Het maken van een masker Om er zeker van te zijn dat u iedere keer in precies dezelfde houding wordt bestraald is het nodig om een masker (ook wel "cast" genoemd) te maken. Er zijn twee soorten maskers: een “direct-klaar” masker en een plastic masker. Voor het "direct-klaar" masker wordt gebruik gemaakt van thermoplastisch materiaal, dat na verwarming gemakkelijk te vormen is. Voor het maken van dit masker krijgt u een soort kous over het te bestralen lichaamsdeel. Wanneer een masker van uw hoofd wordt gemaakt laat men de mond en de neus vrij zodat ademen geen probleem is. Het materiaal wordt verwarmd in een bak met water waarna het op het te bestralen lichaamsdeel wordt gelegd. Na enkele minuten afkoeling is het masker gereed. Het maken van het masker duurt ongeveer twintig minuten. Hierna vindt het onderzoek op de simulator en het aftekenen van het bestralingsgebied plaats. Het bestralingsgebied wordt op het masker getekend, u krijgt dus geen lijnen op uw huid. Gedurende de simulatie en de bestraling wordt het masker aan de tafel vastgemaakt. Hierdoor wordt u iedere keer in precies dezelfde houding bestraald, waardoor het gezonde weefsel zoveel mogelijk wordt gespaard. Bij het maken van een plastic masker, wordt er eerst een gipsafdruk gemaakt van het lichaamsdeel dat bestraald gaat worden. Wanneer een masker van uw hoofd wordt gemaakt laat men de mond en de neus vrij zodat ademen geen probleem is. Van deze gipsafdruk wordt een plastic kopie gemaakt, die precies op dat lichaamsdeel past. Als u de eerste keer komt om het masker te passen, gebeurt dit tegelijk met het onderzoek op de simulator. Het bestralingsgebied wordt op het masker getekend, u krijgt dus geen lijnen op uw huid. Dit onderzoek duurt ongeveer 45 minuten. Tijdens dit onderzoek kunt u het warm krijgen onder het masker. Gedurende de simulatie en de bestraling wordt het masker aan de tafel vastgemaakt. Hierdoor wordt u iedere keer in precies dezelfde houding bestraald, waardoor het gezonde weefsel zoveel mogelijk wordt gespaard.
Hoofdhals.sept97
Voeding bij geïrriteerd slijmvlies van mond, keel en/of slokdarm Door de bestraling kan het slijmvlies van de mond, keel en/of slokdarm geïrriteerd raken. Dit kan klachten geven bij het eten. Aanpassing van de voeding is dan nodig. Het is immers belangrijk dat u tijdens de behandeling in een goede conditie blijft. De problemen die genoemd worden, treden meestal niet meteen bij de eerste bestraling op. Ze kunnen geleidelijk ontstaan, naarmate u vaker bestraald wordt. Pas als de klachten optreden is het aan te raden de onderstaande adviezen te raadplegen. Verander dus niet bij voorbaat al uw voeding. Voeding bij pijnlijke mond, keel en/of slokdarm Tijdens de bestralingsperiode is een goede mondhygiëne erg belangrijk. Begin direct bij het starten van de bestraling met de mondverzorging; hierdoor kunt u mogelijk een mondinfectie voorkomen. Dit komt het eten ten goede! Adviezen: · Laat scherpe specerijen weg, bijvoorbeeld peper, sambal, knoflook, mosterd. Gebruik ook minder keukenzout. · Te scherpe gerechten kunt u verzachten door een scheutje ongeklopte room toe te voegen. · Vermijd koolzuurhoudende dranken en alcohol; deze kunnen erg pijnlijk zijn. · Gebruik geen zuur fruit en zure vruchtensappen zoals sinaasappel, grapefruit. Over het algemeen worden beter verdragen: aardbeien, appel, ananas, abrikozen, peren, pruimen en perziken en de sappen hiervan. Fruit of sap kunt u vermengen met vla of room. In plaats van fruit kunt u rozebottelsiroop gebruiken, bijvoorbeeld Roosvicee of Karvan Cevi tam.
Hoofdhals.sept97
· Probeer uit te zoeken op welke temperatuur u eten het preettigst vindt. Uw mond of keel kan gevoelig zijn voor warm en koud. Gerechten en dranken op kamertemperatuur worden in het algemeen het beste verdragen. Soms wordt het gebruik van ijs(klontjes) als plezierig ervaren; het kan ver-dovend werken. · Wees voorzichtig met erg warme gerechten als u lokale pijnstillers gebruikt. · Gebruik bij een ontstoken mond een dik rietje om te drinken. Knip het rietje eventueel kort, dit kost u minder kracht. · Kamillethee en bosbessensap kunnen de pijn wat verzachten. Voeding bij slikklachten Als gevolg van de bestraling en ziekte kan het zijn dat het eten niet goed zakt en blijft steken. Adviezen: · Neem rustig de tijd voor iedere maaltijd en kauw het voedsel goed. · Het is prettig om altijd iets te drinken te hebben bij de maaltijd. Zodra u voelt dat het eten blijft steken kunt u een slok nemen. Maaltijdsuggesties: § Broodmaaltijd: · Bruine broodsoorten verdienen de voorkeur, eveneens crackers, matses of beschuit. § Broodbeleg: · Zacht smeerbaar, zoals smeerkaas, roomkaas, jonge kaas, smeerworst, pâté, leverworst, cornedbeef, (zalm)salade, jam, stroop, honing.
Hoofdhals.sept97
· Voorzichtig met draderige vleeswaren zoals rookvlees, rauwe ham en rosbief; deze alleen gebruiken indien u het broodbeleg in kleine stukjes snijdt. · U kunt ook een roerei of omelet nemen (niet te droog laten worden). § Melk en melkproducten: · Deze kunt u in principe allemaal gebruiken. Pap en vla kunt u ook in plaats van brood nemen. § Warme maaltijd: · Bereid de soep zoals u gewend bent te doen, zorg echter dat er niet te grote stukjes vlees of groente inzitten. · Braad het vlees niet te hard. Snijd het vlees fijn of kies zachte smeuïge soorten zoals gehakt, gestoofde of zacht gebakken vis, roerei, omelet, ragout gevuld met fijngesneden vlees, vis of kaas. Voorzichtig met draderig vlees zoals rosbief en biefstuk; deze alleen heel fijngesneden gebruiken. Over het algemeen gaan de vettere vleessoorten beter. · Gebruik veel jus of saus. · Kook de aardappelen goed gaar. Gekookte aardappelen kunt u vervangen door aardappelpuree, rijst, macaroni of spaghetti. · Kook de groente goed gaar. Kies zachte soorten zoals bloemkool, worteltjes, andijvie, spinazie, en sperzieboontjes. Doperwten, champignons, peulvruchten, maiskorrels, spruiten, draderige asperges en bleekselderij kunnen problemen geven. Snijd deze groenten erg fijn. Rauwkost kunt u kleingesneden of geraspt eten. § Nagerecht: · Suggesties; roomijs, vla, pudding, yoghurt, pap, kwark met stukjes fruit.
Hoofdhals.sept97
· Ananas en hard fruit zoals een appel goed kauwen of fijnsnijden. § Wees voorzichtig met zuurtjes, noten en drop. Deze na fijnkauwen pas doorslikken. Ernstige passagestoornis: Wanneer de passage zodanig verstoord is en bovenstaande adviezen u niet verder helpen, dient de voeding verder aangepast te worden. Een gemalen of zelfs vloeibare voeding is dan noodzakelijk. Vraag de diëtist om advies. Informeer bij de radiotherapeutisch laboranten wanneer u bij de diëtist terecht kan. Hinderlijke slijmvorming Adviezen: · Regelmatig spoelen is zeer belangrijk. Mineraalwater, limonade met koolzuur en donker bier kunnen ook wel eens helpen het slijm op te lossen. U kunt deze dranken drinken of er alleen mee spoelen. · Melk kan hinderlijke slijmvorming geven. Neem dan na het drinken van melk een slokje water. Probeer eens of honing door de melk minder slijm geeft. · Vla en pap geven minder slijmvorming dan melk; nog minder klachten geven de zure melkproducten zoals karnemelk, yoghurt, kwark, hangop, Umer en karnemelkse pap. · Gerechten met heel veel suiker kunnen ook slijmvorming geven. Droge mond Een droge mond kan het eten en spreken bemoeilijken.
Hoofdhals.sept97
Adviezen: · Neem bij iedere hap vast voedsel ook iets te drinken en spoel het eten met het vocht weg. · Gebruik royaal jus of saus bij de warme maaltijd. · Neem bij voorkeur dranken die bouwstoffen of energie bevatten zoals melk, karnemelk, vruchtensap of limonade. · Een droge mond maakt het spreken lastiger. Probeer uw mond vochtig te houden door regelmatig kleine slokjes te drinken of houd een ijsklontje in uw mond. · Zet voor de nacht iets te drinken bij uw bed. · Het kan prettig zijn om op (suikervrije) producten zoals kauwgom, kleine pepermuntjes of gomballen te zuigen. Smaakveranderingen Het kan gebeuren dat u, door aantasting van de reuk- en smaakpapillen, minder of bijna niets meer proeft. Het eten zal dan minder aangenaam zijn. Adviezen: · U kunt de smaak accentueren door gebruik te maken van extra zout, kruiden, ketchup of andere sauzen. · Probeer zoveel mogelijk gerechten uit, om uit te vinden welke u de minste hinder geven. · Bij een vieze smaak is een goede mondverzorging belangrijk. Het kan prettig zijn om regelmatig de tanden te poetsen. Ijsblokjes, een snoepje of kauwgom kunnen de vieze smaak tijdelijk doen verminderen. Verfrissend is water met ijsklontjes en een beetje citroen of koolzuurhoudende dranken (prikdranken). Het is raadzaam deze producten niet te gebruiken bij een pijnlijke mond, keel en/of slokdarm
Hoofdhals.sept97
Heesheid Aan het eind van de bestralingsperiode kunt u in meer of mindere mate last krijgen van heesheid. Probeer in dat geval het spreken te beperken, ga in ieder geval niet fluisteren.
Hoofdhals.sept97
Bescherming van gebit en mondslijmvlies Wanneer de kaak, de speekselklieren of een gedeelte daarvan in het bestralingsgebied liggen, zal voorafgaand aan de bestraling een onderzoek door de tandarts plaatsvinden. Zowel mensen die hun eigen tanden en kiezen hebben als mensen met een kunstgebit komen hiervoor in aanmerking. Bij dragers van een kunstgebit wordt de pasvorm gecontroleerd, om de kans te verminderen dat deze gedurende de bestraling last gaat veroorzaken. Bij mensen die hun eigen gebit nog hebben worden ontstoken tanden en kiezen voor aanvang van de bestraling behandeld of getrokken. Bij dragers van een kunstgebit en bij mensen die hun eigen gebit nog hebben wordt met behulp van röntgenfoto's gekeken of er wortelresten en eventueel verstandskiezen in de kaak zijn achtergebleven, die mogelijk voor d bestraling behandeld moeten worden. Wanneer de speekselklieren in het bestralingsgebied liggen, kan het zijn dat de speekselklieren minder speeksel gaan produceren. Door gebrek aan speeksel ontstaat er een droge mond, waardoor er sneller tandbederf kan ontstaan. Om het gebit hiervoor te beschermen zal de tandarts voor de boven- en onderkaak fluoridekapjes maken. Deze kapjes moet u dagelijks vanaf de eerste bestralingsdag gebruiken. De kapjes vult u met fluoridegelei, die u op recept of van de tandarts krijgt. Deze kapjes zult u in het algemeen twee jaar lang dagelijks vijf minuten moeten indoen. Mondhygiëne Om problemen aan het mondslijmvlies en tandvlees te beperken is het belangrijk dat u een gezonde mond heeft (en houdt) voordat u aan de bestraling begint.
Hoofdhals.sept97
Een gezonde mond bloedt niet tijdens of na het poetsen. Het is dus van groot belang dat u extra aandacht besteed aan mondhygiëne (tanden poetsen). Voordat u aan de bestraling begint bezoekt u de mondhygiënist. Hij/zij geeft u advies en u leert hoe u op juiste wijze uw tanden kunt poetsen. Alle aanslag en oude plaque, in de vorm van tandsteen, wordt tijdens dit bezoek verwijderd. Adviezen voor mondhygiëne tijdens de bestraling · Naast het goed poetsen van uw gebit is het zeer belangrijk dat u vanaf de eerste bestralingsdag uw mond 3 maal daags spoelt met kamille thee of lauw water. · Gedurende de hele bestraling is het raadzaam om uw lippen en mondhoeken regelmatig in te vetten met vaseline om uitdroging te voorkomen. Adviezen voor mondhygiëne na de bestraling · Het is gebruikelijk dat u na afloop van de bestraling nog minstens twee jaar de fluoridekappen blijft gebruiken. · Na een bestraling op het hoofd/halsgebied is het raadzaam, vooral in de eerste periode na afloop van de bestraling, frequent uw tandarts en mondhygiënist te bezoeken. Tijdens of na een bestraling op het hoofd/hals gebied mag u nooit uw tanden of kiezen laten trekken zonder dat u dit met uw radiotherapeut of tandarts van het ziekenhuis hebt besproken. In veel gevallen zal het geven van anti-biotica vooraf noodzakelijk zijn. Wanneer door uw huisarts of tandarts wordt gevraagd naar vroegere ziekten, vergeet dan nooit de bestraling te vermelden.
Wilt u naar aanleiding van het bovenstaand aanvullende inlichtingen dan kunt u de tandarts of mondhygiënist bereiken via het afsprakenbureau. Haarverzorging Als u bestraald wordt op een plaats waar haar groeit, kan dit uitvallen. Afhankelijk van de hoeveelheid straling begint u haar meestal na 2 tot 4 maanden weer te groeien. Soms is de haaruitval blijvend. Bij bestraling van een klein gedeelte van de huid, zal alleen dat gedeelte haaruitval vertonen. Adviezen: · Verzorg het haar in het bestraalde gebied voorzichtig: was met lauw water, gebruik een milde shampoo en een crème spoeling; droog het haar voorzichtig. · Tijdens de behandeling tot twee weken daarna is het nemen van een permanent of het haar verven is af te raden. · Bij snel uitvallend haar kan de hoofdhuid gevoelig en/of pijnlijk zijn. · U kunt het best vroegtijdig (dus voordat uw haar gaat uitvallen) een (vrijblijvende) afspraak met de kapper maken zodat deze uw eigen haardracht kan zien. Samen met uw kapper kunt u vooraf bekijken of uw kapsel aangepast kan worden of dat een haarstukje of een pruik een oplossing is. · De sociaal verpleegkundige kan u advies geven indien u een pruik wilt aanschaffen en hiervoor een vergoeding wenst. · Zie ook de folder 'Goed verzorgd, beter gevoel' van het Integraal Kankercentrum Amsterdam (IKA).
Hoofdhals.sept97