NL

Uitgave

MOVIDRIVE® MD_60A

09/2001

Technische handleiding 1053 2676 / NL

SEW-EURODRIVE

1 Belangrijke aanwijzingen....................................................................................... 4 2 Veiligheidsaanwijzingen ........................................................................................ 6

3 Opbouw van de apparatuur................................................................................... 7 3.1 Typeaanduiding, typeplaatjes en omvang van de levering. ........................... 7 3.2 Opbouw van de apparatuur bouwgrootte 1.................................................... 8 3.3 Opbouw van de apparatuur bouwgrootte 2.................................................... 9 3.4 Opbouw van de apparatuur bouwgrootte 3.................................................. 10 3.5 Opbouw van de apparatuur bouwgrootte 4.................................................. 11 3.6 Opbouw van de apparatuur bouwgrootte 5.................................................. 12 4 Installatie............................................................................................................... 13 4.1 Installatie-aanwijzingen basisapparaat ........................................................ 13 4.2 UL-genormeerde installatie .......................................................................... 17 4.3 Vermogens-schermklemmen ....................................................................... 18 4.4 Aanrakingsbeveiliging .................................................................................. 19 4.5 Aansluitschema basisapparaat .................................................................... 20 4.6 Overzicht van remweerstanden, smoorspoelen en filters ............................ 23 4.7 Aansluiting systeembus (SBus) ................................................................... 26 4.8 Aansluiting RS-485-communicatiepoort....................................................... 27 4.9 Aansluiting optie USS21A (RS-232 en RS-485) .......................................... 28 4.10 Optiecombinaties ......................................................................................... 29 4.11 Inbouw en demontage van optiekaarten ...................................................... 30 4.12 Aansluiting en klemmenbeschrijving optie DIO11A ..................................... 32 4.13 Aansluiting encoder en resolver................................................................... 34 I 0

5 Inbedrijfstelling..................................................................................................... 43 5.1 Algemene aanwijzingen voor de inbedrijfstelling ......................................... 43 5.2 Voorbereiding en hulpmiddelen ................................................................... 45 5.3 Inbedrijfstelling met programmeerapparaat DBG11A .................................. 46 5.4 Inbedrijfstelling met PC en MOVITOOLS..................................................... 53 5.5 Starten van de motor ................................................................................... 54 5.6 Complete parameterlijst ............................................................................... 57 6 Bedrijf en service ................................................................................................. 66 6.1 Bedrijfsindicaties .......................................................................................... 66 6.2 Storingsinformatie ........................................................................................ 70 6.3 Foutmeldingen en foutenlijst ........................................................................ 71 6.4 SEW-elektronicaservice ............................................................................... 77

P I n kg Hz lb f kVA

7 Technische gegevens .......................................................................................... 78 7.1 Algemene technische gegevens .................................................................. 78 7.2 MOVIDRIVE® MD_60A...-5_3 (400/500 V-apparatuur)............................... 79 7.3 MOVIDRIVE® MD_60A...-2_3 (230 V-apparatuur)...................................... 84 7.4 MOVIDRIVE® MD_60A elektronicagegevens ............................................. 88 8 Index ...................................................................................................................... 89

Adressenlijst

MOVIDRIVE® MD_60A Technische handleiding

3

1 1

Belangrijke aanwijzingen

Veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen

Let u beslist op de in deze handleiding opgenomen veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen!

Dreigend gevaar door stroom Mogelijke gevolgen: dood of zeer zwaar letsel.

Dreigend gevaar Mogelijke gevolgen: dood of zeer zwaar letsel.

Gevaarlijke situatie Mogelijke gevolgen: lichte of onbeduidende verwondingen

Schadelijke situatie Mogelijke gevolgen: beschadiging van het apparaat en van de omgeving.

Gebruikertips en nuttige informatie

Het inachtnemen van de handleiding is de voorwaarde voor een storingsvrij bedrijf en het honoreren van eventuele garantieaanspraken. Leest u daarom eerst de handleiding, voordat u met het apparaat gaat werken! De handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor de service en behoort daarom in de buurt van het apparaat te worden bewaard.

Toepassing conform de voorschriften De applicatieregelaars MOVIDRIVE® MD_60A zijn apparaten voor industriële en ambachtelijke installaties voor het aandrijven van asynchrone draaistroommotoren met kortsluitrotor. Deze motoren moeten geschikt zijn voor het bedrijf aan een frequentieregelaar, andere belastingen mogen niet op de apparaten worden aangesloten. De applicatieregelaars MOVIDRIVE® MD_60A zijn apparaten voor stationaire montage in schakelkasten. Alle gegevens m.b.t. de technische specificaties en de toegestane condities op de plaats van opstelling moeten onvoorwaardelijk in acht worden genomen. De inbedrijfstelling (conformeren aan de voorschriften) is niet toegestaan, voordat is vastgesteld, dat de machine aan de EMC-Richtlijn 89/336/EG voldoet en de conformiteit van het eindproduct met de machinerichtlijn 89/392/EG vast staat (EN 60204 in acht nemen).

4


1 Toepassingsgebied

Als er niet uitdrukkelijk in is voorzien, is het volgende verboden: •

de toepassing in explosiegevaarlijke omgevingen

•

de toepassing op plaatsen met schadelijke oliën, zuren, gassen, dampen, stoffen, stralingen enz.

•

het gebruik in niet-stationaire toepassingen, waarbij mechanische slingeren stootbelastingen optreden, die de eisen van de EN 50178 te boven gaan.

Veiligheidsfuncties De MOVIDRIVE® MD60A-applicatieregelaars mogen veiligheidssysteem geen veiligheidsfuncties uitoefenen.

zonder

overkoepelend

Gebruik overkoepelende veiligheidssystemen om de veiligheid van machines en personen te waarborgen.

Afdanken

Houdt u de geldende voorschriften in acht: afdanken al naargelang de aard en bestaande voorschriften bv. als: •

elektronica-afval (printen)

•

kunststof (behuizingen)

•

blik

•

koper

enz.


5

2 2

Veiligheidsaanwijzingen

Installatie en inbedrijfstellen

•

Nooit beschadigde producten installeren of inbedrijfstellen. Beschadigingen alstublieft direct bij het transportbedrijf reclameren.

•

Installeren, inbedrijfstellen van en service verlenen aan het apparaat mag alleen worden uitgevoerd door elektrisch geschoold personeel met inachtneming van de daarbij behorende veiligheidsinstructies en de geldende voorschriften (b.v. EN 60204, VBG 4, DIN-VDE 0100/0113/0160).

•

Bij het installeren en inbedrijfstellen van de motor en de rem moeten de desbetreffende handleidingen in acht worden genomen!

•

Veiligheidsmaatregelen en veiligheidsinrichtingen moeten aan de geldende voorschriften voldoen (bv. EN 60204 of EN 50178). Noodzakelijke veiligheidsmaatregel:aarding van het apparaat Noodzakelijke veiligheidsinrichting: overstroombeveiligingen (smeltveiligheden)

Bedrijf en service

6

•

Het apparaat voldoet aan alle eisen voor de zekere scheiding van vermogensen elektronica-aansluitingen overeenkomstig EN 50178. Om de zekere scheiding te waarborgen moeten alle aangesloten stroomcircuits eveneens aan de eisen voor de zekere scheiding voldoen.

•

Door passende maatregelen (bijv. door het losnemen van de elektronicaklemmenstrook) zich ervan vergewissen dat de aangesloten motor door het inschakelen van de netspanning aan de regelaar niet zelfstandig aanloopt.

•

Voor het verwijderen van de beschermkap moet het apparaat van het net gescheiden worden. Gevaarlijke spanningen kunnen nog tot 10 minuten na het uitschakelen van de netspanning aanwezig zijn.

•

Als de beschermkap van het apparaat verwijderd is, heeft het apparaat een beschermingsgraad van IP00, op alle onderdelen behalve de besturingselektronica treden gevaarlijke spanningen op. Tijdens het bedrijf moet het apparaat gesloten zijn.

•

Bij ingeschakelde toestand treden op de uitgangsklemmen en op de daaraan aangesloten kabels en motorklemmen gevaarlijke spanningen op. Dit is ook dan het geval, als het apparaat geblokkeerd is en de motor stil staat.

•

Het doven van de bedrijfs-LED en andere aanwijselementen is geen indicatie, dat het apparaat van het net gescheiden en spanningsloos is.

•

Interne veiligheidsfuncties in het apparaat of mechanisch blokkeren kan motorstilstand tot gevolg hebben. Het opheffen van de oorzaak van de storing of een reset kunnen ertoe leiden dat de aandrijving weer zelfstandig aanloopt. Als dit voor de aangedreven machine om veiligheidsredenen niet toelaatbaar is, moet voor het opheffen van de storing het apparaat van het net gescheiden worden. In dit geval is bovendien de activering van de functie “Auto-Reset” (P841) verboden.

•

Aan de uitgang van de regelaar mag alleen bij geblokkeerde eindtrap geschakeld worden.


3

Typeaanduiding, typeplaatjes en omvang van de levering.

3

Opbouw van de apparatuur

3.1

Typeaanduiding, typeplaatjes en omvang van de levering.

Voorbeeld typeaanduiding

MOVIDRIVE® MDV 60 A 0055-5A3-4-00

Uitvoering Kwadranten Aansluiting Netfilter

Aansluitspanning

00 = Standaard / 0T = Technologie 4 = 4Q (met remchopper) 3 = 3-fasen A = ingebouwd / 0 = niet ingebouwd 5 = 380...500 VAC / 2 = 200...240 VAC

Aanbevolen motorvermogen 0055 = 5.5 kW Versie A

Serie en generatie Type: MDF= Veldgeoriënteerd zonder encoder voor asynchrone motor alleen VFC-bedrijfssoorten (VFC = Voltage Flux Control) MDV= veldgeoriënteerd zonder en met encoder voor asynchrone motor VFC- en CFC-bedrijfssoorten (CFC = Current Flux Control) MDS= veldgeoriënteerd met resolver voor synchrone motor SERVO-bedrijfssoorten MDR= netterugvoedingsapparaat 00880BNL

Afbeelding 1: Typeaanduiding

Voorbeeld typeplaatje

Aan de zijkant van het apparaat is het complete typeplaatje aangebracht.

Afbeelding 2: Compleet typeplaatje

01318AXX

Verder is voor op de stuurkop (boven de locatie TERMINAL) een type-etiket aangebracht.

Afbeelding 3: Type-etiket

Omvang van de levering

01322AXX

•

alle bouwgrootten: stekerbehuizing voor alle signaalklemmen (X10 … X13), op de klemmen gestoken.

•

extra bij bouwgrootte 1: stekerbehuizing voor de vermogensklemmen (X1... X4), op de klemmen gestoken.

•

extra bij bouwgrootte 1 en 2: vermogens-schermklemmen.

•

extra voor bouwgrootte 4 en 5: aanrakingsbeveiliging voor de vermogensklemmen.


7

3

Opbouw van de apparatuur bouwgrootte 1

3.2

Opbouw van de apparatuur bouwgrootte 1 MD_60A-5A3: (400/500 V-apparatuur): 0015 ... 0040 MD_60A-2A3: (230 V-apparatuur): 0015 ... 0037 1

2

6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 3

4 5 01245BXX

Afbeelding 4: Opbouw MOVIDRIVE®, bouwgrootte 1

1. X1: voedingsaansluiting L1 (1) / L2 (2) / L3 (3), afneembaar 2. X4: aansluiting tussenkringkoppeling -UZ / +UZ en PE-aansluiting, afneembaar 3. X2: motoraansluiting U (4) / V (5) / W (6), afneembaar 4. Aansluiting voor de vermogens-schermklemmen (niet zichtbaar) 5. X3: aansluiting remweerstand R+ (8) / R- (9), en PE-aansluiting, afneembaar 6. TERMINAL: plaats voor communicatiepoort USS21A

programmeerapparaat

DBG11A

of

seriële

7. Besturingskaart op de locatie CONTROL 8. X11: elektronica-klemmenstrook (ingang setpoint AI1 en 10 V referentiespanning) 9. Schakelaar S11 (soort signaal AI1) en S12 (afsluitweerstand systeembus) 10.X12: elektronica-klemmenstrook systeembus (SBus) 11.7-segment-indicatie 12.X10: elektronica-klemmenstrook binaire uitgangen en TF-/TH-ingang 13.X13: elektronica-klemmenstrook binaire ingangen en RS-485-communicatiepoort 14.Alleen MDV/MDS, X14: incrementeel-encodersimulatie of ingang van de extern encoder (9-polige Sub-D-steker) 15.Alleen MDV/MDS, X15: ingang motor-encoder (9-polige Sub-D-buscontacten) 16.OPTION1 en OPTION2: locaties 1 en 2 voor optiekaarten 17.Aansluiting voor elektronica-schermklemmen

8


3


3.3

Opbouw van de apparatuur bouwgrootte 2 MD_60A-5A3: (400/500 V-apparatuur): 0055 ... 0110 MD_60A-2A3: (230 V-apparatuur): 0055 / 0075 1

2

6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17

3

4

5


00895BXX

1. X1: voedingsaansluiting L1 (1) / L2 (2) / L3 (3) 2. X4: aansluiting tussenkringkoppeling -UZ / +UZ en PE-aansluiting 3. X2: motoraansluiting U (4) / V (5) / W (6), (niet zichtbaar) 4. Aansluiting voor de vermogens-schermklemmen (niet zichtbaar) 5. X3: aansluiting remweerstand R+ (8) / R- (9) en PE-aansluiting (niet zichtbaar) 6. TERMINAL: plaats voor programmeerapparaat DBG11A of seriële communicatiepoort USS21A 7. Besturingskaart op de locatie CONTROL 8. X11: elektronica-klemmenstrook (ingang setpoint AI1 en 10 V referentiespanning) 9. Schakelaar S11 (soort signaal AI1) en S12 (afsluitweerstand systeembus) 10.X12: elektronica-klemmenstrook systeembus (SBus) 11.7-segment-indicatie 12.X10: elektronica-klemmenstrook binaire uitgangen en TF-/TH-ingang 13.X13: elektronica-klemmenstrook binaire ingangen en RS-485-communicatiepoort 14.Alleen MDV/MDS, X14: incrementeel-encodersimulatie of ingang van de extern encoder (9-polige Sub-D-steker) 15.Alleen MDV/MDS, X15: ingang motor-encoder (9-polige Sub-D-buscontacten) 16.OPTION1 en OPTION2: locaties 1 en 2 voor optiekaarten 17.Aansluiting voor elektronica-schermklemmen


9

3


3.4

Opbouw van de apparatuur bouwgrootte 3 MD_60A-5A3: (400/500 V-apparatuur): 0150 ... 0300 MD_60A-2A3: (230 V-apparatuur): 0110 / 0150 1

2

3

7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17

18 4

5

6


01248BXX

1. PE-aansluiting 2. X1: voedingsaansluiting L1 (1) / L2 (2) / L3 (3) 3. X4: aansluiting tussenkringkoppeling -UZ / +UZ 4. PE-aansluiting (niet zichtbaar) 5. X2: motoraansluiting U (4) / V (5) / W (6) 6. X3: aansluiting remweerstand R+ (8) / R- (9) 7. TERMINAL: plaats voor programmeerapparaat DBG11A of seriële communicatiepoort USS21A 8. Besturingskaart op de locatie CONTROL 9. X11: elektronica-klemmenstrook (ingang setpoint AI1 en 10 V referentiespanning) 10.Schakelaar S11 (soort signaal AI1) en S12 (afsluitweerstand systeembus) 11.X12: elektronica-klemmenstrook systeembus (SBus) 12.7-segment-indicatie 13.X10: elektronica-klemmenstrook binaire uitgangen en TF-/TH-ingang 14.X13: elektronica-klemmenstrook binaire ingangen en RS-485-communicatiepoort 15.Alleen MDV/MDS, X14: incrementeel-encodersimulatie of ingang van de extern encoder (9-polige Sub-D-steker) 16.Alleen MDV/MDS, X15: ingang motor-encoder (9-polige Sub-D-buscontacten) 17.OPTION1 en OPTION2: locaties 1 en 2 voor optiekaarten 18.Aansluiting voor elektronica-schermklemmen

10


3


3.5

Opbouw van de apparatuur bouwgrootte 4 MD_60A-5A3: (400/500 V-apparatuur): 0370 / 0450 MD_60A-2A3: (230 V-apparatuur): 0220 / 0300 1

2

3

7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17

18

4

5

6


01249BXX

1. X2: PE-aansluiting 2. X1: voedingsaansluiting L1 (1) / L2 (2) / L3 (3) 3. X4: aansluiting tussenkringkoppeling -UZ / +UZ en PE-aansluiting 4. X2: PE-aansluiting 5. X2: motoraansluiting U (4) / V (5) / W (6) 6. X3: aansluiting remweerstand R+ (8) / R- (9) en PE-aansluiting 7. TERMINAL: plaats voor programmeerapparaat DBG11A of seriële communicatiepoort USS21A 8. Besturingskaart op de locatie CONTROL 9. X11: elektronica-klemmenstrook (ingang setpoint AI1 en 10 V referentiespanning) 10.Schakelaar S11 (soort signaal AI1) en S12 (afsluitweerstand systeembus) 11.X12: elektronica-klemmenstrook systeembus (SBus) 12.7-segment-indicatie 13.X10: elektronica-klemmenstrook binaire uitgangen en TF-/TH-ingang 14.X13: elektronica-klemmenstrook binaire ingangen en RS-485-communicatiepoort 15.Alleen MDV/MDS, X14: incrementeel-encodersimulatie of ingang van de extern encoder (9-polige Sub-D-steker) 16.Alleen MDV/MDS, X15: ingang motor-encoder (9-polige Sub-D-buscontacten) 17.OPTION1 en OPTION2: locaties 1 en 2 voor optiekaarten 18.Aansluiting voor elektronica-schermklemmen


11

3


3.6

Opbouw van de apparatuur bouwgrootte 5 MD_60A-5A3: (400/500 V-apparatuur): 0550 / 0750 1

2

3

7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17

18

4

5

6


01249BXX

1. X2: PE-aansluiting 2. X1: voedingsaansluiting L1 (1) / L2 (2) / L3 (3) 3. X4: aansluiting tussenkringkoppeling -UZ / +UZ en PE-aansluiting 4. X2: PE-aansluiting 5. X2: motoraansluiting U (4) / V (5) / W (6) 6. X3: aansluiting remweerstand R+ (8) / R- (9) en PE-aansluiting 7. TERMINAL: plaats voor programmeerapparaat DBG11A of seriële communicatiepoort USS21A 8. Besturingskaart op de locatie CONTROL 9. X11: elektronica-klemmenstrook (ingang setpoint AI1 en 10 V referentiespanning) 10.Schakelaar S11 (soort signaal AI1) en S12 (afsluitweerstand systeembus) 11.X12: elektronica-klemmenstrook systeembus (SBus) 12.7-segment-indicatie 13.X10: elektronica-klemmenstrook binaire uitgangen en TF-/TH-ingang 14.X13: elektronica-klemmenstrook binaire ingangen en RS-485-communicatiepoort 15.Alleen MDV/MDS, X14: incrementeel-encodersimulatie of ingang van de extern encoder (9-polige Sub-D-steker) 16.Alleen MDV/MDS, X15: ingang motor-encoder (9-polige Sub-D-buscontacten) 17.OPTION1 en OPTION2: locaties 1 en 2 voor optiekaarten 18.Aansluiting voor elektronica-schermklemmen

12


4

Installatie-aanwijzingen basisapparaat

4

Installatie

4.1

Installatie-aanwijzingen basisapparaat Bij het installeren de veiligheidsaanwijzingen volstrekt in acht nemen!

Aanhaalmomenten

•

Alleen origineel aansluitmateriaal gebruiken. Let op aanhaalmomenten van de MOVIDRIVE®-vermogensklemmen: – – – –

Bouwgrootte 1 Bouwgrootte 2 Bouwgrootte 3 Bouwgrootten 4 en 5

→ → → →

de

toelaatbare

0,6 Nm (5.3 lb.in) 1,5 Nm (13.3 lb.in) 3,5 Nm (14,06 kg.in) 14 Nm (124 lb.in)

Nm (lb.in)!

02475AXX

Afbeelding 9: Let op de aanhaalmomenten

Minimale vrije ruimte en inbouwpositie

•

Voor juiste koeling 100 mm (4 in) vrije ruimte boven en onder aanhouden. Er is geen zijdelingse vrije ruimte vereist; de apparaten mogen tegen elkaar aan gemonteerd worden. Bij bouwgrootten 4 en 5 binnen 300 mm (11,81 in) boven het apparaat geen warmtegevoelige componenten inbouwen. De apparatuur verticaal inbouwen. Inbouw liggend, dwars of ondersteboven is niet toegestaan.

100 mm (4 in)

E

Q

E

Q

E Q

E

Q

100 mm (4 in)

Afbeelding 10: Minimale vrije ruimte en inbouwpositie van de apparatuur


02474AXX

13

4


Gescheiden kabelgoten

•

Vermogenskabels en elektronicakabels in gescheiden kabelgoten leggen.

Beveiligingen aan de ingang en aardlekschakelaars

•

Smeltveiligheden aan het begin van de voedingsleiding achter de railsysteemaftakking installeren → aansluitschema basisapparaat, vermogensdeel en rem).

•

Een aardlekschakelaar als enige beveiligingsinrichting is niet toelaatbaar. In normaal bedrijf van de regelaar kunnen lekstromen > 3,5mA optreden.

elektromagnetische schakelaars voor voeding en rem

•

Gebruik voor de voeding en de rem elektromagnetische schakelaars van de gebruikscategorie AC-3 (IEC 158-1).

PE-netaansluiting (→ EN 50178):

•

Bij voedingskabel < 10 mm2 (AWG 8): leg een tweede PE- leider met de doorsnede gelijk aan die van de voedingskabel parallel aan de aardleiding via gescheiden klemmen of een koperen aardleiding met een doorsnede van 10 mm 2 (AWG 8).

•

Bij voedingskabel ≥ 10 mm2 (AWG 8): een koperen aardleiding met een doorsnede gelijk aan die van de voedingskabel.

IT-stelsel

•

SEW adviseert om in laagspanningsinstallaties zonder geaard sterpunt (IT-stelsels) isolatiebewakingsrelais met pulscode-meetmethode toe te passen. Daardoor worden foute uitschakelingen van het isolatiebewakingsrelais door de aardcapaciteiten van de regelaar vermeden.

Doorsneden

•

Voedingskabel: doorsnede overeenkomstig nominale ingangsstroom Inet bij nominale last.

•

Motorkabel: doorsnede overeenkomstig nominale uitgangsstroom Inom.

•

Elektronicakabels: – een ader per klem 0,20 ... 2,5 mm2 (AWG 24... 12) – twee aders per klem 0,20 ... 1 mm2 (AWG 24... 17)

Regelaaruitgang

•

Alleen ohmse/inductieve belasting (motor) aansluiten. In ieder geval geen capacitieve belasting aansluiten

E

Q

02476AXX

Afbeelding 11: Alleen ohmse/inductieve belasting, geen capacitieve belasting aansluiten

14


4


Aansluiting remweerstanden

•

Twee nauw getwiste leidingen of 2-aderige, afgeschermde vermogenskabel toepassen. Doorsnede overeenkomstig de nominale stroom van de regelaar.

•

Beveilig de remweerstand met een thermisch relais (→ aansluitschema basisapparaat, vermogensdeel en rem). Stel de uitschakelstroom overeenkomstig de technische specificaties van de remweerstanden in.

•

Op de leidingen naar de remweerstand staat in nominaal bedrijf hoge gelijkspanning (ca. 900 V).

•

De oppervlakken van de remweerstanden bereiken bij belasting met PN hoge temperaturen. Selecteer een dienovereenkomstig geschikte inbouwplaats. Het is gebruikelijk dat de remweerstanden op het dak van de schakelkast worden gemonteerd.

•

De remweerstanden in vlakke bouwvorm moeten met de bijbehorende aanrakingsbeveiliging gemonteerd worden.

Binaire ingangen Binaire uitgangen

•

De binaire ingangen zijn door opto-couplers potentiaalgescheiden.

•

De binaire uitgangen zijn kortsluitvast, echter niet bestand tegen externe spanning (uitzondering: relaisuitgang DO01). Door externe spanning kunnen zij defect raken.

Afschermen en aarden

•

Gebruik alleen afgeschermde stuurstroomleidingen.

•

Leg de afscherming langs de kortste weg met een vlakke contactverbinding aan aarde. Om aardlussen te voorkomen kan één einde van de afscherming via een ontstoringscondensator (220 nF/50 V) geaard worden. Bij dubbel afgeschermde kabel de buitenste afscherming aan de zijde van de MOVIDRIVE® en de binnenste afscherming aan de andere zijde aarden.

Bedrijf met remweerstanden

00755BXX

Afbeelding 12: Voorbeelden voor correcte aansluiting van de afscherming met metalen beugels (schermklemmen) of metalen wartel.

•

Het leggen van kabels in geaarde stalen kabelgoten of in metalen buizen kan ook als afscherming gebruikt worden. Vermogens- en stuurstroomkabels moeten hierbij gescheiden van elkaar gelegd worden.

•

De regelaar en alle bijbehorende apparaten hoogfrequent aarden (metallische vlakke contactverbinding van de behuizing van het apparaat met aarde, bv. verzinkte montageplaat van de schakelkast).


15

4


Netfilter

Storingsemissie

Uitgangssmoorspoel HD...

•

Bij de bouwgrootten 1 en 2 is standaard een netfilter ingebouwd. Met dit netfilter wordt aan de zijde van de voeding grenswaarde klasse A aangehouden. Om aan grenswaarde klasse B te voldoen, moet optioneel een netfilter NF …-… worden toegepast.

•

Voor de bouwgrootten 3 tot 5 is voor grenswaarde klasse A en B de optie netfilter NF …-… nodig.

•

Monteer het netfilter in de buurt van de regelaar, echter buiten de minimale vrije ruimte voor de koeling.

•

Beperk de bedrading tussen netfilter en regelaar tot de noodzakelijke lengte, echter max. 400 mm (15,8 in). Niet-afgeschermde getwiste bedrading is voldoende. Gebruik voor de voeding eveneens niet-afgeschermde leidingen.

•

Als verschillende regelaars op één netfilter worden aangesloten dan moet dit netfilter óf direct op de plaats waar de voeding de kast binnenkomt óf in de onmiddellijke nabijheid van de regelaars gemonteerd worden. De selectie van het netfilter wordt bepaald door de totaalstroom van de aangesloten regelaars.

•

De EMC-grenswaarden voor storingsemissie zijn bij elektriciteitsnetten zonder geaard sterpunt (IT-stelsels) niet gespecificeerd. De effectiviteit van netfilters in IT-stelsels is zeer beperkt.

SEW adviseert voor het aanhouden van de klassen A en B aan de zijde van de motor de volgende EMC-maatregelen te treffen: •

afgeschermde motorkabel

•

optie uitgangssmoorspoel HD…

•

Monteer de uitgangssmoorspoel in de nabijheid van de regelaar, echter buiten de minimaal vereiste vrije ruimte voor de koeling.

•

Alleen de drie fasen gemeenschappelijk door de uitgangssmoorspoel doorvoeren! De PE- leider niet door de uitgangssmoorspoel voeren!

4

5

6

®

MOVIDRIVE

n=5

HD...

PE U V W

(1)

05003AXX

Afbeelding 13: Aansluiting uitgangssmoorspoel HD... (1) = motorkabel

16


4

UL-genormeerde installatie

4.2

UL-genormeerde installatie Voor het installeren overeenkomstig UL-normen moet u op de volgende zaken letten: •

Als aansluitkabel alleen koperen temperatuurspecificaties gebruiken: • •

•

400/500 Vapparatuur

met

de

volgende

voor MOVIDRIVE® MD_60A0015 ... 0300 temperatuurspecificatie 60/75°C voor MOVIDRIVE® MD_60A0370 ... 0750 temperatuurspecificatie 75/90°C

De toelaatbare aanhaalmomenten van de MOVIDRIVE®-vermogensklemmen bedragen: – – – –

•

leidingen

Bouwgrootte 1 Bouwgrootte 2 Bouwgrootte 3 Bouwgrootten 4 en 5

→ → → →

0,6 Nm (5,3 lb.in) 1,5 Nm (13,3 lb.in) 3,5 Nm (14,06 kg.in) 14 Nm (124 lb.in)

MOVIDRIVE® - applicatieregelaars zijn geschikt voor aansluiting aan elektriciteitsnetten met geaard sterpunt (TN- en TT- stelsels), die een max. stroom overeenkomstig de volgende tabellen kunnen leveren en een max. spanning van 500 VAC voor MOVIDRIVE® MD_60A...-5_3 (400/500 V-apparatuur) en 240 VAC voor MOVIDRIVE® MD_60A...-2_3 (230 V-apparatuur) hebben. De vermogensgegevens van de smeltveiligheden mogen de waarden overeenkomstig de tabellen niet overschrijden.

MOVIDRIVE® MD_60A...-5_3

max. netstroom

max. netspanning

smeltveiligheden

0015/0022/0030/0040

10000 AAC

500 VAC

30 A / 600 V

0055/0075/0110

10000 AAC

500 VAC

30 A / 600 V

0150/0220

5000 AAC

500 VAC

175 A / 600 V

0300

5000 AAC

500 VAC

225 A / 600 V

0370/0450

10000 AAC

500 VAC

350 A / 600 V

0550/0750

10000 AAC

500 VAC

500 A / 600 V

MOVIDRIVE® MD_60A...-2_3

max. netstroom

max. netspanning

smeltveiligheden

0015/0022/0037

5000 AAC

240 VAC

30 A / 250 V

0055/0075

5000 AAC

240 VAC

30 A / 250 V

0110

5000 AAC

240 VAC

175 A / 250 V

0150

5000 AAC

240 VAC

225 A / 250 V

0220/0300

10000 AAC

240 VAC

350 A / 250 V

230 V- apparatuur

•

Als externe 24 VDC-spanningsbron alleen goedgekeurde apparaten met begrensde uitgangsspanning (Umax = 30 VDC) en begrensde uitgangsstroom (I ≤ 8 A) gebruiken.

De UL-certificering geldt niet voor bedrijf aan voedingsnetten met niet-geaard sterpunt (IT-stelsels).


17

4

Vermogens-schermklemmen

4.3

Vermogens-schermklemmen

Voor bouwgrootte 1

Bij MOVIDRIVE® bouwgrootte 1 wordt standaard een vermogens-schermklem meegeleverd. Monteer de vermogens-schermklem samen met de bevestigingsschroeven van de behuizing.

1 2

02012BXX

Afbeelding 14: Vermogens-schermklem voor MOVIDRIVE® bouwgrootte 1

1. Schermklem 2. PE-aansluiting (댷) Voor bouwgrootte 2

Bij MOVIDRIVE® bouwgrootte 2 wordt standaard een vermogens-schermklem met 2 bevestigingsschroeven meegeleverd. Monteer deze vermogens-schermklem met de beide bevestigingsschroeven aan X6.

Afbeelding 15: Vermogens-schermklem voor MOVIDRIVE® bouwgrootte 2

01469BXX

1. Schermklem 2. PE-aansluiting (댷) Met de vermogens-schermklem kunnen de motoren de remkabel gemakkelijk gemonteerd worden. Sluit de afscherming en de PE-leider aan zoals op de afbeeldingen is weergegeven.

18


4

Aanrakingsbeveiliging

4.4

Aanrakingsbeveiliging Bij MOVIDRIVE® bouwgrootte 4 (500 V-apparatuur: MD_60A0370/0450; 230 Vapparatuur: MD_60A0220/0300) en bouwgrootte 5 (MD_60A0550/0750) worden standaard 2 stuks aanrakingsbeveiligingen incl. 8 bevestigingsschroeven meegeleverd. Monteer de aanrakingsbeveiliging aan de beide afdekkappen van de klemmen van het vermogensdeel.

Afbeelding 16: Aanrakingsbeveiliging voor MOVIDRIVE® bouwgrootte 4 en 5

01470BXX

Met gemonteerde aanrakingsbeveiliging voldoen de apparaten MOVIDRIVE® bouwgrootte 4 en 5 aan de beschermingsgraad IP10, zonder aanrakingsbeveiliging aan IP00.


19

4

Aansluitschema basisapparaat

4.5


Aansluiting vermogensdeel en rem L1 L2 L3 PE F11/F12/F13 K11 (AC-3)

Beschermleiding (afscherming) L1 L2

UAC

UAC

F14/F15

F14/F15

L3

Optie netfilter NF... L1' L2' L3'

UAC

쵰

F14/F15

1

2

3

Tussenkringaansluiting * 8 7 쵰

L1 L2 L3 X1: K11 (AC-3)

+UZ -UZ PE X4:

Vermogensdeel U X10:3 DBØØ

X10:3 DBØØ X10:2 DGND

K12 (AC-3)

Connector van CM (DY) de rem** 5 (1) 4 (2) 3 (3) PE

4

5

X3: +R -R PE

6

8

9

쵰

K12 (AC-3) X10:2 DGND

1 BMK 2 3 4 13 14 15

쵰

X10:3 DBØØ

X2: V W

1 BG 2 3 BGE 4 5

X10:2 DGND wit rood blauw

CT/CV/DT/DV/D: gelijk- en wisselstroomzijdige afschakeling

1 BG 2 3 BGE 4 5

F16 wit rood blauw

CT/CV/DT/DV/D: wisselstroomzijdige afschakeling

CM/DFY71...112: gelijk- en wisselstroomzijdige afschakeling DFS56: 24 V-voeding van de rem zonder remgelijkrichter

Afbeelding 17: Aansluitschema vermogensdeel en rem

쵰

쵰

M 3-fasen

BW...

Grijpt in op K11

Als F16 uitschakelt, moet K11 uitgeschakeld worden en X13:1 (DI00 "/Controller inhibit") een "0"-signaal krijgen.Het circuit van de weerstand mag niet onderbroken worden. 05229ANL

*

Bij de bouwgrootten 1 en 2 is naast de klemmen voor de voedingsaansluiting geen PE-aansluiting aanwezig. Gebruik dan de PE-klem naast de tussenkringaansluiting.

**

Attentie: de volgorde van het aansluiten beslist aanhouden. Bij verkeerde aansluiting raakt de rem defect.

Voor het aansluiten van de remgelijkrichter is een afzonderlijke voeding vereist. Voeden via de motorspanning is niet toelaatbaar! Altijd gelijk- en wisselstroomzijdige afschakeling van de rem gebruiken bij: – alle hijswerktoepassingen – aandrijvingen, die een snelle rem-reactietijd verlangen – de bedrijfssoorten CFC en SERVO Remgelijkrichter in de schakelkast

20

Leg bij het inbouwen van de remgelijkrichter in de schakelkast de kabel tussen remgelijkrichter en rem gescheiden van andere vermogenskabels. Het samen leggen met andere kabels is alleen toelaatbaar, als de andere kabels afgeschermd zijn.


4


Aansluiting stuurkop

0V5 - + RS485

E

Q

7-segment display Bedrijfssituatie regelaar niet gereed regelaarblokkering actief geen vrijgave stroom bij stilstand VFC-bedrijf n-regeling M-regeling houdregeling fabrieksinstelling eindschakelaar bereikt technologie-opties vrij referentietraject IPOS vangen vrij foutindicatie (knipperend) handbedrijf timeout actief

-10V...+10V 0(4)...20mA

REF1 AI11 AI12 AGND REF2

Omschakeling I-signaal ↔ U-Signaal* Systeembus afsluitweerstand

TERMINAL

Optie seriële Optie programcommunicatie- meerapparaat poort USS21A DBG11A

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A b c d E F H t

+10V

+ n1 (0...10V*;+/-10V; 0...20mA;4...20mA) Common analoge signalen -10V

RS232

R11

X11:

X11:AI11/AI12

Stuurkop CONTROL

1 2 3 4 5

7-segment display

I

S 11 S 12 ON OFF*

Overkoepelende sturing

X12: Systeembus common Systeembus High Systeembus Low

U

DGND 1 SC11 2 SC12 3

Binaireingang

X13:

/Regelaarblokkering DI00 Rechts/stop* DI01 Links/stop* DI02 Vrijgave/snelstop* DI03 n11/n21* DI04 n12/n22* Common X13:DIØØ...DIØ5 +24V-uitgang Common binaire signalen RS-485 + RS-485 -

DIØØ 1 DIØ1 2 DIØ2 3 DIØ3 4 DIØ4 5 DIØ5 6 DCOM** 7 VO24 8 DGND 9 ST11 10 ST12 11

Binaireuitgang

Common binaire-uitgang DGND

X14: encodersimulatie of aansluiting externe encoder (niet bij MDF)

6

1

9

5

9

5

6

1

X15: Aansluiting incrementale encoder (MDV) of resolver (MDS)

Let op de penbezetting van de steker X14 en X15! Niet alle op de markt verkrijgbare stekers hebben deze penaanduiding.

ϑ

TERMINAL

Afbeelding 18: Aansluitschema stuurkop

Massa resp. schermklem

OPTION1 OPTION2

Plaats voor optiekaart

CONTROL

OPTIE 1

OPTIE 2

X10: TF-/TH-ingang Commen binaire signalen /Rem Relaiscontact bedrijfsgereed* maakcontact verbreekcontact /Storing +24 V-uitgang +24 V-ingang Common binaire signalen

TF1*** 1 DGND 2 DBØØ 3 DOØ1-C 4 DOØ1-NO 5 DOØ1-NC 6 DOØ2 7 VO24 8 VI24 9 DGND 10

K12 (AC-3)

24V

Al naargelang de optie externe 24 V-voeding aansluiten ®

(→ MOVIDRIVE elektronicagegevens)

03975ANL

*

Fabrieksinstelling

**

Als de binaire ingangen met de 24 VDC-voeding X13:8 “VO24” worden geschakeld, dan bij de MOVIDRIVE® een doorverbinding tussen X13:7 - X13:9 (DCOM - DGND) leggen.

***

X10:1 (TF1) is standaard met X10:2 (DGND) doorverbonden. Wordt een TF of een TH op X10:1 en X10:2 aangesloten, dan moet de doorverbinding verwijderd worden.


21

4


Functiebeschrijving van de klemmen van het basisapparaat (vermogensdeel en stuurkop) Klem

Functie

X1:1/2/3 X2:4/5/6 X3:8/9 X4:

L1/L2/L3 U/V/W +R/-R +UZ /-UZ

Voedingsaansluiting Motoraansluiting Aansluiting remweerstand Aansluiting tussenkring

X11:1 X11:2/3 X11:4 X11:5

REF1 AI11/AI12 AGND REF2

+10 V (max. 3 mA) voor toerentalopdracht-potentiometer Toerentalopdracht-ingang n1 (differentieel-ingang of ingang met AGND-common) signaalvorm → P11_ / S11 commonpotentiaal voor analoge signalen (REF1, REF2, AI…, AO…) -10 V (max. 3 mA) voor toerentalopdracht-potentiometer Umschaltung I-Signal (0(4)...20 mA) ↔ U-Signal (-10 V...0...10 V, 0...10 V), werksmäßig auf U-Signal Systembus-Abschlusswiderstand zu- oder abschalten, werksmäßig abgeschaltet

S11 S12 X12:1 X12:2/3

DGND SC11/12

Commonpotentiaal systeembus Systeembus High/Low

X13:1 X13:2 X13:3 X13:4 X13:5 X13:6

DI00 DI01 DI02 DI03 DI04 DI05

Binaire ingang 1, vast bezet met “/Controller inhibit” Binaire ingang 2, standaard op “Rechts/stop” Binaire ingang 3, standaard “Links/stop” Binaire ingang 4, standaard “Enable/Rapid stop” Binaire ingang 5, standaard n11/n21 Binaire ingang 6, standaard n12/n22

X13:7

DCOM

Common voor binaire ingangen X13:1 tot X13:6 (DI00..DI05) • Schakelen van de binaire ingangen met +24 V-externe spanning: verbinding X13:7 (DCOM) met de commonpotentiaal van de externe spanning vereist. – zonder doorverbinding X13:7-X13:9 (DCOM-DGND)→ potentiaalvrije binaire ingangen – met doorverbinding X13:7-X13:9 (DCOM-DGND)→ potentiaalgebonden binaire ingangen. •

22

• •

De binaire ingangen zijn door optorelais potentiaalgescheiden. Keuzemogelijkheden voor de binaire ingangen 2 tot 6 (DI01…DI05) → parametermenu P60_.

Schakelen van de binaire ingangen met +24 V van X13:8 of X10:8 (VO24)→ doorverbinding X13:7-X13:9 (DCOM-DGND) vereist.

X13:8 X13:9 X13:10 X13:11

VO24 DGND ST11 ST12

Hulpspanningsuitgang +24 V (Max. 200 mA) voor externe schakelaars/opnemers Commonpotentiaal voor binaire signalen RS-485+ RS-485-

X14:1 X14:2 X14:3 X14:4 X14:5 X14:6 X14:7 X14:8 X14:9

niet bij MDF60A

Signaal kanaal A (/K1) Signaal kanaal B (/K2) Signaal kanaal C (/K0) Omschakeling Common DGND Signaal kanaal A (K1) Signaal kanaal B (K2) Signaal kanaal C (K0) +24 V (max. 180 mA)

X15:1 X15:2 X15:3 X15:4 X15:5 X15:6 X15:7 X15:8 X15:9

niet bij MDF60A

Signaal kanaal A (K1) Signaal kanaal B (K2) Signaal kanaal C (K0) omschakeling Common DGND Signaal kanaal A (K1) Signaal kanaal B (K2) Signaal kanaal C (K0) +24 V (max. 180 mA)

X10:1 X10:2 X10:3 X10:4 X10:5 X10:6 X10:7

TF1 DGND DB00 DO01-C DO01-NO DO01-NC DO02

TF/TH-aansluiting (via TF/TH met X10:2 verbinden), standaard op “No Response”(→ P835) Commonpotentiaal voor binaire signalen Binaire uitgang 0, vast geprogrammeerd met “/Brake”, belastbaarheid max. 150 mA (kortsluitvast) Gemeenschappelijk contact binaire uitgang 1, standaard op “/Ready” Maakcontact binaire uitgang 1, belastbaarheid van de relaiscontacten max. 30 VDC en 0,8 A Verbreekcontact binaire uitgang 1, Binaire uitgang 2, standaard op /Fault, belastbaarheid max. 50 mA (kortsluitvast) Keuzemogelijkheden voor de binaire uitgangen 1 en 2 (DO01 en DO02) → parametermenu P62_ Geen externe spanning op de binaire uitgangen X10:3 (DB00) en X10:7 (DO02) aansluiten!

X10:8 X10:9

VO24 VI24

X10:10

DGND

Hulpspanningsuitgang +24 V (Max. 200 mA) voor externe schakelaars/opnemers Ingang +24 V-voeding (hulpspanning al naargelang de optiekaarten, apparaatdiagnose bij uitgeschakelde voeding) Commonpotentiaal voor binaire signalen

Uitgang simulatie incrementele encoder of ingang externe encoder. Als externe encoders zijn alleen encoders met een signaalniveau volgens RS-422 (5 V TTL) toegestaan. Wordt X14: als uitgang encoder-simulatie incrementele encoder gebruikt, moet X14:4 met X14:5 (omschakeling DGND) doorverbonden worden. Signaalniveau van de simulatie van de incrementele encoder overeenkomstig RS422 (5 V TTL). Aantal impulsen van de simulatie van de incerementele encoder: • bij MDV60A zoals op X15: Ingang motor-encoder • bij MDS60A 1024 impulsen/omwenteling ingang motor-encoder bij MDV60A toegestane encoder: -sin/cos-encoder 1 VSS -5 VTTL-encoder - 24 V HTL-encoder

sin+ (S2) Ingang resolver cos+ (S1) bij MDS60A Ref.+ (R1) toegestane resolver: N.C. 2-polig, 7 VAC_eff, 7 kHz DGND sin- (S4) cos- (S3) Ref.- (R2) TF-/TH-aansluiting (via TF/TH met X15:5 verbinden)

TERMINAL

Plaats voor optie programmeerapparaat DBG11A of seriële communicatie USS21A (RS-232 en RS-485)

OPTION1/ OPTION2

2 plaatsen voor optiekaarten


4

Overzicht van remweerstanden, smoorspoelen en filters

4.6


400/500 V-apparatuur, bouwgrootten 1 en 2 MOVIDRIVE® MD_60A...-5A3

0015

0022

Bouwgrootte Remweerstanden

uitschakelstroom

Artikelnummer

BW100-005

IF = 0.8 ARMS

826 269 1

BW100-006

IF = 1,8 ARMS

821 701 7

BW168

IF = 2,5 ARMS

820.604 X

BW268

IF = 3,4 ARMS

820 715 1

BW147

IF = 3,5 ARMS

820 713 5

BW247

IF = 4,9 ARMS

820 714 3

BW347

IF = 7,8 ARMS

820 798 4

BW039-012

IF = 4,2 ARMS

821 689 4

BW039-026

IF = 7,8 ARMS

821 690 8

BW039-050

IF = 11 ARMS

821 691 6

Netsmoorspoelen ΣINet = 20 AAC

826 012 5

ND045-013

ΣINet = 45 AAC

826 013 3

Netfilter

Umax = 550 VAC

NF035-503 Uitgangssmoorspoele n

0055

0075

0110

2

Artikelnummer

NF009-503 NF014-503

0040

Artikelnummer

ND020-013

NF018-503

0030 1

827 412 6

A

827.116 X

B

A B

827 413 4 827 128 3

inwendige diameter

Artikelnummer

HD001

d = 50 mm (1,97 in)

813 325 5

voor kabeldoorsnede 1,5 … 16 mm2 (AWG 16 ... 6)

HD002

d = 23 mm (0.91 in)

813 557 6

voor kabeldoorsnede ≤ 1,5 mm2 (AWG 16)

HD003

d = 88 mm (4,46 in)

813 558 4

voor kabeldoorsnede > 16 mm2 (AWG 6)

Uitgangsfilter (alleen in bedrijfssoort VFC)

Artikelnummer

HF015-503

826 030 3

A

HF022-503

826 031 1

B

HF030-503

826 032 X

HF040-503

826 311 6

HF055-503

826 312 4

HF075-503

826 313 2

HF023-403

825 784 1

HF033-403

825 785 X

A

bij nominaal bedrijf (100 %)

B

bij kwadratische belasting in bedrijfssoort VFC (125 %)


A B

A B

A B

A B

A B

A B

23

4


400/500 V-apparatuur, bouwgrootten 3 tot 5 MOVIDRIVE® MD_60A...-503

0150

0220


0450

Artikelnummer 821 684 3

C

C

BW018-035

IF = 8,1 ARMS

821 685 1

C

C

BW018-075

IF = 14 ARMS

821 686 X

C

C

BW915

IF = 28 ARMS

821 260 0

IF = 6,1 ARMS

821 680 0

BW012-050

IF = 12 ARMS

821 681 9

BW012-100

IF = 22 ARMS

821 682 7

BW106

IF = 38 ARMS

821 050 0

BW206

IF = 42 ARMS

821 051 9

ND045-013

ΣINet = 45 AAC

826 013 3

A

ND085-013

ΣINet = 85 AAC

826 014 1

B

ND1503

ΣINet = 150 AAC

825 548 2

0750 5

IF = 4,0 ARMS

BW012-025

0550

4

Uitschakelstroom

Artikelnummer

Netfilter

A B

Artikelnummer 827 128 3

A

NF048-503

827 117 8

B

NF063-503

827 414 2

NF035-503

NF085-503

Umax = 550 VAC

A B

827 416 9

NF150-503

827 417 7

A B

827 415 0

NF115-503 Uitgangssmoorspoelen inwendige diameter

A B

A B

Artikelnummer

HD001

d = 50 mm (1,97 in)

813 325 5

voor kabeldoorsnede 1,5 ... 16 mm2 (AWG 16 ... 6)

HD003

d = 88 mm (4,46 in)

813 558 4


Uitgangsfilter (alleen in bedrijfssoort VFC)

Artikelnummer 825 785 X

A

B/D

HF047-403

825 786 8

B

A

HF450-503

826 948 3

HF033-403

24

0370

BW018-015

Netsmoorspoelen

A

0300

3

A/D B

E

D

D


B


C

twee remweerstanden parallel aansluiten, op F16 de dubbele uitschakelstroom (2 × IF) instellen

D

twee uitgangsfilters parallel aansluiten

E

bij nominaal bedrijf (100 %): een uitgangsfilter bij kwadratische belasting (125 %): twee uitgangsfilters parallel aansluiten


4


230 V-apparatuur, bouwgrootten 1 tot 4 MOVIDRIVE® MD_60A...-2_3

0015


0022

0037

0055

1

0075

0150

0220

3

0300 4

Uitschakelstroom

Artikelnummer

BW039-003

IF = 2,0 ARMS

821 687 8

BW039-006

IF = 3,2 ARMS

821 688 6

BW039-012

IF = 4,2 ARMS

821 689 4

BW039-026

IF = 7,8 ARMS

821 690 8

BW027-006

IF = 2,5 ARMS

822 422 6

BW027-012

IF = 4,4 ARMS

822 423 4

BW018-015

IF = 4,0 ARMS

821 684 3

C

C

C

C

BW018-035

IF = 8,1 ARMS

821 685 1

C

C

C

C

BW018-075

IF = 14 ARMS

821 686 X

C

C

C

C

BW915

IF = 28 ARMS

821 260 0

C

C

C

C

BW012-025

IF = 10 ARMS

821 680 0

BW012-050

IF = 19 ARMS

821 681 9

BW012-100

IF = 27 ARMS

821 682 7

BW106

IF = 38 ARMS

821 050 0

C

C

BW206

IF = 42 ARMS

821 051 9

C

C

Netsmoorspoelen

Artikelnummer

ND020-013

ΣINet = 20 AAC

826 012 5

A

ND045-013

ΣINet = 45 AAC

826 013 3

B

ND085-013

ΣINet = 85 AAC

826 014 1

ND1503

ΣINet = 150 AAC

Netfilter

A B

825 548 2

A B

Artikelnummer

NF009-503

827 412 6

A

NF014-503

827 116 X

B

NF018-503

827 413 4

NF035-503

827 128 3

NF048-503

Umax = 550 VAC

A B

827 117 8

A

NF063-503

827 414 2

B

NF085-503

827 415 0

A

NF115-503

827 416 9

B

Uitgangssmoorspoelen

Inwendige diameter

Artikelnummer

HD001

d = 50 mm (1,97 in)

813 325 5

voor kabeldoorsnede 1,5 ... 16 mm2 (AWG 16 ... 6)

HD002

d = 23 mm (0,91 in)

813 557 6

voor kabeldoorsnede ≤ 1,5 mm2 (AWG 16)

HD003

d = 88 mm (4,46 in)

813 558 4


A

0110

2


B


C

twee remweerstanden parallel aansluiten, op F16 de dubbele uitschakelstroom (2 × IF)


25

4

Aansluiting systeembus (SBus)

4.7

Aansluiting systeembus (SBus) Met de systeembus (SBus) kunnen max. 64 CAN-bus-deelnemers met elkaar verbonden worden. De SBus ondersteunt de overdrachtstechniek overeenkomstig ISO 11898. Uitvoerige informatie over het systeem vindt u in de technische handleiding “Systeembus (SBus)”, dat onder het artikelnummer 0918 0907 bij SEW verkrijgbaar is.

Aansluitschema SBus

Besturingskop


Systeembus Afsluitweerstand Systeembus 0V Systeembus High Systeembus Low

Besturingskop

X11: 1 2 3 4 5 S 11 S 12

DGND SC11 SC12

Systeembus 0V Systeembus High Systeembus Low

1 2 3


Systeembus Afsluitweerstand

ON OFF

X12:

쵰

Besturingskop

X11: 1 2 3 4 5 S 11 S 12 ON OFF

Systeembus 0V Systeembus High Systeembus Low

1 2 3

쵰

쵰

•

1 2 3 4 5 S 11 S 12

ON OFF

X12: DGND SC11 SC12

1 2 3

쵰

02205BNL

Afbeelding 19: Systeembus-verbinding

Kabelspecificatie


Systeembus Afsluitweerstand

X12: DGND SC11 SC12

X11:

Gebruik een 2-aderige getwiste en afgeschermde koperen kabel (communicatiekabel met afscherming van koperen omvlechting). De kabel moet aan de volgende specificatie voldoen: – aderdoorsnede 0,75 mm2 (AWG 18) – leidingweerstand 120 Ω bij 1 MHz – leidingcapaciteit ≤ 40 pF/m (12 pF/ft) bij 1 kHz Geschikt zijn bijvoorbeeld CAN-Bus of DeviceNet-kabel.

Afscherming aarden

•

De afscherming aan beide zijden als vlakke contactverbinding met de elektronicaschermklem van de regelaar of op de masterbesturing aarden en de einden van de afscherming eveneens met DGND verbinden.

Kabellengte

•

De toelaatbare totale kabellengte is afhankelijk van de ingestelde SBus-Baudrate (P816): – – – –

Afsluitweerstand

26

125 kBaud 250 kBaud 500 kBaud 1000 kBaud

→ → → →

320 m (1056 ft) 160 m (528 ft) 80 m (264 ft) 40 m (132 ft)

•

Schakel aan het begin en aan het einde van de systeembus-verbinding altijd de systeembus-afsluitweerstand bij (S12 = ON). Bij de andere apparatuur de afsluitweerstand afschakelen (S12 = OFF).

•

Tussen de apparaten, die met de SBus worden verbonden, mag geen potentiaalverschuiving optreden. Vermijd een potentiaalverschuiving door passende maatregelen, bijvoorbeeld door het verbinden van de massa van elk apparaat met een afzonderlijke leiding.


Aansluiting RS-485-communicatiepoort

4.8

4

Aansluiting RS-485-communicatiepoort Met de RS-485-communicatiepoort kunnen max. 32 MOVIDRIVE®-apparaten, bijvoorbeeld voor het master-slave-bedrijf, of 31 MOVIDRIVE®-apparaten en een overkoepelende besturing (PLC) met elkaar worden verbonden.

Aansluitschema RS-485-communicatiepoort Besturingskop

Besturingskop

X13:

RS-485 + RS-485 -

Besturingskop

X13:

DIØØ 1 DIØ1 2 DIØ2 3 DIØ3 4 DIØ4 5 DIØ5 6 DCOM 7 VO24 8 DGND 9 ST11 10 R ST12 11 R

S-485 + S-485 -

쵰

X13:

DIØØ 1 DIØ1 2 DIØ2 3 DIØ3 4 DIØ4 5 DIØ5 6 DCOM 7 VO24 8 DGND 9 ST11 10 R ST12 11 R

S-485 + S-485 -

쵰

Afbeelding 20: RS-485-verbinding

Kabelspecificatie

•

DIØØ 1 DIØ1 2 DIØ2 3 DIØ3 4 DIØ4 5 DIØ5 6 DCOM 7 VO24 8 DGND 9 ST11 10 ST12 11

쵰

쵰 02206ANL

Gebruik een 2-aderige getwiste en afgeschermde koperen kabel (communicatiekabel met afscherming van koperen omvlechting). De kabel moet aan de volgende specificatie voldoen: – aderdoorsnede 0,5 ... 0,75 mm2 (AWG 20 ... 18) – leidingweerstand 100 ... 150 Ω bij 1 MHz – leidingcapaciteit ≤ 40 pF/m (12 pF/ft) bij 1 kHz Geschikt is bijvoorbeeld de volgende kabel: – fabr. Belden (www.belden.com), datakabel type 3105A

Afscherming aarden

•

De afscherming aan beide zijden als vlakke contactverbinding met de elektronicaschermklem van de regelaar of op de masterbesturing aarden en de einden van de afscherming eveneens met DGND verbinden.

Kabellengte

•

De toelaatbare totale kabellengte bedraagt 200 m (660 ft).

Afsluitweerstand

•

Er zijn dynamische afsluitweerstanden vast ingebouwd. Schakel geen externe afsluitweerstanden bij!

•

Tussen de apparaten, die met RS-485 worden verbonden, mag geen potentiaalverschuiving optreden. Vermijd een potentiaalverschuiving door passende maatregelen, bijvoorbeeld door het verbinden van de massa van elk apparaat met een afzonderlijke leiding.


27

4

Aansluiting optie USS21A (RS-232 en RS-485)

4.9

Aansluiting optie USS21A (RS-232 en RS-485) Artikelnummer USS21A: 822 914 7

RS-232aansluiting

•

Gebruik voor de aansluiting van de RS-232-communicatiepoort een afgeschermde standaard communicatiekabel. USS21A

PC COM 1-4

5

GND (massa)

5

3 2

TxD

3 2

RxD

max. 5 m (16.5 ft) 9-polige Sub-D-steker

9-polige Sub-D-bus 02399ADE

Afbeelding 21: verbindingskabel USS21A-PC

RS-485aansluiting

Let op de volgende aanwijzingen voor de aansluiting: •

Gebruik een 2-aderige getwiste en afgeschermde koperen kabel (communicatiekabel met afscherming van koperen omvlechting). De kabel moet aan de volgende specificatie voldoen: – aderdoorsnede 0,5 ... 0,75 mm2 (AWG 20 ... 18) – leidingweerstand 100 ... 150 Ω bij 1 MHz – leidingcapaciteit ≤ 40 pF/m (12 pF/ft) bij 1 kHz Geschikt is bijvoorbeeld de volgende kabel: – fabr. Belden (www.belden.com), datakabel type 3105A

•

De afscherming aan beide zijden als vlakke contactverbinding met de elektronicaschermklem van de regelaar of op de masterbesturing aarden en de einden van de afscherming eveneens met DGND verbinden. USS21A 0V5 -

쵰

Afbeelding 22: RS-485-communicatie van de USS21A

EIA-standaard

28

+

1

쵰

2

3

1

2

3

쵰

USS21A 0V5 -

+

쵰 00997CXX

De RS-485-communicatiepoort van de USS21A komt overeen met de EIA-standaard: •

max. overdrachtssnelheid 9600 Baud

•

max. 32 deelnemers (elk apparaat met USS21A geldt als 2 deelnemers)

•

max. kabellengte 200 m (660 ft) totaal

•

dynamische afsluitweerstand vast ingebouwd MOVIDRIVE® MD_60A Technische handleiding

4

Optiecombinaties

4.10

Optiecombinaties De volgende tabellen laten de mogelijke optiecombinaties zien, gebaseerd op de situatie tijdens uitlevering. De vermeldingen in de tabel hebben de volgende betekenis: -

De optiekaarten kunnen niet gemeenschappelijk toegepast worden.

L|R

De optiekaart in de eerste kolom (↓) op de locatie OPTION1 plaatsen. De optiekaart in de kopregel (→) op de locatie OPTION2 aanbrengen.

R|L

De optiekaart in de eerste kolom (↓) op de locatie OPTION2 plaatsen. De optiekaart in de kopregel (→) op de locatie OPTION1 aanbrengen.

CONTROL

OPTIE 2 (R)

OPTIE 1 (L)

TERMINAL

Afbeelding 23: Indeling van de locatie van de optiekaarten

02714BNL

Optiecombinaties, geldig voor alle MOVIDRIVE®-apparaten1):

MDF / MDV / MDS DIP11A

DFP11A DFP21A

DFI11A DFI21A

DFC11A DFO11A

DFD11A

DIO11A

DRS11A1

geen 2. Optie

DIP11A

-

R|L

R|L

R|L

R|L

R | L2

R|L

R

DFP11A DFP21A

L|R

-

-

-

-

L|R

L|R

L

DFI11A DFI21A

L|R

-

-

-

-

L|R

L|R

L

DFC11A DFO11A

L|R

-

-

-

-

L|R

L|R

L

DFD11A

L|R

-

-

-

-

L|R

L|R

L

3

R|L

R

-

R

↓

→

DIO11A DRS11A

2)

L|R

L|R

R|L

R|L

R|L

R|L

L|R

R|L

R|L

R|L

R|L

L|R

1. Uitzondering DRS11A: voor deze optiekaart is MOVIDRIVE® MDV of MDS nodig. 2. Alleen de binaire klemmen van de DIO11A zijn met de parameters P6__ instelbaar. De binaire klemmen van de DIP11A zijn alleen met de IPOSplus®-systeemvariabelen beschikbaar (→ IPOS-handboek). 3. Er kunnen twee optiekaarten “I/O option DIO11A” geplaatst worden. Bij de DIO11A op locatie "OPTION2 (R)" moet er op gelet worden, dat de analoge in-/uitgangen niet gebruikt kunnen worden en dat de binaire klemmen niet met de parameters P6_ instelbaar zijn. De binaire klemmen van de DIO11A op “OPTION2 ® zijn alleen met de IPOSplus®-systeemvariabelen beschikbaar (→ IPOS-handboek).

Voorbeeld

Als een MOVIDRIVE® MDV of MDS met de optiekaart veldbus-communicatiepoort PROFIBUS type DFP11A en optiekaart Synchroon bedrijf type DRS11A is uitgerust, moet de DFP11A op locatie OPTION1 (L) en DRS11A op locatie OPTION2 (R) geplaatst worden.


29

4

Inbouw en demontage van optiekaarten

4.11


Voor u begint

Inbouw van de optiekaart

•

U dient zich door passende maatregelen (geaarde band, geleidende schoenen enz.) te ontladen voor u de optiekaart aanraakt.

•

Bewaar de optiekaart in de originele verpakking en haal hem pas uit de verpakking als u de kaart gaat monteren.

•

Pak de optiekaart niet onnodig vaak beet. Alleen bij de rand vasthouden en geen componenten aanraken.

•

De regelaar spanningsloos maken, netvoeding en 24 VDC uitschakelen.

•

Programmeerapparaat, seriële communicatiepoort of blindplaat verwijderen.

•

Onderste afdekkap van de besturingskop verwijderen.

•

Elektronica-schermklem eraf schroeven.

•

Zwarte afdekplaat met een geschikte schroevedraaier eraf wippen en verwijderen.

•

Optiekaart in de geleiderails van locatie OPTION1 of OPTION2 plaatsen en erin schuiven.

•

Voorzichtig op de frontplaat van de optiekaart drukken. De optiekaart is correct geplaatst als hij strak aansluit op de besturingskaart.

•

Elektronica-schermklem er weer in schroeven.

•

Afdekkap van de besturingskop weer aanbrengen.

•

Al naargelang de optiekaart en gebruikte Sub-D-steker is de montage van de afdekkap niet mogelijk. Aan de beschermingsgraad van het apparaat wordt daardoor geen afbreuk gedaan.

•

Programmeerapparaat, seriële communicatiepoort of blindplaat weer monteren.

02025AXX

Afbeelding 24: Afdekplaat er af wippen

30



Demontage van de optiekaart

•

Regelaar spanningsloos maken, netvoedig en 24 VDC uitschakelen.

•

Programmeerapparaat, seriële communicatiepoort of blindplaat verwijderen.

•

Onderste afdekkap van de besturingskop verwijderen.

•

Elektronica-schermklem eraf schroeven.

•

Optiekaart met een geschikte schroevendraaier loswippen en eruit trekken.

•

Andere optiekaart of zwarte afdekplaat in plaats van de optiekaart aanbrengen.

•

Elektronica-schermklem er weer in schroeven.

•

Afdekkap van de besturingskop weer aanbrengen.

•

Programmeerapparaat, seriële communicatiepoort of blindplaat weer monteren.

Afbeelding 25: Optiekaart loswippen


4

02026AXX

31

4

Aansluiting en klemmenbeschrijving optie DIO11A

4.12


Artikelnummer

Optie uitbreidingskaart type DIO11A: 822 726 8

Frontaanzicht DIO11A

Klem

DIO X20 1 2 3

AI21 AI22 AGND

1 2 3 4 5 6

AOV1 AOC1 AGND AOV2 AOC2 AGND

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

DI1Ø DI11 DI12 DI13 DI14 DI15 DI16 DI17 DCOM DGND

1 2 3 4 5 6 7 8 9

DO1Ø DO11 DO12 DO13 DO14 DO15 DO16 DO17 DGND

X21

X22

X23

Spanningsingang

Functie

X20:1/2

AI21/22

X20:3

AGND

X21:1 X21:4

AOV1 AOV2

X21:2 X21:5

AOC1 AOC2

X21:3/6

AGND

X22:1...8

DI1Ø...17

X22:9 X22:10

DCOM DGND

X23:1...8

DO1Ø...18

X23:9

DGND

ingang setpoint n2, -10 V...0...10 V of 0...10 V (differentiële ingang of ingang met AGND-commonpotentiaal) commonpotentiaal voor analoge signalen (REF1, REF2, AI.., AO..) analoge spanningsuitgang V1, standaard op actueel toerental analoge spanningsuitgang V2, standaard op uitgangsstroom belastbaarheid van de analoge spanningsuitgangen: Imax = 10 mA analoge stroomuitgang C1, standaard op actueel toerental analoge stroomuitgang C2, standaard op uitgangsstroom Met P642/645 “Operation mode AO1/2” wordt ingesteld, of de spanningsuitgangen V1/2 (-10 V…0… 10 v) of de stroomuitgangen C1/2 (0(4)…20mA) actief zijn. keuzemogelijkheden voor de binaire uitgangen → parametermenu P640/643 max. toelaatbare kabellengte: 10 m (33 ft) commonpotentiaal voor analoge signalen (REF1, REF2, AI.., AO..) binaire ingangen 1…8, standaard op No Function de binaire ingangen zijn door optorelais potentiaalgescheiden. keuzemogelijkheden voor binaire ingangen → parametermenu P61_ commonpotentiaal voor de binaire ingangen DI1Ø...17 commonpotentiaal voor binaire signalen – zonder doorverbinding X22:9-X22:10 (DCOM-DGND) → potentiaalvrije binaire ingangen – met doorverbinding X22:9-X22:10 (DCOM-DGND) → potentiaalgebonden binaire ingangen binaire uitgangen 1…8, standaard op No Function belastbaarheid van de binaire uitgangen: Imax = 50 mA (kortsluitvast) geen externe spanning op de binaire uitgangen aansluiten! commonpotentiaal voor binaire signalen

De analoge ingang voor het setpoint n2 (AI21/22) kan als differentiële ingang of als ingang met AGND-commonpotentiaal gebruikt worden. Differentiële ingang

Ingang met AGND-commonpotentiaal DIO

DIO X20

1 2 3 V

Afbeelding 26: Ingang setpoint n2

32

AI21 AI22 AGND

0...+10 V

-10...0...+10 V

X20

1 2 3

+

AI21 AI22 AGND

V

05202AXX


4


Stroomingang

Moet de analoge ingang voor het setpint n2 (AI21/22) als stroomingang gebruikt worden, dan moet een externe belastingsweerstand gebruikt worden. Bijvoorbeeld RB = 500 Ω → 0...20 mA = 0...10 V DIO X20

500 Ω

+

-

1 2 3

0...10 V

0...20 mA

AI21 AI22 AGND

01671BXX

Afbeelding 27: Stroomingang met externe belastingsweerstand

Spanningsuitgangen

De analoge spanningsuitgangen AOV1 en AOV2 moeten overeenkomstig de volgende afbeelding aangesloten worden: DIO

DIO

X20

X20 1 2 3

AI21 AI22 AGND

1 2 3 4 5 6


AI21 AI22 AGND

1 2 3 4 5 6


X21

V

-10...0...10 V

-10...0...10 V

X21

1 2 3

V

05203AXX

Afbeelding 28: Spanningsuitgangen AOV1 en AOV2

Stroomuitgangen

De analoge stroomuitgangen AOC1 en AOC2 moeten overeenkomstig de volgende afbeelding aangesloten worden: DIO

DIO

X20

X20 1 2 3

AI21 AI22 AGND

1 2 3 4 5 6


X21

0(4)...20 mA + A

-

1 2 3

AI21 AI22 AGND

1 2 3 4 5 6


X21

0(4)...20 mA + A

Afbeelding 29: Stroomuitgangen AOC1 en AOC2


05204AXX

33

4

Aansluiting encoder en resolver

4.13

Aansluiting encoder en resolver Uitvoerige informatie is in het handboek “SEW-encodersystemen” opgenomen, dat bij SEW verkrijgbaar is.

Installatievoorschriften

•

Max. kabellengte regelaar - resolver/externe encoder: 100 m (330 ft) bij een kabelcapaciteit van ≤ 120 nF/km (193 nF/mile).

•

Aderdoorsnede : 0,20 ... 0,5 mm2 (AWG 24 ... 20)

•

Als een ader van de encoder-/resolverkabel wordt afgeknipt: isoleer het afgesneden adereind.

•

Afgeschermde kabel met paarsgewijs getwiste aders (uitzondering: kabel voor HTLencoder) gebruiken en de afscherming aan beide zijden als vlakken contactverbinding aarden: – bij de encoder in de kabelwartel of in de steker van de encoder – bij de regelaar in de behuizing van de Sub-D-steker

•

De encoder-/ resolverkabel ruimtelijk gescheiden van vermogenskabels leggen.

Afscherming

De afscherming van de encoder-/ resolverkabel als vlakke contactverbinding aarden.

Bij de regelaar

Leg de afscherming aan de regelaarzijde in de behuizing van de Sub-D-steker aan aarde.

Afbeelding 30: Afscherming in de Sub-D-steker aarden

Bij de encoder/ resolver

Leg de afscherming aan de zijde van de encoder/resolver in de kabelwartel of in de steker van de encoder aan aarde.

Afbeelding 31: Afscherming in de kabelwartel van de encoder aarden

Geprefabriceerde kabel

34

01939BXX

01948AXX

•

Voor het aansluiten van de encoder/resolver biedt SEW geprefabriceerde kabel aan. SEW adviseert deze geprefabriceerde kabel te gebruiken.

•

De in de aansluitschema’s aangegeven aderkleuren overeenkomstig de kleurcode volgens IEC 757 komen overeen met de geprefabriceerde kabels van SEW.


4


Motor-encoder

Op X15: op de regelaars MOVIDRIVE® MDV60A mogen de volgende motor-encoders worden aangesloten: •

sin/cos-encoders met hoge resolutie, met signaalspanning 1 VSS

•

5 V-TTL -encoders met signaalniveau volgens RS-422

•

24 V-HTL-encoders

01936AXX

Afbeelding 32: Aansluitklemmen van de SEW-motor-encoder

Voedingsspanning

Encoders met 24 VDC-voeding (max. 180 mA) worden direct op X15: aangesloten. Deze encoders worden dan door de regelaar gevoed. Encoders met 5 VDC-voeding moeten op de optie “5 V-encodervoeding type DWI11A” (artikelnummer 822 759 4) worden aangesloten.

sin/cos-encoders

De sin/cos-encoders met hoge resolutie ES1S, ES2S of EV1S worden aanbevolen voor het bedrijf met de MOVIDRIVE® MDV60A. Deze encoders worden met 24 VDC gevoed en hebben geen sensorleiding nodig. Sluit de sin/cos-encoder als volgt aan: max. 100 m (330 ft)

ES1S / ES2S / EV1S ES1R / ES2R / EV1R A (K1) A (K1) B (K2) B (K2) C (K0) C (K0) UB ⊥ K1 K2 K0 K1 K2 K0 UB ⊥ A B C A B C UB

X15:

YE GN RD BU PK GY WH BN ⊥ VT

✂

1 6 2 7 3 8 9 5 4

쵰

9

6

5

1

쵰

Afbeelding 33: Sin/cos-encoder aansluiten

03021AXX

Knip de violette ader (VT) van de kabel aan de encoderzijde af. Artikelnummers van de geprefabriceerde kabels

Voor vaste aanleg:

198 829 8

Voor aanleg in kabelrups:

198 828 X


35

4


5 V-TTL-encoders

De 5 V-TTL-encoders van SEW zijn met 24 VDC-voedingsspanning en met 5 VDCvoedingsspanning verkrijgbaar.

24 VDCvoedingsspanning

Sluit de 5 V-TTL-encoder met 24 VDC-voedingsspanning ES1R, ES2R of EV1S op dezelfde manier aan als de sin/cos-encoders met hoge resolutie.

5 VDCvoedingsspanning

De 5 V-TTL-encoders met 5 VDC-voedingsspanning ES1T, ES2T of EV1T moeten met de optie “5 V-encodervoeding type DWI11A” (artikelnummer 822 759 4) worden aangesloten. Voor het regelen van de voedingsspanning van de encoder moet ook de sensorleiding worden aangesloten. Sluit de encoder als volgt aan: max. 5 m (16.5 ft)

5

9

6

1

DWI11A

YE GN RD BU PK GY WH BN ⊥ VT N.C.

1 6 2 7 3 8 9 5 4

A (K1) A (K1) B (K2) B (K2) C (K0) C (K0) UB

쵰 ES1T / ES2T / EV1T

UB ⊥ K1 K2 K0 K1 K2 K0 UB ⊥ A B C A B C

max. 100 m (330 ft)

6

9

1

5

쵰

YE GN RD BU PK GY WH BN ⊥ VT*

A (K1) A (K1) B (K2) B (K2) C (K0) C (K0) UB

1 6 2 7 3 8 9 5 4*

쵰

X1: MOVIDRIVE

1 6 2 7 3 8 9 5 4

9

X2: Encoder

X15:

6

5

1

쵰

Afbeelding 34: TTL-TTL-encoder op de DWI11 aansluiten

03023AXX

* Sensorleiding (VT) bij de encoder op UB aansluiten, niet op de DWI11A doorverbinden! Artikelnummers van de geprefabriceerde kabels

36

MOVIDRIVE® X15: → DWI11A X1:MOVIDRIVE Alleen vaste aanleg:

814 344 7

Encoder ES1T /ES2T / EV1T → DWI11A X2:Encoder Voor vaste aanleg:

198 829 8


198 828 X


4


HTL-encoder

Als een 24 V-HTL-encoder ES1C, ES2C of EV1C toegepast wordt, mogen de geïnverteerde kanalen A (K1), B (K2) en C (K0) niet worden aangesloten. max. 100 m (330 ft)

ES1C / ES2C / EV1C A (K1) A (K1) B (K2) B (K2) C (K0) C (K0) UB


⊥

X15:

YE GN GY WH BN

쵰

쵰

1 N.C. 6 2 N.C. 7 3 N.C. 8 9 5 N.C. 4

9

6

5

1

03022AXX

Afbeelding 35: HTL-encoder aansluiten

Artikelnummers van de geprefabriceerde kabel

Voor vaste aanleg:

198 932 4


198 931 6

Absolute encoder

De absolute encoder AV1Y heeft een vast aangesloten kabel van een meter lengte (3,3 ft) met een 17-polige ronde steker, welke past op de buscontactdoos SPUC 17H FRON van de fa. Interconnectron. De steker heeft de volgende pinbezetting:

Pen

Aderkleur voor de geprefabriceerde kabel

Beschrijving

6-aderige kabel

10-aderige kabel

voedingsspanning US

+10...15...24...30 VDC, ongevoelig voor verwisseling (+/GND)

wit (WH)

wit (WH)

10

voedingsspanning GND

galvanisch gescheiden van AV1Y-behuizing

bruin (BN)

bruin (BN)

14

seriële data-uitgang D+

"1" = High-Signal

geel (YE)

zwart (BK)

17

seriële data-uitgang D-

"0" = High-Signal

groen (GN)

violet (VT)

8

pulsleiding, stroomlus T+

7 mA in de richting T+ = "1"

rose (PK)

rose (PK)

9

pulsleiding, stroomlus T-

7 mA de richting T- = "0"

grijs (GY)

grijs (GY)

7

15

sign. A v.d. incrementele encoder

geel (YE)

16


groen (GN)

12


13


Aansluiting op de optie DPA11A

1 VSS sin/cos

-

rood (RD) blauw (BU)

Sluit de absolute encoder AVIY als volgt aan op de optie DPA11A: max. 100 m (330 ft)

AV1Y 8

11 12 10 9 13 16 9 14 17 14 15 8 17 1

2

3 4

5

6

7

T+ PK T- GY

32 DPA11A X50: 33

D+ YE D- GN

34 35

BN 10 GND US WH 7

38 39 쵰

Afbeelding 36: AV1Y op DPA11A aansluiten


쵰 03977AXX

37

4



Sluit de absolute encoder AVIY als volgt aan op de DIP11A:

8

11 12 10 13 16 9 17 14 15 8 1

2

3 4

5

6

DIP11A X62:

max. 100 m (330 ft)

AV1Y 9 14 17

T+ PK T- GY

3

D+ YE D- GN

1

8

BN 10 GND US WH 7

7

9

5

6 5

6

1

9 쵰 (N.C.) 2 (N.C.) 4

쵰

(N.C.) 7 03978AXX

Afbeelding 37: AV1Y op DIP11A aansluiten

Als gecombineerde encoder aansluiten

De absolute encoder AVIY kan ook als gecombineerde encoder (absoluut en incrementeel) op de MOVIDRIVE® MDV60A toegepast worden. De encoder wordt dan op X62: van de optie DIP11A en X15: van het basisapparaat MOVIDRIVE® MDV60A aangesloten.

8

11 12 10 9 13 16 9 14 17 14 15 8 17 1

2

3 4

5

6

DIP11A X62:

max. 100 m (330 ft)

AV1Y

7

T+ PK

3

T- GY D+ BK

8 1

D- VT

5

YE 15 A (K1) GN 16 A (K1) RD 12 B (K2) BU 13 B (K2)

쵰 (N.C.) 2 (N.C.) 4

7

5

6

GND BN U WH

10

9

6

1

9

S

(N.C.) 7 ® MOVIDRIVE X15: 1

쵰

6 2 7

9

쵰 (N.C.) 3 (N.C.) 4

6

5

1

(N.C.) 5 (N.C.) 8 (N.C.) 9

Afbeelding 38: Gecombineerde encoder aansluiten

Artikelnummers van de geconfectioneerde kabels

03979AXX

Encoder AV1Y→ DPA11A X50: (afbeelding 36) Voor vaste aanleg:

198 887 5


198 888 3

Encoder AV1Y → DIP11A X62: (afbeelding 37) Voor vaste aanleg:

198 929 4


198 930 8

Encoder AV1Y als gecombineerde encoder → DIP11A X62: en MOVIDRIVE® X15: (afbeelding 38) Voor vaste aanleg: 198 890 5 Voor aanleg in kabelrups:

38

198 891 3


4


Resolver

Voor de aansluiting van de resolver op de MOVIDRIVE® MDS60A biedt SEW de volgende geprefabriceerde kabel aan: Artikelnummer

Voor motortype

Vaste aanleg

CM71 ... 112 DFS56 DFY71 ... 112

Klemmen- / pinbezetting

Aanleg in kabelrups

met connector

199 214 7

199 215 5

met klemmenkast

198 829 8

198 828 X

met connector

198 927 8

198 928 6

met klemmenkast

198 829 8

198 828 X

met connector

198 827 1

198 812 3

CM-motoren: de resolver-aansluitingen zijn in een connector ondergebracht. DS/DY-motoren: al naargelang de motoruitvoering zijn de resover-aansluitingen in de klemmenkast op een 10-polige Phoenix klemmenstrook of in de connector ondergebracht. Connector CM, DS56:

Fa. Intercontec, type ASTA021NN00 10 000 5 000

Connector DY71 ... 112:

Fa. Framatome Souriou, type GN-DMS2-12S

Klem / pin

Beschrijving

1

Ref.+

2

Ref.-

3

cos+

4

cos-

5

sin+

6

sin-

9

TF/TH

10

TF/TH

Aderkleur van de geprefabriceerde kabel rose (PK)

referentie

grijs (GY rood (RD)

cosinus-signaal

blauw (BU) geel (YE)

sinus-signaal

groen (GN) wit (WH)

motorbeveiliging

bruin (BN)

De resolversignalen hebben ook de 10-polige Phoenix-klemmenstrook en in de connector dezelfde nummering. Aansluiting

Sluit de resolver als volgt aan: DFS56 DFY71...112

9

1

8 12 7

2 10

11

3 4

6 5

1)

max. 100 m (330 ft)

MOVIDRIVE compact X15

1 Ref.+ PK 2 Ref.- GY 3 cos+ RD 4 cos- BU 5 sin+ YE 6 sin- GN 7 N.C. 8 N.C. 9 TF/TH WH 10 TF/TH BN VT 2)

3 8 2 7 1 6 9 5 4

✂

쵰

Afbeelding 39: Resolver aansluiten

9

6

5

1

쵰 01414BXX

1) connector 2) klemmenstrook Knip bij de geprefabriceerde kabel met adereindhulzen de violette ader (VT) van de kabel af in de klemmenkast van de motor.


39

4


Externe encoder

Als externe encoder mogen op X14: van de regelaars MOVIDRIVE® MDV/MDS alleen encoders met een signaalniveau overeenkomstig RS-422 (5 V-TTL) worden aangesloten.

Voedingsspanning

Encoders met 24 VDC-voedingsspanning (max. 180 mA) worden direct op X14: aangesloten. Deze encoders worden dan door de regelaar gevoed. Encoders met 5 VDC-voedingsspanning moeten op de optie “5 V-encodervoeding type DWI11A” (artikelnummer 822 759 4) worden aangesloten.

Aansluiting

Externe encoders met 24 VDC-voedingsspanning: max. 100 m (330 ft)

ES1R / ES2R / EV1R


MOVIDRIVE X14: 1 6 2 1 7 6 3 8 9 5 9 5 4

YE GN RD BU PK GY WH BN ⊥ VT

A (K1) A (K1) B (K2) B (K2) C (K0) C (K0) UB

✂

쵰

®

쵰 03776AXX

Afbeelding 40: Externe encoder direct op X14:

Knip de violette ader (VT) van de kabel af aan de zijde van de encoder. Externe encoder met 5 VDC-voedingsspanning: max. 5 m (16.5 ft)

®

⊥ N.C.

쵰 ES1T / ES2T / EV1T


max. 100 m (330 ft)

YE GN RD BU PK GY WH BN ⊥ VT*

1 6 2 7 3 8 9 5 4*

Afbeelding 41: Op DWI11A aansluiten

6

9

1

5

쵰

A (K1) A (K1) B (K2) B (K2) C (K0) C (K0) UB

쵰

X1: MOVIDRIVE

DWI11A 1 6 2 7 3 8 9 5 4

A (K1) A (K1) B (K2) B (K2) C (K0) C (K0) UB

9

X2: Encoder

MOVIDRIVE X14: 1 6 2 7 1 6 3 8 9 5 9 5 4

6

5

1

쵰 03777AXX

* Sensorleidingen (VT) bij de encoder op UB aansluiten, niet op de DWI11A doorverbinden!

40


4


Artikelnummers van de geprefabriceerde kabels

Incrementeelencodersimulatie

Aansluiting

Encoder ES1R / ES2R EV1R → MOVIDRIVE® X14: (afbeelding 40) Alleen vast aanleg:

815 354 X

Encoder ES1T /ES2T / EV1T → DWI11A X2:Encoder (afbeelding 41) Voor vaste aanleg:

198 829 8


198 828 X

X14: kan ook als uitgang voor de incrementeel-encodersimulatie gebruikt worden. Hiervoor moet X14:4 met X14:5 (omschakeling-DGND) doorverbonden worden. X14: levert dan incrementeel-encodersignalen met een signaalniveau overeenkomstig RS-422 (5 V-TTL). Het aantal impulsen bedraagt: •

bij MDV60A zoals op X15: ingang motor-encoder

•

bij MDS60A 1024 impulsen/omwenteling

Sluit de verwerking voor de incrementeel-encodersimulatie als volgt aan: ®

MOVIDRIVE X14:

max. 100 m (330 ft)

YE GN RD BU PK GY WH BN ⊥ Omschakeling VT A (K1) A (K1) B (K2) B (K2) C (K0) C (K0) UB

1 6 2 7 3 8 9 5 4

쵰

Alleen voor vaste aanleg:


9

1

5

쵰

Afbeelding 42: Aansluiting incrementeel-encodersimulatie

Artikelnummer van de geprefabriceerde kabel

6

03818AXX

815 354 X

41

4


Masterslaveverbinding

X14-X14-verbinding (= master-slave-verbinding) van twee MOVIDRIVE®-apparaten.

Aansluiting Master

Slave ®

®

MOVIDRIVE X14:

6

9

1

5

MOVIDRIVE X14:

max. 100 m (330 ft)

1 6 2 7 3 8 9 5 4

1 6 2 7 3 8 9 5 4

쵰

Alleen voor vaste aanleg:

9

1

5

쵰 05036AXX

Afbeelding 43: X14-X14-verbinding

Artikelnummer van de geprefabriceerde kabel

6

815 355 8

De bussen genoemd onder Sub-D zijn aan het einde van de kabels als "MASTER" en "SLAVE". Let op: de bus aangeduid met "MASTER" moet op X14: van het masterapparaat en de met "SLAVE" aangeduide bus op X14: moet op het slave-apparaat worden aangesloten.

42


Algemene aanwijzingen voor de inbedrijfstelling

I

5

0

5

Inbedrijfstelling

5.1

Algemene aanwijzingen voor de inbedrijfstelling Bij de inbedrijfstelling beslist de veiligheidsaanwijzingen in acht nemen!

Voorwaarde

Voorwaarde voor een succesvolle inbedrijfstelling is de juiste configuratie van de aandrijving. Uitvoerige aanwijzingen voor de configuratie en de verklaring van de parameters vindt u in het systeemhandboek MOVIDRIVE® MD_60A (hoofdstuk 4 en 5).

VFCbedrijfssoorten zonder toerentalregeling

De applicatieregelaars MOVIDRIVE® MD_60A zijn standaard voor de in de catalogus vermelde SEW-motor (MD_60A…-5_3: 4-polig en nominale spanning 3 × 400 VAC / 50 Hz of MD_60A...-2_3: 4-polig en nominale spanning 3 × 230 VAC / 60 Hz) in bedrijf gesteld. De motor kan worden aangesloten en de aandrijving kan direct overeenkomstig het hoofdstuk “Starten van de motor” (→ bladzijde 54) gestart worden.

Regelaar-motorcombinaties

De volgende tabellen laten zien, voor welke combinaties van regelaar-motor dit geldt.

400/500 Vapparatuur

MOVIDRIVE® MDF60A of MDV60A in bedrijfssoort VFC

SEW-motor

0015-5A3-4

DT90L4

0022-5A3-4

DV100LS4

0030-5A3-4

DV100L4

0040-5A3-4

DV112M4

0055-5A3-4

DV132S4

0075-5A3-4

DV132M4

0110-5A3-4

DV160M4

0150-503-4

DV160L4

0220-503-4

DV180L4

0300-503-4

DV200L4

0370-503-4

DV225S4

0450-503-4

DV225M4

0550-503-4

D250M4

0750-503-4

D280S4


43

5

I

Algemene aanwijzingen voor de inbedrijfstelling

0 230 V-apparatuur MOVIDRIVE® MDF60A of MDV60A in bedrijfssoort VFC

SEW-motor

0015-2A3-4

DT90L4

0022-2A3-4

DV100LS4

0037-2A3-4

DV100L4

0055-2A3-4

DV132S4

0075-2A3-4

DV132M4

0110-203-4

DV160M4

0150-203-4

DV180M4

0220-203-4

DV180L4

0300-203-4

DV225S4

De in dit hoofdstuk beschreven inbedrijfstellingsfuncties dienen ervoor, de regelaar optimaal voor de daadwerkelijk aangesloten motor en de opgegeven randvoorwaarden in te stellen. Voor de VFC-bedrijfssoorten met toerentalregeling, alle CFCbedrijfssoorten en SERVO-bedrijfssoorten is een inbedrijfstelling overeenkomstig dit hoofdstuk dwingend noodzakelijk.

Hijswerktoepassingen De MOVIDRIVE® MD_60A-applicatieregelaars mogen niet als veiligheidsinrichting voor hijswerktoepassingen gebruikt worden. Gebruik als veiligheidsinrichting bewakingssystemen of mechanische veiligheidsvoorzieningen, om mogelijke risico’s voor personen en installaties te voorkomen.

44


Voorbereiding en hulpmiddelen

I

5

0

5.2

Voorbereiding en hulpmiddelen •

Installatie controleren.

•

Onbedoeld aanlopen van de motor door passende maatregelen, bijvoorbeeld door het losnemen van het elektronica-klemmenblok X13: verhinderen. Verder moeten al naargelang de applicatie extra veiligheids-voorzorgsmaatregelen voor het vermijden van risico van mens en machine genomen worden.

•

Bij inbedrijfstelling met programmeerapparaat DBG11A: programmeerapparaat DBG11A op de locatie TERMINAL plaatsen.

•

Bij inbedrijfstelling met pc en MOVITOOLS: optie USS21A op de locatie TERMINAL steken en met een communicatiekabel (RS232) met de PC verbinden. MOVIDRIVE® en PC moeten hierbij spanningsloos zijn, er kunnen anders ongedefinieerde situaties ontstaan. Beide apparaten dan inschakelen en MOVITOOLS of MX_SHELL, indien nog niet aanwezig, op de pc installeren en starten.

•

De netvoeding en eventueel 24 V-voeding inschakelen. Bij gebruik van het programmeerapparaat DBG11A verschijnt gedurende ca. 13 s de volgende melding: SELFTEST MOVIDRIVE

•

Juiste voorinstellling van de parameters (bv. fabrieksinstelling).

•

Controle van de ingestelde klemmenbezetting (→ P60_ / P61_).

Door de inbedrijfstelling wordt een groep parameterwaarden automatisch veranderd. Welke parameters dit aangaan, wordt in de beschrijving van de parameters P700 (“Betriebsarten”) verklaard. De beschrijving van de parameters vindt u in het systeemhandboek MOVIDRIVE® MD_60A, hoofdstuk 4 “Parameters”.


45

I

5

Inbedrijfstelling met programmeerapparaat DBG11A

0

5.3


Algemeen

De inbedrijfstelling met programmeerapparaat DBG11A is alleen met MDF en MDV in de VFC-bedrijfssoorten mogelijk. De inbedrijfstelling van de CFC- en SERVObedrijfssoorten is alleen met de bedieningssoftware MOVITOOLS mogelijk.

Benodigde gegevens

Voor een succesvolle inbedrijfstelling zijn de volgende gegevens nodig: •

motortype (SEW-motor of motor van een ander fabrikaat)

•

motorgegevens – nominale spanning en nominale frequentie. – extra bij niet-SEW-motor: nominale stroom, nominaal vermogen, cosϕ, en nominaal toerental.

•

nominale voedingsspanning

Voor de inbedrijfstelling van de toerentalregelaar is bovendien nodig: •

type van de incrementele encoder

•

encodertype en het aantal impulsen van de incrementele encoder: SEW-type encoder

Parameters voor de inbedrijfstellingencodertype Encodertype

Aantal pulsen

ES1S, ES2S, EV1

SINUS ENCODER

1024

AV1Y

SINUS ENCODER

512

ES1R, ES2R, EV1R ES1T1, ES2T1), EV1T1)

TTL INCREMENTAL ENCODER

1024

ES1C, ES2C, EV1C

HTL INCREMENTAL ENCODER

1024

1. De 5 V-TTL-encoders ES1T, ES2T en EV1T moeten via de optie DWI111A worden aangesloten (→ hoofdstuk installatie).

•

Motorgegevens – SEW-motor; rem ja of nee en verzwaarde ventilator (Z-ventilator) ja of nee – niet-SEW-motor: massatraagheidsmoment [10-4 kgm2] van motor, rem en ventilator

•

Stijfheid van het regelkring (fabrieksinstelling = 1; klopt voor de meeste toepassingen) Heeft de aandrijving neiging tot slingeren → instelling < 1 Uitregeltijd is te lang → instelling > 1 Aanbevolen instelbereik: 0,90 ... 1 ... 1,10

•

Op de motoras betrokken, omgerekend massatraagheidsmoment [10-4 kgm2] van het lastwerktuig (reductor + machine).

•

De tijd voor de kortste gewenste integrator.

Als er een TTL-encoder (encodertype TTL INCREMENTAL ENCODER) of sin/cosencoder (encodertype SINUS ENCODER) toegepast wordt: •

Activeer na het afsluiten van de inbedrijfstelling de encoderbewaking (P504 = "ON"). Functie en voedingsspanning van de encoder worden dan bewaakt.

Attentie: de encoderbewaking is geen veiligheidsrelevante functie!

46


I


5

0 Inbedrijfstelling met programmeerapparaat DBG11A

Uitvoerige beschrijving van het programmeerapparaat → hoofdstuk “Bedrijfsindicaties”:

E

Q

01406AXX

Taalomschakeling op het programmeerapparaat DBG11A

←+→ gelijktijdig

Inbedrijfstelling starten.

↑ -toets

Volgende menuregel of in de bewerkingsmode de waarde veranderen (verhogen).

↓ -toets

Vorige menuregel of in de bewerkingsmode de waarde veranderen (verlagen).

→ -toets

Een menuniveau lager of gaat naar de bewerkingsmode van de menuregel.

← -toets

Een menuniveau hoger of verlaat de bewerkingsmode van de menuregel.

Q -toets

Afbreken van de inbedrijfstelling en terug naar de basisuitlezing.

E -toets

Afbreken van de inbedrijfstelling en terug naar de basisuitlezing.

•

De basisuitlezing van het programmeerapparaat is Duits.

REGLERSPERRE STROM:

•

Door tweemaal de ↓-toets te bedienen wordt de parametergroep 8.. weergegeven.

8..

GERAETEFUNKTIONEN

•

Met het bedienen van de →-toets en eenmaal de ↑-toets wordt de parameter 801 (Language) weergegeven. Met de →-toets naar de bewerkingsmode gaan, met de ↓- of ↑-toets de gewenste taal selecteren en met de ←-toets de bewerkingsmode weer verlaten.

801

DEUTSCH SPRACHE

•

Door de Q-toets te bedienen verschijnt de basisuitlezing weer.


0

A

47

5

I


0 Structuur van het inbedrijfstellingsmenu

CONTR. INHIBIT CURR.: 0

A

[←] en [→] gelijktijdig STARTUP -> IPOS_VARIABLES <-

[→]

PREPARE FOR STARTUP

ca. 3 s C00* PARAM. SET 1 STARTUP

[↑] C01* OPER. MODE 1

VFC1

[→] [←]

C01* _ OPER. MODE 1

VFC1

[↑] [↓]

[↑] C02* DV112M4 MOTOR TYPE 1

[↑] C03* 400 V MOT. RATED VOLT. 1

[↑] C04* 50 HZ MOT. RATED FREQ. 1

[↑] C05* 400 V MAINS RAT. VOLT. 1

[↑] 835* NO RESPONSE RESP. TF-SIGNAL

[↑] C06* CALCULATION

NO

[→]

C06* CALCULATION

_

NO

[↑] [↓] C06* _ CALCULATION C08* SAVE

YES

_

NO

[↑] [↓] C08* SAVE

_

YES

COPYING DATA ... CONTR. INHIBIT CURR.: 0

[Q] A

Afbeelding 44: Structuur van het inbedrijfstellingsmenu

48

[E]

C08* SAVE

_

NO

02400AEN



I

5

0 Procedure van de inbedrijfstelling

1. “0”-signaal op klem X13:1 (DI00 “/Controller inhibit”), bijv. door weggenomen elektronica-klemmenblok X13. 2. Inbedrijfstellingsmenu door het gelijktijdig bedienen van de toetsen ← en → op de DBG11A activeren. 3. Door het bedienen van de →-toets de inbedrijfstelling starten. Het eerste venster van het inbedrijfstellingsmenu verschijnt. De menuregels zijn met * op de vierde plaats gemarkeerd. Menuregels, die alleen in het inbedrijfstellingsmenu verschijnen, beginnen met een C, de overige menuregels hebben het nummer van de parameterlijst ( bladzijde 57). Als er een menuregel bewerkt is, dan met de ↑-toets naar de volgende menuregel gaan.

CONTROL.INHIBIT CURRENT: 0

A

STARTUP → IPOS_VARIABLES ← STARTUP IS BEING PREPARED

4. Parameterset selecteren, bij. Parameterset 1.

C00* PARAM. SET 1 STARTUP

5. Bedrijfssoort instellen, bijv. VFC1.

C01* OPER. MODE 1

6. De aangesloten motor selecteren. Is er een 2- of 4-polige SEWmotor aangesloten, dan uit de selectielijst de juiste motor kiezen. Is een motor van een ander fabrikaat of een SEWmotor met meer dan vier polen aangesloten, dan in de keuzelijst “NON SEW MOTOR” selecteren.

C02* DV112M4 MOT. TYPE 1

7. Overeenkomstig het typeplaatje van de motor de nominale motorspanning voor de gekozen schakeling invoeren.

C03* 400 V RATED MOT. VOLT. 1

VFC1

C02* NON-SEW MOT. TYPE 1

Voorbeeld: typeplaatje 230∆/400댴 50 Hz

댴-schakeling→ 400 V invoeren.

∆-schakeling, 50 Hz-karakteristiek → 230 V invoeren. ∆-schakeling, 87 Hz-karakteristiek → eveneens 230 V invoeren, echter na de inbedrijfstelling pas de parameter P302 “MAXIMUM SPEED 1” op de waarde voor 87 Hz instellen en dan de aandrijving starten.

Voorbeeld: typeplaatje 400∆/690댴 50 Hz Alleen ∆-schakeling mogelijk → 400 V invoeren. 댴-schakeling niet mogelijk. 8. De op het typeplaatje van de motor aangegeven nominale frequentie invoeren. Voorbeeld: 230∆/400댴 50 Hz In 댴- en ∆-schakeling 50 Hz invoeren.

C04* 50 Hz RATED MOT. FREQ. 1

BIJ SEW-MOTOREN 9. De waarden voor 2- en 4-polige SEW-motoren zijn gereserveerd en moeten niet ingevoerd worden. BIJ NIET-SEW-MOTOREN 9. De volgende gegevens van het typeplaatje van de motor invoeren: • nominale motorstroom, let op schakeling (댴 of ∆). • nominaal motorvermogen • cos ϕ • nominaal toerental van de motor 10. Nominale spanning van het net invoeren.


C05* 400 V RATED SYS. VOLT. 1

49

5

I


0

11. Is er geen TF/TH op X10:1 en X10:2 aangesloten is → NO RESP invoeren. Is er wel een TF/TH aangesloten, dan de gewenste foutresponse instellen.

835* NO RESP. RESP. TF sens SIGNAL

12. De berekening van de inbedrijfstelling met JA starten.

C06* NO CALCULATION

BIJ SEW-MOTOREN 13. De berekening wordt doorgevoerd (SEW-motor). BIJ NIET-SEW-MOTOREN 13. Bij niet-SEW-motoren is voor de berekening een calibratieprocedure noodzakelijk: • Na het oproepen een “1”-signaal geven op X13:1 (DI00/ CONTROLLER INHIBIT). • Na geslaagde calibratieprocedure weer “0”-signaal op X13:1 geven. • Indien het calibreren van de motor niet mogelijk is, worden de motorparameters ingeschat. 14. De menuregel SAVE verschijnt automatisch. Het programmeerapparaat bevindt zich reeds in de bewerkingsmode. 15. SAVE op YES instellen, de gegevens (motorparameters) worden naar het niet-vluchtige geheugen van de MOVIDRIVE® compact MCF41A gekopieerd. 16. De inbedrijfstelling is afgesloten. Met de E- of Q-toets het inbedrijfstellingsmenu verlaten; de basisuitlezing verschijnt dan.

50

C08* SAVE

_NO

DATA ARE BEING COPIED...

CONTROL.INHIBIT CURRENT: 0 A

•

Na het afsluiten van de inbedrijfstelling de parameterset van de MOVIDRIVE® naar het programmeerapparaat DBG11A kopiëren (P807 "MDX → DBG"). De parameterset kan zo met de DBG11A naar andere MOVIDRIVE®-regelaars worden gekopieerd (P 806 "DBG → MDX").

•

Parameters die van de fabrieksinstelling afwijken in de parameterlijst (→ bladzijde 57) opnemen.

•

Bij niet-SEW-motoren de juiste reminvaltijd (P732 / P735) instellen.

•

Voor het starten van de motor de aanwijzingen in het hoofdstuk “Starten van de motor” (→ bladzijde 54) in acht nemen.

•

Bij ∆-schakeling en 87 Hz karakteristiek → de parameter P302/312 “Max speed 1/2” op de waarde voor 87 Hz instellen.


I


5

0 Inbedrijfstelling toerentalregelaar

Eerst wordt de inbedrijfstelling zonder toerentalregelaar doorgevoerd. Attentie: bedrijfssoort VFC-n-CTRL. instellen.

Structuur

C01* VFC-n-CTRL OPER. MODE 1

Structuur van het inbedrijfstellingsmenu voor de toerentalregelaar:

C09* _ NO COMISS. N-CTLR.?

[↑] [↓] C00* n-CONTROL COMMISSIONING

C09* _ YES COMISS. N-CTLR.?

[↑] C15* INCREM. TTL ENCODER TYPE

[] C16* 1024 inc ENC. PULSE COUNT

[↑] C17* BRAKE

WITH

[↑] C18* STIFFNESS

1

[↑] C19* Z FAN

WITHOUT

[↑] C20* INERTIA

209.5

[↑] C21* SHORTEST

0 s RAMP

[↑] C06* CALCULATION

NO

[→] [←]

C06* _ CALCULATION

NO

[↑] [↓] C06* _ YES CALCULATION

C08* SAVE

_

NO

[↑] [↓] C08* SAVE

CONTR. INHIBIT CURR.: 0 A

[E] [Q]

C08* SAVE

_

NO

Afbeelding 45: Structuur inbedrijfstellingsmenu met toerentalregelaar


_

YES

COPYING DATA ... 03025AEN

51

5

I


0 Volgorde van de inbedrijfstelling

1. Met “YES: de inbedrijfstelling toerentalregelaar starten. Alle massatraagheidsmomenten moeten in de eenheid [10-4 kgm2] ingevoerd worden. 2. Met de ↑-toets telkens naar de volgende menuregel gaan. 3. Het juiste encodertype invoeren. 4. Het juiste aantal impulsen van de encoder invoeren. BIJ SEW-MOTOREN 5. Invoeren, of de motor een rem heeft. 6. De stijfheid van het regelkring invoeren. 7. Opgeven, of de motor een verzwaarde ventilator (Z-ventilator) heeft. BIJ NIET-SEW-MOTOREN 5. Massatraagheidsmoment van de motor invoeren. 6. De stijfheid van het regelkring invoeren. 7. Massatraagheidsmoment van rem en ventilator invoeren.

8. Op de motoras betrokken, omgerekend massatraagheidsmoment van het lastwerktuig (reductor + machine) invoeren. 9. De tijd voor de kortste integrator invoeren. 10. De berekening van de inbedrijfstelling van de toerentalregelaar met “YES” starten. 11. De menuregel “SAVE” verschijnt automatisch. “SAVE” op “YES” instellen, de gegevens worden naar het niet-vluchtige geheugen van de MOVIDRIVE® gekopieerd. 12. De menuregel “SAVE” verschijnt weer. Met de E- of Q-toets het inbedrijfstellingsmenu verlaten; de basisuitlezing verschijnt dan.

52

•

Na het afsluiten van de inbedrijfstelling de parameterset van de MOVIDRIVE® naar het programmeerapparaat DBG11A kopiëren (P 807 "MDX → DBG"). De parameterset kan zo met de DBG11A naar andere MOVIDRIVE®-regelaars worden gekopieerd (P 806 "DBG → MDX").

•

Parameters die van de fabrieksinstelling afwijken in de parameterlijst (→ bladzijde 57) opnemen.

•

Bij niet-SEW-motoren de juiste reminvaltijd (P732 / P735) instellen.

•


•

Bij ∆-schakeling en 87 Hz-karakteristiek → de parameter P302/312 “Max speed 1/2” op de waarde voor 87 Hz instellen.

•

Bij TTL- en sin/cos-encoders de encoderbewaking activeren (P504 = “ON”).


I

Inbedrijfstelling met PC en MOVITOOLS

5

0

5.4

Inbedrijfstelling met PC en MOVITOOLS

Algemeen

•

De klem X13:1 (DI00 “/CONTROLLER INHIBIT”) moet een “0”-signaal krijgen!

•

Het programma MOVITOOLS starten.

•

Taal instellen.

•

PC-communicatiepoort (PC-COM), waaraan de regelaar is aangesloten, selecteren.

•

Met de aangesloten regelaar laten zien.

05032ADE

Afbeelding 46: Startvenster MOVITOOLS

Inbedrijfstelling starten

•

Bij “Execute Programm” op <Shell> klikken. Het Shell-programma wordt gestart.

•

De menuregel [Startup] inbedrijfstellingsmenu.

•

Motorsoort asynchroon of synchroon selecteren.

•

Parameterset 1 of 2 kiezen. Bij toerentalgeregelde aandrijvingen kan de toerentalregelaar bij hernieuwde inbedrijfstelling apart geselecteerd worden. Bij hernieuwde inbedrijfstelling kunnen de inbedrijfstellingsfuncties van de absoluutencoderkaart DIP11A, indien geïnstalleerd, eveneens apart worden geselecteerd.

•

Bedrijfssoort instellen.

•

SEW-motor (2- of 4-polig) of niet-SEW-motor selecteren. SEW-motoren met meer dan vier polen moeten als niet-SEW-motor worden ingesteld.

•

Gegevens motortype en bij toerentalregeling ook de gegevens van de toerentalregelaar invoeren.

•

Met de inbedrijfstelling beëindigen.

•

Eventueel noodzakelijke parameter-instellingen met het hoofdmenu of het gebruikersmenu doorvoeren.

•

De parameterset opslaan. De parameterset kan naar andere MOVIDRIVE®regelaars gekopieerd worden.

•

Met [File] / [Print Unit Data] de ingestelde parameters printen.

•



/

[Startup...]

selecteren.

MOVITOOLS

start

het

53

I

5

Starten van de motor

0

5.5


Analoge toerentalopdracht

De volgende tabel laat zien, welke signalen bij de keuze van de toerentalopdracht “UNIPOL./ FIXED SETP.” (P100) op de klemmen X11:2 (AI1) en X13:1…X13:4 (DI00...DI03) moeten staan, opdat de aandrijving met analoge toerentalopdrachten aangestuurd wordt. X11:2 (AI11) X13:1 (DIØØ) Analoge ingang n1 /Regelaarblokkering

Functie

X13:2 (DIØ1) Rechts/stop

X13:3 (DIØ2) Links/stop

X13:4 (DIØ3) Vrijgave/snelstop

Regelaarblokkering

X

"0"

X

X

X

Snelstop

X

"1"

X

X

"0" "1"

Vrijgave en stop

X

"1"

"0"

"0"

Rechtsom met 50% nmax

5V

"1"

"1"

"0"

"1"

Rechtsom met nmax

10 V

"1"

"1"

"0"

"1"

Linksom met 50% nmax

5V

"1"

"0"

"1"

"1"

Linksom met nmax

10 V

"1"

"0"

"1"

"1"

Het volgende bewegingsdiagram laat bijvoorbeeld zien, hoe met de signalen op de klemmen X13:1…X13:4 en analoge toerentalopdrachten de motor gestart wordt. De binaire uitgang X10:3 (DB00 “/rem”) wordt gebruikt voor het schakelen van de elektromagnetische schakelaar voor de rem K12. "1" Input DIØØ /Controller inhibit "0" "1"

Input DIØ1 CW/stop

"0" "1"

Input DIØ2 CCW/stop

"0" "1"

Input DIØ3 Enable/ Rapid stop

"0"

Output DBØØ /Brake

"1" "0"

10V Analog input n1 (AI11) 5V 0V

Speed

n [rpm] nmax 50% nmax nmin nstart-stop 0

t11 CW up t11 CW down t11 CW up t11 CW up

t11 CW down

t13 stop ramp

t11 CCW up

-50% nmax -nmax Afbeelding 47: Bewegingsdiagram met analoge toerentalopdrachten

05033AEN

Bij regelaarblokkering (DI00 = “0”) wordt er geen stroom in de motor geïnjecteerd. Een motor zonder rem loopt dan vrij uit.

54


I


5

0 Vaste setpoints

De volgende tabel laat zien, welke signalen bij de keuze van de toerentalopdracht “UNIPOL./FIXED SETP.” (P100) op de klemmen X13:1…X13:6 (DI00...DI05) moeten staan, opdat de aandrijving met vaste toerentalopdrachten aangestuurd wordt. /Regelaarblokkering

X13:2 (DIØ1) Rechts/stop

X13:3 (DIØ2) Links/stop

X13:1 (DIØØ)

Functie

X13:4 (DIØ3) Vrijgave/snelstop

X13:5 (DIØ4) n11/n21

X13:6 (DIØ5) n12/n22

Regelaarblokkering

"0"

X

X

X

X

X

Snelstop

"1"

X

X

"0"

X

X

Vrijgave en stop

"1"

"0"

"0"

"1"

X

X

Rechtsom met n11

"1"

"1"

"0"

"1"

"1"

"0"

Rechtsom met n12

"1"

"1"

"0"

"1"

"0"

"1"

Rechtsom met n13

"1"

"1"

"0"

"1"

"1"

"1"

Linksom met n11

"1"

"0"

"1"

"1"

"1"

"0"

Het volgende bewegingsdiagram laat bijvoorbeeld zien, hoe met de signalen op de klemmen X13:1…X13:6 de aandrijving met de interne vaste toerentalopdrachten gestart wordt. De binaire uitgang X10:3 (DB00 “/ rem”) wordt gebruikt voor het schakelen van de elektromagnetische schakelaar voor de rem K12. "1" Input DIØØ /Controller inhibit "0" "1"

Input DIØ1 CW/stop

"0" "1"

Input DIØ2 CCW/stop

"0" "1"

Input DIØ3 Enable/ Rapid stop

"0" "1"

Input DIØ4 n11/n21

"0" "1"

Input DIØ5 n12/n22

"0" Output DBØØ /Brake

"1" "0"

Speed

n [rpm] n13

t11 CW up t11 CW up

n12 n11 0 -n11

t11 CW down t11 CW up

-n12

t11 CCW up

t13 stop ramp

-n13

Afbeelding 48: Bewegingsdiagram met vaste toerentalopdrachten

05034AEN

Bij regelaarblokkering (DI00 = “0”) wordt er geen stroom in de motor geïnjecteerd. Een motor zonder rem loopt dan vrij uit.


55

5

I


0 Handbedrijf

Met de functie handbedrijf wordt de regelaar met het programmeerapparaat DBG11A bediend. Tijdens het handbedrijf geeft het 7-segment-display op het apparaat een “H” weer. Om het handbedrijf te kunnen starten, moeten de binaire ingangen X13:2 (DI01 “CW/ stop), X13:3 (DI02 “CCW/stop) en X13:4 (DI03 “Enable/Rapid stop), indien geprogrammeerd, een “0”-signaal krijgen. De binaire ingangen, behalve X13:1 (DI00”/ Controller inhibit”), zijn dan voor de duur van het handbedrijf niet actief. De binaire ingang X13:1 (DI00 /”Controller inhibit”) moet een “1”-signaal krijgen, opdat de aandrijving in handbedrijf gestart kan worden. Met X13:1 = “0” kan de aandrijving ook in handbedrijf gestopt worden. De draairichting wordt niet door de binaire ingang “CW/stop” of door “CCW/stop” bepaald, maar door de keuze van de draairichting met het programmeerapparaat (→ afbeelding 49). Het handbedrijf blijft ook na het uit- en inschakelen van de voedingsspanning actief, echter is dan de regelaar geblokkeerd. Het commando voor de draairichting met de →of ← -toets activeert vrijgave en start met nmin in de gekozen draairichting. Met de ↑- en ↓-toets wordt het toerental verhoogd en verlaagd. De snelheid van de verandering bedraagt 150 1/min per seconde. 880 MANUAL

OFF OPERATION

→-key

←-key 880 MANUAL

_OFF OPERATION

↑- or ↓-key

E-key

_ DIR. OF ROTATION L <E>=EXIT R

Q-key

→-key

←-key _ 0%In =STOP

0 rpm R

Q-key

→-key

_ 0%In L

←-key

0 rpm =STOP

↑-key: increase speed ↓-key: decrease speed Afbeelding 49: Handbedrijf met DBG11A

02406AEN

Wordt het handbedrijf beëindigd, dan zijn direct de signalen op de binaire ingangen actief, de binaire ingang X13:1 (DI00) /regelaarblokkering moet niet “1”-“0”-“1” geschakeld worden. De aandrijving kan overeenkomstig de signalen op de binaire ingangen starten en op de gekozen wijze van aansturen.

56


Complete parameterlijst

I

5

0

5.6


De parameters van het korte menu zijn met “/” (= indicatie op het programmeerapparaat DBG11A) aangeduid. Par.

Name

Value range

DISPLAY VALUES

Par.

Name

06_

Binary outputs option

060

Binary output DO1Ø

00_

Process values

000

Speed

-5000 – 0 – 5000 rpm

061

Binary output DO11

001/

User display

[Text]

062

Binary output DO12

002

Frequency

0 – 400 Hz

063

Binary output DO13

003

Actual position

0 – 231-1 inc

064

Binary output DO14

004

Output current

0 – 200 % IN

065

Binary output DO15

005

Active current

-200 – 0 – 200 % IN

066

Binary output DO16

006/

Motor utilization 1

0 – 200 %

067

Binary output DO17

007

Motor utilization 2

0 – 200 %

068/

Status binary outputs option

008

DC link voltage

0 – 1000 V

07_

Unit data

009

Output current

A

070

Unit type

01_

Status displays

071

Unit rated current

010

Inverter status

072

Option 1

011

Operational status

073

Option 2

012

Fault status

074

Firmware option 1

013

Active parameter set

075

Firmware option 2

1/2

014

Heat sink temperature

-20 – 0 – 100 °C

076

Firmware basic unit

015

Mains ON operation time

0 – 25000 h

077

Technology function

016

Operating time (enabled)

0 – 25000 h

08_

Fault memory

017

Electrical energy

kWh

080/

Fault t-0

02_

Analog setpoints

081

Fault t-1

020

Analog input AI1

-10 – 0 – 10 V

082

Fault t-2

021

Analog input AI2

-10 – 0 – 10 V

083

Fault t-3

022

External current limit

0 – 100 %

084

Fault t-4

03_

Binary inputs basic unit

09_

Bus diagnosis

030

Binary input DIØØ

090

PD configuration

031

Binary input DIØ1

091

Fieldbus type

032

Binary input DIØ2

092

Fieldbus baud rate

033

Binary input DIØ3

093

Fieldbus address

034

Binary input DIØ4

094

PO1 setpoint

035

Binary input DIØ5

095

PO2 setpoint

036/

Status binary inputs basic unit

096

PO3 setpoint

04_

Binary inputs option

097

PI1 actual value

040

Binary input DI1Ø

098

PI2 actual value

041

Binary input DI11

099

PI3 actual value

042

Binary input DI12

043

Binary input DI13

044

Binary input DI14

045

Binary input DI15

046

Binary input DI16

047

Binary input DI17

048/

Status binary inputs option

05_

Binary outputs basic unit

050

Binary output DBØØ

051

Binary output DOØ1

/CONTROL.INHIBIT

Value range

/BRAKE

052

Binary output DOØ2

053/

Status binary outputs basic unit


57

I

5


0

Par.

Name Variable par. Parameter set 1

1__

SETPOINTS / RAMP GENERATORS

10_

Setpoint selection

100/ Setpoint source

UNIPOL/FIX.SETPT

101

Control signal source

TERMINALS

11_

Analog input AI1

110

AI1 scaling

111

AI1 offset

-500 – 0 – 500 mV

112

AI1 operation mode

Ref. N-MAX

113

AI1 voltage offset

-10 – 0 – 10 V

114

AI1 speed offset

-5000 – 0 – 5000 rpm

115

Filter setpoint

0 – 5 – 100 ms 0 = Filter off

12_

Analog inputs (optional)

120

AI2 operation mode

13_

Speed ramps 1

130/ Ramp t11 UP CW

58

Setting range Factory setting

After startup

Par. Name Parameter set 2


-10 – -0.1 / 0.1 – 1 – 10

NO FUNCTION 14_ Speed ramps 2 0 – 2 – 2000 s

140 Ramp t21 UP CW

0 – 2 – 2000 s

131/ Ramp t11 DOWN CW 0 – 2 – 2000 s

141 Ramp t21 DOWN CW 0 – 2 – 2000 s

132/ Ramp t11 UP CCW

0 – 2 – 2000 s

142 Ramp t21 UP CCW

0 – 2 – 2000 s

133/ Ramp t11 DOWN CCW

0 – 2 – 2000 s

143 Ramp t21 DOWN CCW

0 – 2 – 2000 s

134/ Ramp t12 UP=DOWN 0 – 2 – 2000 s

144 Ramp t22 UP=DOWN 0 – 2 – 2000 s

135

0–3

145 S pattern t22

0–3

136/ Stop ramp t13

0 – 2 – 20 s

146 Stop ramp t23

0 – 2 – 20 s

137/ Emergency ramp t14

0 – 2 – 20 s

147 Emergency ramp t24

0 – 2 – 20 s

S pattern t12

After startup

15_

Motorized potentiometer (parameter set 1 and 2)

150

Ramp t3 UP

151

Ramp t3 DOWN

0.2 – 20 – 50 s

152

Save last setpoint

ON / OFF

16_

Fixed setpoints 1

0.2 – 20 – 50 s

17_ Fixed setpoints 2

160/ Internal setpoint n11

-5000 – 0 – 150 – 5000 rpm

170 Internal setpoint n21

-5000 – 0 – 150 – 5000 rpm


-5000 – 0 – 750 – 5000 rpm


-5000 – 0 – 750 – 5000 rpm


-5000 – 0 – 1500 – 5000 rpm


-5000 – 0 – 1500 – 5000 rpm


I


5

0

Par.


2__


After startup



After startup

CONTROLLER PARAMETERS

20_

Speed control (only parameter set 1)

200

P gain speed controller 0.1 – 2 – 32

201

Time constant ncontrol.

0 – 10 – 300 ms

202

Gain accel. feedforward

0 – 32

203

Filter accel. feedforward

0 – 100 ms

204

Filter speed actual value

0 – 32 ms 0 – 150 %

205

Load feedforward

206

Sample time n-control. 1 ms = 0 / 0.5 ms = 1

207

Load feedforward VFC 0 – 150 %

21_

Hold controller

210

P gain hold controller

22_

Synchr. oper. control (only parameter set 1)

0.1 – 2 – 32

220

P-gain (DRS)

1 – 10 – 200

221

Master gear ratio factor

1 – 3,999,999,999

222

Slave gear ratio factor 1 – 3,999,999,999

223

Mode selection

Mode 1 Mode 2 Mode 3 Mode 4 Mode 5 Mode 6 Mode 7 Mode 8

224

Slave counter

-99,999,999 – -10 / 10 – 99,999,999 inc

225

Offset 1

-32767 – -10 / 10 – 32767 inc

226

Offset 2

-32767 – -10 / 10 – 32767 inc

227

Offset 3

-32767 – -10 / 10 – 32767 inc

228

Feedforward filter (DRS)

0 – 100 ms

23_

Synchr. oper. w. sync. encoder

230

Synchronous encoder OFF / EQUALRANKING / CHAIN

231

Factor slave encoder

1 – 1000

232

Factor slave sync. encoder

1 – 1000

24_

Synchr. oper. w. catch up

240

Synchronization speed -5000 – 0 – 1500 – 5000 rpm

241

Synchronization ramp 0 – 2 – 50 s


Only with MOVITOOLS. Not visible on the DBG11A keypad.

59

I

5


0

Par.



3__

MOTOR PARAMETERS

30_

Limits 1



After startup

31_ Limits 2

300/ Start/stop speed 1

0 – 60 – 150 rpm

310 Start/stop speed 2

301/ Minimum speed 1

0 – 60 – 5500 rpm

311 Minimum speed 2

0 – 60 – 5500 rpm

302/ Maximum speed 1

0 – 1500 – 5500 rpm

312 Maximum speed 2

0 – 1500 – 5500 rpm

313 Current limit 2

0 – 150%IN

303/ Current limit 1

0 – 150%IN

304

Torque limit

0 – 150 %

32_

Motor compensat. 1 (asynchr.)

320/ Automatic adjustment ON / OFF 1

60

After startup

0 – 60 – 150 rpm

33_ Motor compensat. 2 (asynchr.) 330 Automatic adjustment 2

ON / OFF

321

Boost 1

0 – 100 %

331 Boost 2

0 – 100 %

322

IxR compensation 1

0 – 100 %

332 IxR compensation 2

0 – 100 %

323

Premagnetizing time 1 0 – 0.1 – 2 s

333 Premagnetizing time 2 0 – 0.1 – 2 s

324

Slip compensation 1

0 – 500 rpm

334 Slip compensation 2

0 – 500 rpm

34_

Motor protection

340

Motor protection 1

ON / OFF

342 Motor protection 2

ON / OFF

341

Cooling type 1

FAN COOLED / forcedcooling

343 Cooling type 2

FAN-COOLED / forcedcooling ON / OFF

35_

Motor sense of rotation

350

Change direction of rotation 1

ON / OFF

351 Change direction of rotation 2

360

Startup

YES / NO

Only available in DBG11A, not in MOVITOOLS/SHELL!

4__

REFERENCE SIGNALS

40_

Speed reference signal

400

Speed reference value 0 – 1500 – 5000 rpm

401

Hysteresis

0 – 100 – 500 rpm

402

Delay time

0–1–9s

403

Signal = "1" if:

n < nref / n > nref

41_

Speed window signal

410

Window center

411

Range width

0 – 5000 rpm

412

Delay time

0–1–9s

413

Signal = "1" if:

INSIDE / OUTSIDE

42_

Speed setp./act. val. comp.

0 – 1500 – 5000 rpm

420

Hysteresis

1 – 100 – 300 rpm

421

Delay time

0–1–9s

422

Signal = "1" if:

n <> nsetpt / n = nsetpt

43_

Current reference signal

430

Current reference value

0 – 100 – 150 % IN

431

Hysteresis

0 – 5 – 30 % IN

432

Delay time

0–1–9s

433

Signal = "1" if:

IIref

44_

Imax signal

440

Hysteresis

0 – 5 – 50 % IN

441

Delay time

0–1–9s

442

Signal = "1" if:

I = Imax / I < Imax



I

5

0

Par.


5__


After startup



After startup

MONITORING FUNCTIONS

50_

Speed monitoring

500

Speed monitoring 1

501 504

OFF / MOTOR MODE / REGENERAT. MODE / MOT.& REGEN.MODE

502 Speed monitoring 2

OFF / MOTOR MODE / REGENERAT. MODE / MOT.& REGEN.MODE

Delay time 1

0 – 1 – 10 s

503 Delay time 2

0 – 1 – 10 s

Encoder monitoring

ON / OFF

51_

Synchr. operation monitoring

510

Positioning tol. slave

10 – 25 – 32768 inc

511

Prewarning lag error

50 – 99,999,999 inc

512

Lag error limit

100 – 4000 – 99,999,999 inc

513

Delay lag error message

0 – 1 – 99 s

514

Counter LED display

10 – 100 – 32768 inc

515

Delay in-position signal 5 – 10 – 2000 ms

52_

Mains OFF monitoring

520

Mains OFF response time

0–5s

521

Mains OFF response

CONTROL.INHIBIT EMERGENCY STOP

6__

TERMINAL ASSIGNMENT

60_

Binary inputs basic unit

-

Binary input DIØØ

With fixed assignment: / CONTROL.INHIBIT

600

Binary input DIØ1

CW/STOP

601

Binary input DIØ2

CCW/STOP

602

Binary input DIØ3

ENABLE/RAP.STOP

603

Binary input DIØ4

n11/n21

604

Binary input DIØ5

n12/n22

61_

Binary inputs option

610

Binary input DI1Ø

611

Binary input DI11

NO FUNCTION

612

Binary input DI12

NO FUNCTION

613

Binary input DI13

NO FUNCTION

614

Binary input DI14

NO FUNCTION

615

Binary input DI15

NO FUNCTION

616

Binary input DI16

NO FUNCTION

617

Binary input DI17

NO FUNCTION

62_

Binary outputs basic unit

NO FUNCTION

-

Binary output DBØØ

With fixed assignment: /BRAKE

620

Binary output DOØ1

READY

621

Binary output DOØ2

/FAULT

63_

Binary outputs option

630

Binary output DO1Ø

NO FUNCTION

631

Binary output DO11

NO FUNCTION

632

Binary output DO12

NO FUNCTION

633

Binary output DO13

NO FUNCTION

634

Binary output DO14

NO FUNCTION

635

Binary output DO15

NO FUNCTION

636

Binary output DO16

NO FUNCTION

637

Binary output DO17

NO FUNCTION


The following functions can be programmed: NO FUNCTION• ENABLE/RAP.STOP • CW/STOP •CCW/STOP • n11(n13) • n21(n23) • n12(n13) • n22(n23) •FIX SETPT SW.OV. • PAR. SWITCHOVER •RAMP SWITCHOVER • MOTOR POT UP • MOTOR POT DOWN • /EXT. FAULT • FAULT RESET • /HOLD CONTROL • /LIM. SWITCH CW • /LIM. SWITCH CCW • IPOS INPUT •REFERENCE CAM • REF. TRAVEL START •SLAVE FREE RUNN. • SETPOINT HOLD • MAINS ON •DRS SET ZERO PT. • DRS SLAVE START • DRS TEACH IN •DRS MAST.STOPPED

The following signals can be programmed: NO FUNCTION • / FAULT • READY • OUTP. STAGE ON • ROT. FIELD ON • BRAKE RELEASED • BRAKE APPLIED • MOTOR STANDSTILL • PARAMETER SET • SPEED REFERENCE • SPEED WINDOW • SP/ACT.VAL.COMP. • CURR. REFERENCE • Imax-SIGNAL • / MOTOR UTILIZ.1 • /MOTOR UTILIZ.2 • DRS PREWARN. • /DRS LAG ERROR • DRS SLAVE IN POS • IPOS IN POSITION • IPOS REFERENCE • IPOS OUTPUT • /IPOS FAULT

61

I

5


0

Par.


64_

62


After startup



After startup

Analog outputs optional

640

Analog output AO1

ACTUAL SPEED

641

Scaling AO1

-10 – 0 – 1 – 10

642

Operating mode A01

OFF / -10 – +10V / 0 – 20mA / 4 – 20mA

643

Analog output AO2

OUTP.CURRENT

644

Scaling AO2

-10 – 0 – 1 – 10

645

Operating mode AO2

OFF / -10 – +10V / 0 – 20mA / 4 – 20mA

7__

CONTROL FUNCTIONS

70_

Operating Modes

700

Operating mode 1

The following functions can be programmed: NO FUNCTION • RAMP INPUT • SPEED SETPOINT • ACTUAL SPEED • ACTUAL FREQUENCY • OUTPUT CURRENT • ACTIVE CURRENT • UNIT UTILIZATION • IPOS OUTPUT • RELATED TORQUE

VFC 1 VFC 1 & GROUP VFC 1 & HOIST VFC 1 & DC BRAK. VFC 1 &FLY.START VFC-nCONTROL VFC-nCTRL.&GROUP VFC-nCTRL&HOIST VFC-nCTRL& SYNC VFC-nCTRL& IPOS VFC-nCTRL&DPx CFC CFC&M-CONTROL CFC& IPOS CFC& SYNC. CFC& DPx SERVO SERVO & MCTRL. SERVO & IPOS SERVO & SYNC. SERVO & DPx

701 Operating mode 2

VFC 2 VFC 2 & GROUP VFC 2 & HOIST VFC 2 & DC BRAK. VFC 2 &FLY.START

0 – 50 % IMot

711 Standstill current 2

0 – 50 % IMot

71_

Current at standstill

710

Standstill current 1

72_

Setpoint stop function

720

Setpoint stop function ON / OFF 1

723 Setpoint stop function ON / OFF 2

721

Stop setpoint 1

0 – 30 – 500 rpm

724 Stop setpoint 2

0 – 30 – 500 rpm

722

Start offset 1

0 – 30 – 500 rpm

725 Start offset 2

0 – 30 – 500 rpm

73_

Brake function

730

Brake function 1

ON / OFF

733 Brake function 2

ON / OFF

731

Brake release time 1

0–2s

734 Brake release time 2

0–2s

732

Brake application time 0 – 0.2 – 2 s 1

735 Brake application time 0 – 0.2 – 2 s 2

74_

Speed skip

740

Skip window center 1

0 – 1500 – 5000 rpm

742 Skip window center 2

0 – 1500 – 5000 rpm

741

Skip width 1

0 – 300 rpm

743 Skip width 2

0 – 300 rpm

75_

Master-Slave function

750

Slave setpoint

MASTER-SLAVE OFF SPEED (RS-485) SPEED (SBus) SPEED (485+SBus) TORQUE (RS-485) TORQUE (SBus) TORQUE(485+SBus) LOAD SHAR(RS-485) LOAD SHARE (SBus) LOAD S(485+SBus)

751

Scaling Slave setpoint

-10 – 0 – 1 – 10



I

5

0

Par.


8__

UNIT FUNCTIONS

80_

Setup


802/ Factory setting

YES / NO

803/ Parameter lock

ON / OFF

804

NO FAULT MEMORY KWH-METER OPERATING HOURS

Reset statistic data

800/ Quick menu

ON / OFF

801/ Language

DE / EN / FR

806

Copy DBG → MDX

YES / NO

807

Copy MDX → DBG

YES / NO

81_

Serial communication

810

RS485 address

811

RS-485 group address 100 – 199



After startup

These parameters are only available in the DBG11A keypad, not in MOVITOOLS!

0 – 99

812

RS485 timeout delay

0 – 650 s

813

SBus address

0 – 63

814

SBus group address

0 – 63

815

SBus timeout delay

0 – 0.1 – 650 s

816

SBus baud rate

125/250/500 / 1000 kbaud

817

SBus synchronization ID

0 – 1023

818

CAN synchronization ID

0 – 1 – 2047

819

Fieldbus timeout delay 0 – 0.5 – 650 s

82_

Brake operation

820/ 4-quadrant operation 1

After startup

ON / OFF

821 4-quadrant operation 2

EMERG.STOP/FAULT

The following fault responses can be programmed: NO RESPONSE • DISPLAY FAULT • IMM. STOP/FAULT • EMERG.STOP/FAULT • RAPID STOP./FAULT • IMM. STOP/ WARNG • EMERG. STOP/WARNG • RAPID STOP/WARNG

83_

Fault response

830

response EXT. FAULT

831

Response RAPID STOP/WARNG FIELDBUS TIMEOUT

832

Response MOTOR OVERLOAD

EMERG.STOP/FAULT

833

Response RS485 TIMEOUT

RAPID STOP/WARNG

834

Response DRS LAG ERROR

EMERG.STOP/FAULT

835/ Response TF sensor SIGNAL

NO RESPONSE

836

Response SBus TIMEOUT

EMERG.STOP/FAULT

84_

Reset response

840/ Manual reset

YES / NO

841

Auto reset

ON / OFF

842

Restart time

1 – 3 – 30 s

85_

Scaling speed actual value

850

Scaling factor numerator

1 – 65535

851

Scaling factor denominator

1 – 65535

852

User dimension

1 rpm


ON / OFF

Can only be set using MOVITOOLS

63

I

5


0

Par.


64


After startup



86_

Modulation

860

PWM frequency 1

4/8/12/16 kHz

861 PWM frequency 2

4/8/12/16 kHz

862

PWM fix 1

ON / OFF

863 PWM fix 2

ON / OFF

87_

Process data description

870

Setpoint description PO1

CTRL. WORD 1

871


SPEED

872


NO FUNCTION

873

Actual value description PI1

STATUS WORD1

874


SPEED

875


OUTP.CURRENT

876

PO data enable

ON / OFF

877

DeviceNet PD configuration

1 – 24 PD / PARAM + 1 – 24 PD

88_

Manual operation

880

Manual operation

9__

IPOS PARAMETERS

90_

IPOS Reference travel

After startup

ON / OFF

900

Reference offset

-231 – 0 – 231-1 inc

901

Reference speed 1

0 – 200 – 5000 rpm

902

Reference speed 2

0 – 50 – 5000 rpm

903

Reference travel type

0–7

91_

IPOS Travel parameter

910

Gain X controller

911

Positioning ramp 1

0.1 – 0.5 – 32 0 – 1 – 20 s

912

Positioning ramp 2

0 – 1 – 20 s

913

Travel speed CW

0 – 1500 – 5000 rpm

914

Travel speed CCW

0 – 1500 – 5000 rpm

915

Speed feedforward

-199.99 – 0 – 100 – 199.99 %

916

Ramp type

LINEAR / SINE / SQUARED / BUSRAMP

92_

IPOS Monitoring

920

SW limit switch CW

-231 – 0 – 231-1 inc

921

SW limit switch CCW

-231 – 0 – 231-1 inc

922

Position window

0 – 50 – 32767 inc

923

Lag error window

0 – 5000 – 231-1 inc

93_

IPOS Special functions

930

Override

ON / OFF

931

CTRL word task 1

START / STOP

Only available in DBG11A, not in MOVITOOLS/SHELL!

932

CTRL word task 2

START / STOP

Only available in DBG11A, not in MOVITOOLS/SHELL! Display parameter, cannot be edited using DBG11A.


I


5

0

Par.



94_

IPOS Variables/Encoder

940

IPOS variables edit

941

Source actual position MOTOR ENC. (X15) EXTERN.ENC (X14) ABSOL.ENC. (DIP)

942

Encoder factor numerator

1 – 32767

943

Encoder factor denominator

1 – 32767

944

Encoder scaling ext. encoder

x1/x2/x4/x8/x16/x32/x64

ON / OFF

95_

DIP

950

Encoder type

951

Counting direction

NORMAL/INVERTED

952

Cycle frequency

1 – 200 %

953

Position offset

-(231-1) – 0 – 231-1

954

Zero offset

-(231-1) – 0 – 231-1

955

Encoder scaling

x1/x2/x4/x8/x16/x32/x64

96_

IPOS Modulo Function

960

Modulo function

After startup



After startup

This parameter is only available in the DBG11A keypad, not in MOVITOOLS!

Only with MOVITOOLS. Not visible on the DBG11A keypad.

NO ENCODER

OFF / SHORT / CW / CCW

961

Modulo numerator

0 – 231

962

Modulo denominator

0 – 231

963

Modulo encoder resolution

0 – 4096 – 20000


65

6

Bedrijfsindicaties

6

Bedrijf en service

6.1

Bedrijfsindicaties

7-segmentdisplay

Programmeerapparaat DBG11A

Met het 7-segment-display wordt de bedrijfssituatie van de MOVIDRIVE® in hexadecimale vorm weergegeven. In het geval van een fout wordt er een fout- of waarschuwingscode getoond. Uitlezing

Betekenis

0

regelaar niet gereed

1

regelaarblokkering actief

2

geen vrijgave

3

stilstandstroom

4

VFC-bedrijf

5

n-regeling

6

M-regeling

7

houdregeling

8

fabrieksinstelliing

9

tegen eindschakelaar gereden

A

technologie-optie

b

vrij

C

referentiebeweging IPOS

d

vangen

E

vrij

F

foutindicatie (knipperend) → bladzijde 71

H

handbedrijf

t

timeout-tijd actief → bladzijde 70

Basisuitlezingen: REGLERSPERRE STROM:

0

A

Uitlezing bij X13:1 (DI00 “/CONTROLLER INHIBIT) = “0”.

KEINE FREIGABE STROM: 0

A

Uitlezing bij X13:1 (DI00 “/CONTROLLER INHIBIT) = “1” en niet vrijgegeven regelaar (“ENABLE/RAPID STOP”= “0”).

DREHZ. STROM:

66

942 1/min 2.51 A

Uitlezing bij vrijgegeven regelaar.

HINWEIS XX XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Melding voor een aanwijzing

FEHLER XX XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Foutdisplay


Bedrijfsindicaties

Kopieerfunctie van de DBG11A

6

Met het programmeerapparaat DBG11A kunnen complete parametersets van het ene MOVIDRIVE® naar het andere MOVIDRIVE®-apparaat gekopieerd worden. Hiertoe de parameterset met P 807 (MD_ → DBG) naar het programmeerapparaat kopiëren. Het programmeerapparaat op een andere MOVIDRIVE® plaatsen en de parameterset met P 806 (DBG → MD_) naar de MOVIDRIVE® kopiëren. Het programmeerapparaat mag tijdens bedrijf verwijderd en geplaatst worden. Komt er na het inschakelen van het net of van de 24 VDC-voeding of na het plaatsen van de DBG11A geen verbinding met de regelaar tot stand, dan verschijnt in het display de foutmelding COMMUNIC. ERROR NO SERIAL LINK. Probeer door het opnieuw plaatsen van de DBG11A de verbinding te herstellen.

Met het menu te selecteren 1st Menu level Main menu

2nd Menu level Submenu

3rd Menu level Parameters

Editing mode

[↑] [↓] CONTR. INHIBIT CURR.: 0 A 0.. DISPLAY VALUES 1.. SETPOINTS/ RAMP GENERATORS [→] 3.. MOTOR PARAMETERS

[←]

[↑] [↓] 10. SETPOINT SELECTION

4.. REFERENCE SIGNALS

11. ANALOG INP. 1 [→] (+/- 10 V)

5.. MONITORING FUNCTIONS

12. ANALOG INPUT AI2

6.. TERMINAL ASSIGNMENT

13. SPEED RAMPS 1

7.. CONTROL FUNCTIONS

14. SPEED RAMPS 2

8.. UNIT FUNCTIONS

15. MOTOR. POT.

9.. IPOS PARAMETERS

16. FIXED SETPOINTS 1 17. FIXED SETPOINTS 2

[←]

[↑] [↓] 110 A11 111 A11

REF. NMAX OPERAT. MODE

113 A11

0 V V-OFFSET

114 A11

0 /M n-OFFSET

0 mV OFFSET

115

1.89 ms ETPOINT FILTER 02407AEN

← of → -toets

Wisselen van menuniveau, in het 3e menuniveau (parameters) ingaan (→) resp. verlaten (←) van de bewerkingsmode. De parameter kan alleen in de bewerkingsmode veranderd worden. Worden de ← en →-toets gelijktijdig bediend, dan wordt de inbedrijfstelling gestart (→ hoofdstuk “Inbedrijfstelling”).

↑ of ↓ -toets

Keuze van de menuregel, in de bewerkingsmode de waarden verhogen of verlagen. Met het loslaten van de ↑ toets resp ↓-toets wordt in de bewerkingsmode de nieuwe waarde actief.

Q -toets

Terug naar de basisuitlezing.

E -toets

Inbetriebnahme:

afbreken van de inbedrijfstelling

Normaalbedrijf:

uitlezing van de handtekening; de handtekening kan alleen met MOVITOOL/SHELL ingevoerd of verander worden en dient voor de identificatie van het parameterset of van het apparaat.

Handbedrijf:

verlaten van het handbedrijf

Storingssituatie:

reset-parameter P840 wordt opgeroepen

Q

01406AXX

0 mV [→] 111 OFFSET [←] A11

112 A11

Afbeelding 50: Menustructuur

E

1 SCALING


67

6

Bedrijfsindicaties

Korte menu van de DBG11A

Het programmeerapparaat DBG11A beschikt over een uitvoerig parametermenu en over een overzichtelijk kort menu met de meest gebruikte parameters. De menu’s kunnen in elke bedrijfssituatie met P800 (“Short menu”) omgeschakeld worden. Standaard is het korte menu actief. Het korte menu wordt in het display met “/” na het nummer van de parameter aangegeven. In de parameterlijst zijn de parameters van het korte menu met “/” aangeduid. [↓] [↑]

BASIC DISPLAY DISPLAY VALUES

150 rpm SP N11

161/ INTERNAL

750 rpm SP N12

162/ INTERNAL

1500 rpm SP N13

300/ ST/STOP

0 rpm SPEED 1

048/ 00000000 INPUT DI1:01234567

301/ MINIMUM

0 rpm SPEED 1

053/ 001 OUT. TERM.DOØ: 012

302/ MAXIMUM

1500 rpm SPEED 1

068/ 00000000 OUTP. D1: 01234567

303/ 150 CURRENT LIMIT

080/ FAULT NO FAULT

320/ ON AUTOMAT. ADJUST. 1

942 rpm 2.51 A

001/ USER 006/ MOTOR

0 [rpm

]

0

% 1

UTIL.

036/ INPUT DIO:

SETPOINTS / RAMP GENERATORS

[↓] [↑] 160/ INTERNAL

SPEED: CURR.:

000000 012345

MOTOR PARAMETERS

t-Ø

100/ UNIPOL./FIX SETPOINTS SOURCE 2 CW

UNIT FUNCTIONS

800/ SHORT MENU

ON

s

801/ LANGUAGE

ENGLISH

s

802/ FACTORY

NO SETTING

s

803/ PARAMETER

130/ T11

UP

131/ T11

DOWN

132/ T11

UP

133/ T11

2 s DOWN CCW

820/ 4-QUADR-OPER.

134/ T12

10 UP=DOWN

835/ RESP.

2 CW 2 CCW

s

136/ 2 s RAP. STP. RAMP T13 137/ EMERG.

2 RAMP

% 1

OFF LOCK ON 1

NO RESPONSE TF-SIGNAL

840/ MANUAL

NO RESET

s T14

[↓] [↑] [↓] [↑] 02408AEN

Afbeelding 51: Het korte menu van de DBG11A

IPOSplus®

Voor het programmeren van IPOSplus® is MOVITOOLS noodzakelijk. Met het programmeerapparaat DBG11A is het alleen mogelijk de IPOSplus®-parameters (P9_) te wijzigen. Het IPOSplus®-programma wordt bij het opslaan ook naar de DBG11A weggeschreven en bij het kopiëren van het parameterset naar een andere MOVIDRIVE® ook overgenomen. Met de parameter P931 kan het IPOSplus®-programma programmeerapparaat DBG11A gestart en gestopt worden.

68

vanuit

het


Bedrijfsindicaties

Informatiemeldingen

6

Informatiemeldingen op de DBG11A (ca. 2 s lang) of in MOVITOOLS/SHELL (te bevestigen melding): Nr.

Tekst DBG11A/SHELL

Beschrijving

1

ILLEGAL INDEX

De via de communicatie aangesproken index is niet aanwezig.

2

NOT IMPLEMENTED.

3

READ-ONLY VALUE

Er werd geprobeerd, een Read-only waarde te veranderen.

4

PARAM. LOCKED

Parameterblokkering P 803 = “ON”, parameter kan niet veranderd worden.

5

SETUP ACTIV

Er werd geprobeerd, tijdens lopende fabrieksinstelling parameters te veranderen.

6

VALUE TOO LARGE

Er werd geprobeerd, een te grote waarde in te voeren.

7

VALUE TOO SMALL

Er werd geprobeerd, een te kleine waarde in te voeren.

8

REQ.PCB NOT INSTALLED

De voor de geselecteerde functie benodigde optiekaart ontbreekt.

ONLY VIA ST1

Handbedrijf moet via X13:ST11/ST12 (RS-485) beëindigd worden.

• • •

Poging, een niet geïmplementeerde functie uit te voeren. Er werd een verkeerde communicatiedienst geselecteerd. Handbedrijf via een ontoelaatbare communicatie (bijv. veldbus) geselecteerd.

10 11

ONLY TERMINAL

Handbedrijf moet via TERMINAL (DBG11A of USS21A) beëindigd worden

12

NO ACCESS

Toegang tot geselecteerde parameter geweigerd.

13

CONTROLLER INHIBIT

Voor de geselecteerde functie klem DI00”/Controller inhibit” = “0” instellen.

14

INVALID VALUE

Er werd geprobeerd, een ontoelaatbare waarde in te voeren.

PARAM. NOT LOCKED.

Overloop EEPROM buffer bv. door cyclische schrijftoegang. Parameters worden niet met netuitschakeling veilig in de EEPROM geladen.

-16


69

6

Storingsinformatie

6.2

Storingsinformatie

Foutengeheugen

Het foutengeheugen (P080) bewaart de laatste vijf foutmeldingen (fouten t-0...t-4). De oudste foutmelding wordt bij meer dan vijf opgetreden fouten gewist. Op het tijdstip van de storing wordt de volgende informatie bewaard: opgetreden fout • status van de binaire in-/uitgangen • bedrijfssituatie van de regelaar • status van de regelaar • temperatuur van het koellichaam • toerental • uitgangsstroom • effectieve stroom • belasting van de regelaar • tussenkringspanning • uren van inschakeling • uren van vrijgave • parameterset • motorbelasting.

Uitschakelreacties

Afhankelijk van de aard van de storing zijn er drie uitschakelreacties; de regelaar blijft in storingssituatie geblokkeerd:

Directe uitschakeling

Het apparaat kan de regelaar niet meer afremmen: de eindtrap wordt in geval van storing hoogohmig en de rem valt direct in (DB00”/rem” = “0”).

Snelstop

Het afremmen van de aandrijving verloopt via de stop-integrator t13/t23. Bij het bereiken van het stop-toerental valt de rem in (DB00”/Brake” = “0”). De eindtrap wordt na afloop van de invaltijd van de rem (P732 /P735) hoogohmig.

Noodstop

Het afremmen van de aandrijving verloopt via de noodstop-integrator t14/t24. Bij het bereiken van het stop-toerental valt de rem in (DB00”/rem” = “0”). De eindtrap wordt na afloop van de invaltijd van de rem (P732 /P735) hoogohmig.

Reset

Een foutmelding kan bevestigd worden door: •

Het uitschakelen en opnieuw inschakelen van de netvoeding. Advies: voor de elektromagnetische schakelaar voor de voeding K11 een minimum uitschakeltijd van 10 s aanhouden.

Timeout actief

70

•

Reset via ingangsklemmen, d.w.z. via een dienovereenkomstig geprogrammeerde binaire ingang (DI01..DI05 bij het basisapparaat, DI10…DI17 bij optie DIO11A).

•

Handmatige reset in SHELL (P840= “YES” of [Parameter] / [Manual Reset]).

•

Handmatige reset met DBG11A (door het bedienen van toets <E> in geval van storing belandt men direct bij parameter P840).

•

Automatisch reset voert met instelbare herstart-tijd maximaal vijf resets van het apparaat uit. Niet gebruiken bij aandrijvingen, waarbij automatische aanloop risico inhoudt voor personen en apparaten.

Wordt de regelaar via een communicatiepoort (veldbus, RS-485, of SBus) aangestuurd en werd de voedingsspanning uit- en weer ingeschakeld of een fout-reset uitgevoerd, dan blijft de vrijgave zo lang inactief, tot de regelaar via de met Timeout bewaakte communicatie weer geldige data ontvangt.


Foutmeldingen en foutenlijst

6.3

6


Foutmelding op het 7-segmentdiplay

De fout- resp. waarschuwingscode wordt in BDC-vorm weergegeven, waarbij de volgende display-volgorde wordt aangehouden (bv. foutcode 84):

knippert, ca. 1 s

display uit, ca 0,2 s

tiental, ca. 1 s


eenheid, ca. 1 s


01038AXX

Na een reset of als de fout- resp. waarschuwingscode weer de waarde “0” aanneemt, schakelt het display om naar bedrijfsuitlezing.

Foutenlijst

Een punt in de kolom “P” betekent, dat de reactie programmeerbaar is (P83_Fault response). In de kolom “Reactie” is de standaard ingestelde foutreactie opgevoerd.

Foutcode

Betekenis

Reactie

00

geen fout

-

01

te hoge stroom

directe uitschakeling

03

aardsluiting


aardsluiting • in de voedingskabel • in de regelaar • in de motor


• • • • •

04

07

remchopper

tussenkrings UZ-spanning te panning te hoog hoog

P Mogelijke oorzaak • • •

kortsluiting aan de uitgang te grote motor defecte eindtrap

generatorisch vermogen te groot circuit remweerstand onderbroken kortsluiting in circuit remweerstand remweerstand te hoogohmig remchopper defect

tussenkringspanning te hoog


Maatregel • • •

kortsluiting opheffen kleinere motor aansluiten indien fout niet herstelbaar, SEWserviceafdeling raadplegen

• •

aardsluiting opheffen SEW-serviceafdeling raadplegen

• •

integratietijden verlengen bedrading naar de remweerstand controleren technische gegevens van de remweerstand controleren bij defecte remchopper MOVIDRIVE® vervangen

• • • • •

integratietijden verlengen bedrading remweerstand controleren technische gegevens van de remweerstand controleren

71

6


Foutcode

Betekenis

Reactie

P Mogelijke oorzaak •

08

n-bewaking


• •

09

inbedrijfstelling


toerentalregelaar resp. stroomregelaar (in bedrijfssoort VFC zonder encoder) werkt aan zijn maximum vanwege mechanische overbelasting of fasenuitval in de voeding of de motor. encoder niet juist aangesloten of verkeerde draairichting. bij koppelregeling wordt nmax overschreden.

• • • • • • • •

belasting reduceren ingestelde vertragingstijd (P501 resp. P503) verhogen. aansluiting van de encoder controleren, event. A/A en B/B paarsgewijs verwisselen voedingsspanning van de encoder controleren stroombegrenzing controleren zonodig integratietijden verlengen motorkabel en motor controleren fasen van de netvoeding controleren

De regelaar is nog niet in bedrijf gesteld voor geselecteerde bedrijfssoort.

Inbedrijfstelling voor corresponderende bedrijfssoort uitvoeren.

•

•

onjuist commando bij de IPOSprogramma-uitvoering herkend. onjuiste voorwaarden bij de programmauitvoering.

inhoud van het programma-geheugen controleren en, indien noodzakelijk, corrigeren. het juiste programma in het geheugen laden. programma controleren (→ IPOS-handboek)

10

IPOS-ILLOP

noodstop

11

te hoge temperatuur

noodstop

Thermische overbelasting van de regelaar.

12

Resolver 14 Bit

noodstop

Alleen bij MDS: de 14 bits signaalverwerking van de resolver is P302 "Maximum speed1" op max. 3000 actief en het actuele toerental is groter dan of r/min instellen. gelijk aan 3600 1/min.

13

stuurbron


Stuurbron niet of verkeerd gedefinieerd.

14

encoder


15

24V-intern


Interne 24 VDC-voeding ontbreekt.

Voedingsaansluiting controleren. Bij herhaaldelijk optreden onze serviceafdeling raadplegen.

17-24

systeemstoring


elektronica van de regelaar niet in orde; eventueel door EMC-beïnvloeding.

Aardverbindingen en afschermingen controleren en eventueel verbeteren; bij hernieuwd optreden onze serviceafdeling raadplegen.

25

EEPROM

snelstop

Fout bij het aanspreken van de EEPROM.

Fabrieksinstelling oproepen, reset uitvoeren en nieuw parametreren; bij hernieuwd optreden onze serviceafdeling raadplegen.

26

externe klem

noodstop

Externe foutmelding via programmeerbare ingang ingelezen.

Betreffende oorzaak van de fout opheffen, event. klem omprogrammeren.

• 27

eindschakelaars noodstop ontbreken

• •

•

• • •

•

•

• •

Belasting reduceren en/of voor voldoende koeling zorgen.

Juiste stuurbron instellen (P101).

encoderkabel of afscherming niet correct encoderkabel en afscherming op juiste aangesloten aansluiting, kortsluiting en draadbreuk kortsluiting/draadbreuk in de encoderkabel controleren. encoder defect

draadbreuk/ontbreken van beide eindschakelaars. eindschakelaars zijn verwisseld t.o.v. draairichting motor

•

communicatieroutine van de Master controleren veldbus timeout-tijd (P819) verlengen of uitschakelen

28

29

tegen eindschakelaar noodstop gereden

In bedrijfssoort IPOS werd een eindschakelaar • bereikt. •

traject controleren. toepassingsprogramma corrigeren.

30

noodstop timeout

• •

aandrijving overbelast integratietijd noodstop te kort

• •

configuratie controleren integratietijd noodstop verlengen

• •

motor te heet, TF is aangesproken TF van de motor niet, of niet correct aangesloten verbinding MOVIDRIVE® en TF van de motor onderbroken doorverbinding tussen X10:1 en X10:2 ontbreekt. Bij MDS: doorverbinding X15:9X15:5 ontbreekt.

• •

motor laten afkoelen en fout resetten aansluiting/verbinding tussen MOVIDRIVE® en TF controleren. als geen TF aangesloten wordt: doorverbinding tussen X10:1 en X10:2. Bij MDS: doorverbinding X15:9-X15:5. P834 op “No Response” zetten.

TFuitschakeling

snelstop

Er heeft binnen de geconfigureerde • aanspreekbewaking geen communicatie tussen master en slave plaatsgevonden.

•

bedrading eindschakelaars controleren. aansluitingen eindschakelaars verwisselen. klemmen omprogrammeren

veldbus timeout snelstop

31


geen reactie

•

• •

72

Maatregel

•

• •

32

IPOS index overloop

noodstop

Programmeerprincipes verminkt, daardoor geen intern stack-overloop.

IPOS toepassingsprogramma controleren en corrigeren (→ IPOS-handboek).

33

setpoint-bron


Setpoint-bron niet of verkeerd gedefinieerd.

Juiste setpoint-bron instellen (P100).

35

bedrijfssoort


Bedrijfssoort niet of verkeerd gedefinieerd.

Met P700 resp. P701 juiste bedrijfssoort instellen.



Foutcode

Betekenis

Reactie

36

fout in optiekaart


37

systeem watch-dog


Fout in het programma van de systeemsoftware.

Onze serviceafdeling raadplegen.

38

systeemsoftware


Systeemstoring


P Mogelijke oorzaak • • •

• • •

Maatregel • • • • •

• referentienok ontbreekt of schakelt niet • onjuiste aansluiting van de eindschakelaar • het type van de referentiebeweging werd tijdens het referenren veranderd

juiste optiekaart monteren. juiste setpoint-bron (P100) instellen. jiuste stuurbron (P101) instellen. juiste stuurbron (P700 of P701) instellen. juiste encodertype instellen.

referentienok controleren aansluiting van de eindschakelaar controleren instelling van het type van de referentiebeweging en de daarvoor benodigde parameters controleren

39

referentiebeweging

40

Bootdirecte synchronisatie uitschakeling

Alleen met DIP11A, DPx11Aof DRS11A:: Bij herhaaldelijk optreden de optiekaart fout bij bootsynchronisatie tussen regelaar en vervangen. optiekaart.

41

Watchdogoptie

Fout bij de communicatie tussen systeemsoftware en de software van de optiekaart.


• • •

• • • • • •

42

volgfout


type optiekaart niet toegestaan. setpoint-bron, stuurbron of bedrijfssoort voor deze optiekaart niet toegestaan. verkeerd encodertype voor DIP11A ingesteld.


directe • uitschakeling

• •

encoder verkeerd aangesloten integratietijden te kort P-aandeel van de positioneerregeling te klein toerentalregelaar verkeerd geparametreerd • waarde voor de volgfouttolerantie te klein

Communicatie tussen regelaar en pc onderbroken.

aansluiting encoder controleren integratietijden verlengen P-aandeel groter instellen toerentalregelaar opnieuw parametreren volgfouttolerantie vergroten bedrading encoder, motor en fasen van de voeding controleren mechanische constructie op stroeve loop controleren, eventueel op eindblokkering gereden

43

RS-485 timeout

snelstop

44

belasting van de regelaar


45

initialisatie


47

systeembus timeout

snelstop

48

directe hardware DRS uitschakeling

Alleen met DRS11A: • • encodersignaal voor de master niet in orde. • • voor synchroonbedrijf noodzakelijke hardware is defect.

kabel van de encoder contoleren. optiekaart voor synchroonbedrijf vervangen.

50

pos. geen Hardwarereactie eindschakelaar.

Alleen met DPx11A: • aandrijving heeft positie van de rechter eindschakelaar bereikt. • kabelbreuk tussen regelaar en rechter eindschakelaar.

positie van de eindschakelaar met draairichting “linksom” verlaten. kabel controleren.

neg. geen Hardwarereactie eindschakelaar

Alleen met DPx11A: • aandrijving heeft positie van de linker eindschakelaar bereikt. • kabelbreuk tussen regelaar en linker eindschakelaar.

•

51

52

53

pos. software- geen eindschakelaar reactie

neg. software- geen eindschakelaar reactie

Verbinding tussen regelaar en PC controleren; eventueel SEW- serviceafdeling raadplegen.

• Belasting van de regelaar (IxT-waarde) groter • dan 125 %. •

vermogensafgifte reduceren integratietijden verlengen als bovenstaande punten niet mogelijk zijn dan grotere regelaar gebruiken.

• EEPROM in het vermogensdeel niet of verkeerd geparametreerd. optiekaart heeft geen contact met bus aan • de achterzijde.

fabrieksinstelling uitvoeren; is de fout dan niet te resetten, SEW- serviceafdeling raadplegen. optiekaart correct monteren.

• •

• Fout bij communicatie over de systeembus.

Verbinding van de systeembus controleren.

• •

• •

positie van de eindschakelaar met draairichting “rechtsom” verlaten. kabel controleren.

• Alleen met DPx11A: bewegingscommando voor een positie buiten • het gebied dat door de rechter software• eindschakelaar is gedefinieerd.

bewegingscommando controleren en eventueel corrigeren. positie van de rechter softwareeindschakelaar corrigeren. rechter software-eindschakelaar door positie-invoer “0” deactiveren.

• Alleen met DPx11A: bewegingscommando voor een positie buiten • het gebied dat door de linker software• eindschakelaar is gedefinieerd.

bewegingscommando controleren en eventueel corrigeren. positie van de linker softwareeindschakelaar corrigeren. linker software-eindschakelaar door positie-invoer “0” deactiveren.


6

73

6


Foutcode

Betekenis

Reactie

54

geen referentiebeweging

geen reactie

Alleen met DPx11A: referentiebeweging met commando “GO0” of “SET0” niet uitgevoerd.

Referentiebeweging doorvoeren.

55

machineparameter

geen reactie

Alleen met DPx11A: onjuiste invoer van een machineparameter (bijv. onjuist waardenbereik).

Machineparameters controleren en corrigeren.

56

noodzakelijke hardware ontbreekt

geen reactie

Alleen met DPx11A: in het gebruikersprogramma wordt naar niet aanwezige hardware gezocht.

Gebruikersprogramma corrigeren of noodzakelijke hardware in de regelaar monteren.

57

programma geen niet aanwezig reactie

Alleen met DPx11A: er werd geprobeerd, een niet aanwezig gebruikersprogramma op te roepen.

58

regelnummer ontbreekt

Alleen met DPx11A: in het gebruikersprogramma werd geprobeerd, Gebruikersprogramma corrigeren. naar een niet aanwezig regelnummer te springen.

59

hulpprogramma geen ontbreekt reactie

• Alleen met DPx11A: in het gebruikersprogramma werd geprobeerd, • een niet aanwezig hulpprogramma op te roepen.

oproep voor het hulpprogramma in het gebruikersprogramma corrigeren. het op te roepen hulpprogramma ter beschikking stellen.

60

buiten doelpositie

geen reactie

Alleen met DPx11A: in het gebruikersprogramma werd een • bewegingscommando gegeven, dat als doel • een positie buiten het bewegingstraject heeft.

gebruikersprogramma corrigeren. bewegingstraject aanpassen.

61

geprogr. Snelheid > Vmax

geen reactie

Alleen met DPx11A: de in het gebruikersprogramma ingevoerde snelheid is hoger dan de in de machineparameters opgegeven maximumsnelheid.

bewegingssnelheid in het gebruikersprogramma aanpassen. maximumtoerental in de machineparameters aanpassen.

62

FLASHEPROM DPx

geen reactie

Alleen met DPx11A: Bij herhaaldelijk optreden de SEW-service fout bij de schrijftoegang p de flash-Eprom van raadplegen. de DPx11A.

63

deling / 0

geen reactie

Alleen met DPx11A: in het gebruikersprogramma werd de berekeningsbewerking SET Hxx/Hyy een deling door 0 doorgevoerd.

Gebruikersprogramma corrigeren.

• •

geen reactie

P Mogelijke oorzaak

Maatregel

• •

• •

64

genest geen hulpprogramma reactie

Alleen met DPx11A: • maximale vernestingslaag voor hulpprogramma bereikt. • de oproep voor het hulpprogramma grijpt terug op zichzelf

65

LM628commando

geen reactie

Als de fout niet gereset kan worden of als hij Alleen met DPx11A: vaker optreedt, dan de SEW-service op de onjuist commando bij het positieregelaarblok. hoogte stellen.

66

programmageheugen vol

geen reactie

Alleen met DPx11A: maximale capaciteit van het programmageheugen werd overschreden.

•

67

DPx Remotetime

geen reactie

Alleen met DPx11A: onderbreking in de communicatie bij PCgestuurd bedrijf.

Verbinding tussen PC en regelaar controleren.

geen reactie

Alleen met DPx11A: • de opgegeven doelpositie werd binnen 5 s niet bereikt. • P-aandeel te klein ingesteld. • • positievenster te klein. • aandrijving tegen hindernis gereden.

•

74

oproepcommando voor programma wijzigen. het op te roepen programma in het programmageheugen laden.

68

doelpositie bereikt

69

bewegingsvrijga- geen ve ontbreekt reactie

Alleen met DPx11A: signaal “bewegingsvrijgave” niet op klem X11:6 aanwezig.

programmastructuur veranderen. gebruikersprogramma corrigeren.

de niet meer noodzakelijke programma’s uit het programmageheugen wissen. zijn alle in het programmageheugen aanwezigen programma’s nodig, dan de programma-inhoud optimaliseren.

instelling van het P-aandeel en positievenster controleren en eventueel groter instellen. controleren of de mechanische constructie voldoende licht loopt.

Bedrading en signaalniveau op klem X11:6 controleren.



Foutcode

70

Betekenis

Reactie

DPx SSItimeout

geen reactie

73

Maatregel

Gecodeerde fout; alleen bij DPA11A.

code 1: fout bij SSI-interface.

SSI-module defect.

code 2: communicatiefout van de SSI-interface.

SSI-module ontbreekt.

Als de fout niet gereset kan worden of als hij vaker optreedt, dan de SEW-service op de hoogte stellen.

• • •

• • •

code 3: pariteitsfout of onderbreking voedingsspanning van de SSI-encoder.

encoderkabel veroorzaakt storing voedingsspanning niet in orde onjuiste instelling van de machineparameters

code 4: volgfout SSI-module

Data-overdracht tussen encoder en DPA11A niet in orde.

DPx CANTimeout

Gecodeerde fout, alleen met DPA11A.

geen reactie

encoderkabel controleren voedingsspanning controleren machineparameters controleren en eventueel corrigeren

Communicatiekabel en bijbehorende afscherming controleren.

Code 1: Timeout CAN.

Communicatie van de CAN-bus onderbroken. Verbinding van de CAN-bus controleren.

code 2: ontvangstbuffer vol

Systematische programmafout door het te vaak beschrijven van de CAN-buscommunicatiepoort van een regelaar.

Schrijftoegangen op de corresponderende regelaar in het gebruikersprogramma verlagen.

Code 3: CAN-Controller Overflow.

Storing van de CAN-controller

Als de fout niet gereset kan worden of als hij vaker optreedt, dan onze serviceafdeling op de hoogte stellen

code 4: CAN-controller error

Storing op de CAN-bus; eventueel geen deelnemer aanwezig.

Bedrading en gebruikersprogramma controleren.

71

72

P Mogelijke oorzaak

index overflow

ongeoorloofd commando

74

begrenzing overschreden

77

IPOS besturingswoord

geen reactie

Alleen met DPx11A: fout bij geïndexeerde variabelenindex; Offset- Gebruikersprogramma corrigeren. variabele Cxx groter dan C99 gekozen.

geen reactie

Alleen met DPx11A: er werd een commando gegeven dat in de regelaarstatus van dat moment niet uitvoerbaar is; bv. het geven van het SAVEcommando tijdens een positioneerbeweging.

Gebruikersprogramma controleren.

geen reactie

Alleen met DPx11A: de berekende doelpositie in incrementen is groter dan 230 en bevindt zich dus buiten de grenzen van het traject .

Gebruikersprogramma controleren.

geen reactie

Alleen in bedrijfssoort IPOS: • er werd geprobeerd, een ongeldig automatisch bedrijf in te stellen (uit de externe besturing) • P916 = BUSRAMP SET

• • •

seriële verbinding met de externe besturing controleren geschreven waarden van de externe besturing controleren P916 = juist instellen

IPOS SWgeen eindschakelaar reactie

Alleen in bedrijfssoort IPOS: • geprogrammeerde doelpositie ligt buiten het • door de software-eindschakelaars begrensde traject.

gebruikersprogramma controleren positie van de software-eindschakelaars controleren

startvoorwaarde


Alleen in bedrijfssoort “VFC-Hoist”: • de stroom gedurende de voormagnetisatietijd kon niet met de vereiste waarde in de motor geïnjecteerd worden: • • het nominale vermogen van de motor is te • klein in verhouding met het nominale vermogen van de regelaar • doorsnede van de motorkabel te klein

gegevens voor de inbedrijfstelling controleren en eventueel een nieuwe inbedrijfstelling verbinding regelaar en motor controleren doorsnede van de motorkabel controleren en eventueel grotere doorsnede toepassen

82

open uitgang


Alleen in bedrijfssoort “VFC-Hoist”: • • twee of drie fasen aan de uitgang onderbroken • • het nominale vermogen van de motor is te klein in verhouding met het nominale vermogen van de regelaar te klein

verbinding regelaar en motor controleren gegevens voor de inbedrijfstelling controleren en eventueel een nieuwe inbedrijfstelling

84

motorbeveiliging noodstop

85

kopiëren


Fout bij het kopiëren van parameters.

vangen


Alleen in bedrijfssoort VFC speed control: actueel toerental > 5000 1/min bij vrijgave van Vrijgave pas bij actueel toerental de regelaar ≤ 5000 1/min. .

78

81

88

6

• Belasting van de motor te hoog.


• • •

belasting reduceren integratietijden verlengen langere pauzen aanhouden

Verbinding tussen regelaar en PC controleren.

75

6


Foutcode

Betekenis

92

DIPwerkgebied

93

testuitkomst EEPROM

P Mogelijke oorzaak

Maatregel

noodstop

Alleen met optie DIP11À: aandrijving is buiten het toelaatbare Parameters: positie offset, nulpuntoffset werkgebied van de absolute encoder gereden; controleren. eventueel onjuiste instelling van de DIPparameter “Encoder typ / operating range”

noodstop

Alleen met optie DIP11A: de encoder meldt een fout, bijv. Wegvallen van de voedingsspanning • kabel tussen encoder en DIP voldoet niet aan de eisen (paarsgewijs getwist, afgeschermd) • modulatiefrequentie te hoog voor de kabellengte • toelaatbare max. snelheid/acceleratie van de encoder overschreden • encoder defect


• • • • •

absolute encoder vervangen testuitkomst EEPROM directe uitschakeling elektronica van de regelaar niet in orde, eventueel door EMC-beïnvloeding of defect Apparaat ter reparatie aanbieden

Elektronica van de regelaar niet in orde, eventueel door EMC-beïnvloeding of defect.

Apparaat ter reparatie aanbieden.

95

DIPplausibiliteitsfo noodstop ut

Alleen met optie DIP11A: er kon geen plausibele positie vastgesteld worden • onjuist encodertype ingesteld • IPOS-bewegingsparameter verkeerd ingesteld • teller-/noemerfactor verkeerd ingesteld • nulcompensatie doorgevoerd • encoder defect

• • • • • •

99

Fout in de berekening directe van de uitschakeling karakteristieke n in IPOS

Alleen in de bedrijfssoort IPOS: bij sinusvormige of quadratische positioneerkarakteristiek wordt geprobeerd, bij vrijgegeven regelaar, integratortijden en rijsnelheden te veranderen.

Het IPOS-programma wijzigen, zodat integratortijden en rijsnelheden alleen in geblokkeerde toestand van de regelaar veranderd worden.

94

76

DIPencoderfout

Reactie

juiste encoder instellen IPOS-bewegingsparameters controleren bewegingssnelheid controleren teller-/noemerfactor corrigeren reset na nulcompensatie absolute encoder vervangen


6

SEW-elektronicaservice

6.4

SEW-elektronicaservice

Ter reparatie aanbieden

Kunt u een fout niet opheffen, stelt u zich dan in verbinding met onze elektronicaservice (→ "Klanten- en onderdelenservice"). Geeft u altijd de cijfers van de servicecode op, zodat men u efficiënt kan helpen. Als u het apparaat ter reparatie aanbiedt, geeft u dan het volgende aan:

Service-etiket

•

serienummer (→ typeplaatje)

•

typeaanduiding

•

standaarduitvoering of technologieuitvoering

•

cijfer van de servicecode

•

korte beschrijving van de applicatie (soort aandrijving, besturing via klemmen of serieel)

•

aangesloten motor (motortype, motorspanning, 댴- of ∆-schakeling)

•

soort fout

•

bijkomende omstandigheden

•

eigen vermoedens

•

ongewone voorvallen die vooraf gegaan zijn enz.

De MOVIDRIVE®-apparaten zijn voorzien van een service-etiket voor het vermogensdeel en van een service-etiket voor de besturingskop, die aan de zijkant naast het typeplaatje zijn aangebracht. Control unit

Power section

Service code data

Type identification

Sub-assemblies / Components Afbeelding 52: Service-etiket


01317BEN

77

kVA

7

i

f

n

Algemene technische gegevens

P Hz

7

Technische gegevens

7.1

Algemene technische gegevens In de volgende tabel worden de technische gegevens genoemd, die voor alle MOVIDRIVE® MD_60A-applicatieregelaars geldig zijn, onafhankelijk van type, uitvoering, bouwgrootte en vermogen. MOVIDRIVE® MD_60A

Alle bouwgrootten

Storingsimmuniteit

Voldoet aan EN 61800-3.

Storingsemissie bij EMC-genormeerde installatie

Overeenkomstig grenswaarde klasse B volgens EN 55011 en EN 55014. Voldoet aan EN 61800-3. Bouwgrootte 1 en 2 aan de netzijde overeenkomstig grenswaarde klasse A volgens EN 55011 en EN 55014 zonder aanvullende maatregelen

Omgevingstemperatuur

ϑU

derating omgevingstemperatuur klimaatklasse Opslagtemperatuur1

ϑL

0°C...+50°C bij ID = 100% Inom en fPWM = 4 kHz (VFC-bedrijf) 0°C...+40°C bij ID = 125% Inom en fPWM = 4 kHz (VFC-bedrijf) 0°C...+50°C bij ID = 100% Inom en fPWM = 8 kHz (CFC-bedrijf) Pnom-reductie: 3.0% Inom per K tot max. 60°C EN 60721-3-3, klasse 3K3 -25°C...+70°C (EN 60721-3-3, klasse 3K3) programmeerapparaat DBG: -20°C...+60°C

Koelingswijze (DIN 51751)

Onafhankelijke koeling

Beschermingsgraadbouwgrootte 1 tot3 EN 60529 bouwgrootte 4 en 5 (NEMA1)

IP20 IP00 (vermogensaansluitingen); IP10 met gemonteerde standaard afdekking van plexiglas

Bedrijfssoort

Continubedrijf (EN 60149-1-1 en 1-3)

Opstellingshoogte

h ≤ 1000 m (3300 ft) Inom-reductie: 1% per 100 m (330 ft) van 1000 m (3300 ft) tot max. 2000 m (6600 ft)

1. Bij langdurige opslag elke 2 jaar gedurende minstens 5 min de voedingsspanning aansluiten, daar anders de levensduur van het apparaat verkort kan worden.

Regelaarfamilie MOVIDRIVE® MD_60A

Afbeelding 53: Regelaarfamilie MOVIDRIVE® MD_60A

78

00891AXX


kVA

MOVIDRIVE® MD_60A...-5_3 (400/500 V-apparatuur)

7.2

i

f

n

7

P Hz


Bouwgrootte 1 MOVIDRIVE® MD_60A

0015-5A3-4-0_

0022-5A3-4-0_

0030-5A3-4-0_

0040-5A3-4-0_

UITGANG 3 × 380 VAC-10% ... 3 × 500 VAC+10%

voedingsspanning

Unet

netfrequentie

fnet

50 Hz ... 60 Hz ±5%

100% 125%

3,6 AAC 4,5 AAC

5,0 AAC 6,2 AAC

6,3 AAC 7,9 AAC

8,6 AAC 10,7 AAC

nominaal uitgangsvermogen2 Pnom (bij Unet = 3 × 380...500 VAC)

2,8 kVA

3,8 kVA

4,9 kVA

6,6 kVA

4,0 AAC

5,5 AAC

7,0 AAC

9,5 AAC

nominale netstroom1 Inet (bij Unet = 3 × 400 VAC) UITGANG

nominaal uitgangsstroom1) (bij Unet = 3 × 400 VAC)

Inom

stroombegrenzing

Imax

motorisch en generatorisch 150% IN, duur afhankelijk van belasting Imax = 0...150% met menu (P303 / P313) instelbaar

interne stroombegrenzing minimaal toelaatbare remweerstand (4Q-bedrijf)

RBWmin

68 Ω

uitgangsspanning

UA

max. Unet

PWM-frequentie

fPWM

bij VFC instelbaar 4/8/12/16 (P860 / P861); bij CFC/SERVO vast 8 kHz

toerentalbereik/resolutie

nA / ∆nA

-5000 ... 0 ... +5000 min-1 / 0.2 min-1 over het gehele bereik

PVmax

85 W

ALGEMEEN verliesvermogen bij Pnom benodigde koelcapaciteit massa afmetingen

105 W

130 W

180 W

40 m3/h (24 ft3/min) 3,5 kg (7,72 lb)

B×H×D

105 × 315 × 273 mm (4.13 × 12,40 × 10,75 in)

1. Bij Unet = 3 × 500 VAC moeten de net- en uitgangsstromen in vergelijking met de nominale gegevens met 20 % verminderd worden. 2. MDF- en MDV-regelaars in de VFC-bedrijfssoorten: de vermogensgegevens gelden bij fPWM = 4 kHz (fabrieksinstelling). MDF60A standaarduitvoering (VFC)

0015-5A3-4-00

0022-5A3-4-00

0030-5A3-4-00

0040-5A3-4-00

artikelnummer

826 464 3

826 465 1

826 466 X

826 467 8

MDF60A technologieuitvoering (VFC)

0015-5A3-4-0T

0022-5A3-4-0T

0030-5A3-4-0T

0040-5A3-4-0T

artikelnummer

827 322 7

827 323 5

827 324 3

827 325 1

constante belasting aanbevolen motorvermogen PMot 1,5 kW (2,0 HP)

2,2 kW (3,0 HP)

3,0 kW (4,0 HP)

4,0 kW (5,0 HP)

kwadratische belasting of constante belasting zonder overbelasting aanbevolen motorvermogen PMot 2,2 kW (3,0 HP)

3,0 kW (4,0 HP)

4,0 kW (5,0 HP)

5,5 kW (7,5 HP)

6,9 AAC

8,8 AAC

11,9 AAC

continue uitgangsstroom = 125% InomID (bij Unet = 3 × 400 VAC en fPWM = 4 kHz)

5,0 AAC

MDV60A standaarduitvoering (VFC/CFC)

0015-5A3-4-00

0022-5A3-4-00

0030-5A3-4-00

0040-5A3-4-00

artikelnummer

826 481 3

826 482 1

826 483 X

826 484 8

MDV60A technologieuitvoering (VFC/CFC)

0015-5A3-4-0T

0022-5A3-4-0T

0030-5A3-4-0T

0040-5A3-4-0T

artikelnummer

827 336 7

827 337 5

827 338 3

827 339 1

bedrijfssoort VFC

aanbevolen motorvermogen→ MDF60A

bedrijfssoort CFC continue uitgangsstroom = 100% InomID

4,0 AAC

7,0 AAC

9,5 AAC

aanbevolen motorvermogen

→ hoofdstuk Configuratie, motorselectie CFC

5,5 AAC

MDS60A standaarduitvoering (SERVO)

0015-5A3-4-00

0022-5A3-4-00

0030-5A3-4-00

0040-5A3-4-00

artikelnummer

826 498 8

826 499 6

826 500 3

826 501 1

MDS60A technologieuitvoering (SERVO)

0015-5A3-4-0T

0022-5A3-4-0T

0030-5A3-4-0T

0040-5A3-4-0T

artikelnummer

827 350 2

827 351 0

827 352 9

827 353 7

continue uitgangsstroom = 100% InomID

4,0 AAC

5,5 AAC

7,0 AAC

9,5 AAC


→ hoofdstuk Configuratie, motorselectie SERVO


79

7

kVA

i

f

n


P Hz


0055-5A3-4-0_

0075-5A3-4-0_

0110-5A3-4-0_

INGANG 3 × 380 VAC-10% ... 3 × 500 VAC+10%

voedingsspanning

Unet

netfrequentie

fnet

50 Hz ... 60 Hz ±5%

100% 125%

11,3 AAC 14,1 AAC

14,4 AAC 18,0 AAC

21,6 AAC 27,0 AAC

8,7 kVA

11,2 kVA

16,8 kVA

12,5 AAC

16 AAC

24 AAC


nominaal uitgangsvermogen2 PN (bij Unet = 3 × 380...500 VAC) nominaal uitgangsstroom1) (bij Unet = 3 × 400 VAC)

Inom

stroombegrenzing

Imax


interne stroombegrenzing RBWmin

47 Ω

uitgangsspanning

UA

max. Unet

PWM- frequentie

fPWM



nA / ∆nA

-5000 ... 0 ... +5000 min-1 / 0,2 min-1 over het gehele bereik

PVmax

220 W

minimaal toelaatbare remweerstand (4Q-bedrijf)

22 Ω

ALGEMEEN verliesvermogen bij PN benodigde koelcapaciteit massa afmetingen

290 W

400 W

80 m3/h (48 ft3/min) 6,6 kg (14,55 lb)

B×H×D

130 × 336 × 325 mm (5.12 × 13.23 × 12,80 in)

1. Bij Unet = 3 × 500 VAC moeten de net- en uitgangsstromen in vergelijking met de nominale gegevens met 20 % verminderd worden. 2. MDF- en MDV-regelaars in de VFC-bedrijfssoorten: de vermogensgegevens gelden bij fPWM = 4 kHz (fabrieksinstelling). MDF60A Standardausführung (VFC)

0055-5A3-4-00

0075-5A3-4-00

0110-5A3-4-00

artikelnummer

826 468 6

826 470 8

826 472 4


0055-5A3-4-0T

0075-5A3-4-0T

0110-5A3-4-0T

artikelnummer

827 326 X

827 327 8

827 328 6

7,5 kW (10 HP)

11 kW (15 HP)

11 kW (15 HP)

15 kW (20 HP)

20,0 AAC

30,0 AAC

constante belasting aanbevolen motorvermogen PMot 5,5 kW (7,5 HP) kwadratische belasting of constante belasting zonder overbelasting aanbevolen motorvermogen PMot 7,5 kW (10 HP) continue uitgangsstroom = 125% InomID (bij Unet = 3 × 400 VAC en fPWM = 4 kHz)

80

15,6 AAC


0055-5A3-4-00

0075-5A3-4-00

0110-5A3-4-00

artikelnummer

826 485 6

826 487 2

826 489 9


0055-5A3-4-0T

0075-5A3-4-0T

0110-5A3-4-0T

artikelnummer

827 340 5

827 341 3

827 342 1

bedrijfssoort VFC

aanbevolen motorvermogen → MDF60A


12,5 AAC



16 AAC

24 AAC


0055-5A3-4-00

0075-5A3-4-00

0110-5A3-4-00

artikelnummer

826 502 X

826 504 6

826 506 2


0055-5A3-4-0T

0075-5A3-4-0T

0110-5A3-4-0T

artikelnummer

827 354 5

827 355 3

827 356 1


12,5 AAC

16 AAC

24 AAC





kVA

i

f

n

7

P Hz


0150-5A3-4-0_

0220-5A3-4-0_

0300-5A3-4-0_

INGANG 3 × 380 VAC-10% ... 3 × 500 VAC+10%

voedingsspanning

Unet

netfrequentie

fnet

50 Hz ... 60 Hz ±5%

100% 125%

28,8 AAC 36,0 AAC

41,4 AAC 51,7 AAC

54,0 AAC 67,5 AAC


22,2 kVA

31,9 kVA

41,6 kVA

32 AAC

46 AAC

60 AAC


nominaal uitgangsstroom1) (bij Unet = 3 × 400 VAC)

IN

stroombegrenzing

Imax



RBWmin

15 Ω

12 Ω

uitgangsspanning

UA

max. Unet

PWM-frequentie

fPWM



nA / ∆nA


PVmax

550 W


750 W

950 W

180 m3/h (108 ft3/min) 15 kg (33,07 lb)

B×H×D

200 × 465 × 345 mm (7,87 × 18,31 × 13,58 in)


0150-5A3-4-00

0220-5A3-4-00

0300-5A3-4-00

artikelnummer

826 474 0

826 475 9

826 476 7


0150-5A3-4-0T

0220-5A3-4-0T

0300-5A3-4-0T

artikelnummer

827 329 4

827 330 8

827 331 6

constante belasting aanbevolen motorvermogen PMot 15 kW (20 HP)

22 kW (30 HP)

30 kW (40 HP)

kwadratische belasting of constante belasting zonder overbelasting aanbevolen motorvermogen PMot 22 kW (30 HP)

30 kW (40 HP)

37 kW (50 HP)

57,5 AAC

75,0 AAC


40,0 AAC

MDV60A Standardausführung (VFC/CFC)

0150-5A3-4-00

0220-5A3-4-00

0300-5A3-4-00

artikelnummer

826 491 0

826 492 9

826 493 7


0150-5A3-4-0T

0220-5A3-4-0T

0300-5A3-4-0T

artikelnummer

827 343 X

827 344 8

827 345 6

bedrijfssoort VFC



32 AAC



46 AAC

60 AAC


0150-5A3-4-00

0220-5A3-4-00

0300-5A3-4-00

artikelnummer

826 508 9

826 509 7

826 510 0


0150-5A3-4-0_

0220-5A3-4-0_

0300-5A3-4-0_

artikelnummer

827 357 X

827 358 8

827 359 6


32 AAC

46 AAC

60 AAC




81

7

kVA

i

f

n


P Hz


0370-5A3-4-0_

0450-5A3-4-0_

INGANG 3 × 380 VAC-10% ... 3 × 500 VAC+10%

voedingsspanning

Unet

netfrequentie

fnet

50 Hz ... 60 Hz ±5%

100% 125%

65,7 AAC 81,9 AAC

80,1 AAC 100,1 AAC


51,1 kVA

62,3 kVA

73 AAC

89 AAC


nominale netstroom1) (bij Unet = 3 × 400 VAC)

Inet

stroombegrenzing

Imax



RBWmin

6Ω

uitgangsspanning

UA

max. Unet

PWM-frequentie

fPWM



nA / ∆nA


PVmax

1200 W


1450 W

180 m3/h (108 ft3/min) 27 kg (59,53 lb)

B×H×D

280 × 522 × 345 mm (11,02 × 20,55 × 13,58 in)

1. Bij Unet = 3 × 500 VAC moeten de net- en uitgangsstromen in vergelijking met de nominale gegevens met 20 % verminderd worden. 2. MDF- und MDV-regelaars in de VFC-bedrijfssoorten: de vermogensgegevens gelden bij fPWM = 4 kHz (fabrieksinstelling).

82

MDF60A standaarduitvoering (VFC)

0370-5A3-4-00

0450-5A3-4-00

artikelnummer

826 477 5

826 478 3


0370-5A3-4-0T

0450-5A3-4-0T

artikelnummer

827 332 4

827 333 2


45 kW (60 HP)


55 kW (75 HP)


91 AAC

111 AAC


0370-5A3-4-00

0450-5A3-4-00

artikelnummer

826 494 5

826 495 3


0370-5A3-4-0T

0450-5A3-4-0T

artikelnummer

827 346 4

827 347 2

bedrijfssoort VFC



73 AAC




0370-5A3-4-00

0450-5A3-4-00

artikelnummer

826 555 0

826 642 5


0370-5A3-4-0T

0450-5A3-4-0T

artikelnummer

827 360 X

827 361 8


73 AAC

89 AAC



89 AAC



kVA

i

f

n

7

P Hz


0550-5A3-4-0_

0750-5A3-4-0_

INGANG 3 × 380 VAC-10% ... 3 × 500 VAC+10%

voedingsspanning

Unet

netfrequentie

fnet

50 Hz ... 60 Hz ±5%

100% 125%

94,5 AAC 118,1 AAC

117,0 AAC 146,3 AAC

73,5 kVA

91,0 kVA

105 AAC

130 AAC


nominaal uitgangsvermogen2 PN (bij Unet = 3 × 380...500 VAC) nominaal uitgangsstroom1) (bij Unet = 3 × 400 VAC)

Inom

stroombegrenzing

Imax

motorisch en generatorisch 150% Inom, duur afhankelijk van belasting Imax = 0...150% met menu (P303 / P313) instelbaar


RBWmin

6Ω

4Ω

uitgangsspanning

UA

max. Unet

PWM-frequentie

fPWM



nA / ∆nA


PVmax

1700 W


2000 W

360 m3/h (216 ft3/min) 35 kg (77,18 lb)

B×H×D

280 × 610 × 345 mm (11,02 × 24,02 × 13,58 in)


0550-5A3-4-00

0750-5A3-4-00

artikelnummer

826 479 1

826 480 5


0550-5A3-4-0T

0750-5A3-4-0T

artikelnummer

827 334 0

827 335 9

constante belasting aanbevolen motorvermogen PMot 55 kW (75 HP) kwadratische belasting of constante belasting zonder overbelasting aanbevolen motorvermogen PMot 75 kW (100 HP)

75 kW (100 HP)

90 kW (120 HP)


131 AAC


0550-5A3-4-00

0750-5A3-4-00

artikelnummer

826 496 1

826 497 X


0550-5A3-4-0T

0750-5A3-4-0T

artikelnummer

827 348 0

827 349 9

bedrijfssoort VFC



105 AAC




0550-5A3-4-00

0750-5A3-4-00

artikelnummer

826 643 3

826 644 1


0550-5A3-4-0T

0750-5A3-4-0T

artikelnummer

827 362 6

827 363 4


105 AAC

130 AAC




162 AAC

130 AAC

83

kVA

7

i

f

n

MOVIDRIVE® MD_60A...-2_3 (230 V-apparatuur)

P Hz

7.3



0015-2A3-4-0_

0022-2A3-4-0_

0037-2A3-4-0_

INGANG 3 × 200 VAC-10% ... 3 × 240 VAC+10%

voedingsspanning

Unet

netfrequentie

fnet

50 Hz ... 60 Hz ±5%

nominale netstroom Inet (bij Unet = 3 × 230 VAC)

100% 125%

6,7 AAC 8,4 AAC

7,8 AAC 9,8 AAC

12,9 AAC 16,1 AAC


2,7 kVA

3,4 kVA

5,8 kVA

nominaal uitgangsstroom (bij Unet = 3 × 230 VAC)

Inom

7,3 AAC

8,6 AAC

14,5 AAC

stroombegrenzing

Imax

UITGANG



RBWmin

27 Ω

uitgangsspanning

UA

max. Unet

PWM-frequentie

fPWM



nA / ∆nA


PVmax

110 W


126 W

210 W

40 m3/h (24 ft3/min) 3,5 kg (7,72 lb)

B×H×D

105 × 315 × 273 mm (4,13 × 12,40 × 10,75 in)

1. MDF- en MDV-regelaars in de VFC-bedrijfssoorten: de vermogensgegevens gelden bij fPWM = 4 kHz (fabrieksinstelling). MDF60A standaarduitvoering (VFC)

0015-2A3-4-00

0022-2A3-4-00

0037-2A3-4-00

artikelnummer

826 719 7

826 720 0

826 721 9


0015-2A3-4-0T

0022-2A3-4-0T

0037-2A3-4-0T

artikelnummer

827 364 2

827 365 0

827 366 9

constante belasting aanbevolen motorvermogen PMot 1,5 kW (2,0 HP)

2,2 kW (3,0 HP)

3,7 kW (5,0 HP)

kwadratische belasting of constante belasting zonder overbelasting aanbevolen motorvermogen PMot 2,2 kW (3,0 HP)

3,7 kW (5,0 HP)

5,0 kW (6,8 HP)

10,8 AAC

18,1 AAC


84

9,1 AAC


0015-2A3-4-00

0022-2A3-4-00

0037-2A3-4-00

artikelnummer

826 725 1

826 726 X

826 727 8


0015-2A3-4-0T

0022-2A3-4-0T

0037-2A3-4-0T

artikelnummer

827 373 1

827 374 X

827 375 8

bedrijfssoort VFC



7,3 AAC



8,6 AAC

14,5 AAC



kVA

i

f

n

7

P Hz


0055-2A3-4-0_

0075-2A3-4-0_

INGANG 3 × 200 VAC-10% ... 3 × 240 VAC+10%

voedingsspanning

Unet

netfrequentie

fnet

50 Hz ... 60 Hz ±5%


100% 125%

19,5 AAC 24,4 AAC

27,4 AAC 34,3 AAC


8,8 kVA

11,6 kVA


Inom

22 AAC

29 AAC

stroombegrenzing

Imax

UITGANG



RBWmin

12 Ω

uitgangsspanning

UA

max. Unet

PWM-frequentie

fPWM



nA / ∆nA


PVmax

300 W


380 W

80 m3/h (48 ft3/min) 6,6 kg (14,55 lb)

B×H×D

130 × 336 × 325 mm (5,12 × 13,23 × 12,80 in)


0055-2A3-4-00

0075-2A3-4-00

artikelnummer

826 722 7

826 723 5


0055-2A3-4-0T

0075-2A3-4-0T

artikelnummer

827 367 7

827 368 5

constante belasting aanbevolen motorvermogen PMot 5,5 kW (7,5 HP) kwadratische belasting of constante belasting zonder overbelasting aanbevolen motorvermogen PMot 7,5 kW (10 HP)

7,5 kW (10 HP)

11 kW (15 HP)


27,5 AAC


0055-2A3-4-00

0075-2A3-4-00

artikelnummer

826 728 6

826 729 4


0055-2A3-4-0T

0075-2A3-4-0T

artikelnummer

827 376 6

827 377 4

bedrijfssoort VFC



22 AAC




36,3 AAC

29 AAC

85

7

kVA

i

f

n


P Hz


0110-203-4-0_

0150-203-4-0_

INGANG 3 × 200 VAC-10% ... 3 × 240 VAC+10%

voedingsspanning

Unet

netfrequentie

fnet

50 Hz ... 60 Hz ±5%


100% 125%

40,0 AAC 50,0 AAC

49,0 AAC 61,0 AAC


17,1 kVA

21,5 kVA


Inom

42 AAC

54 AAC

stroombegrenzing

Imax

UITGANG



RBWmin

7,5 Ω

5,6 Ω

uitgangsspanning

UA

max. Unet

PWM-frequentie

fPWM



nA / ∆nA


PVmax

580 W


720 W

180 m3/h (108 ft3/min) 15 kg (33,07 lb)

B×H×D

200 × 465 × 345 mm (7,87 × 18,31 × 13,58 in)

1. MDF- en MDV-regelaars in de VFC-bedrijfssoorten: de vermogensgegevens gelden bij fPWM = 4 kHz (fabrieksinstelling).

86

MDF60A standaarduitvoering (VFC)

0110-203-4-00

0150-203-4-00

artikelnummer

826 724 3

827 176 3


0110-203-4-0T

0150-203-4-0T

artikelnummer

827 369 3

827 370 7


15 kW (20 HP)


22 kW (30 HP)


52,5 AAC

67,5 AAC


0110-203-4-00

0150-203-4-00

artikelnummer

826 730 8

827 260 3


0110-203-4-0T

0150-203-4-0T

artikelnummer

827 378 2

827 379 0

bedrijfssoort VFC



42 AAC



54 AAC



kVA

i

f

n

7

P Hz


0220-203-4-0_

0300-203-4-0_

INGANG 3 × 200 VAC-10% ... 3 × 240 VAC+10%

voedingsspanning

Unet

netfrequentie

fnet

50 Hz ... 60 Hz ±5%


100% 125%

72 AAC 90 AAC

86 AAC 107 AAC


31,8 kVA

37,8 kVA


Inom

80 AAC

95 AAC

stroombegrenzing

Imax

UITGANG

motorisch en generatorisch 150% Inom, duur afhankelijk van belasting Imax = 0...150% met menu (P303 / P313) instelbaar


RBWmin

3,0 Ω

uitgangsspanning

UA

max. Unet

PWM-frequentie

fPWM



nA / ∆nA


PVmax

1100 W


1300 W

180 m3/h (108 ft3/min) 27 kg (59,53 lb)

B×H×D

280 × 522 × 345 mm (11,02 × 20,55 × 13,58 in)


0220-203-4-00

0300-203-4-00

artikelnummer

827 177 1

827 178 X


0220-203-4-0T

0300-203-4-0T

artikelnummer

827 371 5

827 372 3


30 kW (40 HP)


37 kW (50 HP)


100 AAC


0220-203-4-00

0300-203-4-00

artikelnummer

827 261 1

827 262 X


0220-203-4-0T

0300-203-4-0T

artikelnummer

827 380 4

827 381 2

bedrijfssoort VFC



80 AAC




118 AAC

95 AAC

87

kVA

7

i 7.4

f

n

MOVIDRIVE® MD_60A elektronicagegevens

P Hz

MOVIDRIVE® MD_60A elektronicagegevens

MOVIDRIVE® MD_60

Algemene elektronicagegevens

voedingsspanning voor ingang setpoint ingang setpoint n1

X11:1 X11:5 X11:2/X11:3

REF1: +10 VDC +5% / -0%, Imax = 3 mA REF2: -10 VDC +0% / -5%, Imax = 3 mA

AI11/AI12: spannings- of stroomingang, instelbaar met S11 en P11_, scantijd 1 ms spanningsingang: n1 = 0...+10 V of -10 V...0...+10 V 12 Bit Ri = 40 kΩ (externe voedingsspanning) Ri = 20 kΩ (voeding door REF1/REF2)

(differentiële ingang) bedrijfssoort AI11/AI12 resolutie inwendige weerstand

referentiespanningen voor instelpotentiometer stroomingang: n1 = 0...20 mA of 4...20 mA 11 Bit Ri = 250 Ω

interne setpoints

parameterset 1: n11/n12/n13 = -5000...0...+5000 min-1 parameterset 2: n21/n22/n23 = -5000...0...+5000 min-1

insteltijden van de toerentalintegratoren bij ∆n = 3000 min-1

1. integrator 2. integrator stopintegrator noodstopintegrator motorpotentiometer

hulpspanningsuitgang1) X10:8/X13:8

VO24: UOUT = 24 VDC, maximale belasting Imax = 200 mA per uitgang

externe voedingsspanning1) X10:9

VI24: UIN = 24 VDC -15% / +20% (bereik: 19.2...30 VDC) overeenkomstig EN 61131-2

binaire ingangen X13:1...X13:6 inwendige weerstand

DI00…DI05: potentiaalvrij (optorelais), PLC-compatibel (EN 61131), scantijd 5 ms Ri ≈ 3.0 kΩ, IE ≈ 10 mA +13 V...+30 V -3 V...+5 V

signaalniveau functie binaire uitgangen1

omhoog: 0.0...2000 s omlaag: 0.0...2000 s omhoog = omlaag: 0.0...2000 s omlaag: 0...20 s omlaag: 0...20 s omhoog: 0.2...50 s omlaag: 0.2...50 s

= "1" = contact gemaakt = "0" = contact verbroken

overeenkomstig EN 61131

X13:1 X13:2...X13:6

DIØØ: vast geprogrammeerd met “/Controller inhibit” DIØ1...DIØ5: keuzemogelijkheid → parametermenu P60_

X10:3/X10:7

DB00/DO02: PLC-compatibel (EN 61131), scantijd 5 ms

signaalniveau

"0" = 0 V

functie

X10:3 X10:7

relaisuitgang

t11/t21 t12/t22 t13/t23 t14/t24 t3

X10:4...X10:6

functie

"1" = +24 V

attentie: geen externe spanning aansluiten!

DBØØ: vast geprogrammeerd met “/Brake”, Imax = 150 mA, kortsluitvast DOØ2: keuzemogelijkheid → parametermenu P62_, Imax = 50 mA, kortsluitvast DOØ1: belastbaarheid van de relaiscontacten Umax = 30 VDC, Imax = 800 mA

X10:4 X10:5 X10:6

DOØ1-C: gemeenschappelijk relaiscontact DOØ2-NO: maakcontact DOØ2-NC: verbreekcontact

X12:1 X12:2 X12:3

DGND: 0 V-potentiaal SC11: SBus High SC12: SBus Low

CAN-bus volgens CAN-specificatie 2.0, deel A en B, overdrachtstechniek volgens ISO 11898, max. 64 deelnemers, afsluitweerstand (120 Ω) bij te schakelen met DIP-schakelaars.

RS-485-communicatiepoort X13:10 X13:11

ST11: RS-485 + ST12: RS-485 -

EIA-standaard, 9600 Baud, max. 32 deelnemers max. kabellengte 200 m (660 ft) dynamische afsluitweerstand vast ingebouwd

TF-/TH-ingang

TF1: aanspreekdrempel bij RTF ≥ 2.9 kΩ ±10%

systeembus (SBus)

X10:1 1)

ingang motor-encoder niet bij type MDF60A

uitgang encodersimulatie of ingang externe encoder1)

X15:

X14:

keuzemogelijkheid → parametermenu P62_

encoder bij type MDV60A toegestane typen encoder: - sin/cos-encoder 1 VSS - 5 V TTL-encoder - 24 V HTL-encoder voeding encoder: + 24 V, Imax = 180 mA

resolver bij type MDS60A 2-polig, 7 VAC_eff, 7 kHz

uitgang encodersimulatie: signaalniveau overeenkomstig RS-422 (5 V-TTL) aantal impulsen als op X15: (MDV60A) of vast 1024 impulsen per omwenteling (MDS60A)

ingang externe encoder (max. 200 kHz): alleen encoder met signaalniveau overeenkomstig RS-422 (5 V-TTL) aansluiten! voeding encoder: + 24 V, Imax = 180 mA

common-klemmen X11:4 X10:2/X10:10/X13:9 X13:7

AGND: commenpotentiaal voor analoge signalen en klemmen X11:1 en X11:5 (REF1/REF2) DGND: commonpotentiaal voor binaire signalen, systeembus (SBus), encoder en resolver DCOM: commonpotentiaal voor de binaire ingangen X13:1…X13:6 (DI00…DI05)

maximale leidingdoorsnede

één ader per klem: twee aders per klem:

0.20...2.5 mm2 (AWG 24...12) 0.20...1 mm2 (AWG 24...17)

1. Het apparaat stelt voor de +24 V-uitgangen (V024, DB00, DB02, voeding encoder) een stroom van Imax = 400 mA ter beschikking. Als dit niet voldoende is, moet er op X10:9 (VI24) een 24 VDC-voedingsspanning worden aangesloten.

88


8 8

Index

A aanrakingsbeveiliging voor de vermogensklemmen aansluiting absolute encoder 37 externe encoder 40 HTL-encoder 37 incrementeel-encodersimulatie 41 master-slave-verbinding 42 optie DIO11A 32 optie USS21A 28 resolver 39 RS-485-communicatiepoort 27 sin/cos-encoders 35 systeembus (SBus) 26 TTL-encoder 36 aansluiting basisapparaat besturingskop 21 vermogensdeel en rem 20 aansluiting encoder en resolver encoder en resolver, algemene aanwijzing 34

I 19

B basisuitlezingen basisuitlezingen in programmeerapparaat DBG11A 66 bedrijfsindicatie 7-segment-display 66

K klemmenbeschrijving basisapparaat (vermogensdeel en besturingskop) optie DIO11A 32

D DBG11A functie van de DBG11A voor de inbedrijfstelling inbedrijfstelling toerentalregelaar 51 procedure van de inbedrijfstelling 49 structuur van het inbedrijfstellingsmenu 48 taalomschakeling 47 DIO11A aansluiting 32 klemmenbeschrijving 32

inbedrijfstelling algemene aanwijzing 43 incrementeel-encodersimulatie aansluiting 41 ingebruikname met PC en MOVITOOLS 53 met programmeerapparaat DBG11A 46 voorbereiding en hulpmiddelen 45 installatie aanhaalmomenten voor de vermogensklemmen 13 afgeschermde stuurstroomleidingen 15 doorsneden van de kabels 14 elektromagnetische schakelaars voor voeding en rem 14 inbouwpositie 13 kabel en beveiligingen 14 klassen A en B aan motorzijde 16 minimale vrije ruimte 13 netfilter NF 16 overeenkomstig UL 17 PE-aansluiting 14 remweerstand BW 15 uitgangssmoorspoel HD 16 isolatiebewakingsrelais voor IT-stelsels 14

47

M Master-Slave-verbinding, aansluiting motor starten analoge toerentalopdracht 54 vaste setpoints 55 motor-encoder aansluiting 35

42

E

O

externe encoder aansluiting 40

omvang van de levering 7 opbouw van de apparatuur bouwgrootte 1 8 bouwgrootte 2 9 bouwgrootte 3 10 bouwgrootte 4 11 bouwgrootte 5 12 opties inbouw en demontage van optiekaarten 30 optiecombinaties 29 overzicht remweerstanden, smoorspoelen en filters 400/500 V-apparatuur 23

F foutengeheugen 70 foutenlijst 71 foutmelding 71

22

overzicht van remweerstanden, smoorspoelen en filters 230 V-apparatuur, bouwgrootten 1 tot 4 25


89

8 P

V

parameterlijst 57 programmeerapparaat DBG11A informatiemeldingen 69 IPOS-parameter bewerken 68 kopieerfunctie 67 korte menu 68 menustructuur van de DBG11A 67

veiligheidsaanwijzingen 4, vermogens-schermklemmen

6 18

W waarschuwingsaanwijzingen

4

R remweerstand BW overzicht 23 reparatie 77 reset 70 resolver, aansluiting 39 RS-485-communicatiepoort, beschrijving en aansluiting 27

S service 77 service-etiket 77 starten van de motor handbedrijf 56 systeembus (SBus) aansluiting 26

T technische gegevens 230 V-apparatuur bouwgrootte 1 84 bouwgrootte 2 85 bouwgrootte 3 86 bouwgrootte 4 87 400/500 V-apparatuur bouwgrootte 1 79 bouwgrootte 2 80 bouwgrootte 3 81 bouwgrootte 4 82 bouwgrootte 5 83 algemene technische gegevens 78 elektronicagegevens basisapparaat 88 Timeout actief 70 typeaanduiding 7 typeplaatje 7

U uitbreidingskaart DIO11A aansluiting 32 klemmenbeschrijving 32 uitschakelreacties bij storingen 70 UL-genormeerde installatie 17 USS21A, aansluiting 28

90


Adressenopgave

Adressenopgave Duitsland Hoofdkantoor Fabriek Verkoop Service

Bruchsal

SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Ernst-Blickle-Straße 42 D-76646 Bruchsal Postfach 3023 · D-76642 Bruchsal

Tel. +49 (0) 72 51 / 75-0 Fax +49 (0) 72 51 / 75-19 70 http://www.sew-eurodrive.de [email protected] Service electronica: Tel. +49 (0) 1 71 / 7 21 07 91 Service motorreductoren: Tel. +49 (0) 1 72 / 7 60 13 77

Assemblage Service

Garbsen (bij Hannover)

SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Alte Ricklinger Straße 40-42 D-30823 Garbsen Postfach 110453 · D-30804 Garbsen

Tel. +49 (0) 51 37 / 87 98-30 Fax +49 (0) 51 37 / 87 98-55 [email protected]

Kirchheim (bij München)

SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Domagkstraße 5 D-85551 Kirchheim

Tel. +49 (0) 89 / 90 95 52-10 Fax +49 (0) 89 / 90 95 52-50 [email protected]

Langenfeld (bij Düsseldorf)

SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Siemensstraße 1 D-40764 Langenfeld


Meerane (bij Zwickau)

SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Dänkritzer Weg 1 D-08393 Meerane


Andere adressen van service-werkplaatsen in Duitsland op aanvraag. Frankrijk Fabriek Verkoop Service

Haguenau

SEW-USOCOME 48-54, route de Soufflenheim B. P. 185 F-67506 Haguenau Cedex

Tel. +33 (0) 3 88 73 67 00 Fax +33 (0) 3 88 73 66 00 http://www.usocome.com [email protected]

Assemblage Verkoop Service

Bordeaux

SEW-USOCOME Parc d’activités de Magellan 62, avenue de Magellan - B. P. 182 F-33607 Pessac Cedex

Tel. +33 (0) 5 57 26 39 00 Fax +33 (0) 5 57 26 39 09

Lyon

SEW-USOCOME Parc d’Affaires Roosevelt Rue Jacques Tati F-69120 Vaulx en Velin

Tel. +33 (0) 4 72 15 37 00 Fax + 33 (0) 4 72 15 37 15

Paris

SEW-USOCOME Zone industrielle 2, rue Denis Papin F-77390 Verneuil I’Etang

Tel. +33 (0) 1 64 42 40 80 Fax +33 (0) 1 64 42 40 88

Andere adressen van service-werkplaatsen in Frankrijk op aanvraag. Algerije Verkoop

Alger

Réducom 16, rue des Frères Zaghnoun Bellevue El-Harrach 16200 Alger

Tel. +213 (0) 2 82 22 84 Fax +213 (0) 2 82 22 84

Buenos Aires

SEW EURODRIVE ARGENTINA S.A. Centro Industrial Garin, Lote 35 Ruta Panamericana Km 37,5 1619 Garin

Tel. +54 (0) 33 27 45 72 84 Fax +54 (0) 33 27 45 72 21 [email protected]

Melbourne

SEW-EURODRIVE PTY. LTD. 27 Beverage Drive Tullamarine, Victoria 3043

Tel. +61 (0) 3 99 33 10 00 Fax +61 (0) 3 99 33 10 03 http://www.sew-eurodrive.com.au [email protected]

Sydney

SEW-EURODRIVE PTY. LTD. 9, Sleigh Place, Wetherill Park New South Wales, 2164


Argentinië Assemblage Verkoop Service

Australië Assemblage Verkoop Service

02/2003

Adressenopgave

België Assemblage Verkoop Service

Brussel

CARON-VECTOR S.A. Avenue Eiffel 5 B-1300 Wavre

Tel. +32 (0) 10 23 13 11 Fax +32 (0) 10 2313 36 http://www.caron-vector.be [email protected]

Sao Paulo

SEW-EURODRIVE Brasil Ltda. Avenida Amâncio Gaiolli, 50 Caixa Postal: 201-07111-970 Guarulhos/SP - Cep.: 07251-250

Tel. +55 (0) 11 64 89 91 33 Fax +55 (0) 11 64 80 33 28 http://www.sew.com.br [email protected]

Brazilië Fabriek Verkoop Service

Andere adressen van service-werkplaatsen in Brazilië op aanvraag. Bulgarije Verkoop

Sofia

BEVER-DRIVE GMBH Bogdanovetz Str.1 BG-1606 Sofia


Toronto

SEW-EURODRIVE CO. OF CANADA LTD. 210 Walker Drive Bramalea, Ontario L6T3W1

Tel. +1 (0) 905 7 91-15 53 Fax +1 (0) 905 7 91-29 99 http://www.sew-eurodrive.ca [email protected]

Vancouver

SEW-EURODRIVE CO. OF CANADA LTD. 7188 Honeyman Street Delta. B.C. V4G 1 E2

Tel. +1 (0) 604 9 46-55 35 Fax +1 (0) 604 946-2513 [email protected]

Montreal

SEW-EURODRIVE CO. OF CANADA LTD. 2555 Rue Leger Street LaSalle, Quebec H8N 2V9

Tel. +1 (0) 514 3 67-11 24 Fax +1 (0) 514 3 67-36 77 [email protected]

Canada Assemblage Verkoop Service

Andere adressen van service-werkplaatsen in Canada op aanvraag. Chili Santiago de Chile

SEW-EURODRIVE CHILE LTDA. Las Encinas 1295 Parque Industrial Valle Grande LAMPA RCH-Santiago de Chile Casilla 23 Correo Quilicura - Santiago - Chile

Tel. +56 (0) 27 57 70 00 Fax +56 (0) 27 57 70 01 [email protected]

Fabriek Assemblage Verkoop Service

Tianjin

SEW-EURODRIVE (Tianjin) Co., Ltd. No. 46, 7th Avenue, TEDA Tianjin 300457

Tel. +86 (0) 22 25 32 26 12 Fax +86 (0) 22 25 32 26 11 http://www.sew.com.cn


Suzhou

SEW-EURODRIVE (Suzhou) Co., Ltd. 333, Suhong Middle Road Suzhou Industrial Park Jiangsu Province, 215021 P. R. China

Tel. +86 (0) 5 12 - 62 58 17 81 Fax +86 (0) 5 12 - 62 58 17 83 [email protected]

Bogotá

SEW-EURODRIVE COLOMBIA LTDA. Calle 22 No. 132-60 Bodega 6, Manzana B Santafé de Bogotá


Kopenhagen

SEW-EURODRIVEA/S Geminivej 28-30, P.O. Box 100 DK-2670 Greve

Tel. +45 (0) 43 95 8500 Fax +45 (0) 43 95 8509 http://www.sew-eurodrive.dk [email protected]

Tallin

ALAS-KUUL AS Paldiski mnt.125 EE 0006 Tallin

Tel. +372 (0) 6 59 32 30 Fax +372 (0) 6 59 32 31


China

Colombia Assemblage Verkoop Service

Denemarken Assemblage Verkoop Service

Estland Verkoop

02/2003

Adressenopgave

Finland Assemblage Verkoop Service

Lahti

SEW-EURODRIVE OY Vesimäentie 4 FIN-15860 Hollola 2

Tel. +358 (0) 3 589 300 Fax +358 (0) 3 780 6211 http://www.sew-eurodrive.fi [email protected]

Libreville

Electro-Services B.P. 1889 Libreville

Tel. +241 (0) 73 40 11 Fax +241 (0) 73 40 12

Athene

Christ. Boznos & Son S.A. 12, Mavromichali Street P.O. Box 80136, GR-18545 Piraeus

Tel. +30 (0) 21 04 22 51 34 Fax +30 (0) 21 04 22 51 59 http://www.boznos.gr [email protected]

Normanton

SEW-EURODRIVE Ltd. Beckbridge Industrial Estate P.O. Box No.1 GB-Normanton, West- Yorkshire WF6 1QR

Tel. +44 (0) 19 24 89 38 55 Fax +44 (0) 19 24 89 37 02 http://www.sew-eurodrive.co.uk [email protected]

Budapest

SEW-EURODRIVE Kft. H-1037 Budapest Kunigunda u. 18


Hong Kong

SEW-EURODRIVE LTD. Unit No. 801-806, 8th Floor Hong Leong Industrial Complex No. 4, Wang Kwong Road Kowloon, Hong Kong

Tel. +852 (0) 2-7 96 04 77 + 79 60 46 54 Fax +852 (0) 2-7 95-91 29 [email protected]

Dublin

Alperton Engineering Ltd. 48 Moyle Road Dublin Industrial Estate Glasnevin, Dublin 11

Tel. +353 (0) 18 30 62 77 Fax +353 (0) 18 30 64 58

Baroda

SEW-EURODRIVE India Pvt. Ltd. Plot No. 4, Gidc Por Ramangamdi · Baroda - 391 243 Gujarat

Tel. +91 (0) 265-283 10 21 Fax +91 (0) 265-283 10 87 [email protected]

Milaan

SEW-EURODRIVE di R. Blickle & Co.s.a.s. Via Bernini,14 I-20020 Solaro (Milano)

Tel. +39 (0) 2 96 98 01 Fax +39 (0) 2 96 79 97 81 [email protected]

Abidjan

SICA Ste industrielle et commerciale pour l’Afrique 165, Bld de Marseille B.P. 2323, Abidjan 08

Tel. +225 (0) 25 79 44 Fax +225 (0) 25 84 36

Toyoda-cho

SEW-EURODRIVE JAPAN CO., LTD 250-1, Shimoman-no, Toyoda-cho, Iwata gun Shizuoka prefecture, 438-0818

Tel. +81 (0) 53 83 7 3811-13 Fax +81 (0) 53 83 7 3814 [email protected]

Gabon Verkoop

Griekenland Verkoop Service

Groot-Brittannië Assemblage Verkoop Service

Hongarije Verkoop Service

Hong Kong Assemblage Verkoop Service

Ierland Verkoop Service

India Assemblage Verkoop Service

Italië Assemblage Verkoop Service Ivoorkust Verkoop

Japan Assemblage Verkoop Service

02/2003

Adressenopgave

Kameroen Verkoop

Douala

Electro-Services Rue Drouot Akwa B.P. 2024 Douala

Tel. +237 (0) 43 22 99 Fax +237 (0) 42 77 03

Ansan-City

SEW-EURODRIVE KOREA CO., LTD. B 601-4, Banweol Industrial Estate Unit 1048-4, Shingil-Dong Ansan 425-120


Zagreb

KOMPEKS d. o. o. PIT Erdödy 4 II HR 10 000 Zagreb


Beirut

Gabriel Acar & Fils sarl B. P. 80484 Bourj Hammoud, Beirut

Tel. +961 (0) 1 49 47 86 +961 (0) 1 49 82 72 +961 (0) 3 27 45 39 Fax +961 (0) 1 49 49 71 [email protected]

Brussel

CARON-VECTOR S.A. Avenue Eiffel 5 B-1300 Wavre

Tel. +352 (0) 10 23 13 11 Fax +352 (0) 10 2313 36 http://www.caron-vector.be [email protected]

Johore

SEW-EURODRIVE SDN BHD No. 95, Jalan Seroja 39, Taman Johor Jaya 81000 Johor Bahru, Johor West Malaysia

Tel. +60 (0) 73 54 57 07 + 73 54 94 09 Fax +60 (0) 73 5414 04 [email protected]

Casablanca

S. R. M. Société de Réalisations Mécaniques 5, rue Emir Abdelkader 05 Casablanca

Tel. +212 (0) 2 61 86 69 + 61 86 70 + 61 86 71 Fax +212 (0) 2 62 15 88 [email protected]

Skopje

SGS-Skopje / Macedonia "Teodosij Sinactaski” 66 91000 Skopje / Macedonia


Rotterdam

VECTOR Aandrijftechniek B.V. Industrieweg 175 NL-3044 AS Rotterdam Postbus 10085 NL-3004 AB Rotterdam

Tel. +31 (0) 10 44 63 700 Fax +31 (0) 10 41 55 552 http://www.vector.nu [email protected]

Auckland

SEW-EURODRIVE NEW ZEALAND LTD. P.O. Box 58-428 82 Greenmount drive East Tamaki Auckland

Tel. +64 (0) 9-2 74 56 27 Fax +64 (0) 9-2 74 01 65 [email protected]

Christchurch

SEW-EURODRIVE NEW ZEALAND LTD. 10 Settlers Crescent, Ferrymead Christchurch

Tel. +64 (0) 3-3 84 62 51 Fax +64 (0) 3-3 85 64 55 [email protected]

Korea Assemblage Verkoop Service

Kroatië Verkoop Service

Libanon Verkoop

Luxemburg Assemblage Verkoop Service

Maleisië Assemblage Verkoop Service

Marokko Verkoop

Macedonië Verkoop

Nederland Assemblage Verkoop Service

Nieuw-Zeeland Assemblage Verkoop Service

02/2003

Adressenopgave

Noorwegen Assemblage Verkoop Service

Moss

SEW-EURODRIVE A/S Solgaard skog 71 N-1599 Moss

Tel. +47 (0) 69 2410 20 Fax +47 (0) 69 2410 40 [email protected]

Wien

SEW-EURODRIVE Ges.m.b.H. Richard-Strauss-Strasse 24 A-1230 Wien

Tel. +43 (0) 16 17 55 00-0 Fax +43 (0) 16 17 55 00-30 http://sew-eurodrive.at [email protected]

Lima

SEW DEL PERU MOTORES REDUCTORES S.A.C. Los Calderos # 120-124 Urbanizacion Industrial Vulcano, ATE, Lima


Lodz

SEW-EURODRIVE Polska Sp.z.o.o. ul. Techniczna 5 PL-92-518 Lodz

Tel. +48 (0) 4 26 77 10 90 Fax +48 (0) 4 26 77 10 99 http://www.sew-eurodrive.pl [email protected]

Coimbra

SEW-EURODRIVE, LDA. Apartado 15 P-3050-901 Mealhada

Tel. +351 (0) 2 31 20 96 70 Fax +351 (0) 2 31 20 36 85 http://www.sew-eurodrive.pt [email protected]

Bucuresti

Sialco Trading SRL str. Madrid nr.4 71222 Bucuresti


St. Petersburg

ZAO SEW-EURODRIVE P.O. Box 263 RUS-195220 St. Petersburg

Tel. +7 (0) 812 5 35 71 42 + 812 5 35 04 30 Fax +7 (0) 812 5 35 22 87 [email protected]

Dakar

SENEMECA Mécanique Générale Km 8, Route de Rufisque B.P. 3251, Dakar

Tel. +221 (0) 849 47 70 Fax +221 (0) 849 47 71 [email protected]

Singapore

SEW-EURODRIVE PTE. LTD. No 9, Tuas Drive 2 Jurong Industrial Estate Singapore 638644

Tel. +65 (0) 68 62 17 01 ... 17 05 Fax +65 (0) 68 61 28 27 Telex 38 659 [email protected]

Celje

Pakman - Pogonska Tehnika d.o.o. UI. XIV. divizije 14 SLO – 3000 Celje


Bilbao

SEW-EURODRIVE ESPAÑA, S.L. Parque Tecnológico, Edificio, 302 E-48170 Zamudio (Vizcaya)


Oostenrijk Assemblage Verkoop Service

Peru Assemblage Verkoop Service

Polen Assemblage Verkoop Service

Portugal Assemblage Verkoop Service

Roemenië Verkoop Service

Rusland Verkoop

Senegal Verkoop

Singapore Assemblage Verkoop Service

Slovenië Verkoop Service

Spanje Assemblage Verkoop Service

02/2003

Adressenopgave

Thailand Chon Buri

SEW-EURODRIVE (Thailand) Ltd. Bangpakong Industrial Park 2 700/456, Moo.7, Tambol Donhuaroh Muang District Chon Buri 20000


Praag

SEW-EURODRIVE CZ S.R.O. Business Centrum Praha Luná 591 CZ-16000 Praha 6 - Vokovice

Tel. +420 (0) 2 20 12 12 34 + 2 20 12 12 36 Fax +420 (0) 2 20 12 12 37 http://www.sew-eurodrive.cz [email protected]

Tunis

T. M.S. Technic Marketing Service 7, rue Ibn EI Heithem Z.I. SMMT 2014 Mégrine Erriadh

Tel. +216 (0) 1 43 40 64 + 1 43 20 29 Fax +216 (0) 1 43 29 76

Istanbul

SEW-EURODRIVE Hareket Sistemleri Sirketi Bagdat Cad. Koruma Cikmazi No. 3 TR-81540 Maltepe ISTANBUL

Tel. +90 (0) 216 4 41 91 63 + 216 4 41 91 64 + 216 3 83 80 14 Fax +90 (0) 216 3 05 58 67 [email protected]

Valencia

SEW-EURODRIVE Venezuela S.A. Av. Norte Sur No. 3, Galpon 84-319 Zona Industrial Municipal Norte Valencia, Estado Carabobo

Tel. +58 (0) 241 8 32 98 04 Fax +58 (0) 241 8 38 62 75 [email protected] [email protected]

Fabriek Assemblage Verkoop Service

Greenville

SEW-EURODRIVE INC. 1295 Old Spartanburg Highway P.O. Box 518 Lyman, S.C. 29365

Tel. +1 (0) 864 4 39 75 37 Fax Sales +1 (0) 864 439-78 30 Fax Manuf. +1 (0) 864 4 39-99 48 Fax Ass. +1 (0) 864 4 39-05 66 Telex 805 550 http://www.seweurodrive.com [email protected]


San Francisco

SEW-EURODRIVE INC. 30599 San Antonio St. Hayward, California 94544-7101


Philadelphia/PA

SEW-EURODRIVE INC. Pureland Ind. Complex 2107 High Hill Road, P.O. Box 481 Bridgeport, New Jersey 08014


Dayton

SEW-EURODRIVE INC. 2001 West Main Street Troy, Ohio 45373

Tel. +1 (0) 9 37 3 35-00 36 Fax +1 (0) 9 37 4 40-37 99 [email protected]

Dallas

SEW-EURODRIVE INC. 3950 Platinum Way Dallas, Texas 75237



Tjechische Republiek Verkoop

Tunisië Verkoop

Turkije Assemblage Verkoop Service

Venezuela Assemblage Verkoop Service

Verenigde Staten

Andere adressen van service-werkplaatsen in de Verenigde Staten op aanvraag.

02/2003

Adressenopgave

Zuid-Afrika Assemblage Verkoop Service

Johannesburg

SEW-EURODRIVE (PROPRIETARY) LIMITED Eurodrive House Cnr. Adcock Ingram and Aerodrome Roads Aeroton Ext. 2 Johannesburg 2013 P.O.Box 90004 Bertsham 2013

Tel. + 27 (0) 11 248 70 00 Fax +27 (0) 11 494 23 11 [email protected]

Capetown

SEW-EURODRIVE (PROPRIETARY) LIMITED Rainbow Park Cnr. Racecourse & Omuramba Road Montague Gardens Cape Town P.O.Box 36556 Chempet 7442 Cape Town

Tel. +27 (0) 21 552 98 20 Fax +27 (0) 21 552 98 30 Telex 576 062 [email protected]

Durban

SEW-EURODRIVE (PROPRIETARY) LIMITED 2 Monaceo Place Pinetown Durban P.O. Box 10433, Ashwood 3605


Jönköping

SEW-EURODRIVE AB Gnejsvägen 6-8 S-55303 Jönköping Box 3100 S-55003 Jönköping

Tel. +46 (0) 36 34 42 00 Fax +46 (0) 36 34 42 80 http://www.sew-eurodrive.se [email protected]

Basel

Alfred lmhof A.G. Jurastrasse 10 CH-4142 Münchenstein bei Basel

Tel. +41 (0) 6 14 17 17 17 Fax +41 (0) 6 14 17 17 00 http://www.imhof-sew.ch [email protected]

Zweden Assemblage Verkoop Service

Zwitserland Assemblage Verkoop Service

02/2003

SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG · P.O. Box 3023 · D-76642 Bruchsal/Germany Phone +49 7251 75-0 · Fax +49 7251 75-1970 http://www.sew-eurodrive.com · [email protected]

NL

Recommend Documents