NIEUWSBRIEF VAN DE NOORDHOLLANDSE WEER- EN STERRENKUNDIGE ORGANISATIE
Stichting J.C. van der Meulen De doelstelling van stichting J.C. van der Meulen is het populariseren van; Weer- en sterrenkunde, oudheidkunde, geologie en geofysica.
In dit nummer: De lezing van vrijdag 10 oktober 2014: Het Higgs-deeltje twee jaar later. Door Frank Filthaut. Agenda tot 13 februari 2015. Zichtbaarheid van Maan en planeten tot 10 nov. 2014. Meteoren. Actieve zwermen in oktober. Camelopardaliden, Draconiden, Tauriden en Orioniden. Nabeschouwing door Piet Vriend. Jaargangen Zenith, enz. van Henne Dekkers te koop.
NIEUWSBRIEF VAN DE MAAND OKTOBER 2014
De lezing van vrijdag 10 oktober 2014
Het Higgs-deeltje Twee jaar later Door Frank Filthaut Begin juli 2012 werd de ontdekking van het Higgsdeeltje aangekondigd door wetenschappers van het Europese deeltjeslaboratorium CERN. De natuurkundige wereld verkeerde in een euforische stemming, maar duidelijk was dat er nog veel onbekend was over het zojuist ontdekte deeltje. Hoe staat het inmiddels met het voormalige meest gezochte deeltje van de wereld? Het Higgs-deeltje (of Higgs-boson) is voor natuurkundigen van fundamenteel belang, het maakt het standaardmodel van de deeltjesfysica kloppend. Het Higgsdeeltje is er voor verantwoordelijk dat andere elementaire deeltjes massa krijgen. De bijnaam 'Godsdeeltje' wordt door natuurkundigen veelal verafschuwd, omdat het een misleidende term is De ontdekking van dit nieuwe deeltje was de meest belangwekkende gebeurtenis op het terrein van de deeltjesfysica in 30 jaar. Dit gebeurde bijna 50 jaar na de theoretische voorspelling hiervan. Het zou echter onterecht zijn geweest om dit onmiddellijk te beschouwen als een afgesloten onderwerp en aan te nemen dat het ging om een Higgsdeeltje, laat staan hét Higgsdeeltje. Inmiddels zijn er diverse preciezere studies gedaan, waarvan de resultaten er sterk op wijzen dat het in ieder geval daadwerkelijk gaat om een Higgs-deeltje. In de voordracht zal worden ingegaan op de theoretische achtergrond van het Higgs-deeltje en de plaats ervan in de context van de deeltjesfysica in het algemeen. Tevens zal de feitelijke ontdekking worden beschreven en de daarop volgende studies. De presentatie zal worden besloten met een kort overzicht van het toekomstige onderzoek. Gastspreker Frank Filthaut is wetenschappelijk onderzoeker en docent aan de Radboud Universiteit Nijmegen en bij het NIKHEF. Tevens werkt hij aan projecten bij het Fermilab en wil hij heel graag te weten komen waarom of waardoor wij gemaakt zijn van materie, en niet van antimaterie.
Afbeelding rechtsboven; de LHC, de Large Hadron Collider waarmee het Hiigs-boson is gedetecteerd. Afbeelding linksonder: een computersimulatie van deeltjessporen in een LHC-botsing, waarin Higgs-bosonen worden geproduceerd.
De lezing wordt gehouden in Wijkcentrum "De Grote Waal", Grote Beer 3 te Hoorn. Toegang voor donateurs van Stichting J.C. van der Meulen is gratis. Niet-donateurs betalen € 3,50 entree. Zaal is open om 19:30 uur. Aanvang 20:00 uur. Niet-donateurs a.u.b. telefonisch aanmelden via 0228-511331 of 06-51013648. 1
AGENDA vrijdag
10
okt.
vrijdag
14
nov.
vrijdag
12
dec.
vrijdag
09
jan.
vrijdag
13
feb.
Het Higgs-deeltje; twee jaar later: In de zoektocht naar het Higgs-deeltje was medio 2012 de ontdekking van een nieuw deeltje de meest belangwekkende gebeurtenis op het terrein van de deeltjesfysica in 30 jaar. Inmiddels zijn er diverse studies gedaan, waarvan de resultaten er op wijzen dat het in ieder geval daadwerkelijk gaat om een (dus niet het) Higgsdeeltje. In de voordracht zal worden ingegaan op de theoretische achtergrond van het Higgsdeeltje en de plaats ervan in de context van de deeltjesfysica in het algemeen. Spreker: Frank Filthaut. Aanvang 20:00 uur. Het aardmagnetisch veld ontrafeld. Het geomagnetisch veld was de eerste fysische eigenschap van de Aarde die bekend raakte, ver vóór de zwaartekracht en andere eigenschappen. Deze lezing behandelt de werking van het magneetveld, de oorsprong er van, en (heel belangrijk) de omkering van de polariteit. Nu liggen de magnetische polen enigszins vast, maar dat is niet altijd zo geweest. De gevolgen tijdens een dergelijke omkering laten zich raden, maar de mate van bescherming door de magnetosfeer tegen hoogenergetische kosmische deeltjes varieert mee met de intensiteit van dat magneetveld. Spreker: Lennart de Groot. Aanvang 20:00 uur. Ruimterecht, want de ruimte is Big Business: Commerciële ruimtevluchten, schoonmaakacties voor ruimtepuin, satellieten zo klein als een smartphone en de zoektocht naar toekomstige grondstoffen en energie. De private sector gonst van de "buitenaardse" plannen en activiteiten en is bezig aan een gestage opmars. Maar wie is "daar" eigenlijk de baas en bepaalt wat wel en wat niet mag? En wat zijn de plichten voor alle exploitanten van de ruimte? Spreekster: Tanja Masson-Zwaan. Aanvang 20:00 uur. Rosetta en komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko: Na een tien jaar durende reis is de Rosettaruimtesonde aangekomen bij het reisdoel, komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Inmiddels in orbit rond de komeet zal er een lander, Philae genoemd, worden neergelaten aan het oppervlak die bodemmonsters zal nemen en onderzoek zal doen naar de "atmosfeer" van de komeet als deze dichter bij de Zon geraakt. Inmiddels is er al heel veel onderzoek gepleegd rond het ontstaan en de samenstelling van de komeet. Deze lezing behandelt de onderzoeksgegevens die ons wellicht een betere kijk geven op het ontstaan van het zonnestelsel. Spreker: Carsten Dominik. Aanvang 20:00 uur UFO's: Hebben buitenaardse intelligenties, zo deze al bestaan, recent de Aarde bezocht?: Zijn er gedurende de laatste decennia bewijzen in de vorm van controleerbare waarnemingen met meerdere getuigen, radarecho's etc. beschikbaar gekomen? Of is er iets anders aan de hand en berusten de rapportages over buitenaards bezoek op bedrog, verkeerde interpretatie, natuurverschijnselen. Er zal ook aandacht worden geschonken voor de overeenkomst tussen het geloof in buitenaards bezoek en religie. Spreker: Klaas-Jan Mook. Aanvang 20:00 uur.
MAAN EN PLANETEN IN OKTOBER 2014 DE MAAN VAN 1 OKTOBER T/M 10 NOVEMBER 2014
DE PLANETEN VAN 1 OKT. T/M 10 NOV. 2014
oktober: 01-10-2014 06-10-2014 08-10-2014 08-10-2014 13-10-2014 15-10-2014 18-10-2014 23-10-2014 23-10-2014 28-10-2014 31-10-2014
21h33m Eerste Kwartier. 11h52m Kleinste afstand tot de Aarde (362474,3 km). 12h51m Volle Maan. 19h44m Maan in dalende knoop. 15h34m Maximum declinatie (8°31'01"). 21h12m Laatste Kwartier. 08h05m Grootste afstand tot de Aarde (404896,5 km). 02h46m Maan in klimmende knoop. 23h57m Nieuwe Maan. 02h03m Maximum declinatie (-18°32'22"). 03h48m Eerste Kwartier.
november: 03-11-2014 05-11-2014 06-11-2014 10-11-2014
01h23m 04h13m 23h22m 00h12m
Mercurius: Vanaf 21 okt. is de planeet waarneembaar aan de OZO ochtendhemel. Venus: Venus is niet zichtbaar. De heldere planeet verschijnt opnieuw aan de avondhemel op 18 dec. Mars: Enige tijd na zonsondergang is de rode planeet zichtbaar aan de ZZW hemel. Bijzonder is dat de waarneembare tijd van de planeet Mars weer oploopt! Jupiter: Zichtbaar tijdens de vroege morgenuren. De grote planeet Jupiter staat rond 07h hoog aan de ZO hemel. Saturnus: Nauwelijks nog waarneembaar. De eveneens grote planeet verdwijnt van de avondhemel op 12 okt. Uranus: ± 1 uur na zonsondergang is de planeet zichtbaar aan de OZO hemel. Neptunus: Na het invallen van de astronomische nacht zichtbaar aan ZZO hemel.
2
Kleinste afstand tot de Aarde (367863,7 km). Maan in dalende knoop. Volle Maan. Maximum declinatie (18°34'30").
KORT OVERZICHT VAN DE PLANETEN Voor waarnemers is het de mooiste tijd van het jaar. Een dun laagje mist, hangend over het land en in de sloten, duidt er op dat de atmosfeer zeer rustig is. Hebben we met dergelijke situaties te maken dan is het beslist lonend om de kijker buiten te zetten. Over de zomer van 2014 hadden we niets te klagen, maar ook de herfst is prachtig. Alleen trad de herfst, volgens sommigen, wat vroeger in dan normaal. Dat klopt ook, want in mijn regio begonnen de eerste bladeren al eind augustus te vallen. De herfst is een prima tijd om de sterrenhemel te bestuderen. Vooral wat later op de avond, want dan zien we dat de eerste wintersterrenbeelden alweer boven de einder uitkomen. Mercurius gaat een prachtige periode tegemoet. Het is alleen jammer dat deze periode tijdens de ochtenduren plaatsvindt. Desalniettemin blijft het een mooi gezicht zo'n laagstaande planeet aan de hemel. Venus is deze maand niet zichtbaar. Mars is nog steeds waarneembaar, maar staat inmiddels alweer op grote afstand van de Aarde. Jupiter is zichtbaar tijdens de vroege morgenuren, terwijl aan de andere kant van de hemel Saturnus op het punt staat onder de horizon te verdwijnen. Uranus en Neptunus zijn goed waarneembaar, maar voor beide planeten geldt dat we moeten wachten tot het invallen van de astronomische nacht. De magnitude van vooral Neptunus is zeer zwak.
Dit jaar gaat de wintertijd in op 26 oktober 2014 (02h). MERCURIUS; (Diameter 4879 km. Gemiddelde afstand tot de Zon 58 miljoen km. Mercurius doorloopt zijn baan om de Zon in 88 dagen. Eigen rotatie 59 dagen.)
23 okt.: fraaie samenstand van Mercurius en de zeer oude Maan.
This image was acquired on Oct. 2, 2013 by the Wide Angle Camera (WAC) of the Mercury Dual Imaging System (MDIS) aboard NASA's MESSENGER spacecraft, as part of the MDIS's limb imaging campaign. Image Credit: NASA/Johns Hopkins University Applied Physics Laboratory/Carnegie Institution of Washington.
Na een gemiste avondperiode verschijnt de eerste planeet van ons zonnestelsel opnieuw aan de morgenhemel op 21 oktober. Dit is tevens de laatste zichtbaarheidsperiode van 2014. De volgende, een avondperiode, begint precies op "Oudejaarsavond".
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10
10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11
2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014
: : : : : : : : : : : : : : : : : : : : :
07h49m 07h40m 07h31m 07h24m 07h18m 07h14m 07h10m 07h07m 07h06m 07h05m 07h06m 07h07m 07h09m 06h11m 06h14m 06h17m 06h21m 06h25m 06h30m 06h35m 06h40m
08h01m 08h02m 08h04m 08h06m 08h08m 08h10m 08h11m 08h13m 08h15m 08h17m 08h18m 08h20m 08h22m 07h24m 07h26m 07h27m 07h29m 07h31m 07h33m 07h34m 07h36m
00h12m 00h23m 00h33m 00h42m 00h49m 00h56m 01h01m 01h06m 01h09m 01h11m 01h13m 01h13m 01h13m 01h13m 01h12m 01h10m 01h08m 01h05m 01h03m 01h00m 00h56m
In de morgen van de 21ste vinden we Mercurius op zeer geringe hoogte aan de oost-zuidoostelijke hemel. Het gaat hier dus om een ochtendperiode en dat betekent dat we "er als de kippen bij moeten zijn" om de eerste beelden van de planeet op te vangen. Dit zal moeilijk worden, want gezien de hoogte en waarneembare tijd hebben we op deze morgen weinig kans. Maar…. de planeet schiet deze keer in een zeer rap tempo omhoog en twee dagen later (de 23ste) is hij al 33 minuten zichtbaar! Een zeer speciale morgen, want ook de Maan staat op het tijdstip van 08h04m net boven de einder. Een bijzonder fraai gezicht, want het gaat hier om zeer "Oude Maan"! Mocht iemand het geluk hebben om de Maan in het beeldveld van bv een verrekijker te vangen dan zien we slechts 0,45% van het maanoppervlak!! Hoogstwaarschijnlijk gaat deze prachtige Maan verloren in het ochtendgloren. Mercurius staat op het eerder genoemde tijdstip op een hoogte van bijna 8° aan de oost-zuidoostelijke hemel. De planeet Mercurius laat deze morgen 13,8% van zijn oppervlak zien. Een prachtige fase dus en het is zeker de moeite waard om de kijker op de planeet en, als we geluk hebben, ook even op de Maan te richten. De magnitude van Mercurius staat deze morgen op 1,6 en dat is niet bijzonder helder. Naarmate de dagen/ochtenden vorderen staat een steeds groter deel van het mercuriusoppervlak in het zonlicht. De hoek tussen de Zon, Mercurius en de Aarde wordt immers steeds groter. De planeet is het langst waarneembaar van 31 oktober tot 3 november. De totale waarneembare tijd komt op 1 uur en 13 minuten te staan. Rond deze dagen heeft de planeet, kort voor zonsopkomst, een hoogte van ruim 13°. De helderheid staat rond deze dagen op -0,6. Op 1 november bereikt Mercurius zijn grootste westelijke elongatie van 18,7°. Na deze datum wordt het weer snel minder en zijn de mooiste fasen van Mercurius afgelopen. De planeet blijft zichtbaar tot 24 november. 3
VENUS: (Diameter 12.100 km. Gemiddelde afstand tot de Zon 108.2 miljoen km. Venus doorloopt haar baan om de Zon in 225 dagen. Eigen rotatie 243 dagen (retrograde).)
Niet zichtbaar. 25 okt.: Venus in bovenconjunctie met de Zon.
Venus is deze maand niet zichtbaar. Na een lange morgenperiode verdween de planeet op 1 oktober van de ochtendhemel. Venus is op 25 oktober in bovenconjunctie met de Zon en pas op 18 december valt Venus weer binnen de zichtbaarheidsgrens. Deze keer aan de avondhemel en dat komt de meesten onder ons beter uit wat waarnemingen betreft. Tot die tijd moeten we dus geduld hebben.
MARS: (Diameter 6780 km. Gemiddelde afstand tot de Zon bijna 228 miljoen km. Mars doorloopt zijn baan om de Zon in 687 dagen. Eigen rotatie 24h39m35s.)
28 okt.: Samenstand met de Maan (24%).
Mars is eigenlijk niet meer interessant! De planeet wint weliswaar aan waarneembare tijd, maar voor mooie details staat hij alweer op te grote afstand van de Aarde. Op de avond van 28 oktober vinden we de planeet, op het tijdstip van 18h54m, aan de zuid-zuidwestelijke hemel. De hoogte boven de einder is op dat tijdstip iets meer dan 10°. Maar…. de planeet Mars is deze avond niet alleen. Pal boven de planeet Mars staat deze avond ook een prachtige Maan. Van het maanoppervlak staat ruim 24% in het zonlicht en dat is zeker de moeite waard om de kijker niet alleen op Mars te richten, maar ook op de Maan. Mochten de weergoden op deze avond meewerken dan zien we, op het maanoppervlak, bij bergachtige gebieden en hoge kraterwanden prachtige schaduwpatronen! Eigenlijk is de Maan interessanter dan Mars! Bovendien staat de Maan ook nog eens 6° hoger aan de hemel. Beide objecten staan in een gebied aan de hemel dat zeer interessant is. We kijken precies richting de Melkweg of beter gezegd: tegen één van de spiraalarmen van ons Melkwegstelsel. Met dit op de achtergrond zijn er natuurlijk veel boeiende objecten te vinden. Nog een voordeel: Al deze objecten staan hoger tot veel hoger aan de hemel dan de planeet Mars. De Maan is de volgende avond alweer verdwenen en staat dan ten oosten van Mars. De rode planeet kunnen we de gehele maand als baken gebruiken om al deze objecten op te sporen! Nu zijn een flink aantal zeer lichtzwak en vallen buiten ons bereik. We moeten daarom ook wachten totdat de rode planeet bijna of geheel op de horizon staat. De Maan heeft dan nog een hoogte van ± 6°. Op een duidelijke sterrenkaart zijn al deze objecten te vinden, maar zoals eerder gezegd moeten ze wel binnen ons bereik liggen. Zo staat bv M16, op het tijdstip van 19h55m, nog op een hoogte van bijna 12°. De magnitude van dit object staat op 6 en is dus in een kleine kijker zichtbaar. Een ander object is M18, maar deze staat wel iets lager aan de hemel. Afijn: het beste is om een duidelijke sterrenkaart er bij te halen waar al deze objecten opstaan. Op internet kunt u veel informatie vinden omtrent al deze objecten. Let wel op de magnitude, want er staan ook veel objecten die te zwak zijn voor onze amateurinstrumenten. Eind oktober is de waarneembare tijd van Mars verder opgelopen en komt uit op 1 uur en 10 minuten. De magnitude van de planeet is wel afgenomen tot een waarde van 0,9. Maar…. de tijd dat de planeet zich boven de zichtbaarheidsgrens bevindt loopt in november nog verder op. In december vinden we Mars meer dan 2 uur boven de z.g. 6° grens. De bewegingen van de planeet Mars ten opzichte van onze aardbol zijn deze keer dusdanig dat de rode planeet Mars zichtbaar blijft tot eind april volgend jaar! JUPITER: (Diameter 142.984 km. Gemiddelde afstand tot de Zon 778.570.000 km. Jupiter doorloopt zijn baan om de Zon in bijna 12 jaar. Eigen rotatie 9h56m.)
17 okt.: De Maan ten ZW van Jupiter. 18 okt.: De Maan ten ZO van de planeet.
Jupiter staat binnen de grenzen van het sterrenbeeld Cancer en is gemiddeld genomen vanaf 03h waarneembaar aan de oostnoordoostelijk morgenhemel. Ik ga er vanuit dat slecht weinigen om deze tijd de kijker buiten zetten. Een voor iedereen betere tijd is ±07h. De heldere planeet staat dan inmiddels op een hoogte van 43° aan de zuidoostelijke hemel. Vanwege zijn grote helderheid is hij gemakkelijk te herkennen. De magnitude staat inmiddels alweer op -2 en dat maakt hem het helderste sterachtig object aan de hemel! In de nacht van 14 oktober vinden we hem precies op de grens van Cancer (Kreeft) en Leo (leeuw). Het duurt dus nog even voordat we de planeet aan de avondhemel vinden. Voor zijn oppositie moeten we wachten tot volgend jaar 6 februari. Voor deze datum is de planeet al zichtbaar tijdens de avonduren. Op 14 november vinden we hem voor het eerst boven de einder vóór middernacht. In december is de reuzenplaneet uitstekend waarneembaar tijdens de late uurtjes. In de morgen van 17 oktober staat de Maan ten zuidwesten van de planeet. Van het maanoppervlak zien we deze morgen ruim 37%. Bijzonder is dat de Maan nabij de open sterrenhoop M67 staat. Deze open sterrenhoop is prachtig zichtbaar met een redelijke verrekijker. De Maan zal wel enigszins storen, maar de helderste sterren van M67 zullen ongetwijfeld zichtbaar zijn. De magnitude van M67 staat op 6,9. We vinden deze sterrenhoop op ongeveer 1/3 afstand van de lijn Maan en de ster Acubens 4
oftewel 65α. Deze ster heeft een magnitude van 4,26. De onderlinge afstand van beide objecten is deze ochtend op het tijdstip van 06h slechts 3°. Ten noorden van de Maan, op bijna 7°, vinden we de prachtige open sterrenhoop M44 oftewel "Praesepe". Zelfs met een kleine verrekijker zien we tientallen sterren! De magnitude van M44 staat op 3,1. Voorlopig blijft Jupiter een morgenobject. Op 8 december is de planeet stationair. Hij begint dan aan zijn z.g. oppositielus. Voor zijn oppositie moeten we wachten tot 6 februari 2015. Voor die tijd kunnen we al volop genieten van deze prachtige planeet. We gaan de wintertijd tegemoet en dat betekent dat de ecliptica hoog aan de hemel staat. Hierdoor kunnen we weer uitstekend de bewegingen van zijn vier grote manen volgen. Bedekkingen, uittredes en intredes enz. zijn voor een amateur die een redelijke kijker bezit zeer goed waar te nemen.
SATURNUS: (Diameter 120.540 km. Gemiddelde afstand tot de Zon 1,4 miljard km. Saturnus doorloopt zijn baan om de Zon in ongeveer 29½ jaar. Eigen rotatie 10h39m.)
25 okt.: Saturnus wordt bedekt door de Maan.
Na een lange zichtbaarheidsperiode verdwijnt de planeet Saturnus op 12 oktober van de avondhemel. In het begin van de maand vinden we de mooie planeet laag tussen zuidwestelijke en west-zuidwestelijke richting. Willen we de planeet zien dan moeten we ons beslist in een omgeving bevinden waar zich geen obstakels zoals gebouwen of bomen bevinden. Een ruim uitzicht over het landschap is beslist noodzakelijk. Dat geldt zeker voor 25 oktober, want dan bedekt de Maan de planeet Saturnus. Het is jammer dat de planeet op die datum zich buiten de door ons vastgestelde zichtbaarheidsgrens bevindt. Hij staat dus lager dan 6°. Maar…… dat wil niet zeggen dat we de planeet op die datum niet meer kunnen zien. Tenminste als we geluk hebben en de weergoden met ons zijn. De bedekking speelt zich af op slechts enkele graden boven de horizon. De bedekking begint al om 18h11m en dan staat de Zon nog net boven de einder. Het hele gebeuren gaat eigenlijk net aan onze neus voorbij. Een vol uur later komt de planeet weer tevoorschijn, maar staat dan nog op slechts 1° hoogte. Ga er gerust vanuit dat we weinig of niets van deze bedekking zullen zien.
URANUS: (Diameter 51.118 km. Gemiddelde afstand tot de Zon bijna 2,87 miljard km. Uranus doorloopt zijn baan om de Zon in 84 jaar. Eigen rotatie 17h14m.)
07 okt.: Uranus in oppositie met de Zon. 08 okt.: Volle Maan ten O van Uranus.
Uranus is deze maand in oppositie. Op 7 oktober om 22h staat de planeet Uranus, gezamenlijk met de Aarde, op een lijn met de Zon. De Aarde in het midden natuurlijk, want de planeet is in oppositie. De afstand tot de Aarde is op 27 oktober dus het kleinst. Dat Uranus nu in oppositie is wil niet zeggen dat we van alles kunnen verwachten wanneer we een telescoop op de planeet richten. Het is heel frustrerend, maar die 150 miljoen km (afstand Aarde-Zon) maakt op de 2,87 miljard km niet zoveel uit. In magnitude gerekend is het slechts een paar tienden. We moeten eerst de planeet nog opsporen en dat levert op zich al een probleem op. Ten eerste moeten we ons in een zo donker mogelijke omgeving bevinden. Ten tweede hebben we voldoende kennis nodig van de sterrenhemel. De planeet staat in het sterrenbeeld Pisces (Vissen). Op het kaartje geplaatst in de maand september kunnen we de positie van de planeet terug vinden. De maandelijkse verplaatsing is zo gering dat het te verwaarlozen is. Uranus doet er immers 84 jaar over om een rondje Zon te draaien. Ik moet wel even vermelden dat er een foutje op het kaartje staat: De ster 73ε is fout! Dit moet 71ε zijn! Ten derde hebben we een zeer heldere lucht nodig om magnitude (bijna) 6 te kunnen zien. Willen we Uranus opsporen dan moeten we dat zeker niet rond de 7 de doen, want dan vinden we een bijna Volle Maan ten zuidwesten van de planeet. Dat geldt ook voor de avonden daarna, want op 8 oktober hebben we te maken met een Volle Maan. We moeten dus een aantal dagen wachten eerdat we een poging kunnen ondernemen. Na de 12 de of beter nog 13de oktober blijft de Maan in het begin van de avond onder de horizon. Hier zijn onze kansen veel groter om de planeet op te sporen. De komende maanden blijft Uranus aan de avondhemel. Hij neemt een steeds gunstiger positie in omdat de zichtbaarheid meer richting de vroege avonduren gaat verschuiven. Bovendien hebben we vanaf 26 oktober weer te maken met wintertijd! Het is dan een uur vroeger donker. NEPTUNUS: (Diameter 49.528 km. Gemiddelde afstand tot de Zon 4,5 miljard km. Neptunus doorloopt zijn baan om de Zon in 165 jaar. Eigen rotatie 16h07m.)
05 okt.: Een bijna Volle Maan ten N van Neptunus.
Op 8 oktober eindigt het "Twilight" en begint dus de astronomische nacht om 20h54m. Naarmate de maand oktober vordert zal de astronomische nacht steeds vroeger invallen. Kijken we bv op 31 oktober naar deze tijd dan zien we dat de astronomische 5
nacht al om 19h08m invalt, maar vanaf 26 oktober 02h hebben we te maken met wintertijd. De klok is dan al een aantal dagen een vol uur teruggezet! Een prima tijd, want dat geeft ons ruim voldoende de gelegenheid om de laatste planeet van ons zonnestelsel op te sporen. Ook hier kunnen we het zoekkaartje, welke geplaatst is in de nieuwsbrief van september, gebruiken om de positie van de planeet te vinden. We gaan uit van het weekend van 12 oktober. Op deze datum begint de astronomische nacht om 20h45m. Van de Maan hebben we rond dat tijdstip geen last, want die staat om 20h45m nog op -6°. Neptunus vinden we op dat tijdstip op ruim 23° hoogte tussen zuidoostelijke en zuid-zuidoostelijke richting. Een prima hoogte, wat betekent dat we de telescoop in een gemakkelijke positie moeten plaatsen. De planeet staat binnen de grenzen van het sterrenbeeld Aquarius en heeft een magnitude van 7,8. Hij valt dus buiten het bereik van ons ongewapend oog. We moeten een verrekijker op statief gebruiken om ruwweg de positie van de planeet te bepalen. Nu staat Neptunus op kleine afstand van de sterren 57σ en 58 ten noordwesten van deze beide sterren. 57σ heeft een magnitude van 4,8 en 58 heeft een helderheid van 6,39. In een donkere omgeving zou in principe de ster 57σ met het blote oog te zien moeten zijn. Gebruik om te beginnen de ster 73λ Aquarii. De onderlinge afstand van 73λ en de sterren 57σ en 58 is ±6° richting het westen. Eigenlijk is het vrij eenvoudig, want 57σ is de enige ster in de omgeving met een helderheid van 4,8. Hebben we deze ster gevonden dan is het niet meer zo moeilijk. Neptunus staat op 00°39'07" ten noordwesten van deze ster. Ook de komende maanden is de planeet goed waar te nemen. De astronomische nacht valt steeds vroeger in. Daardoor kunnen we bv in de maand december de planeet opsporen vanaf 18h34m. Wel moeten we er rekening mee houden dat Neptunus steeds meer richting het zuidwesten komt te staan, want de seizoenen staan niet stil. Zo vinden we de planeet op 15 december, op het moment dat de astronomische nacht invalt, op 25° hoogte aan de zuid-zuidwestelijke hemel!
STERRENHEMEL VAN DE MAAND OKTOBER 2014 Het is in deze tijd van het jaar voor u, de amateurastronomen, weer zaak dat u zich ter voorbereiding van de nachtelijke waarnemingssessies goed kleedt. Want ook al is de herfst pas een maand oud, het kan nu al 's nachts verraderlijk koud zijn en een verkoudheid of een stramme rug is zo opgelopen. Nog een tip: zorg voor een gemakkelijke stoel zodat u niet steeds hoeft te staan. Zo ontspant u telkens even de benen en de onderrug, wat daarna het waarnemen weer aangenamer maakt. Nog een thermoskan hete koffie of choco bij de hand en niemand doet ons meer wat! Gemakkelijk vinden we ditmaal het Herfstvierkant, en Andromeda is in een prima positie om te worden waargenomen. Dat komt goed uit, want oktober is de perfecte maand om enkele prachtige bekende sterrenstelsels waar te nemen. Zo kan men makkelijk het indrukwekkende sterrenstelsel Messier 31 (Andromedanevel) waarnemen. Dit sterrenstelsel heeft een helderheid van magnitude 3,5 en heeft een schijnbare afmeting van 178'. Met een verrekijker of kleine telescoop is dit sterrenstelsel al zichtbaar. Een ander sterrenstelsel dat in oktober waar te nemen is, is NGC 253 (Sculptorstelsel). Dit sterrenstelsel met een helderheid van magnitude 7,1 en een schijnbare afmeting van 25' is een uiterst lastig te vinden object aangezien het zich in het sterrenbeeld Beeldhouwer bevindt, laag aan de horizon. Rond 01h heeft het de maximale hoogte van slechts 11 graden bereikt waarna het niet meevalt om door de lichtvervuiling en atmosfeervertroebeling nog een klein streepje licht te vinden. Het wordt iets eenvoudiger als we op een plek staan waarvandaan het zuiden niet zo sterk is verlicht. Een uitstapje naar de Flevopolder wellicht? Of de afsluitdijk over en in Friesland gaan waarnemen? Voor de amateurastronoom zijn er uitdagingen genoeg. Deze foto (rechtsonder) van NGC 253 is gemaakt door Bob Christmas. Oktober is ook de ideale maand om het sterrenstelsel Messier 33 (Driehoeknevel) op te zoeken met een telescoop. Messier 33 kunnen we terugvinden in het sterrenbeeld Driehoek en heeft een helderheid van magnitude 5,7. De schijnbare afmeting van dit sterrenstelsel bedraagt 62,0'. Rond de periode van Nieuwe Maan en bij goede omstandigheden zijn deze sterrenstelsels dan ook het best waar te nemen. Laag in het oostnoordoosten zijn reeds grote delen van de Stier zichtbaar, met de oranje Aldebaran als zijn oog welke te midden van het open cluster "Hyaden" ligt. 6
Echter het allermooiste object in de Stier is toch de open sterrenhoop M-45, oftewel de Plejaden. Zonder hulpmiddelen zijn zo'n zes sterren zichtbaar, gegroepeerd in de vorm van een heel klein steelpannetje. Het wordt pas een lust voor het oog als u deze groep door de verrekijker bestudeert. Tientallen heldere, blauwwitte diamanten fonkelen in het beeldveld en zorgen er voor dat we als het ware in een droomtoestand niet in de gaten hebben dat er alweer 10 minuten om zijn!
Lynx
Ursa Major
Canes Venatici
2
Auriga Capella
b
Draco
Taurus
Camelopardalis
Arcturus
Polaris
Perseus
Draco
Cassiopeia
Pleiaden
Deneb
Hercules
Lyra
Mira
Sagitta
Uranus
Vulpecula
Pegasus
Pisces
Cygnus
Cetus
Lacerta
Serpens
Wega
Andromeda
Corona Borealis
Triangulum Aries
Cepheus
1
Boötes
Ursa Minor Aldebaran
Delphinus
Altair
Ophiuchus
Aquila
Pisces Equuleus
Scutum
Mercurius
Neptunus
Sagittarius
Aquarius Capricornus Fomalhaut
Piscis Austrinus
Op 22 oktober 2014 bereikt de meteorenzwerm Orioniden omstreeks 09h zijn maximum. Uiteraard is het dan al volop licht dus dat exacte maximum zullen we niet zien. Deze meteorenzwerm, ook al zichtbaar in de dagen voor of na het maximum, wordt veroorzaakt door stofdeeltjes afkomstig van de komeet Halley. De radiant van deze zwerm bevindt zich rond 06h in het sterrenbeeld Orion op 54° boven de horizon. Bij goede omstandigheden moet het mogelijk zijn om tot 25 meteoren, ook wel "vallende sterren" genoemd in de volksmond, per uur waar te nemen. Orioniden bewegen zich met de hoge snelheid van circa 66 km/s en hebben vaak nalichtende sporen. Doordat de Maan op 22 oktober niet eerder dan 06h32m opkomt en slechts voor enkele procenten verlicht is, stoort deze absoluut niet waardoor ook de lichtzwakke meteoren van deze zwerm zichtbaar zullen zijn. Het loont dus zeer de moeite om eens een keer super vroeg op te staan (bijvoorbeeld om 04h) en op zoek te gaan naar deze meteoren. De ochtendschemering zet in vanaf circa 07h40m, dus vanaf dat tijdstip gaan we de lichtzwakke meteoren niet meer zien. Blijven voor ons over de mogelijke vuurballen die zichtbaar zullen zijn tot het moment van zonsopkomst; in West-Friesland zal dat zijn om 08h17m. Nog een tip: om meteoren waar te nemen heeft u geen speciale apparatuur nodig. Enkel een ligstoel (of stretcher met slaapzak), een 7
donkere waarneemplaats, warme kleding, uiteraard een heldere sterrenhemel en wat geduld zijn genoeg. Terug naar de sterrenhemel alwaar we even een korte gecombineerde nek/evenwichtsoefening zullen uitvoeren; exact loodrecht boven u ziet u weliswaar een gedeelte van de Melkweg, alleen geen heldere ster; pakt u nu de verrekijker, richt deze op het zenit en u zal een dichte groep van ongeveer 20 sterren ontdekken; het is M-39, een open sterrenhoop van de zevende magnitude en het bevindt zich op een afstand van zo'n 900 lichtjaar. Deze sterrenhoop wordt nogal verduisterd door interstellair stof en gas, anders was het net zo helder geweest als de Plejaden. Een paar graden westelijker fonkelt Deneb en nog weer lager staat de helderst zichtbare ster van dit moment, Wega. Tussendoor kunnen we ons bezighouden met een ander soort waarneming, namelijk die van satellieten. Naarmate de herfst vordert zult u er minder zien dan in de zomer, maar toch moeten er in een paar uur tijd wel een stuk of 8 te zien zijn. Steken we over naar het noorden van de sterrenhemel, dan bemerken we dat de Grote Beer zijn laagst haalbare positie heeft bereikt. De Voerman tenslotte, grenzend aan de Stier, is gelukkig weer geheel boven de kim geklommen, met Capella en Menkalinan als de twee helderste sterren en de mooie open clusters M-36 en M-37 als interessante deepsky-objecten. Voor het waarnemen van al deze objecten hoeft u beslist niet diep in de buidel te tasten om een dure telescoop aan te schaffen. U heeft slechts een 70 mm lenzentelescoop nodig en een fatsoenlijk Plössl-oculair om volop van dit soort sterrenhopen te kunnen genieten! Ook de Maan en planeten als Jupiter en Saturnus komen door deze bescheiden instrumenten volop tot hun recht. Bovendien zijn deze kleinere instrumenten gemakkelijk mee te nemen en nemen ze thuis amper ruimte in.
METEOREN. CAMELOPARDALIDEN, DRACONIDEN, TAURIDEN EN ORIONIDEN Begin oktober zijn er 2 potentiële kandidaten. In de nacht van 5 op 6 oktober "pieken" mogelijk de oktober Camelopardaliden. Een weinig bekend zwermpje, dat zeer recent kortlevende uitbarstingen vertoonde in 2005 en 2006. Mogelijks kunnen we volgens de Finse modelleur Esko Lyytinen in 2014 een aantal meteoren waarnemen op 6 oktober tussen 01.00-08.30 UT. Een andere modelleur, de Fransman Jeremie Vaubaillon, voorspelt dan weer een kleine opleving van de legendarische Draconiden-zwerm in de avond van de 6de oktober, dankzij de nadering van twee stofsporen (1900 stofspoor om 19.10 UT en het 1907 stofspoor om 19.53 UT). Hij verwacht hierbij een piek van ZHR ~30 voor het 1900 stofspoor en ZHR ~10 voor het 1907 stofspoor. De Rus Maslov laat de Draconiden iets later pieken rond 20.10UT met een iets lagere activiteit. Hoe dan ook, dit belooft een interessante avond te worden. Oktober is een erg rijke maand voor het meteoren waarnemen. De Tauriden leveren gedurende de maanden oktober en november vrijwel iedere nacht een mooi aantal meteoren op, terwijl de Orioniden hun jaarlijkse piek kennen rond 22 oktober. De omstandigheden zijn ideaal met een Nieuwe Maan op 23 oktober! Vrijwel de hele periode tussen 2025 oktober leveren mooie aantallen Orioniden op. De zwerm is na haar forse oplevingsperiode tussen 2006 en 2010 terug op een normale activiteit gekomen (ZHR ~25). Een directe intense terugkeer wordt niet voorspeld, maar het is nooit uitgesloten dat er zich andere onverwachte sub maxima voordoen buiten het normale maximumtijdstip, zoals in 1993 en 1998.
8
NABESCHOUWING VAN SEPTEMBER 2014 13 miljard jaar terugkijken in de tijd: een zoektocht naar de eerste sterren, een lezing door Renske Smit, promovenda Sterrewacht Leiden De lezing bracht ons via onderstaande voorstelling van de ontwikkeling van het Heelal vanaf de oerknal, links, naar het heden 13.7 miljard jaar later, rechts. Als we in het heden beginnen, en we kijken om ons heen, dan komen via ons zonnestelsel in ons Melkwegstelsel, wat we kennen als De Melkweg die we kunnen zien aan de nachtelijke hemel. Op dit plaatje links de Oerknal – Big Bang. Na de oerknal krijgen we het snel uitdijen van het heelal (zie Inflation op het plaatje), waarvan we via ruis in radiotelescopen nog het nagloeien (Afterglow Light Pattern) van 380.000 jaar na de oerknal kunnen terugzien. Daarna volgen de Dark Ages = De Donkere Era. Hierin koelde het heelal af, en vormden zich de eerste sterren, en dat was ongeveer 400.000.000 jaar na de oerknal. Omdat we er van uit gaan, dat het heelal 13.700.000.000 jaar oud is, minus 400.000.000 jaar = dus de vorming van de eerste sterren is begonnen 13,3 miljard jaar geleden. De vraag is dan: Hoe ontstaan sterren? We zouden naar onze eigen zon kunnen kijken, maar die is lang niet oud genoeg, en die is bovendien samengesteld uit allemaal ‘restanten’ van eerder gevormde sterren, die aan het einde van hun bestaan gekomen zijn. Na de oerknal werd vooral waterstof (H) en Lithium (Li) gevormd, wat na de eerste stervorming "opgebrand" werd via kernfusie tot zwaardere elementen, tot maximaal ijzer (Fe). Als deze sterren aan het einde van hun leven exploderen aan de buitenkant en imploderen in hun binnenste, dan ontstaan nog zwaardere elementen, die we kennen uit de periodieke tabel van de elementen van Dmitri Mendelejev. De mensen die scheikunde hebben gehad, zullen de naam nog wel kennen van een grote kaart aan de wand van het scheikundelokaal. Na zo’n geweldige explosie (supernova) ontstaat sterrenstof, waaruit weer nieuwe sterren gevormd worden, en deze nieuwe sterren kunnen dan de zwaardere elementen bevatten die ontstaan zijn tijdens de supernova. En die zware elementen hebben dus niet in de allereerste sterren gezeten – want die bevatten vooral H = waterstof. http://nl.wikipedia.org/wiki/Supernova Om verder te komen met dit onderzoek, moeten we onder andere de lichtsnelheid weten. De eerste die hiernaar onderzoek heeft gedaan, is Ole Rømer – 1676 – eindige lichtsnelheid. Hij deed dit aan de hand van metingen aan tijd van verdwijningen en verschijningen van de maan Io achter de planeet Jupiter. Inmiddels weten we precies hoe lang het licht doet over bij voorbeeld de afstand Zon - Aarde = 8 minuten. De lichtsnelheid is circa 300.000 km/sec. (299.792.458 m/s om precies te zijn). De dichtstbijzijnde ster staat op circa 4 lichtjaar van de Aarde. Van het centrum van de Melkweg tot de Aarde is 25.000 lichtjaar. Het dichtstbijzijnde sterrenstelsel is Andromeda, en staat op een afstand van 2.5 miljoen lichtjaar. De Virgo cluster staat op 50 miljoen lichtjaar. Vervolgens kunnen we ons de vraag stellen, hoever we zouden kunnen terugkijken in de tijd – want als we ver weg kijken, zie we in feite het verleden, we zien licht wat heel lang geleden naar ons op weg is gegaan. Het antwoord is dat we bijna terug kunnen kijken tot de oerknal, en dat was 13.7 miljard jaar geleden, maar dus niet helemaal! Het oudste wat we waar kunnen nemen, is kosmische ruis, de op het eerste plaatje genoemde Afterglow Light Pattern, en dat is van 380.000 jaar na de Oerknal. In deze tijd worden de eerste atomen en moleculen gevormd. Vervolgens begin de zoektocht naar de eerste sterren, die daarna gevormd moeten zijn. Aan deze zoektocht hebben onder andere meegedaan: - 1990 Hubble Space Telescope. Deze telescoop heeft vervolgens in de loop der jaren diverse "updates" gehad. Voor sommige waarnemingen is 10 dagen kijken nodig met de Hubble Deep Field Telescope. Wat zien we dan en hoe herkennen we sterrenstelsels? De afstand kan onder andere bepaald worden via het Dopplereffect. 9
Op het eerste plaatje/links zien we een roodverschuiving, als een object (ster) van ons af beweegt. Op het plaatje er onder een blauwverschuiving als een object naar ons toe beweegt. Om deze redenen veranderen ook de spectraallijnen van plaats (= golflengte), als iets van ons af of naar ons toe beweegt. En mede hierdoor kan ook de afstand en richting van een object gemeten worden.
Foto links: Limitaties aan het meten van roodverschuiving. - niet alle spectra hebben emissielijnen-absorptie lijnen! Dit hangt weer af van de temperatuur van het geobserveerde object - het opbreken van licht in golflengten is duur – lange waarneemtijden - zelfs al heb je (sterke) emissielijnen, dan moeten deze wel op de juiste golflengte staan (des te verder weg, des te groter de afwijkingen en des te moeilijker te meten)
Opname in banden (golflengte van straling, licht, enz.) De foto rechts laat zien, dat in de verschillende banden heel verschillende dingen te zien zijn. Rechts-boven: x-ray = Röntgen straling, via de Chandra satelliet. Rechts-midden: optisch beeld via Hubble telescoop. Rechts-onder: infrarood, via Spitzer telescoop In 1996 heeft men vastgesteld dat er in het Heelal een babyboom van sterren is geweest in de periode van 2 tot 5 miljard jaar na de Oerknal. Dit komt neer op 11,7 tot 8,7 miljard jaar na de Oerknal 13,7 milj. jaar geleden. In 1997 kon men tot 10,5 miljard jaar terug kijken met de Hubble door te kijken naar zwaartekrachtlenzen, die beelden gaven van een Galaxy(=sterrenstelsel) met de hoogste roodverschuiving. In 2005 kwam met tot 13 miljard jaar terug door het observeren van een verre Galaxy met de Hubble Ultra Deep Field Space Telescope. Hier zien we dat bij verschillend licht we verschillende dingen kunnen zien. In het zichtbare licht is soms niets te zien (rechtsboven) terwijl wel wat te zien is in het infrarood (rechtsmidden). In 2011 konden we terug gaan tot 13.3 miljard jaar terug. We staan er versteld van, dat we nog steeds zoveel sterrenstelsels ontdekken, terwijl we toch al heel dicht bij de "Dark Ages", zie het allereerste plaatje, komen. In 2013: het verste object ooit gevonden, 13,4 miljard jaar terug. Dit is een verre Galaxy, die zichtbaar werd via een zwaartekrachtlens rondom cluster MACS J0647. U zult begrijpen dat metingen en kennis die hiervoor nodig zijn, nogal ingewikkeld zijn. Daarom laat ik de technische details nu maar voor wat ze zijn in deze nabeschouwing. 10
Nog even een blik naar de toekomst. In 2018 hopen we op het lanceren van de James Webb Space Telescope. Deze wordt geplaatst in L2 = het tweede Lagrange punt. Dit is een punt in de ruimte achter de Aarde en de baan van de Maan, gezien vanaf de Zon. Deze telescoop is zo gevoelig, dat hij zo koud mogelijk moet blijven om goed te werken. Op deze telescoop is onze hoop gevestigd omdat men hiermee hoopt veel nog openstaande vragen te kunnen beantwoorden en problemen te ontrafelen en oplossen. Voor de liefhebbers nog even een paar links: http://nl.wikipedia.org/wiki/James_Webbruimtetelescoop en http://nl.wikipedia.org/wiki/Lagrangepunt Het was een bijzonder boeiende lezing, waarvoor dank aan de spreekster, Renske Smit. Piet H. Vriend
TE KOOP Onze donateur dhr. Henne Dekkers biedt de volgende wetenschappelijke tijdschriften te koop aan. De opbrengst is voor een goed doel. Het geld gaat naar Stichting UNU PIKIN. De stichting zet zich in voor de kinderen van Suriname en levert een bijdrage aan het verbeteren van het onderwijs, in Paramaribo, de districten en het binnenland. Dit doet Unu Pikin (wat Onze Kinderen betekent) door het opzetten van schoolbibliotheken, het inzamelen en distribueren van educatief-, sport- en spelmaterialen en door het renoveren van schoolmeubilair in de sociale werkplaats in Paramaribo. Daarnaast worden jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt bij Unu Pikin Fietsen opgeleid tot fietsenmaker.
Tijdschrift National Geographic : Engelse tekst, cassettes van 6 nr = ½ jaar. sept 1968, mrt 1975, mei 1977, 1984,’85,’86 en 1987. 1993,’94,’95,’96 en 1997. Totaal 18 cassettes. ZENIT: Populair wetenschappelijk maandblad over sterrenkunde / weerkunde / ruimtevaart / ruimte-onderzoek / aanverwante wetenschappen en technieken. 1e jrg 1974 ( in blauwe verzamelband) evenals de 2e jrg 1975, 3e jrg 1976, 4e jrg 1977, 5e jrg 1978 randen stuk, 6e jrg 1979, 1980 (in witte verzameldoos) 1981-1982 (in bruine verzameldoos), zoals alle anderen,1983-1984, 1985-1986, 1987-1988, 1989-1990, 1991-1992, 19931994, 1995-1996. Totaal 23 jaargangen DOOS nr.1: jaargangen 1974 tot en met 1985; 12jrgn 11 nummers per jaargang, behalve jrg 1982 heeft 10 nummers. DOOS nr.2: jaargangen 1986 tot en met 1996; 11jrgn 1995 een complete jrg en de nrs 9-12; 1996 twee complete jaargangen. BIEBDOOS nr.3: 1997 tot en met 1999; april nr 2002; 2009 zonder okt??;2010 zonder jan?? en febr??. 2011 zonder okt?? en dec??.2012 zonder okt?; nov? dec?. 7jrgn Totaal 30 jaargangen Totaal totaal 53 jaargangen GEA diverse tijdschriften Prijzen in nader overleg, wel heel lage prijzen, de tijdschriften hoop ik een goede bestemming te geven H.P.Dekkers, De Hulk 8, 1622 DZ, Hoorn UNU PIKIN NL 77 INGB 065 28 03 202
11
0229 551615
Contact: Robin van Nooijen. Voorzitter Tel. 0228-511331.
[email protected] Jos Nijland. Secretaris Tel. 0229-591552.
[email protected] Wytze Cavanaugh. Penningmeester Tel. 0599-454990.
[email protected]
12