NIEUWSBRIEF VAN DE NOORDHOLLANDSE WEER- EN STERRENKUNDIGE ORGANISATIE
Stichting J.C. van der Meulen De doelstelling van stichting J.C. van der Meulen is het populariseren van; Weer- en sterrenkunde, oudheidkunde, geologie en geofysica.
In dit nummer: Lezing van 9 december Maan en planeten Sterrenhemel v/d maand december
“Mount Katmai” en de “Valley of ten thousand smokes” Verslag v/d Draconidenactie van 8 oktober Meteoren: Geminiden van 2011
NIEUWSBRIEF VAN DE MAAND DECEMBER 2011
De lezing van vrijdag 9 december 2011
Intelligent leven in het heelal en de Fermi paradox door Klaas-Jan Mook De rode draad van de voordracht wordt gevormd door de zogenaamde Fermi-paradox. Deze paradox houdt in dat, indien we aannemen, dat intelligente beschavingen in het universum veel voorkomen, we daar op grond van een aantal redelijke overwegingen, duidelijke bewijzen van zouden moeten kunnen vinden. Sterker, deze buitenaardse beschavingen zouden de aarde reeds ver in het verleden veelvuldig moeten hebben bezocht. Toch beschikken we tot op heden nog over geen enkel bewijs dat zoiets inderdaad het geval is, vandaar de paradox. De lezing vangt aan met een korte beschrijving over het leven van de natuurkundige Enrico Fermi en de naar hem genoemde paradox. Vervolgens wordt ingegaan op een aantal belangrijke grondbeginselen van de wetenschap en staan we uitgebreid stil bij het beeld dat de mens heeft met betrekking tot zichzelf, het universum, en zijn plaats daarin. Daarna volgt de kern van het betoog. Een groot aantal mogelijke oplossingen van de paradox worden behandeld, waarbij uitgebreid wordt ingegaan op het ontstaan en de evolutie van het leven op Aarde en wat ons dat leert over het voorkomen van leven in het heelal in het algemeen en intelligent leven in het bijzonder. Het al dan niet bestaan van UFO’s en vliegende schotels krijgt ruime aandacht, het SETI-project wordt besproken en er wordt ook ingegaan op de (on)mogelijkheden van het maken van interstellaire reizen. Vervolgens wordt er ingegaan op het ontstaansproces van planetenstelsels en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan voor het ontstaan van leven zoals wij dat kennen. We gaan verder met de diverse bedreigingen en moeilijkheden die de intelligente beschaving tijdens zijn ontwikkeling ondervindt, zowel afkomstig uit het Universum als vanuit zichzelf. Uiteindelijk resulteren al deze overwegingen in een conclusie waarmee de paradox kan worden opgelost en kunnen we wetenschappelijk verantwoorde uitspraken doen over het al dan niet voorkomen van andere intelligente levensvormen in het heelal.
Klaas-Jan Mook is als bestuurskundige afgestudeerd aan de Universiteit Twente in Enschede en momenteel werkzaam bij Atos Origin. Astronomie is van kinds af aan een van zijn belangrijkste hobby's en momenteel is hij voorzitter van de KNVWS afdeling Friesland. Regelmatig houdt hij lezingen over astronomische onderwerpen van uiteenlopende aard.
De lezing wordt gehouden in Wijkcentrum "De Grote Waal", Grote Beer 3 te Hoorn. Toegang voor donateurs van Stichting J.C. van der Meulen is gratis. Niet-donateurs betalen € 3,50 entree. Zaal is open om 19:30 uur. Aanvang 20:00 uur. Niet-donateurs a.u.b. telefonisch aanmelden via 0228-511331 of 06-51013648 LET OP: Vanwege omstandigheden komt de lezing “De Herschel Ruimtetelescoop” te vervallen. 1
AGENDA vrijdag
09
dec. INTELLIGENT LEVEN IN HET HEELAL EN DE FERMI PARADOX: Deze paradox houdt in dat, indien we aannemen, dat intelligente beschavingen in het universum veel voorkomen, we daar op grond van een aantal redelijke overwegingen, duidelijke bewijzen van zouden moeten kunnen vinden. Spreker: Klaas-Jan Mook. Aanvang 20:00 uur.
vrijdag
13 jan.
DONKERE MATERIE EN DONKERE ENERGIE: Maar liefst 90% van de massa in het heelal is onzichtbaar. Geen enkele vorm van elektromagnetische straling heeft er vat op; ook met infrarood- of röntgentelescopen is ze niet te zien. Donkere energie is een nog onbekende vorm van energie in het heelal die verantwoordelijk is voor de versnelling van de uitdijing van het universum. Donkere energie is overal en gelijkmatig verdeeld in het heelal. Het gedraagt zich alsof het een negatieve zwaartekracht uitoefent. Spreker: Rien van de Weijgaert. Aanvang 20:00 uur.
vrijdag
10
feb.
ACCRETIE DOOR WITTE DWERGEN IN EEN COMPACTE DUBBELSTER: Witte dwergen zijn de overblijfselen van sterren zoals bijvoorbeeld onze Zon. In witte dwergsterren vinden geen kernreacties meer plaats. Bovendien is het zo dat de overgebleven massa van de oorspronkelijke ster (maximaal 1,4 zonsmassa's) is samengepakt in een bol ter grootte van de Aarde! Spreker: Rudy Wijnands. Aanvang 20:00 uur.
vrijdag
09
mrt.
HET ITER-PROJECT: ITER is een internationaal samenwerkingsproject met als doel de wetenschappelijke en technische haalbaarheid aan te tonen van kernfusie als energiebron. Door de zon na te bouwen op Aarde krijgen we een schone en duurzame energiebron met brandstof uit zeewater en een realistisch antwoord op de wereldwijde energievraag. Spreker: Gieljan de Vries. Aanvang 20:00 uur.
vrijdag
13
apr.
vrijdag
11
mei.
DE DRACONIDEN UITBARSTING VAN 8 OKTOBER 2011: De Aarde is die dag door een verdicht gedeelte van de staart van komeet 21P/Giacobini-Zinner gegaan. In 1933 en 1946 waren er duizenden meteoren per uur te zien! Nu (helaas) iets minder. Deze lezing verschaft u tevens de nodige theorie omtrent meteoren en kometen. Spreker: Jos Nijland. Aanvang 20:00 uur. Nog niet bekend.
MAAN EN PLANETEN DE MAAN VAN 10 DECEMBER 2011 T/M 13 JAN. 2012
DE PLANETEN VAN 10 DEC. T/M 13 JAN 2012
10-12-2011 10-12-2011 10-12-2011 10-12-2011 10-12-2011 10-12-2011 10-12-2011 10-12-2011 10-12-2011 10-12-2011 18-12-2011 22-12-2011 23-12-2011 23-12-2011 24-12-2011 01-01-2012 02-01-2012 06-01-2012 06-01-2012 09-01-2012
Mercurius: Vanaf 8 december is de planeet zichtbaar tijdens de vroege morgenuren. Mercurius is waar te nemen tussen ZO en ZZO richting. Venus: Kort na zonsondergang is de planeet zichtbaar aan de ZZW tot ZW hemel. Mars: Zichtbaar vanaf middernacht tot kort voor zonsopkomst. Tijdens de morgenuren (07h) vinden we de planeet hoog aan de Z tot ZW hemel. Jupiter: Kort na zonsondergang is de planeet zichtbaar aan de OZO tot ZO hemel. Hij is de gehele avond en een groot deel van de nacht waarneembaar. Saturnus: Saturnus is zichtbaar tijdens de vroege morgenuren. Kort na opkomst vinden we de planeet laag aan de OZO hemel. Uranus: Zichtbaar vanaf 18h30m. De hoogte van de planeet wordt nu snel minder! Neptunus: Slecht waarneembaar!
08h04m 12h37m 13h49m 14h37m 15h09m 15h34m 15h36m 15h59m 17h19m 18h31m 01h48m 04h04m 12h36m 18h25m 19h06m 07h15m 21h19m 15h30m 22h46m 08h31m
Maan in dalende knoop. Eerste contact met de bijschaduw. Eerste contact met de kernschaduw. Maximum declinatie (22°33'15"). Begin van de totale verduistering. Totale maansverduistering, mag. 1,102 (Max.). Volle Maan. Einde van de totale verduistering. Laatste met de kernschaduw. Laatste contact met de bijschaduw. Laatste Kwartier. Kleinste afstand tot de Aarde. (364808,5 km). Maan in klimmende knoop. Maximum declinatie (-22°33'14"). Nieuwe Maan. Eerste Kwartier. Grootste afstand tot de Aarde. (404578,9 km). Maan in dalende knoop. Maximum declinatie (22°32'20"). Volle Maan.
22-12-2011 06h30m14s INTREDE VAN DE ASTRONOMISCHE WINTER 2
KORT OVERZICHT VAN DE PLANETEN Over een aantal weken begint de astronomische winter. Tot zover is het weer niet slecht geweest. Wel hadden we te maken met een aantal mistige dagen/nachten, maar over het algemeen kunnen we stellen dat we een prachtige herfst hebben gehad. Maar….. de winter staat voor de deur. Er zijn een aantal meteorologen die hebben voorspeld dat we te maken krijgen met een strenge winter. Mochten deze prognoses uitkomen dan staan we misschien, net als vorig jaar, tot onze enkels in de sneeuw! De vraag is echter: Moeten we er in geloven? Tot zover zijn er nog maar weinig van dit soort, lange termijn, voorspellingen uitgekomen. Mercurius is zichtbaar vanaf 8 december en het belooft een mooie periode te worden. De kleine planeet bereikt een redelijke hoogte en is voor meer dan een uur zichtbaar. De tweede binnenplaneet begint nu echt te klimmen en rond de Kerstdagen hebben we te maken met een prachtige “Avondster”. De vierde planeet Mars is vanaf 18 december ook vóór middernacht aan de hemel te zien, maar om de planeet goed waar te kunnen nemen moeten we wachten tot de klok 01h slaat. Anders is dat met de grote gasreus Jupiter, want zodra de Zon onder is verraadt de heldere planeet onmiddellijk zijn positie. Waarnemers die de bewegingen van de vier grote manen volgen kunnen nu op een redelijk tijdstip hun overgangen en bedekkingen enz. volgen! Voor Saturnus moeten we vroeg uit de veren. De geringde planeet is alleen zichtbaar tijdens de vroege morgenuren. Saturnus is in april in oppositie en dat betekent dat de planeet gedurende de zomeravonden laag aan de hemel komt te staan. Voor Uranus en Neptunus geldt eigenlijk hetzelfde als vorige maand. Beide planeten zijn moeilijk te vinden. Bovendien is er weinig of niets aan de planeten te zien. Het waarnemen van oppervlakte details is uitgesloten. MERCURIUS; (Diameter 4879 km. Gemiddelde afstand tot de Zon 58 miljoen km. Mercurius doorloopt zijn baan om de Zon in 88 dagen. Eigen rotatie 59 dagen.) De planeet Mercurius is zichtbaar vanaf 8 december. Deze keer gaat het eveneens om een morgenperiode. De laatste (avond)periode kwam te vervallen vanwege de geringe hoogte boven de einder. Een planeet waarnemen tijdens de vroege morgenuren is nog te doen, maar in de maand december??? Mochten we dezelfde situatie krijgen als vorig jaar dan zitten we tot ver boven de enkels in de sneeuw!! Ook niet de meest gunstige dus. Wat het dit jaar wordt moeten we afwachten. Tijdens de avonduurtjes kunnen we nog een kleine alcoholische versnapering in onze binnenzak verstoppen, maar mocht men dit doen tijdens de vroege morgenuren dan wordt het tijd voor een ander gesprek! Zoals blijkt uit de tabel loopt de waarneembare tijd zeer snel op. In de morgen van 8 december is hij voor 12 minuten zichtbaar, maar 3 dagen later is dit gegeven opgelopen tot 33 minuten. Afijn u ziet dat de planeet bijna loodrecht omhoog moet schieten. DATUM VAN TOT TOT. ZB 08-12-2011 08h05m 08h17m 00h12m Het gaat hier om een morgenperiode en dat betekent dat de planeet zich 09-12-2011 07h55m 08h18m 00h23m beweegt vanuit een positie die zich tussen de Aarde en de Zon bevond. 10-12-2011 07h46m 08h19m 00h33m De oostelijke helft van Mercurius wordt dus, gezien vanuit onze positie, 11-12-2011 07h38m 08h20m 00h42m door de Zon verlicht. De fase is dus in het begin van de periode het 12-12-2011 07h32m 08h21m 00h50m kleinst. Hoe eerder we de planeet in de kijker weten te vangen hoe 13-12-2011 07h26m 08h22m 00h56m kleiner het mercuriussikkeltje. Verdelen we het oppervlak van Mercuri14-12-2011 07h22m 08h23m 01h01m us in % dan zien we tijdens de morgen van 8 december slechts 7%. De 15-12-2011 07h19m 08h24m 01h05m magnitude staat dan op 2,5. Eén dag later is de situatie iets beter en 16-12-2011 07h16m 08h25m 01h08m wordt ruim 10% van zijn oppervlak verlicht. De helderheid is dan toe17-12-2011 07h15m 08h26m 01h11m genomen tot magnitude 2. Hieruit blijkt dat het de eerste dagen moeilijk 18-12-2011 07h14m 08h26m 01h12m wordt om de planeet waar te nemen. Vooral vanwege de korte tijden. 07h14m 08h27m 01h13m Beter is een paar dagen te wachten tot bv. 12 december. Dan laat hij 19-12-2011 20-12-2011 07h15m 08h28m 01h13m zich in al z’n glorie zien. De maximale waarneembare tijden vallen op 19 en 20 december. Mer- 21-12-2011 07h16m 08h28m 01h12m curius is dan voor 1 uur en 13 minuten zichtbaar. Rond deze dagen 22-12-2011 07h18m 08h29m 01h11m wordt het oppervlak van de planeet voor iets meer dan 50% door de 23-12-2011 07h20m 08h29m 01h09m Zon verlicht. De planeet heeft dan een helderheid van -0,2 en is dan ook 24-12-2011 07h22m 08h30m 01h07m niet moeilijk te vinden. De hoogte boven de einder om 08h27m (de Zon 25-12-2011 07h25m 08h30m 01h05m is dan nog 3° onder) is 11° en dat is voor Mercurius genomen niet 26-12-2011 07h25m 08h27m 01h02m slecht. De grootste westelijke elongatie van 21,8° wordt bereikt op 04h 27-12-2011 07h28m 08h27m 00h59m tijdens de morgen van 23 december. Na deze dagen wordt het weer snel 28-12-2011 07h31m 08h28m 00h56m minder met de planeet. De fase neemt in een rap tempo toe en de hoogte 29-12-2011 07h35m 08h28m 00h53m boven de horizon neemt snel af. 30-12-2011 07h38m 08h28m 00h50m In de morgen van 23 december vinden we een prachtige Maan ten zuid31-12-2011 07h42m 08h28m 00h46m oosten van de planeet. De Maan staat op een hoogte van ruim 6°, maar 01-01-2012 07h45m 08h28m 00h42m is bij een heldere atmosfeer toch goed waar te nemen. Nadeel is dat 02-01-2012 07h52m 08h31m 00h39m deze morgen het maanoppervlak voor slechts 2,8% door de Zon wordt 3
verlicht. Het zal dus enige moeite kosten om de Maan te vinden. Op het tijdstip van 08h29m staat de Maan bijna recht onder de planeet Mercurius. Mercurius heeft deze morgen een magnitude van -0,4 terwijl de planeet op een hoogte van ruim 10° staat. Het geheel speelt zich af tussen zuidoostelijke en zuid-zuidoostelijke richting. Mocht men de Maan niet met het blote oog kunnen vinden dan is het gebruik van een verrekijker op statief een uitkomst. Om zo’n klein maansikkeltje te vinden hebben we absoluut een statief nodig. Vooral omdat de Zon zo dicht de horizon nadert en het daglicht flink zal storen. Toch een mooie morgen om even, desnoods zonder kijker, te gaan kijken! VENUS: (Diameter 12.100 km. Gemiddelde afstand tot de Zon 108.2 miljoen km. Venus doorloopt haar baan om de Zon in 225 dagen. Eigen rotatie 243 dagen (retrograde).)
DATUM 03-01-2012 04-01-2012 05-01-2012 06-01-2012 07-01-2012 08-01-2012 09-01-2012 10-01-2012 11-01-2012 12-01-2012
VAN 07h56m 07h59m 08h03m 08h06m 08h10m 08h13m 08h17m 08h20m 08h23m 08h26m
TOT 08h31m 08h31m 08h30m 08h30m 08h30m 08h29m 08h29m 08h28m 08h28m 08h27m
TOT. ZB 00h35m 00h31m 00h28m 00h24m 00h20m 00h16m 00h12m 00h08m 00h05m 00h01m
19/20 dec.: Venus overschrijdt de grens Sagittarius (Boogschutter) / Capricornus (Steenbok). 27 dec: Maan nabij de planeet Venus.
Het heeft even geduurd, maar nu is zij wel degelijk aanwezig. De lage stand boven de einder, tijdens het begin van haar zichtbaarheidsperiode, zorgde ervoor dat waarnemingen niet echt lonend waren. Deze maand is dat anders en zien we de planeet Venus sterk aan hoogte en daardoor ook aan waarneembare tijd winnen. Zo vinden we haar op de avond van 10 december om 16h46m op een hoogte van 9°. De planeet staat dan tussen zuid-zuidwestelijke en zuidwestelijke richting. Kijken we even verder in de tijd bv. op 25 december dan zien we, kort na zonsondergang, een prachtige Kerstster aan de zuid-zuidwestelijke hemel. Aan helderheid schort het er ook niet aan. De planeet heeft een magnitude van -4 en staat tijdens de Kerstdagen op een hoogte van ruim 13°. Twee dagen later, 27 december, vinden we de Maan pal boven de planeet. Mocht het deze avond helder weer zijn dan is het zeker waard om de kijker buiten te zetten. Venus staat op een hoogte van 14°, terwijl de Maan op ruim 20° staat. Dit allemaal op het tijdstip van 16h55m. De Maan is deze avond zeker interessant, want slechts 10% van het maanoppervlak wordt door de Zon verlicht. Dit levert dus spectaculaire beelden op van het maanoppervlak! Het waarnemen van een fase bij Venus wordt bemoeilijkt door de grote helderheid van de planeet. Bovendien wordt het oppervlak van Venus nog steeds voor ruim 83% door de Zon verlicht. In tegenstelling tot Mercurius, waarvan we de mooiste fasen te zien krijgen in het begin van zijn periode, moeten we met Venus wachten totdat de hoek van de planeet ten opzichte van de Aarde en de Zon groter is geworden. Venus beweegt zich immers vanuit een positie die zich achter de Zon bevond. Zij bereikt haar grootste hoek, ofwel elongatie, op 27 maart volgend jaar. Dan zal ±50% van haar oppervlak door de Zon worden verlicht. Na haar grootste elongatie wordt er steeds minder van haar oppervlak verlicht omdat zij zich nu beweegt richting een positie die zich meer tussen de Aarde en de Zon bevindt. De hoek tussen de Aarde, Zon en planeet wordt steeds kleiner. De waarneembare tijd van de planeet is tegen het einde van dit jaar opgelopen tot ongeveer 2 uur. We kunnen dus volop genieten van de heldere “Avondster”. Op oudejaarsavond staat zij, kort na zonsondergang, in al haar glorie op een hoogte van 15° aan de zuid-zuidwestelijke hemel. Het waarnemen van Venus is altijd een groot probleem geweest. Niet alleen de telescoop moet van goede kwaliteit zijn, maar ook de oculairen. Daarnaast is het beslist noodzakelijk om een filter gebruiken. Dit kan een geelfilter zijn, maar een licht polariserend filter kan mogelijk ook goed werken. MARS: (Diameter 6780 km. Gemiddelde afstand tot de Zon bijna 228 miljoen km. Mars doorloopt zijn baan om de Zon in 687 dagen. Eigen rotatie 24h39m35s.)
18 december: Mars voor het eerst vóór middernacht waarneembaar. 17 december: Samenstand met de Maan.
De waarneembare tijden van de rode planeet zijn inmiddels verschoven naar de middernachtelijke uren. Vanaf 18 december vinden we Mars vóór middernacht aan de hemel. De stand boven de einder is dan natuurlijk nog laag, maar voor wie een uurtje niet uitmaakt die kan de planeet rond 01h goed waarnemen. Het gaat dus de goede kant op met de planeet Mars, want laten we eerlijk zijn: Niet veel amateurwaarnemers zetten in het holst van de nacht hun kijker buiten. Vooral niet in december, want dan kunnen de nachten behoorlijk en miezerig koud zijn! Het meerdere malen genoemde flesje in de binnenzak is wel lekker, maar biedt ook niet altijd uitkomst. Nemen we daar teveel van dan zien we na verloop van tijd een vage tweelingbroer van de planeet opduiken!! Op 18 december is de rode planeet voor het eerst vóór middernacht waarneembaar. Voor de meesten onder ons komt dat beter uit. Tegen het einde van de maand december is de situatie alweer een stuk verbeterd. Mars valt dan binnen het zichtbaarheidsdiagram om 23h35. De beste tijden vinden we natuurlijk wanneer de planeet zijn oppositiepunt nadert. Dit is op 3 maart 2012 het geval, maar daarvoor en daarna zijn ook uitstekende momenten om de planeet te bestuderen. Eigenlijk begint dit al op 24 januari, want dan is Mars stationair. Dat wil zeggen dat vanaf die datum de planeet zich schijnbaar westwaards lijkt te bewegen. Dit duurt tot 14 april en eerlijk gezegd zijn de tijden na de oppositiedatum het meest gunstig. De planeet staat dan ook weer een stuk hoger en de tijden zijn veel meer richting de vroege avonduren verschoven. Al met al gaan we prachtige tijden tegemoet wat Mars betreft. 4
In de nacht van 17 december is er een samenstand van Mars en de Maan. De Maan staat ten zuidwesten van de planeet. De onderlinge afstand is vrij groot (bijna 9°), maar beide hemellichamen hebben rond het tijdstip van 01h een hoogte van 12° (Maan) en 14° (Mars) bereikt. Een mooi moment om de kijker buiten te zetten. Het valt op een zaterdagavond en dat is voor de meesten onder ons wel gunstig. De Maan is niet echt een storende factor. Van het maanoppervlak wordt deze nacht bijna 62% verlicht. Deze samenstand valt dus 1 dag vóór het Laatste Kwartier. De kraters en bergen op het maanoppervlak zijn dus prachtig zichtbaar. Des te langer we het volhouden des te beter, want beide objecten klimmen steeds hoger boven de einder uit!
JUPITER: (Diameter 142.984 km. Gemiddelde afstand tot de Zon 778.570.000 km. Jupiter doorloopt zijn baan om de Zon in bijna 12 jaar. Eigen rotatie 9h56m.)
2 januari: Samenstand van Jupiter en de Maan.
Jupiter beweegt zich nog steeds westwaards. De planeet is nog steeds bezig met zijn z.g. oppositielus. Heeft u met regelmaat de planeet waargenomen dan zal u ongetwijfeld zijn opgevallen dat er op dit moment niet veel gang meer in de planeet zit. Nu is de baansnelheid van Jupiter ten opzichte van bv. Mars ook behoorlijk lager. Hij kruipt als het ware nog weinig richting het westen, maar dat is van korte duur. De grote gasreus is op Kerstavond stationair. Na deze datum beweegt de planeet zich weer oostwaards. Het is in het zichtbaarheidsoverzicht van Mars al aangegeven: De waarneembare tijden en hoogten van de planeet zijn na de oppositiedatum het best. Zo vinden we de grote planeet tijdens de avond van 17 december, op het tijdstip van 17h10m, op een hoogte van 29° aan de oost-zuidoostelijke hemel. Wachten we nog een vol uur, het is dan inmiddels ook flink donker geworden, dan staat Jupiter op een schitterende hoogte van 37° tussen oost-zuidoostelijke en zuidoostelijke richting. We krijgen dus de komende maanden volop de gelegenheid om deze prachtige planeet, in al z’n glorie en vergezeld met vele manen, met kijker te bestormen. De planeet beweegt al langere tijd rond de grenzen van de sterrenbeelden Pisces (Vissen) en Ariës (Steenbok). Na 10 januari heeft de planeet definitief besloten om toch maar te verhuizen naar het sterrenbeeld Ariës. Nu staan er in het gebied van Ariës niet veel heldere sterren, maar om Jupiter op te sporen hebben we die ook beslist niet nodig. De grote planeet heeft een helderheid van -2,6 en dat maakt hem een niet te missen object. Zodra de Zon voldoende onder is wordt de planeet zichtbaar. Tijdens de avond van 2 januari wordt de planeet vergezeld door de Maan. Mocht de eventuele nevel, veroorzaakt door de jaarwisseling voldoende zijn opgetrokken, dan loont het zeker om deze avond de kijker buiten te zetten. Op 1 januari was het Eerste Kwartier, dus het maanoppervlak wordt iets meer dan de helft verlicht. In de vorige nieuwsbrief is het reeds gezegd: U kunt als donateur van Stichting J.C. van der Meulen beschikken over alle gegevens wat betreft de bewegingen van de vier grote jupitermanen Io, Europa, Ganymedes en Callisto. Even een mailtje naar de penningmeester en ze worden u voor het hele jaar opgestuurd. Vanwege deze lange nieuwsbrief zullen we deze maand geen bijzondere standen ofwel bewegingen van deze manen plaatsen. SATURNUS: (Diameter 120.540 km. Gemiddelde afstand tot de Zon 1,4 miljard km. Saturnus doorloopt zijn baan om de Zon in ongeveer 29½ jaar. Eigen rotatie 10h39m.)
20 december: Tijdens de vroege morgenuren is er een samenstand van de planeet Saturnus, de heldere ster Spica en de Maan.
Saturnus kunnen we het beste waarnemen tijdens de morgenuren. De planeet is vanaf 05 waarneembaar, maar heeft dan nog weinig hoogte. Kijken we tijdens de morgen van bv. 17 december om 07h15m richting de zuid- zuidoostelijke hemel dan vinden we de planeet op een hoogte van 26°. In principe niet zo slecht, maar ja…. wie zet tijdens de vroege morgenuren z’n kijker buiten? Je moet wel een echte freak zijn wil dat gebeuren. Maar…. een blik richting het gegeven punt kan geen kwaad. Mocht het drie dagen later tijdens de vroege morgenuren helder zijn dan is er een mooie samenstand van de planeet, de Maan en de heldere ster Spica te zien. Spica is de alpha-ster van het sterrenbeeld Virgo (Maagd). De helderheid van deze ster is ongeveer even groot als die van Saturnus. Voor Spica staat een magnitude van 0,98, terwijl Saturnus een helderheid heeft van 0,7. Het maanoppervlak wordt deze morgen voor 25% verlicht en dat levert spectaculaire beelden op. Is het dan toch de moeite waard om deze morgen de kijker buiten te zetten? Gemiddeld genomen staan de objecten ±25° hoog aan de hemel! Saturnus is zichtbaar vanaf eind oktober. Dat wil zeggen dat het nog wel even duurt voordat we de geringde planeet tijdens de avonduren aan de hemel vinden. Vanaf 19 februari is dat het geval, maar willen we de planeet redelijk waar kunnen nemen dan moeten we toch nog wachten totdat de klok 01h slaat. URANUS: (Diameter 51.118 km. Gemiddelde afstand tot de Zon bijna 2,87 miljard km. Uranus doorloopt zijn baan om de Zon in 84 jaar. Eigen rotatie 17h14m.) Uranus is deze maand nog redelijk waar te nemen, maar de planeet verliest langzaam aan waarneembare tijd en hoogte. Voordat we een poging kunnen ondernemen om de planeet aan de hemel op te sporen moeten we zeker wachten tot 18h30m. Op dat moment staat de Zon bijna 18° onder de horizon. Dit is het moment dat de astronomische schemering eindigt en de nacht begint! Rond die tijd is het donker genoeg om magnitude 5,8 goed waar te kunnen nemen. Dat wil zeggen als we geen last hebben van de Maan! Dit is wel het geval tijdens de avond van de 30 ste december, maar ook de Maan kan ons eigenlijk niet helpen om de planeet te vinden. De onderlinge afstand is te groot. De Maan is nog vóór het Eerste 5
Kwartier en stoort wel enigszins. In de avond van de 31ste staat de Maan in iets dichterbij de positie van de planeet, maar is dan ook weer een dag ouder. Op het kaartje hieronder is aangegeven waar de planeet te vinden is. Deze keer kunnen we de sterren 33, 30, 27 en 29 Pisci gebruiken om de planeet op te sporen. Deze 4 sterren vormen de vierhoek die onder Uranus te vinden is. Trek een rechte lijn van de rechter onderste ster (30) door de vierhoek naar ster 29. Uranus staat op 2°40’ ten noorden van 29. Vergeet niet dat het hier gaat om sterren waarvan de magnitude niet groter is dan 4 tot 5,5. Dit duidt er al op dat het zeker niet mee zal vallen de planeet te vinden. NEPTUNUS: (Diameter 49.528 km. Gemiddelde afstand tot de Zon 4,5 miljard km. Neptunus doorloopt zijn baan om de Zon in 165 jaar. Eigen rotatie 16h07m.) Aan Neptunus is weinig of geen eer meer te behalen. Voordat het voldoende donker is geworden staat de planeet eigenlijk al te laag aan de hemel. Op het tijdstip van 18h30m heeft de planeet weliswaar nog een hoogte van 22° (17 dec.), maar is redelijkerwijs te lichtzwak om nog waargenomen te kunnen worden. De magnitude van de planeet is immers niet meer dan 7,8. Gerekend met alle in Nederland aanwezige lichtvervuiling en de stand boven de einder is het realistischer om te stellen dat we de planeet niet of nauwelijks kunnen waarnemen.
1
Andromeda
Pegasus
Jupiter Pisces
b
Taurus
Uranus
Cetus
Orion
Aquarius Eridanus
Venus
Neptunus
O
ZO
Z
ZW
W
DE STERRENHEMEL VAN DE MAAND DECEMBER 2011 Posities van sterren en planeten gelden voor 15 december rond de klok van 20h00m Nederlandse tijd. Momenteel is het wachten op het invallen van de winter. Niet de astronomische winter, ook niet de meteorologische winter, maar de echte winter met sneeuw, vorst, glühwein, rondjes op de schaatsbaan (niet in die volgorde!) en warme snert. Ook de maand november was een "zachte" kwakkelmaand die ervoor zorgde dat half Nederland met een zware en wekenlang aanhoudende verkoudheid te maken kreeg. Het schijnt dat zelfs Sinterklaas al een familiepak tissues heeft weggesnoten dus zal hij verstandiger wijs op 6 december direct naar Spanje terugkeren om daar, net zoals veel Nederlandse pensionados, het voorjaar af te wachten. In deze laatste maand van het jaar kunnen we tot ons genoegen vaststellen dat vele van de heldere wintersterrenbeelden alweer zichtbaar zijn. In het oosten namelijk, in en langs de band van de Melkweg, zien we Orion, Tweelingen, Stier en Voerman rap hoogte winnen, constellaties met een enorme rijkdom aan deepskyobjecten. Het zal ook niet lang duren voordat de Grote- en de Kleine Hond aan de hemel zullen verschijnen en tegen de tijd dat het zóver is, is het ook meteen hartje winter. De Pleiaden en de Hyaden, twee zeer mooie open sterrenhopen die met het ongewapende oog zichtbaar zijn, staan in het oost-zuid6
oosten in een uitstekende waarnemingspositie op zo'n 45° boven de einder. Beide zijn net juwelenkistjes, welke bezien door een bescheiden verrekijker lange tijd onze blik kunnen vasthouden. Als we dan rond 13 en 14 december ook nog getrakteerd worden op een fraaie Geminidenshow, is de maand december voor een flink aantal amateurastronomen reeds geslaagd! Wat meer richting zenit ontmoeten we Perseus alwaar wij een leuk waarneemexperiment kunnen houden; hiervoor dient het echter wel een aantal avonden helder te zijn. Wij richten aldus onze blik op Algol (β Perseï) en trachten gedurende een aantal dagen zijn helderheid te schatten aan de hand van naburige sterren. Elke 2.87 dagen namelijk verloopt de helderheid van Algol van 3,4 naar 2,2 en dan weer terug naar 3,4, met daartussen een veel minder gemakkelijk te herkennen kleinere afzwakking. De oorzaak van deze helderheidswisselingen is gelegen in het feit dat Algol een dubbelstersyteem is, waarbij de lichtzwakkere component om de heldere component langs beweegt, precies in ons gezichtsveld (zie afbeelding). Uw blik zal daarna wellicht op Cassiopeia vallen, het sterrenbeeld met de onmiskenbare W-vorm. Eén van de helderste sterren van Cassiopeia, Schedir, bevindt zich op slechts enkele graden van het hoogste hemelpunt. In het noorden klimt Ursa Major weer uit zijn lage positie en daarboven schittert Polaris, de voor astronomen en zeevaarders zo belangrijke Poolster (de Poolster immers geeft de positie aan van de noordelijke hemelpool). Hoger tenslotte treffen we Cepheus met zijn vorm van een gedrongen torenspits. Deze constellatie bevat de zo beroemde ster Delta (δ) Cephei, een veranderlijke ster welke in ruim 5 dagen tijd in lichtsterkte varieert van magnitude 3,6 tot 4,3. Door de aanwezigheid van dit soort sterren in andere sterrenstelsels zijn astronomen in staat de afstanden tot die stelsels te bepalen. Dan arriveren we met onze nachtelijke speurtocht bij de westelijke hemel. We bemerken tot onze verbazing dat we de Zomerdriehoek nog steeds kunnen zien, maar profiteren dan direct van dit feit door enkele fraaie objecten te bestuderen, zoals bijvoorbeeld de Noord-Amerikanevel en de galactische stercluster M-39, beide in Cygnus.
Mount Katmai en de “Valley of Ten Thousand Smokes” (2) Een totaal veranderd landschap
Figuur 5: Van links naar rechts verlopen vier terreinverzakkingen in de wand van de nieuwe krater, waarlangs veel stoom en gassen ontsnappen . Een ongewone uitbarsting van Mount Katmai in het zuidwesten van Alaska in een onbewoonde streek. Het dorp Kodiak op een eiland voor de kust ondervond veel ellende. De schadelijke invloed van vulkanische gassen werd tot in de staat Washington gevoeld. De National Geographic Society bracht expedities op de been in de jaren 1915 tot 1919 die het gebied onderzochten, die echter geen getuigen van de uitbarsting aantroffen. Bij aankomst van Griggs, de expeditieleider, en twee begeleiders in 1915 lagen de baaien en riviermondingen vol met drijvend puimsteen. Voorts lag het brede dal van de Katmairivier tot aan de dalwanden bedekt met een zachte modder, die aan het 7
schoeisel bleef plakken. Aslawines en afglijdingen vormden puinwaaiers van 300 m hoogte met maximale hellingshoek. Op zulk scheef terrein en in het losse zand van kiezelzuurrijke deeltjes sleten de nagels van de expeditieleden tot op het vlees. Bomen waren geheel kaal, alleen de bodemplanten bloeiden en groeiden in de zomer van 1915 al weer door de modder heen. Een voortdurende stofmist onttrok het hogere terrein volledig aan het oog, terwijl een storm die de eerste dag opstak erg veel ongemak veroorzaakte door het scherpe opwaaiende stof. Het spoor van een beer leidde de groep naar de kop van de eerste vallei. Eén conclusie was duidelijk: dat de as dicht bij de vulkaan afgekoeld op de grond was neergedaald; gras en kruiden toonden aan dat wortelstelsels niet door een hoge temperatuur beschadigd waren. Snelstromende riviertjes, verwilderd daar waar de dalbodem vlak is, vormden de grootste handicap voor de mensen in hun pogingen om Mount Katmai te bereiken. In 1915 klaarde de atmosfeer pas na dagen op, zodat Mt Katmai pas laat in zicht kwam. Maar toen dit eindelijk lukte bleek het aanzien van de vulkaan totaal veranderd. De driepiekige top van vroeger, die een hoogte bezat van 2300 m, was geheel verdwenen en een enorme krater gaapte op 1500 m; het hoogste punt van de ongelijke kraterrand kwam tot 2100 m. Het was overigens duidelijk dat de vreselijke gebeurtenissen van 1912 de omringende vulkanen nauwelijks beroerd hadden. Geen van de naburige had blijkbaar ooit zo’n uitbarsting ondergaan. Voorts bleken de omringende vulkanen in hoofdzaak uit lava’s opgebouwd, meest van basische andesiet of basalt, as- en slakkenerupties leken weinig aan hun bouw te hebben bijgedragen, zeker niet met een zo hoog kiezelzuurgehalte als de zure rhyolieten van Katmai. Wel werd een oudere lavastroom afkomstig van Katmai herkend, die op een door gletsjers geschuurd oppervlak was uitgestroomd: Mt Katmai moet dus in pleistocene tijd wel ooit actief zijn geweest. Een uiterst dynamisch landschap. Vulkanische verschijnselen waren bepaald niet de enige bijzonderheden waarop men stuitte. Erosiefenomenen, welbekend van soortgelijke terreinen elders, kwamen hier vooral in ongewone gedaante of proporties voor. Grote verplaatsingen van los materiaal zijn een algemeen verschijnsel in berggebieden met huidige of vroegere gletsjers. Met de toevoeging van de enorme hoeveelheden vulkanische as leek het of het totale oppervlak hier voortdurend in beweging was. Puinstromen varieerden van modder- tot blokkenstromen, het soortelijk gewicht van de stroom is dan verhoogd, waardoor de stroom in staat is grote boulders mee te sleuren. Toch blijft het een fluïde brei die langzaam of snel de bestaande dalen volgt en op vlak terrein een keer tot stilstand komt. In 1915 werd Katmai van de zuidoost zijde benaderd. Aan het hoofdeinde van Katmaidal en aan de voet van de vulkaan bleek zich een lange canyon te bevinden, waar doorheen een modderlawine was uitgevloeid. Enorme steenmassa’s waren over de aslagen uitgestort; het oppervlak stond bol en het front was steil, gelijk een gletsjer maar dan van een bruine kleur. De expeditie worstelde zich langs de modderstroom over rivierbeddingen waar alle boompjes en struikgewas kort boven de grond waren afgeschoren. Groepen jonge bomen waren stroomafwaarts omgebogen. De modderstroom, beladen met keien en grind, had meer het karakter van een desastreuze vloedgolf. Boulders van meer dan 100 ton trof men langs het pad van de vloedgolf, die niet alleen een enorme transportkracht vertoonde, maar die in 1916 Figuur 6: Een meer dan 100 ton boulder is meegesleurd door de nog maar kort tevoren moest hebben plaatsgevonden! vloedgolf, die ook alle geboomte heeft vernietigd. Men voelde het gevaar dat het ook tijdens de expeditie kon plaatsvinden. Eerst toen de lange canyon overwonnen was, kwam de verklaring in zicht: een deel van een dalwand was onderuit gezakt en doorgestoten naar de tegenoverliggende wand: de ontwatering van dit dal werd door een dam van puin geblokkeerd. Het gestuwde regen- en gletsjerwater was door het losse puin heen gesiepeld en had langzaam maar zeker de dam zó verzwakt, dat het stuwmeer zich in één keer moest hebben leeggestort. Benedenstrooms, in de grote riviervlakte voor de monding van Katmai-baai, zorgde deze vloedgolf voor een ophoging van de 10 km brede vlakte, waar moeilijk passeerbare rivieren en velden van drijfzand zich uitstrekten. Katmai-dorp was gelukkig al in 1912 verlaten, de houten Russisch-orthodoxe kerk was met grond en al afgedreven en stond intact op een moddereiland. Een vloedlijn gaf aan hoe hoog het water gereikt had. Later nam men een meer westelijke route omhoog, waar een blokkenstroom werd aangetroffen van zulke spectaculaire afmetingen, dat hij zich qua massa goed liet vergelijken met de grootste landslides ter wereld. In één van de vrij hoog gelegen kampjes was nachtrust vrijwel onmogelijk, daar elke vijf minuten het rommelende geluid van nieuwe steenlawines werd gehoord. Kortom, afspoeling van as en puimsteen waardoor wankele grote stenen komen bloot te liggen, stortbeken en riviertjes die voortdurend hun loop verleggen, afbrokkelende oevers, puin dat verzadigd met regenwater uit zichzelf opnieuw gaat schuiven, begraven sneeuw die wegsmelt en bovenliggende lagen as doet instorten; alles bijeen een werkelijk dynamisch landschap! Een dynamiek die enorme gevaren en risico’s voor de expedities met zich meebracht. 8
Op alle tochten werd overal de dikte van de gevallen as gemeten. Hoe dichter bij Katmai des te dikker werd het asdek; ook werd de as iets grover van korrel en konden er meer laagjes onderscheiden worden. Drie hoofdstrata, een bruine tussen twee grijze, net als in Kodiak, bleven ten zuidoosten van Katmai overal herkenbaar. Katmai-krater De hellingen van vulkanen zijn meestal niet bijzonder steil, de klim naar de krater van Mt Katmai was alleen erg lang. Het was een heldere dag, boven de krater hingen nevels, mogelijk door activiteit in de krater zelf. Eén opzet van de expeditie werd eindelijk bereikt toen de kraterrand op 1500 m betreden werd. Deze was aan de binnenkant gevaarlijk steil, het was een krater van ongelooflijke afmetingen en vooral van een grote diepte. Een stomend, melkig-blauw kratermeer bevond zich op ruim 500 m onder dit punt. In het midden lag een hoefijzervormig eilandje, de top van een kleine slakkenkegel, gevormd tijdens de laatste stuiptrekkingen van de eruptie. Stoom siste uit spleten rondom het meer, hogerop vormde deze een nevel alsmede de wolken die boven de krater hingen. Aan de tegenovergestelde kant ontwaarde men gele plekken van zwavel. Enkele gletsjers waren duidelijk onthoofd, de afgebroken kant strekte zich kilometers langs de
Figuur 7: Aan de rand van de steile Katmai-krater. kraterrand uit. Het overgebleven deel van de gletsjers maakte niet de indruk veel hinder van de uitbarsting gehad te hebben, mogelijk omdat de eruptie in hoofdzaak omhoog gericht was geweest.
De messcherpe rand van de krater werd veroorzaakt door talloze verticale afschuivingen aan de binnenkant, recht onder de bezoekers. Ze werden gescheiden door openstaande spleten. De nieuwe as lag in keurige laagjes in de wanden herkenbaar, nu echter 15 meter dik in totaal, drie keer zo dik Figuur 8: Dwarsdoorsnede door Mt Katmai met caldera en reconals aan de voet van Katmai. De as was vreemd structie van het oorspronkelijke profiel. genoeg, weinig grover dan beneden. De nieuwe krater bleek 4,8 km in diameter; het is op papier niet moeilijk om uit de topografie van de vulkaan de hellingen te reconstrueren naar de oorspronkelijke top. Dan kan berekend worden hoeveel er van deze berg verdwenen is, dat bleek 8,5 km 3 te zijn. Een klein deel hiervan zal door afglijdingen (slumping) in het kratermeer zijn terechtgekomen. Aangezien de totale hoeveelheid uitgeworpen materiaal eerder was geschat (aan het dikteverloop van de aslagen) op 15 km 3, kunnen we stellen dat het nieuw omhoog gebrachte magma in hoeveelheid ongeveer gelijk was aan de massa van de weggeblazen top van Katmai. Volgende aflevering: de onverwachte ontdekking in 1916 van een hevig stomende vallei. JV.
Draconidenactie (8 oktober 2011) naar de Pic du Midi, Zuid-Frankrijk. Jos Nijland, Arnold Tukkers, Frans Lowiessen, Felix Bettonvil, Marc Neijts
Inleiding In februari 2011 is het idee ontstaan iets te willen doen met de verwachte Draconidenopleving op 8 oktober 2011. Een van de mogelijkheden was dit evenement waar te nemen op de sterrenwacht boven op de Pic du Midi. Francois Colas, als sterrenkundige verbonden aan deze sterrenwacht, had ons al in 2007 uitgenodigd om bij hem te gaan waarnemen. Franse meteoorwaarnemers hadden in dat jaar de International Meteor Conference (IMC) georganiseerd en tijdens dat IMC werd ook deze sterrenwacht bezocht, die op een hoogte van 2877 meter in de Pyreneeën ligt. Overleg Voorafgaand aan deze actie hebben we elkaar in Utrecht ontmoet bij een “bekende” chinees, die later een onbekende Japanner 9
bleek te zijn. Tijdens de maaltijd hebben we besproken wat er zoal mee moest, welke alternatieven we hadden mocht het weer niet goed zijn, enz. Joe Zender werd kort na dit overleg gevraagd om deel te gaan uitmaken van het team dat met een Falcon20 de Draconiden vanuit de lucht zou gaan waarnemen en haakte om deze reden af. Alternatieven bij slecht weer waren Petnica (Servië, IMC 1997) en thuisblijven (alleen op pad bij slecht weer). Petnica had als voordeel dat ook de eerste piek (rond 17.00 UT) net waargenomen kon worden (onmogelijk op de Pic du Midi), maar deze plaats heeft minder kans op goed weer. De Pic had daarentegen bij helder weer waarschijnlijk een enorm doorzichtige lucht, wat van nut is bij een maanverlichte nacht. Onze voorkeur ging daarom uit naar de Pic. Het rijden met 2 auto’s had niet onze voorkeur i.v.m. te weinig chauffeurs. Bovendien had je tijdens de reis niet met iedereen contact. Daarom is er voor een camper gekozen. Marc, waarvan het wegens rugklachten onzeker was of hij meekon, kon zo toch weer mee. Iedereen enthousiast! Bovendien ben je met een camper enorm onafhankelijk. Op internet lazen we dat er op 8 oktober bovendien een open avond zou zijn voor het publiek! Help! Toch werd besloten voor de Pic te kiezen en ter plaatste te beslissen wat te doen. Bij onverhoopt slecht weer op de Pic zouden we uitwijken naar de andere kant van de Pyreneeën (Noord Spanje). De kans op helder weer op de Pic bedroeg volgens de statistieken 75%. Waarneemplannen Het idee was om vooral de flux (ZHR) te gaan bepalen. Dit wilden we gaan doen op verschillende manieren, zowel visueel, op video en fotografisch. Ten tweede wilden we nauwkeurig de snelheid gaan bepalen. Hiervoor had Felix een nieuwe camera bij zich (HHEBBES), die voor de gelegenheid ontdaan was van zijn fisheye lens en vervangen door een standaard objectief. Er was ook contact gelegd met Josep Trigo Rodriguez (SPMN), vanwege het Spaanse meteorennetwerk, dat voor goede simultaanondersteuning kon zorgen. De complete uitrusting: 1 Allsky fotocamera met Canon 350D/Sigma 4,5 mm lens en sector. 1 Canon 350D camera met een 35mm lens en optical LC shutter. 1 350D camera met een 100mm 1.5 lens, geen sector. 1 350D camera met 18mm F3.5 lens, geen sector. 1 radiodetectiesysteem met een 817ND ontvanger van Yeasu (bijzonder was in deze setup het gebruik van een lowpass filter in verband met de storing veroorzaakt door de omroepzender die op de top van de berg naast de sterrenwacht staat). 1 allsky videosysteem 8mm fisheye met 3-stage Gen ! beeldversterker, Metrec software. 1 standaard intensified video systeem (LCC3/ESA), Gen II beeldversterker, Metrec software. 1 fotografische camerabatterij met 11 Canon T70 camera’s met standaard 50 mm 1.2 lens. Natuurlijk ook de nodige computers. De Fransen hadden ook een Allsky in de lucht en planden daarnaast met de 1m telescoop in de radiant opnamen te maken. Hetzelfde zou de INT (2.5m) op La Palma doen. Op weg Op woensdag 6 oktober verzamelden we ons bij Frans in Bergharen: rond 23.00 uur was iedereen aanwezig. Nadat alle apparatuur, kleding, proviand en andere persoonlijke bezittingen waren ingeladen, zijn we rond middernacht vertrokken
richting de Pic du Midi. Er werd per toerbeurt gereden en na 17 uur rijden kwamen we aan bij de voet van de kabelbaan, die ons naar boven zou brengen. Dat lukte niet meer op donderdag en daarom werd er overnacht beneden in het dal in Bargnes de Bigore. 10
Vrijdag 7 oktober Vrijdagmorgen voor het ochtendgloren gingen we weer op weg naar boven. We moesten er op tijd zijn, want er gaan maar een paar gondels naar boven voor “personeel” en materiaal. Daarna komen de toeristen. Na wat gemopper, omdat we veel losse stukken bij ons hadden (wel 25 verschillende koffers, dozen kisten, statieven, enz.), konden we inladen. Halverwege alles weer uitpakken en verslepen naar de tweede gondel, die ons uiteindelijk naar de sterrenwacht bracht. Na aankomst op 2877 m. hoogte werden we begroet door Francois, die ons vervolgens onze slaapplek wees. We werden ondergebracht in de ziekenboeg van de sterrenwacht die, zo leek, niet vaak in gebruik is. Vervolgens werd de rest van de dag besteed aan het controleren, repareren en klaarzetten van de foto- en videoapparatuur, het opstellen van het radiodetectiesysteem en het berekenen van richtpunten. Dat bleek geen sinecure vanwege maanstand, radiant en gunstige simultaanafstand. Het weer op vrijdag bleef de hele dag slecht. Francois voorspelde dat het goed zou worden op de 8 ste en maakte zich totaal geen zorgen. Wij wel en hielden ons back-up-plan op zak, om uit te wijken als het nodig was. Het plan was om tot zaterdag 12.00 uur de omstandigheden aan te zien en dan eventueel de kabelbaan naar beneden te nemen, eventueel met slechts beperkte apparatuur. Overleg met Francois over het wegennet, liet ons weten dat we in 2 uur tijd aan de Spaanse kant konden zijn. Zaterdag 8 oktober De zorgen verdwenen als sneeuw voor de zon. Zaterdagochtend begon met een stralende zonsopkomst en de hemel was fel blauw. In de loop van de dag kwamen er steeds meer mensen naar boven, om het verwachte spektakel te gaan aanschouwen.
Naast onze groep waren er Fransen, Japanners en studenten uit Peru en Marokko. Op het terras, dat alleen voor meteoorwaarnemers toegankelijk was, was het al snel een drukte van belang. Iedereen zocht een geschikte plek voor zijn 11
camera of videosysteem en werden de waarneemplekken ingericht voor het visuele waarnemen. Opvallend was dat de Japanners hele kleine camera's (Balser ACE serie) bij zich hadden. In de middag kwam een telefoontje uit Nederland, of we rond 22.00 uur beschikbaar waren om telefonisch een interview te geven aan het ANP. Dit was een niet zo goed gekozen moment, omdat het maximum van de zwermactiviteit juist rond dit tijdstip lag, maar na overleg heeft Frans de taak op zich genomen. En zoals afgesproken werd Frans rond 23.00 uur gebeld door het ANP. Het bleef mooi helder met uitzondering van een enkel cirrusveldje in de loop van de middag. De wolken zaten onder ons en bleven onder ons. Nu werd het langzaam tijd om ons te gaan voorbereiden op het waarnemen. Dus alle lagen kleding aan, omdat de temperatuur inmiddels onder het nulpunt was gedaald. Het werd een prachtige zonsondergang.
We waren klaar om in actie te komen, de eerste camera’s draaiden al, toen direct na zonsondergang onverwachts terplekke de bewolking ontstond. Dit was geheel tegen de weersverwachting in. Er kwam geen bewolking aanzetten, maar het vormde zich uit het niets boven ons hoofd. Ik denk dat het lenticularis achtige wolken waren, die gevormd werden door relatief warme
opgestuwde lucht, die rond de koude bergtoppen in wolkenvorming overging. Aanvankelijk scheen de maan er nog doorheen, maar deze werd gestaag dikker. Waarnemen volgens ons plan was onmogelijk. Niemand durfde te zeggen hoe lang het zou duren, maar in ieder geval te lang om nog iets van de piek te zien. Lichte sneeuw volgde en veel ijsafzetting op de apparatuur. Bij herhaling had Francois Colas ons verzekerd dat het een heldere nacht zou worden. Pic du Midi ligt op een plek waar de wind meestal uit het westen komt en droge lucht aanvoert, waardoor er over het algemeen een goede seeing is. De bewolking waarmee we nu te maken kregen bleek zeer lokaal te zijn. Bergweer is grillig… . Een combinatie van temperatuur en luchtvochtigheid zorgde ervoor dat deze wolken ontstonden. Er werd ons uitgelegd dat dit een zeer fijn spel tussen deze elementen is. Een graad meer of minder geeft een totaal ander weerbeeld. Deze dag hadden wij 12
dus gewoon pech met de weersomstandigheden. Rond 21.00 uur was het wolkendek volledig gesloten en konden we niets anders doen dan afwachten. Maar helaas bleek de bewolking hardnekkiger dan ons geduld. Ver na het verwachte maximum bleef het bewolkt, waarna we teleurgesteld besloten de activiteiten te staken. De volgende ochtend hoorden we dat het vanaf 03.30 uur langzaam weer was opengetrokken, maar toen was alle meteorenactiviteit al voorbij…
Het radiodetectiesysteem heeft geen last gehad van de bewolking, maar nog wel van de storing die werd veroorzaakt door het naburige radio-omroepstation. Door gebruik te maken van een lowpass filter, kon deze storing worden onderdrukt en de meteoren gedetecteerd. De Canon T70 camerabatterij is niet in actie geweest en kon daarom zonder ook maar één opname te hebben gemaakt weer worden ingepakt. De Allsky EN-95 nog wel (zie laatste foto).
De groep Japanse waarnemers werd begeleid door een televisieploeg van de Japanse nationale omroep. Tijdens het maken van hun rapportage werden ook Felix en Marc geïnterviewd. Daarnaast werd er nog gefilmd door een medewerker van een Frans wetenschappelijk instituut, die een documentaire wilde maken over de Draconiden en alle waarneemactiviteiten daar omheen. In deze opnames komen we veelvuldig voor. Zelfs ons vertrek werd uitvoering gefilmd. Zondag 9 oktober Zondagochtend is weer even stralend als de dag ervoor. Slik… De planning was om zondag weer aan de terugreis te beginnen. Er werden speciaal twee gondels gereserveerd voor het vervoeren van alle apparatuur en zo stonden we rond 13.30 uur aan de voet van de kabelbaan. Na alles voor de terugreis weer ingepakt te hebben en de constatering dat we tijd “over” hadden, besloten we over de ‘Coll de Tourmalet’ terug te rijden. Een kleine, maar mooie omweg met een fantastisch uitzicht op de Pic du Midi. Rond middernacht hebben we nog een camperplek gezocht om even te slapen. Maandag 10 oktober De volgende ochtend zijn we om 6.30 uur gaan rijden. Met nog een goede 800 km te gaan kwamen we rond 16.30 uur aan in Bergharen. 13
Constatering Toch was dit een geslaagde actie. Het verblijven op deze beroemde sterrenwacht, waar ‘vroeger’ ook de echte astronomen zaten, het eten samen met alle nationaliteiten, de adembenemende uitzichten en de spanning in de aanloop naar de Draconiden. We hadden veel apparatuur mee, ook materiaal dat vooraf nog niet af was en zonder uitzondering werkte alles perfect! En tot slot, dit was een actie met deelnemers, die elkaar alleen maar kenden van de vele IMC’s. Voor de eerste keer samen op pad. Het werd een supergeslaagde actie! En de vaststelling dat een camper een ideaal vervoersmiddel is om een dergelijke actie uit te voeren. Voldoende ruimte om alle apparatuur mee te nemen, voldoende slaapplaatsen, flexibel en met een grote actieradius. En dus nu maar wachten op een volgende crashactie!! Gaan we vast wel vaker doen. Websites Observatoir de Pic du Midi Amateurwebsite (met o.a. allsky webcam beelden) IMO (International Meteor Organisation) DMS (Dutch Meteor Society) Werkgroep Meteoren KNVWS Stichting J.C. van der Meulen
www.picdumidi.com www.picdumidi.eu www.imo.net www.dmsweb.org www.werkgroepmeteoren.nl www.jcvandermeulen.org
JN
METEOREN: GEMINIDEN 2011 Meteorennieuws De Geminiden pieken op 13-14 december. In de nachten ervoor en erna zijn meteoren van deze zwerm ook al volop te zien. Maar op 10 december is wel Volle Maan! Dus helaas geen goede omstandigheden om waar te nemen. De maan is één groot storend lichtobject. Zonder Maan kunnen de uur tellingen gedurende het maximum oplopen tot meer dan 100 meteoren, maar nu wordt dat aanmerkelijk minder. Toch verschijnen er altijd wel een paar vuurbollen! De Boötiden of Quadrantiden zwerm (periode 28 december – 10 januari) pieken in de nacht van 3-4 januari. Het Eerste kwartier valt op 1 januari 2012. Daarom zijn in de nacht van 3 op 4 januari na middernacht, maar vooral tegen de ochtendschemering (maximum rond 7.20 UT) volop meteoren waar te nemen.
14 En nu maar weer hopen op heldere vrieskoude nachten…
C
Contact: Robin van Nooijen. Voorzitter Tel. 0228-511331.
[email protected] Jos Nijland. Secretaris Tel. 0229-591552.
[email protected] Wytze Cavanaugh. Penningmeester Tel. 0599-454990.
[email protected]
TE KOOP: Een fraaie, in nieuwe staat verkerende, haarscherpe lenzentelescoop. Diameter van de lens = 70mm. Inclusief diverse oculairen. De kijker staat op een parallactische montering met stevig stalen statief met contragewicht voor stabiliteit. De prachtige winterluchten komen er aan. Nevels, planeten en de Maan zijn dan prachtig te zien. Ga zelf eens kijken! De telescoop komt niet in de krant, maar verkoop hem liever aan iemand van onze v.d. Meulen Stichting. Verkoop door aanschaffing van een groter exemplaar voor een vaste opstelling. Had u plannen voor een sterrenkijker? Dit is een kans! Vaste prijs € 150,00 Voor informatie kunt u terecht bij Dhr. den Boer. Tel. 0228-518554. Bovenkarspel.
Wij wensen iedereen prettige en heldere feestdagen toe Het bestuur: Stichting J.C. van der Meulen
15