Motorreductoren \ Industrial Gears \ Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Service
MOVITOOLS® MotionStudio
Uitgave 03/2007 11610271 / NL
Handboek
SEW-EURODRIVE – Driving the world
Inhoudsopgave
1 Over MOVITOOLS® MotionStudio ................................................................... 5 1.1 Waarvoor dient de software? .................................................................... 5 1.2 Voor wie is de software bedoeld? ............................................................. 6 1.3 Hoe is de software opgebouwd?............................................................... 7 1.4 Welke functies biedt de software? ............................................................ 8 1.5 Hoe krijg hulp bij de software? .................................................................. 9 2 Algemene aanwijzingen.................................................................................. 10 2.1 Opbouw van de veiligheidsaanwijzingen ................................................ 10 2.2 Soorten veiligheidsaanwijzingen ............................................................. 11 2.3 Algemene veiligheidsaanwijzingen ......................................................... 12 2.4 Aanwijzingen bij de documentatie........................................................... 13 2.5 Garantieaanspraken ............................................................................... 13 2.6 Beperking van aansprakelijkheid ............................................................ 13 3 MOVITOOLS® MotionStudio installeren........................................................ 14 3.1 Voorwaarde............................................................................................. 14 3.2 Installatie starten ..................................................................................... 14 3.3 Softwarecomponenten (opties) installeren.............................................. 15 3.4 Softwarecomponenten (opties) in de firewall vrijschakelen .................... 16 3.5 Opties voor de installatie selecteren ....................................................... 17 3.5.1 MOVIDRIVE®-apparaten ......................................................... 17 3.5.2 MOVITRAC®-apparaten .......................................................... 18 3.5.3 MOVIAXIS®-apparaten ............................................................ 19 3.5.4 MOVI-PLC® en gateways ........................................................ 21 3.5.5 Decentrale aandrijfsystemen ................................................... 22 4 Hardware installeren ....................................................................................... 23 4.1 Hoe sluit ik een apparaat aan op de pc? ................................................ 23 4.1.1 Welke aansluitmethoden zijn er?............................................. 23 4.1.2 Hoe stel ik de interface-omvormer USB11A in bedrijf? ........... 24 4.1.3 Hoe stel ik de USB-CAN-adapter van Peak in bedrijf?............ 26 5 Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – ............................. 32 5.1 Hoe is de gebruikersinterface opgebouwd?............................................ 32 5.1.1 Opbouw van het framework..................................................... 32 5.1.2 Projectaanzichten en soorten knooppunten ............................ 34 5.1.3 Opbouw van de knoppenbalk .................................................. 39 5.2 Hoe is de workflow voor het configureren van de apparaten? ................ 40 5.2.1 Workflow voor het configureren van de apparaten .................. 40 5.2.2 Stap 1: Project en netwerk aanleggen..................................... 42 5.2.3 Stap 2: Communicatiekanaal/-kanalen configureren ............... 43 5.2.4 Stap 3: Netwerk scannen (apparaatscan) ............................... 43 5.2.5 Stap 4: Apparaten met tools configureren ............................... 43
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
3
Inhoudsopgave
5.3
5.4
Hoe projecteer ik nieuwe apparaten? ..................................................... 44 5.3.1 Nieuwe apparaten uit het configuratie-aanzicht projecteren.... 44 5.3.2 Nieuwe apparaten uit het netwerkaanzicht projecteren........... 46 Hoe werk ik met communicatiekanalen?................................................. 47 5.4.1 Hoe configureer ik een communicatiekanaal?......................... 47 5.4.2 Hoe verander / verwijder ik een communicatiekanaal? ........... 49 5.4.3 Hoe leg ik de communicatie-instellingen voor de SEW Communication Server vast? .................................... 50
6 Communicatiekanalen in detail...................................................................... 51 6.1 Serieel (RS-232, RS-485) ....................................................................... 51 6.1.1 Parameters voor serieel (RS-232, RS-485)............................. 51 6.2 SBus ....................................................................................................... 53 6.2.1 Parameters voor SBus............................................................. 53 6.3 Ethernet .................................................................................................. 54 6.3.1 Communicatietypen via ethernet ............................................. 54 6.3.2 Parameters voor ethernet ........................................................ 59 6.3.3 Communicatie-instellingen voor ethernet vastleggen .............. 60 6.4 Profibus DP/DPV1 .................................................................................. 61 6.4.1 Communicatie via C2-master .................................................. 61 6.4.2 Parameters voor Profibus DP/DPV1........................................ 62 6.5 S7-MPI .................................................................................................... 63 6.5.1 Indirecte communicatie van S7-MPI naar Profibus via SIMATIC S7 ....................................................................... 63 6.5.2 Parameters voor S7-MPI ......................................................... 65 7 Apparaten met tools configureren................................................................. 66 7.1 Welke tools zijn er? ................................................................................. 66 7.2 De tools in detail ..................................................................................... 67 7.2.1 Inbedrijfstellingswizard............................................................. 67 7.2.2 Parameterboom ....................................................................... 68 7.2.3 Status....................................................................................... 72 7.2.4 PDO-Editor .............................................................................. 73 7.2.5 Handbedrijf .............................................................................. 74 7.2.6 Scope....................................................................................... 75 7.2.7 PLC-Editor ............................................................................... 75 7.2.8 Application Builder ................................................................... 75 7.2.9 Shell......................................................................................... 76 7.2.10 Busmonitor............................................................................... 76 7.2.11 IPOS®-Assembler en -Compiler .............................................. 77 7.2.12 Technologie-editors ................................................................. 77 8 Index ................................................................................................................. 79
4
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Over MOVITOOLS® MotionStudio Waarvoor dient de software?
1
Over MOVITOOLS® MotionStudio
1.1
Waarvoor dient de software?
1
Toepassing conform de voorschriften MOVITOOLS® MotionStudio is een softwarepakket voor de engineering van aandrijfoplossingen. •
•
Het softwarepakket dient voor de communicatie-opbouw met de volgende apparaten van SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG: •
frequentieregelaars;
•
applicatieregelaars;
•
servoversterkers.
Het softwarepakket biedt universaliteit bij het uitvoeren van de volgende functies: •
apparaten in bedrijf stellen;
•
apparaten parametreren;
•
instellingen van apparaten visualiseren;
•
apparaten programmeren;
•
diagnose van apparaten uitvoeren.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
5
Over MOVITOOLS® MotionStudio Voor wie is de software bedoeld?
1 1.2
Voor wie is de software bedoeld? Beroepskwalificatie De typische gebruiker van MOVITOOLS® MotionStudio beschikt over een opleiding of studie op een van de volgende gebieden: •
elektrotechniek;
•
aandrijftechniek;
•
automatiseringstechniek.
Beroepsuitoefening De typische gebruiker van MOVITOOLS® MotionStudio voert een van de volgende werkzaamheden uit: •
inbedrijfstelling;
•
configuratie.
Extra kwalificaties SEW-EURODRIVE adviseert dat gebruikers bovendien een producttraining gevolgd hebben over de apparaten en motoren, die zij met MOVITOOLS® MotionStudio bedienen. Programmeerkennis Voor gebruikers die met MOVITOOLS® MotionStudio de positioneer- en volgordebesturing IPOS® willen programmeren, is voorkennis van de programmeertalen C resp. Assembler vereist. Voor gebruikers die met MOVITOOLS® MotionStudio de besturing MOVI-PLC® willen programmeren, is voorkennis van de programmeertalen conform IEC 61131-3 vereist.
6
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Over MOVITOOLS® MotionStudio Hoe is de software opgebouwd?
1.3
1
Hoe is de software opgebouwd? Systeemoverzicht De volgende afbeelding laat de structuur en de functies van het softwarepakket MOVITOOLS® MotionStudio zien:
MOVITOOLS® MotionStudio
Functies Parametrering
Inbedrijfstelling
Diagnose
Visualisatie
Programmering
Tools
SEW Communication Server Communicatietypen Profibus DP/DPV1
SBus
S7-MPI
4e communicatiekanaal
2e communicatiekanaal
1e communicatiekanaal
Ethernet
3e communicatiekanaal
Serieel (RS-232, RS-485)
Netwerk met apparaten
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
7
Over MOVITOOLS® MotionStudio Welke functies biedt de software?
1 1.4
Welke functies biedt de software? Communicatie met de apparaten instellen Om de communicatie met de apparaten in te stellen is de SEW Communication Server in het softwarepakket MOVITOOLS® MotionStudio geïntegreerd. Met de SEW Communication Server kunt u maximaal vier communicatiekanalen instellen. Voor de instelling worden de communicatiekanalen met de communicatietypen ... •
Serieel (RS-232, RS-485),
•
Ethernet,
•
Profibus DP/DPV1,
•
SBus en
•
S7-MPI
"verbonden" en geparametreerd. Functies met de apparaten uitvoeren Om de functies met de apparaten uit te voeren zijn de volgende softwarecomponenten in het softwarepakket MOVITOOLS® MotionStudio geïntegreerd: •
MotionStudio;
•
MOVITOOLS®.
Alle functies corresponderen met Tools. MOVITOOLS® MotionStudio biedt voor elk apparaattype precies die tools aan, die dit apparaat ondersteunt. Raadpleeg hoofdstuk "Apparaten met tools configureren" voor gedetailleerde informatie bij de tools.
8
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Over MOVITOOLS® MotionStudio Hoe krijg hulp bij de software?
1.5
1
Hoe krijg hulp bij de software? Online-help Deze documentatie wordt direct in een hulpvenster weergegeven, nadat de MOVITOOLS® MotionStudio is gestart.
AANWIJZING Als u wilt dat het hulpvenster NIET wordt weergegeven bij de start, ... •
deactiveert u het selectievakje "Display" onder de menuoptie [Settings] / [Options] / [Help].
Contextuele hulp Via de toets "F1" krijgt u contextuele hulp bij de velden waarin u verzocht wordt gegevens in te voeren. Telefonische ondersteuning Service helpdesk 010 44 63 800 Bij Vector Aandrijftechniek is een persoonlijke gesprekspartner 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
9
Algemene aanwijzingen Opbouw van de veiligheidsaanwijzingen
2 2
Algemene aanwijzingen
2.1
Opbouw van de veiligheidsaanwijzingen Opbouw van de veiligheidsaanwijzingen De veiligheidsaanwijzingen van deze technische handleiding zijn als volgt opgebouwd:
Pictogram
SIGNAALWOORD! Soort gevaar en bron van het gevaar. Mogelijke gevolgen bij niet-inachtneming. •
Maatregel(en) om gevaar te voorkomen.
Graad van het gevaar De veiligheidsaanwijzing geeft de graad van het gevaar aan door middel van een pictogram en een signaalwoord. Onderstaande tabel laat dit alsmede de betekenis en de gevolgen bij niet-inachtneming zien voor alle gebruikte veiligheidsaanwijzingen.
Pictogram Voorbeelden:
Signaalwoord
Betekenis
Gevolgen bij niet-inachtneming
GEVAAR!
Onmiddellijk gevaar
Dood of zeer zwaar letsel
WAARSCHUWING!
Mogelijk gevaarlijke situatie
Dood of zwaar letsel
VOORZICHTIG!
Mogelijk gevaarlijke situatie
Lichamelijk letsel
STOP!
Mogelijke materiële schade en storingen
•
Algemeen gevaar
Specifiek gevaar, bijv. elektrische schok
•
AANWIJZING
10
U wordt op informatie gewezen om ... • het werk te vereenvoudigen, • een alternatieve procedure te laten zien of • indien nodig, achtergrondkennis te geven.
Beschadiging van het aandrijfsysteem of zijn omgeving Aanzienlijke storing door onjuiste bediening of installatie
Geen
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Algemene aanwijzingen Soorten veiligheidsaanwijzingen
2.2
2
Soorten veiligheidsaanwijzingen Algemene veiligheidsaanwijzingen en veiligheidsaanwijzingen m.b.t. een handeling In deze documentatie treft u de volgende twee soorten veiligheidsaanwijzingen aan: Veiligheidsaanwijzing
Geldigheid
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Gelden over het algemeen en dienen bij alle werkzaamheden met MOVITOOLS® MotionStudio nageleefd te worden
Veiligheidsaanwijzingen m.b.t. een handeling
Gelden bij een bepaalde procedure en dienen voor de eerste handeling uitgevoerd te worden
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
11
Algemene aanwijzingen Algemene veiligheidsaanwijzingen
2 2.3
Algemene veiligheidsaanwijzingen Onverwacht systeemgedrag
GEVAAR! Met MOVITOOLS® MotionStudio kunt u de apparaten in ruime mate aanpassen aan de omstandigheden van de installatie. Het gevaar bestaat dat u bepaalde apparaatparameters met behulp van communicatiekanalen (van buiten) verandert, die voor het apparaat zelf niet zichtbaar zijn. Deze wijzigingen kunnen tot onverwacht systeemgedrag leiden. •
Apparatuur zo parametreren dat het gewijzigde systeemgedrag u en anderen niet in gevaar brengt.
Documentatie
WAARSCHUWING! Deze documentatie is onderdeel van de MOVITOOLS® MotionStudio en bevat belangrijke aanwijzingen voor de veilige bediening en voor de installatie van de software. •
Documentatie zorgvuldig lezen, voordat u MOVITOOLS® MotionStudio installeert of ermee werkt.
•
Met name op de veiligheidsaanwijzingen in deze documentatie letten.
WAARSCHUWING! Deze documentatie verwijst naar de documentatie van apparaten en optiekaarten waarmee MOVITOOLS® MotionStudio wordt bediend (aanvullende documentatie).
12
•
Aanvullende documentatie zorgvuldig lezen, voordat u de apparaten en optiekaarten met MOVITOOLS® MotionStudio bedient.
•
Met name op de waarschuwingen en veiligheidsaanwijzingen in de aanvullende documentatie letten.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Algemene aanwijzingen Aanwijzingen bij de documentatie
2.4
2
Aanwijzingen bij de documentatie Aanvullende documentatie U wordt op aanvullende documentatie gewezen. Voorbeelden voor aanvullende documentatie zijn:
2.5
•
technische handleidingen en systeemhandboeken bij de apparaten;
•
handboeken bij optiekaarten voor veldbuskoppeling.
Garantieaanspraken Betekenis De naleving van de technische handleiding is een voorwaarde voor het storingsvrij functioneren van het apparaat en de honorering van eventuele garantieaanspraken. Lees daarom de technische handleiding vóór u met het apparaat gaat werken! Controleer of de technische handleiding beschikbaar is voor personen die verantwoordelijk zijn voor de installatie en de werking ervan, alsook voor personen die zelfstandig aan de installatie werken. Zorg er ook voor dat de documentatie toegankelijk is.
2.6
Beperking van aansprakelijkheid Betekenis De naleving van de technische handleiding is basisvoorwaarde voor het veilige bedrijf en het bereiken van de opgegeven producteigenschappen en vermogensspecificaties. SEW-EURODRIVE is niet aansprakelijk voor persoonlijk letsel, schade aan installaties of eigendommen die ontstaan door het niet naleven van deze technische handleiding. In zulke gevallen vervalt de aansprakelijkheid voor defecten.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
13
MOVITOOLS® MotionStudio installeren Voorwaarde
3 3
MOVITOOLS® MotionStudio installeren
3.1
Voorwaarde Beheerdersrechten
STOP! Voor de installatie van MOVITOOLS® MotionStudio heeft u lokale beheerdersrechten op uw pc nodig. •
Neem contact op met uw systeembeheerder als u geen lokale beheerdersrechten op uw pc heeft.
Microsoft-producten
AANWIJZING Bij de installatie van MOVITOOLS® MotionStudio worden de volgende Microsoftproducten op uw pc geïnstalleerd: •
Microsoft.NET Framework 2.0
•
Installer 3.1
•
J# Redistributable 2.0
Oudere versies van MOVITOOLS® MotionStudio
AANWIJZING Oudere versies van MOVITOOLS® MotionStudio worden bij de installatieroutine gedeïnstalleerd, waarbij de projectdata behouden blijven.
3.2
Installatie starten Procedure 1. Plaats de installatie-cd in het cd-station van uw pc. Resultaat: het bestand "Start.htm" wordt in de browser weergegeven.
AANWIJZING Als het bestand "Start.htm" NIET automatisch wordt geopend, ... •
14
start u het bestand handmatig vanuit het beginpad op de installatie-cd.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
MOVITOOLS® MotionStudio installeren Softwarecomponenten (opties) installeren
3.3
3
Softwarecomponenten (opties) installeren Procedure 1. Activeer de link "Setup for MOVITOOLS® MotionStudio" Resultaat: de setup-wizard wordt gestart. 2. Selecteer de te installeren softwarecomponenten (opties) (pagina 17) door de betreffende selectievakjes te activeren.
AANWIJZING Als Microsoft.NET Framework 2.0 nog niet op uw pc is geïnstalleerd, herkent de installatieroutine dat en activeert deze automatisch het betreffende selectievakje. Als Installer 3.1 en J# Redistributable 2.0 nog niet op uw pc is geïnstalleerd, worden deze als eerste softwarecomponenten geïnstalleerd. De pc wordt vervolgens opnieuw gestart en de installatie wordt automatisch voortgezet. 3. Bevestig de geselecteerde softwarecomponenten. 4. Volg de aanwijzingen van de setup-wizard. 5. Geef de doeldirectory voor de installatie aan of bevestig de standaarddirectory. 6. Geef aan wie de geïnstalleerde softwarecomponenten op uw pc mag gebruiken: •
Alle gebruikers
•
Actuele gebruiker
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
15
MOVITOOLS® MotionStudio installeren Softwarecomponenten (opties) in de firewall vrijschakelen
3 3.4
Softwarecomponenten (opties) in de firewall vrijschakelen Procedure
STOP! Voordat u MOVITOOLS® MotionStudio start, moet u de geïnstalleerde softwarecomponenten in uw firewall vrijschakelen. 1. Let aan het einde van de installatie op het venster "Important hint". Dit venster geeft de uitvoerbare programma's aan die u in uw firewall moet invoeren.
Resultaat: het voorbeeld laat de uitvoerbare programma's voor een typische installatie zien. 2. Voer alle uitvoerbare programma's die bij uw geïnstalleerde softwarecomponenten (opties) horen, in uw firewall in. Dat zijn:
16
•
SEWManager.exe
•
Ofdas.exe
•
Secos.exe
•
Gateway.exe (voor PLC-Editor)
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
MOVITOOLS® MotionStudio installeren Opties voor de installatie selecteren
3.5
3
Opties voor de installatie selecteren Criteria voor de selectie De selectie van de softwarecomponenten (opties) hangt af ... •
van uw apparaten en
•
de doelstelling die u met de toepassing van MOVITOOLS® MotionStudio heeft.
Softwarecomponenten (opties) voor de apparaten selecteren 1. Selecteer de softwarecomponenten (opties) die u nodig heeft voor uw apparaten. 2. Baseer u op de gedetailleerde gegevens voor het betreffende apparaat.
3.5.1
MOVIDRIVE®-apparaten Softwarecomponenten (opties) voor de MOVIDRIVE®-apparaten selecteren 1. Baseer u bij de selectie van de softwarecomponenten op de volgende tabel: Apparaten
Aanduiding
Weergave
Softwarecomponenten SEW MOVITOOLS® MotionStudio
SEW Communication Server
SEW PLC-Editor
SEW MOVITOOLS®
USB-CANadapter van Peak
MOVIDRIVE® B
vereist
vereist
niet vereist
vereist
aanbevolen
MOVIDRIVE® B met MOVI-PLC®
vereist
vereist
vereist
vereist
aanbevolen
MOVIDRIVE® A / MOVIDRIVE compact
niet vereist
niet vereist
niet vereist
vereist
niet vereist
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
17
MOVITOOLS® MotionStudio installeren Opties voor de installatie selecteren
3 3.5.2
MOVITRAC®-apparaten Softwarecomponenten (opties) voor de MOVITRAC®-apparaten selecteren 1. Baseer u bij de selectie van de softwarecomponenten op de volgende tabel: Apparaten
Aanduiding
18
Weergave
Softwarecomponenten SEW MOVITOOLS® MotionStudio
SEW Communication Server
SEW PLC-Editor
SEW MOVITOOLS®
USB-CANadapter van Peak
MOVITRAC® B
vereist
vereist
niet vereist
niet vereist
aanbevolen
MOVITRAC® B met MOVI-PLC®
vereist
vereist
vereist
niet vereist
aanbevolen
MOVITRAC® 07
niet vereist
niet vereist
niet vereist
vereist
niet vereist
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
MOVITOOLS® MotionStudio installeren Opties voor de installatie selecteren
3.5.3
3
MOVIAXIS®-apparaten
Voorwaarde
Drivers installeren Om een MOVIAXIS®-apparaat te bedienen heeft u eventueel een USB-CAN-adapter van Peak nodig.
STOP! MOVITOOLS® MotionStudio installeert een eigen driver uit de directory "..\CANDriver". •
Installeer NIET de meegeleverde driver van Peak !
•
Selecteer de softwarecomponent "Peak PCAN Dongle" als optie bij de installatie van MOVITOOLS® MotionStudio.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
19
MOVITOOLS® MotionStudio installeren Opties voor de installatie selecteren
3
Softwarecomponenten (opties) voor de MOVIAXIS® selecteren
Procedure
1. Baseer u bij de selectie van de andere softwarecomponenten op de volgende tabel: Apparaten Aanduiding
20
Weergave
Softwarecomponenten SEW MOVITOOLS® MotionStudio
SEW Communication Server
SEW PLC-Editor
SEW MOVITOOLS®
USB-CANadapter van Peak
MOVIAXIS®
vereist
vereist
niet vereist
niet vereist
vereist
MOVIAXIS® met MOVI-PLC®
vereist
vereist
vereist
niet vereist
aanbevolen
MOVIAXIS® met mastermodule – MOVI-PLC® basic
vereist
vereist
vereist
niet vereist
niet vereist
MOVIAXIS® met mastermodule – MOVI-PLC® advanced
vereist
vereist
vereist
niet vereist
niet vereist
MOVIAXIS® met mastermodule – MOVI-PLC® Gateway
vereist
vereist
vereist
niet vereist
niet vereist
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
MOVITOOLS® MotionStudio installeren Opties voor de installatie selecteren
3.5.4
3
MOVI-PLC® en gateways Softwarecomponenten (opties) voor de MOVI-PLC® en gateways selecteren 1. Baseer u bij de selectie van de softwarecomponenten op de volgende tabel: Apparaten
Aanduiding
Weergave
Softwarecomponenten SEW MOVITOOLS® MotionStudio
SEW Communication Server
SEW PLC-Editor
SEW MOVITOOLS®
USB-CANadapter van Peak
MOVI-PLC® basic
vereist
vereist
vereist
aanbevolen
aanbevolen
UFx11A veldbusgateway
niet vereist
niet vereist
niet vereist
vereist
niet vereist
DFx veldbusgateway
vereist
vereist
niet vereist
niet vereist
niet vereist
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
21
MOVITOOLS® MotionStudio installeren Opties voor de installatie selecteren
3 3.5.5
Decentrale aandrijfsystemen Softwarecomponenten (opties) voor decentrale aandrijfsystemen selecteren 1. Baseer u bij de selectie van de softwarecomponenten op de volgende tabel: Apparaten
Aanduiding
22
Weergave
Softwarecomponenten SEW MOVITOOLS® MotionStudio
SEW Communication Server
SEW PLC-Editor
SEW MOVITOOLS®
USB-CANadapter van Peak
MOVIFIT® classic
vereist
vereist
niet vereist
vereist
niet vereist
MOVIFIT® technology
vereist
vereist
vereist
vereist
niet vereist
MOVIMOT®
niet vereist
niet vereist
niet vereist
vereist
niet vereist
Veldbusinterface MFx / MQx
niet vereist
niet vereist
niet vereist
vereist
niet vereist
MOVIGEAR®
vereist
vereist
niet vereist
niet vereist
niet vereist
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Hardware installeren Hoe sluit ik een apparaat aan op de pc?
4
Hardware installeren
4.1
Hoe sluit ik een apparaat aan op de pc?
4.1.1
Welke aansluitmethoden zijn er?
4
Voorwaarde Om uw pc op het apparaat aan te sluiten heeft u extra hardware voor de aansluiting (optie) nodig, die u via SEW-EURODRIVE kunt verkrijgen. Welk soort hardware voor de aansluiting u nodig heeft, hangt af van de apparaten. Aansluitmethoden De volgende tabel laat zien welke soorten hardware voor de aansluiting er zijn en voor welke apparaten zij geschikt zijn. Hardware voor de aansluiting (optie)
Bestelnr.
Omvang van de levering
Apparaten
Interface-omvormer
08248311
•
Aansluitkabel met RJ10steker en USB-steker USB-kabel
• • • • • • • • •
MOVIDRIVE® B MOVITRAC® 07A MOVITRAC® B MOVIFIT® MC/FC/SC MOVIGEAR® UFx veldbusgateways DFx veldbusgateways DHx MOVI-PLC®-besturing MFx/MQx veldbusinterfaces voor MOVIMOT® of veldverdeler Z3/Z6/Z7/Z8
Aansluitkabel met 9-polige Sub-Dconnector, lengte 2 m Aan een uiteinde van de kabel is een afsluitweerstand van 120 ohm ingebouwd.
• • •
MOVIAXIS® MOVIDRIVE® B MOVITRAC® B
•
USB-CAN-adapter van Peak
18210597
• •
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
23
Hardware installeren Hoe sluit ik een apparaat aan op de pc?
4 4.1.2
Hoe stel ik de interface-omvormer USB11A in bedrijf?
Voorwaarde
Voorwaarde De volgende handleiding laat zien hoe u de interface-omvormer USB11A met een MOVIDRIVE®-apparaat in bedrijf stelt. Om andere apparaten met de USB11A in bedrijf te stellen, gaat u hetzelfde te werk. In het handboek "Technische handleiding MOVIDRIVE® MDX60B / 61B" vindt u gedetailleerde informatie over de bediening en de inbedrijfstelling met MOVIDRIVE®apparaten.
Overzicht
Overzicht De afbeelding laat de verbindingen van de USB11A [4] naar MOVIDRIVE® [1] en pc [6] met de twee meegeleverde kabels zien: •
een aansluitkabel met RJ10-steker [2] en USB-steker [3];
•
een USB-kabel [5], [6].
[1] MOVIDRIVE® [2] RJ10-stekers van de aansluitkabel verbonden met de insteekbus voor diagnose (X-terminal) [3] USB-steker van de aansluitkabel verbonden met USB11A [4] USB11A [5] Verbinding van de USB-kabel met USB11A [6] Verbinding van de USB-kabel met de pc
24
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Hardware installeren Hoe sluit ik een apparaat aan op de pc?
Interfaceomvormer USB11A aansluiten en driver installeren
4
Voorwaarde Voor de installatie van de USB-driver in stap 5 heeft u lokale beheerdersrechten op uw pc nodig.
AANWIJZING U kunt de USB-driver ook van de SEW-homepage downloaden: •
Ga naar de pagina http://www.vector.nu/support/
•
Zoek in het bereik Software naar "Interfacedriver en veldbustools".
Interface-omvormer USB11A aansluiten en driver installeren 1. Plaats de RJ10-steker van de aansluitkabel in de insteekbus voor diagnose (X-terminal) [2] van de MOVIDRIVE® [1].
2. Plaats de USB-steker van de aansluitkabel [3] in de USB11A [4]. 3. Plaats één uiteinde van de USB-kabel [5] in de USB11A [4]. 4. Plaats het andere uiteinde van de USB-kabel [6] in een vrije USB-interface op uw pc. 5. Installeer de USB-driver van de installatie-cd van de MOVITOOLS® MotionStudio (software-ROM 7). Resultaat: de pc wijst de eerste, vrije COM-poort aan de interfaceomvormer toe en herkent deze na ca. 5 tot 10 s.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
25
Hardware installeren Hoe sluit ik een apparaat aan op de pc?
4 4.1.3
Hoe stel ik de USB-CAN-adapter van Peak in bedrijf?
Voorwaarde
Drivers installeren Om een MOVIAXIS®-apparaat te bedienen heeft u eventueel een USB-CAN-adapter van Peak nodig. De volgende handleidingen laten zien hoe u de USB-CAN-adapter met een MOVIAXIS®-apparaat (CAN1-communicatie) in bedrijf stelt. Om andere apparaten met de USB-CAN-adapter in bedrijf te stellen, gaat u hetzelfde te werk.
STOP! MOVITOOLS® MotionStudio installeert een eigen driver uit de directory "..\CANDriver". •
Installeer NIET de meegeleverde driver van Peak !
•
Selecteer de softwarecomponent "Peak PCAN Dongle" als optie bij de installatie van MOVITOOLS® MotionStudio.
In het handboek "Technische handleiding meerassige servoversterker MOVIAXIS® MX" vindt u gedetailleerde informatie over de bediening en de inbedrijfstelling met MOVIAXIS®-apparaten.
26
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Hardware installeren Hoe sluit ik een apparaat aan op de pc?
4
Hoe adresseer ik een CAN1communicatie? Overzicht
Basisadres voor CAN1-communicatie Het basisadres is het adres voor de eerste asmodule in een assysteem. De adressen voor de andere asmodules worden in oplopende volgorde, gebaseerd op het basisadres, verstrekt. Overzicht De weergave laat de voedingsmodule [1] van de MOVIAXIS® zien met de adresschakelaars S3 [2] en S4 [3] voor het instellen van het basisadres. Ingesteld is het basisadres "1" (standaardinstelling).
[1] Voedingsmodule van MOVIAXIS® [2] S3: adresschakelaar voor basisadres (eenheden) [3] S4: adresschakelaar voor basisadres (tientallen)
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
27
Hardware installeren Hoe sluit ik een apparaat aan op de pc?
4 CAN1communicatie op de voedingsmodule adresseren
Procedure 1. Stel op adresschakelaar S3 de eenheid van het basisadres in.
2. Stel op adresschakelaar S4 het tiental van het basisadres in. Resultaat: het adres voor de eerste asmodule, het basisadres, is ingesteld. In het voorbeeld is het adres "73" ingesteld.
AANWIJZING De adressen voor de andere asmodules worden automatisch ingesteld bij het inschakelen van de 24V-voeding. Als het basisadres tijdens het bedrijf wordt gewijzigd, wordt deze wijziging pas na de volgende inschakeling van de 24V-voeding actief.
28
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Hardware installeren Hoe sluit ik een apparaat aan op de pc?
CAN1-baudrate instellen
4
Overzicht De afbeelding laat de voedingsmodule [1] van de MOVIAXIS® zien met de DIP-switches [2] S1 en S2. Ingesteld is de CAN1-baudrate 500 kBit/s (standaardinstelling).
[1] Voedingsmodule van MOVIAXIS® [2] S1, S2: DIP-switches voor de instelling van de CAN1-baudrate
CAN1-baudrate instellen 1. Stel de DIP-switches S1 en S2 [2] in op de gewenste CAN1-baudrate. Baseer u op de volgende tabel. 125 kBit/s
250 kBit/s
500 kBit/s
1 MBbit/s
S1
S2
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
29
4
Hardware installeren Hoe sluit ik een apparaat aan op de pc?
USB-CAN-adapter van Peak aansluiten
Overzicht De afbeelding laat een USB-CAN-adapter [1] in een MOVIAXIS®-assysteem zien. De USB-CAN-adapter [1] is met één uiteinde van de aansluitkabel [2] verbonden. Het andere uiteinde is via de CAN1-bus [3] verbonden met de voedingsmodule. De databus wordt bij de laatste asmodule met een afsluitweerstand [4] afgesloten.
[1] USB-CAN-adapter op de USB-poort van de pc [2] Aansluitkabel met ingebouwde afsluitweerstand aan één uiteinde (gekleurd gemarkeerd), bij de levering van de USB-CAN-adapter inbegrepen [3] Verbinding op de CAN1-bus (insteekbus X12 op de voedingsmodule) [4] Afsluitweerstand van de databus (120 ohm), bij de levering van de MOVIAXIS® inbegrepen
30
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Hardware installeren Hoe sluit ik een apparaat aan op de pc?
4
USB-CAN-adapter van Peak aansluiten
STOP! •
Zorg ervoor dat de SEW-eigen driver uit de directory "..\CAN-Driver" is geïnstalleerd, voordat u de USB-CAN-adapter aansluit.
1. Steek de voedingskabel van de USB-CAN-adapter [1] in de USB-poort van de pc. 2. Steek het gekleurd gemarkeerde uiteinde van de aansluitkabel [2] in de USB-CANadapter. 3. Steek het andere uiteinde van de aansluitkabel in de insteekbus (X12) op de voedingsmodule van MOVIAXIS® [3]. CAN1-communicatie beëindigen
STOP! Als u de aansluitkabel met ingebouwde afsluitweerstand NIET gebruikt, ... •
moet u ervoor zorgen dat zich tussen de CAN_H-leiding en de CAN_L-leiding een afsluitweerstand van 120 ohm bevindt.
1. Sluit de databus bij de laatste asmodule af met de afsluitweerstand [4].
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
31
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe is de gebruikersinterface opgebouwd?
5 5
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen –
5.1
Hoe is de gebruikersinterface opgebouwd?
5.1.1
Opbouw van het framework Overzicht De omgeving van de MOVITOOLS® MotionStudio bestaat uit een centraal framework en de afzonderlijke "tools". Deze worden als eigen toepassingen vanuit het framework gestart of zijn als "plug-ins" in het framework geïntegreerd. De afbeelding laat de bereiken van het framework zien:
32
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe is de gebruikersinterface opgebouwd?
5
Bereiken en hun functie De volgende tabel beschrijft de bereiken van het framework en hun functie: Bereik
Aanduiding
Functie
[1]
Menubalk
Het hoofdmenu en de knoppenbalk bevatten alle belangrijke opdrachten voor het gebruik van het framework.
[2]
Knoppenbalk
[3]
Bereik voor projectaanzichten
Informatie over de apparaten in een project, worden door de volgende soorten projectaanzichten (pagina 34) gevisualiseerd: • Netwerkaanzicht • Configuratie-aanzicht
[4]
Bereik voor plug-ins
Dit is het bereik waarin de "tools" in de vorm van plug-ins worden weergegeven. De "plug-ins" geeft u met tabbladen of als zelfstandig venster aan. Aanzicht hangt af van de geselecteerde tool. In het voorbeeld is voor een MOVIDRIVE®-apparaat de tool "Parameterboom" (pagina 68) geselecteerd.
[5]
Bereik apparaatstatus
Statusinformatie van online bereikbare apparaten kunt u in de "Statusbalk" laten weergeven. U kunt het bereik "Apparaatstatus" ook deactiveren.
[6]
Statusbalk
In de statusbalk ziet u de actuele communicatiemodus van de MOVITOOLS® MotionStudio. Bij het scannen van een apparaat wordt hier voortgangsinformatie weergegeven.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
33
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe is de gebruikersinterface opgebouwd?
5 5.1.2
Projectaanzichten en soorten knooppunten
Overzicht
Soorten projectaanzichten MOVITOOLS® MotionStudio laat de informatie bij de apparaten in projectaanzichten zien. De volgende tabel beschrijft de twee soorten projectaanzichten: Projectaanzicht
Functie
Configuratie-aanzicht
• •
Netwerkaanzicht
• •
Geeft alle geconfigureerde apparaten in een vrij definieerbare, logische hiërarchie weer. Hier kunt u visualiseren welke apparaten binnen een machine, een installatieonderdeel, etc. bij elkaar horen. Geeft alle apparaten met een communicatieverbinding weer. Visualiseert de topologie van een netwerk en de apparaten erin.
Eén project heeft steeds één configuratie-aanzicht. Daar kunnen één of meerdere netwerkaanzichten bijkomen. Configuratieaanzicht en soorten knooppunten
34
Overzicht De afbeelding laat de opbouw van het venster "Configuratie-aanzicht" en voorbeelden van de soorten knooppunten zien:
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe is de gebruikersinterface opgebouwd?
Positie
Aanduiding
Functie
[1]
Speld
Zet het venster vast
[2]
Projectknooppunt
• •
Bovenste knooppunt van het projectaanzicht Representeert het project en is daarnaar benoemd
[3]
Structuurknooppunt
•
Vat meerdere apparaten samen in een deelboom om te laten zien dat die bij elkaar horen. De naam van het structuurknooppunt kunt u vrij verstrekken.
[4]
Apparaatknooppunt met minisymbool
• • •
Geconfigureerd apparaat, waarvoor eigen apparaatparameters in het project worden beheerd (met weergave van de status van het knooppunt). U herkent de status van het knooppunt aan het minisymbool.
[5]
Apparaatknooppunt zonder minisymbool
Geconfigureerd apparaat, waarvoor eigen apparaatparameters in het project worden beheerd (zonder weergave van de status van het knooppunt).
[6]
Parameterbestandknooppunt
Representeert een van apparaten onafhankelijk parameterbestand in het project.
[7]
Tabblad [Project planning view]
Tabblad om het configuratie-aanzicht aan te geven
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
5
35
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe is de gebruikersinterface opgebouwd?
5 Netwerkaanzicht en soorten knooppunten
36
Overzicht De afbeelding laat de opbouw van het venster "Netwerkaanzicht" en voorbeelden van de soorten knooppunten zien:
Positie
Aanduiding
Functie
[1]
Speld
Zet het venster vast
[2]
Stamknooppunt
• •
[3]
Mediaknooppunt
Representeert een fysieke medium resp. bussysteem in het netwerk
[4]
Apparaatknooppunt
Representeert het apparaat in het netwerk en zijn communicatieverbinding
[5]
Tabblad [Network view]
Tabblad om het netwerkaanzicht aan te geven
Bovenste knooppunt van het netwerkaanzicht Representeert het netwerk en is daarnaar benoemd
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe is de gebruikersinterface opgebouwd?
Status van het knooppunt
5
Overzicht Minisymbolen geven de status van het knooppunt weer. De afbeelding laat zien welke soorten minisymbolen er zijn:
Minisymbool en status van het knooppunt De volgende tabel laat het projectaanzicht, waarin de minisymbolen voorkomen, en de status van het knooppunt, die de minisymbolen weergeven, zien. Minisymbool
Projectaanzicht
Status van het knooppunt
[1]
Netwerkaanzicht
Apparaatscan actief: Wijst erop dat het knooppunt zich in een netwerk bevindt, dat juist gescand wordt.
[2]
Configuratieaanzicht
Geen communicatieverbinding aanwezig: Wijst erop dat het door het knooppunt gerepresenteerde apparaat niet in het actuele netwerk voorkomt.
[3]
Netwerkaanzicht
Knooppunt is niet geconfigureerd: Wijst erop dat het knooppunt een NIET-geconfigureerd apparaat representeert.
[4]
Netwerkaanzicht
Meerdere communicatieverbindingen aanwezig: • Wijst erop dat er nog andere apparaatknooppunten in het netwerk zijn, die naar hetzelfde apparaat verwijzen. • Het minisymbool verschijnt op het apparaat, dat NIET is vastgelegd voor de "standaard communicatieverbinding". • Deze instelling kunt u wijzigen in het contextmenu onder de menuoptie [Set as standard communication link].
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
37
5
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe is de gebruikersinterface opgebouwd?
Minisymbool en status van het knooppunt (vervolg)
38
Minisymbool
Projectaanzicht
Status van het knooppunt
[5]
Configuratieaanzicht / netwerkaanzicht
Apparaatparameters gewijzigd: • Wijst erop dat u de parameters van het apparaat heeft veranderd, nadat deze voor het laatst zijn opgeslagen. • Sla uw project op
[6]
Configuratieaanzicht
Parameterbestand gewijzigd: • Wijst erop dat u het parameterbestand heeft veranderd, nadat dit voor het laatst is opgeslagen. • Sla uw project op
[7]
Configuratieaanzicht
Parameterbestand als verwijzing geïntegreerd: • Wijst erop dat u het parameterbestand niet direct (door naar de projectdirectory te kopiëren), maar als verwijzing naar het project is geïntegreerd.
[8]
Configuratieaanzicht
Parameterbestand niet gevonden: • Het via een verwijzing geïntegreerde parameterbestand is niet op de plaats gevonden, waarnaar verwezen wordt.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe is de gebruikersinterface opgebouwd?
5.1.3
5
Opbouw van de knoppenbalk Overzicht De afbeelding laat de knoppenbalk van de MOVITOOLS® MotionStudio zien:
[1] Maakt een nieuw project aan [2] Opent een bestaand project [3] Slaat het actuele project op [4] Schakelt om naar het vensteraanzicht [5] Schakelt om naar het tabbladaanzicht [6] Rangschikt de vensters overlappend [7] Rangschikt de vensters naast elkaar [8] Schakelt naar de online-modus [9] Schakelt naar de offline-modus [10] Rangschikt de apparaten hiërarchisch in het netwerk (rechts-links) [11] Rangschikt de apparaten hiërarchisch in het netwerk (boven-onder) [12] Wist gemarkeerde apparaten [13] Voert de apparaatscan van het netwerk uit [14] Slaat het communicatiekanaal tijdens het scannen van een apparaat over om het scannen te verkorten [15] Leidt tot annulering van het scannen [16] Opent het venster voor het configureren van communicatiekanalen
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
39
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe is de workflow voor het configureren van de apparaten?
5 5.2
Hoe is de workflow voor het configureren van de apparaten?
5.2.1
Workflow voor het configureren van de apparaten Overzicht De volgende afbeelding laat de belangrijkste stappen zien om met de tools van MOVITOOLS® MotionStudio uw apparaten te configureren.
Communicatiemodus (online of offline) In de afbeelding is de modus voor de desbetreffende stap aangegeven. In de vierde stap hangt de juiste modus af van de tool die u wilt gebruiken.
AANWIJZING De MOVITOOLS® MotionStudio start in de communicatiemodus, die bij het sluiten was ingesteld.
40
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe is de workflow voor het configureren van de apparaten?
5
Procedure 1. Voer de stappen 1 tot 3 uit. Resultaten: •
De modus schakelt om van offline naar online.
•
U bevindt zich in het netwerkaanzicht.
2. Ga, indien nodig, naar een andere modus. 3. Voer stap 4 uit. Hierna vindt u een gedetailleerde handleiding voor elke stap.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
41
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe is de workflow voor het configureren van de apparaten?
5 5.2.2
Stap 1: Project en netwerk aanleggen Softwarecomponenten (opties) in de firewall vrijschakelen
STOP! Voordat u MOVITOOLS® MotionStudio start, moet u de geïnstalleerde softwarecomponenten in uw firewall vrijschakelen (pagina 16) . •
Voer alle uitvoerbare programma's die bij uw geïnstalleerde softwarecomponenten horen, in uw firewall in.
•
Controleer de instelling van uw firewall. Het is mogelijk dat deze op de achtergrond verhindert dat het programma wordt uitgevoerd, d.w.z. zonder dat de gebruiker hierover een melding krijgt.
Project en netwerk aanleggen De MOVITOOLS® MotionStudio start met het venster "Welcome ...." en verzoekt u een project aan te leggen. 1. Controleer of "New project" is geselecteerd en bevestig dit. Resultaat: het venster "New project" wordt geopend. 2. Geef het nieuwe project een naam en bepaal een locatie voor het opslaan. Bevestig dit. Resultaat: het venster "New network" wordt geopend. 3. Geef het nieuwe netwerk een naam. Bevestig dit. Resultaat: het hoofdscherm en het venster "Configure communication plugs" worden geopend.
42
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe is de workflow voor het configureren van de apparaten?
5.2.3
5
Stap 2: Communicatiekanaal/-kanalen configureren Communicatiekanaal/-kanalen configureren 1. Configureer het/de communcatiekanaal/-kanalen (pagina 47).
5.2.4
Stap 3: Netwerk scannen (apparaatscan) Netwerk scannen (apparaatscan) 1. Scan met
het netwerk (apparaatscan).
2. Wijzig de communicatie-instellingen voor de SEW Communication Server (pagina 50) als het scannen niet storingsvrij verloopt. 5.2.5
Stap 4: Apparaten met tools configureren Apparaten met tools configureren 1. Selecteer het apparaat dat u wilt configureren. 2. Open met de rechtermuisknop het contextmenu om de tools voor het configureren van het apparaat weer te geven.
Resultaat: in dit voorbeeld wordt het contextmenu weergegeven met de tools voor een MOVIDRIVE®-apparaat. 3. Selecteer de tool (pagina 66) waarmee u het apparaat wilt configureren. 4. Sla de netwerken van uw apparaten en uw projecten op.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
43
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe projecteer ik nieuwe apparaten?
5 5.3
Hoe projecteer ik nieuwe apparaten?
5.3.1
Nieuwe apparaten uit het configuratie-aanzicht projecteren Procedure 1. Ga naar het configuratie-aanzicht met het tabblad [Project planning view]. 2. Bouw met structuurknooppunten een logische structuur op die uw installatie representeert. 3. Voeg er een nieuw apparaat aan toe. Open hiervoor in het contextmenu de opdracht [New unit].
Resultaat: het venster "New unit" wordt geopend.
44
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe projecteer ik nieuwe apparaten?
5
4. Selecteer het apparaattype uit de lijst [2] en geef een naam (signatuur) [1] aan het nieuw te configureren apparaat.
Resultaat: het nieuwe apparaat wordt onder het geconfigureerde structuurknooppunt ingevoegd. 5. Schakel beide aanzichten in, menuoptie [View] / [Project views] / [Combine views]. 6. Verschuif het nieuw geconfigureerde apparaat van het configuratie-aanzicht naar het netwerkaanzicht (drag and drop).
7. Wijs aan het nieuw geconfigureerde apparaat een geldig adres [1] in het netwerk toe.
Resultaat: het nieuw geconfigureerde apparaat heeft een communicatieverbinding in het netwerk. Daarom verdwijnt het minisymbool bij het apparaatknooppunt in het configuratie-aanzicht.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
45
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe projecteer ik nieuwe apparaten?
5 5.3.2
Nieuwe apparaten uit het netwerkaanzicht projecteren Procedure 1. Ga naar het netwerkaanzicht met het tabblad [Network view]. 2. Voer vervolgens een apparaatscan in de online-modus uit. Resultaat: alle herkende apparaten worden weergegeven. 3. Markeer het apparaat dat u wilt configureren. 4. Selecteer in het contextmenu de opdracht [Project unit].
Resultaat: het venster "Apparaat configureren" wordt geopend. 5. Geef een naam (signatuur) aan het nieuw te configureren apparaat [1] en bevestig dit.
Resultaat: de parameters van het apparaat worden in het project geladen. 6. Bevestigen met [OK]. Resultaat: het minisymbool bij het apparaatknooppunt in het netwerkaanzicht verdwijnt.
46
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe werk ik met communicatiekanalen?
5.4
Hoe werk ik met communicatiekanalen?
5.4.1
Hoe configureer ik een communicatiekanaal?
5
Voorwaarde Er bestaat een hardware-verbinding tussen uw pc en de apparaten die u wilt configureren. Communicatiekanaal configureren 1. Selecteer de menuoptie [Network] / [Communication plugs] of anders het symbool . Resultaat: het venster "Configure communication plugs" worden geopend, waarin u maximaal vier communicatiekanalen kunt configureren. 2. Selecteer uit de lijst [1] het communicatietype waarmee u een vrij communicatiekanaal [2] wilt bezetten.
Resultaat: in dit voorbeeld is het derde communicatiekanaal [2] bezet met het communicatietype "serial".
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
47
5
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe werk ik met communicatiekanalen?
3. Activeer het selectievakje "Alle parameters weergeven" [1] in het rechterdeel van het venster.
Resultaat: in dit voorbeeld worden alle parameters van het communicatietype "serial" weergegeven. 4. Wijzig, indien nodig, de vooraf ingestelde parameters. Baseer u hierbij op de gedetailleerde beschrijving van parameters.
48
•
Serieel (RS-232, RS-485) (pagina 51)
•
SBus (pagina 53)
•
Ethernet (pagina 59)
•
Profibus DP/DPV1 (pagina 62)
•
S7-MPI (pagina 65)
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe werk ik met communicatiekanalen?
5.4.2
5
Hoe verander / verwijder ik een communicatiekanaal? Communicatiekanaal wijzigen / verwijderen 1. Selecteer de menuoptie [Network] / [Communication plugs]. Resultaat: het venster met de ingestelde communicatiekanalen wordt geopend. 2. Selecteer uit de lijst [2] een ander communicatiekanaal of "---" om het actuele communicatiekanaal te verwijderen.
Resultaat: in het rechterdeel van het venster verschijnt "Plug not connected" [1] als bevestiging als het communicatiekanaal is verwijderd.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
49
Basisinformatie bij de bediening – de eerste stappen – Hoe werk ik met communicatiekanalen?
5 5.4.3
Hoe leg ik de communicatie-instellingen voor de SEW Communication Server vast? Communicatie-instellingen voor de SEW Communication Server vastleggen 1. Open het tabblad [Settings] / [Options] / [Communication]. 2. Leg de communicatie-instellingen voor de SEW Communication Server vast. Baseer u op de volgende tabel: Communicatie-instelling
Omschrijving
Aanwijzing
Scanbereik niveau 1
Hoogste adres tot waar apparaten worden gescand
Scanbereik niveau 2
Hiërarchieniveau binnen het netwerk tot waar gescand wordt
Door hier waarden aan te geven kunt u het scanbereik beperken en de duur van het scannen verkorten.
Time-out communicatie
Wachttijd in [ms] die de client na een aanvraag op een antwoord van de server wacht. • Client = MOVITOOLS® MotionStudio • Server = SEW Communication Server
• •
Standaardinstelling: 5000 ms De time-out in de communicatie wordt pas actief als de MOVITOOLS® MotionStudio en de SEW Communication Server niet op dezelfde pc zijn geïnstalleerd (bijv. bij onderhoud op afstand).
Automatische baudrateherkenning (serieel)
•
•
Stel de startwaarde voor de automatische baudrateherkenning in.
•
50
Als u in het tabblad [Netwerk] / [Communicatie-aansluitingen] / [Serial] "AUTO" heeft ingesteld, worden de apparaten na elkaar met beide baudrates gescand. Het scannen van een apparaat begint met de baudrate die u onder startwaarde instelt.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Communicatiekanalen in detail Serieel (RS-232, RS-485)
6
Communicatiekanalen in detail
6.1
Serieel (RS-232, RS-485)
6.1.1
Parameters voor serieel (RS-232, RS-485)
kVA
i
f
n
6
P Hz
Parameters De volgende tabel beschrijft de parameters voor het communicatiekanaal serieel (RS-232, RS-485): Parameters
Omschrijving
Aanwijzing
COM-poort
Seriële poort waarmee de interface-omvormer is verbonden
•
•
Baudrate
Overdrachtssnelheid waarmee de aangesloten pc via het communicatiekanaal communiceert met het apparaat in het netwerk.
•
Instelbare waarden: • 9,6 kBit/s • 57,6 kBit/s • AUTO (standaardinstelling)
•
Raadpleeg de documentatie bij het aangesloten apparaat voor de correcte waarde. Als u "AUTO" instelt, worden de apparaten na elkaar met beide baudrates gescand. Stel de startwaarde voor de automatische baudrateherkenning in het tabblad [Settings] / [Options] / [Communication] in.
• •
Parametertelegrammen
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Telegram met een afzonderlijke parameter
Als hier geen waarde wordt ingevoerd, neemt de SEW Communication Server de eerste beschikbare poort. Een USB-interface-omvormer wordt gekenmerkt door de aanvulling "(USB)".
-
51
6
kVA
i
f
n
Communicatiekanalen in detail Serieel (RS-232, RS-485)
P Hz Parameters (vervolg) De volgende tabel beschrijft de parameters voor het communicatiekanaal serieel (RS-232, RS-485):
52
Parameters
Omschrijving
Aanwijzing
Multibyte-telegrammen
Telegram met meerdere parameters
•
Multibyte-telegrammen worden gebruikt om ... • apparaatparameters op te slaan en • diagnosegegevens in relatie tot de tool "Scope" (pagina 75) op te slaan.
Time-out
Wachttijd in [ms] die de master na een aanvraag op een antwoord van de slave wacht.
• •
Standaardinstelling: 100 ms Verhoog de waarde als een vertraging van de communicatie storingen veroorzaakt. Bij langzame verbindingen via modem of teleserviceadapter moet u, indien nodig, de time-outinstellingen voor parameter- en multibytetelegrammen met factor 10 verhogen.
Herhalingen
Aantal herhalingen van de aanvraag na overschrijding van de time-out
Standaardinstelling: 3
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Communicatiekanalen in detail SBus
6.2
SBus
6.2.1
Parameters voor SBus
kVA
i
f
n
6
P Hz
Parameters De volgende tabel beschrijft de parameters voor het communicatiekanaal SBus: Parameters
Omschrijving
Aanwijzing
Baudrate
Overdrachtssnelheid waarmee de aangesloten pc via het communicatiekanaal communiceert met het apparaat in het netwerk.
•
Instelbare waarden: • 125 kbaud • 250 kbaud • 500 kBaud (standaardinstelling) • 1 MBaud
•
De correcte waarde hangt af van de totale kabellengte van uw netwerk. Raadpleeg de documentatie bij het aangesloten apparaat voor deze relatie. Alle aangesloten apparaten moeten dezelfde baudrate hebben.
•
Parametertelegrammen
Telegram met een afzonderlijke parameter
-
Multibyte-telegrammen
Telegram met meerdere parameters
-
Time-out
Wachttijd in [ms] die de master na een aanvraag op een antwoord van de slave wacht.
• •
Herhalingen
Aantal herhalingen van de aanvraag na overschrijding van de time-out
Standaardinstelling: 3
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Standaardinstelling: 100 ms Verhoog evt. de waarde als een vertraging van de communicatie storingen veroorzaakt.
53
kVA
6
i
f
n
Communicatiekanalen in detail Ethernet
P Hz
6.3
Ethernet
6.3.1
Communicatietypen via ethernet
Directe communicatie
Overzicht De afbeelding laat het netwerk zien bij directe communicatie via ethernet:
[1] Pc met ethernet-TCP/IP-interface [2] Ethernet-TCP/IP-verbinding [3] Switch [4] Apparaten met ethernet-interfaces
Functie De parameteraanvragen van MOVITOOLS® MotionStudio worden door een pc [1] met ethernet-TCP/IP-interface via de ethernet [2] naar een switch geleid. Van de switch worden de parameteraanvragen direct naar de ethernet-interfaces van de apparaten doorgestuurd.
54
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Communicatiekanalen in detail Ethernet
Indirecte communicatie van ethernet naar Profibus via SIMATIC S7
kVA
i
f
n
6
P Hz
Overzicht De afbeelding laat het netwerk bij indirecte (ondergeschikte) communicatie van ethernet naar Profibus via SIMATIC S7:
[1] Pc met ethernet-TCP/IP-interface [2] Ethernet-TCP/IP-verbinding [3] SIMATIC S7 met het functieblok "SMLP-server" [4] Apparaten met Profibus-interfaces
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
55
6
kVA
i
f
n
Communicatiekanalen in detail Ethernet
P Hz Functie De parameteraanvragen van MOVITOOLS® MotionStudio worden door een pc [1] met ethernet-TCP/IP-interface via de ethernet [2] naar een SIMATIC S7 [3] doorgestuurd. Het SEW-functieblok "SMLP-server" richt de parameteraanvragen via de ondergeschikte Profibus DP/DPV1 aan de apparaten. De SIMATIC S7 functioneert als gateway van ethernet-TCP/IP naar Profibus. De apparaten zijn Profibus-deelnemers.
STOP! Apparaten van Siemens Als u in uw netwerk apparaten van Siemens laat werken, moet u extra instellingen verrichten. •
Neem de aanvullende documentatie in acht voor een storingsvrije afloop.
In het handboek "MOVITOOLS®-verbinding via ethernet naar SIMATIC S7" vindt u gedetailleerde informatie over de inbedrijfstelling en configuratie van Siemens-apparaten.
56
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Communicatiekanalen in detail Ethernet
Communicatie met EtherCAT
kVA
i
f
n
6
P Hz
Overzicht De afbeelding laat het netwerk zien bij communicatie met EtherCAT:
[1] Pc met ethernet-TCP/IP-interface [2] Ethernet-TCP/IP-verbinding [3] Switch [4] Pc met TwinCAT-besturing, EtherCAT-master en engineeringinterface [5] Apparaten met EtherCAT-interfaces
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
57
6
kVA
i
f
n
Communicatiekanalen in detail Ethernet
P Hz Functie De parameteraanvragen van MOVITOOLS® MotionStudio worden door een pc [1] met ethernet-TCP/IP-interface via de ethernet [2] naar een switch geleid. Van de switch worden de parameteraanvragen via een pc met TwinCAT-besturing en EtherCAT-master naar de EtherCAT-interfaces van de apparaten doorgestuurd.
STOP! Engineeringinterface Eventueel niet-bezette ethernet-interfaces op de apparaten met EtherCAT-interface, mogen niet worden gebruikt voor de engineering. •
58
Gebruik voor het engineering uitsluitend de interface van de TwinCAT-besturing.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Communicatiekanalen in detail Ethernet
6.3.2
kVA
i
f
n
6
P Hz
Parameters voor ethernet Parameters voor EtherCAT De volgende tabel beschrijft de parameters voor EtherCAT: Parameters
Omschrijving
Aanwijzing
Time-out
Wachttijd in [ms] die de client na een aanvraag op een antwoord van de server wacht.
• •
Scanbereik van:
Startadres voor het EtherCATscanbereik
Scanbereik tot:
Stopadres voor het EtherCATscanbereik
Door hier waarden aan te geven kunt u het EtherCAT-scanbereik beperken en de duur van het scannen verkorten.
IP-adres en EtherCAT-master
IP-adres van de EtherCAT-master
Standaardinstelling: 1000 ms Verhoog evt. de waarde als een vertraging van de communicatie storingen veroorzaakt.
-
Parameters voor SMLP De volgende tabel beschrijft de parameters voor SMLP: Parameters
Omschrijving
Aanwijzing
Time-out
Wachttijd in [ms] die de client na een aanvraag op een antwoord van de server wacht.
• •
Broadcast-IP-adres
IP-adres van het lokale netwerksegment waarbinnen het scannen van de apparaten plaatsvindt
In de standaardinstelling worden bij de apparaatscan alleen apparaten gevonden die zich in het lokale netwerksegement bevinden
IP-adres SMLP-server
IP-adres van de SMLP-server of andere apparaten die bij de apparaatscan moeten worden betrokken, maar zich buiten het lokale netwerksegment bevinden
Voer hier het IP-adres ... • van de SIMATIC S7-besturing in als u indirecte communicatie van ethernet naar Profibus via SIMATIC S7 (pagina 55) uitvoert. • van apparaten in, die bij de apparaatscan moeten worden betrokken, maar zich buiten het lokale netwerksegment bevinden
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Standaardinstelling: 1000 ms Verhoog evt. de waarde als een vertraging van de communicatie storingen veroorzaakt.
59
6
kVA
i 6.3.3
f
n
Communicatiekanalen in detail Ethernet
P Hz Communicatie-instellingen voor ethernet vastleggen Protocol instellen 1. Open het tabblad [Network] / [Communication plugs]. 2. Activeer het communicatiekanaal "Ethernet". 3. Stel het protocol in. Selecteer hiervoor een van de volgende knoppen: •
SMLP instellen;
•
EtherCAT instellen.
Parameters invoeren 1. Wijzig, indien nodig, de vooraf ingestelde parameters. Baseer u hierbij op de gedetailleerde beschrijving van de parameters (pagina 59). 2. Om een IP-adres toe te voegen of te wissen, opent u het contextmenu [1]
Resultaat: dit voorbeeld laat het contextmenu [1] en het venster [2] zien om een IP-adres voor een SMLP-server toe te voegen.
60
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Communicatiekanalen in detail Profibus DP/DPV1
6.4
Profibus DP/DPV1
6.4.1
Communicatie via C2-master
kVA
i
f
n
6
P Hz
Overzicht De afbeelding laat het netwerk zien bij Profibus-communicatie via C2-master:
[1] SIMATIC S7 (C1-master) [2] Pc met Profibus-kaart (C2-master) [3] Apparaten met DPV1-conforme Profibus-interfaces
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
61
6
kVA
i
f
n
Communicatiekanalen in detail Profibus DP/DPV1
P Hz Functie De parameteraanvragen van MOVITOOLS® MotionStudio worden door een pc [2] via de Profibus naar de Profibus-interfaces van de apparaten geleid. In dat geval zorgt de SIMATIC S7 niet voor de routing. De aangesloten pc is uitgerust met extra hardware (Profibus-kaart) om als Profibus-deelnemer (C2-master) te functioneren.
STOP! Apparaten van Siemens Als u in uw netwerk apparaten van Siemens laat werken, moet u extra instellingen verrichten. •
Neem de aanvullende documentatie in acht voor een storingsvrije afloop.
In het handboek "Veldbusinterfaces DFP21B PROFIBUS DPV1" vindt u gedetailleerde informatie over de inbedrijfstelling en configuratie van Siemens-apparaten.
6.4.2
Parameters voor Profibus DP/DPV1 Parameters De volgende tabel beschrijft de parameters voor het communicatiekanaal Profibus DP/DPV1:
62
Parameters
Omschrijving
Aanwijzing
Profibus-server
Activeer het selectievakje "Start automatically" als de Profibusserver bij elke start van de SEW Communication Server moet worden gestart.
Een geactiveerde Profibus-server wordt in de statusbalk van Windows weergegeven
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Communicatiekanalen in detail S7-MPI
6.5
S7-MPI
6.5.1
Indirecte communicatie van S7-MPI naar Profibus via SIMATIC S7
kVA
i
f
n
6
P Hz
Overzicht De afbeelding laat het netwerk bij indirecte communicatie van S7-MPI naar Profibus via SIMATIC S7:
[1] Pc met S7-MPI-interface [2] S7-MPI-verbinding [3] SIMATIC S7 met de functie FC_MoviTools [4] Apparaten met Profibus-interfaces
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
63
6
kVA
i
f
n
Communicatiekanalen in detail S7-MPI
P Hz Functie De parameteraanvragen van MOVITOOLS® MotionStudio worden door een pc [1] met S7-MPI-interface via de S7-MPI-verbinding [2] naar een SIMATIC S7 [3] doorgestuurd. De SEW-functie FC_MoviTools richt de parameteraanvraag via de Profibus aan de Profibus-interfaces van de apparaten. De SIMATIC S7 functioneert als gateway van S7-MPI naar Profibus. De apparaten zijn Profibus-deelnemers.
STOP! Apparaten van Siemens Als u in uw netwerk apparaten van Siemens laat werken, moet u extra instellingen verrichten. •
Neem de aanvullende documentatie in acht voor een storingsvrije afloop.
In het handboek "MOVITOOLS®-verbinding via S7-MPI-interface naar SIMATIC S7" vindt u gedetailleerde informatie over de inbedrijfstelling en configuratie van Siemensapparaten.
64
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Communicatiekanalen in detail S7-MPI
6.5.2
kVA
i
f
n
6
P Hz
Parameters voor S7-MPI Parameters De volgende tabel beschrijft de parameters voor het communicatiekanaal S7-MPI: Parameters
Omschrijving
Aanwijzing
Naam
Naam van het S7-MPI-station
Als u met meerdere stations communiceert, kunt u de stations een (unieke) naam geven om ze beter van elkaar te onderscheiden.
MPI-adres
S7-MPI-adres van de SIMATIC S7
-
Segment-ID
Segment-ID van de SIMATIC S7
Standaardinstelling: 0
Slot
Nummer van de insteekplaats in de bouwgroepenrack, waar de CPU van de SIMATIC S7 in de S7-MPIinterface steekt
Tel eventueel de modules om het nummer te bepalen
Rack
Nummer van de bouwgroepenrack
Standaardinstelling: 0
Handmatige DB-invoer
Activeer het selectievakje "Create entry" als u het nummer van de communication-databouwsteen (CDB) en van de harware-databouwsteen (HDB) handmatig wilt invoeren.
Als u de nummers handmatig invoert, worden alleen die bij de online-scan betrokken.
DB-nummer communicatie
Nummer van de communicationdatabouwsteen (CDB)
DB-nummer hardware
Nummer van de hardware-databouwsteen (HDB)
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
65
Apparaten met tools configureren Welke tools zijn er?
7 7
Apparaten met tools configureren
7.1
Welke tools zijn er? Functies en tools Elke functie die u met het softwarepakket MOVITOOLS® MotionStudio uitvoert, komt met een tool overeen. De tools worden, afhankelijk van de apparaten, in het contextmenu aangeboden. Toewijzing van de functies aan de tools Onderstaande tabel laat de toewijzing van de functies aan de tools zien. De technologie-editors zijn functie-overkoepelend. Functie
66
Tool
Inbedrijfstelling
•
Inbedrijfstellingswizard (pagina 67)
Parametrering
• • •
Parameterboom (pagina 68) PDO-Editor (pagina 73) Shell (pagina 76)
Diagnose
• • • •
Handbedrijf (pagina 74) Status (pagina 72) Application Builder (pagina 75) Busmonitor (pagina 76)
Visualisatie
• •
Scope (pagina 75) Application Builder (pagina 75)
Programmering
• •
PLC-Editor (pagina 75) IPOS-Assembler en -Compiler (pagina 77)
•
Technologie-editors
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Apparaten met tools configureren De tools in detail
7.2
De tools in detail
7.2.1
Inbedrijfstellingswizard
7
Beschrijving van de inbedrijfstellingswizard Onderstaande tabel beschrijft de tool en laat de ondersteunde apparaten zien: Tool
Omschrijving
Ondersteunde apparaten
Inbedrijfstellingswizard
Tool om ... • het apparaat aan de aangesloten motor en encoder aan te passen. • de stroom-, toerental- en positieregeling te optimaliseren. • Het gebruik van de tool kan, afhankelijk van het type apparaat, iets afwijken.
Wordt voor alle apparaten ondersteund.
Inbedrijfstellingswizardbedienen 1. Selecteer het apparaat dat u in bedrijf wilt stellen. 2. Start de tool vanuit het contextmenu met de menuoptie [Startup]. 3. Volg de aanwijzingen van de inbedrijfstellingswizard. •
In de technische handleiding en het systeemhandboek voor het apparaat vindt u gedetailleerde informatie over de inbedrijfstelling en de parameters.
•
In de online-hulp, die u in de tool kunt oproepen, vindt u gedetailleerde informatie over de bediening van de inbedrijfstellingswizard.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
67
Apparaten met tools configureren De tools in detail
7 7.2.2
Parameterboom
Beschrijving van de parameterboom
Beschrijving van de parameterboom Onderstaande tabel beschrijft de tool en laat de ondersteunde apparaten zien: Tool
Omschrijving
Ondersteunde apparaten
Parameterboom
Aanzicht om de parameterboom te beheren. U kunt ... • afzonderlijke apparaatparameters lezen / wijzigen (pagina 69)
Wordt voor alle apparaten ondersteund
met behulp van het contextmenu of de knoppenbalk ... • apparaatparameters opslaan (pagina 70) • apparaatparameters met de back-up vergelijken (pagina 70) • apparaatparameters zoeken • apparaatparameters documenteren (pagina 71) • apparaatparameters groeperen (pagina 71) om eigen aanzichten te maken
Knoppenbalk in de parameterboom
68
Overzicht De afbeelding laat de knoppenbalk voor het beheer van de apparaatparameters zien:
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Apparaten met tools configureren De tools in detail
Apparaatparameters beheren
7
Voorwaarde
AANWIJZING Schakel om naar online-modus om de apparaatparameters te beheren.
Apparaatparameters beheren 1. Markeer de apparaatparameters. 2. Deactiveer [Write protection] in het contextmenu voor de volgende beheerstaken:
Apparaatparameters lezen / wijzigen
•
apparaatparameters wijzigen;
•
regels of apparaatparameters toevoegen.
Apparaatparameters lezen / wijzigen 1. Selecteer het tabblad [Network view]. 2. Selecteer het apparaat dat u wilt parametreren. 3. Open het contextmenu en selecteer de menuoptie [Parameter tree]. Resultaat: het aanzicht "Parameter tree" wordt in het rechterdeel van het beeldscherm geopend. 4. Klap de "parameterboom" tot het gewenste knooppunt open.
5. Klik tweemaal om een bepaalde groep apparaatparameters weer te geven. 6. Lees / wijzig parameters.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
69
Apparaten met tools configureren De tools in detail
7 Apparaatparameters opslaan
Apparaatparameters opslaan 1. Open in het aanzicht "Parameter tree" het contextmenu. 2. Selecteer de menuoptie [Parameters -> File]. 3. Geef een naam aan het back-upbestand. Bevestig dit. Resultaat: alle apparaatparameters worden van het apparaat naar het back-upbestand overgedragen.
Apparaatparameters vergelijken
Apparaatparameters vergelijken 1. Open in het aanzicht "Parameter tree" het contextmenu. 2. Selecteer de menuoptie [Compare]. 3. Selecteer voor "Source 2" een van de volgende soorten: •
bestand (bijvoorbeeld een back-upbestand);
•
online;
•
projectgegevens.
4. Activeer de knop "Compare". Resultaat: de parameters van "Source 2" worden vergeleken met de apparaatparameters. De parameter die verschillen, worden vermeld.
70
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Apparaten met tools configureren De tools in detail
Apparaatparameters documenteren en afdrukken
7
Apparaatparameters documenteren en afdrukken 1. Open in het aanzicht "Parameter tree" het contextmenu.
AANWIJZING Als u bepaalde apparaatparameters wilt documenteren, selecteert u het desbetreffende knooppunt. 2. Selecteer de menuoptie [Create document]. 3. Geef een naam aan het HTML-bestand. Bevestig dit. 4. Kies een van de volgende opties: •
complete parameterboom documenteren;
•
apparaatparameters van het geselecteerde knooppunt documenteren;
•
apparaatparameters van het actuele venster documenteren.
Resultaat: de apparaatparameter worden als HTML-bestand in een browservenster weergegeven en kunnen worden afgedrukt. Apparaatparameters groeperen
Apparaatparameters groeperen 1. Open in het aanzicht "Parameter tree" het contextmenu of gebruik de knoppenbalk (pagina 68). 2. Leg de gewenste boomstructuur vast met behulp van de menuopties: •
[Add empty tree];
•
[Add tree];
•
[Add standard tree];
•
[Add node].
3. Verschuif de gewenste apparaatparameters naar het/de knooppunt(en) (drag and drop).
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
71
Apparaten met tools configureren De tools in detail
7 7.2.3
Status Beschrijving van de status De volgende tabel beschrijft de tool en laat de ondersteunde apparaten zien: Tool
Omschrijving
Ondersteunde apparaten
Status
•
Wordt voor alle apparaten ondersteund.
•
Tool voor de diagnose van de apparaten Statusinformatie is ... • adres van de deelnemer; • bus via welke de deelnemer communiceert; • naam van het apparaat; • signatuur van het apparaat; • status van het apparaat (bijv. vrijgave, etc.)
Status bedienen 1. Schakel om naar de online-modus. 2. Selecteer het apparaat waarvan u de status wilt weten.
3. Open het contextmenu en selecteer de menuoptie [Status] of verschuif het apparaat met de muis naar het bereik "Apparaatstatus" (pagina 32) (drag and drop). Resultaat: de statusinformatie van het apparaat wordt in het bereik "Apparaatstatus" [1] weergegeven.
AANWIJZING In het bereik "Apparaatstatus" [1] vindt u, naast de statusinformatie van het apparaat, een knop [2] waarmee een "Reset" van het apparaat kan worden uitgevoerd. Als u te veel apparaten in het bereik "Apparaatstatus" heeft, kan dat het prestatievermogen van uw pc verminderen. •
Verwijder apparaten uit het bereik "Apparaatstatus".
Apparaat uit het bereik "Apparaatstatus" verwijderen 1. Markeer het apparaat dat u wilt verwijderen. 2. Open het contextmenu en selecteer de menuoptie [Remove unit] of [Remove all units].
72
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Apparaten met tools configureren De tools in detail
7.2.4
7
PDO-Editor Beschrijving van de PDO-Editor Onderstaande tabel beschrijft de tool en laat de ondersteunde apparaten zien: Tool
Omschrijving
Ondersteunde apparaten
Proces-Data-Object-Editor (PDO-Editor)
Editor om ... • de in- en uitgangsklemmen van de servoversterker te parametreren. • de procesdata grafisch te configureren. • de Function Control Blocks (FCB's) van de MOVIAXIS® te parametreren.
Wordt voor MOVIAXIS®-apparaten ondersteund.
PDO-Editor bedienen In het configuratiehandboek "Meerassige servoversterker MOVIAXIS® MS" vindt u gedetailleerde informatie bij de parameters.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
73
Apparaten met tools configureren De tools in detail
7 7.2.5
Handbedrijf Beschrijving van het handbedrijf De volgende tabel beschrijft de tool en laat de ondersteunde apparaten zien: Tool
Omschrijving
Ondersteunde apparaten
Handbedrijf
Tool om de apparaten vanaf uw pc handmatig aan te sturen.
•
Wordt voor de volgende apparaten ondersteund: • MOVIDRIVE® B • MOVITRAC® B • MOVIGEAR®
Handbedrijf bedienen
AANWIJZING U kunt het handbedrijf alleen via de seriële interface uitvoeren. De enige uitzondering zijn MOVIGEAR®-apparaten. Voor deze apparaten kunt u het handbedrijf ook via SBus uitvoeren. 1. Schakel om naar de online-modus. 2. Selecteer het apparaat dat u vanaf uw pc wilt aansturen. 3. Open het contextmenu en selecteer de menuoptie [Manual operation]. Resultaat: het venster "Manual operation" wordt geopend 4. Activeer het handbedrijf met de knop "Activate manual operation". 5. Stel een setpoint voor het toerental in de gewenste bedrijfssoort in. 6. Selecteer een van de volgende bedrijfssoorten: •
hoge snelheid;
•
lage snelheid;
•
variabel.
7. Start het handbedrijf met de knop [Start]. Resultaat: in het rechterdeel van het venster worden de actuele waarden voor de volgende parameters weergeven:
74
•
status;
•
binaire in- en uitgangen;
•
toerental;
•
uitgangsstroom.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Apparaten met tools configureren De tools in detail
7.2.6
7
Scope Beschrijving van de scope De volgende tabel beschrijft de tool en laat de ondersteunde apparaten zien: Tool
Omschrijving
Ondersteunde apparaten
Scope
Tool voor de diagnose van proceswaarden door het registreren in real-time (software-oscilloscoop)
Wordt voor alle apparaten ondersteund
Scope bedienen In het handboek "Technische handleiding voor SEW-SCOPE®" vindt u gedetailleerde informatie over de bediening van de scope.
7.2.7
PLC-Editor Beschrijving van de PLC-Editor De volgende tabel beschrijft de tool en laat de ondersteunde apparaten zien: Tool
Omschrijving
Ondersteunde apparaten
PLC-Editor
Editor voor het programmeren conform IEC 61131-3 met uitgebreide bibliotheken uit... • functiemodules en • technologiefuncties.
•
Wordt voor MOVI-PLC® met de volgende apparaten ondersteund: • MOVIDRIVE® B • MOVITRAC® B • MOVIAXIS® • MOVIFIT®
PLC-Editor bedienen Gedetailleerde informatie over de plc-programmering en bediening van de PLC-Editor vindt u in ...
7.2.8
•
het systeemhandboek "MOVI-PLC®-programmering in de PLC-Editor" en
•
in de online-hulp, die u in de tool kunt oproepen.
Application Builder Beschrijving van de Application Builder Onderstaande tabel beschrijft de tool en laat de ondersteunde apparaten zien: Tool
Omschrijving
Ondersteunde apparaten
Application Builder
Editor voor het maken van ... • klantspecifieke visualisaties en • applicatiespecifieke diagnoses.
Wordt voor alle apparaten ondersteund
Application Builder bedienen In de online-hulp, die u in de tool kunt oproepen, vindt u gedetailleerde informatie over de bediening van de Application Builder.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
75
Apparaten met tools configureren De tools in detail
7 7.2.9
Shell Beschrijving van de Shell De volgende tabel beschrijft de tool en laat de ondersteunde apparaten zien: Tool
Omschrijving
Ondersteunde apparaten
Shell
Overkoepelende tool die de volgende functies in één gebruikersinterface samenbrengt: • parametrering; • inbedrijfstelling.
Wordt voor de volgende apparaten ondersteund: • MOVIDRIVE® A • MOVITRAC® 07 A • MOVIMOT®
Shell bedienen 1. Selecteer het apparaat waarvoor u de Shell wilt uitvoeren. 2. Start de Shell vanuit het contextmenu met de menuoptie [Shell]. 3. Selecteer de gewenste functie. In de online-hulp, die u in de tool kunt oproepen, vindt u gedetailleerde informatie bij de parameters van het apparaat.
7.2.10 Busmonitor Beschrijving van de busmonitor De volgende tabel beschrijft de tool en laat de ondersteunde apparaten zien: Tool
Omschrijving
Ondersteunde apparaten
Busmonitor
•
Wordt voor alle apparaten, waarvoor u met MOVITOOLS® diagnoses uitvoert, ondersteund.
• •
Tool voor de diagnose van de communicatie tussen de veldbus en het apparaat (monitorbedrijf). Tool om onafh. van de besturing setpoints voor het apparaat in te stellen (besturingsbedrijf). De tool gaat van een seriële communicatie van uw pc met het apparaat uit.
Busmonitor bedienen In de online-hulp, die u in de tool kunt oproepen, vindt u gedetailleerde informatie over de bediening van de busmonitor.
76
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Apparaten met tools configureren De tools in detail
7
7.2.11 IPOS®-Assembler en -Compiler Beschrijving van de IPOS®-Assembler en -Compiler De volgende tabel beschrijft de tool en laat de ondersteunde apparaten zien: Tool
Omschrijving
IPOS®-Assembler
•
Tool voor de IPOS®-programmering in Assembler
IPOS®-Compiler
•
Tool voor het bewerken en compileren van IPOS®programma's
Ondersteunde apparaten Wordt ondersteund voor alle apparaten, die u met MOVITOOLS® programmeert.
IPOS®-Assembler en -Compiler bedienen Gedetailleerde informatie over de IPOS®-programmering en de bediening van de tools vindt u .... •
in het handboek "Positionering en volgordebesturing IPOSPlus®" en
•
in de online-hulp, die u in de tool kunt oproepen.
7.2.12 Technologie-editors Beschrijving van de technologie-editors De volgende tabel beschrijft de tools en laat de ondersteunde apparaten zien: Tool
Omschrijving
Ondersteunde apparaten
Motion technologie-editor
Editor voor de ... • inbedrijfstelling; • parametrering; • aansturing; • visualisatie van technologiefuncties.
Wordt voor MOVIAXIS®- en MOVIDRIVE®-apparaten ondersteund.
Technologiefuncties (applicaties) voor MOVIAXIS®: • elektronische tandwielkast; • curvenschijf; • touch probe; • resultaatbesturing; • virtuele encoder. Technologiefuncties (applicaties) voor MOVIDRIVE®: • interne synchroonloop; • curvenschijf; • MOVIDRIVE®-applicatiemodules. Eenassige positionering voor MOVIAXIS®
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Editor voor de ... • inbedrijfstelling; • parametrering; • aansturing; • visualisatie van een eenassige positionering voor MOVIAXIS®.
77
7
Apparaten met tools configureren De tools in detail
Technologie-editors bedienen 1. Selecteer het apparaat waarvoor u een technologie-editor wilt uitvoeren. 2. Start de tool vanuit het contextmenu met de menuoptie [Technology Editors]. 3. Volg de aanwijzingen van de wizard. Gedetailleerde informatie bij de technologiefuncties (applicaties) en de bediening van de Motion technologie-editor vindt u ...
78
•
in het handboek "Meerassige servoversterker MOVIAXIS® MX technologie-editor eenassige positionering"
•
in de applicatiehandboeken voor MOVIDRIVE®-apparaten en in de online-hulp, die u in de tool kunt oproepen.
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Index
8
8
Index
A Aanwijzingen bij de documentatie algemene aanwijzingen ................................10 Aanzichten basisinformatie bij de bediening, gebruikersinterface ..........................32 projectaanzichten en soorten knooppunten 34 Adapter CAN1-baudrate instellen? ............................29 hoe adresseer ik een CAN1-communicatie? 27 hoe stel ik een USB-CAN-adapter van Peak in bedrijf? .............................................26 welke aansluitmethoden zijn er? ..................23 Adres communicatie-instellingen voor ethernet vastleggen .......................................60 hoe adresseer ik een CAN1-communicatie? 27 Afsluitweerstand CAN1-communicatie beëindigen ..................30 Apparaatknooppunt projectaanzichten en soorten knooppunten 34 Application Builder tools ..............................................................75 B Basisadres hoe adresseer ik een CAN1-communicatie? 27 Baudrate CAN1-baudrate instellen ..............................29 parameters voor SBus ..................................53 Beëindiging CAN1-communicatie beëindigen ..................30 Beperking van aansprakelijkheid algemene aanwijzingen ................................10 Bereiken basisinformatie bij de bediening, gebruikersinterface ..........................32 C CAN CAN1-baudrate instellen ..............................29 CAN1-communicatie beëindigen ..................30 hoe adresseer ik een CAN1-communicatie? 27 hoe stel ik een USB-CAN-adapter van Peak in bedrijf? .............................................26 welke aansluitmethoden zijn er? ..................23
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Communicatie communicatie met EtherCAT ....................... 57 communicatie-instellingen voor de SEW Communication Server vastleggen 50 communicatie-instellingen voor ethernet vastleggen ...................................... 60 directe communicatie ................................... 54 indirecte communicatie van ethernet naar Profibus via SIMATIC S7 ................ 55 indirecte communicatie van S7-MPI naar Profibus via SIMATIC S7 ................ 63 Communicatie-aansluitingen hoe configureer ik een communicatiekanaal? ..................... 47 Communicatie-instellingen communicatie-instellingen voor ethernet vastleggen ........................ 60 Communicatiekanaal 2. Communicatiekanaal/-kanalen configureren .................................... 43 hoe configureer ik een communicatiekanaal? ..................... 47 hoe verander / verwijder ik een communicatiekanaal? ..................... 49 parameters voor ethernet ............................ 59 parameters voor Profibus DP/DPV1 ............ 62 parameters voor S7-MPI ............................. 65 parameters voor SBus ................................. 53 systeemoverzicht ........................................... 7 welke functies biedt de software? .................. 8 Communicatietype hoe configureer ik een communicatiekanaal? ..................... 47 systeemoverzicht ........................................... 7 welke functies biedt de software? .................. 8 Communication Server communicatie-instellingen voor de SEW Communication Server vastleggen 50 Configuratie 1. Project en netwerk aanleggen ................. 42 2. Communicatiekanaal/-kanalen configureren .................................... 43 3. Netwerk scannen (apparaatscan) ............ 43 4. Apparaten met tools configureren ........... 43 hoe configureer ik een communicatiekanaal? ..................... 47 hoe verander / verwijder ik een communicatiekanaal? ..................... 49
79
8
Index
nieuwe apparaten uit het configuratieaanzicht projecteren ........................44 nieuwe apparaten uit het netwerkaanzicht projecteren ......................................46 workflow voor het configureren van de apparaten ...................................40 Configuratie-aanzicht basisinformatie bij de bediening, gebruikersinterface ..........................32 projectaanzichten en soorten knooppunten 34 D Databus CAN1-communicatie beëindigen ..................30 Diagnose welke tools zijn er? .......................................66 DIP CAN1-baudrate instellen ..............................29 E Eenassige positionering tools ..............................................................77 welke tools zijn er? .......................................66 EtherCAT communicatie met EtherCAT .......................57 Ethernet communicatie-instellingen voor ethernet vastleggen .......................................60 directe communicatie ...................................54 indirecte communicatie van ethernet naar Profibus via SIMATIC S7 ........55 F Firewall installatie MOVITOOLS® MotionStudio ........14 Framework basisinformatie bij de bediening, gebruikersinterface ..........................32 Functieblok indirecte communicatie van ethernet naar Profibus via SIMATIC S7 ........55 Functies systeemoverzicht ............................................7 welke functies biedt de software? ..................8 welke tools zijn er? .......................................66 G Garantie algemene aanwijzingen ................................10 Gateway indirecte communicatie van ethernet naar Profibus via SIMATIC S7 .................55 indirecte communicatie van S7-MPI naar Profibus via SIMATIC S7 .................63
80
I Inbedrijfstelling welke tools zijn er? ...................................... 66 Installatie MOVITOOLS® MotionStudio decentrale aandrijfsystemen ........................ 22 MOVIAXIS®-apparaten ................................ 19 MOVIDRIVE®-apparaten ............................. 17 MOVITRAC®-apparaten .............................. 18 opties ........................................................... 17 procedure .................................................... 14 voorwaarden ................................................ 14 Interface-omvormer hoe stel ik de interface-omvormer USB11A in bedrijf? ......................... 24 welke aansluitmethoden zijn er? ................. 23 IP-adres communicatie-instellingen voor ethernet vastleggen ........................ 60 IPOS tools ............................................................. 77 K Knoppenbalk basisinformatie bij de bediening, gebruikersinterface ......................... 32 hoe is de knoppenbalk opgebouwd? ........... 39 M Mediaknooppunt projectaanzichten en soorten knooppunten 34 Menu basisinformatie bij de bediening, gebruikersinterface ......................... 32 Minisymbool projectaanzichten en soorten knooppunten 34 Modus workflow voor het configureren van de apparaten .................................. 40 Motion technologie-editor (Tec-Editor) tools ............................................................. 77 MOVIAXIS CAN1-baudrate instellen ............................. 29 CAN1-communicatie beëindigen ................. 30 hoe adresseer ik een CAN1-communicatie? 27 hoe stel ik een USB-CAN-adapter van Peak in bedrijf? ........................ 26 MPI indirecte communicatie van S7-MPI naar Profibus via SIMATIC S7 ........ 63 parameters voor S7-MPI ............................. 65 V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
Index
N Netwerk 3. Netwerk scannen (apparaatscan) ............43 communicatie met EtherCAT .......................57 directe communicatie ...................................54 indirecte communicatie van ethernet naar Profibus via SIMATIC S7 ........55 indirecte communicatie van S7-MPI naar Profibus via SIMATIC S7 ........63 systeemoverzicht ............................................7 Netwerkaanzicht basisinformatie bij de bediening, gebruikersinterface ..........................32 projectaanzichten en soorten knooppunten 34 workflow voor het configureren van de apparaten ...................................40
Plug-in basisinformatie bij de bediening, gebruikersinterface ......................... 32 Profibus indirecte communicatie van ethernet naar Profibus via SIMATIC S7 ........ 55 indirecte communicatie van S7-MPI naar Profibus via SIMATIC S7 ........ 63 Programmering welke tools zijn er? ...................................... 66 Projectaanzicht basisinformatie bij de bediening, gebruikersinterface ......................... 32 projectaanzichten en soorten knooppunten 34 Projectknooppunt projectaanzichten en soorten knooppunten 34
O Overdrachtssnelheid CAN1-baudrate instellen ..............................29
R Reset (knop) basisinformatie bij de bediening, gebruikersinterface ......................... 32 Routing indirecte communicatie van S7-MPI n aar Profibus via SIMATIC S7 .......... 63
P Parameterbestandknooppunt projectaanzichten en soorten knooppunten 34 Parameterboom beschrijving van de parameterboom ............68 Parameters apparaatparameters beheren .......................69 apparaatparameters documenteren en afdrukken ....................................71 apparaatparameters groeperen ....................71 apparaatparameters lezen / wijzigen ............69 apparaatparameters met back-up vergelijken .......................................70 apparaatparameters opslaan .......................70 beschrijving van de parameterboom ............68 hoe configureer ik een communicatiekanaal? ......................47 parameters voor ethernet .............................59 parameters voor Profibus DP/DPV1 .............62 parameters voor S7-MPI ..............................65 parameters voor SBus ..................................53 Parametrering welke tools zijn er? .......................................66 PDO-Editor tools ..............................................................73 Peak hoe stel ik een USB-CAN-adapter van Peak in bedrijf? .........................26 PLC-Editor tools ..............................................................75
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
8
S S7 indirecte communicatie van ethernet naar Profibus via SIMATIC S7 ........ 55 indirecte communicatie van S7-MPI naar Profibus via SIMATIC S7 ........ 63 parameters voor S7-MPI ............................. 65 Scan 3. Netwerk scannen (apparaatscan) ............ 43 communicatie-instellingen voor de SEW Communication Server vastleggen 50 hoe is de knoppenbalk opgebouwd? ........... 39 Scope tools ............................................................. 75 SEW Communication Server communicatie-instellingen voor de SEW Communication Server vastleggen 50 Siemens indirecte communicatie van ethernet naar Profibus via SIMATIC S7 ........ 55 indirecte communicatie van S7-MPI naar Profibus via SIMATIC S7 ........ 63 SMLP-server indirecte communicatie van ethernet naar Profibus via SIMATIC S7 ........ 55 Soorten knooppunten projectaanzichten en soorten knooppunten 34
81
8
Index
Soorten veiligheidsaanwijzingen algemene aanwijzingen ................................10 Stamknooppunt projectaanzichten en soorten knooppunten 34 Statusbalk basisinformatie bij de bediening, gebruikersinterface ..........................32 Structuurknooppunt projectaanzichten en soorten knooppunten 34 Switch directe communicatie ...................................54 Systeemoverzicht hoe is de software opgebouwd? .....................7 T TCP/IP communicatie met EtherCAT .......................57 directe communicatie ...................................54 indirecte communicatie van ethernet naar Profibus via SIMATIC S7 ........55 Tec-Editor (Motion technologie-editor) tools ..............................................................77 Technologie-editor welke tools zijn er? .......................................66 Toepassing conform de voorschriften ...................5
82
Tools 4. Apparaten met tools configureren ........... 43 de tools in detail ........................................... 67 systeemoverzicht ........................................... 7 welke functies biedt de software? .................. 8 welke tools zijn er? ...................................... 66 TwinCAT communicatie met EtherCAT ....................... 57 U USB-CAN-adapter hoe stel ik een USB-CAN-adapter van Peak in bedrijf? ........................ 26 USB11A hoe stel ik de interface-omvormer USB11A in bedrijf? ......................... 24 welke aansluitmethoden zijn er? ................. 23 V Veiligheidsaanwijzingen algemene aanwijzingen ............................... 10 Venster basisinformatie bij de bediening, gebruikersinterface ......................... 32 Visualisatie welke tools zijn er? ...................................... 66
V 5.40 – MOVITOOLS® MotionStudio
SEW-EURODRIVE – Driving the world
Motorreductoren \ Industrial Gears \ Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Service
Hoe we de wereld in beweging houden
Met mensen die snel en goed denken en samen met u werken aan de toekomst.
Met een service die wereldwijd onder handbereik is.
Met aandrijvingen en besturingen die uw productiviteit vergroten.
Met compromisloze kwaliteit die een storingvrij bedrijf garandeert.
Met veel knowhow van de belangrijkste branches van deze tijd.
SEW-EURODRIVE Driving the world
Met een wereldwijde aanwezigheid voor snelle en overtuigende oplossingen. Overal.
Met innovatieve ideeën die morgen al de oplossing voor overmorgen in zich hebben.
Met internet dat u 24 uur per dag toegang biedt tot informatie, waaronder software-updates.
SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG P.O. Box 3023 · D-76642 Bruchsal / Germany Phone +49 7251 75-0 · Fax +49 7251 75-1970
[email protected]
www.sew-eurodrive.com