dat moment is ingevuld geëvalueerd. b. De Vrijwilligerscentrale gaat de samenwerking in de ondersteuning van vrijwilligers bevorderen door met relevante partners een ontwikkelagenda op te stellen en uitvoeren gericht op verbeterpunten t.b.v. het Asser vrijwilligerswerk. c. Voor de uitvoering van de ontwikkelagenda stellen wij, mede gelet op de huidige minimale formatie van de vrijwilligerscentrale, extra middelen beschikbaar, echter in de vorm van gerichte projectsubsidies d. De huidige website van de vrijwilligercentrale zal geactualiseerd worden, dit wordt dé website voor iedereen die iets wil weten over vrijwilligerswerk in Assen e. De gemeente zal aan dit ontwikkeltraject de komende 2 jaar extra ambtelijke ondersteuning bieden
23
9. Deskundigheidsbevordering
investeren in kwaliteit
Vrijwilligers willen hun taak zo goed mogelijk uitvoeren en zich blijven ontwikkelen. Opleiding, training en advies is daarom een belangrijk ondersteunend instrument. Als gemeente willen wij deskundigheidsbevordering in brede zin faciliteren. In het onderzoek onder Asser vrijwilligersorganisaties is aangeven dat de behoefte aan cursussen en scholing toeneemt. Vrijwilligers doen steeds meer verschillende taken. Ook willen steeds meer vrijwilligers het gevoel hebben dat er in hen wordt geïnvesteerd. De bijdragen die vrijwilligers leveren ligt in de praktijk soms niet ver af van professionals (bijvoorbeeld vrijwillige thuishulp). Educatieve ondersteuning zien vrijwilligers dan ook als een vereiste om werkzaamheden optimaal te kunnen uitvoeren. Er is momenteel een aanbod van standaardcursussen, maar dat aanbod sluit niet altijd aan op de behoefte van vrijwilligers. Bovendien is niet bij alle vrijwilligers bekend welke mogelijkheden er zijn. Veel organisaties, vooral de professionele, hebben zelf een scholingsaanbod in huis. Men weet dat niet altijd van elkaar. Wij willen zoeken naar methoden om de deskundigheidsbevordering meer vanuit de vraag van vrijwilligersorganisaties te organiseren. De uitdaging is hierbij om een aantal bestaande mogelijkheden en ontwikkelingen aan elkaar te verbinden: • In de onze laatste nota volwasseneneducatie (2008) zijn vrijwilligers benoemd als doelgroep voor ons aanbod volwasseneneducatie. In dit kader biedt het ROC Drenthe College samen met de Vrijwilligerscentrale vanaf september 2008 een cursusaanbod voor vrijwilligers (door gemeente gefinancierd). E.e.a. blijkt aan een grote vraag te voldoen; hiermee doorgaan ligt daarom voor de hand37 •
Maatschappelijk ondernemen is in opkomst, ook in Assen. Bedrijven hebben over een breed terrein expertise in de aanbieding waar vrijwilligersorganisaties profijt van kunnen hebben. Dit kan in de vorm van thema-avonden voor groepen38 of met individuele matches tussen vraag en aanbod. Wij zien MBO als belangrijk instrument voor het bevorderen van deskundigheid van vrijwilligersorganisaties (zie ook maatregel 4 over maatschappelijk ondernemen)
•
Er is soms een eigen cursusaanbod voor vrijwilligers bij (de grotere) organisaties of bij moeder- of koepelorganisaties. Hier kunnen mogelijk ook anderen van profiteren. Verder kunnen vrijwilligersorganisaties door meer onderlinge informatie-uitwisseling meer van elkaar leren en ook de mogelijkheden van het internet beter benutten.
Acties: a. Wij geven de Vrijwilligerscentrale de opdracht zich te ontwikkelen tot hét centrale punt waar de vraag en aanbod m.b.t. deskundigheidsbevordering voor maatschappelijke organisaties in kaart is; bWij geven de vrijwilligerscentrale de opdracht om samen met het ROC, het bedrijfsleven en andere steunfuncties als het gemeentelijke vakteam Sport een jaarlijks aanbod voor deskundigheidsbevordering te ontwikkelen en uit te voeren. Uitgangspunten: maatwerk en benutting elkaars mogelijkheden. c. Wij willen een extra budget beschikbaar stellen om waar nodig specifiek maatwerkcursussen te laten ontwikkelen (innovatiebudget deskundigheidsbevordering) d. Wij stellen een budget beschikbaar voor tafeltjes-, netwerk en informatie-uitwisselingavonden te organiseren uit te voeren door de Vrijwilligerscentrale 37
Onder het voorbehoud dat dit past binnen het kader van de nieuwe Wet op het Participatiebudget waarin het volwasseneneducatiebudget zal opgaan (wet in ontwikkeling; voorgenomen ingang per 2009) 38 b.v. “tafeltjesavonden” met plaatselijke advocaten, notarissen, vergunningsambtenaar e.d. die vrijwilligersorganisaties informatie en advies kunnen geven
24
10. Promotie en PR
vrijwilligerswerk in de spotlights
Een belangrijke factor voor een succesvolle werving van nieuwe vrijwilligers is dat vrijwilligerswerk regelmatig op een positieve manier publiciteit krijgt. De ervaring leert dat positieve PR en goed zichtbare vacatures leiden tot meer vrijwilligers. Asser vrijwilligersorganisaties die meededen aan het onderzoek benadrukten dat vooral vacatures voor bestuursleden en administratieve ondersteuning moeilijk vervulbaar zijn39. Dit is ook landelijk een breed gedeeld probleem. De oplossing zou daarom, geven de organisaties aan, kunnen zitten in het samenwerken met andere vrijwilligersorganisaties en de gemeente. Samen promoten, werven en voorlichten. Het faciliteren van promotie en PR wordt gezien als een zeer welkome ondersteuningsvorm van de gemeente. Wij willen hier gehoor aan geven en op dit punt meer voor vrijwilligersorganisaties gaan betekenen. Temeer omdat dit aansluit bij onze in 2008 gestarte stadscampagne ‘Assen jouw podium’ . Deze campagne biedt de stad een podium om haar eigen verhaal te vertellen. Vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties zijn dé doelgroep die in het kader van deze campagne aan het woord moet komen. “Assen, jouw podium” heeft als doel om actief burgerschap te bevorderen. De campagne besteedt daarom aandacht aan projecten en activiteiten die overal in de stad plaatsvinden en die een steentje bijdragen aan een prettig leefklimaat in Assen. Een podium voor al die mensen die zelf de handen uit de mouwen steken of iemand kennen die dat doet en het leuk vinden om die inzet wereldkundig te maken. Het doel is anderen te verleiden zich ook dienstbaar te maken aan hun eigen woon- en leefomgeving, zo nodig samen met de gemeente en andere professionals in de stad. “Assen jouw podium” biedt in de principe de komende jaren een structuur waarbinnen wij voor vrijwilligers en hun organisaties ruim baan willen maken. Zij kunnen hierdoor hun verhaal te doen en zichzelf én hun vacatures te promoten. “Assen jouw podium” biedt: - periodiek een fysiek podium op een plek in de stad - een regelmatig terugkerende rubriek/ pagina in de lokale media (huis-aan-huis blad en/of berichten van de Brink). Acties: a. Wij bieden vrijwilligers en hun organisaties via Assen Jouw Podium de mogelijkheid en de ruimte om zich te presenteren in de regionale krant en op fysieke podia. Zo nodig worden vrijwilligers hierin ondersteund door de Vrijwilligerscentrale en de afdeling communicatie van de gemeente. Wij onderzoeken wat hier eventueel extra voor nodig is en maken indien noodzakelijk extra middelen vrij b. In het verlengde van Assen Jouw Podium faciliteren wij promotieactiviteiten waarbij wij denken aan: * jaarlijks een “open huis dag” of “werkbezoekdag” bij vrijwilligerorganisaties voor raadsleden en ondernemers; *terugkeer van de jaarlijkse vrijwilligersmarkt op het Koopmansplein waar organisaties zich kunnen presenteren en nieuwe vrijwilligers werven onder het winkelend publiek, met afsluitende netwerkborrel met gemeentevertegenwoordigers.
39
Het probleem is dat dit vaak een structurele functie is met verantwoordelijkheden. Vrijwilligers willen liever minder verplichtingen, omdat ze het al naast hun reguliere werk doen.
25
11. Vrijwillige inzet in de wijk
kansen zien en benutten
Prestatieveld 1 van de WMO is ‘het bevorderen samenhang en leefbaarheid in wijken’. De vrijwillige inzet van burgers speelt hierbij een cruciale rol. Vrijwilligerswerk is hét voorbeeld van actief burgerschap waarin het vanzelfsprekend is om iets voor anderen te doen, van burenhulp tot vrijwilligerswerk, zowel georganiseerd als ongeorganiseerd. We zien dat veel vrijwilligers met hun inzet de meer kwetsbare groepen (een stap dichter) tot participatie brengen. Dit willen wij stimuleren. Vooral op wijkniveau liggen kansen omdat vraag en aanbod hier al dichtbij elkaar liggen: er zijn natuurlijke vindplaatsen voor nieuwe vrijwilligers (kerken, scholen etc) én er is een (latente) hulpvraag van medebewoners die actief opgehaald kan worden. En werklozen, inburgeraars en anderen die nog weinig actief zijn kunnen gemotiveerd worden om (eventueel in het kader van een activeringstraject) iets voor hun buurt te doen. We willen daarom kijken hoe we de ondersteuning van vrijwillige inzet ook naar wijk- en buurtniveau kunnen vertalen. Op zo’n manier dat dit aansluit bij de specifieke behoefte en ontwikkelingen in een wijk. Centraal staat het faciliteren van de bewoners als ‘medeproducent van de wijk’. Het ligt voor de hand hier de samenwerking met het opbouwwerk te zoeken vanwege haar sleutelpositie om bewoners te bereiken. Momenteel lopen in de wijk Lariks activeringsprojecten waarbij het -onder meer- de bedoeling is de vrijwillige inzet van burgers te stimuleren. In de Lariks speelt het project Wonen-Welzijn-Zorg, waarin diverse instellingen samenwerken om het wonen en het leven in de Lariks voor alle bewoners, maar in het bijzonder voor 55-plussers en bewoners met een beperking, nog beter te maken. In samenhang hiermee realiseert de Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) in de Lariks in het kader van het project “Meedoen mogelijk maken” een outreachende aanpak, waarbij reïntegratieklanten in hun eigen omgeving worden opgezocht om hen (daar) actief te maken en ontwikkelt tevens een fysiek loket. Binnen deze projecten kan de Vrijwilligerscentrale op verzoek van de projectleiding een gerichte bijdrage leveren (maatwerk) daar waar het bevorderen van vrijwilligerswerk betreft, bijvoorbeeld: - in kaart brengen van de bestaande mogelijkheden voor vrijwilligerswerk in betreffende wijk - helpen nieuwe vrijwilligersprojecten te ontwikkelen die aansluiten op de (hulp)vraag van (kwetsbare) bewoners in de wijk; - specifieke promotieactiviteiten in de wijk, bijvoorbeeld een vrijwilligersmarkt in het wijkcentrum; - zoeken van maatschappelijke stages voor scholieren die bijdragen aan de leefbaarheid van de betreffende wijk (zie ook maatregel 9 over maatschappelijke stages). Door juist in de Lariks de eerste ervaring op te doen met wijkgerichte ondersteuning van vrijwilligerswerk kiezen wij voor een pragmatische insteek. Doordat in de Lariks aangehaakt kan worden op concrete vragen vanuit lopende projecten is de Lariks een kansrijke wijk voor snel en zichtbaar resultaat. Vanuit de ervaringen in de Lariks willen wij in de komende twee jaren de wijkgerichte ondersteuning verbreden naar één of twee andere wijken die passen binnen ons gebiedsgericht werken-beleid en die ook voor verdere uitbouw van het wijkgerichte activeringsbeleid van de ISD interessant zijn. Actie: Wij geven de Vrijwilligerscentrale de opdracht een wijkgericht ondersteuningsaanbod te ontwikkelen en uit te voeren voor in eerste instantie de wijk Lariks waarbij met concrete acties wordt ingespeeld op behoeften vanuit genoemde activeringsprojecten. Van hieruit verbreden wij de wijkgerichte ondersteuning naar andere wijken voor zover passend binnen het gebiedsgericht werken.
26
12. Maatschappelijke stages
win-win voor jongeren én organisaties
Maatschappelijke stages (MAS) worden vanaf 2011 in het voortgezet onderwijs (VO) een verplicht onderdeel van het schoolprogramma. Het doel is dat jongeren op deze manier kennismaken met de samenleving en ervaren hoe het is om verantwoordelijkheid te nemen voor een ander40. In Assen zijn de MAS geen nieuw fenomeen meer. Vanaf schooljaar 2002/2003 zijn in de vorm van pilots de eerste ervaringen opgedaan41. Op dit moment is elke Asser VO school er mee bezig, of bereidt zich voor. Echter door de aankomende verplichting gaat het binnenkort om veel grotere aantallen leerlingen: in Assen in 2011 ruwweg 5000. De organisatie om voor al die leerlingen een stage te regelen is omvangrijk. Om dit in goede banen te leiden en draagvlak te houden bij de (stagebiedende) maatschappelijke organisaties is lokaal goede afstemming nodig. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van MAS ligt bij de scholen. De scholen zullen dan ook moeten zorgen voor goede afstemming met elkaar en de stagebiedende organisaties. Als gemeente vinden wij MAS een positieve ontwikkeling. Zowel vanuit het jeugdbeleid (jongeren betrokken maken bij de samenleving) als vanuit het vrijwilligerswerkbeleid (een kans voor maatschappelijke organisaties die vaak weinig (jonge) vrijwilligers hebben). Maar ook vanuit het Wmo beleid: als de inzet van jongeren gekoppeld kan worden aan projecten die “meedoen” van kwetsbare groepen mogelijk maken. Onze rol zien wij in het faciliteren van de nodige stedelijke afstemming. Wij zullen dit op gang helpen en ondersteunen met enkele basisfaciliteiten. 42
In 2008 zijn wij met de Vrijwilligerscentrale en de Asser VO scholen een stedelijke overleggroep gestart waar de afstemming moet gaan plaatsvinden. Het voornemen dit samen te ontwikkelen wordt in januari 2009 op bestuurlijk niveau door het ondertekenen van een intentieverklaring bekrachtigd. 43
De scholen krijgen voor MAS44zelf budget . De gemeente ontvangt rijksmiddelen om een makelaarsfunctie te realiseren . Om aan te haken bij de bestaande structuur willen wij die onderbrengen bij de Vrijwilligerscentrale. De makelaar verzorgt op stedelijk niveau basisdienstverlening aan scholen, maatschappelijke organisaties en burgers, zoals: * stedelijk kennispunt; PR, uitvoering stedelijke, digitale stagebank/ afstemmingsysteem; * intermediaire functie tussen tussen scholen en maatschappelijke organisaties; * draagvlak creëren bij vrijwilligersorganisaties, en hen concrete adviezen en ondersteuning bieden; * bevorderen dat de stagiair van nu de vrijwilliger van de toekomst wordt. Daarnaast kan de makelaar, op basis van inkoop, aan scholen specifieke diensten verlenen, bijvoorbeeld specifieke werving, matching, voorlichting. In samenspraak met de scholen zal wordt de rol van de makelaarsfunctie begin 2009 nader ingevuld worden. Actie: a. Wij faciliteren de ontwikkeling van de stedelijke overleggroep tot dit een goed functionerend stedelijk afstemmingsplatform is, dan trekken wij ons (verder) terug b. Wij faciliteren de scholen voor deelname aan deze stedelijke afstemming op 50% 50% basis c. Wij maken over de makelaarsfunctie MAS prestatieafspraken met de Vrijwilligerscentrale d. Wij faciliteren in de aanschaf en beheer van een stedelijk digitaal afstemming/coördinatie systeem e. Wij stellen als gemeente zelf maatschappelijke stageplaatsen beschikbaar f. Wij bevorderen totstandkoming van MAS bij organisaties met een duidelijke behoefte. g. Voor stedelijke PR / promotie activiteiten m.b.t. MAS kunnen de stedelijke overleggroep en de Vrijwilligerscentrale gebruik maken van de bij de gemeente beschikbare mogelijkheden en netwerken. 40 Alle leerlingen op het voortgezet onderwijs (VMBO, HAVO, VWO) die na 2011 instromen, moeten verplicht een MAS lopen van 72 uur. MAS moet op elke VO school een geïntegreerd onderdeel van het schoolplan worden. 41 Hierbij waren de Vrijwilligerscentrale en het Dr. Nassau College betrokken. Het AOC Terra College startte met een pilot in 2005/2006. 42 De in Assen betrokken VO scholen zijn: Dr. Nassau College, CS Vincent van Gogh, Gomarus College, AOC Terra College, Pro Assen. 43 Vanaf schooljaar 2008/2009 ontvangen scholen een bedrag van € 28 per telleerling met een minimum van € 18.000,-. 44 Rijksmiddelen vanuit OCW en VWS voor de lokale ondersteuning van vrijwilligerswerk bedoeld voor het versterken van de makelaarsfunctie in brede zin, mede ten behoeve van maatschappelijke stages voor middelbare scholieren.
27
Hoofdstuk 5. Financiën en planning De voorstellen van deze nota geven een impuls aan ons vrijwilligerswerkbeleid. Hieronder ramen45 wij de benodigde aanvullende middelen voor de jaren 2009 en 2010. Eind 2010 vindt evaluatie plaats, waarna wij de raad een concreet voorstel doen voor de continuering van de beleidsuitvoering voor 2011 en 2012. Bij de begrotingsbehandeling 2011 zullen wij de raad alvast vragen hiervoor middelen te reserveren. Wij maken in de raming voor 2009 en 2010 onderscheid in acties waarbij het primaat bij de gemeente zelf ligt (tabel 1) en acties die via de Vrijwilligerscentrale en haar partners worden opgepakt (tabel 2). De Vrijwilligerscentrale vervult immers de spilfunctie in de uitvoering van ons beleid. Er zijn ook voorstellen waarvoor géén aanvullende middelen nodig zijn omdat ze uitgevoerd kunnen worden binnen de staande beleid(uit)voering. Deze vindt u in tabel 3. Tabellen 1,2 en 3 geven ook een beeld van de voorgenomen planning en de verantwoordelijke afdelingen binnen de gemeente. De vierde en laatste tabel laat de totale aanvullende kosten en de dekking zien. Tabel 1. Raming benodigde aanvullende middelen voor acties van de gemeente Assen Maatregel Acties 2009 2. Vrijwilligersverzekering Aanbod verzekering wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen 17.000 3. Helder subsidiebeleid c. nieuwe subsidiemogelijkheid voor vernieuwende projecten 30.000 gericht op het vinden en binden van vrijwilligers 4. Maatschappelijk ondernemen Aanjaag/ ambassadeursfunctie MBO, bijdrage platformfunctie * 35.000 6. Zichtbare Waardering a/b Vrijwilligersprijs / vrijwilligersevenement 1.50046 7. Maatwerk voor de vrijwillige a. (nader verkennen en) uitvoeren van gerichte ondersteuning p.m. zorg vrijwilligerswerk in de zorg b. nieuwe vorm van zorgaanbod via St. Present * 25.000 8. alg. ondersteuningsfunctie e. Ambtelijke formatie (16 uur/week)47 * 48.000 12.Maatschappelijke stages a. Faciliteren ontwikkeling coördinatiegroep tot goed functionerend 10.000 afstemmingsplatform (inhuur procesbegeleiding) b. Faciliteren scholen voor deelname stedelijke afstemming 7.000 d. Aanschaf stedelijk digitaal afstemming- en coördinatiesyteem 10.000 Evaluatie impuls beleid (zie hoofdstuk 3) TOTAAL 183.500
2010 17.000 30.000
Start Begin 2009 2009
25.000 1.500 p.m.
Reeds ingezet Reeds ingezet 2009
25.000 48.000 -
Reeds ingezet Januari 2009 2009
7.000 15.000 168.500
2009 en 2010 2009 medio 2010
* De ambtelijke formatie a € 48.000 (8 e)+ maatschappelijk betrokken ondernemen a € 35.000 (4) + nieuwe vorm van zorgaanbod St. Present a € 25.000 worden bij de begroting 2009 als structurele kostenpost meegenomen 45
Op basis van offertes, ervaringsgegevens, richtlijnen uit rijksbudgetten. Aanvulling op het reeds binnen de begroting beschikbare budget van € 5.974,47 de gemeente zal aan de gewenste ontwikkeling de komende jaren extra ambtelijke ondersteuning bieden. Samen met de reguliere beleidsmatige inzet gaat dit om 16 uur p/w voor de volgende taken: adviseren bestuur, prestatieafspraken met uitvoerende partners waaronder de vrijwilligerscentrale, afhandelen subsidieaanvragen, regievoering uitrol gemeentelijk beleid, uitrol interne acties gemeente, volgen landelijke en lokale ontwikkelingen 46
28
Tabel 2. Raming benodigde aanvullende middelen voor acties via de Vrijwilligerscentrale Assen (via projectsubsidies aan de Vrijwilligerscentrale beschikbaar te stellen) Maatregel Acties 2009 2010 Start 8. algemene ondersteuningsfunctie d. Actualisering website (t..b.v. één centraal digitaal 15.000 Begin 2009 informatiepunt voor/door/over het vrijwilligerswerk in Assen) 9. Deskundigheidsbevordering b. ontwikkelen jaarlijks aanbod deskundigheidsbevordering i.s.m. 14.000 14.000 Reeds ingezet ROC Drenthe College, Asser bedrijfsleven, andere steunfuncties48 c. innovatiebudget maatwerk-cursussen d. “Tafeltjes”- en informatie-uitwisselingavonden voor 5.000 5.000 2009 vrijwilligersorganisaties 10. Promotie en PR b. Aanvullende promotieactiviteiten (bv “open huis dag”, 11.000 11.000 2009 “werkbezoekdag” vrijwilligersmarkt) 11. Vrijwillige inzet in de wijk Ontwikkeling en uitvoering wijkgericht ondersteuningsaanbod 10.000 10.000 Reeds ingezet 12. Maatschappelijke stages c. makelaarsfunctie MAS met bijbehorende taken 30.000 30.000 2009 TOTAAL 85.000 70.000
Tabel 3. Overzicht van acties waarvoor geen additionele financiering nodig is (op te pakken binnen de staande beleid(uit)voering) Maatregel Acties
Start
1. Minder regeldruk 3. Duidelijk subsidiebeleid 5. De gemeente als vrijwilliger 9. Deskundigheidsbevordering 10. Promotie en PR 12. Maatschappelijke stages
48
a. toetsen eigen regelgeving op vrijwilligersvriendelijkheid zoveel mogelijk dereguleren b. onderzoek versimpeling subsidieproces, zo nodig aanpassing juridische kaders a. beter infomeren over subsidie(on)mogelijkheden b. afstemming procedures activiteitensubsidies a. jaarlijks een dagdeel vrijwillige inzet vanuit de gemeentelijke organisatie b. ambtenaren informeren over faciliteit buitengewoon verlof bij vrijwilligerswerk a. Ontwikkeling kennispunt vraag en aanbod deskundigheidsbevordering bij Vrijwilligerscentrale a. promotie/ PR mogelijkheden in media en fysieke podia via Assen Jouw Podium e. gemeente stelt maatschappelijke stageplaatsen beschikbaar f. Bevorderen van MAS bij maatschappelijke organisaties met duidelijke behoefte g. Beschikbaar stellen gemeentelijke mogelijkheden voor stedelijke PR/ promotie MAS
exclusief inzet middelen volwasseneneducatie voor uitvoering ROC
29
Medio 2009 2009 Begin 2009 2009 Reeds ingezet z.s.m. Reeds ingezet Reeds ingezet Medio 2009 2009 2009
Tabel 4. Totale kosten en dekking Kosten: Kosten acties door gemeente Kosten acties via Vrijwilligerscentrale Assen Post onvoorzien Totaal kosten
Dekking: Primaire begroting; rijksmiddelen Wmo onderdeel OVT50 Primaire begroting; rijksmiddelen VWS/OCW via gemeentefonds51 Primaire begroting: Beleidsbepaling maatschappelijk betrokken ondernemen Primaire begroting: WMO middelen (ihkv nieuw beleid begroting 2009)52 Te dekken via reserve WMO middelen54 Toevoeging algemene uitkering vrijwilligersverzekering Totaal dekking
2009 183.500 85.000 15.000 283.500
2010 168.500 70.000 15.000 253.500
2011 98.00049
2012 98.000
98.000
98.000
2009 14.000 46.000
2010 14.000 46.000
2011
2012
35.000
25.000
25.000
25.000
153.000
130.000
73.00053
73.000
23.500 12.000 283.500
26.500 12.000 253.500
98.000
98.000
49 De ambtelijke formatie a € 48.000 (8 e)+ maatschappelijk betrokken ondernemen a € 35.000 (4) + nieuwe vorm van zorgaanbod St. Present a € 25.000 worden bij de begroting 2009 als structurele kostenpost meegenomen 50 rijksmiddelen binnen de Wmo uitkering bedoeld voor Opleiding Vorming en Training van vrijwilligers 51 Extra rijksmiddelen van VWS en OCW bedoeld voor de lokale ondersteuning van vrijwilligerswerk in brede zin (informatie en advies, inspraak, deskundigheidsbevordering, praktische hulp en het versterken van de makelaarsfunctie in brede zin, d.w.z. het matchen van potentiële vrijwilligers met geschikte klussen. E.e.a. mede ten behoeve van de maatschappelijke stages voor middelbare scholieren). Naar verwachting zal de algemene uitkering voor de gemeente de komende jaren door dit onderdeel toenemen, maar hier is vooralsnog geen rekening mee gehouden. In de toekomst zou dit tot een lager beslag op de WMO middelen kunnen leiden. Via de reguliere rapportages zal het gemeentebestuur over de actuele stand van zaken worden geïnformeerd. 52 In het kader van de begrotingsbehandeling 2009 (nieuw beleid) heeft de raad een deel van de reguliere WMO middelen gereserveerd voor de uitvoering van deze nota vrijwilligerswerkbeleid. De raad wordt voorgesteld deze vrij te geven bij de vaststelling van deze nota 53 Ambtelijke formatie a € 48.000 (8 e)+ nieuwe vorm van zorgaanbod St. Present a € 25.000 54 In het kader van de behandeling van deze nota wordt de raad voorgesteld deze bedragen beschikbaar te stellen uit de WMO reserve en dit in de begroting te verwerken bij de voortgangsnota 2009.
30
Bijlage 1. Begrippenkader55 Bij het formuleren van vrijwilligerswerkbeleid bestaat het gevaar van verdrinken, omdat het zo breed is. Vrijwilligerswerk vindt immers op veel manieren plaats binnen een groot aantal organisaties binnen verschillende sectoren. Om duidelijk te maken waar we over spreken omschrijven we in deze bijlage - wat verstaan kan worden onder vrijwilligerswerk; - welke vormen van vrijwilligerswerk we kennen; - soorten organisaties waar vrijwilligers actief zijn; - de verschillende typen van beleid. 1. Definitie van vrijwilligerswerk Officieel is vrijwilligerswerk werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving. In de praktijk is deze definitie niet houdbaar. Maatschappelijke stages worden verplicht, vrijwilligers krijgen vergoedingen, burgerinitiatieven kennen een lage organisatiegraad en vrijwilligerswerk mag je tegenwoordig best alleen maar doen omdat het leuk is. Veel mensen spreken dan ook liever van vrijwillige inzet dan van vrijwilligerswerk. Gezien genoemde veranderingen in het vrijwilligerswerk heeft onder landelijke deskundigen een uitgebreide discussie plaatsgevonden over de houdbaarheid van deze definitie. Dit heeft echter niet geleid tot een nieuwe definitie. In plaats daarvan heeft Movisie de “draaischijf voor vrijwillige inzet” ontwikkeld, die lokale overheden en vrijwilligersorganisaties kunnen gebruiken bij het bepalen van hun eigen definities. Vanwege de grote diversiteit spreekt men tegenwoordig vaker van vrijwillige inzet. De term vrijwillige inzet staat voor alle verschillende manieren waarop burgers (samen) onbetaald activiteiten verrichten voor anderen. 2. Vormen van vrijwillige inzet Mensen zetten zich als vrijwilliger in vanuit verschillende motieven. De eerder genoemde landelijke deskundigen hebben hier met het oog op de definitiediscussie een zekere ordening in aangebracht: 1. Zorgverwante vrijwillige inzet omvat alle vormen van vrijwillige inzet die relatie hebben met de directe leefwereld van mensen (buurt of familie); 2 Taakverwante vrijwillige inzet is gekoppeld aan een betaalde baan, een opleiding of een uitkering; 3 Vrije tijdsverwante vrijwillige inzet vloeit voort uit een hobby. Voorbeelden van zorgverwante vrijwillige inzet zijn voorleesouder op een school, lid van een buurtorganisatie, gastvrouw bij een ouderenactiviteit of lid van een cliëntenraad bij een zorginstelling. N.B. het verlenen van mantelzorg hoort hier niet bij. Mantelzorgers geven intensieve zorg aan een naaste, vaak een familielid. Door de emotionele band is het verlenen van mantelzorg geen “vrije keuze” en een mantelzorger kan zijn taak daardoor ook niet zomaar beëindigen. Voorbeelden van taakverwante vrijwillige inzet zijn werknemersvrijwilligerswerk, maatschappelijke stages en sociale activeringsactiviteiten.
55
Voor deze tekst is gebruik gemaakt van de volgende bronnen: -Naar een actueel vrijwilligersbeleid in Roosendaal, Verwey Jonkerinstituut -Investeren in sociaal kapitaal, discussienota Vrijwilligerswerkbeleid gemeente Groningen -website van MOVISIE (het landelijke kennisinstituut voor o.a. vrijwillige inzet) www.movisie.nl
31
Vrije tijdsverwante vrijwillige inzet is bijvoorbeeld het ondersteunen van hobby- en sportverenigingen en culturele verenigingen. Deze indeling is niet bedoeld als strikte scheiding. Want natuurlijk kunnen in een organisatie waar vrijwilligers actief zijn mensen zich vanuit verschillende motieven inzetten. 3. Het soort organisaties waar vrijwilligers actief zijn Er valt een onderscheid te maken in het soort organisatie waarbinnen vrijwilligers actief zijn. 1. Type A: De organisaties waarin uitsluitend vrijwilligers actief zijn. De vrijwilligers zijn dan ook verantwoordelijk voor het primaire proces; 2 Type B: De organisaties waarin de vrijwilligers verantwoordelijk zijn voor het primaire proces, maar worden ondersteund door beroepskrachten; 3 Type C: De organisaties waarbij de beroepskrachten verantwoordelijk zijn voor het primaire proces, maar worden ondersteund door vrijwilligers. Met ‘vrijwilligersorganisaties’ bedoelen we in deze nota type A en B, niet type C. Naast deze georganiseerde vrijwilligers betonen op wijk en buurtniveau veel buurtbewoners ook vrijwillige inzet in ongeorganiseerd verband. Dat kan zijn op individueel niveau of via burgerinitiatieven die op eigen kracht van de grond zijn getild zonder inbedding in formele instituties. Voorbeelden van type A, B en C organisaties zijn: Type A organisaties: sport- en amateurtoneelverenigingen, bewonersorganisaties, accommodatiebesturen, zelfstandig draaiende ouderenactiviteiten en zelforganisaties. Deze organisaties bestaan geheel uit vrijwilligers en zijn voor hun ondersteuning vaak geheel afhankelijk van de (gemeentelijke) overheid, hoewel er m.n. in de sportsector ook vaak wel vanuit de landelijke sportbonden enige ondersteuning is. Enkele Asser voorbeelden in deze categorie: Popcolllectief POPAS, St. Vrienden van het Asser bos, Radio Assen, SUDOSA Assen Volleybal, Moluks Platform Assen, Contactpunt Mantelzorg Assen Type B organisaties: Humanitas, kerken, Zonnebloem, Rode Kruis. De beroepskrachten hebben vooral een ondersteunende en faciliterende rol. Dit soort organisaties hebben vaak lokale afdelingen onder de landelijke moeder/koepelorganisatie, ook in Assen. Type C organisaties: zorginstellingen, ziekenhuizen, scholen. De inzet van vrijwilligers is aanvullend op de inzet van beroepskrachten. Enkele Asser voorbeelden in deze categorie zijn Promens Care, Verpleeghuis de Vierackers.
4.Typen van beleid De termen vrijwilligerswerkbeleid en vrijwilligersbeleid worden vaak door elkaar gehaald. Met het oog op wat in de nota over deze twee soorten beleid aan de orde komt geven wij hier de verschillen: Vrijwilligerswerkbeleid: het beleid van de gemeente Assen om de inzet van vrijwilligers te stimuleren en te faciliteren/ ondersteunen. Vrijwilligersbeleid: het beleid van maatschappelijke organisaties om vrijwilligers in de eigen organisatie op een optimale wijze in te zetten. Vrijwilligersbeleid heeft aandacht voor de positie (rechten en plichten, gedragscode) van de vrijwilliger, het vinden en binden van (nieuwe) vrijwilligers, het kunnen inspelen op de verschillende behoeften van diverse soorten vrijwilligers (allochtone-, jongere-, oudere-, moderne- én traditionele vrijwilligers).
32
Bijlage 2. Meer landelijke cijfers over vrijwilligerswerk Enkele landelijke cijfers: 1
In de regio Noord is de vrijwillige inzet hoger dan in de Randstad (52% t.o.v. 35%). Hoe kleiner de gemeente, hoe groter de vrijwillige inzet;
2
Vrijwilligers zijn bijna twee keer zo vaak kerkelijk als niet-kerkelijk: 51% tegen 23%;
3
Vrouwen, vooral huisvrouwen, doen meer vrijwilligerswerk dan mannen (57,5 % tegenover 42,5 %)
4
De participatie van allochtonen in georganiseerd vrijwilligerswerk is lager dan bij autochtonen. Ook onder allochtonen zijn het vooral de vrouwen die vrijwilligerswerk doen, relatief vaak in de eigen gemeenschap, religieuze instellingen of scholen, en relatief weinig in de sport;
5
Jongeren van 18 tot 24 jaar zetten zich vooral in bij de sport en het jeugdwerk, en relatief weinig in de zorgsector;
6
Ouderen van 50 tot 69 jaar participeren met 45% iets meer dan gemiddeld in het vrijwilligerswerk. Vooral in de zorg en religieuze instellingen, maar ook in de sport.
7
De meeste vrijwilligers hebben een modaal of bovenmodaal inkomen (74%).
33
Bijlage 3. De huidige ondersteuning van het vrijwilligerswerk 1. Vrijwilligerscentrale Assen Met subsidie van de gemeente zorgt de Vrijwilligers Centrale Assen (VWCA) voor de volgende ondersteuning: digitale vacaturebank, bemiddeling, deskundigheidsbevordering, informatie en advies, promotie, belangenbehartiging en intermediaire functie bij het in gang zetten nieuwe projecten. Dit aanbod is tot nu toe vooral gericht op het ondersteunen van vrijwillige inzet in georganiseerd verband (de vrijwilligersorganisaties) en centraal (stedelijk) georganiseerd. De vrijwilligerscentrale is zowel voor mensen die vrijwilligerswerk zoeken als ter ondersteuning van organisaties die met vrijwilligers werken en is verder het lokale kennispunt als het gaat over vrijwillige inzet. Een tijd lang was de Vrijwilligerscentrale er vooral voor mensen die uit zichzelf de weg naar vrijwilligerswerk moeilijk konden vinden en hier begeleiding of bemiddeling bij nodig hadden. Echter het grote aantal bezoekers van de digitale vacaturebank laat zien dat de centrale daarnaast ook juist in een algemene behoefte voorziet. 2. Deskundigheidsbevordering via het ROC Drenthe College In de onze laatste nota volwasseneneducatie (2008) zijn vrijwilligers benoemd als doelgroep voor ons aanbod volwasseneneducatie. In dit kader biedt het ROC Drenthe College samen met de Vrijwilligerscentrale vanaf september 2008 een cursusaanbod voor vrijwilligers (door gemeente gefinancierd). Dit blijkt aan een grote vraag te voldoen. 3. Ondersteuning van sportverenigingen Sportverenigingen kunnen terecht bij het sportloket/ vakteam Sport van de gemeente en kunnen van daaruit eventueel gebruik maken van een gericht ondersteuningsaanbod ingekocht bij de provinciale instelling SportDrenthe (organisatie advies en een cursusaanbod). Verder biedt SportDrenthe ondersteuning op het gebied van werving en behoud van vrijwilligers, secretariaat en PR, en informatie over wet- en regelgeving. Sportverenigingen kunnen voor hun vacatures van trainers terecht bij de sportvacaturebank. Ook landelijke sportkoepels bieden ondersteuning aan plaatselijke verenigingen. 4. Ondersteuning van wijkorganisaties Bewonersorganisaties, wijkgebouwbesturen en sociaal cultureel werk verenigingen worden inhoudelijk ondersteund door het gemeentelijke opbouwwerk en in praktische zin door de gemeentelijke wijkbeheerders. 5. De vrijwilligersprijs Om als gemeente te laten zien dat wij de vrijwillige inzet van onze burgers op prijs stellen reiken wij sinds 1997 jaarlijks de Stimuleringsprijzen voor vrijwilligers uit. In verschillende categorieën worden genomineerden en winnaars in het zonnetje gezet. 6. Subsidie De mogelijkheden van dit moment staan beschreven in de Subsidieverordening gemeente Assen. De gemeente verleent onder voorwaarden: waarderingssubsidies meerjarensubsidies eenmalige subsidies De mogelijkheid van een meerjarensubsidie komt eventueel in beeld als een (vrijwilligers)organisatie activiteiten uitvoert die naar ons oordeel een bijdrage leveren aan een specifieke beleidsdoelstelling en een meerwaarde bieden ten opzichte van het bestaande aanbod van professionele instellingen en andere vrijwilligersorganisaties. Een project kan bijvoorbeeld bijdragen aan onze doelen voor het armoedebeleid, integratiebeleid, ‘Wmo beleid’.
34
Voor vrijwilligersorganisaties zijn vaak vooral eenmalige subsidies interessant. Er is een aantal specifieke (activiteiten)budgetten beschikbaar, met eigen beleidsregels. Voorbeelden hiervan zijn het Jongeren activiteitenbudget, Regeling subsidiering jeugdleden, het Stimuleringsbudget Welzijn, het Stimuleringsbudget Cultuur, en een budget voor incidentele culturele, sportieve en overige evenementen, maar ook budgetten voor activiteiten van zelforganisaties, activiteiten in het kader van de breedtesport en natuur & milieu.
En verder: Vanuit de provincie: De provincie Drenthe heeft haar vrijwilligerswerkbeleid vooral gericht op de zorgvrijwilligers. De provincie organiseert vanuit haar “Sociale agenda” het Platform Informele Zorg. De provincie maakt voor de ontwikkeling van vrijwilligerswerkbeleid gebruik van haar steunfunctie Stamm CMO Drenthe. Stamm werkt actief aan de uitwisseling van kennis tussen Drentse gemeenten, Drentse vrijwilligerscentrales en provinciaal georganiseerde vrijwilligersorganisaties. Vanuit koepelorganisaties: Vrijwilligersorganisaties die vallen onder een landelijke moeder/koepelorganisatie, zoals bijvoorbeeld De Zonnebloem en Het Rode Kruis, kunnen daar ook meestal (van beroepskrachten) inhoudelijke ondersteuning krijgen. Het internet Op het internet is een schat aan informatie te vinden over vrijwilligerswerk. Het internetportaal www.vrijwilligers.nl biedt toegang tot alle op internet aanwezige informatie over vrijwilligerswerk in Nederland. De website is bedoeld voor vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties (bestuursleden, coördinatoren en managers), ondersteuners (zoals vrijwilligerscentrales en sportservicepunten) en beleidsmakers bij overheden. De site bevat veel informatie variërend van wet- en regelgeving tot veelbelovende voorbeelden van goed vrijwilligersbeleid.
35
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de financiële inzet vanuit de gemeente ter ondersteuning van het Asser vrijwilligerswerk in 2008. Maatregel
uitvoerder
Kosten/ jaar in €
Algemene ondersteuningsfunctie
Vrijwilligerscentrale Assen
Cursusaanbod voor vrijwilligersorganisaties
ROC Drenthe College i.s.m. Vrijwilligerscentrale
Stimuleringsprijzen vrijwilligerswerk Vereningingsondersteuning en cursusaanbod sportverenigingen Platformfunctie maatschappelijk betrokken ondernemen Incidenteel werkaanbod op maat voor groepen vrijwilligers Stimuleringsbudget Welzijn* (vanuit algemeen welzijnsbeleid) Jongeren Activiteitenbudget * (vanuit jeugdbeleid) Stimuleringsbudget Cultuur* (vanuit cultuurbeleid) Subsidie jeugdleden (vanuit jeugdbeleid) Totaal
Gemeente, dienst SB Sport Drenthe (provinciale instelling) St. Assen voor Assen
Incidenteel/ structureel
102.000 Structureel (instellingssubsidie) 20.000 Incidenteel (reservering t.b.v vrijwilligers binnen – structureel- VE budget) 6.500 structureel 27.000 incidenteel 35.000 Structureel
St. Present
25.000 structureel
Gemeente, dienst SB en SBA
48.000 structureel
Gemeente, dienst SB en SBA
20.000 incidenteel
Gemeente, dienst SO en SBA
16.000 structureel
Gemeente, dienst SB en SBA
60.000 Incidenteel 359.500
N.B. Dit overzicht is excl. inhoudelijke project/ meerjarensubsidies aan vrijwilligersprojecten/ organisaties * naast de hier genoemde stimuleringsbudgetten bestaan er ook nog aparte subsidiebudgetten voor incidentele culturele, sportieve en overige evenementen, en budgetten voor activiteiten van zelforganisaties, activiteiten in het kader van de breedtesport en natuur & milieu. Het komt voor dat ook professionele instellingen uit deze budgetten een bijdrage krijgen voor eenmalige activiteiten.
36
Bijlage 4. Bronnen • • • • • • • • •
9+9 =1. Bevolkingsonderzoek naar leefbaarheid en veiligheid in de gemeente Assen, Bureau Kwiz, 2008 Ondersteuningsbehoeften van en kansen voor vrijwilligerswerk en mantelzorg, Radar Advies, 2008 Passie onder (regel)druk, over vrijwilligers en regeldruk. Uitgebracht door het ministerie van BZK. Presentatie “Trends, ontwikkelingen en kansen in de vrijwillige inzet”, Radar Advies maart 2008 Investeren in sociaal kapitaal. Vrijwilligerswerkbeleid in de gemeente Groningen, 2007 Naar een actueel vrijwilligersbeleid in Roosendaal, Verwey-Jonkerinstituut Lokaal onder de loep, Movisie 2008 www.movisie.nl www.vrijwilligers.nl
37
Bijlage 5. Verklaring gebruikte afkortingen HRM ISD JAB MAS MBO PR ROC SB SBA St. Wmo
human resources management intergemeentelijke sociale dienst jongerenactiviteitenbudget maatschappelijke stage maatschappelijk betrokken ondernemen ‘Public relations’ regionaal opleidingcollege dienst Stadsbeheer gemeente Assen dienst Stadsbalie gemeente Assen stichting VO voortgezet onderwijs wet maatschappelijk ondersteuning
38