STAATSOLIE NIEUWS
No.1
No. 4 • December 2008
Inhoud
Contents 3 Het zijn mensen die een maatschappij maken 3 People drive a company 5 Eerstejaars universiteitsstudenten bezoeken Staatsolie 5 First year students visit Staatsolie 6 Exploreren is risico’s nemen
5
6 Exploring is taking risks 10 CTSS+ 2008 draagt bij aan teamsport 10 CTSS+ 2008 contributes to teamsport 12 Kracht Staatsolie behouden door eenheid en samenwerking 12 Retaining Staatsolie’s strength through unity and cooperation 14 Laatste voorontwerpfase uitbreiding raffinaderij in volle gang
6
14 Final pre-design phase Refinery Expansion in full swing 16 Srefidensi Marathon helpt grenzen verleggen 16 Srefidensi Marathon helps push back borders 17 André kamperveen stadion moet visitekaartje van Suriname worden 17 ‘André Kamperveen Stadium must become Suriname’s showpiece’ 18 Staatsolie levert eerste ‘Certified Internal Auditor’ in Suriname af 18 First Certified Internal Auditor in Suriname
10
19 Team Kersten wint Staatsolie Diesel Savanne Rally 19 Team Kersten wins Staatsolie Diesel Savannah Rally 20 Olieweetjes 20 Oil & Gas News 21 Jubilarissen 21 Jubilarians
14
22 In Memoriam 23 Personalia 23 Personnel News 24 Steun voor jonge talenten 24 Support for young talent
18 Redactie/Editorial Staff Widjai Jungerman Kailash Bisessar Sherida Asinga Vertaling/Translation Iwan Olivieira
Medewerkers aan deze editie/ Contributors to this edition PZ-HRM Vanita Singh
Uitgave/Publication Staatsolie Maatschappij Suriname N.V. Dr. Ir. H.S.Adhinstraat 21, Flora, POB 4069 Paramaribo, Suriname Telephone: 499649 Fax: 491105 Website: www.staatsolie.com E-mail:
[email protected]
Vormgeving en druk/Design and print Art Sabina Design & Printing NV Omslag/Cover Arbeiders tijdens de uitvoering van 2D seismisch onderzoek / Crews at work at the 2D seismic survey Foto/Photo: Ranu Abhelakh
Bronvermelding verplicht bij overname Copyrights reserved
Het zijn mensen die een maatschappij maken Foto / Photo: Ranu Abhelakh
Tekst / Text: Sherida Asinga
People drive a company Managing director Marc Waaldijk’s contract has been extended with 18 months by the sole shareholder, the Republic of Suriname. Stanley Marica, acting chairman of the Supervisory Board, conveyed this message on Waaldijk’s 60th birthday on 12 September last. In a very relaxed conversation Waaldijk relates of his experiences since his take over in January 2006 and his vision on the current developments within the company.
Algemeen directeur Marc Waaldijk: “Ik heb de volle overtuiging dat de toekomst van Staatsolie er goed uitziet.” Managing Director Marc Waaldijk: ‘I’m absolutely certain there is a bright future ahead for Staatsolie.’
Het diensttermijn van algemeen directeur Marc Waaldijk is door de aandeelhouder, de Staat Surina me, met anderhalf jaar verlengd. Dat werd hem op 12 september, zijn zestigste geboortedag, meege deeld door Stanley Marica, waar nemend voorzitter van de Raad van Commissarissen van Staats olie. Ontspannen praat Waaldijk over zijn ervaringen sinds zijn overname in januari 2006 en zijn visie op de huidige ontwikkelingen in het bedrijf. Hoe kijkt u terug op de afgelopen periode als algemeen directeur? “De periode als algemeen directeur is bijzonder interessant geweest. Leiding te geven aan een excellente onderneming is zeer inspirerend. Wij zijn in staat geweest op succesvolle wijze de organisatie te transformeren naar één die beter in staat is om de uitdagingen die voor ons staan aan te gaan. Het opvoeren van de productie na een lange
How was your period as managing director? ‘My period as managing director has been quite interesting. It is an inspiring experience to be at the head of an excellent enterprise. We have been able to successfully transform our organization to one that is better equipped to deal with the challenges it faces. Increasing production after a long period of stagnation is worthy of a compliment. In order to bring change, we have shifted the focus more on the people in our organization. It is the people who drive a company, not machines. That is why we have accelerated our efforts to raise the Human Resource position to a higher level. I’m thinking more of professionalizing this position, developing a performance management system and a system for career planning and development. I look back quite content on this period and I’m fully convinced that Staatsolie’s future will be bright.’
periode van stilstand is zonder meer een compliment waard. Teneinde verandering te kunnen bewerkstelligen, hebben we de focus meer gericht op de mens binnen de organisatie. Het zijn uiteindelijk mensen die een maatschappij maken en geen machines. Daarom zijn wij versneld bezig de Human Resource functie op een hoger plateau te brengen. Hierbij denk ik onder meer aan het professionaliseren van deze functie, het ontwikkelen van een performance managementsysteem en een systeem voor carrièreplanning en -ontwikkeling. Met veel voldoening kijk ik terug op deze periode en heb de volle overtuiging dat de toekomst van Staatsolie er goed uitziet.”
Our long-term vision, Vision 2020, predicts Staatsolie’s position in the year 2020.This vision was launched in March 2007. We are still a long off, but what are your impressions so far? ‘By developing a long-term vision, we have determined who we are and where we’re headed. It is important that all heads are pointed in the right direction! We have been through the process together and together we have determined the high level we desire to be in 2020. It takes time to create a vision and to develop a mission. We are systematically working out a thorough level planning to realize strategic plans per period between now and 2020 and at the same time developing an implementation strategy. By the end of this year we’ll be quite advanced with this process.’
Onze lange termijn visie, Vision 2020, zegt waar Staatsolie in 2020 moet zijn. Deze visie is in maart 2007 gelan ceerd. We hebben nog een lange weg te gaan, maar wat zijn uw indrukken tot nu toe? “Door een lange termijn visie te ontwikkelen hebben we bepaald wie wij willen zijn en waar we als organisatie naar toe
Right now an economic world crisis is raging. After a period of high prices for crude on the world market, we now see a decline. Will this influence the plans for expansion of the refinery? ‘There is a cyclic movement of the prices for raw materials, energy and end products on the free market. This cycle depends on a number of factors, including supply and demand. Influence
VERTROUWEN IN EIGEN KUNNEN
CONFIDENCE IN OUR OWN ABILITIES
“Ik heb een heel simpele kijk op zaken. Ik leef vandaag en geniet van elke dag aan het werk, thuis en met mijn vrienden.”
willen. Belangrijk is dat alle neuzen in de juiste richting wijzen! Samen hebben wij het proces doorgemaakt en samen hebben wij op een hoog aspiratieniveau bepaald waar wij in 2020 willen zijn. De uitwerking van de visie en de ontwikkeling van een missie vergt tijd. Wij zijn zeer systematisch bezig een gedegen plateauplanning uit te werken waarbij tussen nu en 2020 strategische plannen per periode worden uitgewerkt en een implementatiestrategie wordt ontwikkeld. Tegen einde van het jaar zijn wij ver gevorderd in dit proces.” Er is nu sprake van een economische wereldcrisis. Na een periode van hoge olieprijzen op de wereldmarkt, zien we de afgelopen tijd dat deze aan het dalen zijn. Zal dit gegeven invloed hebben op de plannen voor uitbrei ding van de raffinaderij? “Op de vrije markt bewegen prijzen van grondstoffen, energie en eindproducten cyclisch, afhankelijk van een aantal factoren zoals vraag en aanbod. Beïnvloeding is in beperkte mate mogelijk en als producent moet je je zorgen maken om die zaken waar je invloed op hebt: kostprijs, efficiëntie en effectiviteit. Wij hebben bij de haalbaarheidsstudie van de raffinaderij zeer conservatieve
prijzen aangehouden, terwijl wij in de operations constant oog hebben voor onze kostprijs. Hierdoor zijn we ook bij deze lage prijzen in staat onze doelen te realiseren. Tevens hebben we in de afgelopen periode reserveringen gemaakt, waardoor wij in staat zullen zijn zelf een groot deel van de financiering op te brengen. Mijn verwachting is dat de olieprijzen op termijn weer omhoog zullen gaan en het komend jaar tussen US$ 60 en US$ 90 zullen blijven.” U blijft nog anderhalf jaar aan als algemeen directeur. Wat zijn uw plan nen voor deze periode? “In de komende anderhalf jaar is mijn focus gericht op de overdracht. Samen met de voltallige directie en de Raad van Commissarissen zijn wij bezig alles in place te krijgen zodat er in 2010 een soepele overgang plaatsvindt en Staatsolie in staat is om de voorgenomen plannen te verwezenlijken.” Misschien een beetje voorbarig, maar aan welk profiel moet uw opvolger voldoen? “Inspirerende leider, besluitvaardig, resul taatgericht, beleidsmatig en strategisch kunnen denken en speciale deskundigheid in de petroleumsector. De bedoeling is om vanuit onze eigen gelederen deze post in te vullen.” Een bekende uitspraak: als je vijftig wordt heb je Abraham gezien, en als je zestig bent…? U mag zelf aanvullen. “Ik heb een heel simpele kijk op zaken. Ik leef vandaag en geniet van elke dag aan het werk, thuis en met mijn vrienden. Gisteren is voor mij referentiekader en morgen is een nieuwe mogelijkheid je dromen te realiseren. Ik sta er eigenlijk niet bij stil hoe oud ik ben. Voor mij heeft elke leeftijd zijn bekoring. Aan de ene kant word je een jaartje ouder, maar tegelijkertijd een beetje wijzer. Elke periode in mijn leven heb ik zeer intens beleefd.” ▲
S T A A T S O L I E N I E U W S • No. 4 • december 2008
is limitedly possible. As a producer you have to worry about those factors that can be influenced by you including, cost price, efficiency and effectiveness. In our feasibility study for the refinery we have maintained very conservative prices, and at the same time kept a constant eye on our cost price. This enables us to meet our objectives despite the decreased oil prices. We have also been able to put some money aside, so now we are able to finance a large part of the project. I expect the oil prices to rise again after some time, while they will be stabilized between US$ 60 and 90 for next year.’ You’ll be at the helm for another 18 months. What are your plans for the period ahead? ‘In the next 18 months I’ll be focusing on passing on the torch. The entire management team and the Supervisory Board is working on getting everything in place for a smooth transfer in 2010 and ensuring that Staatsolie is able to realize its plans.’ This might be a little premature, but can you profile your successor? ‘An inspiring leader, decisive, focused on results, able to think strategically and a special expertise in the petroleum industry. We’re looking to find that somebody within our own ranks.’ A well-know expression is at 50 you’ve seen Abraham. What about when you’re 60? ‘I look at things in an easy way. I live for the day and I enjoy every day at work, at home and with my friends. Yesterday is experience and tomorrow is a new possibility to realize dreams. I don’t really think about my age. To me every age has its charms. On the one hand you grow older, but at the same time you become wiser. I have experienced every stage of my life very intensely. ▲
Eerstejaars universiteitsstudenten bezoeken Staatsolie Tekst & beeld / Text & photo: Sherida Asinga
First year students visit Staatsolie Approximately 170 students of the Infrastructure, Mechanical Engineering, Mineral Production, Environmental Sciences, Agricultural Production and Electrical Engineering fields visited Staatsolie last September. Every year the Faculty for Technical Sciences (FTeW) organizes an introductory week to familiarize new students with the university.
De studenten praten nog wat na over hun indrukken voordat zij terug gaan naar Paramaribo. The visiting students talk about their fieldtrip before leaving for Paramaribo again.
Ongeveer 170 studenten van de studierichtingen Infrastructuur, Werktuigbouwkunde, Delfstoffen productie, Milieuwetenschappen, Agrarische productie en Elek trotechniek brachten in septem ber een bezoek aan Staatsolie. Elk jaar organiseert de Faculteit der Technische Wetenschappen (FTeW) een introductieweek voor nieuwe studenten om hen wegwijs te maken op de universiteit.
“S
taatsolie is het enige Surinaamse bedrijf waar al onze studierichtingen rijkelijk vertegenwoordigd zijn”, zegt Zanjabil Ali, voorzitter van de studentencommissie over de bedoeling van de rondleiding. “Kennismaken met het veld leek ons daarom fantastisch. We willen graag dat alle studierichtingen belicht worden tijdens de excursie. De trip moet dus meer zijn dan een regulier bezoek, maar net minder dan een vakspecifieke excursie.” Eerder op de ochtend hield Staatsolies oud-directeur Eddy Jharap een presentatie voor de nieuwe studenten op het universiteitscomplex. Hij sprak over de rol van bèta (technische of exacte) opleidingen en het belang daarvan voor Suriname.
Na de presentatie werd het productieveld te Sarah Maria bezocht. Elke studierichting kreeg een begeleider toegewezen die van hetzelfde vakgebied was en daarover wat kon vertellen aan de studenten. Raouf Goelabdien is reeds bezig met de afronding van zijn studie Werktuigbouwkunde en kwam als vrijwilliger met de groep studenten mee. “Voor mij was veel van wat ik gehoord heb, herkenbaar omdat ik de stof reeds gehad heb. Het houdt allemaal verband met wat er bij Staatsolie gebeurt. De uitleg van het proces was prima.” Enkele studenten konden hun geluk niet op, omdat zij met de airboat de zwamp in waren geweest. Jayant Madari (Civiele techniek) was bezweet, maar all smiles: “Ehh…het was tof.” Een teleurgestelde Sanjay Narain (Energie techniek): “Ik was ook liever de zwamp in geweest.” Vanwege het grote aantal studenten was het echter onmogelijk om iedereen de zwamp in te brengen. Afgesproken werd dat de studierichtingen later in het jaar afzonderlijk langskomen voor een ander bezoek. Zanjabil Ali blikt tevreden terug. “Er zal nog een evaluatie plaatsvinden, maar de eerste indrukken waren dat de studenten de rondleiding als goed en aangenaam hebben ervaren.” ▲
VERTROUWEN IN EIGEN KUNNEN
Staatsolie is the only Surinamese company where all the fields of study are abundantly present’, says Zanjabil Ali, chair of the student’s committee, on explaining the objective of the fieldtrip. ‘It was therefore an excellent opportunity to get to know our work field. We want to highlight all fields of study during this fieldtrip. This trip has to be more than a regular visit, but a little less than a specific fieldtrip. Earlier that day, Staatsolie’s former managing director, Eddy Jharap, had held a presentation for new students at the university. He had elaborated on the role of beta (technical or exact) education and its importance to Suriname. After the presentation the students visited the Sarah Maria production field. A supervisor was assigned to every group representing a field of study. The supervisors had all studied in the respective fields they had been assigned to and were able to relate their experiences to the students. At the TA58 processing plant the students received explanation about the several processes in processing crude. Raouf Goelabdien had volunteered to accompany the students. He is near completion of his study in Mechanical Engineering. ‘I recognized most of what was presented to us, as I have already studied these subjects. It’s all about what goes on at Staatsolie. The explanation was excellent.’ Some of the students were overwhelmed with joy because they got to take a ride with the airboat on the swamp. Jayant Madhari (Civil Engineering) was sweaty, but all smiles: Ehh…it was great.’ Sanjay Narain (Electrical Engineering) was disappointed: ‘I also wanted to go on a ride in the swamp.’ Since there were too many students it was impossible to satisfy all of them. It was agreed that all fields of studies come back separately at a later date for another visit. Zanjabil Ali was quite content. ‘There will be an evaluation, but first impressions show that the students enjoyed the fieldtrip very well.’ ▲
CONFIDENCE IN OUR OWN ABILITIES
Tekst / Text: Kailash Bisessar
Foto / Photo: Ranu Abhelakh
Exploreren is risico’s nemen
Arbeiders aan het werk bij de uitvoering van het 2-dimensionaal seismisch onderzoek. Crews at work at the two-dimensional seismic survey.
Voldoende oliereserves zijn de ruggengraat van elke oliemaat schappij. Voor Staatsolie is dit niet anders. Dit zien we vertaald in een van de strategische doelstellingen voor de planperiode 2008-2012: verhoging van de huidige reserves met minimaal 64 miljoen barrels. Om dit doel te realiseren zijn er een aantal projecten gaande of lig gen op stapel.
I
n haar langetermijnvisie (Vision2020) geeft Staatsolie aan dat zij de energiesector in Suriname duurzaam wil ontwikkelen. “Een van de voorwaarden hiervan is het hebben van voldoende oliereserves”, zegt Wim Dwarkasing, onderdirecteur Exploration and Petroleum Contracts. “Om die reserves te vinden, moet er geëxploreerd worden.” Gezocht wordt er; getuige de exploratieboringen in verschillende gebieden, een seismisch onderzoek, geologische bureaustudies en een aanbestedingsronde voor blokken in het zeegebied. Focus De nieuwe kijk op exploratie wordt misschien het best geïllustreerd met de reorganisatie van vorig jaar. Daarbij werden alle exploratiefuncties in één
directoraat, Exploration and Petroleum Contracts, bijelkaar gebracht. “Dit verhoogt de effectiviteit van informatieuitwisseling tussen de geologen”, legt Dwarkasing uit. De afdeling Exploratie werd verheven naar een divisie, waarbij een uitbreiding van het aantal geologen heeft plaatsgevonden. “Voorts zijn er ruimere budgetten gereserveerd voor exploratieactiviteiten, vergeleken met de periode voor 2007. De focus van het exploreren is verlegd van verkenningen rondom bestaande velden – Tambaredjo en Calcutta – naar gebieden buiten Saramacca. Een regionale aanpak van het hele kustgebied is nu in uitvoering.” Dwarkasing doelt hiermee op het tweedimensionaal (2D) seismisch programma dat nu in het kustgebied wordt uitgevoerd (zie ‘Ondergrond doelgerichter verkennen’). Richting Gehoopt wordt om met 2D seismiek een gerichtere uitspraak te kunnen doen over de prospectiviteit van gebieden. Dat wil zeggen een onderscheid maken tussen gebieden die geologische condities hebben om olie te kunnen bevatten en gebieden die minder aantrekkelijk zijn voor olievoorkomens. “Vergelijk het met het Tambaredjoveld dat ongeveer 150 km2 beslaat, terwijl het te explo-
S T A A T S O L I E N I E U W S • No. 4 • december 2008
Exploring is taking risks Having enough crude reserves is the backbone of every oil company, a fact that also holds good for Staatsolie. This has been stipulated as one of our strategic objectives for 2008 – 2012: increasing our current reserves with at least 64 million bbls. In order to meet this goal a number of projects are already running while others have been planned. In its long-term vision (Vision 2020) Staatsolie states that it wants to durably develop the energy sector in Suriname. ‘One of the prerequisites for this is having enough oil reserves’, says Wim Dwarkasing deputy director Exploration and Petroleum Contracts. ‘We have to explore if we want to find those reserves.’ And the company is exploring, judging from the exploration drilling projects in several areas, a seismic research, geological studies and a bidding round for blocks in the offshore area. Focus The new approach in exploration is probably best explained when we take a look at the reorganization that took place last year. All exploration positions within the directorate (Exploration and Petroleum Contracts) were brought together. ‘This increases the effectiveness of the data sharing between geologists’, says Dwarkasing. The Exploration Department was elevated to a Division, which increased the number of geologists. ‘We have also allocated larger budgets for exploration, compared to 2007. Our focus has
Ondergrond doelgerichter verkennen
De data-acquisitie houdt in: uitzetten en openkappen van tracés,
Het tweedimensionaal (2D) seismisch onderzoek is onderdeel van
boren van gaten van 6 meter diep waarin kleine explosieven worden
Staatsolies exploratieprogramma dat als doel heeft verhoging van
geplaatst, afschieten van de explosieven en registreren van de opge-
de oliereserves. Met dit project wordt de kustvlakte doelgerichter
wekte trillingen.
onderzocht op het voorkomen van koolwaterstoffen. Seismiek is een geofysische methode om een beeld te krijgen van de ondergrond met
A More Thorough Exploration of the Underground
behulp van kunstmatig opgewekte geluidsgolven.
The two dimensional (2D) seismic survey is part of Staatsolie’s exploration
Het 2D seismisch onderzoek wordt over een groot deel van de kust-
program with the objective of increasing the oil reserves. This project aims
vlakte van Suriname uitgevoerd. Het opnemen van de velddata (data-
at a more thorough exploration of the coastal area in search for hydro-
acquisitie) is op 13 november gestart in het district Nickerie. Staatsolie
carbons. Seismic is a geophysical method to map out the underground
laat het onderzoek uitvoeren door het gespecialiseerd bedrijf GeoKine-
through artificially produced sound waves.
tics uit de USA. Het contract hiervoor is ondertekend in juni 2008.
The 2D seismic survey is done in a large part of Suriname’s coastal area.
Het onderzoeksgebied, waarvan het grootste deel zwamp, strekt
Data acquisition started on 13 November in the District of Nickerie. The
zich uit van Nickerie tot Commewijne. Het project kost US$ 25
research is carried out by GeoKinetics, a specialized US firm. The contract
miljoen en zal tot het tweede kwartaal van 2009 duren.
was signed in June 2008.
Na ondertekening van het contract in juni startte GeoKinetics met de
The research area, the greater part of which is swamp, extends from
voorbereidingen. Deze hielden onder andere in: verkenning van het
Nickerie to Commewijne. The project costs US$ 25 million and will extend
onderzoeksgebied, mobilisatie van meetapparatuur en andere equi-
well into 2009. After signing the contract GeoKinetics started with the
pement uit het buitenland, het aantrekken van ongeveer 500 lokale
preparations, including exploration of the survey area, acquiring the mea-
arbeidskrachten en logistieke planning.
suring instruments and other equipment abroad, hiring approximately 500
Staatsolie heeft voorafgaand aan het 2D seismisch project een studie
local workers and the logistic planning.
laten uitvoeren naar de milieu en sociale effecten. Deze studie resul-
Prior to the 2D seismic project, Staatsolie carried out a environmental and
teerde in een aantal maatregelen die zijn getroffen om het seismisch
social impact assessment. . The study resulted in measures, which limit the
onderzoek zodanig uit te voeren, dat er een minimaal effect is op het
effect of the survey on the environment and the people. The stakeholders
milieu en de bevolking. De belanghebbenden in Nickerie en Coronie
in Nickerie en Coronie have been informed about the activities that will
zijn vooraf geïnformeerd over de activiteiten die zullen plaatsvinden
take place and the results of the environment study. In the period ahead,
en de resultaten van de milieustudie. In de komende periode zullen
stakeholders in other parts of the research area will be informed. Seismic
de belanghebbenden in de andere delen van het onderzoeksgebied
research uses waves caused by small explosions just beneath surface
worden geïnformeerd.
level. These waves travel through the underground and are bounced back
Bij seismisch onderzoek wordt gebruik gemaakt van trillingen die
at the crossings where one layer joins another.
op of vlak onder het maaiveld worden opgewekt met kleine ladingen
The bounced back waves are recorded and registered by instruments on the
springstof. Deze trillingen planten zich voort in de ondergrond en
surface. This registered data is then technically processed into workable data,
worden bij de overgang van de ene laag naar de andere laag terug-
after which it can be interpreted into a map of the underground. Data acquisi-
gekaatst. Deze trillingen worden door apparatuur die bovengronds
tion includes plotting and deforesting routes; drilling holes (to a depth of 6
is geplaatst opgevangen en geregistreerd. Deze geregistreerde data
meters) in which small explosive pockets are placed, detonating the explosives
wordt technisch bewerkt tot bruikbare data, waarna door interpreta-
and registering the waves.
Foto / Photo: Ranu Abhelakh
tie een voorstelling kan worden gemaakt van de ondergrond.
Ben Nuboer, directeur Refining & Marketing, geeft het startsein voor de datavergaring van het 2D seismisch onderzoek.
Bij seismisch onderzoek planten trillingen, opgewekt door explosieven, zich voort in de ondergrond en worden bij de overgang van de ene laag naar de andere teruggekaatst.
Ben Nuboer, Director Refining and Marketing, officially starts the data gathering for the 2D seismic research.
Seismic research uses shock waves, caused by explosions, which travel through the underground and are bounced back at the crossings where one layer joins another.
VERTROUWEN IN EIGEN KUNNEN
CONFIDENCE IN OUR OWN ABILITIES
Dikkere olie en droogte Eind 2007/begin 2008 is in het gebied Weg naar Zee een boorprogramma van twaalf exploratieputten uitgevoerd, waarbij olievoorkomens zijn aangetoond. Nu is er een productietest gaande om de produceerbaarheid van olie uit een andere aardlaag dan die van de huidige productievelden te onderzoeken. Er zijn oliemonsters genomen en naar een laboratorium opgestuurd voor analyse op samenstelling, oorsprong (uit welke aardlaag afkomstig) en fysische eigenschappen. De eerste indicaties zijn dat de olie uit Weg naar Zee dikker is dan de Saramacca Crude. In 2009 zullen verdere verkenningsboringen en productietesten worden uitgevoerd in Weg naar Zee. In Commewijne wordt een programma van tien exploratieputten uitgevoerd. Er zijn al zeven putten geboord en bij twee zijn olievoorkomens aangetoond. Vanwege de aanhoudende droogte kwam de zwamp droog te liggen, wat het transport van materieel en personeel bemoeilijkte. In afwachting van betere omstandigheden werden de booroperaties stilgelegd en werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om noodzakelijk onderhoud te plegen aan het materieel. De boringen in Commewijne werden eind november hervat. Na voltooiing van het boorprogramma zullen de resultaten
reren gebied circa 15.000 km2 beslaat. Het zou ondoenlijk zijn om alleen met boringen het gebied te onderzoeken. Op basis van de kennis over het Tambaredjoveld, weten we dat seismiek de ondergrond goed kan weergeven. Ook worden er structuren in herkend waarin de olie voorkomt. Seismiek gaat ons de richting geven waar wij exploratieboringen zouden kunnen uitvoeren.” Aanvullend op seismiek worden gegevens van het in 2001/2002 uitgevoerd magnetisch onderzoek opnieuw verwerkt en nader bestudeerd om de trefzekerheid van exploratieboringen te vergroten. Bij het magnetisch onderzoek is vanuit de lucht het aardmagnetisme geregistreerd van de ondergrond van een groot deel van de kustvlakte en het ondiepe zeeareaal. Magnetisch onderzoek draagt bij aan het in kaart brengen van de geologische structuur van de ondergrond. Boringen Geologen hebben van gebieden waarover reeds geologische informatie (zij het beperkt) aanwezig is concepten ontwikkeld. Deze gebieden worden door middel van boringen onderzocht. Zo zijn er in Weg Naar Zee twaalf exploratieputten geboord. In Commewijne is een boorprogramma van tien exploratiegaten aan de gang (zie ‘Dikkere olie en
worden geëvalueerd en wordt een besluit genomen over een mogelijk vervolgtraject. Thicker oil and drought. At the end of 2007, early 2008 a drilling program with twelve exploration wells was carried out in the Weg naar Zee area. It struck oil. Currently a production test is carried out on one of the wells to assess whether the oil, which is from a different layer than the existing oilfields, can be produced. Oil samples have been sent to a lab for analyses of its composition, origin (to find out from which ground layer it originates) and its physical characteristics. The first indications are that the oil in de Weg naar Zee area is thicker than the Saramacca Crude. In 2009 exploration drilling and production tests will continue in Weg naar Zee. In Commewijne a program with ten exploration wells is carried out. Seven wells have already been drilled. Continuing drought caused the swamp to dry up, which made transport of crews and materials difficult. Pending better circumstances the project was halted. During the pause the equipment received a necessary overhaul. Drilling in Commewijne continued at the end of November. After completion of the drilling program the results will be evaluated and a decision will be taken on the next step.
droogte’). Er worden voorbereidingen getroffen om begin volgend jaar in het zogenoemde Coesewijnegebied exploratieboringen te verrichten. Dit gebied bevindt zich ten zuiden van het Calcuttaveld. Ook Nickerie staat voor 2009 op het programma. Staatsolies dochtermaatschappij Paradise Oil Company (POC) heeft samen met haar Brits/Ierse joint-venturepartner Tullow Oil vorig jaar vijf exploratieboringen verricht in het Uitkijkblok. Deze zijn geëvalueerd en er zullen nog eens vijf gaten worden geboord in dit blok. De joint-venture zal ook in het Coronieblok vijf boringen verrichten. Deze staan voor januari 2009 op het programma. Optimistisch Dwarkasing is optimistisch over de boorprogramma’s. “Er is weinig geologische data over de gebieden. Met de minimale gegevens die beschikbaar zijn, is een geologisch concept uitgewerkt voor Coesewijne en Coronie op basis waarvan de boringen zullen worden uitgevoerd. Exploreren is überhaupt risico’s nemen, maar een exploratiepersoon is een optimist en hoopt dat zijn concept juist is. Dus we zullen olie zien. Voor Nickerie ligt het iets anders. We wachten eerst de resultaten van
S T A A T S O L I E N I E U W S • No. 4 • december 2008
been shifted from exploring near the existing fields – Tambaredjo and Calcutta – to areas outside Saramacca. We are now executing a regional approach of the whole coastal area.’ Dwarkasing was in this respect referring to the two dimensional (2D) seismic project that is being carried out in the coastal area. (See ‘A More Thorough Exploration of the Underground’) Direction 2D seismic research must enable the company to better predict the possibilities of prospective areas. This means being able to distinguish between areas with promising geological conditions and areas that look less promising. ‘Compare that to the 90 sq. miles of the Tambaredjo field, while we have 9,000 sq. miles still to explore. It would be impossible to research the area only through exploration drillings. Based on our knowledge of the Tambaredjo field, we know that seismic research can excellently map out the underground. Seismic research will direct us to where we can possibly carry out exploration drillings.’ We can also recognize the geological structures that bear oil. In addition to seismic research, the data from the 2001/2002 magnetic researches shall be reassessed and scrutinized to enhance the accuracy of exploration drillings. Magnetic research registered a large part of the earth magnetic field of the underground in the coastal and the shallow offshore area from the air. Magnetic research helps in mapping out the geological structure of the underground. Drillings Geologists have developed concepts for the areas for which they already have geological data available (although limited). These areas are now being explored through drilling. In the Weg naar Zee area twelve exploration wells have been drilled. In Commewijne a drilling program of ten exploration wells is being carried out. (See: ‘Thicker Oil and Drought’). Preparations are made for exploration drilling in the so-called Coesewijne area early next year. This area lies to the south of the Calcutta field. Nickerie is also included in the program for 2009. Staatsolie’s subsidiary Paradise Oil Company (POC) and its British/Irish joint-venture partner Tullow Oil, have drilled five exploration wells in the Uitkijk Block last year. The joint venture will also drill five wells in the Coronie Block. This project is projected for January 2009. Optimistic Dwarkasing is optimistic about the drilling programs. ‘Geological data for the areas is scarcely available. Despite the limited data, geological concepts have been drafted for Coesewijne and Coronie which will form the basis for the drilling. Exploring means taking risks, but an explorer is an optimist who hopes that his concept is right.
So we will find oil. Nickerie is yet another story. We are awaiting the results of the seismic research as well as the reassessed magnetic data in order to direct the drilling, thus enhancing our chances for success.’ Have the exploration drillings contributed concretely to an increase of the reserves? ‘It is yet too early to talk about reserves based on the finds so far’, says Dwarkasing. ‘We have yet to carry out more research to draw a conclusion about the reserves.’
Wim Dwarkasing tijdens een stakeholders meeting. Voordat exploratie-activiteiten starten, worden de belanghebbenden in het gebied geinformeerd. Wim Dwarkasing at a stakeholders meeting. Before starting exploration activities, stakeholders in the target area are informed.
het seismisch onderzoek alsook van de herbewerkte magnetische data af om de boringen te plannen, omdat de kans op succes dan groter is.” Hebben de exploratieboringen tot nu toe al concreet bijgedragen aan verhoging van de reserves? “Het is nog te vroeg om over reserves te praten op basis van de vondsten die tot nu toe zijn gedaan”, zegt Dwarkasing. “Er is nog veel meer onderzoek nodig om een conclusie te kunnen trekken over de bijdrage aan de reserves.” Druk Het boorprogramma is intensief, terwijl ook rekening moet worden gehouden met de beschikbaarheid van voldoende en juiste equipement en de belasting van de mensen die het moeten uitvoeren. “De druk is groot”, erkent Dwarkasing, “maar de mensen zijn gemotiveerd en dat leidt tot ongekende prestaties.” Voor de operationele activiteiten in de verschillende gebieden zijn er teams samengesteld, die ondersteunen bij de voorbereiding en begeleiding tijdens de uitvoering van de boorprogramma’s.” Voor wat equipement betreft, wordt er samengewerkt met het directoraat Production & Development. Dat directoraat leent haar productieboormachine aan de afdeling Exploration Drilling voor de programma’s van Uitkijk en Coesewijne. “Voor Coronie en Nickerie wordt een boormachine, waarmee we dieper kunnen boren, gehuurd bij een drilling contractor.” Offshore Niet alleen op land, maar ook in het zeegebied (offshore) zijn de exploratieactiviteiten in volle gang. RepsolYPF heeft eerder dit jaar een exploratieput, West
Tapir 1, geboord in blok 30. Er zijn geen winbare hoeveelheden koolwaterstoffen (olie/gas) gevonden. RepsolYPF en haar partners Noble Energy en PetroHunt zijn bezig met de analyse van de gegevens uit West Tapir 1. Dwarkasing zegt dat dit ongeveer nog een jaar zal duren. “Daarna zullen zij besluiten of er meer seismisch onderzoek moet worden uitgevoerd of als er nog een put zal worden geboord.” Murphy Oil is in de derde week van november gestart met het verzamelen van seismische gegevens in blok 37. In blok 31, waar het Japanse Inpex (vroeger Teikoku) de exploratierechten heeft, start eind 2008/begin 2009 een driedimensionaal (3D) seismisch onderzoek. Na analyse van de vergaarde data zal het vervolgprogramma worden bepaald. In blok 32 zoekt Noble Energy naar een partner om een 3D seismisch programma uit te voeren. Bidding round Staatsolie wil meerdere partners actief hebben in het zeeareaal. Om dit te realiseren is eind november een internationale aanbestedingsronde (bidding round) gestart voor de offshore blokken 43 en 44. De lancering van de ronde vond plaats tijdens de London Oil Week in Engeland met een presentatie door Marny Daal-Vogelland, manager Petroleum Contracts van Staatsolie. Dwarkasing verwacht dat meerdere maatschappijen zullen inschrijven voor de beschikbare blokken. “De round zal een halfjaar open zijn om bedrijven voldoende voorbereidingstijd te geven voordat zij een bod uitbrengen. Ook zullen we deze round op diverse internationale fora promoten.” ▲
VERTROUWEN IN EIGEN KUNNEN
Busy The drilling program is very intensive, while at the same time we have to consider the availability of sufficient and right equipment as well as the stress on the crew that carry out the project. ‘The pressure is great’, admits Dwarkasing, ‘but the crew is motivated and this leads to unprecedented results.’ Teams have been put together for the operations in the several areas. They support the preparations and supervise the drilling programs.’ There is cooperation with the Production and Development directorate for the equipment. This directorate lends its production rig to the Exploration Drilling Department for the projects in Uitkijk and Coesewijne. ‘For Coronie and Nickerie a rig for deeper drilling is leased from a drilling contractor. Offshore Not only on land, but also at sea (offshore) exploration is in full swing. Repsol YPF drilled an exploration well (West Tapir 1) in block 30 earlier this year. No recoverable quantities of hydrocarbons (oil/gas) have been found. Repsol and its partners Noble Energy and Petro Hunt are analyzing the data from West Tapir 1. According to Dwarkasing this will take a year. ‘After that we will decide whether further seismic research should be carried out or whether another well should be drilled. Murphy Oil started gathering seismic data in Block 37 in the third week of November. In Block 31, for which the Japanese company Inpex (formerly Teikoku) has the exploration rights, three dimensional (3D) seismic research will be carried out at the end of 2008, early 2009. After analyzing the data the next step will be decided upon. Noble Energy is looking for a partner to carry out a 3D seismic program in Block 32. Bidding round Staatsolie wants more partners at work in its offshore area. To this goal an international bidding round was held at the end of November for Blocks 43 and 44. Marny Daal-Vogelland, manager Petroleum Contracts at Staatsolie, launched the bidding round at the London Oil Week in England with a presentation. Dwarkasing expects more than one company to submit bids for the available blocks. ‘The round will be open six months to give the companies ample preparation time before they submit their bids. It will also be promoted at several international events and meetings. ▲
CONFIDENCE IN OUR OWN ABILITIES
CTSS+ 2008 draagt bij aan teamsport
Tekst / Text: Sherida Asinga Foto’s / Photo’s: Richenel Coulor
CTSS+ 2008 contributes to teamsport The winner of the Centraal Toernooi voor Sporten voor Staatsbedrijven, a tournament for government owned enterprises, (CTSS+) 2008 is Staatsziekensfonds (the State Health Insurance Fund - SZF). Staatsolie ended third, one place higher than last year. This year’s theme was: Contributing to Team Sports in Suriname.
A ‘teamhug’ na het behalen van het volleybalkampioenschap. A teamhug after winning the volleyball championship.
Het Centraal Toernooi voor Sporten voor Staatsbedrijven (CTSS+) 2008 is gewonnen door het Staatszieken fonds. Staatsolie eindigde als derde, een plek hoger dan het vorig jaar. Het thema voor dit jaar was: Contributing to teamsport in Suriname.
T
wee weken lang hebben de deelnemende bedrijven zich gemeten op zeven verschillende sportonderdelen. Onze sporters maakten een vliegende start bij het onderdeel zwemmen waar we de tweede plaats wisten te bemachtigen en tevens het estafetterecord van 1997 verbraken. Er zijn twee kampioenschappen behaald op de onderdelen basketbal en volleybal. Ook op de andere sportonderdelen heeft Staatsolie het niet onverdienstelijk gedaan. Sharon Kuhn en Rahiem Kurban, vertegenwoordigers van Staatsolie in het CTSS-bestuur, zijn tevreden met het eindresultaat. “Het was eigenlijk verassend, boven verwachting”, zegt Kuhn. Er was zelf kans de tweede plek te behalen, maar dan moest wel de laatste voetbalwedstrijd tegen de Brandweer 10
gewonnen worden of de EBS met wie er slechts twee puntenverschil was, haar partij tegen de SZF verliezen. Wij verloren, EBS won haar partij tegen de SZF en eindigde dus als tweede overall.” “De voorbereidingen naar het toernooi toe konden beter”, vindt Kurban. “Daarnaast waren enkele toppers van ons eruit en dan ben je wel een beetje huiverig. Maar er hebben zich andere talenten aangemeld. Bij bepaalde takken van sport was het moeilijk om sporters te vinden. We hebben mensen echt moeten overtuigen om mee te doen en gedurende twee weken hun vrije tijd op te offeren voor het toernooi. Het is uiteindelijk wel gelukt. We hebben bewezen dat het kan.” Kuhn is voor het eerst commissielid geweest en heeft zelf ook geparticipeerd in het toernooi. “Wij waren belast met de publiciteit en de coördinatie van zaalvoetbal. Ik ben al tien jaar bekend met dit toernooi en heb min of meer mezelf aangeboden. Het leek me leuk om een keer zelf in de commissie te zitten. Ik heb meegedaan met zwemmen, match en volleybal.” Voor Kurban was het z’n derde
S T A A T S O L I E N I E U W S • No. 4 • december 2008
For two weeks the competing enterprises have competed in seven events. Our swimmers went off to a good start, securing second place and breaking the 1997 relay record. Two championships have been secured, one for basketball and the other for volleyball. Staatsolie also did well in other events. Sharon Kuhn and Rahiem Kurban, Staatsolie representatives on the CTSS board, are content with the final standings. ‘It was actually surprisingly, beyond expectation’, says Kuhn. ‘We even had a shot at second place, but then we had to win the final soccer match against the Fire Department or else the EBS (the Electricity Company), which had a two-point difference from Staatsolie, had to lose its match against the SZF. We lost, the EBS won its match against the SZF and thus ended second overall. ‘The preparations towards the tournament could’ve been better’, says Kurban. ‘We also had to do without a few of our top athletes, and that gave us the shivers. Other talents signed on, but it was quite difficult to find participants for some events. We had to convince people to participate and to sacrifice their spare time during the two weeks of the tournament. We finally made it and thus proved we were up to it.’ It was Kuhn’s first time as committee member. She also participated in the tournament. ‘We took care of the publicity and coordination for indoor football. I have known about this tournament for ten years and I practically offered my services. I thought it would be nice to sit on the board for once. I competed in swimming, match and volleyball.’ It’s Kurban’s third term as board member. ‘I had more a supportive role and I competed in trumps.’ The committee members agree that this year’s theme hit the spot. Kuhn: ‘Indeed. The whole tournament through it was all about: we’re going to compete! Swimming was a thrilling event. All our swimmers competing in the free style event made it to the finals. We had aimed at breaking the relay record and we did. Colleagues got to know each other better this way. We sure hope that we have excited new colleagues to come join.’ ‘More workers have to participate next year’, says Kurban. ‘Actually everybody should commit. We should maybe emphasize the objective of this tournament (getting to know each other through sports) more.’ ▲
keer als commissielid. “Ik had meer een begeleidende rol. In het toernooi heb ik meegedaan met troefcall.” Volgens de commissieleden is het thema “Contributing to teamsport” wel aangeslagen. Kuhn: “Jazeker. Het heel toernooi heerste er een sfeer van: we gaan competen! Vooral zwemmen was het span-
nendst. Al onze zwemmers op de vrije slag hebben de finale gehaald. Vanaf het begin hadden we ons als doel gesteld, het estafetterecord te verbreken en het is ons gelukt. Collega’s hebben elkaar op deze manier ook beter leren kennen. We hopen dat we de nieuwe medewerkers enthousiast hebben kunnen maken om straks ook
mee te doen.” “Het komend jaar moeten er nog meer medewerkers participeren”, meent Kurban. “Iedereen zou zich moeten committeren. Misschien moeten we het doel van dit toernooi – elkaar beter leren kennen door middel van sport – nog meer benadrukken.” ▲
Staatsolie werd de nieuwe kampioen op het onderdeel touwtrekken bij de CTSS Match. Touwtrekkampioen Brandweer werd daarmee onttroond. Staatsolie won the tug-of-war contest at the CTSS Match. Tug-of-war champion the Fire Department was dethroned.
den al meteen uit tegen toppers van andere bedrijven, maar we hebben het als team gedaan. De bijdrage van onze eigen sporters is natuurlijk ook niet weg te denken bij dit succes.” Na zijn werk en gezin is basketballen voor Bendt het belangrijkste dat er is. “Sporten moet echt een deel zijn van het leven. Het CTSS- thema onderstreept dit gegeven; samen een hechtere band creëren tussen collega’s. De andere sporters, maar ook niet-sporters binnen Staatsolie wil ik aanmoedigen om actief deel te nemen en de naam van het bedrijf tijdens het toernooi te helpen uitdragen. Ook de supporters vormen een belangrijke schakel tijdens dit evenement, kom ons aanvuren!”
Grote blijdschap na het behalen van het basketbalkampioenschap. Clifton Bendt (nr.8) was de aanvoerder. Great joy after winning the basketball championship. Clifton Bendt (nr. 8) was the captain.
Een topsporter is Clifton ‘Kopro’ Bendt. Hij is werkzaam als Operator te TA58. Als kleine jongen van de volkswijk Frimangron, amper negen jaar, leerde hij onder leiding van trainer Gerold Pang A Tjok de eerste kneepjes van de basketbalsport. Bendt speelt in de hoogste klasse van de nationale competitie voor SCVU. “Ik ben bij De Arend met competitiebasketbal begonnen. Ik heb ook gevoetbald, maar mijn belangstelling ging vanaf het begin meer uit naar basketbal. Ik kwam in juni 1996 in dienst van Staatsolie en in oktober deed ik direct mee met het CTSStoernooi. Een heel mooi moment was toen we in 1997 voor het eerst semi-kampioen werden.” Dit jaar werd Staatsolie voor de derde keer basketbalkampioen. “Het was wel een zware dobber deze keer. We kwamen bij de eerste wedstrij-
VERTROUWEN IN EIGEN KUNNEN
Clifton ‘Kopro’ Bendt is a top athlete. He works as an Operator at TA58. As a little boy of barely nine from the working-class area ‘Frimangron’ he learnt the basics of basketball from coach Gerold Pang A Tjok. Bendt is a top athlete for SCVU in the highest national league. ‘I started at De Arend with competitive sports. I played soccer, but I liked basketball more. I started working at Staatsolie in June 1996, and in October I was already competing in the CTSS tournament. The nicest moment was when we ended second in 1997 for the first time. This year marks Staatsolie’s third basketball championship. ‘It wasn’t easy this time. In every match we had to face top athletes from the other competitors, but we succeeded as a team. We can’t leave out our athletes’ contribution to this success.’ Next to his work and his family, basketball is everything to Bendt. ‘Sports should be part of life. The CTSS theme underscores this: creating a closer tie between colleagues. I want to encourage other athletes as well as the non-athletes at Staatsolie to participate actively and help support our company during the tournament. Supporters are a very important link during the event, so we need their support.
CONFIDENCE IN OUR OWN ABILITIES
11
Kracht Staatsolie behouden door eenheid en samenwerking Tekst / Text: Sherida Asinga
Foto / Photo: Ranu Abhelakh
eenheid met de Surinaamse samenleving. De kracht van Staatsolie zal altijd door eenheid en samenwerking behouden moeten worden. De directie en de werknemersorganisatie zullen hierin een belangrijke rol moeten blijven spelen, zowel intern als extern.
Na 12,5 jaar neemt Vincent Essed, manager Human Recources Management (HRM), afscheid van Staatsolie. Hij is echter al langer in het vak. “Na dertig jaar als HRM manager gewerkt te hebben, vond ik het tijd om er uit te stappen.” In september ging hij met vervroegd pensioen. Vond u het niet leuk meer? Dit had ik anderhalf jaar geleden al gepland en besproken met de directie. Na dertig jaar als HRM manager gewerkt te hebben, vond ik het tijd om er uit te stappen. Niet omdat het niet leuk meer was, maar omdat ik ook nog andere dingen wilde doen waartoe je niet in staat bent als je nog een volledige dagtaak hebt bij een werkgever. Hoe hebt u het werken bij Staatsolie ervaren? Zeer uitdagend. We zijn in staat geweest een aantal belangrijke human resource concepten uit te werken en in te voeren. Er moest richting gegeven worden aan een nieuw HRM-beleid. De andere uitdaging was natuurlijk dit beleid ingang te doen vinden bij de directie en het lijnmanagement. Ik denk dat we daarin geslaagd zijn. Toen in 1998 gepoogd werd Staatsolie aan een buitenlands bedrijf te ver kopen, brak hiertegen een massaal protest uit. U stond in de voorhoede. Hoe kijkt u terug op die periode? Vanuit mijn eigen ervaring als manager HRM kan ik bevestigen dat in die periode Staatsolie bewezen heeft dat het vertrouwen in eigen kunnen niet alleen beleefd werd om de doelstellingen van het bedrijf na te streven, maar ook om die te kunnen verdedigen als 12
Hoe kijkt u terug op de relatie met de bond, met name de CAO-onder handelingen? Op het moment dat een werkgever een werknemersorganisatie erkent als een gelijkwaardige partner, heb je de verplichting transparant naar deze organisatie te zijn. Bij loononderhandelingen hebben we dan ook altijd alle informatie verstrekt die nodig is voor een win-win situatie. Uiteindelijk onderhandel je in feite niet, maar voer je besprekingen over de mogelijkheden en onmogelijkheden van het bedrijf. Dit heeft altijd goed gewerkt. We zijn daardoor in staat geweest een pakket aan arbeidsvoorwaarden te realiseren dat in samenhang staat met de productie, efficiëntie en effectiviteit van het bedrijf. Wat zijn de dingen die u hebt kun nen realiseren als manager HRM waar u echt trots op bent? Er zijn naar mijn mening vijf hoofdzaken: 1. Het verder ontwikkelen van het HRM-beleid en dat inbedden in de organisatie. 2. Het ontwikkelen van een harmoniemodel met de werknemersorganisatie. 3. Het verder inrichten van de divisie HRM. 4. Het opzetten en verder ontwikkelen van het bedrijfspensioenfonds. 5. Het meehelpen ontwikkelen en richting geven aan een bedrijfscultuur die essentieel is voor de realisatie van eerdergenoemde punten. Dit allemaal had ik natuurlijk niet kunnen realiseren zonder de medewerking van een team fantastische collega’s binnen de divisie HRM. U bent nu met pensioen, wat gaat u nu doen? Twee tot drie dagen per week zal ik zeker nog vakgericht bezig zijn. Daarnaast zal ik mij bezig houden met sociaal vrijwilligerswerk en genieten van mijn vrije tijd. ▲
S T A A T S O L I E N I E U W S • No. 4 • december 2008
Retaining Staatsolie’s strength through unity and cooperation After 12½ years Vincent Essed, manager Human Resources Management (HRM), is leaving the company. He, however, has worked longer in this field. ‘After having worked for 30 years as HRM manager, I thought it was time to stop.’ He retired early in September last. Wasn’t it fun anymore? I had planned and discussed my leave a year and a half before with the management. After having worked for 30 years as HRM manager, I thought it was time to stop. Not because it wasn’t fun anymore, but because I wanted to do other things, things you don’t have the time for if you have fulltime employment. What was your experience working at Staatsolie? Challenging. We have been able to develop and carry out a number of very important human resource concepts. We had to define a new HRM policy. The other challenge was to make this policy acceptable for the management and department heads. I think we succeeded in doing that. When an attempt was made to sell Staatsolie to a foreign firm in 1998, it was protested. You were in the frontline. How was it back then? From my own experience as manager HRM I can testify that back then Staatsolie proved that Confidence in its Own Ability wasn’t just a slogan to meet the company’s objectives, but to defend it as well as one body with the Surinamese society. Staatsolie’s strength will forever have to be retained through unity and cooperation. The management and the workers union will have to continue to play an important role, both internally and externally. What were your experiences with the union with regards to the CLA negotiations? Once an employer accepts the workers union as an equal, there is an obligation to be transparent towards said organization. At negotiations we have always openly supplied all necessary data to get to a win-win situation. Actually parties are not negotiating; they are merely having a discussion on the possibilities and of the company and things that cannot be realized. This has always gone well. We have been able to come to a package of fringe benefits which corresponds with the production, efficiency and effectiveness of the company. What have you been able to establish and look back on proudly? There are five main aspects: 1. Further development of the HRM policy and making it part of the organization. 2. Developing a harmonious model with the workers union. 3. Further establishment of the HRM division. 4. Establishing and further development of a company retirement fund. 5. Contributing to, developing and directing a company vision, which is fundamental for realizing the above. I wouldn’t have been able to get this all done without the help of a team of fantastic workers in the HRM division. Now you are retired. What are your plans? I will probably be engaged with things regarding my field two to three days a week. I will also spend some time on social volunteer work and enjoy my retirement. ▲
Foto / Photo: Kailash Bisessar
Duncan Brunings is de opvolger van Vincent Essed. Brunings, voorheen Manager Information & Communication Technology (ICT), zwaait vanaf 1 juni 2008 de scepter op de divisie HRM. “Ik heb in mijn eerdere functie als manager ICT altijd veel tijd besteed aan de human resources aspecten.” Van ICT naar HRM. Vanwaar uw interesse voor deze functie? Grappig genoeg zeiden veel mensen, toen ik ze vertelde dat ik de overzwaai naar HRM zou maken, tegen mij: “O, leuk, ja daar zit je zeker op je plaats; we hebben je altijd meer als een people-person gezien dan als ITtechneut.” En het is eigenlijk wel waar. Mensen fascineren mij. Alles wat tot stand wordt gebracht, begint met een menselijke gedachte, een menselijke ambitie. Ik heb in mijn eerdere functie als manager ICT altijd veel tijd besteed aan de human resources aspecten. Ik vind namelijk dat leidinggevenden een sterke focus op de human resources moeten hebben. Ik zag mijn functie toen niet primair als een technische functie, maar als facilitator. U hebt enige tijd met Vincent Essed ‘meegelopen’ voordat u officieel overnam. Hoe hebt u het samenwer ken met hem ervaren, eerst als col lega-manager en later als ‘mentor’? Ik denk dat Vincent Essed mij op een geweldige manier heeft ingewerkt. Eerst door mij langer dan een jaar van tevoren te betrekken bij HRM- projecten. Daarna heb ik in de laatste volle maand waarin hij nog in functie was, met Essed meegelopen. In die periode praatte hij mij bij over verschillende onderwerpen. En daarna, toen ik officieel de manager HRM was, heeft hij nog drie maanden letterlijk tegenover mij aan mijn werktafel gezeten. Ik heb
het als zeer prettig ervaren op deze manier ingewerkt te worden en wil dat van harte aanbevelen voor andere collega’s.
Duncan Brunings is Essed’s successor. Brunings, formerly manager Information & Communication Technology (ICT) has been heading up the HRM division since 1 June 2008. ‘As manager ICT I have spent much time on human resource aspects.’
U hebt nu reeds enkele maanden het roer in handen. Wat is het ver schil tussen uw vorige functie en de huidige? Er zijn inderdaad verschillen, maar ook overeenkomsten. Eén overeenkomst is bijvoorbeeld dat zowel ICT als HRM belangrijke, bedrijfsbrede ondersteunende diensten zijn. In beide functies heb je een sterk uitvoerend onderdeel, de directe dienstverlening, maar ook een belangrijk deel aan de ontwikkeling van beleid en regelgeving. In beide functies moet je kunnen bouwen op de vakkennis van je interne specialisten: beide gebieden zijn zo breed dat realistisch gezien één enkele persoon niet alle kennis kan bevatten. In beide functies heb je veel met mensen te maken. Een belangrijk verschil is dat de meeste IT-incidenten zeer goed door uitvoerende medewerkers afgehandeld kunnen worden, maar bij HRM komen bijna alle cases toch even bij de manager langs. Er moet namelijk een toetsing plaatsvinden op de afhandeling conform beleid en regelgeving, op precedentwerking, en op rechtvaardigheid naar de medewerker toe, maar ook naar het bedrijf toe.
From ICT to HRM. What got you interested in the position? Well, when I told people about my intentions to switch from ICT to HRM, many remarked that I would be on the right place. They have always considered me more of a people person rather than an IT-technician. There is some truth in it. People fascinate me. Every creation begins with people’s thoughts, people’s ambition. As manager ICT I have spent much time on human resource aspects. In my opinion in managing there should be strong focus on human resources. I didn’t consider my job as primarily technical, but rather as facilitator.
Wat zijn de uitdagingen die u reeds bent tegengekomen? Eén van de uitdagingen is de grote hoeveelheid werk, waar ik eerder aan refereerde. En dan zijn er de – gelukkig incidentele – zware disciplinaire gevallen. Die zijn vaak complex, vereisen veel afstemming, veel wikken en wegen, en kosten daardoor veel tijd. En dan de uitdaging van het trekken van de ingezette HRM-projecten naast de normale hoeveelheid werk. Wat zijn de dingen waar u zich sterk voor wilt maken als manager HRM? De grote uitdaging is natuurlijk onze workforce klaar te maken voor het realiseren van de Vision 2020. Er breekt nu een fase aan waarin wij enkele nieuwe processen, op het tactische niveau, zullen moeten doorvoeren. Zaken als prestatiemanagement, personeelsplanning en opvolging zijn nu in beeld. Het ontwikkelen van het nieuwe prestatiemanagementsysteem is al ingezet, en we hebben de ontwerpfase zo goed als voltooid. ▲
VERTROUWEN IN EIGEN KUNNEN
Before officially taking over, you have had a period of internship. How was working together with Vincent Essed, as a colleague and mentor? I think that Vincent Essed has prepared me excellently. He got me involved in HRM projects for more than a year before. In his last month, when he was still in office, I have worked alongside him and he taught me the ropes. When I officially started as HRM manager, he was practically opposite my desk for three months. I liked that kind of internship and I would recommend it to other colleagues. You have been at the helm for some months now. What is the difference between this job and your previous position? There are indeed differences, but similarities as well. One similarity is that both ICT and HRM are important company-wide supporting departments. In both positions there is an executive part, a direct service part, as well as a part important for policy development and establishing rules. In both positions you must be able to rely on the knowledge of specialists: both fields are so extensive that realistically it is impossible for one person to have all knowledge at his disposal. In both positions you work a lot with people. One important difference is that most IT incidents can be solved by the individual workers. At HRM, however, the manager sees almost all cases. We have to review every case on whether it has been dealt with in agreement with policy and rules, precedents, and also fairness towards the worker as well as the company. What challenges have come your way? One of the challenges is the extensive workload I referred to earlier. There are also the – thank God – incidental worse disciplinary cases. These are in most cases, very complex, require a lot of coordination and consideration and therefore take a lot of time. And then there is the challenge of fitting HRM projects in the normal workload. What are the things you would like to realize as manager HRM? The big challenge is to prepare our workforce for realization of Vision 2020. The time has come to implement a number of new processes at tactical level. Issues as performance management, workforce planning and succession are now topical. We have already started the development of the new Performance Management System. The design phase is as good as completed. ▲
CONFIDENCE IN OUR OWN ABILITIES
13
Laatste voorontwerpfase uitbreiding raffinaderij in volle gang Tekst / Text: Kailash Bisessar
Foto / Photo: REP-team
Final pre-design phase Refinery Expansion in full swing The final pre-design phase of the Refinery Expansion Project (REP) is in full swing. Ninety people, including seven Staatsolie REP team members are fully committed or part time to the project at the CB&I Lummus offices in The Hague, The Netherlands. The final pre-design phase, the Front End Design Phase 3 (FED3), is the last of the three predesign phases of the Refinery Expansion Project. It is being carried out by the American/Dutch Company CB&I Lummus. In the FED3 phase the basic design; the operation plan and the budget for the construction are drafted.
Leden van het REP-team bestuderen de tekeningen op het kantoor van CB&I Lummus in Den Haag, Nederland, waar ze zijn gestationeerd. Vanuit links: Marlon Lieuw A Sen, Anand Gajapersad, Narindra Baldew, Dennis Pello en Aziez Mohamedhoesein. The REP team studies designs at the CB&I Lummus office in The Hague, The Netherlands. From left: Marlon Lieuw A Sen, Anand Gajapersad, Narindra Baldew, Dennis Pello en Aziez Mohamedhoesein.
begaanbaar en bereikbaar gebied. Delijklaatste voorontwerpfase van De Raffinaderij boringen vinden in zwampgebied het Expansie Project plaats is enin omvolle zich te verplaatsen (REP) gang. Op hetwordt kan van van de airboat toor CB&I(moerasboot) Lummus gebruik in Den gemaakt. Personeelwerken wordt ongeveer dagelijks Haag, Nederland, vanuit Paramaribo en Saramacca 90 mensen, onder wie zeven mensen naar het exploratiegebied vervoerd. van REP-team, vol Ookhet de Staatsolie bevoorrading gebeurt vanuit tijds of deeltijds het project. Saramacca. Het aan personeelstransport
in Commewijne zelf geschiedt met de eboot vanuit Plantage Resolutie laatste voorontwerpfase, Front naar rechteroever de ComEnddeDesign Phase 3van (FED3 fase), is mewijnerivier. de laatste van de drie voorbereidingsAangezien om een afgelegen fasen van hethetRaffinaderij Expansie gebieden gaat, is hetuitgevoerd van belangdoor contact Project wordt het te kunnen houden met bedrijf het personeel Amerikaans/Nederlands CB&I op de boormachine. aanschaf Lummus. In de FED3Defase wordtvan het goed werkende basisontwerp, hetcommunicatieapparauitvoeringsplan en was daarom Ook detuur begroting voor denoodzakelijk. constructie van de de veiligheid moetopgesteld. altijd gewaarborgd nieuwe raffinaderij zijn. Daartoe is er een HSE (Health, Safety & Environment) plan opgezet, Belangrijke subfase een REP-teamleden ieder die daar werkt, weet Dezodat zeven zijn actief hoe de operatie veilig mogelijk betrokken bij het zo ontwerpproces. Zij – voor mens milieude – moet worden beoordelen enenkeuren procesinstaluitgevoerd. laties goed. Verder zullen zij meewerken aan het ontwerp door opties te helBewoners pen evalueren en besluiten daarover te Voorafgaand aan woorden de exploratieborinnemen. Met andere controleren is het gebieddatgene verkendaflevert en zijn wat er ofgen CB&I Lummus contractueel is overeengekomen. “Af en toe komen ook andere Staatsolie-men-
D
14
voorbereidingen voor de logistieke sen en REP-teamleden indien nodig uitvoering getroffen.zegt Landeigenaren naar Nederland”, Dennis Pello, inproces het gebied werden geïdentificeerd engineer bij het REP-team, die ensinds metjuli hen worden afspraken in Den Haagdevertoeft. “Voorgemaakt namelijkvoor voordoorgang meetingsofofhet ommogen afspraken boren op hun terrein. te integreren voor te maken en systemen Ook het uitvoeren vanproject.” een milieuefhet opzetten van het fectenstudie belangrijke Pello legt isuiteendat de FED3vereiszich nu te.bevindt Dit ter voorkoming van(Basic milieuverin de BDEP Design ontreinigingen, maarPackage) ook uit respect and Engineering fase. “Een voor de belangen vanwaarin de bewoners belangrijke subfase het procesuit het gebied, waaruitgewerkt voornamelijk ontwerp wordt en aan vastgelandbouw visserij wordt gedaan. steld. Dit en ontwerp staat namelijk aan de De bewoners de plantages basis van de van verdere uitwerkingAllivan de ance, Bakki, Kroonenburg Rust & en mechanische, elektrische, en besturingsWerk zijnaspecten.” geïnformeerd over deisacticiviele Belangrijk dat het viteiten van Staatsolie het resultaat voorontwerp grondigen gebeurt zodat er in van milieustudie. één dag de de verdere loop vanBinnen het project, zowel werden drie plantages bezocht wat in het finale ontwerp als de constructie, een intensieve logistieke voorbereigeen wijzigingen meer zijn. Verandeding metkunnen zich meebracht. ringen gevolgenAlliance hebbenligt op het van alle locaties het kosten. verst. Met eenzegt tijdschema en de Pello ‘snelle’ washethetproces echter“vrij mogelijk dat tot boot nu toe rustig en dezonder afstanden in minder dan een verloopt. halfal teveel wijzigingen uur overbruggen.opDehetbijeenkomDe tevooruitzichten halen van het sten waren op allevooralsnog locaties heel goed tijdschema zijn positief.” bezocht. De bewoners staan positief tegenover de exploratieactiviteiten 120 Mensen van en hopen dat er olie Na Staatsolie de BDEP volgt de Front End Engiwordt gevonden. neering and Design (FEED) fase, waarin de BDEP gedetailleerder wordt uitgewerkt. In deze fase wordt het ontwerp
S T A A T S O L I E N I E U W S • No. 4 • december 2008
Important sub phase The seven REP team members are actively involved in the designing process. They assess and approve of process installations. They will also participate in drafting the design by evaluating options and taking decisions to that respect. In fact they have to see to it that CB&I Lummus delivers that what has been agreed on paper. ‘If necessary other Staatsolie employees and REP team members will go to The Netherlands’, says Dennis Pello, process engineer in the REP team, whom has been dispatched to The Hague since July. ‘They mainly come for meetings or to agree on matters as well as to integrate systems which will start the project.’ Pello explains that the FED3 is now in the BDEP (Basic Design and Engineering Package) phase. ‘This is an important sub-phase in which the process design is detailed and established. This design is the basis for further development of the mechanical, electrical, control and civil aspects.’ It’s very important that the pre-design is thorough, allowing no room for alterations in the final design and construction. Alterations can affect the time schedule and the cost. ‘Up till now the process has been quite peaceful and without too many alterations’, says Pello. ‘We are confident that we will meet our deadline.’ 120 People After the BDEP phase comes the Front End Engineering and Design (FEED), in which the BDEP is thoroughly detailed. In this phase the design is further developed. ‘Many designs are produced and the installations are coming into shape’, says Pello. Construction plans are worked out and safety studies are carried out. ‘At the end of the FEED phase, in August 2009, the refinery’s basic design will be ready.’ By April 2009 CB&I Lummus will have 120 people com-
verder uitgewerkt. “Er worden veel tekeningen geproduceerd en de installaties krijgen vorm”, legt Pello uit. Constructieplannen worden uitgewerkt en veiligheidsstudies worden uitgevoerd. Aan het einde van de FEED fase, in augustus 2009, zal het basisontwerp van de raffinaderij afgerond zijn.” In april 2009 zal CB&I Lummus met circa 120 mensen full time aan het project werken in Nederland, Singapore en Egypte. De Staatsolie REP-teamleden en de engineers van CB&I Lummus zitten grotendeels bij elkaar. “De samenwerking is goed te noemen. Er zijn vele onderlinge informele en formele werkbesprekingen van de verschillende disciplines. Eenmaal per week is er een voortgangsmeeting. De onderlinge sfeer is goed, natuurlijk komt een goede en soms heftige discussie voor, maar dat hoort erbij.” Detailschema’s Pello zegt dat de werkzaamheden op schema zijn. “Alle procesunits en opslagtanks van producten en grondstoffen zijn in grote lijnen al ontworpen. Er zijn processimulaties uitgevoerd, zowel door CB&I Lummus als de licensors.” De ‘proces flow diagrammen’ van alle procesunits en van de opslagtanks zijn al gereed. In deze diagrammen worden de hoeveelheden, temperaturen en drukken van de processtromen vermeld. Voorts zijn de detailschema’s van verschillende verwerkingsunits met hun pijpleidingen en meetinstrumenten af. Nu worden alle mechanische, elektrische en instrumentspecificaties samen met CB&I Lummus uitgewerkt. Ook een voorlopig “plot plan” is al beschikbaar. Na de FEED volgt de aanbesteding voor de uitvoeringsfase, bestaande uit het detailontwerp, procurement (inkoop van materialen) en de constructie. Deze fase heet ook wel de EPC. De drie hoofdactiviteiten zullen gezamenlijk worden uitbesteed aan één aannemer die ook verantwoordelijk is voor het detailontwerp en de bouw van de raffinaderij.
holders meetings besproken met de verschillende belanghebbenden, waaronder de omwonenden. Eind oktober zijn vier teamleden naar Suriname teruggekeerd voor rapportage. Ook is met Refining Operations (de afdeling die de raffinaderij zal opereren) het ontwerp van de procesunits en de opslagtanks besproken. Daarnaast zijn zes operators getraind om hen nu al bekend te maken met alle procesunits en om hen klaar te stomen voor deelname aan de Hazard Analyses and Operability (HAZOP) studies aan het eind van de FED3 fase. Een HAZOP is een methode om mogelijke gevaren in een proces te identificeren. Ook is er een workshop gehouden voor leden van het REP-team en andere medewerkers die direct bij het project betrokken zijn. Deze workshop had tot doel om het bestaande project-executieplan (PEP) van de FED3-activiteiten in het buitenland en in Suriname te updaten. Pello: “We hebben ook veel aandacht besteed aan de vraag hoe wij ons tijdens de FED3 zo goed als mogelijk kunnen voorbereiden op de constructiefase.” ▲ Archieffoto / File photo
Workshop Een deel van de activiteiten die onderdeel zijn van de FED3 vinden in Suriname plaats. Zoals het bouwklaar maken van het terrein, ontwerp en aanleg van pijplijnen voor afvoer van eindproducten en een milieustudie. De richtlijnen voor de milieustudie zijn tijdens stake-
VERTROUWEN IN EIGEN KUNNEN
mitted full time to the project in The Netherlands, Singapore and Egypt. The Staatsolie REP team and the CB&I Lummus engineers work closely together. ‘The cooperation is good. There are many formal and informal work meetings of the several fields. Once a week progress is discussed. Everybody is in good spirits, but occasionally they are at loggerheads, but that is all part of the game.’ Detailed diagrams According to Pello the work is on schedule. ‘All process units and storage tanks for final products and raw materials have more or less been designed. Process simulations have been staged by CB&I Lummus as well as the licensors.’ The process flow diagrams of all process units and of the storage tanks are ready. These diagrams show the quantities, temperatures and pressures in the processes. The detailed diagrams for the various processing units with their pipelines and gauges have already been designed. The mechanical, electrical and instrumental specifications are now being worked out with CB&I Lummus. A temporary ‘plot plan’ is already in place. After the FEED phase comes the tendering and execution phase, consisting of the detailed design, procurement (purchasing materials) and the construction. This phase is also known as the EPC. The three main activities will be farmed out to a single contractor, who will also do the detailed design and build the refinery. Workshop Part of the activities belonging to the FED3 phase takes place in Suriname. Developing the site for construction, designs as well as construction of pipelines for transport of final products and an environment study have been carried out locally. The guidelines for the environment study have been discussed at stakeholders meetings with all involved parties, including local residents. Four REP team members returned to Suriname to report. They also had meetings with Refining Operations (the Department that will run the refinery) to discuss the designs of the process units and the storage tanks. Six operators have been trained to make them familiar with all process units and to prepare them for the Hazard Analyses and Operability (HAZOP) studies at the end of the FED3 phase. A HAZOP is a method to identify possible threats in a process. A workshop was held for REP team members and other staff closely involved with this project. The workshop was to update the existing Project Execution Plan (PEP) of the FED3 activities both abroad and in Suriname. Pello: ‘We have paid much attention to the aspect of how to prepare ourselves during the FED3 phase for the next, the construction phase. ▲
CONFIDENCE IN OUR OWN ABILITIES
15
Srefidensi Marathon helpt grenzen verleggen Foto / Photo: Richenel Coulor
Tekst / Text: Sherida Asinga
Srefidensi Marathon helps push back borders The Srefidensi Marathon was held for the fifth time on Saturday 22 November. Staatsolie had two teams on the relay (Ekiden) and five athletes for the half marathon. Het Staatsolie marathonteam en een deel van het logistiekteam. The Staatsolie marathon team and part of the logistics team.
Op zaterdag 22 november werd de Srefidensi Marathon voor de vijfde keer gehouden. Staatsolie was vertegenwoordigd met twee teams op de Ekiden (estafette) en vijf lopers op de halve marathon.
Sommige lopers zijn geoefend en voor hen vormde de marathon minder inspanning, zoals Caroll Heuvel. Zij is een geoefende loper en kon relatief eenvoudig haar deel van de estafette afleggen. “Ik loop wekelijks twee tot drie keer, dus was mijn voorbereiding niet veel anders dan mijn normale schema. Mijn doel was om de tien kilometer onder één uur te rennen en dat is gelukt. Met de ondersteuning aan het Staatsolie Ekiden team heb ik ook een bijdrage geleverd aan teambuilding.” Ivette Lynch is er al vanaf het begin bij en heeft weer met veel plezier in het logistiek team gezeten: “Typerend zijn altijd weer de spanning, gezelligheid en dat men openlijk waardering uitspreekt voor elkaar, is zeer positief.” Leon Brunings was voor de tweede maal deel van het logistiekteam.“Onze ondersteuning bestond voornamelijk uit het van drank voorzien van de renners tijdens de oefeningen en hen terugbrengen naar het startpunt. De oefeningen waren twee zondagochtenden vroeg – wie staat nu vijf uur ’s morgens op om te gaan rennen? – en een keer zaterdagmiddag tot laat in de avond, aangezien we de marathon wilden nabootsen. Eigenlijk is het gewoon leuk om deel te zijn van een winning team en de lopers zijn gewoon geweldig dat ze deze afstanden kunnen afleggen. Aangezien ik zelf niet eens een kilometer kan rennen, was dit een goede vervanging voor het daadwerkelijk meedoen.” ▲
The company has been co-sponsor of this sporting event for some years now. This year the event had three sub-events: the marathon (42.195km), half marathon (21.098 km) and the Ekiden. In the last sub-event the marathon course is covered in stages by six athletes.
To Clifton Doelrasid, half marathon runner, it was a challenge. ‘I had to prepare well. You have to be strong mentally and have a lot of drive. I also found out that you can get very far if you apply taatsolie is al enkele jaren medeP.O.D. (Pause Order and Discipline).’ At a marathon it is important to be an incensponsor van dit evenement. Dit jaar tive to each other. ‘There is team spirit’ says waren er drie onderdelen: de marathon (42,195 km), de halve marathon Nankoemarsing Merhai, relay athlete, because (21,098 km) en de Ekiden. Bij het laatwe encourage each other to make better times. I ste onderdeel wordt de afstand van de was on the second leg and my part was quite borhele marathon in etappes afgelegd door ing. I pushed on, though.’ I wanted to push back zes renners. my borders’, says Rodney Griffith about his part in the half marathon. ‘I’m used to the five to ten Clifton Doelrasid, halve marathonlokilometers race. I didn’t prepare well for the half per, vond het een uitdaging.“Ik moest marathon. The first 17 kilometers went smoothly, me goed voorbereiden. Mentaal moet je but then my left knee started acting up. After a echt sterk zijn en vooral doorzettingskilometer or so it was a little better so I could finvermogen hebben. Ik heb ontdekt dat ish the race.’ je met R.O.D veel kan bereiken. R.O.D Some of the runners are trained athletes so they staat voor Rust, Orde en Discipline.” did not have problems with the marathon. Caroll Belangrijk bij zo’n marathon is ook dat Heuvel is one of them. She is a trained athlete je je aan elkaar kunt optrekken door who finished her part of the relay effortlessly. ‘I elkaar te motiveren. normally run two to three times a week, so I didn’t “De teamspirit zat erin”, vertelt need an additional schedule. I aimed at covering Nankoemarsing Merhai, estafettelothe 10 kilometer well under 60 minutes, and I did. per, “want iedereen stimuleerde elkaar With my support to the Staatsolie Ekiden team I did my part in team building. om betere tijden neer te zetten. Ik moest Ivette Lynch is one of the logistics team piode tweede wissel doen en heb door een neers, who again joined in enthusiastically. nogal saai traject gelopen, maar het is ‘The excitement and the fun are characteristic me gelukt om vol te houden en verder for this event and the frank appreciation of te gaan.” each other is very positive.’ Leon Brunings “Ik wou mijn grens verleggen”, zegt Rodney Griffith over zijn deelname was on the logistics team for the second time. aan de halve marathon. “Voor ‘Our task was to see to it that the athmij waren de vijf en tien kilomeletes got their drinks at the training and De ekiden-teams ter loop gebruikelijk. Ik heb me to transport them back to the start. We Afstand Team 1 Team 2 (km) niet geweldig kunnen voorbereitrained on two Sundays very early – now Loper 1 5 Ronny Asmodikromo Ramesh Ratiram den op de halve marathon.Over you tell me, who gets up at five to run? Loper 2 10 Robbin Mangnoesing Ricardo Duurham de race zegt hij dat de eerste – and once on a Saturday afternoon till Loper 3 5 Nandkoemar Merhai Henk Chin A Lien Loper 4 10 Heuvel Caroll Eddy Mentopawiro zeventien kilometers vlot gingen. late at night. Since I won’t last even a Loper 5 5 Bhisham Ramesar Furlen Pontjodikromo “Ik kreeg daarna veel last van kilometer, I thought it a good compensaLoper 6 7,2 Patrick Brunings Annand Jagesar mijn linkerknie. Na een kilometion to actually participating. ▲ Reserve Ponidi Alidikromo Manolito Indiaan
S
ter ging het een beetje beter en kon ik de race uitlopen.” 16
De halve marathonlopers: Rodney Griffith, Clifton Doelrasid, Mala Chandrikasingh, Eric Dennen, Maudi Braam
S T A A T S O L I E N I E U W S • No. 4 • december 2008
André Kamperveen stadion moet visitekaartje van Suriname worden Foto / Photo: Archief / File SVB
Tekst / Text: Sherida Asinga
‘André Kamperveen Stadium must become Suriname’s showpiece’ The renovation of the André Kamperveen stadium is one the first projects financed by the Committee for Rehabilitation and Expansion of sports facilities, also known as the Staatsolie Sports Fund. This venue is host to almost all international and big national sports events. ‘After 45 years the stadium was in dire need of a renovation’, says Louis Giskus, chair of the Suriname Football Association (SVB). The World Football Association FIFA had declared the stadium unfit for qualification matches because it did not meet international requirements.
De renovatie van het André Kam perveen Stadion is een van de eer ste projecten gefinancierd door de Commissie Rehabilitatie en Uit breiding Sportfaciliteiten, kort weg Staatsolie Sportfonds. In dit stadion vinden vrijwel de meeste internationale en grote nationa le sportevenementen plaats. “Na 45 jaar had het stadion dringend een renovatiebeurt nodig”, vertelt Louis Giskus, voorzitter van de Surinaamse Voetbal Bond (SVB).
D
e Wereldvoetbalbond FIFA had het stadion afgekeurd voor het spelen van wedstrijden op WK-kwalificatie niveau, omdat het niet voldeed aan de internationaal vastgestelde eisen. De SVB kon met de deelfinanciering waarmee de FIFA inkwam, in 2007 de renovatiewerkzaamheden starten om het stadion aan deze eisen te laten voldoen. Het Staatsolie Sportfonds trok US$ 500.000 uit voor deze grote renovatie. Het Staatsolie Sportfonds werd in november 2007 opgericht met het doel een duurzame bijdrage te leveren aan de sportontwikkeling in Suriname. De Fifa keurde het gerenoveerde stadion goed en de WK-kwalificatie thuiswedstrijden konden eindelijk weer in eigen land worden gespeeld. Op 30 augustus werd het stadion officieel weer in gebruik genomen.
De renovatie hield o.a. in: de renovatie van de hoofdtribune en tribune west; het bouwen van vier nieuwe kleedkamers, een nieuwe VIP ruimte compleet met koeling, een ruimte voor de pers en een dopingruimte. Deze werd bij de laatste WK kwalificatiewedstrijd op 19 november tussen Suriname en Haïti voor het eerst gebruikt. Verder werden ook de afwatering voor de hoofdlozing aangepakt en de sanitaire faciliteiten verbeterd. Met deze grote renovatiebeurt is het werk echter nog niet af. De SVB heeft nog veel meer in petto met het stadion: “Het André Kamperveen Stadion moet het visitekaartje van Suriname worden. Met ons beleidsplan 20092012 willen we werken aan de verdere verbetering van het stadion.” Het André Kamperveen stadion werd op 29 augustus 1953 voor het eerst in gebruik genomen. Dit stadion is vernoemd naar Rudi André (Ampie) Kamperveen (27 september 1924 - 8 december 1982) een Surinaams politicus, oud-voetballer en zakenman. Hij genoot zowel in Suriname als daarbuiten grote bekendheid. Hij is achtereenvolgens onderminister van Sport en minister van Jeugd, Sport en Cultuur geweest. Op sportgebied is Kamperveen behalve voetballer, bondscoach van Suriname geweest en vice-voorzitter van de FIFA. Hij was tevens de eerste voorzitter van de Caribbean Football Union. ▲
VERTROUWEN IN EIGEN KUNNEN
With funds supplied by the FIFA the SVB started the renovation in 2007. The Staatsolie Sports Fund allocated US$ 500,000 for this large project. (The Staatsolie Spots Fund was established in November 2007 with the aim of making a sustainable contribution to sports development in Suriname.) The FIFA approved of the renovated stadium and the qualifying home matches for the World Championship could once again be played at home. On August 30 the stadium was officially re-inaugurated. The renovation included among others: renovation of the grandstand, building of four new changing rooms, a new VIP room with air conditioning, a press room and a doping room. The latter was used for the first time at the qualifying match between Suriname and Haiti on November 19. The drainage as well as the sanitary facilities was also improved. The renovation may be over, but work on the stadium is not. The SVB has a lot of plans for the stadium: ‘The André Kamperveen Stadium has to become Suriname’s showpiece. Our policy plan 2009 – 2012 outlines the further improvement of the stadium. The André Kamperveen Stadium was inaugurated for the first time on August 29, 1953. The stadium was renamed after Rudie André (Ampie) Kamperveen (September 27, 1924 – December 8, 1982) a Surinamese politician, former soccer player and businessman. He was well known both in Suriname as abroad. He was deputy minister of Sports, Minister of Youth Affairs and Sports and Culture. In the field of sports Kamperveen was not only a soccer player, but coach of the national team and vice chair of the FIFA as well. He was also the first chairman of the Caribbean Football Union. ▲
CONFIDENCE IN OUR OWN ABILITIES
17
Staatsolie levert eerste ‘Certified Internal Auditor’ in Suriname af Tekst / Text: Sherida Asinga
Foto / Photo: Kailash Bisessar
Lisanne Tujeehut, Internal Auditor op de divisie Controlling van Staatsolie mag zich vanaf nu met trots ‘Certified Internal Auditor (CIA)’noemen. De eerste in Suriname wel te verstaan. In september 2008 heeft zij deze opleiding met goed gevolg afgerond.
First Certified Internal Auditor in Suriname Lisanne Tujeehut, Internal Auditor at Staatsolie’s Controlling Division, may now proudly bear the title Certified Internal Auditor (CIA). She is the first one in Suriname to bear this title. Tujeehut successfully completed the course in September 2008. It is a special course for Internal Auditors from the Institute of Internal Auditors (IIA), in the USA, home to the main organization. This course is not well known in Suriname, but it offers international recognition for the profession of Internal Auditor. Around the world there are 60,000 professionals who have obtained certification, and now a Staatsolie employee is the first one in Suriname to receive this.
Lisanne Tujeehut (links) ontvangt het internationaal erkend diploma “Certified Internal Auditor” van Delano Gefferie, voorzitter van IIA Suriname. Lisanne Tujeehut (l) receives the internationally recognized diploma ‘Certified Internal Auditor’ from Delano Gefferie, chair of ILA Suriname.
D
eze opleiding is speciaal voor Internal Auditors en afkomstig van ‘The Institute of Internal Auditors’(IIA) in de USA waar de moederorganisatie gevestigd is. In Suriname is deze opleiding vrijwel onbekend, maar biedt internationaal gedegen erkenning voor het beroep van Internal Auditor.Wereldwijd zijn er ruim 60.000 professionals die deze certificatie hebben behaald en een Staatsolie medewerker heeft de primeur deze als eerste in Suriname te behalen. Belang In het algemeen is de beleving van de auditfunctie binnen organisaties in Suriname nog in de kinderschoenen. “Deze certificatie is daarom vanuit verschillende kaders erg belangrijk”, vertelt Tujeehut. Op de eerste plaats voor Staatsolie, omdat zij hiermee aangeeft belang te hechten aan de ontwikkeling van haar medewerkers en daarmee de kwaliteit van de organisatie. Ten tweede voor de educatie en ontwikkeling van professionals die in deze branche werkzaam zijn. Meer nog is het van belang voor de erkenning van de rol van de auditfunctie binnen het bedrijfsleven. IIA heeft in verschillende landen lokale IIA organisaties, waar het examen afge18
nomen kan worden. In Suriname is er ook een lokale IIA, maar deze heeft nog geen internationale aansluiting met de moederorganisatie. Lisanne: “Ik heb het moeten doen met zelfstudie wat de nodiTaak De taak van een Internal Auditor spitst zich met name toe op het uitvoeren van controle werkzaamheden en advisering tot verbetering van processen. Deze werkzaamheden moeten in redelijke mate zekerheid bieden aan het management over de kwaliteit van de beheersing van processen en risico’s van de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn controle van financiële informatie voor de jaarrekening, toetsen van geautomatiseerde systemen en kwaliteitsmanagementsystemen Duty The Internal Auditor is primarily engaged in auditing duties and advising on processes. These duties reasonably have to provide certainty to the management about the quality of mastering the processes and risks to the organization. Examples of these are auditing financial data for the annual report, testing the automated systems and quality management systems.
S T A A T S O L I E N I E U W S • No. 4 • december 2008
Importance The auditing profession is still in an infancy state in Suriname. ‘In many respects this certification is quite important’, says Tujeehut. In the first place it is important to Staatsolie, as Tujeehut has high regards for the development of her co-workers and the quality of the organization. In the second place it is important for the education and development of professionals in this line of work. But most importantly, it is important for recognition of the role of the auditing profession in trade and industry. IIA has local branches in several countries where the exam can be taken. There is a local branch in Suriname, but it has not yet been affiliated to the main organization. Lisanne: ‘It took some self study, which in turn required quite some self discipline. For the exam I went to Curacao.’ Suriname will soon be affiliated to the main organization. Inspiration Obtaining this certification is the realization of a childhood dream, more or less adjusted here and there. ‘I can still recall’, Lisanne says with twinkling eyes, ‘when I was a little girl in primary school I used to tell my mother mom one day I’ll take care of other people’s money and I’ll advise them. At first I wanted to be an Accountant, but since there are limited possibilities here to do that study I decided to study business economics.’ Lisanne got her work experience at an accountants firm and finally she came to work for Staatsolie at the Controlling Division. Here she specialized in auditing. ‘I learned that certification offers a broader specialization so I enrolled for the course. After this course I’m especially inspired to keep on investing in my own development and I surely hope that this will also be the case for my colleagues. I now have a broader vision regarding auditing and the possibility towards international networking. Next to that I have made a personal goal come true in a somehow adjusted manner.’ ▲
ge zelfdiscipline heeft gevraagd. Het examen heb ik afgelegd op Curaçao.” De aansluiting van IIA Suriname met de moederorganisatie zal in de komende periode een feit zijn. Inspiratie Met het behalen van deze certificatie is tevens een jonge meisjesdroom, weliswaar aangepast, in vervulling gegaan. “Ik kan me nog herinneren”, vertelt Tujeehut met pretoogjes, “dat ik als meisje op de lagere school tegen mijn moeder zei: ‘mama, later als ik groot ben ga ik op andere mensen hun geld letten en ze adviseren. Initieel wilde ik Accountant worden, maar vanwege de beperkte mogelijkheden om hier deze studie te volgen heb ik voor Bedrijfseconomie gekozen.” Bij een accountantskantoor deed Lisanne ervaring op en kwam uiteindelijk bij Staatsolie terecht op de divisie Controlling. Hier is zij zich verder gaan verdiepen in Auditing. “Ik ontdekte dat een certificatie een bre-
‘The Institute of Internal Auditors’ is opgericht in 1941 en is de primaire internationale organisatie voor het beroep van Internal Auditor. De moederorganisatie is gevestigd in Amerika en heeft een leden aantal van meer dan 150.000. De duur van de CIA opleiding is helemaal afhankelijk van de student zelf. Een vereiste is wel dat de student enkele jaren werkervaring moet hebben op het gebied van auditeren. Ook na het behalen van de certificatie moet die zich blijven verdiepen in het vakgebied om de certificatie in stand te houden. Vanaf het moment van certificatie moeten er steeds over een periode van twee jaar studiepunten behaald worden door bijvoorbeeld het volgen van trainingen, presentaties bij te wonen, zelf trainingen of presentaties te verzorgen. ‘The Institute of Internal Auditors’ was established in 1941. It is the primary international organization for the profession of Internal Auditor. The main organization is in the USA, with over 150,000 affiliated members. The length of the CIA course is up to the student. One requirement is that the student has to have some years of work experience in the field of auditing. After completing the course, further study in this field is required in order to retain certification. From the moment of certification credit points have to be obtained every two years through attending training courses, attending presentations and by organizing presentations and training courses.
dere specialisatie mogelijkheid bood en schreef me in voor de opleiding. Na deze opleiding ben ik vooral geïnspireerd om te blijven investeren in de eigen ontwikkeling en hoop dat dit ook voor andere collega auditors het geval mag zijn. Ik heb
een bredere visie gekregen ten aanzien van auditing en de mogelijkheid tot internationaal netwerken. Daarnaast heb ik op een aangepaste manier invulling gegeven aan een persoonlijke doelstelling.” ▲
Team Kersten wint Staatsolie Diesel Savanne Rally Foto / Photo: Ranu Abhlekah
Tekst / Text: Kailash Bisessar
Piem Reiziger (L) en Antoine Brahim zijn dolblij met hun winst Piem Reiziger (L) and Antoine Brahim are overjoyed with their victory.
Het Kersten Motors rallyteam, bestaande uit bestuurder Antoine Brahim en navigator Piem Rei ziger, heeft de Staatsolie Diesel Savanne Rally 2008 gewonnen. Dit team heeft van het jaar al vier rally’s op haar naam staan en is niet meer in te halen voor het ral lykampioenschap 2008.
B
ijzonder aan deze editie van de Savanne Rally was de samenwerking tussen hoofdsponsor Staatsolie en
cosponsor Isuzu D-Max. De 8 teams van de sponsors reden allen in Isuzu DMax pick-ups en op Staatsolie diesel. De start van de rally was op vrijdagavond 7 november op het Onafhankelijkheidsplein van waaruit de ongeveer 80 equipes richting de savannes koersten. De savannes in het district Para vormden het decor voor de resterende dagen. De finish was op maandagmiddag 10 november bij Staatsolie Tout Lui Faut Operations. De 32ste Staatsolie Diesel Savanne Rally werd uitgezet door een team onder leiding van Rick Schuitemaker en Robert Kappel, de winnaars van het vorig jaar. ▲ Bezoek www.sarkonline.com voor de volledige uitslagen en meer over de Staatsolie Diesel Savanne Rally. The top5 1. Antoine Brahim / Piem Reiziger 2. Jane Harkisoen / Jerry Pocorni 3. Oliver Smith / Gwendolyn Emanuels- Smith 4. Dave Boetius / Robert Hahn 5. Rino Tjin Wong Joe / Huo-Ching Tjin Wong Joe
VERTROUWEN IN EIGEN KUNNEN
Team Kersten wins Staatsolie Diesel Savannah Rally The Kersten Motors rally team, with Antoine Brahim and Piem Reiziger, has won the Staatsolie Diesel Savannah Rally 2008. This team has already won four rallies this year and has reached an absolute height for the 2008 rally championship. One remarkable fact at this edition of the Savannah Rally was the cooperation between main sponsor Staatsolie and co-sponsor Isuzu D-Max. The eight teams of the sponsors all drove in Isuzu D-Max pick-up trucks on Staatsolie diesel. The rally started on Friday 7 November at the Onafhankelijkheidsplein. Eighty teams left for the savannahs in the District of Para where it would all happen in the following days. The finish was on Monday 10 November at Staatsolie Tout Lui Faut Operations. A team led by Rick Schuitemaker and Robert Kappel, last year’s winners, plotted the 32nd edition of the Staatsolie Diesel Savannah Rally. ▲ Visit www.sarkonline.com for the complete results and more about the Staatsolie Diesel Savannah Rally.
CONFIDENCE IN OUR OWN ABILITIES
19
Foto / Photo: Sherida Asinga
Foto / Photo: Calcutta Operations
Jubilarissen/Jubilarians
Tekst / Text: Sherida Asinga
“Ik wil vooral met de ontwikkelingen meegaan” Robby Tomokarijo wilde heel graag bij Staatsolie komen werken. Twee jaar lang proberen werd uiteindelijk beloond. In juni 1996 werd hij aangenomen als Well Operator 3de klas. Hij begon bij de afdeling veldproductie in het TA58-gebied, dat pas in ontwikkeling werd gebracht. Robby volgde enkele ‘on the job’ trainingen om het proces beter te begrijpen. Bronnen testen en onderhouden, samples nemen, maar ook hoe te handelen als er calamiteiten optraden, waren onderdeel van het leerproces. Drie jaar geleden maakte Robby promotie tot Facility Operator 1ste klas en hij werkt nu bij Calcutta Operations, in de zwamp. “De ontwikkelingen bij Staatsolie vinden in een vrij snel tempo plaats”, meent Robby. “Ik wil vooral met de ontwikkelingen meegaan. Dit is belangrijk, anders blijf je achter. Zowat alles ging vroeger handmatig, tegenwoordig kun je echter op heel snelle manier aan bijvoorbeeld data van een bron komen. Er wordt een laptop gekoppeld aan een testunit en op die manier krijg je alle data die je nodig hebt over de bron.” Zoals op bijna elke afdeling het geval is, heeft ook Robby een bijnaam. “Tom, niet die uit de tekenfilm Tom & Jerry, maar gewoon Tom van Tomokarijo”, vertelt Kasi, zijn collega, met duidelijke pret in zijn stem. “Erg opvallend is wel zijn snor. Verder heeft hij ook iets typisch. Als hij lacht, zie je zijn lichaam schudden, maar je hoort geen enkel geluid.” Een hoogtepunt in zijn loopbaan vindt Robby de overstap van TA58 naar Calcutta Operations. Hij kijkt alweer uit naar nieuwe uitdagingen. “Als er vandaag of morgen een nieuw ontwikkelingsgebied is, maak ik zo weer een overstap.” Zijn vrije tijd brengt hij merendeels thuis door waar hij een kleine kippenkwekerij runt. ▲
Een techneut met uitzonderlijke sociale skills Krish Kalijan geeft al ruim negen jaar leiding aan de sectie Training & Development. “Ik kwam in dienst op 1 april 1996. In 1999 verhuisde ik na een periode van drie jaar naar het hoofdkantoor. Daarvoor had ik bij de opstart van de raffinaderij te Tout Lui Faut gewerkt als Refining Training Coördinator. Mijn job was onder andere ondersteuning bij de in dienst name en het coördineren van de opleiding van een aantal operators voor het werk op de raffinaderij. Op een gegeven moment was deze taak voltooid en was er voor mij geen uitdaging meer. Ik nam het aanbod van Vincent Essed om als Training & Development Officer te komen werken dan ook aan.” Krish heeft bij de opstart van de trainingssectie alles zelf moeten doen. Zelfs de administratie. “In die periode was er geen e-mail en de communicatie verliep niet zo vlot als nu.” Na een jaar kreeg hij versterking en intussen bestaat Trainingen uit 4 personen.“Het werken met mensen is toch wel het leukste aan mijn werk. Daarnaast heb ik de gelegenheid me met dieperliggende zaken zoals de Vision 2020 bezig te houden of het doen van een cultuurscan. Het mooiste vind ik echter de opzet van een BSc-opleiding voor Petroleumtechniek die nog in ontwikkeling is. Dit gebeurt uiteraard in samenwerking VERTROUWEN IN EIGEN KUNNEN
‘I want to be part of the developments’ Robby Tomokarijo had longed very much to work at Staatsolie. Two years of trying was finally rewarded. In June 1996 he was hired as Well Operator 3rd Class. He started at the Field Production Department at TA58, back then, a newly developed area. Robby received some on-the-job training to understand the processes better. Testing the wells, maintenance, taking samples, but also how to act in case a calamity occurred, were all part of his training. Three years ago Robby was promoted to Facility Operator 1st Class. Currently he works at the Calcutta Operations, in the marshlands. ‘Developments at Staatsolie go rapidly’, says Robby. ‘I want to be part of those developments. This is very important; otherwise you’ll be dropping behind. In the early days we did almost everything manually, but nowadays you can easily acquire data from a well. We simply connect a laptop to a test unit and we get all the data we need.’ As is the custom at all departments, Robby has a nickname. He is called Tom, not the Tom from the Tom & Jerry Cartoons, but simply Tom derived from Tomokarijo, says Kasi, his colleague, who couldn’t hide his smile. ‘He has an extraordinary mustache. He also has another characteristic. When he is laughing you can see his body shaking, but you won’t hear a sound.’ His transfer from TA58 to Calcutta Operations is the height of his career. He is already looking for new challenges. ‘If we start a new operation somewhere else, I’ll get a transfer immediately.’ Robby spends his spare time at home, where he runs a small chicken farm. ▲
A technician with extraordinary social skills Krish Kalijan has been heading up the Training and Development section for nine years now. ‘I started working on 1 April 1996. After a three-year period, I was transferred to the main office in 1999. Before that I had worked at the start of the refinery at Tout Lui Faut as a Refining Training Coordinator. My job was supporting at hiring new personnel and coordinating the training of a number of operators for work in the refinery. At a certain point my task was done and it then no longer appealed to me. I accepted Vincent Essed’s offer to come work as a Training & Development Officer. Krish had to start from scratch with the training section. He even had to do the paperwork. ‘Back then there was no e-mail and communication didn’t go as smoothly as now.’ After a year his section was reinforced and now it is manned by four. ‘The nicest thing about my work is working with people. And then there’s my involvement in more comprehensive things like Vision 2020 or making a culture scan. But the most interesting part is the establishment of the BSc. training in Petrol engineering, which is still in its development stage. Experts in this field are helping to put
CONFIDENCE IN OUR OWN ABILITIES
21
Foto / Photo: Jerry Top
met deskundigen. Medewerkers met een MBO-opleiding krijgen zo een tweede kans om zich hoger op te leiden en ook verder te stromen in de organisatie. Tegelijkertijd is dit een bijdrage aan het bedrijf, omdat je steeds meer gekwalificeerde mensen hebt in deze branche.” Krish past zich makkelijk aan. “Hij is altijd bereid samen met je te zoeken naar de best mogelijke oplossing en zal ook lief en leed met je delen”, vertellen Munaf Ali en Nancy Gomes, “maar soms ontvouwt hij zich ook tot plaaggeest door bijvoorbeeld zijn deur op slot te doen als we hem zoeken of zijn stem te verdraaien als een van ons hem opbelt. Hij is een echte techneut (Krish heeft een MSc in technologische wetenschappen.. redactie) met sterke, uitzonderlijke sociale skills.” ▲
up this training. Workers who have an Intermediate Vocational Education get a second chance for a higher study and a chance to move up in the organization. This is, at the same time, a boost for the company, because we get more and more qualified people in this field. Krish adjusts very easy. ‘He is always willing to look together for the best possible solution and he’ll stay with you through thick and thin’, say Munaf Ali and Nancy Gomes, …‘but sometimes he also becomes a teaser by closing his door when we’re looking for him or by changing his voice when we call him on the phone. He is a real technician (Krish has an MSc. in Technological Sciences – ed. staff) with remarkable social skills. ▲
Steeds meer van mezelf eisen “Ik had reeds op drie of vier plaatsen gewerkt”, vertelt jubilaris Ivonne Kappel-Vervuurt, “voor ik bij Staatsolie solliciteerde.” Zij kwam in dienst op 6 maart 1996 als administratief medewerkster op de afdeling HSE&Q en maakte al gauw promotie. In 1997 stapte zij over naar de divisie Information & Communication Technology (ICT) als Servicedesk Operator, waar zij vanaf 1 januari 2007 Supervisor Service Desk is. “Het werk is gevarieerd, uitdagend, leerrijk en dwingt me om steeds meer van mezelf te eisen. En te bedenken dat ik altijd secretaresse wilde worden, wat ik nu nauwelijks ben. Ik weet van mezelf dat dit niet het plafond is.” Voor Ivonne is het belangrijk dat haar ‘klanten’ (collega-medewerkers) tevreden zijn. “Als er gebeld wordt voor een storing en ik heb die kunnen verhelpen, dan hoor ik de tevreden en opgeluchte stem aan de andere kant van de telefoon. Dat maakt m’n dag gelijk weer goed of beter.” Bij haar collega’s staat Ivonne bekend als Vonkje of Secre. Ze is een georganiseerd iemand, leergierig en veelzijdig inzetbaar, maar houdt ook van een goede lach. Als ze schaterlacht, weerklinkt dat door de hele gang. Ivonne is graag in het binnenland. Verder houdt ze van tuinieren, lezen, dansen, hengelen en reizen. ▲
Urge to go the extra mile ‘I had already worked for three or four other employers, before I applied for a job at Staatsolie’, says jubilee Ivonne Kappel-Vervuurt. Ivonne joined the Staatsolie family on 6 March 1996 as office assistant at the Health Safety Environment & Quality (HSE&Q) department. She then rapidly climbed the ladder. In 1997 she moved to the Information & Communication Technology (ICT) Division as Service desk Operator. Since 1 January, 2007 she is the Supervisor Service desk. ‘My work has variations, challenges, it’s instructive and it urges me the go the extra mile. Would you believe that I always wanted to be a secretary, something I am barely right now. I know I haven’t reached my limit yet.’ To Ivonne it’s important that her clients (colleagues) are satisfied. ‘Whenever someone calls about some interference and I’m able to fix that, I hear a content and relieved voice on the other side of the line. That’s what makes my day.’ Ivonne is nicknamed Vonkje by her colleagues. She is very punctual, eager to learn and very versatile but she also likes a good laugh. When she laughs it can be heard throughout the whole building. Ivonne likes going to the interior. Furthermore she likes gardening, reading, dancing, fishing and traveling. ▲
Foto / Photo: Archieffoto / File Photo
In Memoriam Op maandag 17 november is ons komen te ontvallen onze gewaardeerde medewerker en collega Simoen Ricardo Donokarijo. Donokarijo kwam in dienst in juni 1990 en was dus al 18,5 jaar in dienst. Hij begon als guard op de afdeling Personnel Services & Plant Security te Saramacca en maakte later de overstap naar de afdeling Utility als Generation Operator II bij Electrical Maintenance op TA58. Hij was van huis uit geen elektricien, maar heeft zich het vak toch aangeleerd. Ook interne trainingen heeft hij met goed gevolg doorlopen. Onder zijn collega’s was hij meer bekend als Dono. “Hij was een heel vriendelijk mens, maar wel mondig,” zegt collega Johannes Wirjodikromo. Hij was ook iemand met heel veel humor, in feite kan ik me niet een keer herinneren waar hij boos is geweest.” “Hij was een apart en geliefd mens”, vult collega Alfred Kasi aan. “Dat zeg ik niet omdat hij er niet meer is, het was echt zo. Hij was open en vrolijk. Hij wist je altijd op zijn hand te krijgen.” ▲ 22
S T A A T S O L I E N I E U W S • No. 4 • december 2008
In Memoriam Our esteemed colleague Simoen Ricardo Donokarijo, left for a better place on 17 November. Donokarijo joined the ranks in June 1990 and had been working for the company for 18½ years. He started as a guard at the Personnel Services & Plant Security Department in Saramacca, but got a transfer to the Utility Department as Generation Operator II at Electrical Maintenance at TA58. He had not been trained as an electrician, but he learned the profession, and did excellently in training courses. Dono, as he was known among his colleagues, was very friendly, but apt to retort, says his colleague Johannes Wirjodikromo. ‘He was always in a cheerful mood, and I can’t remember him ever being angry. Dono was different and loved’, says Alfred Kasi, another colleague. ‘I’m not just saying it because he’s no longer with us, but because it’s true. He was frank and earnest and always cheerful. He knew how to get you on his side.’ ▲
Personalia/Personnel News (september 2008 –december 2008) JUBILARISSEN/JUBILEES NAAM/NAME AFDELING/DEPARTMENT 25 dienstjaren/years Hasselbaink V. Utilities Njamin W. Field Production Tambaredjo Verwey E. Marine Operations & Oil Movement 12½ dienstjaren/years Tomokarijo R. Calcutta Asset team Djojowiardjo J. Crude Treatment & Plant Operations TA58 Amania H. Crude Treatment & Plant Operations TA58 Kartodikromo R. Engineering & Construction Ons G. Engineering & Construction Pique J. Field Production Tambaredjo Bendt C. Field Production Tambaredjo Harhangi K. Field Production Tambaredjo Kappel-Vervuurt I. Information & Communication Technology Dennen E. Legal Affairs Ashruf-Thijm K. Personnel Affairs Blokland G. Production Development Pawirodikromo E. Production Engineering Toelsie B. Plant Security & Plant Services Flora Roepchand R. Plant Security & Plant Services Flora Jhabboe R. Plant Security & Plant Services Flora Kaboel R. Field Production TA58 Elmont D. Refining Expansion Project Kalijan K. Training & Development
PROMOTIE/PROMOTION NAAM/NAME FUNCTIE/POSITION Rambaran Mishre R Jhabboe R. Kienno R. Gajadien R. Kalisingh A. Kamsoeri A. Kisoensingh H. Jagesar A. Gemert R. Axwijk R. Goedhart F. Loboda L.
JUBILEUMDATUM/DATE
1 oktober 2008 1 november 2008 1 november 2008
16 december 2008 1 november 2008 16 december 2008 1 december 2008 1 september 2008 16 november 2008 16 december 2008 16 december 2008 6 september 2008 1 november 2008 1 september 2008 1 november 2008 16 december 2008 1 november 2008 1 december 2008 16 november 2008 1 oktober 2008 1 december 2008 1 oktober 2008
AFDELING/DEPARTMENT
General Ledger Assistant I Finance Administration Headguard Plant Security & Plant Services Flora Headguard Plant Security & Plant Services Flora Guard II Plant Security & Plant Services Flora Facility Operator I Catharina Sophia & Josie Operations Facility Operator I Catharina Sophia & Josie Operations Refining Operator I Refining Operations Refining Operator I Refining Operations Refining Operator II Refining Operations Mechanic I Maintenance Refinery Mechanic II Maintenance Refinery Facility Operator I Catharina Sophia & Jossiekreek Operations
uit dienst/resigned Naam/NAME Afdeling/department Nankoe A. Utilities Jie-A-Looi M. Exploration Wonoredjo D. Finance Administration
Huwelijken Naam afdeling
Naam partner
Kalidien D. Verwey E. Jubitana C. Sobnath A. Kontino T.
Imansoeradi Priscilla Mangal Kislawatie Maddamin Celia Gajadien Sarika Atipa Louise
Well Servicing Marine Operations & Oil Movement Refining Operations Field Production Tambaredjo Drilling
GEBOREN/BORN NAAM/NAME Kind van/CHILD OF AFDELING/DEPARTMENT Shanya Shane Dash Ayesha Pierre Ishay Victorine Keith Misanto Jaleesa
NIEUW/NEW Naam/NAME
Functie/Position
Engineering & Construction Laboratory Refining Laboratory Refining Catharina Sophia & Josie Operations Refining Operations Refining Operations Mechanical Maintenace Finance Administration Exploration Maintenance Refinery
Afdeling/department
Patiradj-Ramkhelawan A. Administrative Assistant I Treasury Kastamoenawi S. Jr. Wellsite Geologist Exploration Narain E. Jr.Exploration Geologist Exploration Girdhari A. Technician Maintenance Engineering & Document Control Heuvel C. Sr.Administrator Controlling Controlling Kartowikromo C. Production Engineer Production Engineering Kamiso E. Purchasing Assistant II Operational Goods Swedo K. Mechanic III Maintenance Refinery Zeeman P. Mechanic III Maintenance Refinery Adjoeba R. Mechanic II Maintenance Refinery Lie A Tsoen M. Mechanic II Maintenance Refinery
Pensioen/Retirement Naam Afdeling/department Essed V. Human Resources Management
VERTROUWEN IN EIGEN KUNNEN
Ramkhelawan K. Kartoredjo R. Kaliar A. Kalisingh A. Pansa K. Soerdien J. Wijngaarde R. Wong A Sang G. Poeketi N. Goedhart F.
Overleden/Passed away Donokarijo S. Utilities
CONFIDENCE IN OUR OWN ABILITIES
23
Steun voor jonge talenten Support for young talent Tekst / Text: Vanita Singh Foto / Photo: Sherida Asinga
Foto van een schilderij gemaakt door jongeren tijdens het vakantieproject. Picture of a painting made during the Nola Hatterman Youth Vacation project.
De Nola Hatterman Art Academy heeft elke grote vakantie een speciaal project voor jongeren: het Nola Hatterman Jongeren Vakantieproject. Met dit project wordt beoogd jong talent in hun creativiteit te stimuleren. Staatsolie levert graag een bijdrage hieraan en staat de academie reeds enkele jaren financieel bij met deze activiteit. Elk jaar wordt er een thema aan dit project verbonden en de planning aangepast. De jongeren worden op verschillende creatieve gebieden geprikkeld, dus niet alleen met schilderen en tekenen. Zij maken ook kennis met muziek, zang, dans en brengen bezoekjes aan verschillende productiebedrijven. Jongeren die zo geïnteresseerd zijn geraakt en zich willen verdiepen in de kunst, kunnen zich altijd opgeven bij de Youth Academy voor de leeftijdsgroep 6-16 jaar waar ze verder worden begeleid. ▲
The Nola Hatterman Art Academy has a special program for young people during the summer break: the Nola Hatterman Youth Vacation project. The program aims at stimulating young talent in developing their creativity. Staatsolie gladly contributes to this project, by financially supporting the academy. Every year there is a theme for the program and the planning is adjusted accordingly. Young people are not limited to painting and drawing only, but they get incentives in several creative fields. They are also introduced to music, singing and dancing and they make educational trips to several production enterprises. Young people, between the ages of 6 and 16, whose interest have been aroused and would like to gain an in-depth knowledge of art can enroll at the Youth Academy. ▲
VERTROUWEN IN EIGEN KUNNEN CONFIDENCE IN OUR OWN ABILITIES