Kadernota 2017
Mensen maken het Dorp! Over het ‘ 1 + 1 = 3’ in Giessenlanden Voor u ligt de Kadernota 2017. De kadernota is het startpunt van de begrotingsvoorbereiding. Met het vaststellen van de kadernota geeft uw raad de kaders voor de begroting voor het komende jaar en de drie jaren daarna. Aan de basis van deze kadernota ligt het coalitieakoord 2014-2018 met de titel “Giessenlanden vitaal: samenwerken tot in de kern!”. Dit coalitieakkoord is nader uitgewerkt in de op 13 november 2014 vastgestelde raadsopdrachten, welke op 25 juni 2015 zijn bijgesteld. Als gemeente willen we ruimte geven aan de kracht van de Giessenlandse samenleving. Deze lijn zetten we ook in 2017 voort. Uitgangspunten daarbij zijn dat de gemeente efficiënt werkt, positief meedenkt en vernieuwingen en initiatieven waardeert. Veel belangrijke investeringen worden in 2017 concreet. Juist door het samenspel tussen initiatiefnemers en de gemeente verwachten we extra toegevoegde waarde te realiseren. Een nieuw multifunctioneel centrum krijgt bijvoorbeeld pas waarde door wat mensen daar met elkaar van maken. We zien dat de ideeën opkomen vanuit een dorp. Daarna gaan we gezamenlijk aan de gang met het uitwerken van de plannen. Kruisbestuiving waarbij we niet meteen in de oplossingen schieten, maar eerst de echte behoeften samen verkennen. Waar nodig pakken we de rol als overheid, zoals bij het ontwerpen van bestemmingsplannen of inbrengen van een investering. Als een voorziening gerealiseerd is, laten we de regie zo veel mogelijk waar die thuis hoort. “In het dorp!” Het zijn de mensen zelf die hun eigen dorp sterker maken. Niet door beleid, maar door menselijke passie, idealen en vooral door samenwerking wordt een dorp sterker. We zien dat terug in grote en in kleine ideeën. Van Dorps Ontwikkelplannen over herinrichting van pleinen en multifunctionele ruimten tot aan een dorpskamer, een steiger of een speelkooi. Maar ook in de (mantel)zorg voor elkaar. Niet altijd direct te zien, maar zeer belangrijk. Die vele kleine daden van grote betekenis in de dagelijkse zorg voor de ander. Ook hier zijn het de mensen die hun sociale omgeving maken. We zien als gemeentebestuur nu beter hoeveel kracht er in elk dorp aanwezig is nu wij met geloof en enthousiasme veel meer de samenwerking met de inwoners opzoeken en omarmen. We romantiseren het niet. Samen onderzoeken en oppakken gaat met vallen en opstaan. Wij zijn als gemeente bewust een leerproces aan het doormaken. Door het samenwerken met de inwoners aan ideeën die in de dorpen ontstaan, zien we een hoger rendement van onze gezamenlijke inzet en gemeentelijke investeringen. Niet alleen draagvlak maar vooral het samen creëren door verschillende betrokkenen, geeft meerwaarde. Het maakt van 1 + 1 minimaal 3!
Als gemeente willen we de aanwezige kracht samenbrengen, benutten en versterken. Dat doen we door de keuzes voor gemeentelijke investeringen meer in overleg te bepalen en uit te voeren in samenwerking met inwoners, verenigingen, bedrijven, dorpsberaden et cetera. De afgelopen jaren realiseerden we een begrotingsevenwicht en is intern de efficiency verbeterd. Het jaar 2017 zal vooral in het teken staan van ‘Werk in uitvoering’. De realisatie van flinke investeringen in Giessenlanden dragen bij aan een zelfbewuste en zelfredzame samenleving. Binnen dat kader koos de gemeenteraad voor investeringen die de Giessenlandse samenleving toekomstbestendiger maken en die de buitenruimte verbeteren in een duurzame omgeving waar we gezamenlijk voor zorgen en van genieten. Daarnaast dragen de uitgaven bij aan het versterken van het ondernemings- en vestigingsklimaat, zoals de aanleg van glasvezel. De zelfredzaamheid van de samenleving willen we ondersteunen door een vernieuwende aanpak op het gebied van welzijn en door het verstevigen van het Sociaal Team. We zien de gemeente op al deze terreinen niet (meer) als een leidende kracht of hoofdrolspeler, maar als een meedenkende, ondersteunende en (mee)betalende partner. Samen maken we er meer van: ‘het 1 + 1 = minimaal 3’ van Giessenlanden! Deze rode draad werken we uit in twee thema’s: Samen Werken en Werk in uitvoering.
Samen Werken De onderwerpen binnen het thema Samen Werken kenmerken zich door ideeën die opkomen vanuit de samenleving en/of waarbij de samenleving wordt uitgenodigd om gezamenlijk aan de slag te gaan. De vitaliteit die in onze dorpen aanwezig is, maakt dat we gezamenlijk een hoger rendement kunnen realiseren bij het doen van gemeentelijke investeringen. Niet alleen op het vlak van de fysieke buitenruimte, maar ook binnen het sociale domein. Omgevingsvisie Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet maken we een Omgevingsvisie, een integraal, inspirerend en uitnodigend kader voor toekomstige ontwikkelingen in onze fysieke leefomgeving. In een interactief proces dat bestempeld kan worden als co creatie geven we samen met inwoners, bedrijven, organisaties vorm aan de omgevingsvisie. Het zwaartepunt van dit traject ligt in 2016. In 2017 is het formele deel en de vaststelling van de omgevingsvisie gepland. Na de vaststelling is het zaak om de energie vast te houden en om in gesprek met initiatiefnemers te bekijken hoe we de initiatieven kunnen faciliteren. Duurzame buitenruimte In de raadsvergadering van 24 september 2015 is de aanzet gegeven voor het project duurzame buitenruimte. Het gaat daarbij om een werkwijze die zich kenmerkt door een integrale, maar ook creatieve benadering van de aanleg en het beheer en onderhoud van onze buitenruimte. Daarbij wordt actief geanticipeerd op wensen, behoeften en ontwikkelingen binnen de samenleving. Door middel van dit project willen we de volgende 4 doelen realiseren: Besparing op toekomstig onderhoud Een kwaliteitsinjectie in de buitenruimte De buitenruimte laten aansluiten op de behoefte en ontwikkeling van de samenleving Meer overlaten aan de samenleving Hiervoor is een 40-tal kansen verkend, waarvan de eerste reeds worden voorbereid en uitgevoerd, zoals de aanpassing van LED-verlichting, aanbrenging van zonnepanelen op openbare gebouwen, een verbetering van de constructie van bruggen en wegen en de herinrichting van de dorpskern in Giessen-Oudekerk. Deze werkwijze willen wij ook in de komende jaren voortzetten bij een aantal andere projecten. In samenwerking met de dorps(be)raden maken wij aan de hand van een inventarisatie een eerste selectie van kansrijke projecten. Organisatieontwikkeling in relatie tot Kerngericht Werken Nadat door de gemeenteraad is besloten tot het Kerngericht Werken zijn er flinke stappen gezet in de Giessenlandse vorm van Overheidsparticipatie. In elke kern is een dorps(be)raad die procesmatig ondersteund wordt door de Verbinder. Er zijn veel initiatieven die vanuit de gemeente waarderend worden benaderd door in de eerste plaats Dorps Contact Ambtenaren en Dorpswethouders. In 2016 is er een aanpassing in de organisatie doorgevoerd om het Kerngericht Werken een vooraanstaande plaats te geven in het denken en handelen op de werkvloer. Kerngericht werken is nu evenals de reguliere taken ‘Corebusiness’. Ook in 2017 pakken we door op het verder door ontwikkelen van het Kerngericht Werken. Het accent zal hierbij vooral liggen op
het actief leren van ervaringen. In het Kerngericht Werken komen nieuwe dilemma’s naar voren, zoals: snelheid van initiatieven versus regels, meehelpen versus loslaten, stimuleren versus grenzen stellen en praktisch handelen versus gevestigde werkwijzen. In 2017 is het gewenst een vervolg te geven aan de investering in medewerkers over goede gespreksvoering, vindingrijkheid, durf en omgevingsbewustzijn. Om initiatieven constructief te benaderen wordt de methode ‘Waarderend Vernieuwen’ aangeleerd. De essentie is om eerst goed in contact te komen met initiatiefnemers en de behoefte achter een vraag te verhelderen. Deze benadering vraagt vooral om goede gespreksvaardigheden. De organisatie leert van ervaringen door interne coaching en intervisie. Eind 2017 zullen dan alle medewerkers het interne trainingsprogramma hebben doorlopen, één van de doelstellingen van de raadsopdracht Transformatie organisatie. De manier waarop de gemeente initiatieven waarderend tegemoet wil treden, zullen we in de externe communicatie naar voren brengen om nieuwe initiatiefnemers te prikkelen. Maar ook om onze rol bij Overheidsparticipatie duidelijk te maken. We werken heel graag mee, maar nemen de regie en het eigendom van een initiatief niet over.
Sociaal De initiatieven in de samenleving krijgen steeds meer waarde vooral voor mensen die een beetje hulp nodig hebben. Inwoners weten dat er meer van hen verwacht wordt en meer inwoners willen zich inzetten. Om de krachten van de samenleving te bundelen is de welzijnsverbinder die vanuit de gemeente wordt ingezet een belangrijke spil. Hier komen initiatieven samen, kunnen inwoners van elkaar leren en worden benodigde initiatieven aangezwengeld en gefaciliteerd. Gemeente, vrijwilligersorganisaties, zorgaanbieders en werkgevers, dragen bij aan de hulp en ondersteuning die mantelzorgers nodig hebben. Het sociaal team heeft haar plek in de Giessenlandse samenleving in het afgelopen jaar verworven. In 2017 zal het werken via het sociaal team, het eerder signaleren van problemen, nog meer vorm krijgen. Een belangrijke doelgroep hierbij zijn de jongeren van Giessenlanden en hoe we hun ideeën en energie beter kunnen benutten. Voorts zullen de taakvelden Werk en Inkomen integraal worden ingebed in het sociaal team. Inwoners met ondersteuningsbehoefte op het gebied van de Participatiewet worden meer benaderd en geholpen vanuit het sociaal team. Er wordt ingezet op het bevorderen van hun zelfstandigheid en (financiële) onafhankelijkheid en een zinvolle inzet voor de samenleving. Ten aanzien van de doelgroep ouderen en mensen met een beperking zal de inzet in 2017 gericht zijn op langer zelfstandig thuis wonen, volwaardig en met aandacht voor mantelzorgers en respijtzorg. Door de initiatieven in de samenleving, de veranderende rol van de medewerkers van de gemeente en het sociaal team bieden we meer mogelijkheden voor ondersteuning op maat. Het belang van vroegtijdige oplossingen wordt meer en meer onderkend en ingevuld. Eenvoudig op- en af kunnen schalen van hulp is daarbij een belangrijk uitgangspunt en voorwaarde. We proberen zo slim en efficiënt zelf- en samen- redzaamheid te bevorderen.
Opvang vluchtelingen Naar verwachting zal het aantal statushouders (vluchtelingen met een verblijfsvergunning) dat wij als gemeente Giessenlanden op basis van de taakstelling zullen gaan huisvesten in 2017 toenemen. Om welke aantallen dat gaat is nog niet bekend. Doel is om deze mensen een woning te bieden in de beschikbare sociale woningvoorraad in de gemeente. Wanneer statushouders in onze gemeente komen wonen, is het verder in ieders belang dat zij snel hun plek kunnen vinden in onze samenleving en uiteindelijk ook echt mee gaan doen. Onderwerpen die hierbij aandacht vragen, zijn: de eerste begeleiding van statushouders bij de huisvesting en verdere begeleiding die nodig is. Denk daarbij aan onderwijs en dagbesteding. Vluchtelingenwerk, vrijwilligers binnen de dorpen en het sociaal team zullen hierin een belangrijke rol vervullen.
Werk in uitvoering Jaren is er naar toe gewerkt om een deel van het vermogen in te kunnen zetten voor de samenleving door het creëren van toekomstig bestendige voorzieningen. De ideeën ontstonden en de plannen zijn in overleg met inwoners, verenigingen, dorpsberaden et cetera tot stand gekomen. De besluiten zijn genomen en de komende periode zal in samenwerking tot uitvoering worden overgegaan. In dit thema, ‘Werk in uitvoering’, belichten we onze investeringen. Noorderhuis Na een intensief voorbereidingstraject met alle betrokken partijen zal het jaar 2017 in het teken staan van de bouw van het Noorderhuis. Een energieneutraal multifunctioneel gebouw van en voor de inwoners van Noordeloos. Het streven is om begin 2018 het Noorderhuis in gebruik te nemen. De exploitatie zal volledig in handen komen van de Stichting Dorpshuis Noorderhuis en de Vereniging School met de Bijbel Noordeloos. Activiteitenzone In Giessenburg hebben de verenigingen, de dorpsraad en de gemeente elkaar gevonden in een plan voor de Activiteitenzone. Er is een plan ontstaan waar alle partijen hun schouders onder willen zetten en waar de gemeente een aanzienlijke investering doet in accommodaties en openbare ruimte. Maar ook de verenigingen investeren in het plan. 2017 wordt het jaar waarin de eerste resultaten zichtbaar gaan worden: sportvelden verleggen, parkeerplaatsen realiseren en op termijn zal de sporthal en een nieuwe voetbalaccommodatie verrijzen. Multifunctioneel centrum Hoogblokland In de voorgaande jaren is het plan met de basisscholen, peuterspeelzaalorganisatie, Til-Groep, het dorpsberaad, verenigingen en inwoners opgezet en uitgewerkt om tot realisatie van een multicultureel centrum in Hoogblokland (MFC) te kunnen overgaan. 2017 staat dan ook in het teken van de realisatie van het plan waar alle partijen veel tijd, creativiteit en energie in hebben gestopt en trots zijn op het resultaat. De oplevering van het MFC in het hart van Hoogblokland wordt verwacht in 2018 en moet Hoogblokland voorzien van een nieuw ‘elan’.
Financiële verkenning In de voorbereiding van de kadernota zijn wij er van uitgegaan dat bestaand beleid wordt voortgezet. Voor de Kadernota 2017 is een globale doorrekening gemaakt. Het is nog niet mogelijk
om in detail een doorrekening te maken omdat er onderdelen zijn waar nu nog niet voldoende over bekend is. In de paragraaf Financiële ontwikkelingen gaan wij in op uitgangspunten en ontwikkelingen in bestaand beleid. Tevens wordt daar in gegaan op nieuwe ontwikkelingen vanaf 2017. Enerzijds zijn dit ontwikkelingen als gevolg van vernieuwde voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), zoals wijzigingen in de toerekening van rente, en anderzijds gaat het om nieuwe wensen. Rekening houdend met de voorstellen tot en met de raad van juni 2016 en met de geschetste ontwikkelingen en wensen kent deze kadernota het onderstaande financiële perspectief. 2017 Resultaat bestaand beleid, excl. rente
2018
2019
2020
-970.375
-879.625
-1.058.475
-947.025
1.610.700 640.325
1.528.300 648.675
1.425.300 366.825
1.309.700 362.675
Ontwikkelingen vanaf 2017: Wijziging toerekening rente Investeringen kapitaalgoederen Overige ontwikkelingen
-138.000 -21.700 -344.200
-143.000 -39.700 -137.200
-133.000 -42.800 -137.200
-118.300 -79.300 -137.200
Resultaat Kadernota 2017
136.425
328.775
53.825
27.875
Renteopbrengst
De meerjaren prognose laat tot en met 2020 een positief beeld zien. Door vervroegde verkoop van obligaties zijn er wel wijzigingen opgetreden in het meerjarig beeld. In de paragraaf Financiële ontwikkelingen gaan we hier nader op in. De doorkijk is gemaakt op basis van huidige inzichten, waarbij vele ontwikkelingen onzeker zijn. Het gaat hierbij vooral om ontwikkelingen binnen de algemene uitkering en binnen gemeenschappelijke regelingen. Bij de opstelling van de uiteindelijke (meerjaren)begroting 20172020 zullen er nieuwere gegevens bekend zijn en zal ook een actuelere doorkijk beschikbaar zijn. Voor de decentralisaties wordt meerjarig uitgegaan van een budgettair neutrale uitvoering, ondanks de lagere uitkeringen als gevolg van het objectieve verdeelmodel. De renteopbrengst vormt nog steeds een essentieel onderdeel van onze begroting, maar vertoont een dalende lijn. Deze daling van de opbrengst zet zich voort na 2020. Is de geraamde renteopbrengst in 2020 nog € 1,3 miljoen, in 2025 zal dit € 0,5 miljoen zijn, een afname derhalve van € 0,8 miljoen. Dit komt omdat steeds meer beleggingen in obligaties vrijvallen en deze middelen dan minder opbrengsten genereren. Vanaf 2021 zal er met de kennis van nu en in deze fase van begrotingsvoorbereiding daarom naar verwachting sprake zijn van een niet sluitende begroting. Dit vooruitzicht is al langer bekend. Onderstaand overzicht laat dit zien. 2021 Resultaat bestaand beleid, excl. rente Renteopbrengst Ontwikkelingen vanaf 2017: Wijziging toerekening rente Investeringen kapitaalgoederen Overige ontwikkelingen Resultaat Kadernota 2017
2022
2023
-947.025
-947.025
-947.025
1.057.600 110.575
865.800 -81.225
783.100 -163.925
-118.300 -81.700 -137.200
-118.300 -83.100 -137.200
-118.300 -85.100 -137.200
-226.625
-419.825
-504.525
Het doel van de raadsopdracht Financieel gezond is te komen tot een sluitende meerjarenbegroting. Tot en met 2020 is dit gerealiseerd. Vanaf 2021 is dit met de aannames van dit moment niet het geval. Bij ongewijzigde omstandigheden zullen er dan maatregelen genomen moeten worden om tot een sluitende begroting te komen. Echter is 2021 nog ver weg en veel onzeker, vooral de uitkeringen van het rijk. Het gaat daarbij niet alleen om de algemene uitkering uit het gemeentefonds, maar ook om de uitkeringen die ontvangen gaan worden voor de taken binnen het Sociaal Domein.
Overig Onderzoek naar Samenvoeging Giessenlanden en Molenwaard De gemeenten Giessenlanden en Molenwaard voeren gezamenlijk een onderzoek uit naar de meerwaarde van een fusie van beide gemeenten. Het onderzoek bestaat uit drie delen. De eerste
twee delen, het bureauonderzoek en de financiële herindeling scan, zijn afgerond. Het derde onderdeel, het participatietraject wordt in het tweede kwartaal van 2016 uitgevoerd. De wens is om in oktober 2016 te besluiten over het al of niet overgaan tot een fusie. De bedoeling van een fusie is om te komen tot een nieuwe gemeente die meer toekomst bestendig is dan beide gemeenten afzonderlijk. Dit gecombineerd met een behoud van de eigen identiteit en de vitaliteit in de dorpen.
Grenzeloos Samenwerken Er is de afgelopen jaren veel bereikt in de samenwerking binnen de regio AlblasserwaardVijfheerenlanden. Om in de toekomst succesvol te kunnen blijven zijn nieuwe vormen van samenwerking nodig. Het gaat daarbij om samenwerking die programmatisch flexibel is en waarbij vanuit inhoudelijk opgaves wordt gezocht naar passende coalities. Om deze nieuw samenwerking te ontwikkelen is de bestuursopdracht ‘Grenzeloos Samenwerken’ opgesteld. In deze opdracht is de volgende centrale vraag geformuleerd: 'Welke vormen van samenwerking sluiten aan bij de veranderende bestuurlijk context, waarbij de partners enerzijds verbondenheid naar en met elkaar voelen en anderzijds voldoende flexibiliteit ervaren om op inhoudelijke thema’s met verschillende coalities aan de slag te gaan?’ Om de nieuwe vormen van samenwerking te vinden zijn vier leertuinen ingericht. Het gaat om – vanuit de AV gezien – vier grensoverschrijdende leertuinen, op de volgende onderwerpen: sociaal domein, maritieme economie, agrarische economie en de economische as A27. Er zijn bestuurlijke en ambtelijke trekkers aangewezen voor de leertuinen die met werkgroepen de verschillende onderwerpen gaan uitwerken. Naast gemeenten zullen het maatschappelijke middenveld en diverse uitvoeringsorganisaties worden betrokken. Toekomst GLZ-organisatie De gemeenten Giessenlanden, Leerdam en Zederik hebben een aantal faciliterende taken ondergebracht in gezamenlijke afdelingen. Het gaat daarbij om taken op het gebied van personeel en organisatie (P&O), informatie- en communicatietechnologie (ICT), juridische zaken (JZ), Crisisorganisatie en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Doordat de gemeenten Leerdam en Zederik hebben besloten tot een samenvoeging met de gemeente Vianen en Giessenlanden een eventuele samenvoeging met Molenwaard onderzoekt, is een gewijzigde situatie ontstaan die gevolgen heeft voor deze afdelingen. Voor de toekomstige organisatie van deze taakvelden en de gevolgen daarvan voor de huidige afdelingen worden daarom scenario’s uitgewerkt. Daarbij wordt een splitsing aangebracht tussen scenario’s voor de periode tot de samenvoeging (2018/2019) en scenario’s voor de periode daarna.
Financiële ontwikkelingen In dit onderdeel worden de financiële ontwikkelingen en voorstellen nader uitgewerkt.
Financiële uitgangspunten bestaand beleid De startpositie voor de begroting 2017 is het bestaande beleid. Wij stellen voor dit bij te stellen volgens de volgende uitgangspunten: 1. Een inflatiecorrectie van 1% op een beperkt aantal posten wanneer er verplichtingen aan ten grondslag liggen die dit noodzakelijk maken. 2. De basis voor de loonkosten is de huidige CAO gemeenten welke loopt van 1 januari 2016 tot 1 mei 2017. Naast de 3% Cao loonstijging per 1-1-2016 betreft dit een loonstijging van 0,4% per 1-1-2017. 3. Voor de jaren 2018 t/m 2020 de prijzen en lonen constant houden. Dit geldt ook voor de inkomsten. 4. De afvalstoffenheffing en de rioolheffing in overeenstemming met eerdere besluitvorming voor 100% doorberekenen. 5. De hondenbelasting, precariobelasting, begraafrechten en leges met 1% verhogen, gelijk aan de voorgestelde inflatiecorrectie. OZB Ons streven is dat belastingverhogingen zo mogelijk worden voorkomen dan wel ten hoogste met de inflatie te corrigeren. Omdat de uitkomst van de (meerjaren)prognose dit toelaat, stellen wij daarom voor om bij het opstellen van de begroting uit te gaan van een gelijke opbrengst van de OZB (met uitzondering van mutaties in het bestand). Algemene uitkering De algemene uitkering in deze kadernota is gebaseerd op de decembercirculaire 2015, dit omdat ten tijde van opstelling de meicirculaire nog niet bekend was. Indien de uitkomsten van de meicirculaire bekend zijn op het moment van behandeling van deze kadernota zullen wij u hierover informeren. Rentebaten Bij de doorrekening voor deze kadernota zijn voor de geraamde renteopbrengsten de volgende aannames gedaan: 1. De beleggingen die in obligaties zijn uitgezet, worden aangehouden tot einde looptijd. 2. Voor het resterend deel van het vermogen wordt uitgegaan van een rendement van 0 (huidig situatie schatkistbankieren) in 2017 en vanaf 2018 een rentepercentage oplopend tot 1% in 2020 (2018 0,33%, 2019 0,67%, 2020 1%). 3. In de periode tot en met 2020 wordt, conform de (geactualiseerde) raadsnotitie Bestemming Vermogen, geïnvesteerd tot de gewenste ondergrens van de Algemene reserve van € 25 miljoen is bereikt. Op dit moment wordt bij het schatkistbankieren geen rentevergoeding ontvangen. Toch hebben we bij de doorrekening vanaf 2018 weer een (voorzichtige) opbrengst voor rente geraamd. We denken in de toekomst weer rendementen te kunnen halen anticiperend op een rentestijging. De renteopbrengst is in de jaren 2017-2020, de periode waarover de begroting opgesteld moet worden, afgenomen ten opzichte van de eerdere meerjarenbegroting. Dit komt omdat er een aanzienlijk aantal, nog relatief kort lopende, obligaties zijn verkocht. Voor het verkopen van deze stukken zijn er twee redenen aan de orde. Recent is in het kader van “Bestemming vermogen” tot enkele grote investeringen besloten. Dit betekent dat op vrij korte termijn het geld nodig is om de betalingen die daar het gevolg van zijn te kunnen voldoen. Het tweede argument voor het nu verkopen van de obligaties is dat door de lage rentestand de koersen erg hoog zijn. Alle toekomstige renteopbrengsten zijn door middel van de koerswinst in één keer ontvangen. De verkoop nu leverde netto € 80.000,00 meer op dan de toekomstige rente-ontvangsten geweest zouden zijn als deze tot het einde van de looptijd aangehouden zouden zijn. Voor de exploitatieuitkomsten vanaf 2016 tot 2023 betekent dit dat er in die jaren geen rente over deze obligaties ontvangen wordt omdat deze nu eenmalig bij de verkoop via de koerswinst is ontvangen. Begrotingstechnisch moet de in 2016 ontvangen koerswinst volledig in 2016 worden verantwoord.
Dit betreft een bedrag van € 1,8 miljoen. De lagere renteopbrengsten doen zich vooral voor tot en met 2020. In de jaren daarna neemt dit af tot de rente-inkomsten zoals die al in eerdere (meerjaren)overzichten opgenomen waren. Bijdrage Gemeenschappelijke regelingen De begrotingen 2017 van de gemeenschappelijke regelingen waren op het moment van opstelling van deze kadernota nog niet bekend. Het is denkbaar dat vooral de bijdrage aan Avres omhoog gaat. Door de grote toestroom van statushouders is er sprake van een enorme toename van uitkeringsgerechtigden. De toestroom van statushouders blijft en zal ook gevolgen hebben voor het beroep op de minimaregelingen. Inmiddels is door het Rijk toegezegd dat er extra geld komt. Wat de omvang daarvan is voor Avres was op het moment van opstelling van deze kadernota nog niet bekend. Daarnaast is er binnen de bedrijfsvoering sprake van hoge kosten. Enerzijds veroorzaakt door frictiekosten omdat enkele medewerkers niet zijn geplaatst in de nieuwe organisatie en anderzijds door transitievergoedingen binnen de SW doelgroep.
Ontwikkelingen vanaf 2017 Het gaat hier om ontwikkelingen die het gevolg zijn van vernieuwde voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), wensen vanuit het thema Samen Werken en voorstellen voor overige zaken. Ook worden investeringen voor kapitaalgoederen voorgesteld en de daarmee samenhangende consequenties voor de begroting. Met een I of een S wordt de aard van de uitgave weergegeven: I = Incidenteel, S = Structureel. 1. Wijziging toerekening rente Door vernieuwde voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dient met ingang van 2017 anders omgegaan te worden met rente in de begroting en jaarrekening. Vanaf 2017 mag alleen werkelijk betaalde rente over leningen worden toegerekend aan de taakvelden in de begroting en jaarrekening. Door het vermogen van Giessenlanden wordt alles met eigen middelen gefinancierd en zijn er geen leningen. Van betaalde rente is dus geen sprake. Het enkel rekening houden met werkelijk betaalde rente heeft gevolgen voor de tarieven van de gemeentelijke heffingen. Het is niet meer toegestaan om rente over interne financieringsmiddelen op te nemen in de tarieven van gemeentelijke heffingen. De meeste gemeentelijke heffingen ondergaan hierdoor geen wijziging. De grote uitzondering betreft de rioolrechten. De investeringen in het gemeentelijk rioolstelsel hebben een looptijd van 40 jaar. In de staat van investeringen werd hier rente en afschrijving over berekend. Hiermee werd ook rekening gehouden in de tarieven. De component rente kwam tot en met het jaar 2016 ten gunste van het renteresultaat in de begroting. Vanaf 2017 mag dus alleen nog met afschrijving rekening gehouden worden. Per saldo betekent deze wijziging dat er een lager renteresultaat in de begroting is van € 138.000,00 in 2017, aflopend tot € 118.000,00 in 2020. De wijziging van het BBV heeft voorts gevolgen voor de hoogte van rioolrechten. Naast het hierboven beschreven effect speelt er nog een tweede rente effect. In 2012 is besloten dat rioolrenovaties niet meer in één keer ten laste van de bestemmingsreserve gebracht zouden worden, maar geactiveerd en afgeschreven. Deze wijziging van verwerken van rioolrenovaties zou op korte termijn een enorme daling van de tarieven betekend hebben. In de jaren erna zou dit jaarlijks tot verhogingen leiden door de rente en afschrijving van elke volgende jaarschijf. Toen is besloten een egalisatievoorziening in te stellen. De eerste 20 jaar werd er gespaard om de volgende 20 jaar daar uit te kunnen putten. Omdat de kapitaallasten nu sterk afnemen doordat er geen rente meer over de investeringen mag worden toegerekend hoeft ook minder gespaard te worden in de voorziening. De verlaging van het jaarlijkse spaarbedrag bedraagt € 74.700,00. In totaliteit zal de opbrengst rioolrechten door de wijziging van het rentevoorschrift aldus met € 212.700,00 dalen. Wat dit precies voor de tarieven betekent is op dit moment nog niet aan te geven, omdat de begroting 2017 nog nader uitgewerkt moet worden. Afgezet tegen de opbrengst rioolrechten 2016 gaat het om een opbrengstdaling van circa 15%. 2. Investeringen kapitaalgoederen De planningen uit de Nota Kapitaalgoederen 2015-2018 zijn geactualiseerd. Naar aanleiding van deze actualisatie wordt voorgesteld om in de begroting 2017 rekening te houden met de volgende investeringen in het jaar 2017.
Discipline Wegen Watergangen Oeverbeschoeiing Begraafplaatsen Speelplaatsen Openbare verlichting Gemeentehuis Werkplaats Jeugdgebouw Gsb Bibliotheek Gsb Torens Gebouwtjes begraafpl
Groot onderhoud
Reconstructie/ vervanging
670.500 37.050
1.115.750 237.650
8.300 29.550 40.000 146.750 8.600 3.350 7.150 39.800 8.900
Het actualiseren van de planningen betreft wijzigingen in de fasering maar ook wijzigingen in de eerder geraamde bedragen. Dit heeft consequenties voor de te ramen lasten in de begroting. Voor groot onderhoud wordt op basis van de meerjarenplanning jaarlijks een toevoeging aan de betreffende voorziening gedaan en de kosten voor groot onderhoud in enig jaar worden ten laste van de voorziening gebracht. Doordat de hoogte van een aantal investeringen is bijgesteld is het nodig dat er stortingen worden verhoogd. Anderzijds vinden er mutaties in de stortingen plaats door gewijzigde regelgeving. Met ingang van 2017 dienen investeringen in maatschappelijk nut in de openbare ruimte geactiveerd te worden. De keuzevrijheid om dit ten laste van de exploitatie te brengen is vervallen. Deze wijziging heeft voor de exploitatie van Giessenlanden consequenties. Er ontstaat de eerste jaren begrotingsruimte omdat er investeringen zijn waarvan de dekking plaatsvond via een voorziening, en daarvoor werd jaarlijks gereserveerd, nu geactiveerd moeten worden. De afschrijvingslast is lager doordat via de voorziening de lasten over een periode van 10 jaar worden uitgesmeerd en voor afschrijving geldt een andere periode gerelateerd aan de verwachte levensduur, zoals opgenomen in de Financiële verordening Giessenlanden. Onderstaand wordt in beeld gebracht wat de mutaties, per saldo, voor de (meerjaren)begroting 2017-2020 van de twee bovenstaand geschetste ontwikkelingen betekenen. De begrotingsruimte die ontstaat doordat investeringen geactiveerd moeten worden, dit is aan de orde bij oeverbeschoeiing, speelplaatsen en voor een deel bij wegen, valt weg door noodzakelijke verhogingen van jaarlijkse stortingen vanwege de geactualiseerde meerjarenplanningen.
Vervallen storting voorziening (1) Mutaties storting voorziening (2) Afschrijving (3) Totaal (1) (2) (3)
2017
2018
2019
2020
75.200
75.200
75.200
75.200
-45.700
-45.700
-45.700
-45.700
-51.200
-69.200
-72.300
-108.800
-21.700
-39.700
-42.800
-79.300
Begrotingsruimte die ontstaat doordat investeringen met ingang van 2017 geactiveerd dienen te worden. De jaarlijkse storting in een voorziening vervalt daardoor. Per saldo noodzakelijke verhoging van de jaarlijkse storting in voorzieningen voor groot onderhoud als gevolg van actualisatie van de meerjarenplanningen. Afschrijvingslasten van investeringen die met ingang van 2017 geactiveerd dienen te worden.
3. Omgevingswet
€ 100.000,00
I
De inwerkingtreding van de Omgevingswet die gepland staat voor 2018 vraagt om een aantal acties van gemeenten. Deze acties betreffen het aanpassen van de werkwijze van gemeente, kennis bijbrengen over Omgevingswet, aanpassen beleid en verordeningen op die onderwerpen waar de Omgevingswet meer keuzevrijheid bij de gemeente laat, aanpassen ICT-systemen i.v.m. nieuwe eisen. Deze acties worden, waar mogelijk, in een regionaal verband opgepakt. Voor proces, kennis en beleid stellen wij voor een bedrag van € 30.000,00 op te nemen en voor ICT € 70.000,00.
4. Opleidingsprogramma kerngericht werken
€ 37.000,00
I
De gemeente Giessenlanden heeft voor kerngericht werken gekozen om inwoners maximaal te laten participeren. Maar ook om als gemeente effectief te participeren in gevallen waarin het initiatief bij inwoners, verenigingen, dops(be)raden of bedrijven ligt. In de praktijk betekent dat meer samen onderzoeken en verkennen en minder eenzijdig bedenken en uitvoeren. We hanteren daarvoor de methode ‘Waarderend Vernieuwen’. In deze methode staat het voeren van het goede gesprek centraal. Door het uitleggen van de methode en het trainen van goede gespreksvoering willen we het kerngericht werken en de interne samenwerking verder versterken. Als onderdeel van de Raadsopdracht Transformatie van de Organisatie is er daarvoor een leertraject opgezet voor de gehele organisatie dat uitgevoerd wordt in 2016 en 2017. Alle medewerkers worden getraind in de methode Waarderend Vernieuwen en de daarbij passende gespreksvoering. De Dorps Contact Ambtenaren leren van elkaars ervaringen door middel van intervisie. Leidinggevenden volgen een extra module omdat ze een belangrijke rol hebben in het faciliteren van medewerkers (bij het kerngericht werken en anderszins). Weten wanneer welke stijl effectief is en het kunnen toepassen van die stijlen vormen de kern van deze training. De extra eenmalige kosten in 2017 voor het volledige bovenstaande leerprogramma bedragen € 37.000,00. 5. Dorpsapp
€ 3.000,00
S
De Dorpsraad Hoornaar is al enige tijd op zoek naar een goed communicatiemiddel voor hun dorp. Graag wil ze nu aansluiten bij het project LeeftSamen. De contributie bedraagt daarvoor € 1.500,00 per jaar. Met deze contributie kunnen zij gebruik maken van de faciliteiten van dit project, waaronder als belangrijkste de dorpsapp. Met deze app is het mogelijk om voor een dorp kringen aan te maken en daaraan deel te nemen, taken, klussen en spullen op het prikbord te plaatsen, buurtnieuws te volgen, activiteiten aan te maken of eraan deelnemen. De app wordt gezien als een goed middel om dorpsgenoten te betrekken en te activeren bij alles wat op het dorp gebeurt. Ook Noordeloos wil bij dit project aansluiten. De kosten voor 2 dorpen bedragen € 3.000,00. 6. Dorpskamers
€ 21.200,00
S
In Arkel is in een leegstaand lokaal van de Brede School de Lingewaard een dorpskamer, inclusief afhaalpunt van de bibliotheek gevestigd. De huur hiervoor bedraagt € 6.200,00 per jaar. In navolging van andere kernen heeft ook de Dorpsraad Hoornaar een wens om een dorpskamer op te zetten. Het proces rondom een dorpskamer Hoornaar loopt nog en een raming van de bijdrage in de financiering daarvoor, vooral huur, is op dit moment nog niet bekend. Voorgesteld wordt daarom een indicatief bedrag op te nemen van € 15.000,00, gelijk aan de bijdrage voor de dorpskamer Giessenburg. Hoornaar krijgt hiermee een laagdrempelige voorziening waar mensen kunnen binnen wandelen voor ontmoeting. Mogelijk kan deze voorziening doorontwikkeld worden tot een inloopvoorziening voor zorg gerelateerde activiteiten. 7. Dienstverleningsconcept/visie
€ 5.000,00
I
Om de doorontwikkeling van de publieke dienstverlening verder vorm te geven wordt in 2016 een dienstverleningsconcept/visie ontwikkeld. De verwachte, daaruit voortvloeiende gemeente brede investeringen zijn nog onvoldoende concreet. Het gewenste budget is bedoeld om enkele quickwins in de opstartfase te kunnen realiseren. 8. Uitbreiding formatie
€ 110.000,00
S
De visie op onze organisatie is helder: we werken kerngericht. We doen dit met een flexibele en kleine ambtelijke organisatie, die zoveel als mogelijk is inspeelt op de wensen van de inwoners van Giessenlanden. Het kleiner maken van de organisatie moest een bijdrage leveren aan het financieel gezond maken van onze gemeente. De afgelopen jaren is hard en succesvol ingezet op de realisatie van deze visie. Het kerngericht werken wordt stap voor stap doorontwikkeld en verinnerlijkt door onze medewerkers. Ook wordt het strategisch vermogen van de organisatie vergroot en neemt de resultaatgerichtheid toe. Dit alles is mede mogelijk gemaakt door de extra opleidingsmiddelen die beschikbaar zijn gesteld. Ook is de formatie de laatste jaren langzaam aan kleiner geworden. Dit doordat sommige taken zijn uitbesteed (zoals VTH-taken), maar ook doordat er een vacaturestop is doorgevoerd. Het motto van de organisatie is daarbij ‘slank, slim en soepel’. De hiervoor geschetste ontwikkelingen kennen ook een keerzijde. De druk op de organisatie is groot en er zijn knelpunten, dit ook doordat de ambities onverminderd hoog zijn. De vacaturestop heeft er voor gezorgd dat er de afgelopen jaren niet of nauwelijks nieuwe mensen zijn
ingestroomd, die andere manieren van werken en nieuw elan brengen. Sommige vacatures hebben we ingevuld met tijdelijke krachten. Enerzijds vanwege de wisselende bezetting van de inhuurkrachten en anderzijds om de opleidingskosten te drukken hebben tijdelijke krachten niet meegedaan aan de interne opleidingen voor het kerngericht werken. De wens is om in beperkte mate te investeren in de organisatie. In beperkte mate, omdat ons motto blijft: slim, slank en soepel. Op plekken waar de druk op de organisatie echt te groot is willen we wat extra formatie toevoegen. Deze voorgestelde structurele formatie-uitbreiding is gewenst naast het incidentele budget van € 100.000,00 gedurende vier jaar zoals opgenomen in de Raadsnotitie bestemming vermogen. Deze incidentele budgetten zijn noodzakelijk voor uitvoering van de geplande projecten. Verwezen naar het voor deze vergadering geagendeerde voorstel 2016-44, Budget personeelsformatie. In totaal gaat het dus om een stijging van € 210.000,00 (€ 100.000,00 incidenteel en €110.000,00 structureel). Indien u deze budgetten beschikbaar stelt zullen deze middelen als volgt worden ingezet: projectleiders bij de afdelingen samenleving en beheer & onderhoud (deels structureel en deels incidenteel), bestuursondersteuning en OOV bij de afdeling bestuurs- en managementondersteuning (structureel) en voor de modernisering van de documenten van de P&C-cyclus bij de afdeling middelen (structureel). 9. Achterstand handhaving bouw
€ 65.000,00
I
In de loop der jaren is een inventarisatielijst met prioritering opgesteld van alle geconstateerde (vermeende) overtredingen waarop (nog) geen actie is ondernomen. Voor het oplossen van deze achterstand is op 5 november 2015 een bedrag van € 65.000,00 beschikbaar gesteld. Dit blijkt niet voldoende om alle achterstanden weg te werken. Voor de start van dit project heeft OZHZ een lijst met aan te pakken adressen en beperkte omschrijving van de tekortkomingen ontvangen die in het verleden bij een 'vrijeveldcontrole' zijn verzameld. Het bleek om meer dan 130 zaken te gaan. Deze lijst heeft OZHZ op basis van de omschrijving van de zaak in relatie tot het handhavingsbeleid voorzien van een prioritering in 6 categorieën. Deze categorieën (van belangrijk (1) naar minder belangrijk (6)) zijn aan de hand van het handhavingsbeleid van Giessenlanden geprioriteerd. Naar verwachting kunnen de dossiers met prioriteit 1, 2 en 3 opgepakt worden binnen het beschikbare budget. Voor de inhaalslag overige categorieën wordt een aanvullend budget voorgesteld van € 65.000,00. 10.
Vergunningen en meldingen bouw
€ 75.000,00 I € 75.000,00-/- I
OZHZ verwacht voor het taakveld Vergunningen en Meldingen Bouw voor 2017 dezelfde groei als is waargenomen in het 1e kwartaal 2016. Als de verwachte groei in bouwaanvragen en meldingen zich doorzet dan is het huidige budget onvoldoende voor 2017. Op basis van de realisatie in aantallen en financiën tot op heden, is door OZHZ een programma op hoofdlijnen opgezet voor 2017. Het extra benodigde budget komt neer op ongeveer € 75.000,00 (toename ongeveer 15%), waarvoor wij voorstellen een stelpost op te nemen. Gelet op het principe van kostendekkendheid van onze tarieven kan de legesopbrengst met ditzelfde bedrag verhoogd worden. Er is aldus sprake van een budgettair neutrale mutatie. 11.
Milieu
€ 3.000,00
S
Vanwege een gewenste jaarlijkse rapportage Energievisie/monitor is het jaarlijkse budget voor milieu niet toereikend. Daarnaast is het soms gewenst om (in samenwerking met de A&V gemeenten) onderzoeken op het gebied van milieu uit te laten uitvoeren.
Resumé financiële consequenties De meerjarenbegroting wordt opgesteld over een periode van vier jaar. Hieronder schetsen wij een beeld tot en met 2023 waarbij enkel rekening gehouden kan worden met mutaties in de renteopbrengsten en de gevolgen van het activeren van investeringen in maatschappelijk nut. Door de aanzienlijke daling van de rente zou er vanaf 2021 sprake zijn van niet sluitende exploitaties.
Bestaand Rente Saldo Nieuw
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
-970.375 1.610.700 640.325 -503.900
-879.625 1.528.300 648.675 -319.900
-1.058.475 1.425.300 366.825 -313.000
-947.025 1.309.700 362.675 -334.800
-947.025 1.057.600 110.575 -337.200
-947.025 865.800 -81.225 -338.600
-947.025 783.100 -163.925 -340.600
Kadernota
136.425
328.775
53.825
27.875
-226.625
-419.825
-504.525
Vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) Er is een vernieuwingstraject ingezet van de opgenomen voorschriften in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Naast de eerdere, kleinere, wijzigingen in de jaren 2015 en 2016 geldt met ingang van de begroting 2017 een vernieuwde begrotingsopzet. De impact daarvan was op moment van opstelling van deze kadernota nog niet helemaal duidelijk. De rode draad bij deze wijzigingen is de wens tot versterking van de rol van de gemeenteraad en meer financiële vergelijkbaarheid. Dit laatste resulteert er in dat er minder keuzevrijheid is. Een aantal wijzigingen zal onderstaand worden toegelicht. Investeringen in maatschappelijk nut Zoals eerder in deze bijlage genoemd is één van deze wijzigingen, dat investeringen in maatschappelijke nut in de openbare ruimte met ingang van 2017 geactiveerd moeten worden. De keuzevrijheid om dit ten laste van de exploitatie te brengen is vervallen. Deze wijziging heeft voor de exploitatie van Giessenlanden consequenties, er ontstaat hierdoor begrotingsruimte. Wijzigingen in toerekening rente Door vernieuwde voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) dient met ingang van 2017 anders omgegaan te worden met rente in de begroting en jaarrekening. Vanaf 2017 mag alleen werkelijk betaalde rente over leningen worden toegerekend aan de taakvelden in de begroting en jaarrekening. Zoals eerder in deze bijlage genoemd heeft ook deze wijziging gevolgen voor de exploitatie van Giessenlanden. Overhead Eén van de onderdelen van de wijziging betreft een beter inzicht in de overhead. Daarom wordt voorgeschreven dat in het programmaplan een apart overzicht moet worden opgenomen van de kosten van overhead. Overhead betreft in dit verband de kosten die niet direct aan een taakveld kunnen worden gekoppeld. In de programma’s worden de kosten opgenomen die betrekking hebben op het primaire proces (direct toe te rekenen). Beleidsindicatoren en kengetallen De beleidsindicatoren zijn definitief vastgesteld. Er zijn 39 beleidsindicatoren benoemd die moeten worden opgenomen in de programma’s. De in 2015 geïntroduceerde financiële kengetallen dienen vanaf de begroting 2017 meerjarig te worden bepaald en opgenomen. Begrotingsindeling De begrotingsindeling naar functies zal wijzigen naar taakvelden. Er zijn 54 taakvelden voorgeschreven welke geclusterd zijn in 8 thema’s.