Dit artikel stond in Ellips jaargang 35 nr 298, juli 2010.
Nieuwe media zorgen voor revolutie in Arabische wereld Jos M. Strengholt De afgelopen jaren zijn wat media betreft spannend geweest in de Arabische wereld; de opkomst van nieuwe media heeft hier grote invloed gekregen op de sociale, culturele, religieuze en politieke situatie. Censuur hield de ‘oude media’ altijd in de houdgreep. De komst van nieuwe media heeft ervoor gezorgd dat de burgers zich voor het eerst vrijuit in het publieke domein kunnen uiten. Een radicale verandering die de dictatoriale regeringen met hun staatsislam ernstig in verlegenheid heeft gebracht. De Arabische wereld telt 22 landen met behoorlijke verschillen tussen de landen. De situatie in Egypte, waar ik mijn meeste ervaring heb omdat ik hier sinds 1988 woon en in media werkzaam ben, is zo typisch dat ik daar de meeste aandacht aan zal geven. De schaar van de censor Om de betekenis van nieuwe media in de Arabische wereld naar waarde te schatten, is het nodig om te beseffen hoe de censuur op media de vrije nieuwsgaring en meningsvorming altijd krachtig blokkeerde. Radio, televisie, kranten en tijdschriften konden de afgelopen jaren redelijk vrij functioneren, maar iedereen weet wat de grenzen zijn die de censor scherp in de gaten houdt. De belangrijkste media in Egypte zijn staatseigendom of door de overheid gesubsidieerd, en zorgen dat ze binnen de grenzen van de betamelijkheid blijven. Dat wil zeggen, geen al te openhartige discussie over President Hosni Moebarak en diens beleid, en geen kritiek op de religie van de staat, dat is de conservatieve interpretatie van de Islam. Aangezien het leven in Egypte voor een groot deel door de junta van Moebarak en door de conservatieve Islam van de staat worden beheerst, betekent dit voor de media dat grote terreinen van het leven taboe zijn. Burgers met een andere mening dan die van de overheid worden wel gehoord in de staatsmedia, maar toch altijd in heel beperkte mate. Vooral op staatstelevisie, het meest populaire medium, is nauwelijks ruimte voor een ander geluid. Boeken worden verboden, journalisten ontslagen, in films wordt geknipt. Er is maar heel beperkte journalistieke vrijheid in Egypte. Als mijn mediabedrijf een tv-‐programma wil maken dat we in Egypte op de buis willen hebben, of op de publieke markt, dan moet het script eerst nagekeken door de censuur, en daarna wordt het programma bekeken door die ambtenaren. Zonder de nodige stempels zijn we strafbaar als ons programma op tv komt. Toen was daar satelliettelevisie... Maar staatsmedia zijn niet langer de meest populaire nieuwsmedia in de Arabische wereld. Voor de Arabieren was de Golfoorlog (1990-‐91) een eye-opener. Voor het eerst kon in de Arabische landen de Amerikaanse nieuwszender CNN worden ontvangen voor wie een satellietontvanger op zijn dak zette. Ik herinner me uit die tijd de enorme opwinding in Egypte dat men zomaar live naar die oorlog kon kijken! Een eenvoudige schotel met een ontvangertje, en de wereld lag voor de Arabieren open. Omdat de censor op transnationale satelliet-‐tv geen invloed kan hebben,
moet dit medium in de Arabische wereld absoluut onder ‘nieuwe media’ worden geschaard. Het zorgde voor een revolutie, en die lijkt nog steeds in kracht toe te nemen. Iedere Arabier die een boodschap heeft voor zijn bevolking kan sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw zendtijd huren op Europese en Amerikaanse satellieten als Hotbird, Astra en PanAm Sat, en 24 uur per dag de hele Arabische wereld bereiken. Radicale moslims doen dit, Koerden die een eigen staat willen, Arabische christenen, westerse zenders als BBC en Deutsche Welle. Voor ons in Nederland is nauwelijks te bevatten hoe dit de mediasituatie van Marokko tot Irak heeft veranderd. Voorheen hadden de Arabieren alleen de mediakeuze die hun door de overheid werkt opgedist, en nu kunnen ze hun eigen keus maken. De meeste Arabieren kijken nauwelijks meer naar de nog immer gecensureerde staatstelevisie voor hun nieuwsgaring; daarvoor stemmen ze af op ‘vrije’ zenders. Daaronder is Al-Jazeera uit Qatar wel de meest populaire. Voor het eerst in de geschiedenis van de Arabische wereld zijn de Arabische kerken nu ook in staat zijn geluid in het publieke domein te laten horen. De Maronieten van Libanon, de Kopten uit Egypte en diverse protestantse organisaties zenden 24 uur per dag hun christelijke boodschap uit die in de hele Arabische wereld wordt ontvangen. Een tiental van zulke zenders claimt dat ze samen wekelijks minstens 10 miljoen kijkers hebben. Naar verluidt zouden veel moslims positief op deze programma’s reageren. Vreemd genoeg speelt de censuur geen regels voor mijn Egyptische tv-‐producties die ik niet op de Egyptische staatstelevisie wil uitzenden, maar alleen via de satelliet. Dan ineens hebben we veel meer vrijheid. Dit heeft tot gevolg dat programma’s die we voor satelliettelevisie maken, doorgaans leuker, kritischer, aantrekkelijker zijn. De laatste maanden merk ik wel, dat de overheid het verzenden van onze programma’s naar het buitenland, om ze te doen uitzenden, plots beduidend moeilijker maakt. In tien jaar hebben we dat niet meegemaakt. Is dit een poging om de uitzending door buitenlandse satellietzenders meer te gaan reguleren, door de productie aan de bron aan te pakken? Het is nog niet duidelijk. Satelliettelevisie heeft de macht van de Arabische overheden enorm ingeperkt. Die hebben niet langer het alleenrecht op communicatie met hun volk, maar moeten concurreren met meer dan 1000 (!) andere Arabische satellietzenders. Hoewel deze strijd om het hart van de Arabieren al 20 jaar geleden werd ingezet, gaat in Egypte de censor gewoon door met de staatsmedia saaie spreekbuizen voor de dictator te laten zijn. Wel hebben ze sterker de neiging om de oppositie een kluifje toe te werpen; die hebben meer ruimte in de staatsmedia gekregen, omdat de overheden hopen dat ze daarmee de wind wat uit de zeilen van die oppositie halen. Bovendien zorgen de staatsmedia dat ze veel gameshows, sport en ander vermaak uitzenden, om hun publiek aan ze te binden. Met dat vermaak lukt dat wel, maar zodra de kijkers willen weten wat er nog meer in de wereld te koop is, haken ze af. Om niet alle kijkers kwijt te raken zijn de Arabische staten zelf ook begonnen met via de satelliet programma’s uit te zenden. Egypte is zo ver gegaan dat het sinds vorig jaar een aantal christelijke zenders op zijn eigen satellietplatforms toelaat. Hierdoor zorgen ze dat die christelijke zenders, zoals Sat-‐7, Coptic TV, Malakoot en Miracle Channel meer aan zelfcensuur
doen dan toen ze nog alleen op Europese satellieten uitzonden. De trade-off voor een groot publiek is dat ze hun christelijke boodschap voorzichtiger brengen. Internet Ook het internet heeft voor een sterke liberalisering van het publieke domein in de Arabische wereld gezorgd. Meer dan ooit tevoren kunnen individuen hun eigen mening publiceren, en dat kunnen ze desgewenst anoniem doen. Het internet haalt het qua belang niet bij satelliettelevisie, omdat internetgebruik het bezit van een computer en een ADSL-‐aansluiting vooronderstelt. Voor de meeste Egyptenaren is dat buiten hun financiële bereik, terwijl een satellietschotel en ontvanger veel goedkoper zijn. Veel belangrijker is dat internetgebruik alleen mogelijk is voor wie kan lezen en schrijven. In Egypte kan misschien 25% van de bevolking goed genoeg lezen om het internet te gebruiken. In de Arabische Golfstaten, veel rijker en beter opgeleid, is internet bijna in elk huis aanwezig. Dit heeft daar voor enorme veranderingen gezorgd. Saoediers die zich niet door hun eigen overheid en moskee in de luren willen laten leggen, stropen het internet af naar informatie, of dat nu over de wereldpolitiek, porno, de Islam of het christelijk geloof gaat. Aan de grens confisceert Saoedie Arabie nog steeds elke Arabische bijbel, terwijl veel Saoediers intussen naar christelijke tv-‐programma’s kijken en hun Bijbels gewoon downloaden. In dat land schijnen nu tienduizenden Saoedische christenen te wonen. De wereld is veranderd. Blogs en Facebook Wat de Egyptische overheid echt bezorgd maakt, is de opkomst van bloggen. Veel makkelijker dan een website bouwen, is het gebruik van standaard blogs van Google of Wordpress. Tienduizenden Egyptenaren zijn de laatste jaren gaan bloggen; dit heeft voor een enorme versterking van de politieke oppositie, onder meer van de Moslim Broederschap gezorgd. De laatste gebeurtenissen in het land worden direct nadat ze hebben plaatsgevonden kritisch belicht en bediscussieerd op al die blogs. Mensenrechten, religie, buitenlandse politiek, alles wordt besproken, Oppositiebewegingen kunnen via blogs hun mensen oproepen tot demonstraties en doen dat regelmatig. Egypte reageerde als door een horzel gestoken toen het doorkreeg hoe bloggers zich in de publieke ruimte begaven die altijd door overheid en Islam werd beheerst. Dit heeft tot diverse arrestaties geleid, en er zitten permanent een paar bloggers in het gevang. Zo zit sinds 2007 een blogger, Mosaad Soeleiman Hassan, vast. Die schreef over het gebrek aan rechten van de bedoeïenen in de Sinai woestijn. Hany Nazier, een christen, werd in 2008 gearresteerd omdat hij op zijn blog de Islam zou hebben beledigd. Laat de Amn al-Dawla, de staatsveiligheidspolitie, op die manier zien dat mensen op hun tellen moeten passen? Een jonge vriend van me, Philip Rizk, werd vorig jaar opgepakt door de politie toen hij demonstreerde tegen de manier waarop Egypte met Israel samenwerkte toen Israel de Gazastrook aanviel. Hij deed dat met tien anderen; niet echt staatsgevaarlijk zou je denken. Maar Philip is een blogger; zijn politieke blog door de politie van het web gehaald. Hij zat vier dagen vast, lange tijd geblinddoekt en met de handen vastgebonden, in de krochten van de beruchte Lazoghli gevangenis in centraal Cairo. Een uur nadat hij was opgepakt gingen Egyptische bloggers over zijn arrestatie en verdwijning spreken op het internet; het nieuws verspreidde zich
zo snel dat binnen enkele uren de internationale media hierover gingen berichten. Vrienden van Philip openden een Facebook pagina om te laten zien dat Egypte en de wereld nauwkeurig keken naar het lot van de jongeman. Binnen uren had Philip meer dan 5000 vrienden op Facebook. Facebook wordt, nog meer dan bloggen, gebruikt om netwerken van oppositie te scheppen. Er gaan aanhoudend geruchten dat Egypte Facebook wil gaan blokkeren, want de oude methodes van de bevolking in de gaten houden hebben afgedaan met de nieuwe media. Een doorn in het oog van de autoriteiten is hoe de voormalige directeur van het Internationaal Atoom Agentschap (IAEA) en de winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede (2005) Mohammed ElBaradei, Facebook gebruikt om zijn kandidatuur voor het presidentschap in 2011 te ondersteunen. Toen ElBaradei dit voorjaar naar Egypte terugkeerde, wachtten aanhangers hem op het vliegveld op; via blogs hadden ze elkaar opgeroepen om te laten zien wie ze als president willen. Hoewel de politie met geweld dreigde, kwamen honderden naar het vliegveld. Op Facebook heeft ElBaradei meer dan 200,000 vrienden, dat is 5% van alle Egyptenaren die Facebook gebruiken. Hiermee is hij populairste gebruiker van Facebook in de Arabische taal; hij begon daarmee dit voorjaar. Mobiele telefoon en Skype De interactiviteit is het grote voordeel van de nieuwe media. Arabieren leven in een orale cultuur. Lezen is niet hun grote passie, maar praten is de eerste vorm van communicatie. Satelliettelevisie geeft telefoonnummers en e-‐mailadressen voor reacties, en miljoenen Arabieren reageren elke dag op die manier op televisieprogramma’s. Het internet, blogs en Facebook hebben hetzelfde voordeel van meteen kunnen reageren. Geen wonder dat deze media in de Arabische wereld enorme invloed op het sociale leven van mensen hebben. Ze kunnen veel meer dan voorheen, in direct contact zijn met mensen van andere sociale klassen, andere religies, en uit andere landen. Dit heeft veel Arabieren een nieuwe kijk op de wereld gegeven. Maar op dit gebied kan niets de mobiele telefoon verslaan. Zelfs mensen met de laagste inkomens moeten een mobieltje hebben. En dat praat maar door. Wie er maar even geld voor heeft, loopt in Egypte met de modernste telefoons rond. Hoe effectief de nieuwe media zijn, bleek in november 2007, toen twee politieofficieren tot drie jaar cel werden veroordeeld omdat ze een buschauffeur met hun wapenstok anaal ‘verkrachten’. Een van de officieren was zo dom daar een filmpje van te maken met zijn mobiele telefoon. Die viel in handen van twee Egyptenaren die dat op hun blogs zetten. Dit werd zo’n internationale ‘hit’ dat Egypte de mannen wel moest straffen. Ook dit is voor de overheid een gevoelig probleem want niets werkt zo goed bij het organiseren van oppositie, als telefonie. Daarom kunnen mensen alleen een telefoonkaart kopen, zowel een abonnement als pre-paid, als ze hun identiteitsbewijs laten zien. Alle gegevens worden genoteerd. Zo kan de overheid telefoongesprekken die ze afluistert altijd naar een persoon traceren. Dus is in Egypte ook Skype op de telefoon heel geliefd. Maar dat is sinds enkele weken niet langer mogelijk. De overheid heeft de aanbieders van mobiele telefonie verplicht om Skype
te blokkeren, naar algemeen wordt gedacht enkel omdat het afluisteren van telefoongesprekken die via Skype worden gevoerd, beduidend moeilijker is dan normale telefoongesprekken. Dijkdoorbraak Met haar politieke besluiten om de digitale revolutie te kanaliseren laat Egypte zien hoe het de nieuwe media vreest; het lijkt paniekvoetbal om het verzenden van televisieprogramma’s uit Egypte te bemoeilijken, om een paar bloggers op te pakken, om de namen te noteren van de eigenaars van mobiele telefoonnummers, om Skype op de telefoon te verbieden. Waar de Arabische overheden mee te maken hebben, is een steeds mondiger wordende bevolking die weet hoe het met gelijkdenkenden in contact kan komen, en die in staat zijn wereldwijd te communiceren. Dit heeft ervoor gezorgd dat de traditionele conservatieve alliantie tussen Arabische dictators en de moskeeën de greep op zijn bevolking voor een deel kwijt is. Het kan nog steeds vertrouwen op zijn politie, geheime diensten en leger, maar het is niet langer in staat door een combinatie van onderwijs en censuur het denken van de bevolking zo te kanaliseren dat het de propaganda gelooft. Elke Hollandse jongen weet dat het zinloos is met de vinger in de dijk te gaan staan als de dijk begint te lekken. Dan kan je alleen heel hard wegrennen om je het lijf te redden. Het is maar te hopen dat dit uiteindelijk de reactie zal zijn van de oude, vermoeide regimes. De vrees van veel Arabieren is dat die regimes dit niet begrijpen en dat ze op de hun vertrouwde manier naar hun machtsmiddelen zullen grijpen als de dijken dreigen door te breken, ongeveer zoals we in Iran hebben gezien na de presidentsverkiezingen van vorig jaar. #