CAW ZUID-WEST-VLAANDEREN
Nieuwsbrief JUNI 2015
OUTREACHEND
Acht werkvormen waarbij we zelf naar de cliënt toestappen
2014 IN CIJFERS HELP! IK STA OP EEN WACHTLIJST
ZUID-WEST-VLAANDEREN
Nieuws uit de afdelingen
Inhoud
Outreachend
Help! Ik sta op een wachtlijst
Outreachend welzijnswerk in de barakken 4 Loopplanken 5 Preventieve woonbegeleiding 6 Vrijwilligerswerking slachtofferhulp 7 Vakantiebabbels voor anderstalige kinderen 8 Mobiele gezinsondersteuning 9 Onthaaltrajecten jongvolwassenen 10 Onthaaltrajecten thuisloosheid volwassenen 11
Over het snel groeiende probleem van de wachtlijsten binnen de CAW’s
Figuranten 20 Belgian Homeless Cup 20 Meerdaagse jongerenopvang 21 Kort nieuws uit de afdelingen 22
2014 in cijfers
Praktische info
Onthaal 12 Begeleiding 14
Contact opnemen met een team/afdeling ? Overzicht onthaalpunten
17
Uit het werkveld...
23 24
Colofon Met dank aan: alle collega’s die meewerkten aan deze nieuwsbrief door het schrijven van teksten over hun dagdagelijkse praktijk, het aanleveren van cijfer- en beeldmateriaal en het nalezen van dit alles. Auteurs: Tania Descheemaeker, Frank Acke, Caroline Vandenbroucke, Sarah Jacques, Nathalie Morisse, Isabel Muylle, Valerie Depraetere, Carl Leenaerts, Chris Staessens, Hanne Withoeck, Patrick Masson, Caroline Verhaeghe, Dieter D’Haene, Natalie Van Assche en Emmy Allemeersch. Coverfoto: Vakantiebabbels Menen en Wervik (Isabel Muylle) V.U.: Pascal Heytens Volgnummer: 2 © 2015 CAW Zuid-West-Vlaanderen Gehele of gedeeltelijke overneming of reproductie van de inhoud of de uitgave, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaandelijke toestemming van de auteursrechthebbende is verboden. De foto’s zijn auteursrechterlijk beschermd.
2
Editoriaal
Outreachend naar de leefwereld van cliënten Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) Zuid-West-Vlaanderen is bij u waarschijnlijk geen onbekende. We zijn een welzijnsorganisatie in het Zuiden van West-Vlaanderen, die zich openstelt voor alle burgers met welzijnsvragen, en in het bijzonder voor de meest kwetsbare mensen, gezinnen en groepen. In functie van een vlotte toegankelijkheid zijn er meerdere onthaalpunten uitgebouwd. Zo zijn er vestigingen in Kortrijk, Menen en Waregem. In deze nieuwsbrief 2015 willen wij u een beeld geven van onze resultaten en ontwikkelingen in onze werking. Het eerste deel presenteert een bloemlezing van de werkvormen die outreachend werken naar de leefwereld van cliënten. Outreachend werken kent vandaag een grote bloei. Steeds meer hulpverleners verlaten hun bureaus en begeven zich in de eigen leefwereld van de cliënt. Ook in ons CAW zien we dat de contacten met cliënten niet alleen gebeuren in gespreksruimtes, maar dat we bewust de stap zetten om de cliënten in hun dagelijks leven op te zoeken. Daarin hanteren we verschillende vormen zoals huisbezoek, mobiele welzijnswerker, preventieve woonbegeleiding, ... . Door te werken in de leefwereld van de cliënten verlagen we de drempel naar onze hulpverlening en kunnen we ons aanbod meer op maat van de specifieke context van onze cliënten uitbouwen. We zien dat deze aanpak goed werkt om heel kwetsbare mensen die moeilijk de stap zetten naar de hulpverlening, te bereiken en met hen aan de slag te gaan. Uiteraard past die ‘erop – af’ beweging ook volledig in de vermaatschappelijking van de zorg. De zorg moet zoveel mogelijk buiten de organisaties in de samenleving georganiseerd worden. We moeten kiezen voor een ondersteuning in het dagelijks leven. Dat laatste is wat sociaal werkers in het CAW per definitie doen: uitgaan van de krachten van kwetsbare mensen. Het tweede deel geeft een globaal cijferoverzicht rond onze werking 2014. Tenslotte, presenteren we onze interne werktekst over wachtlijsten in het algemeen welzijnswerk. Het voorbije jaar zijn we binnen de organisatie heel actief geweest rond het snel groeiend probleem van de wachtlijsten binnen ons Centrum. De tekst geeft een analyse en een begin van oplossingen weer en nodigt ook uit tot dialoog hierover. Opmerkingen en bedenkingen zijn uiteraard welkom (pascal.heytens@ cawzuidwestvlaanderen.be). We zijn alvast van plan om deze tekst te bespreken met de andere Vlaamse CAW’s en zo te komen tot een sterk signaal naar de maatschappij en de overheid. De nieuwsbrief wordt verder ook doorspekt met kort nieuws uit onze afdelingen. Veel leesgenot, Pascal Heytens Algemeen directeur
3
Outreachend welzijnswerk in de barakken in Menen Al meer dan twee jaar werkt Tania Descheemaecker in de Barakken in gezinnen die in armoede leven. Tania kent de wijk goed want is daar geboren en getogen. Het is een kwetsbare wijk waar een bonte mengeling van mensen woont: jongeren en ouderen, mensen van hier maar ook steeds meer mensen van elders, voor elk wat wils dus.
OUTREACHEND
Tania kent ginds veel mensen en wordt snel aangesproken: zij is zeer zichtbaar en dat levert veel ‘spontaan onthaal’ op.
4
Tania: “Het belangrijkste om dit werk te doen slagen is de mensen graag zien en het zelf ook graag doen. Je moet een beetje durf hebben en zelfstandig kunnen werken. Zelden ben ik bang, je moet natuurlijk een beetje uitkijken en niet op je ééntje een drugspand binnen trekken” Tania komt met diverse soorten problemen in aanraking. Ze stelt “Problemen in gezinnen zijn nooit netjes afgebakend. Ze lopen als een inktvlek doorheen meerdere levensgebieden. Je moet dus een beetje van alle markten thuis zijn. Maar dit is geen probleem. Het gaat zelden over de diepe psychologische zieleroerselen uit de boekjes maar om dagdagelijkse zorgen en problemen: hoe vraag ik een studiebeurs aan, hoe moet ik mijn huurcontract lezen, hoe ga ik om met mijn kind dat niet luistert, hoe kan ik werk vinden? Alledaagse levensvragen dus, maar door de groeiende complexiteit vinden toch heel wat mensen hun weg niet meer in het aanbod.”
Hoe verschilt het werken met gesprekken binnen ons centrum van het werken ‘te velde’? Tania vergelijkt “Als je zelf naar mensen toegaat moet je eerst werken aan vertrouwen en verbinding. Sommige gezinnen en mensen hebben het geloof verloren dat instituties als de onze en de samenleving in het algemeen iets voor hen kunnen doen en betekenen. Ze hebben mentaal afgehaakt. Als vertegenwoordiger van een welzijnsorganisatie kunnen mensen mij in de beginfase met enige argwaan bekijken. Zeker als er kinderen zijn is de vrees reëel dat er maatregelen zullen volgen. Daar moet je begrip voor opbrengen en hun tempo respecteren. Soms duurt het maanden voor ik binnen gelaten word in het huis en voer ik eerst gesprekken op de stoep. Mensen die naar ons centrum komen zijn ook vaak erg getekend door het leven maar hun démarche duidt er op dat ze nog iets verwachten. Dit is een fundamenteel verschil” Tania duidt vanuit haar ervaring in de Barakken de sterk stijgende ongelijkheid. “Ik kom in gezinnen waar mensen niet meer aangesloten zijn op de nutsvoorzieningen, die water halen uit flessen bij de buren, die met allerlei ( niet ongevaarlijke) toestellen zich proberen te verwarmen, die slapen in sofa’s omdat er niet genoeg of geen bedden voor handen zijn….. Die mensen proberen zelf hun problemen onderling op te lossen omdat de samenleving hen heeft losgelaten. Het is mijn ervaring dat allochtonen door de band beter tegen deze omstandigheden gewapend zijn dan mensen van hier. Hoewel de individuele verschillen groot zijn.” Tania ervaart zeker dat ze zinvol werk kan doen. Hier en daar wat onderbescherming wegnemen. Isolement doorbreken. Een gewone dagdagelijkse babbel… . Helpen met paperassen allerhande. De weg wijzen naar andere voorzieningen. Niet spectaculair, maar met de twee voeten in het leven ingeplant. Moet sociaal werk dit ook niet nog een beetje meer worden in de toekomst?
Foto: wijkactie Menen oktober 2014
Tania Descheemaeker - medewerker algemeen welzijnswerk Menen Frank Acke - teamcoördinator algemeen welzijnswerk Menen Menen
Om te voorkomen dat kwetsbare jongvolwassenen tussen wal en schip vallen en verglijden naar sociale en maatschappelijke uitsluiting, zijn loopplanken nodig: een project dat over de grens van 18 en over de grens van verschillende sectoren heen plaatsvindt. CAW Zuid-West-Vlaanderen organiseert dit project via een gestructureerd samenwerkingsverband met onder andere Jongerenwelzijn, BuSo en MFC (multifunctionele centra VAPH). Het doel van het project is om vroegtijdig, vanuit een gedeeld engagement én op maat van de jongere een gepaste vervolghulpverlening en ondersteuning te bieden. Om dit concreet te realiseren is er een vaste maatschappelijk werk(st)er vanuit het CAW die in eerste instantie vooral mobiel te werk gaat. Dit wil zeggen dat de medewerker (na een aanvraag) zelf langsgaat naar de voorzieningen. We kiezen hier bewust voor opdat de CAW werknemer op den duur een vertrouwd gezicht en aanspreekpunt wordt in de verschillende organisaties en dit zowel voor het personeel als voor de cliënten zelf. Daarnaast is de wederkerigheid ook heel belangrijk. Aangezien we spreken van een tandembegeleiding, blijft de aanmeldende dienst ook een aanspreekpunt voor de cliënt en voor de CAW werknemer, die blijvend een beroep kunnen doen op hun expertise. Het is ook zo dat niet elke vraag uiteindelijk moet leiden tot een aanbod vanuit CAW Zuid-West-Vlaanderen. Het is vooral belangrijk dat de cliënten weten waar ze naartoe kunnen na hun 18de, nadat de huidige hulpverlening stopt. Dat ze een aanspreekpunt hebben, al een gezicht/nummer/emailadres/adres kennen waar ze naartoe kunnen indien er zich in de toekomst nog vragen/problemen voordoen. Caroline Vandenbroucke Medewerker jongerenopvang Stasegemsestraat - Afdeling maatschappelijke kwetsbare jongvolwassenen
OUTREACHEND
Loopplanken
5
Preventieve woonbegeleiding Het team Preventieve Woonbegeleiding bestaat uit 4 hulpverleners (2,5 FTE) die voor sociale huurders een vorm van verplichte begeleiding aanbieden ter preventie van uithuiszetting. Daarnaast richt het team zich ook op preventie van uithuiszetting bij private huurders en dit in samenwerking met het OCMW. Concreet wordt intensief geprobeerd huurders, bij wie de verhuurder al een verzoekschrift tot gerechtelijke uithuiszetting heeft ingediend, te bereiken in een ultieme poging om een effectieve uithuiszetting te vermijden.
OUTREACHEND
In het kader van preventieve woonbegeleiding op de sociale huurmarkt, heeft het CAW samenwerkingsovereenkomsten met verschillende Sociale Huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren die woningen verhuren in onze regio. Ook de lokale besturen als regisseurs van het lokaal woonbeleid worden, als partner in het bestrijden van thuisloosheid, in de uitvoering van deze samenwerking betrokken.
6
Vanuit deze samenwerking willen we huurders extra kansen geven om hun woning te kunnen behouden en uithuiszetting te vermijden. De samenwerking houdt in dat de sociale huisvestingsmaatschappij of sociaal verhuurkantoor een huurder met een dreigende uithuiszetting kan aanmelden bij het team preventieve woonbegeleiding via een meldingsfiche. Op deze fiche meldt de huisvester de vastgestelde problemen, hetzij onderhoud van de woning, samenlevingsproblemen of huurachterstal. Daarnaast formuleert de huisvester de verwachtingen ten aanzien van de begeleiding vanuit het CAW en ten aanzien van de huurder teneinde een uithuiszetting te voorkomen. Hierbij is preventieve woonbegeleiding een vorm van actieve en outreachende hulpverlening waarbij men met een bepaald hulpaanbod naar de huurder toe stapt op het ogenblik dat de probleemsignalen zich stellen en zonder dat de cliënt zelf al een hulpvraag gesteld heeft. De begeleiding is dan ook aanklampend, we spreken van bemoeizorg. Het team zal op deze aanklampende manier proberen om de huurder te bereiken en te motiveren om aan de gestelde problemen te werken. Binnen een vooropgestelde termijn worden verschillende huisbezoeken gepland, getelefoneerd, brieven geschreven, met als doel contact te leggen met de huurder om op deze manier te evolueren tot een begeleiding. Binnen deze begeleiding wordt met de 3 partijen (huisvester - hulpverlener CAW - huurder) gewerkt aan de aangemelde problematieken. Deze begeleiding kan bestaan uit huisbezoeken, het trainen van woonvaardigheden, aanklampende hulp, integrale begeleiding, bemiddelen, verwijzing indien nodig. Op geregelde tijdstippen wordt de begeleiding geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd. Sarah Jacques Teamcoördinator onthaal, financiële hulpverlening en preventieve woonbegeleiding - ambulante werking Kortrijk
In de tweede helft van de jaren negentig werd er in alle afdelingen Slachtofferhulp binnen de CAW’s gestart met een vrijwilligerswerking. Buurlanden Nederland en Engeland hadden al een jarenlange, zeer positieve, ervaring met deze manier van werken. Het werken met vrijwilligers biedt een belangrijke meerwaarde aan de begeleiding van slachtoffers van misdrijven en hun omgeving. Dit zowel naar de slachtoffers zelf, de maatschappij als naar de diensten Slachtofferhulp. Slachtofferhulp beschouwt reacties van slachtoffers na een misdrijf of schokkende gebeurtenis als ‘normale reacties’ op een ‘abnormale situatie’. Het vrijwilligersmodel wil pathologisering, medicalisering en stigmatisering vermijden. Het feit dat een vrijwillige medewerker naar de cliënt toe gaat op huisbezoek werkt drempelverlagend en preventief. Hij of zij heeft een belangrijke doorverwijsfunctie. Door de vrijwillige inzet van een medeburger wordt bovendien een bijdrage geleverd aan het herstel van het beschadigd vertrouwen in de samenleving. Dit beschadigd vertrouwen is een gevolg van het falen van de maatschappelijke structuren om voor de veiligheid van zijn burgers in te staan. Het werken met vrijwilligers is tevens een uiting van het kiezen voor een solidaire maatschappij. Door het vormen van vrijwilligers vergroot men het maatschappelijk draagvlak en draagt men bij tot sensibilisering en verandering in de kijk op slachtofferschap. Indirect kan dit een preventieve invloed hebben op het vastlopen van een verwerkingsproces. De maatschappelijke kijk en houding naar slachtoffers verandert. Een netwerk van vrijwillige medewerkers creëert, door de aanwezige verscheidenheid in vaardigheden en persoonlijkheden, de mogelijkheid zeer gericht en gepast hulp te bieden. De vrijwilligers brengen een eigen dynamiek binnen in de werking van Slachtofferhulp en dat is een verrijking. Door de inzet van vrijwilligers wordt het potentieel van de dienst vergroot. Er kunnen meer slachtoffers begeleid worden met verhoudingsgewijs een beperkte stijging van de personeelskosten. In de keuze voor het vrijwilligersmodel is voor Slachtofferhulp het economisch aspect geen argument, maar het is duidelijk wel een consequentie. Nathalie Morisse Medewerker slachtofferhulp - Forensische afdeling
OUTREACHEND
Vrijwilligerswerking slachtofferhulp
Meer dan 40 geïnteresseerden kwamen op maandag 2 maart 2015 naar de infoavond voor nieuwe vrijwilligers slachtofferhulp. Eerst gaf Nathalie Morisse een uiteenzetting over slachtofferhulp en de rol van de vrijwilligers hierbij. Daarna vertelde Lieve Vanmeenen over haar ervaring als vrijwilligster binnen slachtofferhulp, geïllustreerd met enkele concrete situaties. Tot slot kon iedereen nog individueel vragen stellen aan de medewerkers en een aantal vrijwilligers die voor de gelegenheid ook aanwezig waren.
Dit sprak blijkbaar erg aan. Meer dan 25 mensen maakten ondertussen een nieuwe afspraak bij Nathalie voor een eerste selectiegesprek. Na deze selectie start er een basisvorming van 12 sessies. We hopen in juni af te ronden met een 10-tal nieuwe vrijwilligers binnen het team.
7
Vakantiebabbels voor anderstalige kinderen in Menen en Wervik Al jaren organiseert het team schoolopbouwwerk allerlei preventieve activiteiten voor kwetsbare en anderstalige kinderen en hun context, die bijdragen aan meer gelijke (onderwijs) kansen in Menen.
OUTREACHEND
Vanaf 2015 en met middelen van Impulsreglement Provincie West-Vlaanderen kunnen we nog een tandje bijsteken met het intergemeentelijk project ‘Vakantiebabbels’. In de Paasvakantie en op het einde van de grote vakantie organiseren we in Menen en in Wervik creatieve taalondersteunende activiteiten voor kinderen van de derde kleuterklas tot het tweede leerjaar.
8
We organiseren dit in de kwetsbare wijken, om maximaal tegemoet te komen aan mobiliteitsproblemen, en doen dit in nauwe samenwerking met jeugd- en integratiedienst, De Som, de basisscholen en de CLB’s. Jonge geëngageerde vrijwilligers worden gezocht en opgeleid om samen met onze professionele collega’s deze activiteiten voor te bereiden en in goede banen te leiden. Meer info bij Isabel Muylle 0493/25.73.79 en
[email protected]
In december 2012 kregen we de kans om, dankzij projectmiddelen van het kinderarmoedefonds, te starten met het project ‘mobiele gezinsondersteuning’. Gedurende twee jaar konden we een halftijdse hulpverlener extra inzetten om korte mobiele trajecten met kwetsbare gezinnen met kinderen tussen 0 en 3 jaar op te zetten. We werkten hierbij nauw samen met verschillende partners binnen dit project: OCMW Kortrijk, Kind & Gezin, CKG Don Bosco, Huis Ter Leye en EKC De wieg. We richtten ons tot jonge, kwetsbare gezinnen met kinderen van 0 tot 3 jaar binnen de regio Kortrijk, met in het bijzonder gezinnen van allochtone afkomst. Onze doelstelling was het optimaliseren van de ontwikkelingskansen van deze gezinnen. Hiertoe wilden we de context waarin ze opgroeien, versterken. Met context bedoelen we het gezin met de ruimere sociale en materiële leefomgeving van dit gezin. We zetten een laagdrempelige, integrale gezinsondersteuning in, om het gezin actief te ondersteunen op verschillende levensdomeinen: opvoeding, wonen, werken, opleiding, vrije tijd, sociale rechten, sociaal welbevinden… Een belangrijke doelstelling was ook het stimuleren van participatie aan het sociale leven. Deze intensieve ondersteuning werd beperkt in tijd (3 tot 4 maanden), indien wenselijk werd daarna naar verdere begeleiding doorverwezen. Daarnaast werden ook opvoedingsondersteunende sessies georganiseerd om ouders te versterken in hun pedagogische vaardigheden. Maar ook groepssessies met een eerder informatieve insteek werden gepland. Zo wilden we ouders enerzijds informeren, maar daarnaast ook ontmoetingskansen met andere ouders bieden, hun netwerk vergroten. De hulpverlener kreeg in dit project een essentiële rol om een brugfunctie tussen het gezin en de hulp- en dienstverlening uit te bouwen. Intussen werd dit project afgerond. We zijn heel tevreden met de resultaten die we behaalden. De sterkte van het project zat in de nauwe samenwerking tussen verschillende hulp- en dienstverleners.
OUTREACHEND
Mobiele gezinsondersteuning
We kregen vlot aanmeldingen binnen, waarop de hulpverlener proactief naar de gezinnen toe stapte. Door de laagdrempelige start, konden we met bijna alle gezinnen die aangemeld werden, een traject opstarten. We merkten dat we vaak eerst vragen kregen rond materiële aspecten: wonen, inkomen. Door hiermee aan de slag te gaan, bouwde de gezinsondersteuner vertrouwen op en kwamen gaandeweg ook andere vragen (rond opvoeding, psychosociale problemen). De hulpverlener ging naar de gezinnen toe, op huisbezoek en mee naar allerlei diensten. De brugfunctie bleek hierin essentieel. We merkten dat deze gezinnen ook nood hebben aan een brugfiguur die met hen meegaat en helpt om het overzicht te bewaren. Het gebeurde al eens dat de hulpverlener bij een huisbezoek, ook vrienden en familie van de cliënt aantrof die speciaal gekomen waren om hun vragen te stellen. Zo konden ook met enkele van deze mensen trajecten opgestart worden of werden ze toegeleid naar initiatieven in hun regio. Door eropaf te gaan en bruggen te bouwen, leek de hulpverlener een groot vertrouwen te krijgen. Al van in het begin van dit project, zagen we de kracht hierin en wilden we ook zoeken naar manieren om deze methodiek te continueren. Tegelijk zagen we ook de beperkingen: vooral de doelgroep ‘gezinnen met kinderen van 0 tot 3 jaar’, zorgde vaak voor frustraties, gezien we ook bij andere gezinnen noden voelden. We besloten daarom om deze methodiek toch een stuk verder te zetten met reguliere middelen. Zo beslisten we om de opvoedingsondersteunende sessies verder te blijven organiseren. We maakten ook ruimte binnen het grotere team van onthalers van het CAW in Kortrijk, om mobiele trajecten met gezinnen te kunnen opzetten. Met dit verschil dat dit aanbod open staat voor alle kwetsbare gezinnen binnen de regio. Valerie Depraetere Afdelingsverantwoordelijke ambulante werking Kortrijk
9
Onthaaltrajecten jongvolwassenen “Ieder nadeel heb zijn voordeel” (vrij naar Johan Cruijff)
OUTREACHEND
In het benaderen van maatschappelijk kwetsbare jongvolwassenen die zich in een precaire woonsituatie bevinden, proberen we door middel van onthaaltrajecten de jongeren verder op te volgen. We werken hiervoor met een actieve wachtlijst. In tegenstelling tot vroeger waar we intakegesprekken planden in functie van een plaats, proberen we met de jongeren een (onthaal)traject af te leggen. Concreet houdt dit in dat we met de gast op pad gaan, soms letterlijk, om al iets aan zijn of haar situatie te veranderen.
10
Niet zelden meldt een cliënt zich aan met de vraag naar een mirakeloplossing: ‘Help, ik wil een woning’. De realiteit leert ons dat we dit niet onmiddellijk kunnen aanbieden, ook al beschikken we over 26 residentiële plaatsen waarvan 13 in de Stasegemsestraat en 13 aparte studio’s onder begeleiding van het team in de Blekersstraat. We proberen vanuit het onthaal al iets te betekenen voor de jongere en een band op te bouwen. We proberen mandaat te verwerven om hulpbronnen binnen de veelal verbrokkelde context aan te spreken. We verkennen samen de mogelijkheden om administratie, adres, inkomen, … in orde te brengen. De wachtlijst en de onthaaltrajecten geven ons het voordeel dat we de jongere al leren kennen. Wat zijn de mogelijkheden en beperkingen van de jongeren in kwestie? Van waar kom je, waar sta je nu en waar wil je naartoe. En vooral: wat kunnen wij voor jou betekenen om te raken daar waar je naartoe wilt. Samen met de jongeren zijn we genoodzaakt om creatieve
oplossingen te zoeken, om verder te denken en verwachtingen bij te stellen. Daardoor komen vaak tijdelijke of definitieve oplossingen naar voor die in eerste instantie onmogelijk leken. Jongeren die effectief op straat staan en nergens terecht kunnen verwijzen we actief door naar de winternachtopvang, crisisopvang in Brugge of het RCK. Wekelijks zitten de medewerkers die onthaaltrajecten jongvolwassenen opvolgen samen met de coördinator om de lopende trajecten en nieuwe aanmeldingen te overlopen. Indien er plaats is vrijgekomen, proberen we zoveel mogelijk de chronologie van aanmeldingen te respecteren. We maken een inschatting van de haalbaarheid en proberen de vraag en het aanbod op elkaar af te stemmen. Het nadeel dat we ondervinden omdat we niet onmiddellijk kunnen ‘opvangen’, heeft als voordeel dat we verplicht zijn om verder op zoek te gaan naar andere verbindingen, alternatieven, … Het onthaaltraject geeft ons de tijd om de jongeren te leren kennen. De verantwoordelijkheid wordt minstens deels bij de jongere gelegd. Er wordt een aanklampende houding verwacht van de begeleider, maar ook (en niet in het minst) van de jongere zelf. Carl Leenaert - medewerker onthaal Kortrijk en jongerenopvang Blekersstraat Chris Staessens - medewerker onthaal Menen en jongerenopvang Blekersstraat
OUTREACHEND
Onthaaltrajecten thuisloosheid volwassenen
We worden overspoeld door aanvragen voor opvang. Mensen staan soms een hel(s)e tijd op de wachtlijst voor opvang. Wekelijks sturen ze een sms’je, bellen op of mailen ze ons. Echter voor een deel van deze aanmeldingen, voorzien we een traject. We kopieerden de methodiek vanuit team jongvolwassenen, waar dit al een ganse tijd gangbaar is. Hanne Withoeck (team begeleid wonen) belt deze mensen op en spreekt een eerste keer met hen af. Tijdens dit gesprek wordt verkend hoe de persoon in dakloosheid is terecht gekomen, welk netwerk er reeds rond die persoon aanwezig is en of de persoon zou kunnen functioneren in de leefgroep. Indien er een andere dienst of organisatie rond de persoon aanwezig is worden deze opgebeld om wat inlichtingen en indrukken uit te wisselen.
Samen bekijken ze wat ze voor hen kan betekenen en maken ze verdere afspraken. Aanvankelijk betreft dit vooral het uitzoeken van rechten en mensen hierin wegwijs maken. Langsgaan bij het OCMW, de woonclub, vakbond, ziekenfonds zijn vaak de eerste vertrekpunten. Ook inschrijven bij verhuurkantoren en bouwmaatschappijen wordt overwogen. Alles gebeurt zo veel mogelijk door de persoon zelf, maar indien nodig en gewenst kan Hanne mee als figuurlijke wandelstok. Uiteraard zou iedere thuisloze op de wachtlijst mogelijks gediend zijn met een onthaaltraject, doch gezien de vele verwijzingen moeten we ons beperken tot de thuislozen die zich aangemeld hebben op het onthaal (en binnen het werkingsgebied) van het CAW.
Mensen die worden aangemeld voor een vrouwen- of mannenopvang dragen vaak een hele zware rugzak met zich mee. Velen hebben geen vertrouwen meer in de hulpverlening omdat ze de weg tijdelijk kwijt zijn in de steeds complexer wordende maatschappij. Een onthaaltraject is dan ook erg laagdrempelig, met de mensen samen op pad gaan en ieder positief punt, hoe klein dit soms ook is, is een stap vooruit. Af en toe blijkt al tijdens dit traject dat opvang misschien toch niet het beste antwoord is voor sommigen. Hanne zoekt dan uiteraard samen verder naar een oplossing waarin de persoon rust en een, al dan niet tijdelijke, uitweg vindt.
Hanne Withoeck Medewerker begeleid wonen - Afdeling thuisloosheid volwassenen
Digitale aanvragen thuisloosheid volwassenen Op 1 februari vorig jaar gingen wij voor een digitale aanpak van de aanvragen voor opvang van thuisloze volwassenen. Er waren heel wat argumenten om deze wending te maken. Eénduidigheid voor verwijzers, 24/24u mogelijkheid van aanmelden via een digitaal aanmeldingsplatform, geen bezettoon meer door de vele telefoons, waren doorslaggevend. We wilden ook de teams ter plaatse minder belasten met de vele schrijnende telefoons, zonder mogelijkheid tot hulp. Dus ontwikkelden wij samen met een afvaardiging van de residentiële teams en een aantal collega’s vanuit team onthaal een kort online invulformulier. Op die manier kunnen aanmelders snel en efficiënt op elk moment van de dag de nodige info aan ons bezorgen mét de garantie om binnen de week iets van ons te horen. Wij noteren nu al, anno 2015, 68 aanvragen voor vrouwen en 168 voor de mannen. Eind 2014 sloten wij af met net geen 300 aanvragen voor de mannen en 130 bij de vrouwen. 11
Onthaal 4.126 cliënten Wie zijn onze cliënten op onthaal ? Geslacht
Woonplaats
1,4
46,8
Percentage mannen
51,8
Percentage vrouwen Percentage onbekend
Kleinstedelijke zorgregio Kortrijk Kleinstedelijke zorgregio Menen Kleinstedelijke zorgregio Waregem Andere Onbekend
Leeftijd 57,4%
60,0%
2014 IN CIJFERS
50,0%
12
40,0%
30,0% 18,2%
20,0%
10,0%
4,3%
6,4%
5,7%
7,9%
0,0% 0 - 11
12 - 17
18 - 25
26 - 59
60+
onbekend
Wie verwijst hen door ? Niet-professioneel 17,69% Politionele diensten 10,05% Sociale dienst OCMW 7,07% Onderwijs 4,50% Medische sector algemeen 3,47% Huisvesting 3,47% Algemeen welzijnswerk 2,55% Geestelijke gezondheidszorg 2,11% Justitie 2,00% Jongerenwelzijn 1,90% Kind en gezin 1,63% Andere 1,19% Tewerkstelling en arbeid 1,16% Netwerken 0,70% Welzijnswerk - andere 0,68% Minderhedensector 0,57% Diensten personen met een handicap en chronische ziekten 0,54% Administratieve sector 0,27% Thuiszorg 0,16% Jeugdwerk 0,16% Drughulpverlening 0,14% Samenlevingsopbouw 0,11% Volwassenenvorming 0,05% Ouderenzorg 0,03% Geen doorverwijzing 37,81%
55,53% 11,95% 7,88% 13,52% 11,12%
Gerechtelijk en juridisch
5,34%
Administratie en hulpverlening
5,32%
Etnisch en cultureel Opleiding en tewerkstelling Onderwijs
1,32% 4,06% 2,06% 6,19%
Sociale situatie Intrafamiliaal geweld
4,52% 14,96%
Gezin en opvoeding
12,88%
Partnerrelatie / seksualiteit en geboorte 5,81%
Geestelijke gezondheid
29,21%
Geestelijk welzijn Omgaan met fysieke of mentale handicap Lichamelijke gezondheid
0,63% 2,38% 49,36%
Materieel en financieel
0,00% 10,00% 20,00% 30,00% 40,00% 50,00%
Kenmerken van de hulpverlening op het onthaal Aantal contacten (percentage van totaal) 1 contact 2-5 contacten Meer dan 5 contacten
1 dag 2 dagen tot 1 week 1 week tot 1 maand 2 maanden 3 maanden langer dan 3 maanden
Gemiddeld aantal onthaalcontacten
52,74% 36,50% 10,76%
Duur van het onthaal (percentage van totaal)
2014 IN CIJFERS
Welke problemen komen op het onthaal aan bod ? (Percentage van totaal aantal onthalen)
3
Gemiddelde duur van het onthaal
55,34% 6,48% 13,94% 8,25% 3,66% 12,32%
40 dagen
Manier van afsluiten onthaal (percentage van totaal) Afgerond 63,18% Afgebroken 10,08% Cliënt niet meer bereikbaar 4,05% Verder naar begeleiding 22,69%
13
Begeleiding 2128 cliënten Wij zijn onze cliënten in begeleiding ? Geslacht
Woonplaats Kleinstedelijke zorgregio Kortrijk Kleinstedelijke zorgregio Menen Kleinstedelijke zorgregio Waregem Andere Onbekend
47,58% 52,42%
Percentage mannen Percentage vrouwen
58,69% 10,62% 10,06% 19,27% 1,36%
Leeftijd 66,08%
70,00%
2014 IN CIJFERS
60,00%
14
50,00% 40,00% 30,00% 16,25%
20,00% 10,00%
6,11%
6,02%
5,54%
0,00% 0 - 11
12 - 17
18 - 25
26 - 59
60+
Gezinstype 2,11%
Onbekend
5,50%
Woont niet in gezin maar in voorziening/instelling/derden Woont bij andere familie dan kerngezin of ouders
0,05%
Woont bij ouder(s) - onbekend
0,85%
Woont bij ouder(s) - in groter gezin
0,89%
Woont bij ouder(s) - in tweeoudergezin
8,13%
Woont bij ouder(s) - in éénoudergezin
8,18%
Woont met kinderen - onbekend
0,70%
Woont met kinderen - in groter gezin
0,75% 21,66%
Woont met kinderen - tweeoudergezin 15,51%
Woont met kinderen - éénoudergezin 9,30%
Woont met partner zonder kinderen
26,36%
Woont alleen 0,00%
5,00%
10,00%
15,00%
20,00%
25,00%
30,00%
4,8%
Gerechtelijk en juridisch
9,4%
Administratie en hulpverlening Etnisch en cultureel
0,7% 8,9%
Opleiding en tewerkstelling Onderwijs
0,5% 11,9%
Sociale situatie 6,2%
Intrafamiliaal geweld
16,2%
Gezin en opvoeding
18,7%
Partnerrelatie / seksualiteit en geboorte 11,4%
Geestelijke gezondheid
55,9%
Geestelijk welzijn Omgaan met fysieke of mentale handicap Lichamelijke gezondheid
2,7% 5,2% 55,6%
Materieel en financieel 0,0%
10,0%
20,0%
30,0%
40,0%
50,0%
60,0%
Welk type begeleiding wordt ingezet ? Typemodule
Aantal
% van totaal aantal begeleidingen
Integrale individuele begeleiding Begeleiding basisrechten Begeleiding psychische en persoonlijke problemen Begeleiding seksuele problemen en geboorteregeling Integrale gezinsbegeleiding Gezinsbegeleiding Bemiddeling conflicten tussen jongeren en ouders Begeleiding opvoedingsonzekerheid Begeleiding partnerrelatie Begeleiding scheidingsproces Scheidingsbemiddeling Ouderschapsbemiddeling Begeleiding intrafamiliaal geweld Groepsbegeleiding Preventieve woonbegeleiding Begeleid zelfstandig wonen Begeleid wonen Zorgwonen Integrale residentiële begeleiding thuisloosheid Integrale begeleiding studio-opvang Integrale residentiële begeleiding jongvolwassenen Opvang van kinderen van ouders in een opvangsituatie Crisisbegeleiding Bezoekruimte vrijwillige context Bezoekruimte gerechtelijke context Begeleiding slachtofferschap Begeleiding Dader In Zicht Begeleiding Leerproject Daders Seksueel Geweld Begeleiding seksueel delinquenten Begeleiding Alternatieve Gerechtelijke Maatregelen
86 118 312 2 38 7 8 67 113 42 21 33 78 50 101 40 31 20 146 81 30 15 3 7 47 151 120 29 80 103
4,90% 6,73% 17,79% 0,11% 2,17% 0,40% 0,46% 3,82% 6,44% 2,39% 1,20% 1,88% 4,45% 2,85% 5,76% 2,28% 1,77% 1,14% 8,32% 4,62% 1,71% 0,86% 0,17% 0,40% 2,68% 8,61% 6,84% 1,65% 4,56% 5,87%
2014 IN CIJFERS
Welke problemen komen aan bod in begeleiding ? (Percentage van totaal aantal begeleidingen)
15
Met welke diensten wordt er samengewerkt in begeleiding ? (Percentage van totaal aantal begeleidingen) Andere
4,25%
Geen samenwerking
3,98%
Netwerken
0,55% 8,50%
Huisvesting 1,65%
Administratieve sector
36,08%
Justitie 0,69%
Politionele diensten
15,78%
Tewerkstelling en arbeid 5,49%
Onderwijs Jeugdwerk
0,55% 1,92%
Drughulpverlening
11,39%
Geestelijke gezondheidszorg 7,00%
Medische sector algemeen Minderhedensector
0,14% 1,78%
Kind en gezin Ouderenzorg
0,27%
Thuiszorg
3,84% 31,28%
Sociale dienst OCMW 4,39%
Diensten personen met een handicap en chronische ziekten
6,72%
Jongerenwelzijn
2014 IN CIJFERS
Welzijnswerk - andere
16
1,10% 6,72%
Algemeen welzijnswerk
6,31%
Niet-professioneel 0,00%
5,00%
10,00%
15,00%
20,00%
25,00%
30,00%
35,00%
40,00%
Kenmerken van de hulpverlening in begeleiding Aantal contacten (percentage van totaal) 1 tot 5 contacten 6 tot 10 contacten 11 tot 20 contacten meer dan 20 contacten
44,79% 24,69% 20,29% 10,24%
Duur begeleidingen (percentage van totaal) 1 dag tot 1 maand 1 maand tot 6 maand 6 maand tot 1 jaar 1 jaar tot 2 jaar langer dan 2 jaar
Gemiddeld aantal begeleidingscontacten
9,42% 41,29% 31,48% 11,74% 6,06%
8
Gemiddelde duur begeleidingen 250 dagen (= 8 maand)
Manier van afsluiten begeleiding (percentage van totaal) Afgerond 77,1% Afgebroken 19,0% Cliënt niet meer te bereiken 3,9%
Help! Ik sta op een wachtlijst Over het snel groeiend probleem van de wachtlijsten binnen de Centra voor Algemeen Welzijnswerk. Als Algemeen Welzijnswerk worden we overal te lande geconfronteerd met wachtlijsten. Ook in het nieuwe CAW Zuid-West-Vlaanderen is dit het geval. Wat is er aan de hand? Immers , als eerstelijnsdiensten die moeten openstaan voor burgers met alle welzijnsvragen dichtslibben, komen onze drie kerntaken in het gedrang. Voor een overbevraagd onthaal wordt het steeds moeilijker om alle doelgroepen kwalitatief op te vangen en kortdurende hulp en/of vraagverheldering te bieden. Als begeleiding zich opdringt vanuit dit onthaal, kan dit vaak niet omdat wachttijden van maanden ontstaan. Begeleiders kampen met overvolle agenda’s en dreigen zelf met burn-out geconfronteerd te worden. Preventie en signalering komen nog meer dan vroeger onder druk te staan omdat (te) veel energie gaat naar de grote instroom van urgente vragen en problemen. Laat er dus geen misverstand over bestaan: we willen als eerstelijnssector die de toegangspoort is voor alle mensen met welzijnsvragen geen wachtlijsten. We ondernemen dan ook actie om die te beperken of weg te werken. Daarover straks meer. Maar we willen ook niet verzwijgen dat ze er ondanks al onze pogingen toch zijn. Het is belangrijk dat de overheid en de bevoegde minister op de hoogte zijn dat hulp voor de mensen soms niet bereikbaar en beschikbaar is. Passende maatregelen dringen zich op als de eerste lijn voor mensen met welzijnsvragen toegankelijk wil blijven. Er kan natuurlijk op vele manieren gekeken worden naar het fenomeen van de wachtlijsten. Men kan zeggen dat het Algemeen Welzijnswerk een succes is geworden: mensen vinden vlot de weg naar onze centra, ze zijn bekend bij het publiek en doorverwijzers staan te drummen vanuit andere sectoren. We kunnen ons afvragen wat er aan de hand is met een samenleving die blijkbaar steeds meer onwelzijn produceert. Getuige daarvan zijn de alarmerende berichten in de media dat zowat alles in stijgende lijn gaat: depressies, pillen, zelfdodingen , geweld binnen families, kinderarmoede, energiearmoede, bewindvoeringen, collocaties, het aantal arbeidsongeschikten… . Creëert het aanbod ook niet de vraag zoals Hans Achterhuis destijds in zijn beroemde “De markt van welzijn en geluk” beweerde? Verdragen wij minder dan vroeger ‘de pijn van het zijn’? Zijn we door een doorgeschoten ‘rechtendiscours’ terecht gekomen in een klaagcultuur waarbij de eigen verantwoordelijkheid maar al te graag wordt doorgeschoven naar de ander, zoals sommigen beweren? Complexe vragen met ongetwijfeld genuanceerde antwoorden. Vast staat dat een aantal fenomenen en gedragingen die vroeger min of meer maatschappelijk aanvaard of gedoogd werden
en tot de privésfeer behoorden dit nu, terecht, niet meer zijn. Ook deze evolutie draagt bij tot een grotere instroom op de eerste lijn. Bovendien worden we in onze centra geconfronteerd met mensen die nergens in een vastomlijnd hokje of sector passen en daar als het ware ‘ geparkeerd’ worden. Zij vallen tussen de mazen van het sectoraal opgesplitste welzijnsnet. Ook is het zo dat binnen het Algemeen Welzijnswerk mensen worden gezien die wegens wachtlijsten elders noodgedwongen op de eerste lijn blijven hangen. Vanuit CAW Zuid-West-Vlaanderen willen wij in deze bijdrage een oproep doen naar de beleidsverantwoordelijken om samen met de sector over deze wachtlijsten na te denken en actie te ondernemen. Het ziet er immers niet naar uit dat deze trend van grote instroom en wachtlijsten snel zal keren. Dat betekent dat veel mensen in de kou blijven staan (soms letterlijk!) bij ongewijzigd beleid. Willen we dat met zijn allen vermijden of niet? Was het beleid immers niet in de steigers gezet om wachtlijsten te vermijden? Hebben we dan iets opgelost als de wachtlijst aan de ene poort vervangen wordt door een wachtlijst aan de andere poort? Wat te denken van de evolutie dat enkel nog onthaal op afspraak mogelijk is in een aantal Centra voor Algemeen Welzijnswerk? Omdat anders de vrije instroom niet meer te behappen valt door de onthalers van dienst? Overigens moet niet alleen de overheid actie ondernemen, het zou te makkelijk zijn om alleen maar met een beschuldigende vinger naar boven te wijzen. De betrokken welzijnssectoren dienen de koppen bij elkaar te steken om door een betere samenwerking de wachtlijsten te beperken. Wachtlijsten op de eerste lijn ontstaan immers ook mee door de wachtlijsten in de andere sectoren. Ook de Centra voor Algemeen Welzijnswerk zelf kunnen en zullen moeten bijsturen in hun beleid. Deze oefeningen mogen niet vrijblijvend zijn. Ons welzijnslandschap is sinds de jaren 70 gestaag gegroeid en geëxplodeerd in een lappendeken van sectoren, structuren en instituties met eigen opdrachten en financieringsstromen. Naargelang de aard van de problemen werden sectoren gecreëerd: de bijzondere jeugdzorg voor (ernstige) opvoedingsproblemen, de ambulante centra voor geestelijke gezondheidszorg voor mensen met DSM V problemen die ambulant met psychotherapie kunnen behandeld worden, de sector voor de opvang en de begeleiding voor mensen met een beperking, het Algemeen Welzijnswerk voor mensen met welzijnsvragen die meer tot het dagelijks leven behoren (echtscheiding, financiën….). en daarnaast heb je de intramurale of semi-intramurale behandeling van mensen met psychiatrische problemen. 17
De motivering van deze structuren bestond simpel gezegd uit de overtuiging dat unieke problemen unieke antwoorden vereisen. Omgaan met mensen met een beperking werd gezien als een specialisme. Net zoals de opvoedingsproblemen binnen de bijzondere jeugdzorg. Idem dito voor psychische en persoonlijkheidsproblemen binnen de geestelijke gezondheidszorg. Tevens werd de financiering gekenmerkt door niet alleen een verscheidenheid aan systemen maar door een grote honorering van het specialisme en het intramurale. Ons land kent dan ook verhoudingsgewijs veel ziekenhuisbedden en veel psychiatrische bedden. Hoe meer men naar de eerste lijn afdaalt, hoe schaarser de financiering. De Centra voor Algemeen Welzijnswerk zijn inzake financiering maar een klein broertje tussen de grote spelers. Het wordt echter steeds duidelijker dat veel problemen door de specialistische sectoren heen snijden en dat een te groot aandeel intramurale zorg onbetaalbaar wordt. Bovendien is het niet zo makkelijk om mensen die je lang uit de samenleving haalt er weer in te integreren. Het huidig beleid probeert dan ook deze intersectorale opsplitsing en de echelonnering aan te pakken door intersectorale samenwerking te bevorderen (bv. integrale jeugdhulp, diensten ondersteuningsplan) en terzelfdertijd in te zetten op de vermaatschappelijking van de zorg (artikel 107). Dit zijn goede intenties. De zorg moet efficiënt en subsidiair worden georganiseerd. Wil dit slagen dan moet aan drie voorwaarden worden voldaan. Op federaal en Vlaams niveau moet een beleid worden gevoerd dat onze sociale zekerheid versterkt en borgt. Zonder deze sokkel is de stroom aan meestal tijdelijke projecten die gelanceerd worden niet meer dan de spreekwoordelijke pleister op het houten been. Dus stevig investeren in armoedebestrijding, tewerkstellingsbeleid, woonbeleid, onderwijs en kinderopvang. De overheveling naar het Vlaamse niveau van de kinderbijslag vormt een belangrijke testcase. Deze hervorming zal meer van betekenis zijn voor de bestrijding van kinderarmoede dan alle huidige ( tijdelijke) projectfondsen samen. Eerstelijnsdiensten moeten de mogelijkheden en de middelen hebben om hun werk naar behoren te doen. Dit is jammer genoeg niet het geval. Het toepassen van het principe van de minst ingrijpende zorg vraagt een versterking van de financiering van de eerste lijn.
18
( en bij uitbreiding van de ambulante sectoren). Kort gezegd: investeer wat minder in de specialistische intramurale sectoren en hevel financiële middelen over naar de eerste lijn als je instroom in tweede en derde lijn wil vermijden. Indien dit niet het geval is slibt de eerste lijn dicht en verplaats je enkel de wachtlijsten. Dit is natuurlijk geen evidente oefening waarbij de strijd voor financiering haaks staat op de broodnodige intersectorale samenwerking. Zo ontstaan in het kader van de vermaatschappelijking van de zorg binnen tweede en derde lijn werkvormen ( art.107) die als methodiek eerder binnen de eerste lijn thuishoren. Beperk de administratieve overhead. Om de sectoren binnen integrale jeugdhulp te laten samenwerken was er nood aan een eenvormig begrippenkader en een ‘objectivering ‘ van de manier van werken. Het is nog te vroeg om te evalueren maar nu al wordt duidelijk dat de administratieve overhead om door te verwijzen en voorbij de toegangspoort te raken niet min zal zijn. Dus probeer het simpeler en dichter bij de context te organiseren en maak het niet te bureaucratisch. Vertrouw de weliswaar steeds subjectieve inschatting van de betrokken hulpverleners. Hulpverlening proberen te objectiveren blijft immers bijzonder moeilijk. Ook de Centra voor Algemeen Welzijnswerk zelf moeten uit hun pijp komen om de wachtlijsten te beperken. Kunnen er bijvoorbeeld prioriteiten bepaald worden in de grote hoeveelheid vragen naar begeleiding? Moeten alle vragen die we binnen krijgen wel in een betaald professioneel kader worden opgevangen of zijn er ook andere mogelijkheden? Kunnen chronische en/of zeer langdurige begeleidingen niet in andere werkvormen (vb. groepswerk, inloop) geclusterd worden? Kunnen we wachtlijsten beperken door ze beter te matchen met uurroosters van medewerkers? Kan de samenwerking met groepspraktijken uit de privé hier en daar soelaas bieden voor cliënten die iets kunnen betalen? Allemaal vragen die wat druk van de ketel kunnen nemen. In het eigen CAW stellen we vast dat zowel de oorzaak als de aard van de verschillende wachtlijsten zeer divers is. Dit vraagt op de diverse niveaus ( organisatie, afdelingen, teams en medewerkers) een grondige analyse. Kunnen en willen wij ons op die diverse niveaus anders organiseren in functie van de oorzaak en de aard van de wachtlijsten.
Ook dienen we de recente fusies binnen het Algemeen Welzijnswerk gebruiken om de wachtlijsten zo klein mogelijk te houden. De grotere schaalgrootte kan leiden tot efficiëntiewinsten. Laat ons die ten volle benutten. Het kan ook leiden tot het beter inzetten en spreiden van de aanwezige competenties, wat we zeker ook moeten doen. Maar er is zoals steeds een maar. Dezelfde schaalgrootte kan ook leiden tot een drang naar grotere eenvormigheid van het beleid en tot verzakelijking en verder bureaucratisering van de sector. We vangen al signalen op van basiswerkers dat deze ontwikkeling ook ten volle aan de gang is. Samenwerking, overleg, dossiervorming , registratie en kwaliteitsprocedures zijn noodzakelijke ( en geen noodzakelijk kwaad) ondersteunende elementen om goede hulpverlening te realiseren. Niettemin moeten we er over waken dat dit ondersteunende elementen blijven en geen overheersende elementen worden. Als sector en als organisatie moeten we vermijden dat we in een doorgeslagen verhaal van bureaucratisering en verzakelijking terecht komen. We dienen onze middelen en tijd maximaal ‘in de frontlijn’ te investeren. Zowel de fusies als de intersectorale samenwerking vroegen en vragen nog heel wat tijdsinvestering. Zolang de sectorale financiering zowel van aard als omvang zeer verschillend blijft, zal deze afstemming moeilijk blijven en het resultaat van overleg beperkt. Ook in hulpverleningsland geldt immers het adagium ‘ wiens brood men eet, wiens woord men spreekt’. Hulpverleners moeten in de eerste plaats hulp verlenen en het beleid dient de noodzakelijke administratieve last te beperken. Goede administratie en goede dossiers zijn belangrijk, maar enkel als middel en ondersteuning. Hetzelfde geldt voor de invoering van allerlei elektronische en digitale systemen: ze zullen enkel een lang leven beschoren zijn als ze ondersteunend worden ervaren voor de praktijk. Dit zal zowel op sector- als organisatieniveau om de nodige en kritische evaluatie vragen. Verantwoording en registratie zijn nodig en goed, maar kunnen niet enkel met cijfers. Cijfers kunnen net zo goed verhullen als onthullen. De vraag is hoe en in welke mate ze kunnen worden aangevuld met narratieve concepten, focusgroepen, diepte interviews en bevragingen van partners in de samenwerking. Kan het plaatje op deze wijze correcter worden ingekleurd en krijgen we zo een meer betrouwbare spiegel van de output? We kunnen in ieder geval vragen stellen bij het gemak waarmee we als welzijnssector concepten en het bijhorende jargon uit de commerciële sector overnemen . Probeert het concept ‘ sociaal ondernemen’ niet te verhullen dat wij steeds in ruime mate afhankelijk zullen blijven van
overheidsfinanciering en dat wij geen ‘ producten’ in de markt zetten? Laat ons alstublieft ook onze beleidsvoering ‘ lean and mean’ houden . . En simpel en direct. We besluiten. Onze moderne samenleving produceert op diverse manieren onwelzijn. Om deze welzijnsproblemen aan te pakken is een gelaagd netwerk van welzijnsvoorzieningen gecreëerd. We stellen vast dat deze voorzieningen ondanks stijgende investeringen in sociaal beleid de laatste decennia de problemen moeilijk de baas kunnen. Getuige daarvan zijn de overal welig tierende wachtlijsten, nu ook op de eerste lijn. Daarvoor zijn zoals hier reeds gesteld vele redenen aan te geven. Zoals Bea Cantillon terecht stelt, moeten we onze sociale zekerheid moderniseren en aanpassen aan de nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en sociale risico’s. Dit is een belangrijke basis. Anderzijds moeten we kritisch kijken naar de organisatie van het welzijnswerk zelf. Dit is in zijn historische ontwikkeling te verkaveld en te complex geworden. Bovendien zit de financiering compleet scheef. Grote investeringen in het intramurale en het specialisme laten weinig inspanningen toe op de eerste lijn. Een goed uitgebouwde eerste lijn kan als buffer dienen om de instroom in de achterliggende sectoren te vermijden. Dit vergt een graduele verschuiving en herverdeling van middelen die ook binnen de belangenorganisaties van het Welzijnswerk zelf aanleiding zal geven tot debat en conflict. Want ongetwijfeld zullen ook hier corporatistische reflexen de kop opsteken. Maar laat ons dit moeilijk gesprek toch voeren. De volgende jaren zal de koek voor het welzijnswerk immers niet langer groeien, integendeel. De samenleving en zijn politieke vertegenwoordigers kijken terecht kritisch naar de middelen en de output. Slim en efficiënt investeren in sociaal beleid is dus meer dan ooit aan de orde. Zoals reeds gezegd zullen we dit moeilijke gesprek eerst binnen het welzijnswerk zelf moeten voeren. Heilige huisjes worden daarin best vermeden. Indien we daar als sector en als samenleving niet in slagen, dreigt een verdere perspectiefloze afbouw. Dit vermijden wordt in naam van al wie steun en hulp nodig heeft de uitdaging van de toekomst. Frank Acke juni 2014 In samenspraak met Elfie Vercaemst, Pascal Heytens en Wim Delabie en besproken op beleidsteam van 20/06/2014.
19
Uit het werkveld... “Ik zal nog een tijdje blijven bij de Figuranten, want daar sluiten ze werkelijk niemand uit !” S. is mannelijke psychiatrische patiënt die al enige tijd succesvol meedraait in het CAW-Figurantenproject ‘Reis rond de wereld’. Hij voelt zich daar goed thuis, kookt en eet geregeld mee in de Volkskeuken, en is op die manier zowat spontaan ook gaan meedoen in het wijkkoor Peper en Zot. Hij houdt van veel soorten muziek en zingt gretig mee. Woensdagnamiddag mocht hij voor het eerst mee gaan optreden in OCMW-Woonzorgcentrum Andante te Menen. Een speciaal en emotioneel moment voor allen, want een tachtigtal hoogbejaarde en dementerende senioren vormde het verraste en enthousiaste publiek. De moeder van de vereenzaamde S. stierf er enkele jaren geleden, maar een paar zorgkundigen herkenden hem onmiddellijk en verwelkomden hem hartelijk. Hij zong en bewoog als nooit tevoren en genoot van het applaus. Toen we vertrokken, zei hij me traag maar heel duidelijk : ‘ik zal nog een beetje blijven bij De Figuranten, want daar sluiten ze werkelijk niemand uit!’ Patrick Masson Afdelingsverantwoordelijke Menen en Waregem
EEN NEST DANKZIJ VOETBAL Een lange magere kerel met een innemend gezicht. Ik schat ‘m 18, maar hij is een jonge dertiger. Zijn mama vroeg of hij eens mocht mee voetballen bij ons. Tuurlijk. Mark zei niets maar een wel heel brede glimlach kwam te voorschijn!
Het Kortrijkse Homeless Cup team in februari 2014 Mark loopt de ziel uit zijn lijf op elke training. Als hij loopt gaan armen en benen elk een kant op. Hij zweet zich te pletter maar rusten, neen. “’t Gaat. ’t Gaat”. Als de trainer roept: “Mark, vooruit lopen! Vooruit!”, komt Mark naar de trainer gelopen die aan de zijkant zit en niet aan de goal. Ik zeg aan de trainer dat als hij Mark naar de goal wil doen lopen, hij zelf aan de goal moet gaan staan. Stilte. De trainer heeft plots dezelfde gelaatsuitdrukking als Mark. Op het tornooi maakt Mark een goal. De armen zwiepen omhoog. Gejuich alom. Andere spelers lachen naar Mark. Duim omhoog. Hij glundert, komt naar mij en zegt dat hij vanavond 4 pintjes zal drinken. Mark is content. De dag erop komt de stiefmama naar mij. “Hoe doen jullie dat”? Nog voor ik kan vragen wat ze bedoelt, gaat ze verder: “Hij kan nergens naartoe. Niet naar een beschutte werkplaats want hij is te zwak. Arbeidszorg wil hem niet. En jullie? Jullie aanvaarden hem. Hij was gisterenavond zot content toen hij thuis kwam. Hij vertelde dat Stefanie gezegd heeft dat hij zijn lichtje van zijn fiets moet aanzetten. En nu doet hij dat!”. En nog voor ik iets kon zeggen, was ze alweer weg. Ik wou haar nog zeggen dat hij helpt koffie maken.
Foto: het figurantenkoor Peper en Zot in goed gezelschap op de uitreiking van de Federale Armoedeprijs in juni 2014
20
Caroline Verhaeghe - Straathoekwerk Kortrijk (Partnerorganisatie BHC - team Kortrijk)
Back to basics: Barvaux
Terugblik op een geslaagde meerdaagse jongerenopvang Stasegemsestraat Dinsdag 12 augustus. 8.00. iedereen is uit de veren (op zich al een succes) en vertrekkensklaar. Enkel J. heeft een extra duwtje nodig om er toch enigszins wakker uit te zien. Met maar liefst 15 man-vrouw trekken we naar Barvaux . We zullen de komende 3 dagen verblijven op camping Grand Bru in safaritenten (tenten met stapelbedden, beton onder de voeten en een frigo). Een mooie gezellige uitvalsbasis! Na goed 5 minuten stond ons busje in lichterlaaie. J. vroeg om een CD'tje te draaien. Terror en core en nog zeven subgenres galmden door de gebrekkige speakers . Een eerste 'pitstop' werd gehouden na een groot uur onderweg. De reisweg verliep verbazend vlot en de ambiance zat goed. Er werd bij het oversteken van het busje ge 'flasht' naar het andere busje. Voor de slechte verstaanders: een 'moonshot' tegen de ruit en voor wie dit nog niet begrijpt… 3 adolescente konten tegen de zijruit van het minibusje. Aankomst omstreeks de middag. Op de camping installeerden we ons en werden de bedjes verdeeld. De bezetting zag er goed uit. Van de drie tentjes was er een bezetting van maar liefst 110% wat ervoor zorgde dat ik de plaats innam op het veldbedje. Mijn slaapcompagnon D. was hetzelfde lot toebedeeld. De klok van 14.00 naderde en we trokken naar Durbuy Adventure voor de Via Ferrata en een deathride. Iedereen was onder de indruk van de hoge rots. Bravoure ten top maar eigenlijk was er ook angst af te lezen op de gezichten. Ik ben nu zelf niet de grootste 'Jan' op de klimmuur en had ook geen moeite om dit toe te geven. Ik vertrok als voorlaatste. Enkel M. volgde even (na 2 pogingen en een trillend been hield hij het voor bekeken). R. (hoogtevrees) bleef langs de kant en zorgde voor de kiekjes, S. keek toe(met gebroken hand). Geen erg en ze werden daar ook niet op afgerekend door de anderen. Ook bij mezelf was het even wennen aan de rotsen. J. gaf het beste van zichzelf en overwon haar angst voor de hoogte. Vooraan zagen we M., J., J., J. …als ware acrobaten pijlsnel naar boven klauteren. Deathride naar beneden en hop naar het tweede parcours! Uiteindelijk was iedereen content over de eerste activiteit. Adrenaline en toch wel kicken! 's Avonds spijsden we de magen. Ik werd gebombardeerd tot sous chef tegen wil en dank. De chef J. was van topkwaliteit! De 'fire master' maakte nadien met de beperkte middelen nog een kampvuurtje. Rond 24.00 kroop ik onder de wol. Ik sloot de dag af met voldoende begeleidingscontacten en trok voldaan de nacht in (slaap eerder gebrekkig en beperkt tot 3 tal uurtjes).
Woensdag 13 augustus 7.00, samen met J. trokken we naar de wakkere bakker. Hij sprong uit zijn bed om me te vergezellen. Super sympa. Zonnestralen en een ontbijt in openlucht. De plannen werden verduidelijkt en werden heel enthousiast onthaald: kort even de replieken: • 'ge denkt toch niet dat ik 20 km ga stappen vandaag' • 'gulder zijt zot, er is daar niets leuk aan' We vertrokken met de idee in Bomal aan te komen en er afhankelijk van de weersomstandigheden nog te kajakken. We vertrokken recht door de bossen, over beekjes (waar er werd geholpen om elkaar veilig aan wal te brengen), prikkeldraad en dwars door alles richting Bomal. Of dat dachten we toch. Na goed 2 uur stappen kwamen we dicht bij de camping uit. Wat was ik blij dat we de camping niet hebben gepasseerd. Even de route vragen aan een West Vlaams gezin zorgde voor een stortvloed aan commentaar. 10 klachtenformulieren op 1 minuut tijd (what the… nog 8 kilometer). Ik volgde de procedure niet en we stapten met zijn allen gewoon verder. Lunch werd genomen met een vue om U tegen te zeggen. Maar goed de realiteit was er en er werd stevig doorgestapt. Eenmaal in Bomal genoten we van het eerste terrasje. De kajak lastten we af omwille van tijdgebrek en veranderende weeromstandigheden. Ook nu was de realiteit een terugweg van + - 8-10 km. Er werd opnieuw stevig gestapt en zelfs gelopen op de hellingen. De blaren op J. zijn voeten waren pijnlijk en hij zette zijn weg blootvoets verder. Er was geen zeggen aan! En toch: iedereen geraakte heelhuids (een skelle van de voet telde vandaag niet mee) terug op camping Grand Bru. Wat volgde waren enkele moddergevechten (de camping was na enkele regenbuien een poel). Uiteindelijk liet ik me ook even gaan. Wat spelenderwijs begon liep echter uit de hand toen scheerschuim werd bovengehaald. Het eerste brandje werd geblust (waar vakmanschap van de begeleiders van dienst). Dit was de eerste brandhaard van een avondje bosbranden. Na de BBQ waren er enkele pittige discussies (de vermoeidheid, de verslavingen die moesten onderhouden worden, de groepsdynamica…allemaal factoren die meespeelden) Kort: de avond eindigde in mineur…morgen een nieuwe dag.
Donderdag 14 augustus De dag startte positief en de toon werd verder gezet voor de resterende uurtjes. De opkuis verliep vrij vlot en elk kuiste zijn tent op. Op dinsdag 70 meter boven de grond en vandaag, donderdag 75 meter onder de grond. Plan van de dag: de Grotten van Hotton. Een rustige afsluiter waarbij iedereen vrij geïnteresseerd luisterde naar de gids. Vanaf 14.00 werd de terugweg ingezet. Aankomst in Kortrijk: 18.00 met de geur van lekkere saus (dankt u wel, Lies) Tot slot: het weekend sluiten we af met 3 'top' dagen en 1 avondje in mineur. De balans ziet er goed uit. Aan allen die meereisden: jullie waren fantastisch op alle vlakken en in alle mogelijke betekenissen van het woord. Tot slot nog even de cijfers op een rijtje: • Er werden gemiddeld per dag 30-40 begeleidingscontacten per begeleider geregistreerd. Dit maal 3 begeleiders. • De bezettingsgraad was ruim oké. • De klachtenformulieren werden zorgvuldig bewaard in de map: 'te seponeren'. • Er waren 0 jong adolescenten op de wachtlijst om mee te gaan op meerdaagse. Tot volgend jaar, laat ons hopen want uiteindelijk is een weekend 24/24 een aanvulling op de begeleidingsgesprekken-stappen buiten de omwalling van het CAW.
Dieter D'Haene - medewerker jongerenopvang Stasegemsestraat afdeling maatschappelijk kwetsbare jongvolwassenen 21
Kort nieuws uit onze afdelingen Bouwproject Tuighuisstraat
Februari 2013
December 2014
Inloopwerking Ons inloopcentrum was tot eind maart 2015 een onderdeel van het wijk- en dienstencentrum ‘Centrum Overleie’. De inloopwerking in Centrum Overleie werd eind maart stopgezet. Centrum Overleie blijft bestaan, je kan er nog steeds terecht voor ontmoeting en activiteiten. Het CAW start na de zomervakantie 2015 met een nieuwe inloopwerking in de Tuighuisstraat. Deze inloopwerking zal open zijn op maandag van 13u30 tot 17 uur, woensdag van 13u30 tot 17 uur en op donderdag van 9u30 tot 12 uur. Meer nieuws over de nieuwe werking en de startactiviteiten, volgen later. Intussen blijven onze inloopmedewerkers bereikbaar. Er is telkens op maandag en woensdag van 14 tot 17 uur een inloopmedewerker aanwezig in Centrum Overleie (Overleiestraat 45, 8500 Kortrijk). Je kan de inloopmedewerkers ook bereiken in het CAW, Voorstraat 53 te Kortrijk. Je kan hen opbellen (056/53 21 51) of mailen naar
[email protected].
Het bouwproject in de Tuighuisstraat komt stilaan in een eindstadium. De werken zijn gestart op 01/12/2012 en mogelijk dankzij de steun van de provincie, VIPA, de Lions Kortrijk, het steunfonds CAW Zuid-West-Vlaanderen en de kerkfabriek Sint-Maarten. Na afronding van de werken, voorzien in oktober van dit jaar, zullen het inloopteam, het team begeleid wonen en het mannenopvangcentrum hier een nieuwe stek krijgen.
Nachtopvang 2014-2015
We bouwen volop aan onze nieuwe inloopwerking.
De winternachtopvang startte op 17 november en eindigde op 29 maart. Dit jaar konden we 15 bedden aanbieden per nacht. Bij vriestemperaturen kon de capaciteit verhoogd worden tot 20 bedden. In totaal telden we 1373 overnachtingen en werden 108 thuisloze personen opgevangen. Eén van hen, Johnny schrijft een brief samen met zijn vriendin:
Prijs Week van de opvoeding
Hallo, Bij deze zou ik de begeleiding plus de slapers plus iedereen van de nachtopvang willen hartelijk bedanken voor mij door een heel moeilijke tijd te loodsen. Ik wens jullie allen meer geluk toe dan ik heb gehad. Kop op en rechtdoor en zeker jullie trots en respect niet verliezen. Als ik het kan jullie ook. Ik zou ook jullie willen geven de definitie van normaal. Dingen die je doet of zegt en die jezelf en anderen niet hinderen. Dat is normaal. Hartelijk dank aan iedereen. Johny + vriendin. De nachtopvang is een sterk samenwerkingsverband tussen OCMW Kortrijk en CAW Zuid-West-Vlaanderen, en krijgt steun OCMW Kortrijk en provincie West-Vlaanderen. Het volledige verslag van de nachtopvang 2014-2015 is te vinden op onze website www.cawzuidwestvlaanderen.be. 22
Van 16 tot 23 mei 2015 ging de Week van de Opvoeding door. Thema dit jaar was ‘Opvoeden in je buurt’. Opvoeden in je buurt betekent dat je als ouder je kind niet alleen hoeft groot te brengen. Je doet het samen met de hele buurt. Soms doet het deugd om te praten over opvoeden met buren, familie, vrienden of andere ouders. Daarnaast kom je als ouder ook op plaatsen zoals de kinderopvang, de school, ... waar over opvoeden gesproken kan worden. Dit jaar wonnen we 15 filmtickets dankzij Expoo (coördinator van de Week van de opvoeding) met de activiteit ‘Spelen met kleuters’, georganiseerd in samenwerking met Kind en Gezin.
Meer foto’s en een filmpje van deze activiteit zijn te vinden op onze website www.cawzuidwestvlaanderen.be.
Contact opnemen met een team of afdeling ? Menen Patrick Masson
Frank Acke
Afdelingsverantwoordelijke Koningstraat 32, 8930 Menen - 056 51 44 13
[email protected]
Teamcoördinator algemeen welzijnswerk en schoolopbouwwerk Koningstraat 32, 8930 Menen - 056 51 44 13
[email protected]
Kortrijk Valerie Depraetere Afdelingsverantwoordelijke Voorstraat 53, 8500 Kortrijk - 056 53 21 51
[email protected]
Sarah Jacques Teamcoördinator preventieve woonbegeleiding, financiële begeleiding Voorstraat 53, 8500 Kortrijk - 056 53 21 51
[email protected]
Bonnie Deknudt Teamcoördinator gezins- en relationeel werk, bezoekruimte en JAC Voorstraat 53, 8500 Kortrijk - 056 53 21 51
[email protected]
Waregem Patrick Masson Afdelingsverantwoordelijke Zuiderlaan 42, 8970 Waregem - 056 51 44 13
[email protected]
Maatschappelijk kwetsbare jongvolwassenen Wim Delabie
Elfie Vercaemst
Afdelingsverantwoordelijke Groeningestraat 28, 8500 Kortrijk - 056 21 06 10
[email protected]
Teamcoördinator jongerenopvang, begeleid zelfstandig wonen en Aktractie Stasegemsestraat 63, 8500 Kortrijk - 056 22 44 90
[email protected]
Thuisloosheid volwassenen Rudy Schollaert
Frank Maes
Afdelingsverantwoordelijke Izegemsestraat 64, 8500 Kortrijk - 056 35 78 51
[email protected]
Teamcoördinator mannenopvang Izegemsestraat 64, 8500 Kortrijk - 056 35 78 51
[email protected]
Natalie Van Assche Teamcoördinator vrouwenopvang, begeleid wonen/ zorgwonen Blekersstraat 33, 8500 Kortrijk - 056 21 59 09
[email protected]
Forensische afdeling Wim Delabie
Luc Daenekindt
Afdelingsverantwoordelijke Groeningestraat 28, 8500 Kortrijk - 056 21 06 10
[email protected]
Teamcoördinator forensische werking Groeningestraat 28, 8500 Kortrijk - 056 21 06 10
[email protected]
23
Algemene onthaalpunten Onthaal Kortrijk Voorstraat 53, 8500 Kortrijk tel. 056 53 21 51 -
[email protected] Onthaal Menen Koningstraat 32, 8930 Menen tel. 056 51 44 13 -
[email protected] Onthaal Waregem - het Voorhuis Zuiderlaan 42, 8790 Waregem tel. 0490 11 77 99 -
[email protected] Voor vragen slachtofferhulp en begeleiding CAW tel. 056 53 21 51
[email protected] Het Voorhuis is een samenwerking tussen CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk), CGG (Centrum Geestelijke Gezondheidszorg), CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding), Ubuntu (Centrum voor trajectbegeleiding van gehandicapten), VESTA (Psychiatrische thuiszorg) en Kompas (Ambulante Drugzorg).
Jongerenonthaal JAC Kortrijk Wandelingstraat 31, 8500 Kortrijk tel. 056 21 04 42 -
[email protected] JAC Waregem Zuiderlaan 42, 8790 Waregem tel. 0478 02 10 30 -
[email protected] JAC Menen Koningstraat 32, 8930 Menen tel. 0499 53 50 56 -
[email protected]
Steun het CAW Steun aan het CAW is een manier om mensen in moeilijke situaties concreet te helpen. Dankzij jouw hulp kunnen we nog meer inspelen op lokale noden. Met de subsidies van de Vlaamse overheid kunnen we een basisaanbod uitbouwen. Maar met deze extra steun wordt het mogelijk om nieuwe initiatieven te ontwikkelen of om het huidige aanbod voor meer mensen bereikbaar te maken. Je kan een gift storten op het rekeningnummer BE77 3850 5303 7542. Vanaf 40 euro is deze gift fiscaal aftrekbaar.
Giften steeds welkom op BE77 3850 5303 7542
CAW Zuid-West-Vlaanderen Beheerstraat 46 | 8500 Kortrijk tel. 056 24 56 24 | fax 056 24 56 29 e-mail:
[email protected] | www.cawzuidwestvlaanderen.be V.U. Pascal Heytens