Nieu w!
Met LiNk! Nederlands legt u de lat hoog!
LiNk! Nederlands garandeert: ▸ degelijkheid en duidelijke structuur ▸ conformiteit met de nieuwe leerplannen voor Nederlands voor de eerste graad ▸ ondersteuning van het competentieleren en ook de groei van kennis, vaardig heden, attitudes en persoonlijke ontwikkeling ▸ optimale didactische ondersteuning voor leerkracht én leerlingen (competentieplan, stappenplannen...) ▸ strategisch taalvaardigheidsonderwijs ▸ thema’s en bronmateriaal die aansluiten bij de leefwereld van de leerling ▸ uitdagende en creatieve opdrachten ▸ bijzondere aandacht voor schooltaalwoorden ▸ pasklare evaluatiemomenten en -mogelijkheden ▸ uitgebreid pakket aan differentiatie- en remediëringsmogelijkheden
1 A
Vaardigheden
Voorbereiding
In alle hoofdstukken komen kennis en vaardigheden geïntegreerd aan bod. Per trimester worden de geziene leerstof en deelvaardigheden gebundeld in een totaaltaak. Aan de hand van verschillende werk vormen en deelopdrachten werken de leerlingen een grote taak uit en beoordelen zichzelf en elkaar achteraf.
Hoe pak je nu de organisatie van zo’n studiereis aan? Aan welke criteria moet een leuke studiereis voldoen? Wanneer vind jij een studiereis geslaagd? Als ik iets bijgeleerd heb. Als ik me geamuseerd heb. Als de reis niet te lang duurt en ik ’s avonds op tijd thuis ben. Als de reis origineel is, als ik het zelf nog nooit gedaan had. Als de reis niet te duur is. Als … Als … Wat vind jij een redelijke prijs voor een studiereis? < 10 euro 20 – 25 euro 10 – 15 euro > 25 euro 15 – 20 euro Welke mogelijke bestemmingen kunnen er zijn? Denk eraan dat je een voor- en een namiddag moet vullen. Probeer zeker 5 mogelijkheden op te schrijven. Kies je voor een dagactiviteit of voor 2 aparte activiteiten?
B
4
Nu is het de bedoeling dat je samenwerkt in groepjes van 3 of 4 leerlingen en de rest van het project uitwerkt. Je leerkracht zal helpen met de verdeling.
De reisbeurs Tijdens deze les stelt elke groep zijn project voor. We houden de andere groepen natuurlijk ook goed in het oog.
Bespreek dan even de verschillende voorstellen! Welke zaken schrap je zeker (omwille van afstand, prijs …)?
Het is de bedoeling dat jullie ook mee punten geven. Het is belangrijk dat je op een eerlijke manier punten geeft en dat je je keuze achteraf ook motiveert! Groep 1 bestaat uit de leerlingen: Groep 2 bestaat uit de leerlingen: Probeer tot een overeenkomst te komen: welke bestemming wordt jullie studiereis?
2
Groep 3 bestaat uit de leerlingen:
De computer
Groep 4 bestaat uit de leerlingen: Groep 5 bestaat uit de leerlingen:
Hoe geraak je op deze bestemming? Welk transportmiddel kies je hiervoor? Probeer zoveel moVandaag krijg je de gelegenheid om nog extra informatie op te zoeken in verband met je gelijk gebruik te maken van het openbaar vervoer. Waar kan je daarvoor de nodige info vinden? studiereis. Het is belangrijk dat je dit lesuur goed gebruikt, anders zul je thuis misschien nog heel wat extra werk hebben.
Groep 6 bestaat uit de leerlingen: De volgende schema’s kunnen helpen. Affiche Wauw!!! Je krijgt echt zin om te vertrekken!
Op het einde van dit hoofdstuk vind je verschillende bijlagen terug. Daarin vind je al een uitgewerkte studiereis naar de Antwerpse Zoo. Die documenten kan je steeds als voorbeeld gebruiken.
4 Reisbeurs
157
De affiche ziet er goed uit, maar er staan een paar fouten op.
2 ptn.
Dit is onvoldoende. Er staan veel fouten op en het spreekt niet aan.
1 pt.
Dit is echt een kladwerk!
0 pt.
Programma %RHN/,1./:%LQGE
Spreek dus binnen je groep een duidelijke taakverdeling af. is de groepsleider, neemt de beslissingen.
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
3 ptn.
Goed uitgewerkt – realistische planning – heel gedetailleerd.
3 ptn.
Oké! Enkele zaken zijn onvoldoende uitgewerkt en / of niet realistisch.
2 ptn.
Er zijn te veel vragen bij dit programma.
1 pt.
Als we al ginder geraken, geraken we nooit meer terug!
0 pt.
houdt de tijd in het oog. brengt op het einde van de les heel kort verslag uit.
Voorstelling
is de enige die af en toe zijn plaats mag verlaten. (bv. om een woordenboek te halen, een vraag aan de leerkracht te stellen …) Welke zaken moet je zeker nog opzoeken om jullie studiereis voor te bereiden?
Heel duidelijk, overzichtelijk en leuk om naar te luisteren.
3 ptn.
Sommige dingen waren niet echt duidelijk en / of werden nogal saai voorgesteld.
2 ptn.
Ik heb heel wat niet begrepen en / of ik kon niet altijd de aandacht bij de voorstelling houden.
1 pt.
Slordige en vervelende voorstelling. Dit was duidelijk niet ingeoefend.
0 pt.
Hoe ga je daaraan beginnen? Welke sites kunnen je op weg helpen?
4 Reisbeurs
161
Aan de slag nu! %RHN/,1./:%LQGE
Op het einde van de les brengt dus iemand verslag uit over de stand van zaken. In dat verslag moeten zeker de volgende onderdelen zitten!
EHVWHPPLQJYDQGHVWXGLHUHLV VWDQGYDQ]DNHQWUDQVSRUWSURJUDPPD LQIRPDWHULDDOªGDWQRJRQWEUHHNW ª
4 Reisbeurs
159
10 Kevin en de Egyptenaar
Dit is Kevin. Kevin wordt in februari 12 jaar. Hij volgt technisch onderwijs. Kevin vindt dat hij nog veel te lang naar school moet. Eigenlijk zit hij te wachten tot hij 18 is en kan gaan werken. Kevin zou later dolgraag kok worden. Hij helpt zijn vader ook af en toe in de keuken. Het liefst bereidt hij pasta’s. Hij is verzot op Italiaanse gerechten. Zijn grootste hobby is skaten. Elk vrij moment gaat Kevin met een paar vrienden naar het skateboardpark van zijn dorp. Daar probeert hij dan indruk te maken op z’n vrienden. Soms lukt dat, maar soms …
Hieronder staat een afbeelding van een jongen uit Egypte. Niet het Egypte van nu, maar dat van zo’n 2 900 jaar geleden. Maak een korte tekst over deze jongen zoals dat voor Kevin ook gedaan werd. Er zijn een aantal woorden gegeven die je moet gebruiken. Je tekst moet in de verleden tijd staan.
touw paardje spelen,
pringen trekken, boks leren lezen, schrijven en rekenen
in de leer bij vader
school lopen
van 4 tot 12 jaar
Spelling
k dragen een prui
De werkwoordsvormen
hard werken
Persoonsvorm
ja
nee
Welke verschillen merk je op tussen Kevin en de jonge Egyptenaar? tijd?
142
Taalbeschouwing
infinitief (laatste letters –n of –en) gaan - lopen voltooid deelwoord (laatste letters –n of –en) gegaan - gelopen
3 LiNk.com
%RHN/,1./:%LQGE
(laatste letter –t of –d) gestapt - gewandeld (verlengen in de verl. tijd)
tegenwoordige tijd
Taalbeschouwing wordt geïntegreerd en binnen een context aangeboden.Hiervoor wordt vertrokken vanuit concreet en herkenbaar materiaal. Achteraan in het leerboek en in het leerwerkboek wordt de theorie bondig gebundeld (LiNk! Extra). Inoefening gebeurt in het werkboek of leerwerkboek en via Knooppunt kunnen de leerlingen aan een uitgebreid pakket extra oefenmateriaal.
verleden tijd
enkelvoud : stam + t
!!
enkelvoud : stam + te of de meervoud : stam + ten of den
opgelet: -t valt weg bij onderwerp ‘ik’ en bij onderwerp ‘je’ of ‘jij’ na de PV
(sterke werkwoorden veranderen hun stamklank: slapen – sliep)
meervoud = infinitief
198
LiNk! Extra
%RHNLQGE
Schooltaalwoorden jou ergens van? 2 Herken Schooltaalwoorden worden geïntegreerd aangeboden en functioneel en vanuit de ikcontext A Wie zijn de bekende figuren* in je leerboek p. 11? aangepakt. Elk hoofdstuk sluit af met een leuke opdracht rond de geziene ‘moeilijke’ woorden (werkboek: ‘LiNke boel’ en leerwerkboek: ‘Dat was lastig!’). Via Knooppunt wordt een pakket d igitale basis- en uitbreidingsoefeningen aangeboden en door middel van een postertemplate en een lijst van schooltaalwoorden met voorbeeldzinnen kan de leerkracht nog visuele ondersteuning in de klas voorzien. Wat weet je van hen?
Vergelijk* ze met elkaar:
Bart Peeters
Bart Simpson
verschillen
gelijkenissen
B
Markeer* de bekende figuren die niet echt bestaan of bestaan hebben. Xavier van FC De Kampioenen, Asterix, Patrick Lagrou, prins Filip, Kiekeboe, Britney Spears, Barack Obama, Kuifje, Napoleon, de Urbanus stripfiguur
12
Een figuur die niet echt bestaat, noemen we een
Dat was lastig!
figuur.
Vaak gaat het over figuren uit boeken, strips en films.
A B
C
D
E
16
F
G
H
I
J
K
5
M N O
S
T
P
Q
R
S
E
E
3 12 12 7 25 6 26 11 8
E
T
3 19 19 15
T
U
V W X
Y
E
O … V … U … R? Deze letters helpen je om bepaalde opdrachten tot een goed einde te brengen.
21 24 26
E
15 19 19 9 25 19 5 E
23 13 19 2 15 2 20 8 19
.
Z
6 26
25 2 26 E
L
19 T
2
Het tegenovergestelde van fictie is
Kraak de code. Elke letter uit het alfabet krijgt een cijfer. Probeer de zin te ontcijferen. We zetten je op weg met enkele definities!
A
O riënteren V oorbereiden U itvoeren R eflecteren
E 21 19 E
21 12 12 9 25 19 5
1 blad dat je moet invullen: E 7
2 18 3 19
2 iets wat typisch is voor iets of iemand: E
E
S
19 2 10 19 5
6 18 3 24 22
3 bepaald soort letter: E
T
T
E
T
1 Aan de lijn
15 19 26 26 19 9 26 1 22 19 4 deel van een tekst dat begint met een nieuwe regel en doorloopt tot aan de volgende regel:
%RHN/,1.:LQGE
E 24 15 2
5 19 24
5 hoogst, uiterst:
23 24 17 2 23 24 24 15 6 manier waarop iets is opgebouwd: S
T
T
6 26 9 11 18 26 11 11 9
6 Specialiteit van het huis!
%RHN/,1./:%LQGE
271
11
Leren leren De leerlingen worden op verschillende manieren geholpen bij hun leerproces om ook in zelfstandigheid te kunnen groeien. Stappenplan lezen Oriënteren:
Wat lees ik?
❍ Wat is het onderwerp waarover ik lees? ❍ Voor wie lees ik? Voor mezelf, een opdracht, … ❍ Wat is het doel: wil ik mij informeren, ontspannen, overtuigen,
ontroeren, ...?
Als je een woord wilt opzoeken, moet je altijd bij het GRONDWOORD kijken. Dat is het ‘gewone’ woord: in het enkelvoud, niet vervoegd ...
❍ Welk effect heeft de tekst op mij? ❍ Is het fictie of non-fictie?
Voorbereiden: Informatie zoeken en ordenen
❍ Is het nodig om achtergrond informatie op te zoeken of is de tekst
duidelijk: in een woordenboek, op het internet, bij mezelf, bij medeleerlingen, bij de leerkracht… ❍ Ik maak een mindmap, een schema, … als de tekst moeilijk is. %RHN/,1.:LQGE
Uitvoeren:
A
Wat is het grondwoord van de onderstaande woorden?
Ik lees
❍ Ik maak een planning: wanneer moet ik de tekst/het boek gelezen
hebben? Wanneer begin ik aan de oriënterings- en voorbereidingsopdrachten? Wanneer werk ik die af?
Hoofdstuk 1: Aan de lijn
op te zoeken woord woorden afleiden uit de context vergelijken
❍ Ik hou rekening met tips van vroeger. ❍ Ik laat de tekst even rusten.
oefeningen
vind je bij het grondwoord
les1, wb. p. 10
❑
les 2, wb. p. 11-14
❑
❑ betekenis ❑
les 10, wb. p. 32
❑
❑
een enquête invullen
les 10, wb. p. 31
❑
❑
verschillende tekstvormen herkennen
les 7,wb. p. 25
❑
❑
les 8,wb. p. 26-28
❑
❑
je leespaspoort opstellen
les 11, wb. p. 34-36
❑
❑
alfabetisch rangschikken en een woordenboek gebruiken
les 12, wb. p. 37-41, les 13 wb. p. 43
❑
❑
gemengd vragen over de teksten beantwoorden geskatet
krabben de spelling van de hoofdletters Je kent:
Studiewijzer: competentieplan
les 3, wb. p. 15-16 + lb. p. 200-201
❑
❑
de soorten zinnen (ja/nee-vraag, vraagwoordvraag, bevelende zin...) en de leestekens
les 4, wb. p. 17-20 + lb. p. 191
❑
❑
de persoonsvorm en het onderwerp
les 9, wb. p. 29-31 + lb. p. 191-193
❑
❑
het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie
les 14, wb. p. 44-45 + lb. p. 190
❑
het taalmodel
les 5, wb. p. 21-23 + lb. p. 190
❑
het verschil tussen fictie en non-fictie
les 6, wb. p. 24-25
❑
de bepaalde lidwoorden
les 10, wb. p. 32
❑
het alfabet
les 12, wb. p. 37-41
❑
de schooltaalwoorden uit dit hoofdstuk
les 15, wb. p. 46-47 + lb. p. 190, lb. p. 211-212
❑
gemekkerd
klusjesmannetje riep
mannequins
❍ Ik stel mezelf de W-vragen tijdens het lezen. ❍ Ik noteer belangrijke gegevens in mijn schema. bv. personages, ❍ gebeurtenissen, kernwoorden, …
STUDIEWIJZER: competentieplan
Je kan: jezelf en iemand anders voorstellen
Volg de tips op en vink aan wat je gedaan hebt Maak de interactieve Studeer en maak opnieuw
Reflecteren:
Hoe pakte ik deze leesopdracht aan? ❍ Ik stelde een planning op en volgde die. ❍ Ik begreep het doel en het effect. ❍ Ik kon de informatie uit de tekst halen. ❍ Ik respecteerde de tijd.
❑
F
❑ Even achterom kijken… ❑ ❑ ❑
Is het je gelukt om dit netjes en zonder doorhalingen te doen? ❑
ja / nee
Je wil: luisteren naar anderen
Begreep je altijd wat je moest doen?
nadenken over hoe je iets het beste aanpakt
Welke woordvormen zul je dus niet dadelijk in het woordenboek vinden? lb. p. 209-210
je les studeren
De interactieve oefeningen voor de verschillende hoofdstukken en voor taalbeschouwing vind je op www.Knooppunt.net
385
Waar heb je fouten gemaakt? 394
Om de inhoud van een tekst gemakkelijker te kunnen onthouden, kan van tekstkeer een Watje pak je dede volgende anders aan? schema maken.
Stappenplan lezen
%RHN/,1.:LQGE
Hoe ga je te werk?
B
Woordzoeker 1 Je leest de tekst aandachtig. 2 Je zorgt ervoor dat je alle woorden in de tekst begrijpt. In2onderstaand je een aantal moeilijke woorden terug. In elke alineatekstje duid je vind de kernwoorden (belangrijkste woorden) aan. 3 Daarna maak je een schema van de tekst. InBrahim een schema staan geenop volledige zinnen. Je Hij gebruikt de belangrijkste woorden. werkt al jaren een booreiland. moet enkel daar een heel team leiden. Hij is dus een echte vakman, zeker geen amateur. Soms heeft hij wel eens last van claustrofobie in sommige kleine ruimtes, maar hij weet dat dan subliem op te lossen. Dit schema hoort de tekst. Hieren enzo daar moet hetvoorkomen schema aangevuld worden. Hij fluit eenbij leuke melodie weet hij te dat er een crisis volgt. Hij Spreekwoorden uitdrukkingen? besluit datofhij deze job nog jaren wil doen. 2QGHUVFKHLGWXVVHQ
of
Twee verschillende versies!
elk woord binnen de minuut te vinden in je ‘papieren’ woordenboek. Voor deze Probeer .HQPHUNHQ oefening krijg je dus maximum 10 minuten! Soms heeft een woord meer dan 1 betekenis. 1 altijd dezelfde Kies dan de betekenis die in deze tekst op zijn plaats is! 2
LiNk! Nederlands biedt bewust 2 verschillende versies (leerboek + 3 bevatten een leerwerkboek). wijsheid of werkboek versus De uitgangspunten zijn dezelfde (referentiekader, maar de uitwerking ervan .HQPHUNHQ thema’s, leerstof), of 1 minder verschilt naargelang het doelpubliek (taalsterke of meer technisch2 ook in leerlingen). tijd georiënteerde Dit uit zich of 3 geen 1 Aan de lijn in bv. hetzelfde tekstmateriaal maar 9 Wie doet wat? 6SUHHNZRRUGHQHQXLWGUXNNLQJHQ verschillende opdrachten, verschillende altijd tekstfragmenten, andereopvatten instap voor nooit bepaalde taalbeschouwelijke elementen...).
8
Als een varken knor … Mijn moeder wast een zeug met een lief snuitje
Een varken te zijn
Mijn vader wassen een ouwe trouwe beer
Is een leven vol pijn
We leefde met zijn twaalven op een kluitje 5
10
35
Maar klagen, dat doen ‘ie niet
Dat ouwe hok, dat ben er nu niet meer We had altijd trek en altijd honger
Nee, een varken zullen nooit zeuren 20
Ook al maalt je hem helemaal fijn
Toch leefde we als prins in ons paleis
Een big of een zwijn
We had alles wat een big zich maar kunt wensen
Nee, die krijgen je niet klein
In ons eigen biggenparadijs
Ik is trots om een varken te zijn
Tot die dag, ik zullen het nooit vergeten, Toen kwamen opeens die man van ’t abattoir
2 Zin in de zee
Mijn ouders ben geslacht en opgegeten
95
Van kop tot staart en ook met huid en haar Als een varken knor dan huilen ’ie
%RHN/,1./:%LQGE
%RHN/,1./:%LQGE
Ook dieren communiceren
15
Ook een varken ken het verdriet Uit: Tachtig kleine hamsters van Niek Barendsen
A
Enkele vragen Hoe ziet een varkensfamilie eruit? Papa noemen we
B
Mama is een
Hier staan 10 spreekwoorden die allemaal iets met ‘de zee’ te maken hebben. Maar er is een klein probleem opgedoken. A
Een klein varkentje heet ook wel een Wat zou een ‘abattoir’ kunnen zijn? Als je het gedicht goed leest, weet je de betekenis!
De spreekwoorden zijn onvolledig. Zoek in de lijst de aanvulling bij elk spreekwoord. a Boter bij
van de zalm
b Achter het
de vis
c Vis
in het water
Wat doen deze dieren?
Uit de basisschool weet je zeker hoe zulke woorden heten, het zijn
B
Je hebt al gemerkt dat er heel wat fouten in dit gedicht staan. Wat klopt er bv. niet aan de titel?
.
Als een varken knor…
Van zodra je er het dier voor plaatst, verandert het woord. Vul in. De hond
.
De aap
.
De vogel
.
Het paard
.
d Zo gezond
zuiver op de graatDeze vormen noemen we
e Hij kan
net vissen
Hoe komt dat?
.
De kat
Verbeter nu ook de fouten in de rest van het gedicht!
1 Aan de lijn
�����������������������
f Het neusje g Zo glad
werkboek noch vlees verroeren
Hoe zoek je de persoonsvorm (pv)? Stel een De persoonsvorm staat dan op de
51
.
. in de zin.
����������������
leerboek
LiNk! Nederlands 1
Voor de leerling ▸ Leerboek + Werkboek voor taalsterke leerlingen ▸ Leerwerkboek voor technisch-georiënteerde leerlingen ▸ Extra materiaal op Knooppunt: - Interactieve oefeningen: grammatica, spelling, vaardigheden én schooltaalwoorden
- Stappenplannen, competentieplan/studiewijzer, evaluatiefiches, e.d.
Voor de leerkracht ▸ Handleiding met o.a. alle oplossingen, jaarvorderingsplan, verwijzing naar eindtermen en ▸ ▸ ▸ ▸ ▸
leerplannen, didactische wenken, tips voor differentiatie, toetsmateriaal... Luistercd met audiomateriaal bij teksten en oefeningen DVD met visueel materiaal voor teksten en oefeningen Interactief bordboek met links naar luister- en beeldmateriaal, oplossingen, relevante sites enz. Methodesite met extra documenten en visueel materiaal als ondersteuning (bv. powerpoint) op www.plantyn.com/linknederlands Online Lerarenkit met o.a. digitale handleiding, extra les- en toetsmateriaal 
bordboek
Meer info: www.plantyn.com/linknederlands
U wilt deze nieuwe uitgave beoordelen? Bestel uw beoordelingsexemplaar (50 % korting) online op www.plantyn.com/linknederlands.
U kan ook bestellen bij onze klantendienst: ▸ telefonisch via (015) 36 36 36 ▸ via fax op (015) 36 36 37 ▸ via e-mail:
[email protected]
OVERZICHT Titel
ISBN
Prijs 2010
Verwacht
LiNk! Nederlands 1 Leerboek
978-90-301-9871-0
27,50 EUR
beschikbaar
LiNk! Nederlands 1 Werkboek (incl. online ICT)
978-90-301-9870-3
18,00 EUR
beschikbaar
LiNk! Nederlands 1 Leerboek Handleiding (incl. online ICT)
978-90-301-0484-1
40,00 EUR
juni
LiNk! Nederlands 1 Leerboek Handleiding set (incl. audio-cd, dvd, online ICT)
978-90-301-9982-3
115,00 EUR
juni
LiNk! Nederlands 1 Leerwerkboek (incl. online ICT)
978-90-301-9872-7
22,00 EUR
beschikbaar
LiNk! Nederlands 1 Leerwerkboek Handleiding (incl. online ICT)
978-90-301-0485-8
40,00 EUR
juni
LiNk! Nederlands 1 Leerwerkboek Handleiding set (incl. audio-cd, dvd, online ICT)
978-90-301-9983-0
115,00 EUR
juni
LiNk! Nederlands 1 Audio-cd
978-90-301-9924-3
40,00 EUR
april
LiNk! Nederlands 1 dvd
978-90-301-9925-0
50,00 EUR
juni
LiNk! Nederlands 1 Bordboek
978-11-301-1958-9
75,00 EUR
september
LiNk! Nederlands 1 Lerarenkit
978-11-301-1992-3
95,00 EUR
september
Plantyn Motstraat 32 2800 Mechelen
telefoon: 015 36 36 36 fax: 015 36 36 37 Bezoek onze website: www.plantyn.com
V.u.: D. Vanhove, Motstraat 32, 2800 MECHELEN
EERSTE GRAAD