Imagine the result
Hervergunning en uitbreiding van Flanders Expo Niet technische samenvatting bij project-MER - Eindversie
Artexis
Projectnummer BE0113.000378 | Maart 2015
2/47
OPDRACHTGEVER
BE0113.000378
Artexis Maaltekouter 1 9052 Gent Dhr. Freddy Hebbrecht Dhr. Wim Verstockt
KBO en VE-nr
KBO 0427.328.649 VE 2.027.122.430
PROJECTOMSCHRIJVING Hervergunning en uitbreiding Flanders Expo Niet technische samenvatting bij project-MER Eindversie
OPDRACHTNEMER
ARCADIS Belgium nv Posthofbrug 12 2600 Berchem BTW BE 0426.682.709 RPR ANTWERPEN ING 320-0687053-72 IBAN BE 38 3200 6870 5372 BIC BBRUBEBB
Contactpersoon Telefoon Telefax E-mail Website
Frank Van Daele +32 3 328 06 47 +32 3 328 62 87
[email protected] www.arcadisbelgium.be
3/47
BE0113.000378
Bijlage 1: Handtekeningen Erkend MER-deskundige
MER-discipline
Frank Van Daele
Coördinatie Lucht
Kathleen Nysten
Bodem
Patrick Pans
Geluid en trillingen
Mieke Deconinck
Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie
Adel Lannau
Mens – mobiliteit
Erik Vermeiren
Mens – ruimtelijke aspecten
Paul Vanhaecke
Mens – gezondheid Water
Handtekening
5/47
BE0113.000378
Inhoudsopgave 1 2 2.1 2.2 2.3 3 3.1 3.1.1 3.2 3.2.1 3.3 3.3.1 3.4 3.4.1 3.5 3.5.1 3.6 3.7 3.7.1 3.8 3.8.1 4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.2 4.2.1 4.2.2 4.3 4.3.1 4.3.2 4.4 4.4.1 4.4.2 4.5 4.5.1 4.5.2 4.6 4.7 4.7.1 4.7.2 4.8 4.8.1 4.8.2
Inleiding .............................................................................................................................. 7 Projectbeschrijving............................................................................................................ 9 Doel van het project ............................................................................................................ 9 Motivering project ................................................................................................................ 9 Doelstelling project ............................................................................................................ 10 Referentiesituatie .............................................................................................................11 Mens – mobiliteit ............................................................................................................... 11 Referentiesituatie .............................................................................................................. 11 Geluid en trillingen ............................................................................................................ 12 Referentiesituatie .............................................................................................................. 12 Lucht, energie en klimaat .................................................................................................. 14 Referentiesituatie .............................................................................................................. 14 Bodem ............................................................................................................................... 15 Referentiesituatie .............................................................................................................. 15 Water................................................................................................................................. 16 Referentiesituatie .............................................................................................................. 16 Fauna en flora ................................................................................................................... 18 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie ............................................................. 18 Referentiesituatie .............................................................................................................. 18 Mens – ruimtelijke aspecten, hinder, gezondheid ............................................................ 19 Referentiesituatie .............................................................................................................. 19 Effectbespreking ..............................................................................................................23 Mens – mobiliteit ............................................................................................................... 23 Conclusie effectbeschrijving en –beoordeling .................................................................. 23 Milderende maatregelen ................................................................................................... 25 Geluid en trillingen ............................................................................................................ 26 Conclusie effectbeschrijving en –beoordeling .................................................................. 26 Milderende maatregelen ................................................................................................... 27 Lucht, energie en klimaat .................................................................................................. 27 Conclusie effectbeschrijving en –beoordeling .................................................................. 27 Milderende maatregelen ................................................................................................... 29 Bodem ............................................................................................................................... 31 Conclusie effectbeschrijving en –beoordeling .................................................................. 31 Milderende maatregelen ................................................................................................... 31 Water................................................................................................................................. 31 Conclusie effectbeschrijving en –beoordeling .................................................................. 31 Milderende maatregelen ................................................................................................... 32 Fauna en flora ................................................................................................................... 32 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie ............................................................. 32 Conclusie effectbeschrijving en –beoordeling .................................................................. 32 Milderende maatregelen ................................................................................................... 33 Mens – ruimtelijke aspecten, hinder, gezondheid ............................................................ 33 Conclusie effectbeschrijving en –beoordeling .................................................................. 33 Milderende maatregelen ................................................................................................... 34
6/47
5 6
BE0113.000378
Grensoverschrijdende effecten ......................................................................................35 Eindsynthese ....................................................................................................................37
7/47
1
BE0113.000378
Inleiding Dit is de niet-technische samenvatting van het milieueffectrapport (MER) ‘Hervergunning en uitbreiding van Flanders Expo’. De niet-technische samenvatting is een beknopte samenvatting van het eigenlijke milieueffectrapport bestemd voor publiek en belanghebbenden. Een milieueffectrapport is een openbaar document waarin de milieueffecten van een planproces of project en de eventuele alternatieven voor dat planproces of project, worden onderzocht. Het milieueffectrapport beslist niet of het project een vergunning krijgt, dit wordt beslist door de vergunningverlener die hierbij rekening houdt met milieueffectrapport. De niet-technische samenvatting heeft als doel om aan publiek en belanghebbenden de relevante informatie uit het milieueffectrapport van het project of plan te communiceren en hiermee de publieke participatie in het vergunningsproces te bevorderen. Voor de uitgebreide technische informatie moet u het eigenlijke milieueffectrapport ‘Hervergunning en uitbreiding van Flanders Expo’ raadplegen.
9/47
2
Projectbeschrijving
2.1
Doel van het project
BE0113.000378
Het projectgebied bevindt zich op de site van Flanders Expo te Gent en is gesitueerd op de figuur hieronder (rode contour). Het wordt begrensd door de volgende straten: Adolphe Pégoudlaan (verder Pégoudlaan genoemd), Maaltekouter en Bovenhove.
Figuur 2.1.1: Situering projectgebied
2.2
Motivering project Naast een hervergunning van de activiteiten van Flanders Expo kadert het project ook in de uitwerking van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) SDW-5 Handelsbeurs te Gent. In dit RUP is opgenomen dat op de zone waar Flanders Expo gelegen is een extra oppervlakte van 40.000 m² BVO gebouwd kan worden. Artexis heeft het plan opgevat om de in het RUP geboden mogelijkheden tot uitbreiding in te vullen, zij het in verschillende fasen – ten einde de groei en de continuïteit van de activiteiten van Flanders Expo – het organiseren van beurzen en evenementen – te verzekeren voor de toekomst. De bouw van Hal 10 en The Link en de herinrichting van de omliggende ruimte (Tarmac) betreffen de eerste fase (ca. 8 000 m²) van invulling van het RUP voor wat de site van de handelsbeurs betreft. In een tweede fase (nog ca. 32 000 m²) zal aanvullend een vastgoedproject ontwikkeld worden. Deze tweede fase wordt niet mee onderzocht in het MER. Cumulatieve effecten de van alle ontwikkelingen op de site, inclusief deze van de 2 fase, zijn (op plan-niveau) reeds onderzocht in het plan-MER in het kader van het RUP SDW-5 Handelsbeurs.
10/47
2.3
BE0113.000378
Doelstelling project Er wordt een hervergunning voor Flanders Expo aangevraagd aangezien de huidige milieuvergunning komt te vervallen op 25 september 2016 en men de activiteiten wenst verder te zetten. De doelstellingen van de uitbreiding zijn de volgende: Het verbindingsgebouw (The Link) tussen de hallen 3, 5 en 7 en de Hal 8 en (de toekomstige) Hal 10 wordt gebouwd om de flexibiliteit voor het gebruik van de hallen te vergroten. Dit verbindingsgebouw moet er voor zorgen dat hallen die vandaag niet afzonderlijk kunnen gebruikt worden, in de toekomst wel afzonderlijk kunnen verhuurd worden voor beurzen en/of evenementen. Dit moet toelaten om gelijktijdig meerdere (kleinere) beurzen te kunnen laten doorgaan of minstens om tijdens het doorgaan van één beurs in de ene hal een andere beurs in (een) andere hal(len) te kunnen opbouwen of afbreken. De bouw van een bijkomende (multifunctionele) hal, Hal 10, moet de capaciteit van het beurscomplex uitbreiden. Het verbeteren van de kwaliteit van de omliggende terreinen moet de afwikkeling van zowel het logistiek verkeer als van de door het RUP gevraagde parkeerfaciliteiten duidelijker, vlotter en efficiënter maken. De geplande situatie zoals voorzien in het project (= fase 1) wordt geschetst in onderstaande figuur: Projectonderdelen
Gebouw 3
Gebouw 2
Gebouw 4
Gebouw 6
Gebouw 1
Gebouw 5
Tarmac
Gebouw 8
Gebouw 7
Figuur 2.3.1: Inrichting terrein in de toekomstige situatie bij realisatie fase 1
The link
Room 10
11/47
3
Referentiesituatie
3.1
Mens – mobiliteit
3.1.1
Referentiesituatie
BE0113.000378
De site is erg goed bereikbaar met openbaar vervoer en de wagen. Er zijn ruim voldoende parkeerplaatsen ter beschikking, en op 93% van de beursdagen doet er zich dan ook geen parkeerprobleem voor. De bereikbaarheid per fiets en te voet is momenteel nog vrij slecht. De routes zijn van slechte kwaliteit, zijn niet goed bewegwijzerd en volgen niet de meest korte route voor de gebruikers. In de huidige situatie bedragen de verkeersintensiteiten op de hoofdwegen reeds op bepaalde momenten en op bepaalde segmenten 90% van de capaciteit. Vanaf 90% is er vertraagd verkeer, vanaf 95% is er sterk vertraagd tot stilstaand verkeer, vanaf 100% is er stilstaand verkeer met zware congestie. De referentiesituatie voor het autoverkeer werd gebaseerd op een modeldoorrekening van Technum in kader van de MOBER (Mobiliteitseffectenrapport) die in opmaak is. De modeldoorrekingen geven de intensiteiten op en rond The Loop weer voor de ochtend en avondspits tijdens de week waarbij een gemiddelde Flanders Expo beurs gaande is.
Figuur 2 Model The Loop doorrekeningen ochtendspits 2015 (bron: Technum)
12/47
BE0113.000378
Figuur 3 Model The Loop doorrekeningen avondspits 2015 (bron: Technum)
3.2
Geluid en trillingen
3.2.1
Referentiesituatie Het huidige geluidsklimaat wordt beschreven op basis van: 1. Langdurige en kortstondige omgevingsmetingen; 2. Akoestisch model (IMMI) voor het wegverkeersgeluid. Metingen In het kader van dit MER werden 2 langdurige ((MPl1-2: 7 dagen) en 4 kortstondige (MPa1-4: 15 minuten) omgevingsmetingen uitgevoerd. Voor de beschrijving van de kwaliteit van het oorspronkelijke omgevingsgeluid (zonder de aanwezigheid van muzikale evenementen in de bestaande gebouwen van Flanders Expo) wordt het gemeten omgevingsgeluid vergeleken met de milieukwaliteitsnormen van Vlarem II.
13/47
BE0113.000378
MPa2
MPl2
MPa4
MPl1 MPa1
MPa3
Figuur 3.2-1 Situering meetlocaties geluid
Uit de meetresultaten blijkt dat het omgevingsgeluid ter hoogte van alle meetpunten hoofdzakelijk bepaald wordt door het verkeersgeluid. Ter hoogte van de meetpunten Mpa1, MPa2 en MPl2 wordt het omgevingsgeluid ook bepaald door het nabijgelegen spoor. Het omgevingsgeluid is het hoogst in de meetpunten MPa1 en MPa3. Het ligt beduidend hoger dan in de andere meetpunten omdat MPa1 en MPa3 dichter bij de E40 gelegen zijn. De milieukwaliteitsnormen werden nagenoeg in elk meetpunt behaald of benaderd. Enkel ter hoogte van het meetpunt MPa1 wordt de milieukwaliteitsnorm niet gehaald. Het omgevingsgeluid wordt ter hoogte van MPa1 vooral bepaald door het verkeersgeluid en door het spoorweggeluid. Tijdens de kortstondige meting reden er enkele treinen voorbij. Voor de beschrijving van het huidige verkeersgeluid in het studiegebied wordt een vergelijking gemaakt van de langdurige omgevingsmetingen met de gedifferentieerde referentiewaarden voor Lden (een soort berekende uitgemiddelde waarde waarbij zowel de dag-, avond- als nachtperiode is verrekend) en Lnight (gemiddelde waarde voor de nachtperiode) (die zijn opgenomen in een consensustekst opgemaakt door de afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid van LNE in 2008). In MPl2 ligt Ldenen Lnight-waarde hoger dan de gedifferentieerde referentiewaarden voor bestaande lokale wegen. Het omgevingsgeluid ter hoogte van MPl2 wordt hoofdzakelijk bepaald door het verkeersgeluid en het nabijgelegen spoor. In MPl1 ligt Lden- en Lnight-waarde lager dan de gedifferentieerde referentiewaarden voor bestaande lokale wegen. Modellering Met het akoestisch model (IMMI) wordt het wegverkeersgeluid gesimuleerd wat in het studiegebied de overheersende geluidsbron is (vlakbij E40 en R4). Hierbij wordt gebruik gemaakt van de verkeersgegevens uit de mobiliteitsstudie die uitgevoerd wordt in het kader van dit MER.
14/47
BE0113.000378
Voor de beschrijving van het gemodelleerde verkeersgeluid worden de Lden- en Lnightwaarden vergeleken met de gedifferentieerde referentiewaarden. Uit de gemodelleerde Lden en Lnight waarden volgt dat in nagenoeg alle evaluatiepunten, met uitzondering van MPa1, de gedifferentieerde referentiewaarden niet overschreden worden. Ter hoogte van MPa1 worden de gedifferentieerde referentiewaarden net overschreden. De overschrijding ligt echter binnen de nauwkeurigheid van het model waardoor er geen uitspraak kan gedaan worden.
3.3
Lucht, energie en klimaat
3.3.1
Referentiesituatie
3.3.1.1
Huidige situatie 2013 Voor de beschrijving van de huidige luchtkwaliteit in de omgeving van het studiegebied wordt gebruik gemaakt van de resultaten van de “Life+ ATMOSYS: NO 2stedencampagne” (VMM, gegevens 2009/2012). Er werd vooral aandacht besteed aan de parameters die relevant zijn voor verkeersemissies: fijn stof (PM10 en PM2,5), NO2, EC (elementair koolstof) en benzeen. Algemeen geldt dat de hoogste concentraties van deze parameters voorkomen langs de grote wegassen in het studiegebied, nl. E40, E17, Ringweg R4 en Pégoudlaan. Voor NO2 komen langs de E40 en E17 overal overschrijdingen van de norm van 40 µg/m³ voor tot op ca. 500 m van de wegas. Verder van deze wegassen komen binnen het studiegebied geen overschrijdingen voor. Ter hoogte van Flanders Expo zelf bedragen de NO2-concentraties ca. 31-35 µg/m³. De jaargemiddelde norm voor PM10 van 40 µg/m³ wordt nergens in het studiegebied overschreden. Nergens binnen het studiegebied komen er meer dan 35 overschrijdingen van de dagwaarde van 50 µg/m³ voor. Voor PM2,5 wordt de huidige norm van 25 µg/m³ overal gerespecteerd. De toekomstige norm van 20 µg/m³ (vanaf 2020) wordt wel benaderd, maar niet overschreden. De jaargemiddelde EC concentratie (2009) binnen het studiegebied bedraagt ter hoogte van Flanders Expo ca. 1,6 µg/m³. Rond de wegas en een aantal belangrijke knooppunten zijn concentraties tot ca. 2 µg/m³. In het volledige studiegebied wordt de vooropgestelde norm van 2 µg/m³ (lokaal nipt) gerespecteerd.
3.3.1.2
Referentiesituatie 2015 De referentiesituatie 2015 wordt beschouwd als de situatie waarbij Hal 10 en The Link nog niet zijn gerealiseerd, en waarbij Flanders Expo niet in beschouwing wordt genomen. Ter hoogte van Flanders Expo worden nergens overschrijdingen van de jaargrenswaarde voor NO2 (40 µg/m³) gemodelleerd. Buiten het projectgebied zijn de concentraties het hoogst langs de wegas van de Pégoudlaan, de E40 en de R4. Ter hoogte van de E40 komen systematisch overschrijdingen van 40 µg/m³ voor. Langs de Pégoudlaan is er slechts heel lokaal een overschrijding gemodelleerd. Op de R4 zijn alle concentraties tussen 30 en 35 µg/m³ gemodelleerd.
15/47
BE0113.000378
Jaargemiddelde NO2-concentraties in de referentiesituatie 2015 (µg/m³)
Voor PM10 worden er ter hoogte van Flanders Expo nergens overschrijdingen van de jaargrenswaarde voor PM10 (40 µg/m³) gemodelleerd. Binnen het studiegebied zijn de concentraties het hoogst langs de wegas van de Pégoudlaan, de E40 en de R4. Ter hoogte van de E40 komen systematisch overschrijdingen van 40 µg/m³ voor. Op de R4 en langs de Pégoudlaan zijn er nergens overschrijdingen gemodelleerd. Ter hoogte van Flanders Expo zijn er nergens overschrijdingen van de huidige jaargrenswaarde voor PM2,5 (25 µg/m³) gemodelleerd. De concentraties zijn wel hoger dan 20 µg/m³ (norm vanaf 2020). In het overige deel van het studiegebied variëren ze van 19 tot 23,2 µg/m³. De grootste waarden tot boven 20 µg/m³ komen voor als enkele spots ter hoogte van de wegas van de E40. Op basis van de verhouding tussen benzeen en PM10-emissies, worden geen overschrijdingen van de grenswaarde van 5 µg/m³ verwacht binnen het studiegebied voor de referentiesituatie 2015. De verwachte maximale concentratie bedraagt 2,1 µg/m³.
3.4
Bodem
3.4.1
Referentiesituatie Het projectgebied is gelegen in de zandstreek, meer bepaald in het Vlaamse Vallei gebied. De bovenste bodemlagen zijn bijgevolg zandhoudend. De bodemopbouw binnen het projectgebied is verstoord antropogene activiteiten.
16/47
BE0113.000378
Figuur 3.4.1: Bodemkaart
Een deel van de terreinen van Flanders Expo is bovendien verontreinigd met PAK’s ten gevolge van de activiteiten van het voormalig vliegveld (tussen 1950 en 1985) of van gallo-romeinse brandgraven op de site. Uit de risico-evaluatie blijkt er geen risico uitgaat voor plant, dier, mens of risico op verspreiding, zodat de verontreiniging geen ernstige bedreiging vormt. De bodem van het projectgebied bevat wellicht ook licht verhoogde concentraties aan PAK’s. Het bodemgebruik in het projectgebied bestaat uit de huidige expohallen en de wegenis en parkeerplaatsen eromheen.
3.5
Water
3.5.1
Referentiesituatie
3.5.1.1
Oppervlaktewater In het projectgebied zelf bevinden zich geen waterlopen. Ongeveer 200 m ten noordoosten ligt de Grietgracht. Deze waterloop mondt uit in de Ringvaart die op ongeveer 500 m ten noorden en oosten van het gebied loopt. Op minder dan 400 m ten westen ligt de Boesbeek. Deze beek mondt uit in de Leie, die verder ten noordwesten ligt. Het projectgebied is niet ingetekend als een effectief overstromingsgebied of als een risicozone voor overstromingen. Langs de Grietgracht en Boesbeek is wel een zone als recent overstroomd gebied ingetekend. De reservecapaciteit van deze waterlopen wordt bijgevolg beperkt geacht. Een deel van deze zone is op de watertoetskaart als effectief overstromingsgevoelig ingetekend. De Ringvaart wordt daarentegen niet verwacht capaciteitsoverschrijding of toenemende debieten.
kwetsbaar
te
zijn
voor
17/47
BE0113.000378
Figuur 3.5.1: Overstromingskaart
3.5.1.2
Grondwater Bij sonderingen die werden uitgevoerd ter hoogte van de nieuwe bruggen over de Pégoudlaan (mei 2009) en op het terrein van IKEA (september 2006) werd het grondwater vastgesteld op geringe diepte, namelijk 1 à 1,5 m onder maaiveld (projectMER ‘Ontwikkeling Veld 12 van project The Loop, 2010, Soresma’). Volgens een recente sondering uitgevoerd door Artexis in het kader van voorliggend project zou het grondwater ter hoogte van het projectgebied echter dieper zitten (minstens 1,5 m; gemiddeld 3,1 m; vastgesteld in nauwe, onbeschermde sondeergaten, waardoor deze waarden louter indicatief zijn). Het grondwater ter hoogte van het projectgebied is zeer kwetsbaar is voor verontreinigingen. Binnen een straal van 1,5 km rond het projectgebied bevinden zich 4 vergunde grondwaterwinningen die grondwater onttrekken op een diepte van 15 m of meer. Het projectgebied bevindt zich niet in de beschermingszone van een grondwaterwinning. Het projectgebied behoort tot het zuiveringsgebied van de RWZI (rioolwaterzuiveringsinstallatie) van Gent (3,5 km ten N). De riolering van Flanders Expo sluit aan op het rioleringsstelsel van de Poortakkerstraat en de woonwijken van Sint-Denijs-Westrem. Het terrein van IKEA sluit aan op de riolering langs de Kortrijksesteenweg.
18/47
3.6
BE0113.000378
Fauna en flora De biologische waarderingskaart geeft aan dat er in de noordoosthoek van het projectgebied een biologisch waardevolle zone gelegen is, alsook op enkele aangrenzende terreinen. Uit de orthofoto blijkt echter dat deze kaart ter hoogte van het projectgebied en directe omgeving achterhaald is. De aangegeven waardevolle zones zijn ingenomen door infrastructuur die in het recente verleden werd aangelegd (interne ringweg van The Loop, …).
Figuur 3.6.1: Biologische waarderingskaart
In de directe omgeving van het projectgebied zijn ook geen speciale beschermingszones of VEN-gebieden gelegen. Het dichtstbijzijnde gebied bevindt zich op ca. 1,5 km ten noordwesten. Het betreft het GEN-gebied ‘De vallei van de Beneden-Leie’ dat tevens aangeduid is als erkend natuurreservaat.
3.7
Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie
3.7.1
Referentiesituatie Binnen het studiegebied van het project zijn geen relictzones, ankerplaatsen, lijnrelicten of puntrelicten gelegen. In de ruimere omgeving zijn wel enkele sites aangeduid als bouwkundig erfgoed. Geen van deze heeft een visuele link met het projectgebied. Ook het beschermd monument ‘Heilige Sacramentskapel’ in de Putkapelstraat is niet zichtbaar vanaf het projectgebied.
19/47
BE0113.000378
Figuur 3.7.1: Beschermde landschapselementen en inventaris bouwkundig erfgoed
Er zijn verschillende archeologische sites in en rondom het projectgebied terug te vinden. Bij aanleg van de hallen en parkings van Flanders Expo op het voormalig vliegveld in de jaren 1980 werd onderzoek uitgevoerd door de Vakgroep Archeologie van de Universiteit Gent, wat belangrijke vondsten opleverde. Maar heel wat relicten werden ook vernietigd zonder onderzoek. In het kader van de herontwikkeling van de site van Flanders Expo wordt er sinds 2007 preventief door De Logi en Hoorne archeologisch onderzoek uitgevoerd voor de verschillende ontwikkelingsdossiers. Het onderzoek is nog steeds lopende (www.archeotheloop.be). Landschappelijk gezien wordt de site van Flanders Expo gekenmerkt door expohallen omgeven met parkeerterrein. Naast de gebouwen in functie van de beursactiviteiten bevinden zich op het terrein nog andere gebouwen die het uitzicht van de site van the Loop bepalen. Het betreft het Holiday Inn hotel, de studio’s en kantoren van de regionale zender AVS, het tramgebouw, het IKEA gebouw en tot slot de Arteveldetoren.
3.8
Mens – ruimtelijke aspecten, hinder, gezondheid
3.8.1
Referentiesituatie Tussen de Kortrijksesteenweg en de projectsite en ten westen van de spoorlijn Gent – Kortrijk/Ronse is woongebied gelegen. Verspreid komen er ook handels- en kantoorfuncties voor. Binnen de site van the Loop bevinden zich de beurshallen van Flanders Expo, een hotel (Holiday Inn), de televisiestudio’s van het regionale televisiestation Audio Video Studio (AVS) en een vestiging van IKEA. Rondom deze functies liggen uitgebreide gelijkgrondse openluchtparkings (circa 6.000 parkeerplaatsen). Er zijn echter ook nog enkele terreinen van The Loop niet ingevuld.
20/47
BE0113.000378
Ten westen van the Loop is een KMO-zone aanwezig die – vooral in het zuidelijk deel – zo goed als volzet is. Ten zuiden bevinden zich binnen het op- en afritcomplex 14 SintDenijs-Westrem van de E40 kantoor- en handelsfuncties waaronder de recent gebouwde KBC Arteveldetoren.
21/47
BE0113.000378
21
Figuur 3.8.1: Aanwezige functies binnen het studiegebied
recent gebouwde appartementen
22/47
BE0113.000378
Heel wat van de beurs- en concertactiviteiten van Flanders Expo zijn gericht op het grote publiek, deze zijn te catalogeren onder de noemer leisure (ontspanningsfaciliteiten). In de omgeving van het projectgebied zijn verschillende kwetsbare functies aanwezig. Alhoewel de afstanden tot het projectgebied relatief beperkt zijn, bevinden zich in alle richtingen bebouwing en infrastructurele barrières tussen het projectgebied en deze kwetsbare functies. De E40, de Ringvaart/R4, de N43 en de B402 zijn belangrijke bronnen van luchtverontreiniging ten aanzien van de bewoners in de omgeving. Deze verkeerswegen zijn tevens belangrijke geluidsbronnen. Het geluid van de E40 wordt wel in belangrijke mate afgeschermd door geluidsschermen. Langs de B402 en de R4 komt quasi geen bewoning voor. Daardoor komt de meeste hinder voor langs de Kortrijksesteenweg (wijk Maalte) en langs de spoorweg Gent – Kortrijk/Ronse (wijk Steenaarde).
23/47
BE0113.000378
4
Effectbespreking
4.1
Mens – mobiliteit
4.1.1
Conclusie effectbeschrijving en –beoordeling Hieronder wordt een overzicht gegeven van de resultaten van de effectbeoordeling. We bespreken eerst de effecten op het niveau van de site The Loop van de referentiesituatie (bestaande activiteiten) en van de geplande situatie (geplande uitbreiding). Tabel 4.1.1 Effecten op de site The Loop
Effecten op niveau van The Loop
Effectbeoordeling Verwaarloosbaar
Interpretatie
Relaties langzaam
Huidige activiteiten:
verkeer
Voetgangers/fietsnetwerk valt grotendeels
verwaarloosbaar
samen met autonetwerk en is in
effect
Geen, neutraal of
ontwikkeling, parallel met de andere ontwikkelingen op The Loop. De verbinding met nabijgelegen functies kan veilig verlopen. Uitbreiding activiteiten:
Verwaarloosbaar
Geen, neutraal of verwaarloosbaar effect
Er worden geen nieuwe verbindingen gemaakt, noch bestaande verbindingen verbroken. Relatie met
Huidige activiteiten:
openbaar vervoer
Vlot bereikbare bus- en tramhaltes.
Matig positief
Duidelijk positief effect
Regelmatige verbinding met de stad (station). Uitbreiding activiteiten: Er zijn geen noemenswaardige wijzigingen op OV routes ten gevolge van het project.
Verwaarloosbaar
Geen, neutraal of verwaarloosbaar effect
24/47
Effecten op niveau van The Loop Auto- en
Huidige activiteiten - Ochtendspits:
BE0113.000378
Effectbeoordeling
Interpretatie
Verwaarloosbaar
Geen, neutraal of verwaarloosbaar effect
Verwaarloosbaar tot beperkt negatief
Verwaarloosbaar tot beperkt negatief effect, aanvaardbaar, geen milderende maatregelen nodig.
Verwaarloosbaar
Geen, neutraal of verwaarloosbaar effect
vrachtwagenverkeer De activiteiten van Flanders Expo geven geen aanleiding tot (extra) capaciteitsproblemen Huidige activiteiten - Avondspits: De activiteiten van Flanders Expo geven tijdens piekbeurzen (10 à 20 dagen per jaar) aanleiding tot een toename van de ook zonder Flanders Expo reeds bestaande capaciteitsproblemen, vooral voor het wegrijdende verkeer via de E40 richting Brussel. Voor gemiddelde beurzen of andere wegsegmenten is het effect eerder verwaarloosbaar. Uitbreiding activiteiten: De bijkomende verkeersstromen vanuit het project veroorzaken geen merkbaar effect op de omliggende kruispunten.
De effecten van de voorziene uitbreiding van Flanders Expo zijn minimaal op korte termijn. Er zijn geen extra parkeerproblemen en de bestaande bereikbaarheid blijft bestendigd. Op lange termijn, wanneer The Loop volledig ontwikkeld wordt, zullen milderende maatregelen noodzakelijk zijn. Dit wordt momenteel bestudeerd in de planMOBER en parkeermanagementstudie The Loop van stad Gent. De meer lokale effecten op het de site van Flanders Expo vatten we hieronder samen. Tabel 4.1.2 Effecten op de site Flanders Expo Effecten op terrein Flanders Expo
Effectbeoordeling Verwaarloosbaar
Interpretatie
Relaties langzaam
Voetgangers/fietsnetwerk valt samen met
verkeer
autonetwerk maar de infrastructuur is veilig
Geen, neutraal of verwaarloosbaar
en kwalitatief. De verbinding met
effect
nabijgelegen functies kan veilig verlopen. Relatie met
Het reizigerspotentieel voor de tram en
openbaar vervoer
bussen neemt licht toe. Het project heeft
Beperkt positief
beperkt positief
Beperkt negatief
Beperkt negatief
voor het overige geen invloed op het openbaar vervoer. auto- en
Verkeer wordt niet efficiënt van de
vrachtwagenverkeer
openbare weg naar de verschillende
effect, aanvaardbaar,
parkings geleid, de parkeerbezetting gaat
geen extra
op maximaal 10 dagen per jaar boven de
milderende
100%. Coördinatie van vrachtwagen-
maatregelen nodig.
25/47
Effecten op terrein Flanders Expo
BE0113.000378
Effectbeoordeling
Interpretatie
stromen gebeurt via wachtparkings en waarborgsysteem
De effecten op de site van Flanders Expo zijn beperkt. De nabijheid van de tramterminus van tram 1, die een snelle en frequente verbinding maakt met Gent Sint-Pietersstation, is een sterke troef. Ook de ligging aan verschillende grote autosnelwegen (R4, E40 en E17) is een sterke troef voor het project. De bereikbaarheid voor fietsers en voetgangers kan echter nog verbeterd worden.
4.1.2
Milderende maatregelen Om de mobiliteitseffecten te milderen en waar mogelijk terug te dringen wordt een maatregelenpakket voorgesteld, dat tevens is afgestemd op het plan-MOBER van de stad Gent. Aangezien de maatregelen in het plan-MOBER voornamelijk nodig geacht worden bij een volledige ontwikkeling van de site The Loop (dus niet enkel Flanders Expo) en Flanders Expo voorlopig nog over een groot aandeel van de maaiveldparkings kan beschikken, worden niet alle maatregelen in de huidige fase nodig geacht. Een opvolging van onderstaande maatregelen wanneer meer parkeerplaatsen zullen verdwijnen zal noodzakelijk zijn. Onderstaande maatregelen worden nodig geacht, onafhankelijk van de grootte van de beurs:
Fietsenstallingen o
Er is geïnvesteerd in nieuwe fietsenstallingen met grotere capaciteit (2013) waarvan nu blijkt dat de capaciteit voldoende is: er zijn nu 120 + 20 = 140 stallingen. Daarnaast zijn er ook 6 fietsenstallingen voorzien voor elektrische fietsen.
o
Voor de toekomst worden nieuwe fietsenstallingen voorzien aan de uitgang van de fietsers-/voetgangers tunnel in het noorden van de hallen en nieuwe fietsenstallingen nabij Hal 3 (tramhalte).
Wachtparkings en waarborgsysteem o
1
De grote stromen vrachtwagens bij opbouw en afbraak van beurzen worden gecoördineerd aan de hand van wachtparkings waar vrachtwagens zich aanmelden en vervolgens gefaseerd toegelaten worden op de site. Om de tijd dat een vrachtwagen effectief op de site aanwezig is te beperken wordt gebruik gemaakt van een waarborgsysteem1.
Monitoring
Vrachtwagens verzamelen op een wachtparking en worden opgeroepen om op een bepaald moment naar de hallen van de expo te komen om te lossen of te laden bij opbouw of afbraak. De chauffeur betaalt een waarborg voordat hij opgeroepen wordt. Van zodra de vrachtwagen opgeroepen wordt krijgt hij een bepaalde tijd toegewezen (bv. 2 of 3 uren) om te lossen of te laden. Indien hij binnen de gestelde tijdsduur niet de site van de hallen heeft verlaten en zich terug heeft aangeboden bij de persoon aan wie hij de borg heeft betaald, verliest hij zijn waarborg. Dit systeem dient om de mobiliteit op de site van de hallen efficiënter te laten verlopen (spreiding van aantal vrachtwagens op de site van de hallen) en te vermijden dat vrachtwagens allemaal tegelijk op de site zijn (chaos) of onnodig lang op de site blijven parkeren en zo plaats innemen van andere vrachtwagens die nog moeten laden of lossen.
26/47
o
BE0113.000378
Het is wenselijk bij elke beurs en per dag een opname te doen van het aantal bezoekers en een inschatting van de verdeling van bezoekers over de verschillende modi. Met deze monitoring kan in de gaten gehouden worden op welke momenten een tekort aan fietsenstallingen ontstaat, er extra trams moeten ingezet moeten worden, afstandsparkeren moet toegepast worden, …. Een jaarlijkse evaluatie van elke beurs kan de evolutie van die beurs over de jaren heen in kaart brengen en het effect van bepaalde maatregelen (bv tramticket koppelen aan toegangsticket) op de modal split beoordelen.
In het MER werd een ruim overzicht gemaakt van de maatregelen van het plan-MOBER en de mate waarin deze vandaag en in de toekomst kunnen uitgevoerd worden. De grootte van de beurs en de specifieke kenmerken van een bepaalde beurzen zijn hierbij erg bepalend.
4.2
Geluid en trillingen
4.2.1
Conclusie effectbeschrijving en –beoordeling Verkeersgeluid Ter hoogte van het projectgebied is het effect op het verkeersgeluid t.g.v. Flanders Expo enkel ter hoogte van de Ringweg (Blériotlaan en Crombezlaan) significant (verschil > 3 dB(A)). Hier bevinden er zich echter geen woningen. Volgens het model zou het verkeersgeluid ca. 1 tot 3 dB(A) toenemen tot op een afstand van ca. 100 m van de as van de Ringweg. Hierin bevinden zich enkele appartementsgebouwen langs de Crombezlaan en langs de Putkapelstraat. Ter hoogte van deze woningen wordt er een matig negatief effect verwacht door het wegverkeer tijdens een gemiddelde beurs. Ter hoogte van de overige dichtstbijzijnde woningen wordt er een verwaarloosbaar effect (< 1 dB(A)) verwacht. Muziekevenementen Op basis van 1) de bevindingen uit de akoestische onderzoeken van dBControl tijdens het muziekevenement “I Love Techno” en 2) het gehanteerde significantiekader voor industriegeluid mogen we algemeen stellen dat de geluidsbijdrage tijdens muziekevenementen zoals “I Love Techno” een significant tot zeer significant negatieve invloed heeft op de onmiddellijke woonomgeving van de Derbystraat. De geluidsimpact is hinderlijk en duidelijk hoorbaar/waarneembaar door het menselijk gehoor en wordt nog versterkt door de “herkenbaarheid” van muziekgeluid en mogelijke tonale componenten. Dergelijke muziekevenementen worden wel slechts enkele keren (4 maal) per jaar georganiseerd waardoor de “gemiddelde” geluidshinder relatief lager ligt Effecten van de beursevenementen Het organiseren van beursevenementen gaat normaliter niet gepaard met hoge geluidsniveaus. Vermoedelijk (gegevens hiervan zijn niet bekend) zal het binnenniveau, rekening houdend met achtergrondmuziek, …) zeker niet boven 85 dB(A) liggen tijdens beursevenementen. Dergelijk muziekgeluid bij een beursevenement zal geen significante invloed hebben.
27/47
BE0113.000378
Bij een maximalistische beurssituatie wanneer in alle hallen een binnenniveau van 95 dB(A) zou worden geëxploiteerd (aangenomen wordt dat deze niet realistisch is), is op basis van de beschikbare gegevens niet onmiddellijk geluidshinder uit te sluiten. Alleszins zijn bij beursevenementen de geluidsnormen van Vlarem na te leven die ervoor zorgen dat geluidshinder tot een aanvaardbaar niveau wordt beperkt.
4.2.2
Milderende maatregelen Ten aanzien van het extra verkeersgeluid dat door Flanders Expo wordt teweeggebracht, worden geen milderende maatregelen voorgesteld. Er wordt enkel een significant negatief effect berekend t.h.v. de Ringweg waar er geen woningen aanwezig zijn. Bij muziekevenementen (zoals “I Love Techno”) heeft het muziekgeluid uit de hallen een significante tot zeer significante impact op de onmiddellijke woonomgeving van de Derbystraat. Dergelijke muziekevenementen worden wel slechts enkele keren (4 maal) per jaar georganiseerd waardoor de “gemiddelde” geluidshinder relatief lager ligt. De hallen die verantwoordelijk zijn voor de grootste impact zijn de hallen 1 (1N en 1Z), 3 en 8. De impact is duidelijk waarneembaar/hoorbaar door het menselijk gehoor en wordt nog versterkt door de “herkenbaarheid” van muziekgeluid en mogelijke tonale componenten. De impact en geluidshinder naar de woonomgeving tijdens dergelijke muziekevenementen kan verminderd worden door een aantal maatregelen uit te voeren of voorwaarden in acht te nemen: 1. Akoestische maatregelen/verbeteringen aan de bouwconstructie van de hallen met de grootste impact (hal 1, 3 en 8); 2. Beperking van het muziekgeluid in de hallen met de grootste impact (hal 1, 3 en 8); 3. De podia en meer bepaald de luidsprekers wegrichten van de Derbystraat; 4. Een gelijktijdige exploitatie van hal 1, 3 of 8 met andere hallen vermijden; 5. Combinatie van maatregel 1 en 2; 6. Opmaak van een “geluidscontroleplan” voor elk muziekevenemnt waarvoor Flanders Expo een toelating aanvraagt bij het college van burgemeester en schepenen. In dit “controleplan” kunnen maximaal toelaatbare muziekniveaus worden opgenomen voor elke hal afzonderlijk in functie van de hallen die in exploitatie worden genomen voor het betreffende muziekevenement.
4.3
Lucht, energie en klimaat
4.3.1
Conclusie effectbeschrijving en –beoordeling Voor de effectbeschrijving werden de emissies die toe te schrijven zijn aan de activiteiten van Flanders Expo getoetst aan de referentiesituatie 2015, waarbij de activiteiten van Flanders Expo buiten beschouwing werden gelaten. Voor de constructiefase, enkel relevant m.b.t. de realisatie van Hal 10 en The Link, worden geen significante effecten verwacht m.b.t. stofemissies of emissies van uitlaatgassen ten gevolge van het verkeer of van werfmachines.
28/47
BE0113.000378
De emissies in de exploitatiefase ten gevolge van het verkeer dat toe te schrijven is aan de activiteiten van Flanders Expo bedragen tot 1,1% van het globale verkeer in de referentiesituatie 2015. Voor de geplande uitbreiding met Hal 10 en The Link wordt besloten dat deze, gezien de zeer beperkte bijkomende verkeersstromen, geen relevante stijging van de emissies zal veroorzaken. De NO2-immissieconcentraties, rekening houdend met het verkeer van en naar Flanders Expo en met het globale verkeer, overschrijden de grenswaarde van 40 µg/m³ systematisch ter hoogte van de E40 en op enkele plaatsen op de wegas van de Pégoudlaan. Elders binnen het studiegebied worden geen overschrijdingen gemodelleerd. Algemeen komen de hoogste concentraties voor langs de wegas van de E40 (35-55,4 µg/m³), de R4 (30-35 µg/m³) en de Pégoudlaan (30-45 µg/m³). Vanaf een afstand van ca. 100 m van de wegas daalt de concentratie tot <30 µg/m³. De immissiebijdragen voor NO2 specifiek ten gevolge van Flanders Expo zijn het grootst langs de wegas van de toegangswegen R4, E40 en Pégoudlaan. Nergens wordt echter een belangrijke negatieve bijdrage gemodelleerd door Flanders Expo. De bijdrage is beperkt of verwaarloosbaar. Op de locatie waar een beperkte bijdrage is gemodelleerd, wordt in de referentiesituatie telkens meer dan 80% van de norm ingenomen voor NO 2. Milderende maatregelen dienen hier bijgevolg te worden gezocht. De PM10-concentraties, rekening houdend met het verkeer van en naar Flanders Expo en met het globale verkeer, overschrijden de grenswaarde van 40 µg/m³ systematisch ter hoogte van de E40. Elders binnen het studiegebied worden geen overschrijdingen gemodelleerd. Algemeen komen de hoogste concentraties voor langs de wegas van de E40 (35-47,1 µg/m³), de R4 (30-35 µg/m³) en de Pégoudlaan (30-40 µg/m³). Vanaf een afstand van ca. 300 m van de wegas daalt de PM10-concentratie tot <30 µg/m³. Er wordt verwacht dat er rond de wegas van de R4, E40 en Pégoudlaan telkens meer dan 35 overschrijdingen van 50 µg/m³ voorkomen tot op een afstand van ca. 400 m van de wegas. De immissiebijdragen voor PM10 ten gevolge van Flanders Expo zijn het grootst ter hoogte van de Pégoudlaan. De immissiebijdragen zijn daar beperkt. Elders wordt een verwaarloosbare immissiebijdrage gemodelleerd. Op de locaties waar beperkte bijdragen zijn gemodelleerd, wordt in de referentiesituatie ongeveer 80% van de norm ingenomen voor PM10. Milderende maatregelen zijn hier bijgevolg relevant. De PM2,5-concentraties, rekening houdend met het verkeer van en naar Flanders Expo en met het globale verkeer, overschrijden nergens de grenswaarde van 25 µg/m³. De concentraties variëren tussen 19 en 23,2 µg/m³. De grootste waarden komen voor als enkele spots ter hoogte van de wegas van de E40. De immissiebijdragen voor PM2,5 ten gevolge van Flanders Expo zijn binnen het volledige studiegebied verwaarloosbaar. Milderende maatregelen zijn voor deze parameter niet noodzakelijk. Voor benzeen worden geen overschrijdingen van de grenswaarde van 5 µg/m³ verwacht binnen het studiegebied rekening houdend met het verkeer van en naar Flanders Expo en met het globale verkeer. De verwachte maximale concentratie bedraagt 2,1 µg/m³. Er
29/47
BE0113.000378
worden enkel beperkte negatieve bijdragen verwacht langs de belangrijke wegassen. Milderende maatregelen zijn niet noodzakelijk.
IFDM - Verschilkaart jaargemiddelde NO2 concentratie: geplande situatie “Hervergunning Flanders Expo”, minus referentiesituatie 2015
4.3.2
Milderende maatregelen
4.3.2.1
Aanlegfase Voor de activiteiten die stofemissies kunnen veroorzaken (bvb. graafwerken; laden en lossen van bouwmaterialen in bulk) dienen de codes van goed praktijk die de stofemissies beperken (valhoogte van materialen beperken, vrachtwagens niet overvullen, vrachtwagens afdekken voor stuifgevoelige materialen, …) te worden gerespecteerd.
4.3.2.2
Verkeersemissies Op basis van bovenstaande modelleringen worden voor NO 2, PM10 en benzeen van verwaarloosbare tot beperkte bijdragen gemodelleerd. Voor PM2,5 zijn er enkel verwaarloosbare bijdragen verwacht. In de referentiesituatie wordt voor NO 2 en PM10 telkens 80% van de grenswaarde ingenomen langs de wegassen van de R4, E40 en Pégoudlaan. Voor NO2 en in mindere mate PM10 dienen bijgevolg milderende maatregelen worden voorgesteld voor de concentraties langs de toegangswegen R4, E40 en Pégoudlaan. Dergelijke maatregelen zouden ook voor de andere polluenten (benzeen, …) leiden tot een verlaging van de effecten. Mogelijke maatregelen zijn de volgende:
Streven naar een gunstiger modal split. Hiervoor is een sturend beleid nodig. Het gaat hierbij zowel om het aanmoedigen van de alternatieven als om het ontmoedigen van het autogebruik. In de discipline mobiliteit werd reeds aangehaald dat de bereikbaarheid voor fietsers en voetgangers tot de site van Flanders Expo kan verbeterd worden;
30/47
4.3.2.3
BE0113.000378
Verder is het ook zeer wenselijk dat Flanders Expo goed ontsloten wordt door het openbaar vervoer. Deze maatregel is echter reeds vervuld. Sinds 2012 rijdt Tramlijn 1 van Evergem/ Wondelgem tot aan Flanders Expo en is het niet langer nodig om aan het station Gent-Sint-Pieters over te stappen op een pendelbus richting Flanders Expo. Tevens zijn er recent bijkomende buslijnen bijgekomen. Op dit vlak zijn er geen wezenlijke verbeteringen meer mogelijk.
Gebouwverwarming Uit een verwarmingsaudit van de 2 stookketels van het administratief voorgebouw (januari 2014) is gebleken dat het verwarmingssysteem op een aantal aspecten kan worden verbeterd. Het betreft het vervangen van de oude ketels. Daarnaast worden een aantal aanbevelingen gedaan voor het verbeteren van de regeling, distributie en warmteafgifte. De aanbevelingen van deze audit dienen, met het oog op energiebesparing, te worden uitgevoerd: Ketels: o Daar de ketels ouder dan 25 jaar zijn is het vervangen ervan door een nieuwe ketel (bvb. condensatieketel met beduidend hoger rendement) aangewezen. Regeling: o De ketels tijdens de zomerperiode volledig stilleggen, gezien ze enkel voor gebouwverwarming en niet voor sanitair warm water worden gebruikt. o Zich verzekeren dat de nachtverlaging de ganse verwarmingsinstallatie onderbreekt. o De instelling van de stooklijn verbeteren, daar deze wellicht te hoog is ingeregeld. Distributie: o Isoleren van alle kranen en kleppen. o De snelheid van de circulatiepomp aanpassen (verlagen) zodat het temperatuurverschil tussen de aan- en terugvoer van de kringen bij zeer lage buitentemperatuur (< 0 °C) meer dan 15 °C bedraagt. o Indien de circulatiepomp aan vervanging toe is, kiezen voor een type met variabele snelheid. Warmteafgifte: o Isolerende/weerkaatsende folie plaatsen op de buitenmuren achter de radiatoren. o Vervangen van de venstermuren achter de radiatoren door geïsoleerde opake muren. Voor de andere bestaande stookinstallaties, waarvan de meeste ongeveer even oud zijn (geplaatst midden jaren 80 bij de bouw van Flanders Expo) en op dezelfde wijze werden beheerd, dient eveneens te worden overwogen dezelfde maatregelen door te voeren. Voor de installaties die sterk verschillen van de stookketels van het administratief voorgebouw is het aangewezen een specifieke verwarmingsaudit uit te voeren, zodat hiervoor specifieke maatregelen en aanbevelingen kunnen worden geformuleerd. Het is noodzakelijk het bijkomende energiegebruik (Hal 10, The Link) maximaal te beperken door een zuinige verwarmingsinstallatie te voorzien (condenserende ketels, lucht-lucht-warmtepompen, …) en de gebouwen conform de voorschriften te isoleren.
31/47
4.4
Bodem
4.4.1
Conclusie effectbeschrijving en –beoordeling
BE0113.000378
Het project beoogt de realisatie van 2 nieuwe gebouwen, die samen een oppervlakte van 8.260 m² innemen. Aangezien deze uitbreiding gepaard gaat met een gedeeltelijk inname van het parkeerterrein wordt het terrein ten noorden van de beurshallen (12.270 m²) geoptimaliseerd als parkeerterrein. Op het terrein zijn bodemverontreinigingen aanwezig. Het verspreidingsrisico van deze verontreinigingen is echter beperkt. Graafwerken en grondtransporten zullen daarnaast ook conform de wetgeving op het grondverzet (hoofdstuk 10 van het Vlarebo) uitgevoerd worden. Bij het weghalen/uitbreken en afvoeren van bestaande verharding (asfaltbedekking en/of steenslag van de parkings) zal voldaan worden aan de bepalingen van VLAREMA. Het volgen van deze wettelijke bepalingen beperkt het risico op de verspreiding van bodemverontreiniging. Milderende maatregelen dienen wel genomen te worden om calamiteiten tijdens de aanlegfase te vermijden. Tijdens de exploitatiefase wordt het risico op bodemverontreiniging ook beperkt geacht. Ter hoogte van de opslagvoorzieningen worden immers gepaste maatregelen genomen. Zettingen worden niet verwacht gezien de samendrukbaarheid van zandgronden klein is. Voor de bouwwerken zullen ook nog de nodige stabiliteitsstudies worden uitgevoerd. De effecten ten aanzien van bodem worden bijgevolg verwaarloosbaar geacht, zowel voor de aanlegfase als de exploitatiefase, mits de nodige milderende maatregelen genomen worden.
4.4.2
Milderende maatregelen Om calamiteiten tijdens de aanlegfase te vermijden, dienen tijdens de werken wel gepaste voorzorgsmaatregelen genomen te worden en dient gewerkt te worden met de best beschikbare technieken. Indien er toch een verontreiniging zou plaatsvinden, dient er passend opgetreden te worden om deze ongedaan te maken en om verspreiding ervan tegen te gaan. De werken moeten ook steeds uitgevoerd worden conform het wettelijk kader rond grondverzet en bodemverontreiniging.
4.5
Water
4.5.1
Conclusie effectbeschrijving en –beoordeling Mogelijks dient een bemaling uitgevoerd te worden in functie van de aanleg van de ondergrondse hemelwaterbuffer. Uit het MER blijkt dat de impact van de bemaling beperkt is. Rekening houdend met de aanwezigheid van zandgronden, wordt de kans op zettingen dan ook klein geacht. Door de beperkte impact van de bemaling treden er ook geen effecten op naar grondwaterkwaliteit en -kwantiteit. Het lozen van bemalingswater in de Grietgracht en Boesbeek moet echter vermeden worden omwille van de mogelijks beperkte reservecapaciteit in deze waterlopen. Het bemalingswater kan wel geloosd worden in de Ringvaart. De ondergrondse hemelwaterbuffer heeft geen significante invloed op de grondwaterstroming gezien de buffer slechts beperkt is in omvang en niet reikt tot in een on- of slecht doorlaatbare laag.
32/47
BE0113.000378
Tijdens de exploitatiefase wordt het risico op grondwaterverontreiniging beperkt geacht. Ter hoogte van de opslagvoorzieningen worden immers gepaste maatregelen genomen. Het hemelwater afkomstig van de zones op de Tarmac waar laden/lossen, parkeren van vrachtwagens kan echter wel verontreinigende stoffen bevatten. Daarom wordt het afstromend hemelwater van deze zones gezuiverd door middel van een slib- en olievanger alvorens het geloosd wordt in het bufferbekken in veld 3 van The Loop. Het (huishoudelijk) afvalwater wordt volledig gescheiden van het hemelwater en via de Aquafin-collector in de Poortakkerstraat afgevoerd naar de RWZI van Gent. Afvalwater afkomstig van evenementen op de Tarmac wordt steeds apart opgevangen, opgepompt en afgevoerd of geloosd in de DWA-riolering. Lozing in de RWA-riolen wordt op die manier vermeden. Het project voorziet hergebruik en buffering van het afstromend hemelwater. Via de hemelwatertoets wordt aangetoond dat er rekening gehouden wordt met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en het Algemeen Bouwreglement van de stad Gent. Op die manier worden ook geen effecten verwacht op ontvangende waterlopen en hun overstromingsregime. Mits de bovenstaande milderende maatregelen genomen worden, wordt het effect ten aanzien van water beperkt negatief tot verwaarloosbaar beoordeeld. 4.5.2
Milderende maatregelen De volgende maatregelen zijn (gezien het wetgevend kader) reeds geïntegreerd in het project:
Het nemen van gepaste maatregelen ter hoogte van risico activiteiten om bodemverontreiniging te vermijden.
Het voorzien van een gescheiden afvoer van afvalwater en aansluiting op RWZI.
Aantonen dat voldaan wordt aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater en het Algemeen Bouwreglement van de stad Gent.
Aansluiting van alle goten in de zones waar door exposanten geladen en gelost wordt op een slib- en olievanger (KWS-afscheider).
Apart opgevangen, oppompen en afvoeren van afvalwater afkomstig van evenementen op de Tarmac. Dit water wordt geloosd in de DWA-riolering.
Daarnaast dient ook de volgende milderende maatregel genomen te worden om effecten op water te vermijden:
4.6
Vermijden van lozingen in de Grietgracht en Boesbeek.
Fauna en flora Uit de discipline water blijkt dat de grondwaterverlagingscontour van 5 cm bij een eventuele bemaling beperkt blijft tot maximum 300 m en niet tot in waardevolle gebieden voor natuur reikt. Binnen het projectgebied zelf zijn geen waardevolle zones meer aanwezig. De discipline fauna en flora wordt in het kader van dit MER dus niet relevant geacht. Er wordt geen effectbespreking voor fauna en flora uitgevoerd.
4.7
Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie
4.7.1
Conclusie effectbeschrijving en –beoordeling Er wordt geen aantasting van de bestaande landschapswaardering en belevingswaarde verwacht gezien in de directe omgeving geen elementen met bouwkundige of
33/47
BE0113.000378
landschappelijke erfgoedwaarde voorkomen en geen zichtrelaties aanwezig zijn met andere elementen in ruimere omgeving. Visuele verstoring tijdens de werkzaamheden blijft beperkt tot de directe omgeving. Deze tijdelijke hinder kan beperkt worden door de werkzone af te schermen. Met het project zal op termijn de uitstraling van Flanders Expo verbeteren. De ligging van het projectgebied binnen een site met archeologisch potentieel maakt dat de kans groot is dat bij graafwerken en bemalingen (ongekend) archeologisch erfgoed wordt aangetast. Er dient bijgevolg een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd te worden. Er kan geconcludeerd worden dat het project resulteert in verwaarloosbare effecten ten aanzien van de landschapswaardering en belevingswaarde. In de aanlegfase wordt het effect op de perceptieve kenmerken beperkt negatief geacht. Op termijn resulteert het project in beperkt positieve perceptieve kenmerken. Het permanent verlies van bodemkundig erfgoed (na de documentering ervan) wordt als matig negatief beoordeeld.
4.7.2
Milderende maatregelen Wat betreft het aspect archeologie dienen zo vroeg mogelijk in de planningsfase duidelijke afspraken gemaakt te worden met Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen en de dienst Stadsarcheologie van de stad Gent. Op die manier kan er voldoende tijd voorzien worden voor een eventueel archeologisch onderzoek, voorafgaand aan de werken. Ook het archeologisch project- en adviesbureau De Logi en Hoorne kan gecontacteerd worden aangezien dit bureau een goede kennis van de site heeft. Het merendeel van de proefsleuven, wegkoffercontroles en opgravingen binnen The Loop door hen werd uitgevoerd. Om de visuele hinder tijdens de aanlegfase te beperken kan de werkzone afgeschermd worden.
4.8
Mens – ruimtelijke aspecten, hinder, gezondheid
4.8.1
Conclusie effectbeschrijving en –beoordeling Ten aanzien van de werking van Flanders Expo wordt het project uiteraard positief geacht. Het opwaarderen van de ruimte tussen bestaande hallen 3, 5, 7 en 8 en de nieuwe Hal 10 tot een volwaardige en kwalitatieve toegangs- en verblijfsruimte komt het organiseren van de vele evenementen op Flanders Expo ten goede. Hal 10 moet voor een capaciteitsuitbreiding zorgen zodat grotere beurzen en evenementen ook op de site van Flanders Expo terecht kunnen. Deze multifunctionele invulling van de Tarmac draagt bij tot een efficiënter gebruik ervan. Door de onderlinge afstand en de aanwezigheid van talrijke fysieke en visuele barrières zijn de effecten ten aanzien van de woon- en kwetsbare functies in de omgeving voornamelijk verkeersgerelateerd. Verstoringseffecten tijdens de aanlegfase zoals rustverstoring door geluid en licht worden beperkt geacht omdat er geen woonfuncties grenzen aan de werfzone. Visuele hinder voor bezoekers of passanten van Flanders Expo kan beperkt worden door de werkzone af te schermen. Stofhinder kan vermeden worden door gepaste maatregelen te nemen.
34/47
BE0113.000378
In de exploitatiefase vinden er binnen de site van the Loop een mix van activiteiten plaats. Die maken dat de site nooit volledig verlaten is. Er wordt echter geen significant effect wat betreft rustverstoring door menselijke aanwezigheid verwacht. De geluidshinder van het wegverkeer en van muziekevenementen in de exploitatiefase wordt als beperkt negatief beoordeeld. De effecten van het project op gezondheid hangen ook samen met de impact van het project op het geluidsklimaat. Daarnaast is de gezondheid van omwonenden ook gerelateerd aan de luchtkwaliteit. De activiteiten van Flanders expo veroorzaken echter wat betreft luchtverontreiniging geen relevante gezondheidseffecten. Op termijn zal met het project de uitstraling van Flanders Expo verbeteren. Voor de verlichting van de site wordt geadviseerd om de verlichting sober en functioneel te houden en naar beneden te richten. Er kan geconcludeerd worden dat het beoogde project beperkt negatieve tot verwaarloosbare effecten heeft ten aanzien van mens. De projectingrepen verbeteren de uitstraling en werking van Flanders Expo waardoor er op termijn nog beperkt positieve effecten verwacht kunnen worden.
4.8.2
Milderende maatregelen De volgende milderende maatregelen dienen genomen te worden om effecten op mens te vermijden:
De verlichting op de site dient sober en functioneel gehouden te worden en naar beneden gericht te worden zodanig dat er een minimale belasting voor de omgeving optreedt.
Om stofhinder voor andere omliggende functies te beperken dienen vergraven gronden die niet meteen kunnen worden afgevoerd, voldoende vochtig te worden gehouden door ze eventueel te besproeien.
Om de visuele hinder tijdens de aanlegfase te beperken kan de werkzone afgeschermd worden.
35/47
5
BE0113.000378
Grensoverschrijdende effecten Het projectgebied is volledig op Vlaams grondgebied gelegen en op grote afstand van de lands- en gewestgrenzen. De dichtstbij gelegen grens is de Nederlandse grens op ruim 20 km ten noorden van de projectsite. Er worden bijgevolg geen grensoverschrijdende effecten verwacht.
37/47
6
BE0113.000378
Eindsynthese In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de milieueffecten ten gevolge van het project en welke milderende maatregelen nodig zijn om de effecten te milderen. Indien de effecten reeds gemilderd worden door maatregelen die (gezien het wetgevend kader) reeds geïntegreerd zijn in het project, worden deze in cursief gezet.
Tabel 4.8.1: Eindsynthese Aspect
Effecten
Beoordeling effect
Maatregelen en
Monitoring
aandachtspunten
Beoordeling resterend effect
Mens – mobiliteit Effecten op de site The Loop Relaties langzaam verkeer
Huidige activiteiten:
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
Matig positief
-
-
Matig positief
Voetgangers/fietsnetwerk valt
grotendeels
samen
met autonetwerk en is in ontwikkeling, parallel met de andere ontwikkelingen op
The
Loop.
verbinding
De met
nabijgelegen functies kan veilig verlopen. Uitbreiding activiteiten: Er worden geen nieuwe verbindingen
gemaakt,
noch bestaande verbindingen verbroken. Relatie vervoer
met
openbaar
Huidige activiteiten: Vlot
bereikbare
tramhaltes.
bus-
en
Regelmatige
38/47
Aspect
Effecten
Beoordeling effect
BE0113.000378
Maatregelen en
Monitoring
aandachtspunten verbinding
met
de
Beoordeling resterend effect
stad
(station). Uitbreiding activiteiten: Er
zijn
geen
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
Verwaarloosbaar tot beperkt negatief
Opvolging per beurs van aantal bezoekers en verdeling over vervoersmodi, als basis voor een evaluatie en bijsturing van de maatregelen die getroffen worden om de modal split te wijzigen.
-
Verwaarloosbaar tot beperkt negatief
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
noemens-
waardige wijzigingen op OV routes ten gevolge van het project. Autovrachtwagenverkeer
en
Ochtendspits: De
activiteiten
van
Flanders Expo geven geen aanleiding
tot
(extra)
capaciteitsproblemen Avondspits: De
activiteiten
Flanders
Expo
van geven
tijdens piekbeurzen (10 à 20
dagen
per
jaar)
aanleiding tot een toename van
de
Flanders bestaande
ook
zonder
Expo
reeds
capaciteits-
problemen, vooral voor het wegrijdende verkeer via de E40 richting Brussel. Voor gemiddelde
beurzen
of
andere wegsegmenten is het effect eerder verwaarloosbaar. Uitbreiding activiteiten:
39/47
Aspect
Effecten
Beoordeling effect
BE0113.000378
Maatregelen en
Monitoring
aandachtspunten De
bijkomende
Beoordeling resterend effect
verkeers-
stromen vanuit het project veroorzaken geen merkbaar effect op de omliggende kruispunten. Effecten op de site Flanders Expo Relaties langzaam verkeer
Voetgangers/fietsnetwerk
Verwaarloosbaar
Er zijn bijkomende
valt samen met autonetwerk
fietsenstallingen voorzien,
maar de infrastructuur is
zowel permanente stallingen
veilig
nabij de hoofdingang
en
kwalitatief.
De
verbinding met nabijgelegen
(tramhalte) als tijdelijke
functies kan veilig verlopen.
stallingen ten noorden van de
-
Verwaarloosbaar
hallen (worden weggehaald tijdens laad- en losperiodes). Relatie
met
openbaar
vervoer
Het reizigerspotentieel voor
Beperkt positief
-
-
Beperkt positief
Beperkt negatief
Coördinatie van
-
Beperkt negatief
de tram en bussen neemt licht toe. Het project heeft voor
het
overige
geen
invloed op het openbaar vervoer. Autovrachtwagenverkeer
en
Verkeer wordt niet efficiënt van de openbare weg naar
vrachtwagenstromen via
de verschillende parkings
wachtparkings en
geleid, de parkeerbezetting
waarborgsysteem
gaat op maximaal 10 dagen per jaar boven de 100%
40/47
Aspect
Effecten
Beoordeling effect
BE0113.000378
Maatregelen en
Monitoring
aandachtspunten Algemeen
Beoordeling resterend effect
Dit MER bevat een tabel waarin de maatregelen van het plan-MOBER zijn opgelijst ter verbetering van de verschillende mobiliteitsaspecten en de mate waarin deze vandaag en in de toekomst kunnen uitgevoerd worden. De grootte van de beurs en de specifieke kenmerken van bepaalde beurzen zijn hierbij erg bepalend. Het verder implementeren van deze, al deels aanwezige, maatregelen dient de komende jaren geregeld te worden opgevolgd en bijgestuurd, ook in functie van de ontwikkelingen binnen The Loop.
Geluid en trillingen Verkeersgeluid van het
Bijdrage aan verkeersgeluid is
Matig tot significant
verkeer van en naar Flanders
significant negatief t.h.v. de
negatief effect
Expo op (gemiddelde)
lokale ringweg, en matig
beursdagen
negatief t.h.v. enkele
-
-
Matig tot significant effect
appartementsgebouwen Muziekevenementen (4 x per
Geluidshinder in de omgeving
jaar)
als gevolg van de muziek is
Matig negatief effect
per muziekevenement in overleg
(zeer) significant tijdens deze
met de stad in functie van de
evenementen, die echter
hallen die gebruikt zullen worden
slechts enkele keren per jaar
(akoetsische maatregelen en/of
voorkomen, mits telkens een
beperking muziekgeluid)
Matig negatief effect
Geluidscontroleplan te bepalen
vergunning wordt bekomen. Beursevenementen
Geluidshinder in de omgeving
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
Verwaarloosbaar
Voor de activiteiten die
-
Verwaarloosbaar
als gevolg van geluid in de hallen (achtergrondmuziek, …) Lucht, energie en klimaat Emissies tijdens de
Effecten van rookgassen en
aanlegfase (werf)
opwaaiend stof
stofemissies kunnen veroorzaken (bvb. graafwerken;
41/47
Aspect
Effecten
Beoordeling effect
BE0113.000378
Maatregelen en
Monitoring
aandachtspunten
Beoordeling resterend effect
laden en lossen van bouwmaterialen in bulk) dienen de codes van goed prakrijk die de stofemissies beperken (valhoogte van materialen beperken, vrachtwagens niet overvullen, vrachtwagens afdekken voor stuifgevoelige materialen, …) te worden gerespecteerd. Luchtkwaliteit: bijdrage van
Bijdrage aan de immissie-
Beperkt negatief effect
Streven naar een gunstiger
het verkeer van en naar
concentratie van NO2 is enkel
model split – zie discipline
Flanders Expo aan de
t.h.v. de Pégoudlaan en de
mobiliteit
immissieconcentraties
Loop-ringweg beperkt. Buiten
-
Beperkt negatief effect
deze wegen is ze verwaarloosbaar. Bijdrage aan de immissie-
Beperkt negatief effect
Streven naar een gunstiger
concentratie van PM10 is
model split – zie discipline
enkel t.h.v. de Pégoudlaan
mobiliteit
-
Beperkt negatief effect
beperkt. Buiten deze weg is ze verwaarloosbaar. Bijdrage aan de immissie-
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
Verwaarloosbaar
Voor energiebesparing:
-
Verwaarloosbaar
concentratie van PM2,5 en benzeen is verwaarloosbaar. Luchtkwaliteit:
Bijdrage aan immissie-
gebouwenverwarming
concentratie van de
2 stookinstallaties administratief
rookgasemissies van de
voorgebouw: aanbevelingen
gebouwenverwarming
van de verwarmingsaudit uitvoeren.
42/47
Aspect
Effecten
Beoordeling effect
BE0113.000378
Maatregelen en
Monitoring
aandachtspunten
Beoordeling resterend effect
Andere stookinstallaties: gelijkaardige aanbevelingen uitvoeren of specifieke verwarmingsaudit laten uitvoeren. Nieuwe gebouwen: isoleren conform de voorschriften en een zuinige verwarmingsinstallatie voorzien. Bodem Wijziging bodemkwaliteit
Calamiteiten tijdens de
Matig negatief
aanlegfase
Gepaste voorzorgsmaatregelen
-
Beperkt negatief tot verwaarloosbaar
nemen en werken met de best beschikbare technieken + passend optreden bij een eventuele verontreiniging om deze ongedaan te maken en om verspreiding ervan tegen te gaan
Verspreiden van bestaande of
Wijziging bodemgebruik
Matig negatief
De werken uitvoeren conform
ontstaan van nieuwe
het wettelijk kader rond
verontreiniging tijdens
grondverzet en
graafwerken of exploitatiefase
bodemverontreiniging
2000 m³ grondverzet
-
De werken uitvoeren conform
-
Verwaarloosbaar
-
-
-
-
het wettelijk kader rond grondverzet en bodemverontreiniging Inname van 20.530 m² door The link, Hal 10 en Tarmac
-
-
43/47
Aspect
Effecten
Beoordeling effect
BE0113.000378
Maatregelen en
Monitoring
aandachtspunten Risico op zettingen
Beoordeling resterend effect
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
-
-
-
-
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
Beperkt negatief
-
-
Beperkt negatief
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
Lozing van bemalingswater in
Verwaarloosbaar bij
Niet lozen in Grietgracht of
-
Verwaarloosbaar bij
oppervlaktewater
retourbemaling
Boesbeek
Zettingsrisico ten gevolge van grondbelasting
Water Wijziging grondwaterpeil
De invloedstraal van de bemaling ligt voor een bouwput van 2,5 m diep en een grondwaterstand van 1 m na 28 dagen tussen de 130 en de 320 m van de bemalingsput
Risico op zettingen
Zettingsrisico ten gevolge van grondwaterverlaging
Wijziging grondwaterstroming
Beperkte verstoring van grondwaterstroming door ondergrondse hemelwaterbuffer
Wijziging grond- en
Verstoren van
oppervlaktewaterkwantiteit
grondwaterwinningen
retourbemaling
Beperkt negatief bij
Beperkt negatief bij
lozing in Ringvaart
lozing in Ringvaart
Significant negatief bij lozing in Grietgracht of Boesbeek Wijziging grond- en
Lozen van grondwater in
oppervlaktewaterkwaliteit
oppervlaktewater
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
44/47
Aspect
Effecten
Beoordeling effect
BE0113.000378
Maatregelen en
Monitoring
aandachtspunten Aantrekken van
Beoordeling resterend effect
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
Significant negatief
Nemen van gepaste
-
Verwaarloosbaar
-
Verwaarloosbaar
-
Verwaarloosbaar
-
Verwaarloosbaar
-
Beperkt negatief
oppervlaktewater Verspreiden van verontreinigd grondwater Verontreiniging van grondwater via risico
maatregelen om
activiteiten
bodemverontreiniging te vermijden
Verontreiniging van
Matig negatief
Aansluiting van alle goten in de
oppervlaktewater via
zones waar door exposanten
hemelwater afkomstig van
geladen en gelost wordt op een
parking en wegenis
slib- en olievanger (KWSafscheider)
Lozen van afvalwater
Verwaarloosbaar
Gescheiden afvoer van afvalwater en aansluiting op RWZI
Matig tot significant
Apart opgevangen, oppompen
negatief
en afvoeren van afvalwater afkomstig van evenementen op de Tarmac. Dit water wordt geloosd in de DWA-riolering Geen lozing in de RWA-riolen
Gering negatief
Aantonen dat voldaan wordt aan
Wijziging afvoer- en
Beperkte infiltratie en
infiltratiekarakteristieken
versnelde afvoer van
de gewestelijke
hemelwater ten gevolge van
stedenbouwkundige verordening
verhardingen
hemelwater en het Algemeen Bouwreglement van de stad Gent
45/47
Aspect
Effecten
Beoordeling effect
BE0113.000378
Maatregelen en
Monitoring
aandachtspunten Wijziging
Geen inname van
overstromingsregime
overstromingsgebied Versnelde afvoer van
Beoordeling resterend effect
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
Verwaarloosbaar
Aantonen dat voldaan wordt aan
-
Verwaarloosbaar
hemelwater ten gevolge van
de gewestelijke
verhardingen
stedenbouwkundige verordening hemelwater en het Algemeen Bouwreglement van de stad Gent
Fauna en flora Geen relevante discipline Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Wijziging
Geen verstoring van
landschapswaardering en
bouwkundig of
belevingswaarde
landschappelijk erfgoed
Vernietiging erfgoedwaarden
Verstoring van
(archeologie)
ongedocumenteerd
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
Significant negatief
Uitvoeren van een archeologisch
-
Matig negatief
vooronderzoek
archeologisch erfgoed bij graafwerken of bemalingen Wijziging perceptieve
Visuele verstoring tijdens de
kenmerken
aanlegfase Verbetering van de uitstraling
Beperkt negatief
Afscherming van de werkzone
-
Beperkt negatief
Beperkt positief
-
-
Beperkt positief
Significant positief
-
-
Significant positief
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
van Flanders Expo Mens – ruimtelijke aspecten Functiewijziging
Uitbreiding en efficiënter ruimtegebruik
Hindereffecten
Rustverstoring door
46/47
Aspect
Effecten
Beoordeling effect
BE0113.000378
Maatregelen en
Monitoring
aandachtspunten
Beoordeling resterend effect
menselijke aanwezigheid Rustverstoring door
Beperkt negatief
-
-
Beperkt negatief
Beperkt negatief
Verlichting op de site sober en
-
Verwaarloosbaar
verhoogde geluidsniveaus Rustverstoring door verlichting
functioneel houden en naar beneden richten
Visuele verstoring tijdens de
Beperkt negatief
Afscherming van de werkzone
-
Beperkt negatief
Beperkt positief
-
-
Beperkt positief
Beperkt negatief
Vergraven gronden die niet
-
Verwaarloosbaar
aanlegfase Verbetering van de uitstraling van Flanders Expo Stofhinder
meteen afgevoerd kunnen worden dienen voldoende vochtig te worden gehouden door ze eventueel te besproeien Gezondheidseffecten
Gezondheidseffecten door
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
Beperkt negatief
-
-
Beperkt negatief
Verwaarloosbaar
-
-
Verwaarloosbaar
blootstelling aan luchtverontreiniging Gezondheidseffecten door blootstelling aan geluid Leefbaarheid
Verkeersleefbaarheid
Netwerkeffecten
Zie discipline mens - mobiliteit
Kantoren
www.arcadisbelgium.be
Berchem-Antwerpen
Hasselt
Gent
Posthofbrug 12
Eurostraat 1 bus 1
Kortrijksesteenweg 302
B-2600 Berchem
B-3500 Hasselt
B-9000 Gent
T +32 3 360 83 00
T +32 11 28 88 00
T +32 9 242 44 44
F +32 3 360 83 01
F +32 11 28 88 01
F +32 9 242 44 45
Brussel
Luik
Koningsstraat 80
Charleroi ème
119, avenue de Philippeville
B-1000 Brussel
26, rue des Guillemins, 2 étage
T +32 2 505 75 00
B-4000 Liège
T +32 71 298 900
F +32 2 505 75 01
T +32 4 349 56 00
F +32 71 298 901
B-6001 Charleroi
F +32 4 349 56 10 ARCADIS Belgium nv/sa BTW BE 0426.682.709 RPR BRUSSEL ING 320-0687053-72 IBAN BE 38 3200 6870 5372 SWIFT BIC BBRUBEBB
Maatschappelijke zetel Brussel Koningsstraat 80 B-1000 Brussel
(1) Adviesverlening, studie en ontwerp van gebouwen, infrastructuur, milieu en ruimtelijke ordening. Detachering van projectmedewerkers. Dit document is afgedrukt op 100% gerecycleerd papier. .