De overheid heeft de scholen gevraagd een schoolgids te maken, die behulpzaam kan zijn bij het maken van een keuze

EEN WOORD VOORAF

Scholen verschillen van elkaar. Het kiezen van een basisschool voor uw kind is daardoor niet makkelijk. U wilt het goed doen, maar waar kunt en moet u niet allemaal op letten? De overheid heeft de scholen gevraagd een schoolgids te maken, die behulpzaam kan zijn bij het maken van een keuze. Wat vindt CBS Prins Johan Friso belangrijk en waarom leggen wij nu juist daar de nadruk op? Waarin verschillen wij van andere scholen? Hoe gaan wij om met uw kind en hoe wordt u daar als ouder bij betrokken? Onze schoolgids geeft een antwoord op deze vragen. Het eerste gedeelte gaat over onze visie en het onderwijsconcept dat we daarbij gebruiken. Het handelt dus over wat wij belangrijk vinden, waarom wij dat belangrijk vinden en hoe dat er vervolgens concreet uitziet. In het tweede gedeelte leest u terug hoe wij, samen met anderen, een aantal praktische zaken organiseren en hoe we een en ander vastgelegd hebben. Mocht u na het lezen nog met vragen blijven zitten dan hopen wij dat u deze aan ons doorspeelt, zodat we daarmee onze schoolgids kunnen verbeteren. Alle ouders en kinderen die al voor onze school gekozen hebben, wensen wij een fijn schooljaar toe! Alle ouders die zich oriënteren op een basisschool voor hun kind wensen wij veel plezier bij het lezen van onze schoolgids. Mocht u echt sfeer willen proeven, dan adviseren wij u om eens bij ons naar binnen te lopen. Een afspraak maken voor een informatief gesprek kan natuurlijk ook. U bent van harte welkom! Met vriendelijke groet, Ingeborg van Leeuwen, Directeur.

Schoolgids 2011 - 2015 Prins Johan Frisoschool

Pagina 1

INHOUDSOPGAVE EEN WOORD VOORAF SPECTRUM, VERENIGING VOOR PROTESTANTS CHRISTELIJK ONDERWIJS TE LANSINGERLAND DE SCHOOL Richting Directie Typering van de school en leerlingenpopulatie WAAR STAAN WE ALS SCHOOL VOOR? DE KWALITEIT VAN ONZE SCHOOL Zorg op maat Leerlingvolgsysteem Klassenconsultaties Scholing Schoolontwikkeling en –begeleiding Oudertevredenheidonderzoek (enquête) Inspectie-schooltoezicht WAT LEREN DE KINDEREN OP SCHOOL? Godsdienstige vorming Geestelijke stromingen Lezen Bibliotheek Documentatie Taal Schrijven Rekenen Engels Aardrijkskunde Geschiedenis Natuuronderwijs Verkeer Bewegingsonderwijs Gymrooster Tekenen, handvaardigheid en expressie Computers Huiswerk Burgerschapsvorming Totaal aantal uren


pag. 1

pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.

5 6 6 6 6 7 9 9 10 10 10 10 10 11 12 12 12 13 13 13 13 14 15 15 16 16 16 17 17 18 18 19 19 20 21

Pagina 2

IEDER KIND IS ER ÉÉN..... Interne begeleiding (Interne Zorgcommissie) Leerlingvolgsysteem Leerlingbespreking / groepsbespreking Rapportage Handelingsplannen Othotheek Verslaglegging van gegevens Meer en minder begaafde kinderen Meerwerk groep Doubleren Overslaan van een groep Intern Zorgteam

pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.

22 22 22 23 23 23 24 24 24 25 25 26 26

Bovenschools Zorgteam Schoolmaatschappelijk werk Weer Samen naar School Leerlinggebonden financiering, LGF (het “rugzakje”) Passen Onderwijs Ontzegging van de lessen Het uitschrijven van leerlingen Onderwijskundig rapport WIKKEN EN WEGEN Voortgezet onderwijs Waar gingen zij naar toe? NIET BIJ KENNIS ALLEEN Jaaropening Scholendienst Open Podium Sociale Vaardigheidstraining KNVB-voetbaltoernooi Hand- en voetbaltoernooi Schoolcompetitie Schoolreisje Schoolkamp Sportdag Jaarafsluiting Zending Culturele Vorming Project Verjaardagen Groei en bloei

pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.

27 27 27 28 29 30 30 30 31 31 31 32 32 32 32 32 33 33 33 33 33 34 34 34 34 35 35 35

Zorg AdviesTeam (ZAT)


pag. 26

Pagina 3

Papaver WET OP DE PRIVACY OUDERS Klassenouder Medezeggenschapsraad Ouderraad Overblijven Ziekmelding Regen en slecht weer SCHOOL EN OMGEVING Bso Zus en Zo Andere samenwerkende BSO‟s Inspectie Schoolarts / logopedie (GGD) Schoolbegeleidingsdienst OVERIGE INFORMATIE Aanmelden nieuwe leerlingen Wennen Vierjarigen Samenstelling groepen Schoolverzuim Verlof Open dag Vervanging bij ziekte, adv, studieverlof, scholing Klassenverdeling Schooltijden Vakanties Gedrag en regels; regels en gedrag Klachtenregeling Verzekeringen Stagiaires Sponsoring Jeugdbladen Melkunie Controle hoofdluis


pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.

35 36 37 37 37 38 38 39 39 40 40 40 40 41 41 42 42 42 42 42 43 43 43 44 44 44 45 45 46 46 47 48 48 49 49

Pagina 4

SPECTRUM, VERENIGING VOOR PROTESTANTS CHRISTELIJK ONDERWIJS TE LANSINGERLAND Spectrum, Stichting voor Protestants Christelijk Onderwijs te Lansingerland Per 1 januari 2011 is Spectrum uitgebreid met de twee protestants christelijke basisscholen uit Bleiswijk. Het is een logische stap in de professionalisering van het schoolbestuur. Sinds in februari 2010 de wet is aangenomen dat schoolbesturen een scheiding moeten aanbrengen in „bestuur‟ en „toezicht‟, zie je op steeds meer plaatsen in Nederland dat het bestuur overgedragen wordt aan betaalde bestuurders en dat het toezicht komt te liggen bij een raad van toezicht. Deze raad bestaat over het algemeen uit voormalig bestuurders van verenigingen of stichtingen en ook in Lansingerland is deze ontwikkeling op die manier vorm gegeven. Voor de scholen uit Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs leidt dit in beginsel niet tot veranderingen. Het bestuur van Spectrum trad in de praktijk al op als een toezichthoudend bestuur waarbij de bestuurlijke taken grotendeels waren overgedragen aan de algemene directie. Voor de scholen uit Bleiswijk zal het merkbaar zijn. De schoolbestuurder die met regelmaat zijn/haar gezicht liet zien en betrokkenheid toonde is verdwenen. Het College van Bestuur, bestaande uit één persoon, heeft dit werk overgenomen. Wat blijft is dat alle scholen van Spectrum werken vanuit een protestants christelijke identiteit. Dat betekent dat de teams op een positieve, stimulerende manier met geloofszaken zullen omgaan. De bijbel is daarbij het uitgangspunt. Het onderwijs op onze scholen is er zoveel mogelijk op gericht het onderwijsleerproces op de mogelijkheden en talenten van elke leerling af te stemmen. de heer A.J. van Zanten

- voorzitter College van Bestuur -

Het kantoor van Spectrum is gevestigd aan het Eiberplein 1J, Postbus 96 2660 AB te Bergschenhoek, telefoon 010-5221657, E-mail: [email protected] . Website: www.spectrum-spco.nl Het bevoegd gezag stelt jaarlijks - met instemming van de MR - de schoolgids vast ten behoeve van het volgend schooljaar. (WPO art. 16 lid 2).


Pagina 5

DE SCHOOL Richting Zo‟n 100 jaar geleden was er in Berkel een schoolvereniging. Het doel luidde: Vereeniging, die zich ten doel stelt de Stichting en Instandhouding eener Christelijke school te Berckel. Om dat doel te bereiken werd in 1897 in de Julianastraat de “School met de Bijbel” gesticht. In 1969 fuseerde de Gereformeerde Schoolvereniging met de Hervormde Schoolvereniging. Samen ging men verder als “Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs” (CNS). In januari 2005 is het bestuur gefuseerd met het bestuur van Bergschenhoek. Inmiddels hebben ook de Bleiswijkse scholen zich aangesloten bij Spectrum. De naam van het nieuwe bestuur is Spectrum-SPCO. CBS Prins Johan Friso is een van de 9 basisscholen van Spectrum-SPCO. Directie en personeel De schoolleiding wordt gevormd door de directeur, Ingeborg van Leeuwen en de adjunctdirecteur, Mariëtte Zeillemaker. Het team wordt gevormd door een groep enthousiaste en betrokken leerkrachten. Door de groei van de school wordt ook het team steeds groter. Voor de precieze samenstelling verwijzen we naar de jaarlijkse bijlage van de schoolgids. Typering van de school CBS Prins Johan Friso is een protestants-christelijke school in een nieuwbouwwijk. De meeste leerlingen van onze school zijn afkomstig uit de wijken Berkel Centrum, de nieuwbouwwijk Meerpolder, de Weidebuurt en deels uit de Vogelbuurt. De Meerpolder bevindt zich in de laatste bouwfase en we merken dat er een behoorlijke toename is van leerlingen. Sinds augustus 2007 is CBS Prins Johan Friso gevestigd in een nieuw, modern schoolgebouw, genaamd “het Mozaïek”. In dit gebouw bevindt zich ook obs De Klipper en de buitenschoolse opvang Zus en Zo. Tevens wordt door de bovenbouwgroepen gebruik gemaakt van onze dependance op loopafstand.


Pagina 6

WAAR STAAN WE ALS SCHOOL VOOR? Ons motto “…het kind in de schijnwerper…” is onze leidraad. Van daaruit willen we ons onderwijs inrichten. CBS Prins Johan Friso is een protestants christelijke school waar met respect voor andersdenkenden en ouders met andere godsdienstige culturele achtergronden het onderwijs vorm en inhoud wordt gegeven. Bij inschrijfgesprekken wordt altijd duidelijk gemaakt dat iedereen welkom is, maar dat men zich wel dient te realiseren dat wij een protestants christelijke school zijn en daar ook voor staan. Als ouders onze visie en missie onderschrijven en/of daar respect voor op willen brengen, zijn ze van harte welkom. Ieder kind komt bij ons op school in aanraking met de Bijbel als bron van het christelijk geloof. Onze school is een protestants christelijke school. Dat willen wij tot uitdrukking brengen door in onze levenshouding de boodschap van het Evangelie te laten zien. Wat de Bijbel ons aanreikt proberen wij herkenbaar te laten zijn in ons doen en laten. Wij willen de kinderen leren leven vanuit een christelijke hoop en toekomstverwachting, en wijzen op de liefde van Jezus voor ons allemaal. Wij proberen de boodschap van geloof, hoop en liefde in woord en daad tot uitdrukking te brengen. Dat heeft natuurlijk ook haar uitwerking in de manier waarop we ons pedagogisch klimaat willen vormgeven, waarin vriendelijkheid, positiviteit, respect en aandacht sleutelwoorden zijn. Zo wordt er in iedere groep 's morgens begonnen met gebed. Daarnaast neemt de vertelling van Bijbelse verhalen en de relatie met het dagelijks leven een belangrijke plaats in. Er worden christelijke liederen gezongen. Het gesprek met de kinderen op hun eigen niveau is van belang. Samen met de kinderen wordt nagedacht en gesproken over wat wij kunnen leren uit de Bijbel in onze omgang met elkaar en de wereld om ons heen. Hierbij wordt gestimuleerd dat kinderen een eigen mening leren formuleren en onderbouwen, zodat zij op latere leeftijd meer in staat zullen zijn eigen keuzes te maken. Wij willen een sfeervolle, veilige school zijn waar op een prettige manier de basisvaardigheden worden aangeboden, waarbij elk kind mag zijn wie hij is. We proberen uit het kind te halen wat er in zit op een ongedwongen manier, zodat iedereen, leerkrachten, leerlingen en ouders, zich prettig voelt. Kinderen van vandaag -en zeker ook morgen- hebben recht op onderwijs op maat, hebben recht om …in de schijnwerper te staan! Dit willen wij op school bieden! Wij kiezen echter niet voor individueel onderwijs, omdat wij van mening zijn dat klassikale vertrekpunten belangrijk zijn voor het “leren van en met elkaar” en dat wederzijdse afhankelijkheid binnen de klassikale setting goed vorm gegeven kan worden. Ook omdat wij menen dat een duidelijke structuur voor veel kinderen belangrijk is, waarbinnen de aandacht voor de primaire vakgebieden gericht gerealiseerd kan worden.


Pagina 7

Wij willen een pedagogisch klimaat bieden waarin positieve waardering en positieve communicatie de boventoon voeren, er echte aandacht is voor elk kind en succeservaringen voorop staan. Zo willen wij die school zijn waar niet alleen de leerstof centraal staat, maar vooral ook het kind in zijn totale ontwikkeling. We proberen zoveel mogelijk om te gaan met verschillen tussen de kinderen. Een positief school- en leerklimaat, goed klassenmanagement en de leerlingenzorg staan daarbij voorop. Er wordt veel gewerkt aan de zelfstandigheidvergroting van de kinderen. Dit gebeurt in alle klassen op dezelfde manier, zodat er sprake is van een opbouwende doorgaande lijn. Op de CBS Prins Johan Friso wordt het zelfstandig werken dan ook in alle groepen toegepast. De leerkracht besteedt tijdens het zelfstandig werken extra aandacht aan zorgkinderen door middel van aangepaste instructie en begeleiding, of aan kinderen die op een hoger niveau kunnen functioneren. Het gebruik van de instructietafel staat hierbij centraal. In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt met een planbord. Op het planbord wordt aangegeven met welke taken de kinderen bezig zijn . In de hogere groepen werken we met een bordschema. Hierop staat het programma van de dag en de taken die af moeten. ICT heeft bij ons op school een ondersteunende functie, waarbij de computer in alle groepen wordt ingezet. Omdat het onderwijs aan groep 1 nogal verschilt van groep 8 willen we hier onze visie op het onderwijs aan het jonge kind apart benoemen. Op onze school werken we met de kinderen van 4 t/m 7 jaar ontwikkelingsgericht. Deze vorm wordt ook wel basisontwikkeling genoemd. We willen bij de kinderen een brede basis leggen voor hun ontwikkeling. Elk kind ontwikkelt zich in eigen tempo en niet op alle ontwikkelingsgebieden tegelijk. Het kind kan zich pas goed ontwikkelen als het kind goed in zijn vel zit, genoeg zelfvertrouwen heeft en nieuwsgierig is naar de wereld om zich heen. Daar wordt dan ook veel aandacht aan besteed. De leerkracht zorgt voor een breed aanbod van uitdagende activiteiten om de kinderen uit te dagen een stap verder te komen in hun ontwikkeling en hebben daarbij een sturende rol. Het onderwijsaanbod moet dan ook voor kinderen betekenisvol zijn en een duidelijke bedoeling hebben. Hierdoor zal de betrokkenheid toenemen. De bemiddelende rol van de leerkracht is tijdens het leerproces van groot belang. Actief leren (hoofd, hart en handen) willen wij voorop laten staan, maar ook actief samen werken/samen leren.


Pagina 8

DE KWALITEIT VAN ONZE SCHOOL Zorg op maat In alle groepen wordt gestructureerd gewerkt, maar wel kindgericht. Wij noemen dat “zorg op maat”. Om de kinderen deze zorg op maat te kunnen geven, werken we met een bordschema (groepen 3 t/m 8) waarop het werk van die ochtend of middag geschreven staat. Ten eerste basisstof: dit werk moet af. Daarnaast is er een vak op het bord waarin de extra stof staat geschreven: verrijking of meerwerk. Dit werk is voor de kinderen die de basisstof snel en goed hebben doorgewerkt. En ten slotte is er ook nog een vak met keuzewerk. De bedoeling is dat na de basisstof door alle kinderen een keuze gemaakt kan worden uit de zogenaamde werkwinkel of kieskast. In deze kast staan bijvoorbeeld constructie- en of bouwmaterialen, handvaardigheidmaterialen, computeropdrachten en gezelschapsspellen. Ook Loco, Varia en andere zelfcorrigerende, educatieve materialen zijn daar te vinden. Regelmatig vindt vernieuwing en/of vervanging plaats van deze materialen. Het streven is om de hoeveelheid basisstof / extra stof zó uit te kienen dat alle kinderen de mogelijkheid hebben om te kiezen uit deze werkwinkel of kieskast. De leerkracht kan na de instructie de beschikbare tijd aangeven door gebruik te maken van de zogenaamde Time - Timer. Dat is een in tijd teruglopende klok waarop de kinderen kunnen zien hoeveel tijd ze zelfstandig moeten werken en hoeveel tijd ze daarvoor hebben. Tijdens het zelfstandig werken wordt een verkeerslicht op rood gezet. Dit betekent dat de leerkracht alleen beschikbaar is voor kinderen die aan de instructietafel plaats mogen nemen. In kleine groepjes of alleen, krijgen deze kinderen op deze plek extra aandacht of uitleg over de leerstof. Rood licht betekent dan ook: in stilte werken. Na enige tijd kan het verkeerslicht op oranje / geel gezet worden. Dit betekent dat de leerlingen elkaar eventueel mogen helpen. De leerkracht houdt zich dan nog steeds bezig met kleine groepjes kinderen. Het groene licht betekent: de leerkracht is weer voor de hele groep beschikbaar en bespreekt de eventuele problemen die tijdens het zelfstandig verwerken van de leerstof zijn blijven liggen. De kleutergroepen werken met een planbord in plaats van met een bordschema. Hierop wordt met een rood kaartje de basisstof aangegeven. Met de verschillende kaartjes kunnen kleuters kiezen uit allerlei spelactiviteiten en ontwikkelingsmaterialen. Het is de bedoeling dat de leerlingen in één week de basisstof doorlopen hebben. De leerkracht registreert per dag wat de kinderen gedaan hebben. De leerkracht ziet er dus op toe dat alle kinderen alle basisstof daadwerkelijk doen. Het gebruik van het verkeerslicht en de Time-Timer wordt in de loop van het jaar opgebouwd, zodat de leerkracht ook de handen vrij heeft voor de individuele leerling.


Pagina 9

Leerlingvolgsysteem Op onze school gebruiken we een aantal toetsen om de ontwikkeling van uw kind nauwkeurig te kunnen volgen en zo nodig tijdig bij te kunnen sturen. De gegevens, die uit de toetsen naar voren komen, worden besproken en verwerkt. Hierna worden de groeps – en handelingsplannen bijgesteld. Meer informatie hierover leest u in het hoofdstuk “Ieder kind is er een”. Klassenconsultaties Tijdens klassenconsultaties gaan collega' s bij elkaar in de klas kijken om met elkaar gericht in gesprek te komen over de wijze van lesgeven in de groep. Door klassenconsultaties van de directeur en collegiale consultaties trachten we de leerkrachten in de groep te volgen en te ondersteunen. Op die manier kunnen we met elkaar de doorgaande lijn in de school zoveel mogelijk bewaken en waar nodig ondersteunen. Met elkaar weten en kunnen we meer; kortom: 1 + 1 = 3. Scholing Als leerkrachten vinden we het belangrijk om bij te blijven in ons vak. Vandaar dat er regelmatig leerkrachten een cursus volgen. Daartoe hebben we op onze school een nascholingsplan opgesteld, zodat de nascholing is gewaarborgd. In dit nieuwe jaar zullen ook weer diverse nascholingscursussen en studiedagen worden gevolgd. Schoolontwikkeling en -begeleiding Onze school werkt samen met de Schoolbegeleidingsdienst 'Midden-Holland en Rijnstreek' te Gouda. De SBD helpt ons bij het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Dit doet een schoolbegeleider o.a. door het ondersteunen op de studiedagen en het uitvoeren van observaties in de klas. Tevens verzorgt de SBD onderzoeken bij individuele kinderen als er problemen zijn bij de voortgang van het onderwijs. Oudertevredenheidonderzoek (enquête) Eenmaal per twee jaar houden wij een tevredenheidonderzoek onder de ouders, medewerkers en leerlingen in de hoogste groepen van onze scholen. De onderzoeken worden tegenwoordig afgenomen via internet hetgeen de verwerkingstijd aanzienlijk beperkt. De uitslagen worden steeds bekend gemaakt via de nieuwsbrieven van de scholen.


Pagina 10

Inspectie-schooltoezicht De inspectie bezoekt de scholen in principe nog maar één keer in de vier jaar. Het bestuur (algemeen directeur) krijgt ieder jaar bezoek van de inspectie. Zij zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de scholen en om die reden vraagt de inspectie alle gegevens op via het bestuur. Bij het laatste onderzoek werd gesteld dat Spectrum de zaak goed op de rails heeft. Sterke en zwakke punten zijn goed in kaart gebracht en de verwachting is dat de ondernomen acties zullen leiden tot kwaliteitsverbeteringen. De inspectie krijgt tegenwoordig ook veel gegevens regelrecht aangeleverd van het CITO. Men laat zich van diverse kanten informeren en bij tegenstrijdigheden doet men zelf onderzoek op de scholen. Tot nu toe volstaat de inspectie met een basis-arrangement hetgeen inhoudt dat men zich beperkt tot een jaarlijks onderzoek op bestuursniveau. De rapporten van de inspectie staan op internet: www.owinsp.nl De inspectie is tevreden met veel onderwijsindicatoren. Dit zijn de verschillende zaken waarop wij beoordeeld worden. Alhoewel er ook punten ter verbetering zijn, zijn we blij met de (vele) positieve punten. Het stimuleert ons om door te gaan met het vormgeven van kwaliteit. Het is voor ons een uitdaging om de kwaliteit vast te houden en waar nodig verder te versterken. Wij willen graag dat uw kinderen het naar hun zin hebben op onze school, zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen en op een positieve manier met elkaar en hun omgeving leren en kunnen omgaan.


Pagina 11

WAT LEREN DE KINDEREN OP SCHOOL? Op een basisschool zijn de verschillen tussen kinderen groot. Zo kun je bijvoorbeeld de kinderen van groep 1 en die van groep 8 niet met elkaar vergelijken. Daarnaast zitten er verschillen tussen leeftijdsgenoten. De een kan prima rekenen, terwijl de ander goed is in gym. Met al deze verschillen proberen wij, door onze onderwijsvorm, rekening te houden. Ieder kind mag op zijn moment in de schijnwerper staan. Toch moet elk kind bepaalde leerlijnen volgen. In de wet op het Primair Onderwijs staat welke vakken de kinderen moeten leren. Bij deze vakken zijn in de afgelopen jaren door de rijksoverheid kerndoelen gemaakt. Deze geven aan, wat de kinderen aan het eind van de basisschoolperiode dienen te beheersen. Bij de keuze van methodes houden we rekening met deze kerndoelen. De leerkracht zorgt ervoor dat elk jaar alle leerstof wordt behandeld. Aan het begin van het jaar wordt deze leerstof ook op de informatieavond met de ouders besproken. Van elk vak -vormingsgebied vindt u hieronder een beschrijving. Godsdienstige vorming In alle groepen wordt gewerkt met de methode Kind op Maandag. Deze methode omvat per week een weekopening, een twee- of drietal Bijbelverhalen en een afsluitende verwerking. Elke leerkracht 'vertaalt' dat naar zijn/haar eigen groep. Uiteraard hebben de leerkrachten daarbij een heel persoonlijke inbreng. Onze uitdaging is om altijd weer de verbinding te leggen tussen de verhalen uit de Bijbel en de realiteit waarin we leven. Op die manier kunnen we de kinderen boeien en aanzetten tot nadenken over God, de schepping en de bedoeling van ons leven. Eén keer per jaar wordt een zondagsdienst door onze school ingevuld, in samenwerking met één van de PKN -kerken in Berkel en Rodenrijs, de zogenaamde scholendienst. Geestelijke stromingen Kennis van de verschillende geestelijke stromingen, wereldgodsdiensten, draagt bij aan het ontwikkelen van een eigen normen- en waardenpatroon bij kinderen. Kinderen beseffen, dat onze maatschappij een multicultureel karakter heeft. Specifiek bedoelen we dat kinderen iets weten over: christendom, islam, hindoeïsme, boeddhisme en jodendom. Wij vinden het belangrijk dat onze kinderen iets afweten van andere godsdiensten en religies, zoals die in Nederland voorkomen. Respect voor andersdenkenden is daarbij van wezenlijke betekenis. Genoemde onderwerpen komen in de groepen 7 en 8 aan bod. Wij werken met Zelfstandige leertaken en aanvullende materialen.


Pagina 12

Lezen Voor het lezen in de groepen 1 en 2 worden voorleesboeken gebruikt uit de methode Schatkist. Ook (prenten-)boeken die aansluiten bij hun belevingswereld worden uit de bibliotheek gehaald. Voor kleuters die zelf al kunnen lezen gebruiken wij ideeën uit het boek Van beginnende

geletterdheid tot lezen.

In groep 3 wordt er met de methode Veilig Leren Lezen gewerkt. Deze sluit aan bij de basisstof van het taalonderwijs. In deze methode is ruimte voor kinderen met een versnelde en / of vertraagde leesontwikkeling. In de groepen 4 en 5 gebruiken we Estafette. Deze methode sluit aan op Veilig Leren Lezen uit groep 3 en is bestemd voor kinderen die nog ondersteuning nodig hebben bij het voortgezet technisch lezen. Kinderen die op het juiste AVI-niveau lezen, kunnen kiezen uit boeken uit onze eigen schoolbibliotheek. Dit geldt ook voor de kinderen uit de groepen 6 t/m 8. Voor het begrijpend en studerend lezen gebruiken we in de groepen 4 t/m 8 de methode

Tekstverwerken. Bibliotheek

De groepen 1 en 2 maken gebruik van de bibliotheek in de hal van de kleuters. Deze bibliotheek bestaat uit twee delen: Boven kunnen de kinderen kiezen, en onder lekker liggen lezen. Ook de leerkrachten kiezen geregeld boeken uit om voor te lezen. Groep 3 heeft een eigen bibliotheek in de klas. De groepen 4 t/m 8 lenen een boek uit de bibliotheek en lezen dit in de klas. Wanneer het boek uit is, mogen zij dit ruilen. Documentatie CDS Prins Johan Friso beschikt over een documentatiecentrum, dat in de afgelopen jaren geactualiseerd en vernieuwd is. Het is een aanvulling is op de moderne lesmethodes die in de klas gebruikt worden. Vanaf groep 6 kunnen de leerlingen met de in het centrum aanwezige informatie aan de slag voor het maken van een spreekbeurt en het maken van werkstukken. Taal In de groepen 1 en 2 wordt veel aandacht besteed aan de taalontwikkeling via spel. We gebruiken hiervoor de methode Schatkist. Een aantal activiteiten komt dagelijks terug,


Pagina 13

zoals een kringgesprek, voorlezen, vertellen en spelen in hoeken. In groep 3 wordt gebruik gemaakt van de vernieuwde methode Veilig Leren Lezen. Er is in de groep ruimte voor differentiatie, zodat de kinderen zoveel mogelijk de stof aangeboden krijgen waar ze op dat moment aan toe zijn. Er wordt ook gebruik gemaakt van speelhoeken in de gang. In de groepen 4 t/m 8 gebruiken we de taalmethode Taaljournaal. Deze methode geeft veel mogelijkheden voor actief taalgebruik. Kinderen worden hierbij op hun eigen taalniveau aangesproken. Door middel van 2 verschillende versies van schriften is het mogelijk gedifferentieerd onderwijs te bieden. Schrijven In groep 1 en 2wordt gebruik gemaakt van de methode Schrijfdans. Een les start altijd met muziek om de motoriek te ontwikkelen. Daarna maken de kinderen “schrijfoefeningen” op grote vellen papier. De muziek uit de eerste les dient als achtergrondmuziek. De motorische bewegingen worden hierdoor uitgedaagd. Dit zijn expressieve bewegingen, zodat de motorische ontwikkeling goed wordt gestimuleerd. Het is nog niet de bedoeling dat echte letters worden aangeleerd. Het zijn voorbereidende schrijfoefeningen die spelenderwijs worden aangeboden. In groep 1 en 2 wordt veel aandacht aan arm-, hand-, en polsbewegingen besteed. De kinderen beginnen met tekenen, krijten, schilderen op grote vlakken. Dit wordt steeds meer verfijnd. Halverwege groep 2 starten ook de eerste voorbereidingen op de methode in groep 3. De opdrachten komen uit de methode Pennenstreken en zijn speciaal bedoeld voor kinderen die overgaan naar groep 3. Kleuters willen op een gegeven moment ook hun eigen naam schrijven. Op school leren we de kinderen welke letters ze moeten gebruiken. Ouders vragen vaak welke letters dat zijn, omdat ze misschien de verkeerde schrijfwijze aanleren. Dit letterblad is bij de leerkracht verkrijgbaar. Heeft u nog vragen, kom gerust even langs. In de groepen 3 t/m 6 wordt veel aandacht besteed aan het schrijfonderwijs volgens de methode Pennenstreken. In groep 3 krijgen alle leerlingen een etui met schrijfbenodigdheden. De kinderen beginnen met schrijven met een potlood. In groep 4 wordt, wanneer de kinderen er aan toe zijn, overgegaan op een stabilopen. Wanneer de motoriek het toelaat, mogen de kinderen met vulpen schrijven. Deze dient echter van huis meegenomen te worden. We willen dat de kinderen tot en met groep 8 met een vulpen of stabilopen blijven schrijven. Wanneer de pen kapot gaat, zal een kind zelf een vulpen of stabilopen van thuis mee moeten nemen. Daar mag pas mee geschreven worden wanneer de leerkracht de pen heeft goedgekeurd.


Pagina 14

Rekenen In de groepen 1 en 2 doen de kinderen al wiskundige ervaringen op door op speelse wijze begrippen aangeboden te krijgen als groot, klein, zwaar, licht, meer, minder enzovoort. De lesideeën voor de thema‟s worden gehaald uit diverse ideeënboeken. Vanaf groep 3 werken we met de methode Alles Telt (nieuwe versie). Deze methode is een eigentijdse methode met een complete doorgaande lijn van groep 3 t/m 8. Sommige kinderen begrijpen en beheersen de stof heel snel, anderen hebben voortdurend begeleiding nodig. Voor zwakke rekenaars is het moeilijk om het tempo en de ontwikkeling van het rekenen bij te houden. Daarom biedt deze methode vanaf groep 3 de mogelijkheid om verschillende leerwegen te bewandelen. De leerlingen volgen allemaal dezelfde uitleg. Daarna verwerkt ieder kind de stof op zijn eigen manier. Een gedeelte van de groep volgt het standaardprogramma, waarbij alles uit de leerlingenboeken en werkschriften wordt gemaakt. Na elk blok volgt een toets om te zien of de kinderen de stof begrepen hebben. Voor zwakkere rekenaars is er een speciaal programma. Deze kinderen werken in speciaal ontwikkelde Maatschriften, waarmee zij de basisstof verder kunnen inoefenen. Zij hebben zo meer tijd en instructie om de stof onder de knie te krijgen. Uiteraard is ook de toets aangepast aan het Maatschrift. De kinderen, die sneller door de leerstof heen gaan, worden uitgedaagd door extra sommen in het plusgedeelte van het boek. Tot slot zijn er kinderen, die de stof qua begrip goed aankunnen, maar moeite hebben met het tempo. Zij maken van de gewone stof maar een deel van de sommen. Dit noemen wij het minimumprogramma. Engels Engels is een wereldtaal waarvan de invloed op ons dagelijks leven duidelijk herkenbaar en aanwijsbaar is. Kinderen horen elke dag Engelse conversatie en muziek via radio en tv. Ook zijn er veelvuldig Engelse uitdrukkingen in ons dagelijks taalgebruik . De kinderen van groep 7 en 8 krijgen lessen rondom thema's als: kennismaken, inkopen doen, klokkijken, tellen, de weg vragen, voedsel, huisdieren etc. Hiervoor werken we met de methode Hello World. Vooral het luisteren en spreken krijgen de grootste aandacht. Het schriftelijk taalgebruik wordt voorzichtig aangeboden. De methode bestaat voor ieder leerjaar uit een leerlingen boek, een werkboek en een cd met veel luisteren spreekoefeningen. Aan het eind van ieder hoofdstuk kan een toets worden afgenomen om te zien wat de kinderen hebben opgestoken. De methode bereidt de kinderen voor op het Engels in het voortgezet onderwijs.


Pagina 15

Aardrijkskunde Het aardrijkskundeonderwijs is er op gericht, dat de leerlingen zich een beeld vormen van de aarde en haar belangrijkste gebieden. Tevens willen we de leerlingen enig inzicht geven in de manier waarop de natuur en het menselijk handelen de ruimtelijke inrichting beïnvloeden. Er wordt vanaf groep 5 gewerkt met de methode Meander. Voor groep 4 is er een boek voor wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis en natuur), dat aansluit bij de methodes Meander, Naut en Brandaan. Er is voor iedere leerling een leerlingenboek en een werkschrift. In de groepen 6, 7 en 8 komen respectievelijk Nederland, Europa en de Wereld aan de orde. In deze methode is differentiatie op niveau, hoeveelheid en interesse heel goed mogelijk. Het is de bedoeling dat elk hoofdstuk op school bestudeerd wordt, maar werkbladen en aantekeningen kunnen ook mee naar huis genomen worden om te leren. Na ieder hoofdstuk volgt een toets. Topografie is onderdeel van deze toetsen. Dit onderdeel kan ook als huiswerk worden meegegeven. Geschiedenis Tot groep 5 ontdekken kinderen de wereld vanuit zichzelf. Dat geldt ook voor tijdsbesef en geschiedenis. In de onderbouw hangt een dagritmepakket. Dit is een overzicht van de volgorde van de activiteiten voor die dag. Ook een weekkalender met daarop de dagen van de week is aanwezig. De verleden tijd richt zich op de kindertijd van hun ouders en hun grootouders. Foto's en verhalen van hen geven de kinderen een beeld van die tijd. Daarnaast krijgen ze tijdsbesef vanuit eigen belevingen en de verhalen daarover. Voor groep 4 is er een boek voor wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis en natuur), dat aansluit bij de methodes Meander, Naut en Brandaan. In de groepen 5 t /m 8 wordt gewerkt met de methode Brandaan. Dit is een moderne geschiedenismethode. Aan de hand van aansprekende en leesbare teksten, fraaie illustraties en gevarieerde opdrachten krijgen kinderen inzicht in de geschiedenis van Nederland en de omringende wereld. Brandaan gaat uit van een moderne, maar toch herkenbare benadering van de geschiedenis, zowel van eigen land als wereldwijd. In elke groep wordt gewerkt uit een leerlingenboek en een werkschrift. Na ieder hoofdstuk volgt een toets, waarbij het de bedoeling is dat de leerlingen tijdens de les het hoofdstuk bestuderen. Geregeld worden de werken leerboeken mee naar huis genomen worden om te leren.


Pagina 16

Natuuronderwijs Tijdens deze lessen streven we ernaar, dat de kinderen plezier beleven aan het verkennen van de natuur. We proberen hen het besef mee te geven dat zij uiteindelijk de zorg hebben voor een gezond leefmilieu. Daarnaast moeten ze enige kennis, inzicht en vaardigheden verwerven, die nodig zijn om op juiste wijze met de levende en niet-levende natuur om te gaan. In de groepen 1 t/m 4 wordt veelal met behulp van een thema gewerkt, waarbij natuur, aardrijkskunde en biologie integraal aan bod komen. Voor groep 4 is er een boek voor wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis en natuur), dat aansluit bij de methodes Meander, Naut en Brandaan. Vanaf de groepen 5 t / m 8 werken we met de methode Naut. Er wordt in de groepen 1 t/m 6 regelmatig gebruik gemaakt van programma's van de NOT (Nederlandse Onderwijs Televisie), t.w. Koekeloere (groep 1 en 2), Huisje, Boompje, Beestje (groep 3 en 4) en Nieuws uit de natuur (groep 5 en 6). In alle groepen gebruiken we de lessen van Natuur- en Milieueducatie van De Papaver en De Watersnip. Regelmatig hebben we de beschikking over leskisten en worden er buitenlessen georganiseerd. Verkeer Het verkeersonderwijs gaat ervan uit, dat het kind op de juiste manier en met inzicht in staat is aan het verkeer deel te nemen. Een basisschoolleerling doet op verschillende manieren ervaring op als verkeersdeelnemer. Je bent wisselend voetganger, fietser of passagier op een bromfiets, in de auto of in het openbaar vervoer. Daarbij gebruikt het kind de openbare weg als speelruimte. Verkeerslessen moeten daarom vooral gericht zijn op het gedrag van de verkeersdeelnemers. In de groepen 1 t/m 4 komt verkeer meestal thematisch aan de orde. In de groepen 5 t/m 7 wordt de methode Wijzer op weg als leidraad gebruikt. Daarnaast wordt in groep 7 veel tijd besteed aan de voorbereiding van het praktische en theoretische verkeersexamen, die in deze groep plaatsvinden. Kinderen die niet slagen, kunnen in groep 8 nog een keer het examen doen samen met groep 7. De theoretische verkeersproef wordt op school afgenomen en het praktische gedeelte wordt georganiseerd door de plaatselijke afdeling van Veilig Verkeer Nederland. Bewegingsonderwijs. Voor bewegingsonderwijs gebruiken we de methode 'Basislessen Bewegingsonderwijs'. Deze lessen worden in alle groepen door de eigen leerkracht gegeven. Hij / zij zorgt voor een evenwichtige afwisseling van spellessen en materiaallessen. Onder bewegingsonderwijs Schoolgids 2011 - 2015 Prins Johan Frisoschool

Pagina 17

verstaan we het aanbieden van verschillende bewegingsvormen. De leerkracht zorgt voor een juiste opbouw van activiteiten, zodat alle kinderen op hun eigen niveau aan de lessen kunnen deelnemen. De groepen 1 en 2 krijgen meerdere keren per week bewegingsonderwijs in het speellokaal. Het is aan te bevelen om in sportkleding te gymmen. Het is ook mogelijk om in ondergoed te gymmen. De kinderen mogen gymschoeisel dragen, mits niet op straat gedragen. Gymschoenen en eventuele kleding kunnen op school worden bewaard. Als er niet gegymd wordt, wordt er elk dagdeel buiten gespeeld. De groepen 3 t/m 8 gymmen twee keer per week in de Oostmeerhal. Zij zijn tijdens de gymlessen met hetzelfde onderdeel bezig. Het jaar daarna wordt de les herhaald, op het niveau van de volgende klas. Hierdoor krijg je een goede opbouw van de lessen en volgt er door de jaren heen een opbouw naar leeftijd en ontwikkeling. Behalve het leren bewegen, krijgen sportiviteit en samenwerking ook de aandacht. Tijdens de lessen bewegingsonderwijs is het dragen van een (gym-) korte broek en t-shirt verplicht. Het is daarbij aan te bevelen dat kinderen gymnastiekschoenen of niet op straat gebruikte sportschoenen dragen. Het gaat hierbij om zaalschoenen, dus geen zwarte zolen! Bij voetwratten is het dragen van schoenen zelfs verplicht. Vanaf groep 6 wordt na afloop van de lessen verplicht gedoucht. Hiervoor moeten zij een handdoek meenemen. Bij mooi weer bestaat de mogelijkheid om buiten te gymmen. Het kan ook voorkomen dat we een beroep doen op ouders die met ons naar de Noord Aa in Zoetermeer willen rijden zodat we kunnen zwemmen. Bij langdurige vorst wordt er gekeken of er met de groep geschaatst kan worden.

Gymrooster De kinderen van de groepen 3 tot en met 8 gymmen twee keer per week, op dinsdag en donderdag, in de sporthal. Aangezien wij twee zalen mogen gebruiken, gymmen er twee groepen tegelijk. Voor het gymrooster verwijzen we naar de jaarlijkse bijlage. De kinderen van de groepen 1 en 2 gymmen ook twee keer per week, in onze speellokaal. Bij de deur van de klas wordt bekendgemaakt op welke dagen er wordt gegymd.

Tekenen, handvaardigheid en expressie In alle groepen wordt in het rooster tijd vrij gemaakt voor vakken als muziek, tekenen en handvaardigheid. Vaak sluiten deze lessen aan bij een onderwerp waar in de klas al aan wordt gewerkt. De methode Uit de Kunst geeft de leerkrachten bij dit onderwijs structuur


Pagina 18

en bruikbare ideeën om de verschillende technieken aan de orde te laten komen. Voor de groepen 5 t/m 8 zijn er komend schooljaar vier creamiddagen gepland met activiteiten als koken, toneel, figuurzagen enz. Drie keer per jaar kunnen de kinderen tijdens het Open Podium een optreden verzorgen voor de rest van de school en belangstellenden. Veel ouders hebben een aansprekende hobby. U bent van harte uitgenodigd om hierover aan onze kinderen te vertellen, iets ervan voor te doen, of wellicht met de kinderen te werken. Computers Alle groepen maken gebruik van de computer als ondersteunend leermiddel. De kinderen leren vanaf groep 1 op een speelse manier met de computer omgaan. Er is een netwerk waarop alle reken-, taal- en wereldoriëntatieprogramma‟s staan. De programma‟s sluiten aan bij de lesmethodes. Ook is de school aangesloten op het door de rijksoverheid gestarte Kennisnet (zie: www.kennisnet.nl). Hiermee worden de leerlingen wegwijs gemaakt op het internet. In de bovenbouw zal Kennisnet vooral gebruikt worden voor het maken van werkstukken, spreekbeurten en boekbesprekingen. Ook het CITO - Leerlingvolgsysteem voor de leerkrachten staat op dit netwerk. Als einddoelstelling hebben we voor de negen prot. Chr. scholen geformuleerd, dat onze leerlingen als vanzelfsprekend de computer leren gebruiken voor informatieverwerving en informatieverwerking. Het gebruik van internet zal daarbij een belangrijke plaats in gaan nemen. Huiswerk De kinderen leren de meeste leerstof op school. Volgens de methodes is er genoeg tijd om tijdens de lessen de stof te leren. Aangezien niet iedereen op dezelfde manier zich de leerstof eigen maakt, is er gelegenheid om verwerkingsbladen, samenvattingen, aantekeningen en werkboekjes als huiswerk mee naar huis te nemen. De leerlingen van groep 6 t/m 8 krijgen geregeld huiswerk. Vanaf groep 6 worden er repetities gegeven voor bijvoorbeeld aardrijkskunde, waaronder ook topografie, geschiedenis, natuur en verkeer. De (leer-)boeken worden geregeld mee naar huis genomen worden om werk te maken, of te leren. Ieder kind heeft werkboeken op naam en gebruikt leerboeken op nummer. Op deze wijze weet de leerkracht wie er verantwoordelijk is voor welk materiaal. Het is uiteraard de bedoeling dat er voorzichtig met de boeken wordt omgesprongen. Eventuele beschadigingen dienen te worden vergoed. Vanaf groep 7 komen de vakken Engels en Geestelijke Stromingen bij. Verder moeten de kinderen spreekbeurten voorbereiden en werkstukjes maken Onze doelstelling bij het geven van huiswerk is, dat kinderen leren omgaan met het maken Schoolgids 2011 - 2015 Prins Johan Frisoschool

Pagina 19

van huiswerk. Hierbij is het mogelijk om vaardigheden die in de klas aan de orde zijn geweest te trainen. Soms is het goed om stof te herhalen. Nadat een hoofdstuk of onderwerp in de klas aan de orde is geweest, wordt hierover een repetitie, toets, gegeven. Ook krijgen de kinderen een grotere betrokkenheid en belangstelling voor een onderwerp als zij daar thuis mee aan het werk gaan. De kinderen krijgen bijvoorbeeld de opdracht op zoek te gaan naar plaatjes of voorwerpen. Natuurlijk is het ook van belang om de werkhouding en zelfstandigheid te bevorderen ter voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Voor sommige kinderen is het noodzakelijk thuis wat extra werk te maken als ondersteuning. De eindverantwoordelijkheid voor de begeleiding van het huiswerk ligt bij de leerkracht. We hopen dat u uw kind bij het maken, opzoeken en leren wilt ondersteunen. Vanaf groep 6 krijgen de kinderen een schoolagenda. Deze wordt bekostigd uit de ouderbijdrage. Doordat alle leerlingen dezelfde agenda gebruiken, kunnen wij ze beter begeleiden in het leren omgaan met een agenda. Vanaf groep 8 mogen de kinderen zelf een agenda uitkiezen.

Burgerschapsvorming Sinds de invoering van de basisschool in 1985 zijn er een aantal leerstofgebieden bijgekomen in het lesprogramma. Engels, bevordering gezond gedrag, wiskunde, geestelijke stromingen en dan hebben we het nog niet over de invoering van techniek of een methode voor sociaal emotionele vorming. Dat een verbreding van het programma, minder diepgang in de overige leergebieden met zich meebrengt is bijna logisch. We voeden onze leerlingen echter op voor een gecompliceerde samenleving. Een samenleving waarin niet alleen de traditionele schoolvakken belangrijk zijn voor succes. Niemand zal tegenspreken dat sociale en emotionele vaardigheden mede bepalend zijn voor maatschappelijk welslagen. Wanneer in de politiek geconstateerd wordt dat je vaardigheden thuis niet meer meekrijgt, moet het onderwijs oplossingen bedenken. Om die reden is burgerschapsvorming vanaf 2007 een verplicht onderdeel geworden van het lessenpakket. Burgerschapsvorming valt uiteen in drie onderdelen: democratie, participatie en identiteit. - De democratie is gebaat bij burgers die zich betrokken voelen bij de samenleving (op welk niveau dan ook), zich in kunnen leven in de positie van een ander (empathie) en gedrag vertonen dat past in een democratie. Daarvoor dienen burgers over de juiste sociaalcommunicatieve vaardigheden te beschikken en keuzes te kunnen maken. - Meedoen aan de samenleving kan zich afspelen op verschillende niveaus (klas, school, buurt, land etc.) Participeren is afhankelijk van de motivatie, het willen meedoen. Voor de meeste kinderen geldt dat zij graag mee willen doen; in sociale verbanden, meedenken over oplossingen en meebeslissen over zaken die hen aangaan. Dit vereist Schoolgids 2011 - 2015 Prins Johan Frisoschool

Pagina 20

inzicht en vertrouwen in het eigen kunnen. Betrokkenheid, verantwoordelijkheid en participatie hangen met elkaar samen en versterken elkaar. Ook dit vraagt om de juiste sociaalcommunicatieve vaardigheden en een voldoende sterk zelfbeeld om intenties om te zetten in gedrag. Een geleidelijke opbouw en positieve ervaringen zullen daarom bijdragen aan het ontwikkelen en in stand houden van de wil om te participeren. - Er is een constante wisselwerking tussen de identiteit van een persoon en de (sociale) omgeving. De identiteit van een leerling wordt dus gevormd in de relatie met anderen, terwijl die identiteit weer bepalend is voor de manier waarop de sociale omgeving wordt waargenomen en benaderd. Daarvoor is het nodig dat personen de juiste sociaalcommunicatieve vaardigheden hebben of ontwikkelen. De sociale omgeving waarin identiteitsontwikkeling zich afspeelt, is in toenemende mate pluriform. Enerzijds is het daarom van belang zich bewust te kunnen worden van een eigen identiteit en die te kunnen ontwikkelen; anderzijds moeten leren respect te ontwikkelen en op te brengen voor mensen met een andere identiteit. De komende jaren zullen wij op zoek gaan, hoe we dit vakgebied „Actief burgerschap en sociale integratie‟ nog concreter zullen gaan vormgeven. Er gebeurt namelijk al veel. Het zit echter verpakt in andere leerstofgebieden. Op zich is hier helemaal niet mis mee, als je er maar voor zorgt dat alles aan bod komt. Totaal aantal uren In totaal wordt er dit jaar het volgende aantal uren lesgegeven: Groep 1 - 4: 928 uur (minimum is 880 uur). Groep 5 - 8: 1008 uur (minimum is 1000 uur).


Pagina 21

IEDER KIND IS ER ÉÉN..... Op onze school vinden we ieder kind belangrijk. Alle kinderen op onze school zijn aan ons toevertrouwd. Elk kind heeft eigen mogelijkheden en beperkingen. Daarom willen we ook met elk kind zoveel mogelijk rekening houden. Ons streven is ook om elk kind die zorg te bieden, die het nodig heeft. Dat is natuurlijk niet eindeloos rekbaar, want wij kunnen niet alles. We doen met elkaar wat we kunnen, zowel binnen de klas, als daarbuiten. Om dat te kunnen realiseren, is er een aantal voorzieningen getroffen. Deze voorzieningen vormen met elkaar onze totale leerlingenzorg! De spil daarin zijn onze Intern Begeleiders, die verantwoordelijk zijn voor de coördinatie en invulling van onze leerlingenzorg. Interne begeleiding (Interne Zorgcommissie) Op school zijn Tjarda Smits (bovenbouw) en Mariëtte Zeillemaker (onderbouw) belast met de interne begeleiding. De interne begeleiding omvat alles wat met de leerlingenzorg te maken heeft. Intern begeleiders helpen groepsleerkrachten met uitwerken van plannen voor de groep. Ook handelingsplannen voor individuele leerlingen komen aan de orde. Het verwerken en juist interpreteren van de toetsgegevens is hierbij noodzakelijk. Daarnaast worden er doorgaande lijnen binnen de school uitgezet, zodat kinderen en leerkrachten in alle groepen hetzelfde van elkaar verwachten. Voor informatie en begeleiding is veel contact met externe instanties, zoals andere basisscholen, speciale basisscholen, regionale expertisecentra, de schoolbegeleidingsdienst, fysiotherapie en anderen. Veel van deze informatie wordt weer doorgespeeld naar het team. De intern begeleiders hebben hierbij een coachende rol. Leerlingvolgsysteem Op onze school gebruiken we een groot aantal toetsen om de ontwikkeling van uw kind nauwkeurig te kunnen volgen en zo nodig tijdig bij te kunnen sturen. Tijdens de kleuterjaren (groep 1 en 2) maken we o.a. gebruik van het Gouds Ontwikkelingsvolgsysteem voor Kleuters (G.O.V.K.) Op een tiental ontwikkelingsgebieden wordt door de leerkracht geobserveerd hoe de vorderingen van uw kind zijn. Ook worden aan het einde van groep 1 en in het midden van groep 2 de CITO-Taaltoets en CITO-Ordenen afgenomen. Vanaf groep 3 gebruiken we de toetsen van het CITO-leerlingvolgsysteem voor de vakken lezen (technisch en begrijpend lezen), spellen en rekenen & wiskunde. In groep 7 wordt de CITO-Entreetoets afgenomen en in groep 8 wordt afsluitend de CITO-Eindtoets afgenomen. Gezamenlijk helpen deze laatste toetsen ons het advies van onze school ten aanzien van de keuze voor een school voor voortgezet onderwijs te onderbouwen.


Pagina 22

Leerlingbespreking/groepsbespreking Kinderen waarbij het leren moeilijk gaat of waarbij het juist heel erg goed gaat, worden besproken tijdens de onder- of bovenbouwvergadering. Tijdens een leerlingbespreking wordt bekeken op welke wijze er verder gewerkt kan worden met het individuele kind. Dit gebeurt ook in besprekingen tussen de intern begeleider en de leerkracht. De intern begeleider bespreekt de resultaten van de toetsen tijdens een groepsbespreking met de leerkracht. Er staat vast welke resultaten de kinderen tenminste moeten halen op de toets. Voor kinderen die opvallen worden handelingsplannen geschreven. Als een aantal kinderen opvalt, wordt er een groepsplan geschreven. Rapportage Alle groepen krijgen driemaal per jaar een rapport mee naar huis. Kinderen krijgen pas na minimaal 3 maanden onderwijs op CBS Prins Johan Friso een rapport. Tweemaal per jaar wordt u uitgenodigd om met de leerkracht van uw kind over de vorderingen te praten tijdens de zogenaamde 10 -minuten gesprekken. Mocht de tijd niet toereikend zijn, dan zal er een vervolgafspraak met u gemaakt worden. Het eind –of overgangsrapport wordt in de één na laatste week voor de zomervakantie meegegeven. U wordt niet automatisch uitgenodigd om over dit rapport te praten. De groepsleerkracht zal bij problemen vóór die tijd contact opnemen met de ouders/ verzorgers voor een gesprek. Wanneer u als ouder zelf knelpunten signaleert, dan wordt het op prijs gesteld als u contact opneemt met de leerkracht. Handelingsplannen Op grond van het leerlingvolgsysteem of andere gegevens beslissen we op de groepsbespreking of er een handelingsplan moet worden gemaakt. Daarin staat wat er extra met een leerling moet gebeuren. In de meeste gevallen voert de leerkracht het handelingsplan zelf uit. Een enkele keer gebeurt dit buiten de klas, door een leesouder bijvoorbeeld. Natuurlijk wordt dit altijd in overleg met de ouders gedaan. Daarnaast maken de leerkrachten groepsplannen en werken daar tijdens schooltijd aan met de kinderen. Na een aantal weken worden de resultaten van dit plan besproken met de intern begeleiders en de leerkracht. Eventueel wordt er een vervolgtraject uitgezet. Zonodig kan, na overleg met de ouders/ verzorgers, ook externe hulp worden ingeschakeld. Daarbij valt te denken aan de schoolarts, de schoolbegeleider van de schoolbegeleidingsdienst en / of de logopedist.


Pagina 23

Orthotheek We hebben op onze school een orthotheek, waarin diverse toetsmaterialen, naslagwerken en achtergrondinformatie worden bewaard. Deze orthotheek wordt onderhouden door de intern begeleiders. Er is het nodige hulpmateriaal op het gebied van lezen, taal, spelling, rekenen en motoriek aanwezig om de kinderen op specifieke manieren te kunnen helpen. De leerkrachten kunnen hierin de nodige extra of vervangende leerstof op zoeken. Dit gebeurt in samenspraak met de intern begeleiders. Verslaglegging van gegevens De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor het verzamelen van voldoende relevante gegevens over de leerling. Het gaat hierbij om de resultaten van methodegebonden toetsen, schriftelijke overhoringen, repetities, schriftelijk werk en beurten in de groep, CITOgegevens ( een objectief, methodeonafhankelijk leerlingvolgsysteem), maar ook over de creatieve ontwikkeling, verdraagzaamheid, samenwerking en werkhouding. Van iedere leerling wordt een dossier aangemaakt en bijgehouden. Belangrijke informatie wordt genoteerd op het overgangsformulier en besproken met de volgende leerkracht en de IB-ers. Ook wordt er schriftelijk verslag gedaan van belangrijke gesprekken met ouders / verzorgers of andere instanties. De dossiers worden nog vijf jaar na het verlaten van de basisschool bewaard. Van leerlingen die voortijdig van school gaan, wordt het dossier nog bewaard tot vijf jaar nadat hij / zij normaliter de school zou verlaten. Meer en minder begaafde kinderen Op onze school proberen we binnen het klassikale systeem rekening te houden met de individuele ontwikkeling van kinderen. Om dit werkbaar te houden proberen we de kinderen in te delen in een viertal niveaus. De grootste groep zijn de kinderen die het gewone lesprogramma volgen. Daarnaast zijn er kinderen die meer aankunnen dan het gewone lesprogramma. Voor hen hebben we extra- en uitdagend materiaal. Verder zijn er kinderen, die korte tijd extra hulp nodig hebben om daarna weer het gewone lesprogramma te kunnen volgen. Kinderen die voor langere tijd, of gedurende hun gehele schoolloopbaan, een eigen programma hebben voor één of meerdere vakgebieden laten de grote groep los en werken op hun eigen tempo verder. Deze vier niveaus worden vastgesteld aan de hand van observaties en (methode)toetsgegevens. Na het vaststellen hiervan vindt er een overleg plaats tussen ouders en leerkracht. Aan dit overleg kunnen ook de intern begeleider of andere hulpinstanties deelnemen. Schoolgids 2011 - 2015 Prins Johan Frisoschool

Pagina 24

Gemaakte afspraken tijdens het overleg, worden schriftelijk vastgelegd en bewaard in het dossier van het (betreffende) kind. De tijd die kinderen, met een kortdurend programma bezig zijn, beslaat meestal een periode van zes weken. Dit kan daarna worden verlengd. Dit gebeurt steeds in overleg met de ouders / verzorgers of andere betrokkenen. Meerwerkgroep Op CBS Prins Johan Friso zijn twee leerkrachten vrijgeroosterd om de meerwerkgroep aan te sturen. Het gaat hierbij om kinderen die meerwerk aankunnen. Deze kinderen hebben niet voldoende aan de extra uitdaging die ze in de klas al krijgen. In de meerwerkgroep hopen we ze deze uitdaging wel te bieden. De kinderen die in aanmerking komen voor de meerwerkgroep worden elke week een uur uit de groep gehaald en krijgen onder leiding van deze twee leerkrachten opdrachten, die zij in groepjes of individueel gaan uitvoeren. De opdrachten maken zij deels in deze groep en deels in de klas naast hun gewone werk. De ouders van de kinderen waar het om gaat worden ook op de hoogte gesteld. Doubleren In een enkel geval kan het voorkomen dat een kind een jaar langer nodig heeft om de onderbouw (groep 1-2), middenbouw (groep 3-5) of de bovenbouw (groep 6-8) te doorlopen. In dat geval is er sprake van een groep doubleren. Doubleren wil niet zeggen dat een kind alles van een jaar moet overdoen. Kinderen volgen een leerlijn die zoveel mogelijk afgestemd is op de eigen behoefte. Waar nodig ontvangt het kind speciale zorg. Het interne zorgteam heeft als taak de gehele leerlingenzorg nauwlettend te volgen en initiatieven te nemen. Dit zorgteam bestaat uit de directeur en de intern begeleiders. Zij adviseren de leerkracht en de ouders over de vraag of een kind wel of niet zou moeten doubleren. De eindbeslissing om een kind te laten doubleren, wordt door het zorgteam genomen. In geval van twijfel wordt een externe deskundige geraadpleegd. Het belang van het kind staat steeds centraal. Een beslissing tot doubleren wordt alleen genomen, wanneer we veronderstellen dat dit voor het kind een beter ontwikkelingsperspectief oplevert. Ouders worden betrokken bij deze beslissing. Het besluit van de school is bindend. We hanteren geen vaste regels of criteria bij de vraag of een kind wel of niet mag doubleren. Wel letten we op aandachtspunten als sociaal-emotionele ontwikkeling, geboortedatum, taak- en werkhouding, leesvaardigheid, functioneren in de groep en ontwikkelingsmogelijkheden. De mogelijkheid van doubleren kan veel vragen en twijfels oproepen. We kunnen die twijfels noch bij onszelf, noch bij de ouders volledig wegnemen. Pas achteraf zijn we in staat om te Schoolgids 2011 - 2015 Prins Johan Frisoschool

Pagina 25

beoordelen hoe de beslissing in de praktijk heeft uitgepakt. Wel mag u verwachten dat een dergelijk besluit met de grootst mogelijke zorgvuldigheid wordt genomen. Overslaan van een groep Overslaan van een groep wordt overwogen als het kind in zijn cognitieve (kennis-) ontwikkeling verder is dan zijn groepsgenoten, het emotioneel in staat is om een groep over te slaan en ouders en de school ervan overtuigd zijn dat een groep overgeslagen kan worden. Voordat overgegaan wordt tot het overslaan van een groep wordt een kind getoetst, zodat er een objectief gegeven voorhanden is. Dit wordt besproken met de ouders, zodat zij goed op de hoogte zijn van eventuele consequenties. Wanneer én de school én de ouders akkoord gaan, kan een kind een groep overslaan. Intern zorgteam Onze school heeft een intern zorgteam. Deze bestaat uit: Tjarda Smits (IB), Mariëtte Zeillemaker (adjunct-directeur / IB) en Ingeborg van Leeuwen (directeur). In eerste instantie worden leerlingen waar zorg over is bij deze commissie aangemeld. Dit kan zijn in een teamvergadering of via de intern begeleider. De commissie bespreekt welke actie ondernomen moet worden om aan het probleem te werken. Dit gaat in nauw overleg met de leerkracht en de ouders. Mochten we er met elkaar niet uit komen, dan wordt het probleem verder besproken in het extern zorgteam. Zorgadvies Team (ZAT) Voor de vier protestants-christelijke scholen in Berkel en Rodenrijs is een extern zorgteam ingesteld. In dit ZAT worden alle kinderen besproken, die extra zorg nodig hebben. Dit kunnen zowel minder als meer begaafde kinderen zijn. In deze commissie hebben de Intern Begeleiders van onze school zitting. Daarnaast zitten de Interne Begeleiders van de andere drie scholen in deze commissie. Ook is de preventief ambulant begeleider van de speciale school voor basisonderwijs 'De Prinsenhof‟ te Zoetermeer aanwezig. Daarnaast zijn aanwezig de leerlingbegeleider van de schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts, de kinderfysiotherapeut, een schoolmaatschappelijk werker van de Oecumenische Stichting voor Schoolgebonden maatschappelijk werk te Rotterdam en de jeugdpostfunctionaris voor de 3B-hoek. Het ZAT komt ongeveer vier keer per jaar bijeen.


Pagina 26

Bovenschools IB-overleg De intern begeleiders van de Spectrumscholen komen vier keer per jaar bijeen tijdens een bovenschools zorgteam. Tijdens dit overleg proberen zij te leren van elkaars expertise. Hiermee kunnen lijnen worden uitgezet ten aanzien van beleid, bv. op gebied van dyslexie, faalangst of hoogbegaafdheid. Schoolmaatschappelijk werk Met ingang van het schooljaar 2003-2004 is er een schoolmaatschappelijk werker voor beperkte tijd aan onze scholen verbonden. Deze dienstverlening wordt afgenomen bij de Oecumenische Stichting voor Schoolgebonden Maatschappelijk werk te Rotterdam. In de afgelopen jaren merkten we in toenemende mate dat het belangrijk is dat er een deskundig 'teamlid' aanwezig is om vanuit een andere invalshoek gesprekken met ouders en kinderen te kunnen voeren. Dat kan bijvoorbeeld zijn omdat er in de gezinssituaties gebeurtenissen plaatsvinden, die van invloed zijn op het functioneren van uw kind of dat er op school aanleidingen zijn voor zo‟n gesprek. De schoolmaatschappelijk werker heeft tevens zitting in ons extern zorgteam. Weer Samen naar School Onze school neemt deel aan 'Weer Samen Naar School'. Dit betekent dat wij met andere basisscholen voor Protestants-christelijk Onderwijs en een speciale school voor basisonderwijs samenwerken. Het doel van deze samenwerking is dat zoveel mogelijk leerlingen op een passende en verantwoorde manier onderwijs op de basisscholen krijgen. Ons samenwerkingsverband bestaat uit 24 basisscholen in Berkel & Rodenrijs, Bleiswijk, Bergschenhoek, Pijnacker en Nootdorp en een speciale school voor basisonderwijs, De Prinsenhof te Zoetermeer. Op deze school wordt onderwijs gegeven aan leerlingen met 'speciale onderwijsbehoeften'. Dit zijn leerlingen met bepaalde school- en leerproblemen, leerlingen die moeite hebben met het opnemen van de leerstof en (vooral jonge) leerlingen die problemen ondervinden in hun ontwikkeling. Het is mogelijk dat de ontwikkeling van een kind op de basisschool anders verloopt dan gewenst is. En dat er, ondanks alle inspanningen, nadere actie moet worden genomen. In overleg met ons melden de ouders hun kind aan voor een bespreking in de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Bij deze commissie is altijd een vertegenwoordiger van onze school aanwezig. De PCL bespreekt of het kind op de basisschool kan blijven. Eventueel krijgt het kind hierbij preventieve ambulante begeleiding. Ook is plaatsing op een school voor speciaal basisonderwijs mogelijk. Voor plaatsing op de speciale school komt sbo


Pagina 27

De Prinsenhof in Zoetermeer in aanmerking. De PCL bepaalt of het kind toelaatbaar is. Dat doet zij nadat allerlei informatie is getoetst op juistheid, zoals het onderwijs aan het kind, de gegeven extra hulp door onze school en de verslagen van overige betrokkenen. Eventueel nodigt de Commissie de ouders uit voor een gesprek. Na de bestudering van de gegevens van onze school, van overige instanties zoals de schoolbegeleidingsdienst en uw gegevens zijn er vier mogelijkheden: 1. Het is noodzakelijk dat het kind geplaatst wordt op een speciale school voor basisonderwijs. Met de directeur van deze school maken de ouders/ verzorgers verdere afspraken. Hij / zij beslist of het kind daadwerkelijk onderwijs op deze school kan ontvangen. 2. Het is niet noodzakelijk dat het kind geplaatst wordt op een speciale school voor basisonderwijs. Dan maken wij verdere afspraken over het onderwijs aan het kind op onze school. 3. Het is niet noodzakelijk dat het kind geplaatst wordt op een speciale school voor basisonderwijs, maar dat het op een andere basisschool uit ons samenwerkingsverband passend onderwijs ontvangt. Met de directeur van deze basisschool maken de ouders/ verzorgers afspraken. 4. Het is noodzakelijk dat het kind geplaatst wordt op een andere vorm van speciaal onderwijs. Over wat de ouders dan moeten doen, worden zij verder geïnformeerd onder het kopje leerling-gebonden financiering. Indien ouders/ verzorgers bezwaar maken tegen het besluit van de Permanente Commissie Leerlingenzorg, dan wordt geadviseerd om dat binnen zes weken kenbaar te maken. Daarna kan geen bezwaar meer gemaakt worden tegen het besluit. Vanzelfsprekend zullen wij proberen bij elke stap die genomen moet worden, zo goed mogelijk te helpen en te begeleiden. Leerling-gebonden financiering, LGF ( het “rugzakje”) Op 1 augustus 2003 werd de Regeling Leerlinggebonden Financiering van kracht. Deze regeling houdt in, dat ouders met een kind dat toegelaten is tot het speciaal onderwijs ervoor kunnen kiezen hun kind op een „gewone‟ basisschool aan te melden. Let op: scholen voor speciaal onderwijs zijn andere scholen dan bijvoorbeeld De Prinsenhof in Zoetermeer. De Prinsenhof is een speciale basisschool. Kinderen, die tot het speciaal onderwijs worden toegelaten, hebben vaak een handicap (lichamelijk of verstandelijk) of een complexe gedragsproblematiek (autisme bijvoorbeeld). Basisscholen hebben de plicht om een dergelijke aanmelding positief te bekijken. De Spectrum-basisscholen zullen zich positief opstellen bij een aanmelding van een leerling met een „rugzak‟. U zult echter begrijpen, dat het van groot belang is dat we goed


Pagina 28

beoordelen of we de hulpvraag van een aangemelde leerling kunnen beantwoorden: hebben we die specialistische kennis of voorzieningen in huis, waarmee we kunnen garanderen dat het onderwijs aan het betreffende kind en aan de rest van de groep waarin het wordt geplaatst kwalitatief verantwoord kan verlopen? Van belang vinden we het om een goed onderscheid te maken tussen de zorg, die een kind nodig heeft en het onderwijs. Een basisschool is een onderwijsinstelling en geen zorginstelling. Als een leerling extra zorg nodig heeft, dan is voorwaarde voor plaatsing dat deze zorg verleend kan worden door de daarvoor aangewezen instellingen. Daarnaast is het uiteraard van belang, dat we onderwijskundig voldoende toegerust zijn om deze leerling verder te helpen met leren. Met elkaar hebben we besloten, dat een leerling met een toelatingsbeslissing (een beschikking) voor het speciale onderwijs die bij ons wordt aangemeld, allereerst wordt besproken in de bovenschoolse zorgcommissie. Deze commissie zal de school adviseren hoe verder te handelen. Tevens kan er geadviseerd worden, dat de betreffende leerlingen op één van onze andere basisscholen wordt geplaatst dan waar de ouders het kind hebben aangemeld. Dit bijvoorbeeld omdat een andere basisschool beter in staat is om de betreffende leerling op te vangen. Hoewel we dus serieus zullen bespreken of een „rugzak‟-leerling op één van onze scholen geplaatst kan worden, is het goed mogelijk dat we in het belang van de leerling of van de school (en de leerlingen die daarop zitten) zullen besluiten niet tot plaatsing over te gaan. Een beslissing over plaatsing wordt uiterlijk drie maanden genomen nadat de betreffende leerling formeel is aangemeld. We raden ouders, die een dergelijke aanmelding overwegen, aan om vroegtijdig contact met de directeur van de school op te nemen. Passend Onderwijs Naast de bestaande regelgeving wordt de laatste tijd steeds meer geschreven over „passend‟ onderwijs, wanneer gesproken wordt over rugzakleerlingen. Er is nieuwe wetgeving in de maak die ervoor zorgt dat schoolbesturen alle kinderen aannemen ongeacht hun beperkingen. Aangezien scholen niet in staat zijn om alle kinderen op te vangen ongeacht hun beperking, zullen besturen verplicht worden samen te werken. Een aanmelding bij het ene bestuur kan dan leiden tot een plaatsing bij een ander bestuur die bepaalde specialisaties wel bezit. Dat het kind op de goede plaats komt, is dan niet langer de verantwoordelijkheid van de ouders maar van de schoolbesturen waar het kind wordt aangemeld. Ook Spectrum-VPCO is zich onverminderd op deze wetsverandering aan het voorbereiden. In de afgelopen periode heeft iedere school precies in kaart gebracht wat de zorgcapaciteit van de school is. Een plan van aanpak om de zorg verder uit te bouwen zal hier op volgen. Op dit moment is echter nog onduidelijk hoe Passend Onderwijs vorm gaat krijgen.


Pagina 29

Ontzegging van de lessen In zeer uitzonderlijke situaties kan de directeur het besluit moeten nemen een leerling de toegang tot de lessen te ontzeggen. Hier is dan al een uitvoerig traject van overleg en interne zorg aan voorafgegaan. De ouders / verzorgers, de inspectie en de leerplichtambtenaar worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Er worden maatregelen genomen om de leerachterstanden tot een minimum te beperken. Het uitschrijven van leerlingen Wanneer een leerling onze school verlaat, dan krijgt de ontvangende school naast de administratieve gegevens ook een onderwijskundig rapport. Daarin staat informatie over de vorderingen en bijzonderheden over de betreffende leerling en de gebruikte methodes. Met de andere Berkelse basisscholen is afgesproken dat bij een overplaatsing binnen Berkel en Rodenrijs altijd overleg plaats vindt tussen ouders, de school van herkomst en de nieuwe school over de reden van vertrek. Onderwijskundig rapport Als uw kind van school verandert, zal de school waar uw kind vandaan komt een onderwijskundig rapport opstellen, waarin ter zake doende gegevens over uw kind worden vermeld. Op deze wijze zijn wij zo snel mogelijk op de hoogte van het leerniveau en/of andere bijzonderheden. Dit onderwijskundig rapport is voor u ter inzage. Uiteraard sturen wij een dergelijk rapport op aan de school, waar uw kind bij verandering of verhuizing terecht komt.


Pagina 30

WIKKEN EN WEGEN Veel ouders kijken naar welke scholen voor voortgezet onderwijs de kinderen van onze school gaan. Je hoort wel eens, dat hoe meer kinderen er naar een hoge vorm van voortgezet onderwijs gaan, hoe beter de school is. Dat kan natuurlijk zo zijn, maar het hangt ook af van het niveau van de kinderen die binnenkomen. Op onze school zullen we er alles aan doen om uit kinderen te halen, wat er in zit. Uiteraard willen we daarover verantwoording afleggen in gesprekken met ouders. U heeft al kunnen lezen, dat we de resultaten van de kinderen goed bij proberen te houden. Een middel hiervoor is het Leerlingvolgsysteem, waarbij we gebruik maken van toetsen van CITO. Daarnaast hebben we ook toetsen, die aansluiten bij onze methodes (taal en rekenen bijvoorbeeld). Hiermee kan de leerkracht goed signaleren of kinderen de leerstof beheersen. Op grond van de beheersing wordt er besloten of de klas verder kan met de leerstof. De resultaten van het leerlingvolgsysteem komen regelmatig aan de orde tijdens personeelsvergaderingen. Voortgezet onderwijs Rond het eerste rapport in groep 8 worden de ouders/ verzorgers uitgenodigd voor een gesprek over het advies voor het voortgezet onderwijs. Uitgaande van de schoolloopbaan, de resultaten in groep 8 en de indrukken die voorgaande leerkrachten hebben opgedaan, wordt een voorlopig advies gegeven over de keuze van het type voortgezet onderwijs. Rond die tijd sturen scholen voor voortgezet onderwijs allerhande informatiebrochures, die de kinderen en hun ouders / verzorgers kunnen gebruiken bij het maken van een keuze voor het vervolgonderwijs. In januari worden de leerlingen met hun ouders uitgenodigd voor een scholenmarkt. Geadviseerd wordt om zoveel mogelijk open dagen van de scholen, in januari en februari, te bezoeken, zodat een goed vergelijk mogelijk is. Uiteindelijk maken de ouders / verzorgers een schoolkeuze en schrijven hun kind in. De school voor voortgezet onderwijs neemt contact op met de basisschool, voordat tot een definitieve plaatsing wordt overgegaan. Zodra de CITO-eindtoets-uitslag bekend is, ontvangen de ouders / verzorgers twee versies van de CITO-score; één voor henzelf en één voor de nieuwe school. Samen met een formulier met daarop het definitieve advies van de basisschool moet dit op de nieuwe school worden ingeleverd. Hieraan wordt een onderwijskundig rapport toegevoegd. Waar gingen zij naar toe? Elke jaar brengen we in kaart naar welke vorm van voortgezet onderwijs onze kinderen gaan. Voor een overzicht hiervan verwijzen we naar de jaarlijkse bijlage. In de jaren na het verlaten van de basisschool proberen wij de resultaten van de kinderen te blijven monitoren. Hierdoor kunnen wij beoordelen of onze adviezen de juiste waren. Schoolgids 2011 - 2015 Prins Johan Frisoschool

Pagina 31

NIET BIJ KENNIS ALLEEN Goed onderwijs betreft meer dan alleen het leren uit boekjes of methoden. De maatschappij verandert in een hoog tempo. Kinderen moeten leren daar deel vanuit te maken. Wij vinden dat je als school ook het 'samen-zijn' vorm moet geven, je moet ook met elkaar werken aan het 'wij-gevoel' en het dragen van verantwoordelijkheid voor elkaar. Daar zijn andere activiteiten onmisbaar bij, zoals feesten, vieringen, jaaropening, jaarsluiting etc. Jaaropening Aan het begin van het schooljaar komen alle leerlingen, leerkrachten en belangstellenden bij elkaar in kerkgebouw De Ark om het jaar met elkaar te openen en om Gods zegen te vragen. Al voor de zomervakantie zijn de voorbereidingen in volle gang. De bedoeling is dat alle groepen een bijdrage leveren bij het tot stand komen van de dienst. Het is een moment waarop we 'samen school zijn' concreet kunnen ervaren en vorm kunnen geven. Wij vinden het waardevol om op zo'n manier met elkaar een schooljaar te beginnen. Scholendienst Eén keer per jaar organiseert onze school, samen met een dominee van één van de kerken in Berkel en Rodenrijs, een kerkdienst tijdens een gewone zondagse dienst. We vinden het leuk, wanneer heel veel kinderen met hun ouders/ verzorgers bij deze dienst aanwezig kunnen zijn. Open Podium Door het jaar heen vindt het Open Podium plaats. Iedereen kan zich daarvoor opgeven. Individuele of groepjes kinderen verzorgen een kort optreden voor de hele school en belangstellenden. Er wordt opgetreden op een heus podium en er is een prima geluidsinstallatie aanwezig. Sociale Vaardigheidstrainingen In de afgelopen jaren is er meer belangstelling gekomen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Sommige kinderen kunnen daarbij een steuntje in de rug krijgen. Dit kan zijn op het gebied van samenspelen, vriendjes maken, zelfvertrouwen, eigenwaarde en nog veel meer. Wij werken op dit gebied samen met Kwadraad, Stichting Oogpunt, Theater Vlammen en Snap je. Elke organisatie heeft net een andere insteek. Plezier staat Schoolgids 2011 - 2015 Prins Johan Frisoschool

Pagina 32

bij allemaal voorop. Voor informatie kunt u terecht bij de organisaties zelf, of bij onze intern begeleiders (Tjarda Smits en Mariëtte Zeillemaker). Ook de gemeente Lansingerland ziet meer en meer het belang van dergelijke trainingen. Zij zijn bereid hiervoor financiën vrij te maken. De meeste trainingen zijn dan ook volledig gesubsidieerd. KNVB-voetbaltoernooi Ook de komende jaren zal de PJF voetbalteams samenstellen met belangstellenden uit de groepen 5 t/m 8. De strijd zal op de voetbalvelden van Het Hoge Land gaan tussen verschillende deelnemende scholen uit Berkel en Bergschenhoek. Deze wedstrijden vinden altijd plaats in het voorjaar. De kans bestaat dat, net als in de afgelopen jaren, enkele teams doorgaan naar de volgende ronde, elders in het land, om misschien uiteindelijk de titel KNVB-voetbalkampioen te veroveren. Het toernooi wordt op woensdagmiddagen gehouden. Hand- en voetbaltoernooi In mei wordt het jaarlijks terugkerende handen voetbaltoernooi voor Berkelse scholen georganiseerd voor de groepen 5 tot en met 8. Dit evenement vindt eveneens plaats op Het Hoge Land. Hieraan doen alle leerlingen van de groepen 5 t/m 8 mee. De kinderen mogen zelf bepalen welk van de twee sporten ze willen gaan doen. Het is onder schooltijd, dus is iedereen verplicht hieraan mee te doen. Belangstellenden zijn natuurlijk van harte welkom om de kinderen sportief aan te moedigen. Schoolreisje Elk jaar wordt er in een commissie een bestemming gekozen voor het jaarlijkse schoolreisje voor de groepen 1 t/m 7. Soms wordt er een gezamenlijk uitstapje gemaakt, soms gaan de groepen 1 en 2 samen en de groepen 3 t/m 7 samen. Voor de kleuters in de instroomgroep wordt een alternatief schoolreisje georganiseerd. De kosten voor het schoolreisje zijn niet meegenomen in de ouderbijdrage. U krijgt hiervoor van de ouderraad een aparte rekening. Schoolkamp Groep 8 gaat aan het eind van het schooljaar 4 dagen op kamp. Zij gaan daarom niet mee met het schoolreisje . Schoolgids 2011 - 2015 Prins Johan Frisoschool

Pagina 33

Sportdag Ieder schooljaar wordt een buitensportdag georganiseerd. Veel hulpouders maken het mogelijk dat deze dag een succes wordt. De sportdag voor de onderbouw (groepen 1 – 3) is op een andere dag dan de sportdag van de bovenbouw (groepen 4 – 8). Jaarafsluiting Op de laatste maandag van het schooljaar nemen we afscheid van groep 8. Dit doen we in elk geval in de vorm van een dienst. Dit is tevens de slotdienst van het jaar. De rest van het programma wordt in de loop van het jaar door de betrokken leerkrachten ontwikkeld. Zending Als school vinden we het belangrijk niet alleen in woord, maar ook in daad iets voor onze naaste te betekenen. Vandaar dat we u vragen om uw kind(eren) iedere week zendingsgeld mee te geven. Het is het handigst dat u dit op een vaste dag (de maandag) doet. Ieder jaar bepaalt de zendingscommissie waar voor gespaard gaat worden. De afgelopen jaren brachten de kinderen geld bijeen voor verschillende projecten zoals: Plan Nederland, Suriname zending, Liliane Fonds, Unie collecte, Actie Schoenendoos e.d. Wij hechten zeer veel waarde aan dergelijke projecten, omdat de kinderen betrokken kunnen worden bij hun minder bedeelde medemens. In elk lokaal hangt een “thermometer” om de stand van het opgehaalde geld bij te houden. Op de grote thermometer in de hal wordt de totale stand bijgehouden. Culturele Vorming We vinden het belangrijk dat de kinderen van onze school iets weten van de Nederlandse cultuur. Ook andere culturen komen aan de orde. Cultuur uit zich op allerlei mogelijke manieren, bijvoorbeeld in muziek, in schilderkunst, in oude en nieuwe gebouwen. Je kunt iets merken van de cultuur, als je over straat loopt, een museum binnengaat, een toneelstuk bezoekt of naar muziek luistert. Maar cultuur verandert ook steeds en daar doen we zelf aan mee. Dus ook zelf tekenen of dansen, schilderen of kleien kan kinderen gevoelig maken voor de cultuur, waarin ze leven. Op onze school vindt er in de loop van een cursusjaar een aantal activiteiten plaats, waarmee we speciaal aandacht aan de culturele vorming besteden. Te denken valt aan de programma's die verzorgd worden door de stichting Muzische Vorming. Deze stichting bestaat sinds 1977 en is tot stand gekomen met het doel de basisschooljeugd kennis te laten maken met allerlei vormen van kunst, zoals dans, theater, muziek, enzovoort. Schoolgids 2011 - 2015 Prins Johan Frisoschool

Pagina 34

De voorstellingen worden gehouden in verschillende sportzalen of in ons eigen speellokaal. Project Elk jaar wordt er een projectonderwerp gekozen, waar alle groepen enige tijd mee aan de slag gaan. Ter afsluiting wordt er een avond georganiseerd, waar alle ouders en belangstellenden het gemaakte werk kunnen bekijken. Verjaardagen De verjaardagen van de kinderen worden in de klas gevierd. Er wordt gezongen en de kinderen mogen een traktatie geven aan de kinderen in hun klas. Het wordt op prijs gesteld, wanneer u kiest voor een kleine, verantwoorde traktatie. De kinderen krijgen van de juf of meester een mooie kaart en mogen, met een vriendje of vriendinnetje, de klassen van de gang waar zij zich bevinden langs voor een felicitatie van andere leerkrachten. Uiteraard mag uw kind ook bij juf Ingeborg langs! Vanuit de dependance krijgen de jarige kinderen om 13.00 uur de mogelijkheid om zich door juf Ingeborg te laten feliciteren. Groei en bloei De kinderen van groep 6 krijgen in de tweede helft van het schooljaar een plantje mee naar huis om dit zo goed mogelijk te verzorgen. De plantjes worden uitgereikt door de Koninklijke Maatschappij Tuinbouw en Plantkunde, afdeling Berkel & omstreken. Na enkele maanden worden de planten op school door een jury beoordeeld en krijgen drie kinderen, die de mooiste planten inleveren, een prijs. Papaver Bij de Papaver te Delft (Natuureducatief centrum in het Delftse Hout) kunnen wij allerlei materiaal krijgen ter ondersteuning van onze natuurlessen. Elke leerkracht bepaalt zelf van welke aangeboden materialen er gebruik gemaakt wordt.


Pagina 35

WET OP DE PRIVACY Alle scholen binnen Spectrum-SPCO houden zich natuurlijk aan de wet op de privacy. Dat betekent bijvoorbeeld dat er geen contact met externe organisaties opgenomen wordt zonder dat ouders hiervan in kennis gesteld worden. De schoolmaatschappelijk werkster en schoolarts worden gezien als interne organisaties. Uitzondering op de regel is het bureau vertrouwensartsen. Wanneer de veiligheid van het kind in het geding is en er gerede twijfel bestaat inzake geestelijke of lichamelijke verwaarlozing van een kind is de school verplicht hiervan melding te maken, zonder ouders op de hoogte te brengen. Iedere school beschikt tegenwoordig over een website. Steeds meer ouders halen hier informatie vandaan. De scholen gebruiken de website ook om foto‟s te laten zien van belangrijke gebeurtenissen binnen de school. Wie bezwaar maakt tegen het discreet plaatsen van foto‟s wordt geacht dit mee te delen aan de directeur van de school. Bij de inschrijving van de leerlingen wordt hier ook op gewezen.


Pagina 36

OUDERS CBS Prins Johan Friso prijst zich gelukkig dat een groot aantal ouders bereid is op school te assisteren bij allerlei activiteiten. Ouders zijn op vele manieren actief in de school. Wij kunnen niet zonder!! De klassenouder Aan het begin van het schooljaar benadert de leerkracht een ouder uit zijn/haar groep met het verzoek klassenouder te worden. De leerkracht probeert in principe iemand van buiten de ouderraad te vinden, aangezien de mensen van de ouderraad zich al met veel andere zaken bezighouden. De klassenouder houdt zich bezig met praktische zaken als hulp regelen voor diverse activiteiten op verzoek van de leerkracht (bijv.: sinterklaasfeest, kerstfeest, sportdag en een verjaardag van de leerkracht), het regelen van buitenschoolse activiteiten en andere zaken. De klassenouder heeft niet alleen een uitvoerende, maar vooral ook een delegerende taak. Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR), bestaande uit 3 ouders en 3 personeelsleden, bespreekt ongeveer om de 6 weken inhoudelijke zaken omtrent het schoolbeleid. Over een aantal zaken binnen de school heeft de MR uit hoofde van de wet Medezeggenschap op scholen advies- of instemmingsrecht. Hierbij valt te denken aan de vakantieregeling en de benoeming van personeel. Verder kunnen tijdens de vergaderingen allerlei onderwerpen aan de orde komen die voor kinderen, ouders en leerkrachten van belang zijn. De MR moet o.a. instemmen met het schoolplan, het activiteitenplan en het verrichten van ondersteunende werkzaamheden door ouders ten behoeve van de school en het onderwijs. Ook de beleidsvoorstellen van het bestuur worden in de vergaderingen aan de orde gesteld. Verder heeft de MR een controlerende taak over de besteding van de ouderbijdragen. Omdat er negen scholen aan de schoolvereniging verbonden zijn, bestaat er ook een overkoepelende MR, de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Naar de GMR worden een ouder of een teamlid uit de MR van de school afgevaardigd. Een MR-lid wordt voor drie jaar gekozen. Dit gebeurt voor de personeelsgeleding binnen het team. In de personeelsgeleding zitten drie leerkrachten. De oudergeleding wordt door de ouders van de school gekozen, door middel van een schriftelijke verkiezing. Voor actuele informatie over wie er in de personeels- en oudergeleding zit, verwijzen we u naar de website van de school of de jaarlijkse bijlage. De MR is te bereiken via het emailadres [email protected] .


Pagina 37

Ouderraad Naast de medezeggenschapsraad kennen we op onze school een ouderraad (OR), die o.a. tot doel heeft de relatie tussen ouders en school te bevorderen en het uitvoeren van werkzaamheden die een bijdrage leveren aan het optimaal functioneren van ons onderwijs. Onze ouderraad betreft een enthousiaste groep ouders, die wij niet kunnen missen. Zij vervullen een belangrijke functie binnen onze school, wat dan ook in sterke mate door de school wordt gewaardeerd. Er wordt ongeveer 1x in de zes weken vergaderd over allerlei activiteiten. De ouderraad verleent vooral praktische hulp op schoolniveau. Te denken valt aan het organiseren van feesten als Sinterklaas en Kerst. Ook koffieschenken op ouderavonden wordt door hen geregeld. Daarnaast zijn er nog vele andere taken. De Ouderraad beheert het schoolfonds, waarover u aan het begin van het schooljaar een brief krijgt toegestuurd. De ouderbijdrage wordt aan het begin van het schooljaar vastgesteld en u krijgt hierover schriftelijk bericht. Het bedrag kunt u overmaken op rekeningnummer: 3486502 t.n.v. Penn Ouderraad Prins Johan Frisoschool te Berkel en Rodenrijs . Deze bijdrage is wettelijk niet verplicht, maar geheel vrijwillig. U zult echter wel begrijpen dat we als school ook voor uw kind de nodige extra kosten maken. Van deze ouderbijdragen worden zaken betaald waarvoor het Rijk geen vergoeding geeft en die toch heel nuttig en leuk zijn om ons onderwijs aantrekkelijk te maken. Te denken valt daarbij aan de schoolagenda, sportactiviteiten, festiviteiten zoals Kerst en Sinterklaas, het afscheid van groep 8, extra uitjes, tegemoetkoming in de kosten voor schoolreis en schoolkamp, extra materialen voor projecten en vernieuwing van bibliotheek en documentatiecentrum. Voor kinderen die een gedeelte van het schooljaar op de PJF doorbrengen hoeft slechts een evenredig deel vrijwillige bijdrage betaald te worden. Voor namen en adressen van de ouderraadsleden verwijzen wij u naar onze website! Overblijven Op onze school bestaat de mogelijkheid tot overblijven tussen de middag. De kinderen gaan in een vaste groep bij een vaste overblijfmoeder eten en spelen (of buitenspelen). U kunt kiezen uit 2 manieren van betalen, namelijk een vast bedrag per kwartaal, jaar/ half jaar voor de vaste overblijvers of een strippenkaart (incidenteel overblijven). Het is niet mogelijk om per keer contant te betalen. U verneemt per brief op welke wijze u dient te betalen. Voor actuele prijzen verwijzen u naar de website van de school. Als uw kind incidenteel overblijft, heeft hij of zij een eigen overblijfkaart. Er kunnen dus geen 2 kinderen op één kaart. De betaalde strippenkaart wordt bewaard door de overblijfouder. Deze houdt bij wanneer een kind overblijft en geeft d.m.v. een brief aan wanneer de strippenkaart bijna vol is. U dient uw kind aan te melden als het incidenteel overblijft. Zo kan de overblijfcoördinator Schoolgids 2011 - 2015 Prins Johan Frisoschool

Pagina 38

een reële schatting maken van het aantal overblijvers en deze kinderen indelen in de groepen. De meeste ouders hebben inmiddels de weg naar dit formulier gevonden; het hangt op het whiteboard in de hal beneden (op het hoofdgebouw). Als uw kind, als vaste overblijver, een keer niet over hoeft te blijven, willen wij dat graag weten. De overblijfcoördinator weet graag op welke kinderen we kunnen rekenen. U kunt dit aangeven op de afmeldlijst op het whiteboard. Als uw kind bij een vriendje / vriendinnetje wil blijven eten, moet u daarvoor toestemming geven door een briefje mee te geven. Is dit niet het geval dan blijft uw kind gewoon op school over. Wanneer uw kind niet afgemeld is, wordt de overblijfbeurt wel aangetekend op de kaart. Wij schakelen immers een aantal overblijfouders in, op basis van aangemelde kinderen. Het is voor ons prettig als het kind een vaste overblijftas heeft. Hierin kunnen evt. het overgebleven eten en brieven meegegeven worden. Zo bent u op de hoogte als bijvoorbeeld de overblijfkaart vol is. Ook het geld voor de kaart kunt u hierin meegeven in een gesloten enveloppe met de naam en de school- en/of overblijfgroep. Om het overblijven voor iedereen gezellig te houden, gelden de schoolregels. Dit zijn regels die we als overblijf niet meer dan normaal vinden, maar het is prettig als u weet wat we van uw kind verwachten. Ziekmelding Als uw kind vanwege ziekte of een andere oorzaak niet op school kan komen, wilt u dit ons dan zo spoedig mogelijk laten weten? Een telefoontje is voldoende, bij voorkeur voor schooltijd. Regen en slecht weer Wilt u uw kind(eren) bij regenachtig weer niet te vroeg naar school sturen? Wij doen de schooldeur 10 minuten voor schooltijd open. Als de kinderen om die tijd bij school zijn, kunnen ze direct naar binnen en hoeven dan niet in de regen te blijven staan.


Pagina 39

SCHOOL EN OMGEVING Onze school onderhoudt contact met verschillende instanties. We hebben er hieronder een aantal op een rij gezet, die voor u van belang kunnen zijn. BSO Zus en zo De kinderen kunnen bij ons in het gebouw naar de BSO. Deze opvang is van de organisatie BSO Zus en Zo. Als onderdeel van onze „brede school‟ wordt activiteitengerichte buitenschoolse opvang aangeboden van 07.30 tot 18.30 uur (locatie BSO KetchUp voor 4 en 5 jaar en BSO Mozaïek vanaf 6 jaar). Zij biedt kinderopvang gedurende 40 schoolweken en 12 vakantieweken van 07.30 tot 18.30 uur. De opvang bestaat uit voor, na school, tijdens bijzondere schooltijden (o.a. studiedagen, sportdag, ed.) en hele dagen vakantie opvang. Bij BSO Zus en Zo staan persoonlijke aandacht, oog voor natuur, cultuur, gezond leven en eten centraal. Als extra‟s biedt BSO Zus en Zo: · Leeftijdgerichte activiteiten en materialen. · Een wisselend activiteitenprogramma met sport, creativiteit en expressie op de BSO locatie. · Begeleiding naar zwemles voor diploma A/B/C. · Het mee organiseren en meedoen aan evenementen voor kinderen. · Spannende en afwisselende vakantie opvang · Huiswerkbegeleiding (indien gewenst) Voor meer informatie kunt u contact opnemen met BSO Zus en Zo, tel. (010) 522 17 88 of mailen naar: [email protected] of kijken op: www.bsozusenzo.nl . U kunt ook gerust eens komen kijken. Aanmelden kan kosteloos via de website. Andere samenwerkende BSO’s Er zijn ook andere BSO‟s, die bij ons kinderen halen en brengen. Deze BSO‟s zijn niet aan ons plein gevestigd, maar brengen en halen de kinderen per auto, taxi of bakfiets. Informatie kunt u krijgen bij: BSO Hakuna Matata – www.bsohakunamatata.nl (locatie Berkel en Rodenrijs) BSO Vuurvlinder - www.kern-randstad.nl (vestiging Vuurvlinder) BSO de Paddestoel – www.de-paddestoel.nl BSO Ratjetoe – www.catalpa.nl (vestiging Ratjetoe) Inspectie De inspectie bezoekt regelmatig onze scholen. Gelukkig merken we dat de inspecteur steeds tevreden is over datgene wat er op onze school gebeurt. De rapporten van de inspectie staan op internet: www.owinsp.nl Overigens is de wijze waarop de inspectie toezicht houdt in de afgelopen jaren sterk Schoolgids 2011 - 2015 Prins Johan Frisoschool

Pagina 40

gewijzigd. Alle scholen ontvangen periodiek inspectiebezoek, waarbij gekeken wordt of er „risicofactoren‟ zijn, die de kwaliteit van het onderwijs bedreigen. Is dat niet het geval en heeft de school het onderwijs en de organisatie daarvan goed op orde, dan vertrekt de inspecteur zonder verdere actie. Worden er risico‟s ontdekt, dan zal er sprake zijn van een intensiever toezicht in de daarop volgende tijd. Inspectie van het onderwijs: [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over het onderwijs: 0800-8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouweninspecteurs: 0900-1113111 (lokaal tarief) Schoolarts/logopedie (GGD) Totdat een kind vier jaar wordt, valt het onder de zorg van het consultatiebureau. Als uw kind naar de basisschool gaat, wordt de zorg overgenomen door de jeugdarts, jeugdverpleegkundige en logopedist van de GGD Rotterdam. Deze zorg houdt in: het volgen en begeleiden van de gezondheid en de ontwikkeling van de schoolgaande jeugd. In groep 2 vindt er een preventief gezondheidsonderzoek plaats en in het jaar dat de kinderen negen jaar worden krijgen zij een oproep voor BMR- en DTP- prik. U ontvangt bijtijds een oproep. Op verzoek is tussentijdse controle of onderzoek mogelijk. Wanneer er in uw gezin een besmettelijke ziekte (b.v roodvonk) of aandoening voorkomt verzoeken we u dit zo snel mogelijk aan ons door te geven. Schoolbegeleidingsdienst Onze school werkt samen met de School Begeleidings Dienst 'Midden-Holland en Rijnstreek' te Bodegraven. De SBD helpt ons bij het verbeteren van de kwaliteit van ons onderwijs. Tevens verzorgt de SBD onderzoeken bij individuele kinderen als er problemen zijn bij de voortgang van het onderwijs. Deze leerlingenonderzoeken worden verzorgd door mw. drs. M. Hoekstra.


Pagina 41

OVERIGE INFORMATIE Aanmelding nieuwe leerlingen Ouders/verzorgers, die overwegen hun kind op onze school aan te melden, kunnen een afspraak maken met de directeur van de school. Door middel van een rondleiding en een informatief gesprek krijgen de ouders /verzorgers een beeld van onze school. Dit doen we bij voorkeur onder schooltijd . Wij denken dat op deze wijze een juist beeld ontstaat. Wennen Kinderen, die bijna vier jaar worden, mogen ongeveer 5 dagdelen op school wennen. Het kind wordt aan het begin van het dagdeel, wanneer de school begint, gebracht en aan het eind weer opgehaald. Het is niet de bedoeling dat de ouders bij het kind blijven. In overleg met de groepsleerkracht kan een geschikt dagdeel worden gekozen. Wennen wordt van te voren afgesproken. In de maanden december en juni/juli wordt er niet gewend, omdat dit drukke tijden zijn. Indien de kleutergroepen vlak voor de kerstvakantie of zomervakantie te groot worden, kan het zijn dat uw kind (jarig in december, of juni / juli) pas na genoemde vakanties kan starten. Vanwege de grote groei kan het mogelijk zijn dat een nieuwe kleuterklas halverwege het jaar wordt opgestart. In dat geval zullen de startende kinderen een wenmoment aangeboden krijgen. Vierjarigen Een kind mag naar school als het vier jaar wordt. Het heeft echter nog geen leerplicht. De praktijk leert, dat alle ouders hun vierjarige naar school sturen. Voor veel van deze kinderen blijkt een volledige schoolweek in het begin erg vermoeiend. Het is daarom niet erg als uw kind een dagje thuisblijft. Wel is het van belang het schoolverzuim tot een minimum te beperken. Overleg daarom met de leerkracht over wat verstandig is.

Samenstelling groepen Als de kinderen in groep 1 starten, moeten school en kinderen elkaar leren kennen. Het kan voorkomen dat de samenstelling van de groep (qua gedrag en zorg) erg verschilt van andere groepen. Het kan dan wenselijk zijn om de groepen door elkaar te mengen, om zo het leerplezier voor een ieder (leerlingen, ouders en leerkrachten) te vergroten. Alhoewel dergelijke maatregelen bij voorkeur in de eerste groepen genomen worden, sluiten we niet


Pagina 42

uit dat dit in hogere groepen gebeurd. Bij een nieuwe indeling van de groepen houden we zoveel mogelijk rekening met reeds ontstane vriendschappen. Ouders worden hiervan van te voren op de hoogte gesteld. Ook is het mogelijk dat er tussentijds kinderen doorschuiven van de ene groep naar de andere, bijvoorbeeld om ruimte te maken in groep 1 voor nieuwe wenners. Dit doorschuiven gebeurt altijd met een aantal andere kinderen. Ook dan houden we zoveel mogelijk rekening met reeds ontstane vriendschappen en worden ouders hiervan van te voren op de hoogte gesteld. Schoolverzuim Voor een vijfjarig kind bestaat een leerplicht van 4 schooldagen. Uiteraard is dat buiten het verzuim i.v.m. ziekte en doktersbezoek. Ouders die van deze regeling gebruik maken, dus hun kind 1 dag per week thuis willen houden, zullen de groepsleerkracht daarvan op de hoogte moeten stellen. Het is echter niet toegestaan mogelijke verzuimdagen op te sparen voor een extra vakantie. Om het schoolverzuim zo veel mogelijk te voorkomen, houden wij nauwkeurig bij welke kinderen afwezig zijn. Wanneer een kind niet is afgemeld, wordt er vanuit school naar huis gebeld.

Verlof Extra verlof dient schriftelijk te worden aangevraagd via een formulier dat bij de directie verkrijgbaar is. Dit formulier moet door de ouders/verzorgers worden ingevuld, minimaal twee weken van te voren. Leerkrachten worden via een strookje geïnformeerd over de al dan niet geoorloofde afwezigheid van een leerling. Huiswerk wordt alleen meegegeven bij toestemming voor het verzuim en na overleg met de leerkracht. Hierbij vermelden wij dat wij de richtlijnen voor verlof buiten de schoolvakanties volgen, zoals wij deze van de gemeente op basis van de Leerplichtwet van 1969 dienen te hanteren. Hiervoor kunt u de website van onze school raadplegen. Open dag In samenwerking met de andere basisscholen in ons dorp wordt in februari een open dag gehouden. Voor een exacte datum verwijzen we naar de website. Dit houdt in dat belangstellende ouders op deze dag 's ochtends van harte welkom zijn op onze school. Tijdens deze open dag wordt het een en ander over de school verteld en worden de ouders


Pagina 43

rondgeleid. Deze open dag is niet bestemd voor ouders die al kinderen op onze school hebben. De open dag wordt aangekondigd door middel van een advertentie in een plaatselijke krant en posters in het dorp. Vervanging bij ziekte, ADV, studieverlof, scholing Wanneer een leerkracht afwezig is, wordt er gezocht naar een vervanger. Wanneer er geen vervanger beschikbaar is, wordt er een andere oplossing geboden. Zo kunnen de kinderen verdeeld worden over de andere groepen, of wordt er, incidenteel, een leerkracht ingezet die op die dag taken buiten de groep zou hebben. Een groep wordt maximaal twee dagen per week verdeeld. Is er dan nog geen vervanger gevonden, dan kan het zijn dat u uw kind thuis moet houden. Dit gebeurt maximaal twee dagen en u wordt hiervan van te voren op de hoogte gesteld. De leerkrachten hebben recht op 14 dagen arbeidsduurverkorting ( ADV) per cursusjaar en kunnen dit maandelijks opnemen. Om de continuïteit van het onderwijs te garanderen, heeft elke groep een vaste ADV- vervanger. Op ADV-dagen neemt hij / zij de groep waar. Tussen de vervanger en de groepsleerkracht worden goede afspraken gemaakt, waardoor de leerlingen zo min mogelijk hinder ondervinden van de wisseling. Klassenverdeling Een belangrijk onderwerp vormt ieder jaar de verdeling van de klassen. Op onze school proberen we hier zo zorgvuldig mogelijk mee om te gaan, door ouders vroegtijdig te informeren over eventuele veranderingen. Tevens proberen we het aantal eventuele veranderingen in een schooljaar te beperken. Met het oog op de te verwachten groei, zijn eventuele tussentijdse wijzigingen mogelijk. Ook dit zult u op tijd te horen krijgen. Een beslissing wordt genomen na overleg met de medezeggenschapsraad en het bestuur. Indien er combinatiegroepen gemaakt moeten worden, proberen we de kinderen zo zorgvuldig mogelijk over de groepen te verdelen. Hierbij wordt gekeken naar vriendschappen, taak- en werkhouding van de kinderen en zorgbreedte van de groep. Schooltijden/aantal uren les Onderbouw (groep 1 – 4): Dagen Groepen 1-4

ochtend

maandag,dinsdagen donderdag 8.30 - 11.45 uur woensdag 8.30 - 12.15 uur vrijdag 8.30 - 11.45 uur


middag 13.00- 15.15 uur vrij vrij

Pagina 44

Bovenbouw (groep 5 – 8): 5- 8 maandag, dinsdag en donderdag en vrijdag 8.30 – 11.45 uur 13.00- 15.15 uur woensdag 8.30 - 12.15 uur vrij Tien minuten voor aanvang van de school gaan de deuren open en is er inloop. In de hal staat de directeur of een leerkracht om u te verwelkomen. De kinderen kunnen dus om 8.20 en om 12.50 uur al naar binnen. Van belang is te realiseren dat de lessen ook daadwerkelijk om 8.30 uur en 13.00 uur beginnen. Op die manier willen we tegengaan dat er aan het begin van de lessen teveel tijd verloren gaat. Dit geldt ook bij de kleutergroepen. Ook in die groepen wil de leerkracht op tijd beginnen. Dus als u te laat bent, wilt u dan uw kind rustig de klas in laten gaan, omdat de les dan al begonnen is en we het niet wenselijk vinden dat er dan nog gestoord wordt. Uiteraard rekenen wij op uw medewerking. Vakanties Gedurende het jaar kennen we meerdere vakanties. Wij proberen de vakanties ruim van te voren door te geven. Zodra de vakanties voor het komende jaar bekend zijn, worden zij vermeld op de website en nieuwsbrief. Ook wordt er een overzicht opgenomen in de jaarlijkse bijlage. Gedrag en regels; regels en gedrag (pestprotocol en SOVA-methode) Waar mensen met elkaar samenleven en samenwerken, zijn omgangsregels en afspraken nodig om dat proces zo optimaal en positief mogelijk te kunnen laten verlopen. In theorie is het altijd mooier dan in de praktijk, omdat je nu eenmaal met mensen van doen hebt. Daarom zien wij het als onze verantwoordelijkheid om hier altijd actief mee bezig te zijn en te blijven werken aan een werkwijze die recht kan doen aan ieder kind, zodat ieder kind zich zo veilig mogelijk voelt op onze school. Wij hebben op onze school een pestprotocol. We werken daarnaast met de methode Kinderen en hun sociale talenten, waarmee we het komende schooljaar weer actief aan de slag gaan in de groepen. We willen wekelijks een onderwerp aan de orde stellen. Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, rollen in de groep, aanpak van ruzies etc. kunnen aan de orde komen. Andere werkvormen zijn ook denkbaar, zoals: spreekbeurten, rollenspellen, regels met elkaar afspreken over omgaan met elkaar en groepsopdrachten. Het voorbeeld van leerkrachten (en thuis de ouders/ verzorgers) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost, maar worden uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en leerlingen wordt niet geaccepteerd. Leerkrachten horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke Schoolgids 2011 - 2015 Prins Johan Frisoschool

Pagina 45

gedragingen. Een effectieve methode om pesten te stoppen, is het afspreken van regels met en voor de leerlingen. Op een positieve manier met elkaar omgaan, vraagt veel inzet en betrokkenheid van kinderen, ouders en leerkrachten. Het voorkomen en tegengaan van pesten of vervelend gedrag ook! Pesten accepteren we niet, maar het is soms heel moeilijk om het te achterhalen. Veel incidenten tussen kinderen vinden plaats buiten schooltijd. Toch kunnen ze vaak doorwerken binnen de school. Daarom hopen we ook dat u eventuele ruzies en pesterijen aan ons meldt. Wij kunnen er dan op school op inspelen. We zijn samen verantwoordelijk voor een veilig klimaat op school. Alleen door met elkaar alert te zijn, kunnen we werken aan een positief klimaat. Klachtenregeling Een goed contact tussen school en thuis is van groot belang. Wij hopen dat eventuele problemen uitgepraat kunnen worden. Allereerst met de mensen die het betreft, veelal de groepsleerkracht van uw kind. Lukt dat niet, dan kunt u bij de directeur terecht. Mocht u onverhoopt ook met de directeur niet tot een oplossing kunnen komen dan is uiteraard een gesprek met de algemeen directeur mogelijk. Wij gaan er dan wel van uit dat voorgaande stappen zijn doorlopen. Tevens is er een schoolcontactpersoon: Ingeborg van Leeuwen. Deze beschikt over de vastgestelde klachtenprocedure. De contactpersoon kan u op uw verzoek terzijde staan bij een zorgvuldige behandeling van uw vraag of probleem. Tevens kan de contactpersoon u in contact brengen met de onafhankelijke vertrouwenspersonen van het bestuur: mw. N. Blijleven-Voordouw. De vertrouwenspersoon zal u bijstaan in een zorgvuldige behandeling van uw probleem en het eventueel indienen van een formele klacht. Wordt er intern geen oplossing gevonden voor uw probleem dan kan uw klacht uiteindelijk worden voorgelegd aan de landelijke klachtencommissie waarbij onze school is aangesloten. In de officiële klachtenregeling die ter inzage ligt op school kunt u een en ander nalezen. Het adres van de landelijke klachtencommissie is:

Landelijke klachtencommissie voor het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs Postbus 694 2270 AR Voorburg Verzekeringen De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering.


Pagina 46

Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen; personeel; vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk mee verzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt. Materiële schade (kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden; personeel; vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school c.q. het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. Stagiaires Studenten “leren van en in de praktijk”. Wij zijn blij met de mogelijkheid om binnen de school studenten enthousiast te maken voor het vak van groepsleerkracht. Het leren van de beginnende student zal vooral in het begin vanuit de opleidingshogeschool, worden gestuurd, maar in de loop van de opleiding verplaatst dit leren zich steeds meer naar de werkplek en wordt dus vanuit de praktijk gestuurd. Dit betekent dat binnen de school studenten heel gericht bezig zijn met het “leren van en in de praktijk”. Vanaf 1 augustus 2008 heeft Spectrum een convenant afgesloten met Hogeschool INHOLLAND. Alle stagiaires die geplaatst worden volgen in de praktijk een speciale leerroute. Om die leerroute inhoudelijk Schoolgids 2011 - 2015 Prins Johan Frisoschool

Pagina 47

te ondersteunen werkt iedere school met een schoolcoach. Deze coach ontvangt een speciale opleiding en kan zodoende de leerkrachten nog beter begeleiden die een stagiaire in de groep krijgen. De praktijkbeoordeling vindt tegenwoordig plaats vanuit de basisschool en niet langer vanuit de Hogeschool. Op bijna iedere school hebben we jaarlijks te maken met een leraar in opleiding (LIO´er). Deze leraar in opleiding (4e jaars Pabo-student) zien wij als onze beginnende collega die een aantal dagen/weken de verantwoordelijkheid draagt voor de groep en die door de mentor zo goed mogelijk wordt voorbereid op zijn/haar taak als groepsleerkracht. Vanuit de Vereniging Spectrum vinden wij het heel waardevol om vanuit “Opleiden in de School” te investeren in de toekomst van het onderwijs! De laatste jaren begeleiden we ook steeds meer MBO-stagiaires. Zij volgen vaak een studie die opleidt tot sociaal pedagogisch werker of onderwijs assistent.

Sponsoring Het management van de scholen van Spectrum krijgt onder de hierna gestelde randvoorwaarden de mogelijkheid om door middel van gunning, fondsenwerving en sponsoring een derde geldstroom te verwerven. Het bestuur wil op dit terrein een voorzichtig beleid voeren en kent mede met het oog op afstemming een nadrukkelijke rol toe aan de algemeen directeur. De randvoorwaarden zijn: Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. Reclame die gericht is op leerlingen mag de leerlingen niet aanmoedigen om ouders te stimuleren producten of diensten van de sponsor af te nemen. Indien van scholen binnen de randvoorwaarden een tegenprestatie wordt gevraagd bij sponsoring, dan dient de MR om instemming gevraagd te worden. Indien een directeur gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om door middel van gunning, fondsenwerving of sponsoring een derde geldstroom te verwerven dan dient vooraf de algemeen directeur geïnformeerd te worden. De directeur dient een plan met betrekking tot gunning, fondsenwerving of sponsoring als voorgenomen besluit ter goedkeuring voor te leggen aan de algemeen directeur. Jeugdbladen Via school kunt u een abonnement nemen op verschillende jeugdbladen, zoals: het Schoolgids 2011 - 2015 Prins Johan Frisoschool

Pagina 48

kleuterblad Bobo voor de groepen 1 en 2; Okki voor groep 3 en 4 en de Taptoe voor groep 5 t/m 8. Informatie krijgt u aan het begin van het nieuwe schooljaar. Melkunie Op onze school bestaat de mogelijkheid om kinderen schoolmelk te laten drinken. U kunt zich daarvoor aanmelden op de website van Campina: n.l. www.schoolmelk.nl. Ook wijzigingen kunt u op deze site doorgeven (bijvoorbeeld bij verhuizing). U kunt kiezen uit (half)volle melk, drinkyoghurt en chocolademelk. Deze producten worden op school bewaard in een grote koelkast. Controle hoofdluis Na iedere vakantie worden de kinderen op hoofdluis gecontroleerd, door de L.O.L.- ouders (Let Op Luizen-ouders). Als bij een kind hoofdluis wordt geconstateerd, dan worden de ouders direct op de hoogte gesteld. Het kind moet door een ouder worden opgehaald om een behandeling te krijgen. Daarna kan het weer naar school. Bij de apotheek kunt u middelen en voorlichting krijgen over hoe de hoofdluis te bestrijden is.


Pagina 49

De overheid heeft de scholen gevraagd een schoolgids te maken, die behulpzaam kan zijn bij het maken van een keuze

Recommend Documents