HANDLEIDING Algemene tips voor de leerkracht: = idee/tip Stimuleer de kinderen vanaf les 1 om (met de computer) informatie te verzamelen over onderwerpen die met Spanje en Latijns Amerika te maken hebben. Er zijn enorm veel leuke sites voor kinderen op dit gebied. Een speciale selectie van deze links kunnen ze vinden op www.spaansvoordebasisschool.nl. Zo vergroten ze niet alleen hun taalkennis, maar ook hun culturele kennis. Misschien is een abonnement op het tijdschrift ‘¿Qué tal?’ iets voor uw school? Kijk voor meer info op www. averbode.be/nl Huur een DVD van Belle Perez. Huur de DVD Zorro. Veel kinder-dvd’s zoals bijvoorbeeld Spongebob, kunt u zo instellen dat ze in het Spaans nagesynchroniseerd worden (Bob Esponja). Voor beginners is Barbapappa in het Spaans een goede optie. Huur eens een Spaanstalige DVD/CD bij videotheek/bibliotheek. Op Youtube staan natuurlijk ook een heleboel Spaanstalige nummers. In elke les komt de spreekvaardigheid natuurlijk aan de orde. Dit doet u met behulp van de actividades en de juegos. Maar het is raadzaam om ook steeds weer vragen uit eerdere hoofdstukken te stellen. Door te herhalen, wordt het gemakkelijker.
Bij hoofdstuk 1: de eerste les: Vraag eens wat de leerlingen allemaal al weten over Spanje en/of Zuid-Amerika/ Mexico. (Dit kunt u natuurlijk opsplitsen.) Breng Mexico in verband met Zorro. Maak hier mindmappen van op het bord. Voorbeelden: Spanje: paella, zon, kusten, stranden, voetbal Mexico: Zorro, sombrero, mariachi, tequila Vraag welke woorden ze al kennen. (Hiermee maak je het mogelijk om meteen de uitspraak te behandelen.) Voorbeelden: La playa, buenos días, qué tal, el chico, la chica, mañana, paella, Lloret de Mar, etc. Er is een liedje van Bassie en Adriaan dat Spaanse woorden bevat. Voor de introductie, zou u ook dit liedje kunnen gebruiken.
1
Bij hoofdstuk 2: Canción 1 (Bonita banana) : Staat op de Jubileum CD Wereldfeest (track nr. 17) van Samba Salad. Introductie: Voer met de kinderen een gesprekje over de (bananen) plantages van Zuid-Amerika. Laat daarbij de volgende aspecten aan de orde komen: - naast koffie, katoen, cacao, tabak en rijst vormt de bananenteelt een belangrijk middel van bestaan in Zuid-Amerikaanse landen; - enkele bekende merken van bananen (Chiquita, Dole...); - de wijze waarop bananen groeien (in grote trossen, ‘families’, bij elkaar) en rijpen (van groen naar geel naar bruin); - natuurrampen zoals vulkaanuitbarstingen, aardverschuivingen en orkanen kunnen voor de plantages enorme gevolgen hebben. Zet nu de titel van het liedje, Bonita Banana, op het bord. Wat zou deze titel betekenen? Natuurlijk kunt u ook meteen de woorden koffie, katoen, rijst etc. in het Spaans geven. (In het Spaans op het bord schrijven, de leerlingen kunnen dan raden wat er naast bananen nog verbouwd wordt.)
Tips bij liedje Bonita Banana: Het liedje is in het Engels maar het refrein is makkelijk mee te zingen. Leg eerst even uit waarover de tekst gaat en luister een paar keer naar het liedje. Verdeel de kinderen in zangers, dansers en klappers. Extra informatie: ‘Bonita Banana’ (mooie banaan) is een combinatie van Spaanse rumba en Cubaanse salsa. ‘Cantes de ida y vuelta’ worden dit soort liedjes genoemd: liedjes van komen en gaan. Lang geleden vertrokken ze uit Spanje naar Cuba. Daar werden ze beïnvloed door Afrikaanse ritmes en muziekvormen. Vervolgens keerden ze terug naar Spanje en werden ze in de flamenco opgenomen. Dat de flamenco-rumba weer op bezoek is gegaan bij de ‘salsa’ uit Cuba bewijst ‘Bonita Banana’. Couplet 1 Op een zonnige dag in een bananenboom Verliet de mooie Bonita Banana haar familie, Om ver van de banananwereld weg te gaan, Voordat haar tijd gekomen was en ze was ook nog wat groen. Refrein Oh mooie Bonita, Bonita Bananananana (3x) Oh mooie Bonita, Bonita Banana Couplet 2 Dus ging ze naar het platteland, want ze wist Waar de mooiste bananenjongens groeiden. En binnen een week ontmoette ze een jongen die Fred heette Hij zoende haar en zei haar dit:
2
Couplet 3 In de stilte van de nacht werden ze zo zacht en zoet Dat Bonita in plaats van groen geel werd. Ze nam haar Freddie mee naar haar bananenboom En ze hielden een groot feest met haar familie.
Recept Bonita Banaan van Samba Salad: Wat heb je nodig:
1 (goed rijpe) banaan geraspte kokos boter chocopasta
Pel de banaan en snijd hem doormidden en snijd die helften in de lengte weer doormidden zodat je 4 platte stukjes banaan hebt. Bak deze in de koekenpan met een klontje boter tot ze bruin zijn. Bak iedere kant ongeveer vier minuten op zacht vuur. Smeer een beetje chocopasta op de platte kant van de banaan. Besprenkel de stukjes banaan met de geraspte kokos over de chocopasta en klaar is Bonita.
Bij hoofdstuk 4: Laat de leerlingen een familiefoto meenemen en elkaar erover vertellen en vragen stellen.
Bij hoofdstuk 5: De woordjes van het juego worden niet gegeven. Probeer eens met behulp van de foto’s te kijken of de leerlingen erachter kunnen komen wat ze betekenen. Er zit een vertaaloefening bij in het werkboek. Extra actividad: nog een rondje met dobbelstenen en dan de getallen van elkaar aftrekken (menos). Extra actividad: tellen, rondje maken met tellen en elke 5e persoon zeg ‘piep’ in plaats van 5 of gaat gillen of moet opstaan. Canción 2 (Dos y dos): staat op de CD Wereldfeest (track nr. 10) en op de CD Latina dinámica, track nr. 9). Laat de leerlingen een spreekbeurt houden over bijvoorbeeld: Spanjaarden en hun gewoontes Mexico De chihuahua Mexicaans eten Tapas Flamenco Laat de leerlingen een muurkrant maken – plaatjes plakken en informatie erbij schrijven (in een paar lessen).
3
Bij hoofdstuk 6: Canción 3 staat achterin de bijlage (blz. 46). Leer de kinderen dit verjaardagslied en zing het samen als er één jarig is. Woordjes die nodig zijn bij het juego: la playa la niña llueve el jardín
het strand het kind (meisje) het regent de tuin
el niño el paraguas la lluvia el cajón de arena
het kind (jongen) de paraplu de regen de zandbak
Test na les 6: Op de laatste bladzijden van de handleiding staat een test. Deze kunt u uitprinten en gebruiken. Antwoorden: el perro
de hond
tener
hebben, bezitten
el zorro
de vos
la hermana
de zus
vivir
wonen, leven
dag, tot ziens
adiós
de fiets
la bicicleta
niets
nada
tien
diez
de opa
el abuelo
Son muy bonitos.
Ze zijn erg mooi.
No sé cómo se llama.
Ik weet niet hoe hij/zij heet.
¿Eres holandesa?
Ben jij Nederlandse?
¿Tu padre no vive en Holanda?
Woont je vader niet in Nederland?
No tengo un amigo.
Ik heb geen vriend.
Zij woont in Spanje.
Vive en España.
Hoe gaat het met je?
¿Qué tal?
Het is geen vogel, het is een vos.
No es un pájaro, es un zorro.
Waar woont je oma?
¿Dónde vive tu abuela?
Zij zijn met zijn vieren.
Son cuatro.
4
Bij hoofdstuk 7: Bij opdracht 1 in het werkboek volgen de vragen de dialoog in het tekstboek niet. De kinderen moeten zelf antwoorden uit de tekst halen of zelf verzinnen. Het gaat er in deze oefening om de werkwoorden correct te vervoegen. Vergeet niet te zeggen dat bici een afkorting is van bicicleta. Geef ook voorbeelden zoals el bolígrafo – el boli. Introduceert u ook het woord ‘tienda’ voor winkel waar ze de fiets kopen bij zin 3. Tienda wordt niet gegeven in de woordenlijst.
Bij hoofdstuk 8: Bij dit hoofdstuk is het handig als u eerst alle dialogen behandelt, voordat u met het juego en de actividades aan de gang gaat. Bij de Action (een winkelketen) kunt u Art Deco fruitstukken kopen (± €2,- per 6 stuks): die erg geschikt zijn om winkeltje mee te spelen! Stimuleer de leerlingen om al hun acteertalent te benutten in een -soms hilarische- spelsituatie.
Bij ‘extra oefeningen’ pagina 24 en 25 in het werkboek: Hierbij geven wij u wat extra uitleg over het gebruik van het lidwoord in het Spaans. Het is aan u dit wel of niet in de les te behandelen. Het lidwoord wordt weggelaten in de volgende gevallen : 1) voor benamingen van beroepen, als daar het werkwoord ser aan voorafgaat. Mario es periodista. Mario is journalist. Rafael es modisto. Rafael is modeontwerper. NB Maar als er een bijvoeglijk naamwoord bij staat, wordt wel een lidwoord gebruikt : Mario es un periodista muy famoso. Mario is een erg beroemde journalist. 2) voor zelfstandige naamwoorden die lijdend voorwerp zijn, vooral als de hoeveelheid buiten beschouwing wordt gelaten: Yo no tengo coche. Ík heb geen auto. No tengo hijos. Ik heb geen kinderen. Dame azúcar, por favor. Geef me (wat) suiker, a.u.b. No hay trabajo para todos. Er is geen werk voor iedereen. He comprado sillas nuevas. Ik heb nieuwe stoelen gekocht. Opdracht 4 en 5 (werkboek pagina 24 en 25) zijn natuurlijk hele goede spreekopdrachten om per tweetal in dialoogvorm nog een keer te oefenen.
5
Bij hoofdstuk 10: Laat u de kinderen op internet uitzoeken wat pollo con mole is. Kennen ze nog meer typisch Mexicaanse gerechten? Eten ze zoiets wel eens thuis? Extra actividad: maak samen een lijstje van dingen die de leerlingen wel of niet lekker vinden. Bijvoorbeeld: coca cola, zumo, helado etc.
Bij hoofdstuk 11: Extra actividad: laat de leerlingen verschillende zumo’s opnoemen, en eventueel opzoeken.
Bij hoofdstuk 12: U kunt uitleggen bij galgje dat het de bedoeling is een woord uit woordenlijst achterin te nemen, maar dat het natuurlijk wel het leukst is als ze het woord al hebben gehad. Vertel dat bij een aantal onregelmatige werkwoorden alleen de 1e persoon onregelmatig is, de rest is dan regelmatig (saber, hacer). Het is leuk om te vertellen dat ze in Spanje in veel barretjes alles op de grond gooien: servetjes, sigaretten, tandenstokers, olijfpitten, etc. maar het wel geregeld aanvegen.
Test na les 12: Op de laatste bladzijden staat een test. Deze kunt u uitprinten en gebruiken. ¿adónde?
waarheen?
bijvoorbeeld
por ejemplo
necesito
ik heb nodig
waarom?
¿por qué?
la noche
de nacht
het nagerecht
el postre
¿verdad?
nietwaar?
erg sterk
muy fuerte
escribís
jullie schrijven
de groenteboer
la verdulería
sé
ik weet
kopen
comprar
Ana compra leche en un supermercado.
Anna koopt melk in een supermarkt.
¿Cuántos necesita?
Hoeveel heeft u/hij/zij nodig?
¿Te gusta la playa?
Houd jij van het strand?
Nunca tomo café en un bar.
Ik neem nooit koffie in een bar.
Escribimos un correo electrónico.
Wij schrijven een email.
6
Tenéis que ir a un restaurante.
Jullie moeten naar een restaurant gaan.
Jij houdt alleen van Nederlands eten.
Sólo te gusta la comida holandesa. (les 12, dialoog 2)
Welke kleur is de giraffe?
¿De qué color es la jirafa? (les 12, actividad)
Zij drinken nooit cola.
Nunca toman coca cola. (les 12, dialoog 2)
Vind jij het leuk om uit te gaan?
¿Te gusta salir? (les 9, grammatica)
Wij wachten hier.
Esperamos aquí. (les 8, dialoog 2)
Bij hoofdstuk 13: De werkwoordsoefeningen in dit hoofdstuk zijn erg belangrijk. Veel leerlingen van de basisschool weten niet hoe het precies zit met vervoegingen. Het is zaak hier veel aandacht aan te besteden. U kunt het werkwoordenspelletje (juego) op pagina 31 elke les op een andere manier spelen. U kunt teams vormen die tegen elkaar spelen. U treedt op als spelleider die bepaalt wie het snelst is of de meeste goede antwoorden heeft. Opmerking bij dialoog 2: ‘Elena llama a sus padres’: De eerste twee vormen van het bezittelijke voornaamwoord zijn al in les 9 aan de orde gekomen. We hebben ervoor gekozen niet teveel grammatica bij de hoofdstukken te zetten, anders worden de blokken te groot. De andere vormen staan in het grammatica overzicht.
Bij hoofdstuk 14: Ook hier kunt u weer gebruik maken van plastic fruit om winkeltje te spelen. De leerlingen kennen weer meer woorden en er wordt herhaald. U kunt ook een restaurantsituatie naspelen. Leerlingen kunnen dat thuis voorbereiden per tweetal en in de klas spelen. Wie neemt wat? bij opdracht 4 in het werkboek: laat ze zelf nog wat woorden erbij doen met de lidwoorden.
Bij hoofdstuk 15: Wij hebben ons beperkt tot de ik-vorm van jugar. Natuurlijk kunt u ook het hele werkwoord behandelen. In de bijlage op pagina 46 staan nog meer sporten en hobby’s vermeld.
7
Extra oefening met moderne sporten: Clasifica los siguientes deportes en estas tres categorías:
Deporte
Actividades
Actividades
Actividades
acuáticas
aéreas
terrestres
Actividades
Actividades
Actividades
acuáticas
aéreas
terrestres
Rafting Piraguismo Submarinismo Surf Windsurf Vela
Ala delta Puenting Parapente Vuelo sin motor Caída libre
Hípica, senderismo Escalada bicicleta Tenis Descenso de cañones Baloncesto Ciclismo extremo esquí
Hípica paardensport Senderismo Rafting Ala delta Escalada Bicicleta Puenting Piragüismo Submarinismo Parapente Ciclismo extremo Caída libre Esquí Windsurf Vela Surf Tenis Vuelo sin motor Descenso de cañones Baloncesto Solución:
Nog een leuke, moderne sport = saltar en el trampolín = trampoline springen.
8
Bij hoofdstuk 16 Zoek een leuk liedje van Mariachi en laat het horen in de les. Extra informatie over de Mariachis (uit: La Wikipedia, la enciclopedia libre) Los grupos de mariachis son conjuntos musicales típicos de Méjico. Representan a uno de los íconos de la cultura Mejicana. El Mariachi es un grupo musical conformado por músicos que van desde 7 y hasta 12 elementos, pero no existe un límite.Los instrumentos indispensables son la vihuela, guitarra, guitarrón, violines y trompetas, aunque en ocasiones se le añaden flauta y arpa. El acordeón no es un instrumento de mariachi, pero fuera de México se lo añaden con frecuencia. Los primeros conjuntos de mariachi vestían como lo que eran: campesinos de Jalisco de manta de algodón y usaban un sombrero de paja de trigo. A principios del siglo XX comenzaron presentarse con el traje de los antiguos hacendados, es decir el traje de charro de gala, mismo que a fin de hacerlo más espectacular han venido modificando mediante colores y ornamentos distintos a los del charro. En la ciudad de Guadalajara cada año tiene lugar el Encuentro Internacional del Mariachi y la Charrería. Este evento está dividido en dos aspectos,: el deportivo, con encuentros y competiciones de charros y el musical con conciertos y presentaciones de grupos de mariachis. Cada año, llegan conjuntos de mariachi de lugares tan remotos como Serbia y Japón, aparte de los que vienen de toda Latinoamérica. Además de concursos y conciertos, se imparten talleres y clínicas que han ayudado a los grupos fuera de Méjico a mejorar su vestimenta y sobre todo su estilo y técnica interpretativa.
Bij hoofdstuk 17 Als extra grammaticale uitleg kunt u de werkwoorden decir, conocer en preferir behandelen. Extra informatie over Flamenco (zie ook Wikipedia): Flamenco is een heel gecompliceerde muziekvorm. Je moet er mee opgroeien om haar goed te begrijpen. Flamenco is geen folklore maar een kunstvorm en een manier van leven. Ritme, zang en dans vinden elkaar in een spel van poëzie en pure emotie. Laat leerlingen op internet opzoeken wat Flamenco is. Wat vinden ze ervan? Huur eens een DVD/video over flamenco, bijvoorbeeld de film Vengo. Op Youtube staan heel veel korte filmpjes met muziek over flamenco.
9
Canción 4: staat op de jubileum-cd van Samba Salad, track nr. 19. Het liedje Paco en María staat in het teken van de flamenco uit het Spaanse Andalusië (Andalucía in het Spaans). De composities op de cd van Samba Salad vinden hun inspiratie in de meest feestelijke en toegankelijke stijlen van de flamenco. Op track 11 ‘au’ van de jubileum-cd is de invloed van de Moorse en Arabische culturen goed hoorbaar. Op www.sambasalad.nl of www.kindermuziek.com vindt u meer informatie over Samba Salad en kunt u ook cd’s bestellen.
Bij hoofdstuk 18: Canción 5: La cucaracha is een populair Mexicaans liedje. De meeste leerlingen zullen de wijs kennen, maar niet de woorden. Het is leuk om het samen te zingen Er is een karaokevideo te verkrijgen bij de Spaanse leergang Trotamundos. Die video is een aanrader. Daar staat het liedje La Cucaracha ook op.
Vertaling La Cucaracha:
De kakkerlak, de kakkerlak Die kan niet meer lopen omdat hij niet heeft, omdat hij zijn twee achterpoten mist.
Vertaalt u samen met de leerlingen een pagina uit een vriendenboekje. Als u dat kopieert, kunt u er voor iedereen een boekje van maken. Dat is een leuk aandenken bij de laatste les. De flitskaartjes hierna kunt u uitknippen en evt. lamineren. De leerlingen kunnen ermee puzzelen.
VOOR MEER TIPS EN INFORMATIE ZIE:
WWW.SPAANSVOORDEBASISSCHOOL.NL
10