7
Niet-technische samenvatting
7.1
Aanleiding tot het project Site The Loop is gelegen op het grondgebied van de stad Gent (provincie OostVlaanderen), ten zuidwesten van de binnenstad van Gent, in de deelgemeente St.-DenijsWestrem. De Stad Gent wenst deze site als één geheel te ontwikkelen als een economisch gebied met retail (grootschalige kleinhandel) en leisurefuncties (ontspanningsfaciliteiten/ vrije tijd), kantoren en kantoorachtigen en expofuncties aangevuld met kortverblijf- en permanent wonen. De ontwikkeling zal complementair moeten zijn aan de bestaande functies in het centrum van Gent. Voor site The Loop is het RUP SDW-5 Handelsbeurs opgemaakt (goedgekeurd april 2007) met bijhorend plan-MER (goedgekeurd mei 2006). De naam van het gebied werd afgeleid van de ringweg (“loop” = lus in het Engels) die het gebied zal ontsluiten. Het gebied is ingedeeld in 18 “velden”. Naast de bestaande beurshal Flanders Expo en hotel Holiday Inn (veld 9), is van het programma van The Loop voorlopig enkel veld 15 ingevuld met een IKEA-winkel. De invulling van velden 16 (woon- en kantoorproject WINGS) en 18 (kantoortoren MG) is in uitvoering. NV Grondbank The Loop wenst veld 12 (oost en west) van site The Loop te ontwikkelen als een zone voor retail (grootschalige kleinhandel en outlet/stockverkoop) en leisure met bovenlokale uitstraling. Er zal tevens ruimte zijn voor kantoren, kantoorachtigen en kortverblijfwonen/shortstay (hotel-accommodatie). Een ruim aanbod aan parkeerplaatsen wordt voorzien. Het totaalprogramma voor de ontwikkeling op veld 12 bedraagt 125.143m². Het project op veld 12 voldoet aan de RUP-voorschriften voor de overeenkomstige zones z7b, z7c, z17 en z18.
Indeling van gebied The Loop in velden (en fasering)
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
193 van 231 november 2010
7.2
Beschrijving van het project
7.2.1
Visie en concept Ten einde de volle commerciële attractiviteit te benutten, was het aangewezen om de commerciële functies van de gebieden 12 oost en 12 west met elkaar te verbinden. Dit kon op twee wijzen: ofwel onder de Pégoudlaan door, ofwel erover heen. Er werd geopteerd om een project te ontwikkelen dat de Pégoudlaan overspant. Daartoe wordt het maaiveldniveau als het ware opgetild tot op een hoogte van ongeveer 6 à 8 meter boven het huidig maaiveld. In de ruimte die onder dit opgetilde maaiveldniveau – verder “dek” genoemd – ontstaat, zullen de voor het project benodigde parkings voorzien worden. Er zijn (maximaal) 3 parkingniveaus, waarvan er, dankzij het optillen van het “dek”, slechts 1 onder het huidig maaiveld zal liggen.
“Artist impression” van het projectgebied en omgeving, gezien vanuit het oosten (links = IKEA, rechtsonder = Flanders Expo)
Op het dek zullen de commerciële functies georganiseerd worden. Deze bestaan uit ca. 38.500 m² winkelfunctie en ca. 40.000 m² vrije tijdsfuncties. Van de 38.500 m² winkels zal ca. 25.000 m² ontwikkeld worden als Factory Outlet Center en het saldo, of ca. 13.500 m², wordt voorbehouden voor grootschalige detailhandel. De grootschalige detailhandelszaken worden in hoofdzaak voorzien op de as die ontstaat tussen het handelsbeursgebouw van Flanders Expo en de IKEA. De verbinding gebeurt via een te ontwikkelen plein of City Room dat als commerciële hart van de ontwikkeling zal dienen. Rondom deze City Room East zullen ook een aantal vrijetijdsfuncties hun opstap vinden naar de één verdieping hoger gelegen ruimtes. Zo zal de bioscoop een inkomlobby krijgen op dit niveau, maar zullen de zalen op het niveau van de eerste verdieping, boven de grootschalige detailhandelszaken, komen te liggen. Vanaf de tramhalte aan de Putkapelstraat zal een lichte hellende verbinding voorzien worden naar de City Room East toe zodat de consument, die via het openbaar vervoer het complex bezoekt, een gemakkelijke toegang krijgt. Zowel naar IKEA als naar het complex van Flanders Expo en het Holiday Inn hotel zal de verbinding zo goed als mogelijk verzorgd worden ten einde een interactie tussen deze verschillende activiteiten te bevorderen. Dezelfde City Room East zal tevens het vertrekpunt zijn voor het Factory Outlet Center dat zich verder uitstrekt over Veld 12 Oost en Veld 12 West, over de Pégoudlaan heen, tot aan de City Room West die op het uiterste westen van Veld 12 West is voorzien. Beide City Rooms zullen verbonden zijn via twee winkel-wandelstraten die het circuit voor de
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
194 van 231 november 2010
consument sluiten. Over de Pégoudlaan heen is een derde City Room (Centre) voorzien omdat deze ruimte slechts zeer beperkt mag bebouwd worden. De City Room West, aan de westzijde van Veld 12 West, zal tevens het aanknopingspunt zijn naar de andere velden aan de westzijde van de Pégoudlaan, waaronder de parkeertoren op veld 8 (RUP-zone z6a) die in latere fase van de ontwikkeling van site The Loop kan worden voorzien. Deze parkeertoren is voor de ontwikkeling van het project of dus voor de velden 12 oost en west niet noodzakelijk. Er kan in deze projectfase worden geparkeerd op maaiveldniveau op eigen en omliggende velden. Een in latere fase van de ontwikkeling van de site parkeertoren, zal in het centraal parkeermanagement van de site ingeschakeld worden ten einde een geïntegreerd parkeerbeleid op de hele site van The Loop te bewerkstelligen. De eventuele latere bouw van de parkeertoren van veld 8 maakt vanuit dit oogpunt geen deel uit van de voorgenomen activiteit van voorliggend project. Op het uiterste westen van Veld 12 West worden de voor dit veld voorziene kantoor-, kantoorachtingen en kort verblijf functies voorzien, dit ten einde de loopafstanden binnen het winkelgedeelte toch nog enigszins in te korten. Op het tweede niveau boven het dek zullen – zoals hiervoor reeds gesuggereerd – de vrijetijdsfuncties worden voorzien. In eerste instantie bestaan deze uit een bioscoop met annex een bowlingbaan en een fitnessruimte. Deze functies zullen boven het blok van de grootschalige winkels gebouwd worden. Er wordt onderhandeld met een uitbater die 8 zalen zou willen uitbaten (ongeveer 2.200 zitjes). Dezelfde uitbater wil ook het management van de bowlingbaan en de fitnessruimte op zich nemen. Boven de overige bouwblokken, gaande van 12 Oost naar 12 West, is er nog ruimte voor ongeveer 20 à 30.000 m² bijkomende vrije tijdsfuncties. Momenteel is het – om markttechnische redenen - nog niet zeker of deze volledig zullen worden toegewezen. Er is hiervoor nog geen visie ontwikkeld. Tot slot worden de kantoor- en het kortverblijwonen/de shortstay (de hotelvoorzieningen) die aan Veld 12 Oost zijn toege-wezen, gepland in twee torencomplexen bovenop het complex, langsheen de Pégoudlaan. Er zijn ten behoeve van de uitwerking van het project nog verschillende deelstudies lopende, zoals: deelstudie mobiliteit, Masterplan duurzame ontwikkeling volledige site The Loop, Inrichting openbare en publieke ruimte i.o.v. stad Gent, Architectuurstudie, voorbesprekingen met de stad Gent omtrent o.m. beeldkwaliteit, stabiliteit en luchtcirculatie.
7.2.2
Programma Het voorziene totaalprogramma voor de velden 12 oost en west, uitgedrukt in m² bruto vloeroppervlakte (bvo) ziet er als volgt uit. De oppervlaktes per functie en zone wijken slechts beperkt af van de toegestane oppervlaktes volgens de RUP-voorschriften, rekening houdend met de flexibele 15%-afwijkingsregel van het RUP. Tabel 7-1 Programma project veld 12 The Loop in m² bvo
Functie
project
project
project
Retail totaal
Veld 12 totaal RUP % ver(z7b+c) schil 38.624 38.500 +0,3
- Factory Outlet
24.785
11.456
13.329
789
789
/
13.050
13.050
/
- inline shops - big boxes Leisure totaal
39.263
- Leisure
35.962
40.000
-1,8
Veld 12 oost RUP % ver(z7b) schil 25.295 22.000 +15,0
27.041 25.489
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
30.000
-9,9
Veld 12 west RUP % ver(z7c) schil 13.329 16.500 -19,8
12.222
10.000
+22,2
10.473
195 van 231 november 2010
- Restaurants in FOC
3.301
Kantoren
33.898
1.552 35.000
-3,1
19.603
1.749 22.500
-12,9
14.295
12.500
+14,4
Kantoorachtigen
2.622
2.500
+4,9
0
0
2.622
2.500
+4,9
Shortstay
10.736
10.000
+7,4
4.796
5.000
-4,1
5.940
5.000
+18,8
TOTAAL
125.143
126.000
-0,7
76.735
79.500
-3,5
48.408
46.500
+4,1
7.2.3
Externe en interne ontsluiting De ontsluiting van Veld 12 vormt een onderdeel van het ontsluitingsconcept van het gebied The Loop als geheel. De hoofdontsluitingsas van The Loop is de Pégoudlaan (B402), die het gebied van ZW naar NO doorkruist. De aansluiting van het gebied op het hogere wegennet gebeurt enkel via twee verkeerswisselaars, namelijk daar waar de Pégoudlaan aantakt op resp. de E40 en de R4. Om een duidelijke scheiding te realiseren tussen het doorgaand verkeer op de Pégoudlaan (in het RSV aangeduid als primaire weg I) en het bestemmingsverkeer voor The Loop werd een lusvormige ringstructuur ontworpen met enkelrichtingsverkeer, waarbij het in- en uitgaand langs weerszijden van de Pégoudlaan in- en uitvoegt naar twee interne lussen. Om alle bewegingen tussen beide delen van The Loop en van en naar de E40 en de R4 toe te laten, werd aan de noord- en zuidzijde van The Loop een brug voorzien die de twee lussen met elkaar verbindt (zie circulatieschets). De ontsluiting van alle velden van The Loop bevindt zich aan de buitenzijde van de twee lussen, dus niet op het gedeelte parallel aan de Pégoudlaan, om te zorgen dat eventuele opstuwing beperkt blijft tot de ringweg en niet terugslaat op de Pégoudlaan. De toegelaten snelheid op de interne ringweg zal 50 km/h bedragen.
Geschematiseerde circulatie van The Loop
De ontsluiting van veld 12 west gebeurt via de westelijke ringweg. De inrit bevindt zich aan de ZW zijde, de uitrit aan de NW zijde. Het binnenrijden van de parking gebeurt op niveau B2 (maaiveld). Leveringen door grote vrachtwagens en afvalophaling gebeuren eveneens op maaiveldniveau. Veld 12 oost wordt ontsloten via de oostelijke ringweg. De in- en uitrit van de parking liggen allebei aan de NO-zijde van het veld, en bevinden zich op niveau -1 onder maaiveld (onderste parkinglaag B3), waarbij ze onder de tramlus en de ringweg zelf doorlopen en conflicten met het inrijdend verkeer van IKEA vermeden worden. Het vrachtverkeer (leveringen, afval-ophaling) is volledig gescheiden van het personenverkeer. Het verlaat de interne ringweg pas voorbij de in- en uitrit van IKEA en volgt een dienstweg die zowel velden 15, 12 oost en 9 bedient. Bestelwagens (leveringen) en hulpdiensten
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
196 van 231 november 2010
kunnen het dek ook rechtstreeks bereiken via hellingen aan de zuid- en noordzijde (resp. in- en uitrit). De voorziene parkeercapaciteit in veld 12 dient bovendien niet alleen om aan de eigen parkeerbehoefte te voldoen, maar vormt een onderdeel van het totale parkeeraanbod van het zgn. “kerngebied” van The Loop (de zone binnen de ringweg + velden 5W+O). Via een uitgekiend parkeermanagementsysteem, te beheren door het Parkeerbedrijf van de stad Gent, moet het parkeeraanbod flexibel ingezet worden, zodat permanent een zo hoog mogelijke bezettingsgraad kan gehaald worden zonder capaciteitsproblemen (behalve bij pieken gekoppeld aan bezoekersintensieve evenementen in de expohal, waarbij extra parkeercapaciteit buiten de site zal nodig zijn). In veld 12 zelf worden – in het basisscenario – 4450 parkeerplaatsen voorzien: Niveau B1 (+1 t.o.v. maaiveld) B2 (+/- op maaiveld) B3 (-1 t.o.v. maaiveld)
12 west
12 oost
totaal
730
700
1430
660
760
1420
400 (1)
500 + 700 (2)
1600
TOTAAL 1330 2720 4450 (1) aparte parking onder kantoren en hotel in W deel projectgebied; (2) de 700 plaatsen zijn bestemd om de parkeercapaciteit van IKEA aan te vullen
In een alternatief scenario wordt ook onder het FOC in veld 12 west parkeercapaciteit op niveau B3 (onder maaiveld) voorzien, nl. een derde parkeerlaag met ca. 700 plaatsen, maar deze plaatsen zijn niet ten behoeve van veld 12 zelf maar van aanpalende velden. Het projectgebied grenst in het oosten aan de huidige terminus van tramlijn 1, die vanaf The Loop via het Sint-Pietersstation en het stadscentrum van Gent (Korenmarkt) naar Evergem loopt. Vanaf de tramhalte worden bezoekers via een helling van 4% rechtstreeks naar het dek van veld 12 geleid. Via passerelles kan van daaruit ook veld 9 (expohal en hotel Holiday Inn) en veld 15 (IKEA) bereikt worden. Op termijn wordt voorzien om tramlijn 1 uit te breiden met een lus rond velden 12 oost, 9 en 10, met twee haltes: één tussen IKEA en het Outlet Center en één t.h.v. de Holiday Inn en de expohal. Veld 12 zal via het dek in alle richting doorkruisbaar zijn voor fietsers en voetgangers. De route voor leveringen aan de noordzijde zal samen met de helling naar de tramterminus ook fungeren als oost-west fietsroute op hoger niveau. In functie van de verkeersveiligheid zal in de zone voor leveringen een apart fietspad voorzien worden. Door het westelijk deel van het projectgebied en van The Loop als geheel wordt een noord-zijde fietsroute voorzien (op maaiveld).
7.2.4
Technische aspecten Het project vormt een omvangrijk gebouwencomplex met een lengte van ruim 500 m en een breedte van ca. 150 m. Het grootste deel van het complex is onderling verbonden door het “dek” dat 6 à 8 m boven het maaiveld “hangt”. Enkel de meest westelijke kantoren en de shortstay (het hotel) zijn vrijstaande gebouwen op maaiveldniveau. De hoogte van de bovenbouw op het dek wisselt sterk. De basislaag, die het outlet center en de retail omvat, heeft een hoogte van +22,3 à +24,4 m TAW. De maximum hoogte van de tweede bouwlaag, vnl. ingenomen door leisurefuncties, varieert tussen +31,7 en +36,5 m TAW. Tot slot worden op de NW- en ZW-hoek van veld 12 oost, aan de oostzijde van de Pégoudlaan, twee kantoor-torens voorzien met een hoogte tot +70 m TAW. De hoofdtoegang van het complex bevindt zich aan de noordoostzijde; dit is nl. de aanlooproute voor de voetgangers die van de tramhalte komen en voor de fietsers komend van de Derbystraat/Kortrijksesteenweg. Deze zone is ook de hoofdtoegang tot de expohal en het Holiday Inn-hotel. Om het belang van deze zone aan te geven worden hier monumentale trappen voorzien die het hoogteverschil overbruggen tussen het dek van veld 12 en de toegang tot de expohal en de shortstay (hotel) op maaiveldniveau. Aan de ZO zijde van het projectgebied wordt ook een link voorzien tussen het dek van veld 12 en IKEA. Daarnaast
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
197 van 231 november 2010
is er ook nog een passerelle aan de NW zijde die veld 12 verbindt met het toekomstig geplande parkeergebouw op veld 8. De groenvoorziening op veld 12 neemt drie vormen aan: •
Grasvelden aan de randzones van het projectgebied, afgezoomd met rijen bomen en struiken (ca. 1,34 ha).
•
Een viertal kleine groenzones op het dek en bomen die aangeplant worden bovenop de parkeerlagen en uitsteken tot boven het hoger gelegen dek (ca. 0,49 ha).
•
Groendaken op alle daken die zich op niveau L1 bevinden, m.a.w. op alle plaatsen waar bovenop de basislaag met het outlet center en de “big boxes” geen bovenbouw voorzien wordt (ca. 1,61 ha).
De ontwikkeling van The Loop vereist uiteraard de nodige afwaterings- en rioleringsinfrastructuur. Hiervoor werd het Masterplan Riolering opgesteld (2007), waarin een gescheiden stelsel van hemel- en afvalwaterafvoer (RWA’s en DWA’s) werd uitgewerkt. Het afvalwater van (o.a.) veld 12 O gaat naar de Aquafin-collector in de Derbystraat en dat van (o.a.) veld 12 W naar de collector in de Poortakkerstraat. Het hemelwater wordt via RWA-riolen en open grachten vertraagd afgevoerd naar de Ringvaart. Ongeacht de buffervoorzieningen van The Loop als geheel, moeten de projecten op de verschillende velden, en dus ook het project op veld 12, individueel voldoen aan het Hemelwaterbesluit inzake opvang, infiltratie en buffering van hemelwater en het Algemeen Bouwreglement van de stad Gent. Hiertoe werden in het projectgebied drie bufferbekkens voorzien: twee kleine bekkens in veld 12 west, t.h.v. de kantoren langs de ringweg (samen 920 m²) en een beduidend groter bekken (1590 m²) aan de oostrand van veld 12 oost, tussen de bebouwing en de aan te leggen tramlijn. Conform de principes van het Hemelwaterbesluit en duurzame ontwikkeling, zal maximale opvang en hergebruik van hemelwater gebeuren (vnl. voor sanitair en besproeiing van groenzones). Met betrekking tot de energievoorziening van The Loop als geheel is een plan voor duurzame ontwikkeling in opmaak, vertrekkend van de richtlijnen van de “Trias Energetica”: 1) reductie van de energiebehoeften; 2) gebruik van hernieuwbare energiebronnen; 3) BBT o.b.v. niet-hernieuwbare energie. In afwachting van dit plan werden voor het project op veld 12 in het MER volgende voorlopige aannames gedaan m.b.t. de energievoorziening. De warmte-, koude- en andere energiebehoefte wordt maximaal gereduceerd door gebruik te maken van BBT. Aan de warmtebehoefte wordt voldaan m.b.v. een klassieke verwarmingsinstallatie op aardgas, waarvan het vermogen geschat werd op ca. 5,5 MW, bij voorkeur gespreid over vier installaties met zo hoog mogelijke schouwen (cfr. kantoortorens). En de elektriciteitsbehoefte wordt maximaal opgevangen d.m.v. zonnepanelen op het dak (cfr. ruim 32.000 m² verharde dakoppervlakte).
7.2.5
Ingrepen tijdens de bouwfase De duur van de bouwfase kan geschat worden op ca. 4 jaar. Prioritair is de afwerking van het outlet center. Inclusief inrichting zou dit na 2,5 à 3 jaar het geval moeten zijn. Het outlet center kan functioneren zonder bovenbouw, maar het spreekt vanzelf dat de duur van bouwwerken na de opening van het outlet center i.f.v. het comfort van de bezoekers best zo kort mogelijk gehouden worden. De aanleg van de flankerende infrastructuren is reeds volop aan de gang. De ringweg is voltooid; De zuidelijke brug over de Pégoudlaan ligt er maar was eind oktober 2010 nog niet aangesloten op de ringweg. Ook de aanleg van de riolering is lopende. Het project gaat gepaard met een vrij aanzienlijk grondverzet, vnl. voor de bouw van de onderste parkeerlaag die zich onder maaiveld bevindt. De omvang van het grondverzet kan (afgerond) worden geschat op 223.500 m³ in het basisscenario. In het alternatief scenario, waarbij ook in veld 12 west een parkinglaag wordt voorzien onder maaiveld onder het factory outlet center is er 68.500 m³ extra grondverzet. De toplaag van het uit te graven materiaal bestaat in het grootste deel van het projectgebied overigens niet uit grond maar uit de bestaande verharding (asfaltbedekking van de parkings). De parkinglaag reikt tot
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
198 van 231 november 2010
ruim onder de grondwatertafel (diepte 1 à 1,5 m onder maaiveld), waardoor bemaling van de bouwput noodzakelijk zal zijn. Quasi al de uitgegraven grond zal moeten afgevoerd worden, aangezien slechts ca. 2500 m³ ter plekke zal kunnen hergebruikt worden voor de aanleg van het talud met de monumentale trap aan de NO zijde. De uitgravingen gaan in het basisscenario gepaard met ca. 45.000 vrachtwagenbewegingen, en nog eens ca. 14.000 bewegingen meer in het alternatief scenario. De duur van de uitgraving kan geschat worden op ca. 6 maand (ca. 125 werkdagen). Per dag zouden er aldus ca. 360 vrachtwagenbewegingen gegeneerd worden, of ca. 30 per uur (ca. 30% meer in het alternatief scenario). Het transportvolume dat met de aanvoer van bouwmateriaal gepaard gaat, zal qua intensiteit in principe altijd lager liggen dan het transportvolume dat gepaard gaat met de uitgraving van de bouwput(ten). De organisatie van de werf en de locatie van de werf- en stapelzones moet dusdanig zijn dat de omliggende functies (Flanders Expo, IKEA, Holiday Inn) en uiteraard ook de werken op veld 12 zelf zo min mogelijk gehinderd worden. De velden 8, 13 en/of 14, die pas in een later stadium zullen ingevuld worden, zijn logische werf- en stapelzones. De afvoer van grond vanuit deze zone en de aanvoer van bouwmateriaal er naartoe, moet gebeuren via de ringweg, de Pégoudlaan, de E40 en de R4. Gebruik van de Poortakkerstraat of de verbinding met de Kortrijksesteenweg is uit den boze.
7.2.6
Ontwikkelingsscenario’s Een aantal ruimtelijke ontwikkelingen zijn op het vlak van cumulatieve of wederzijdse milieueffecten van belang zijn voor onderhavig project. Het gaat daarbij zowel om de ontwikkelingen in het gebied The Loop (plangebied van RUP SDW-5 Handelsbeurs), als om andere stedenbouwkundige en infrastructurele ontwikkelingen in de ruimere omgeving van het projectgebied. Het totaalprogramma van The Loop omvat volgens de voorschriften van het RUP SDW-5 Handelsbeurs een bvo van ruim 550.000 m² (waarvan 23% in veld 12). Ten behoeve van al deze functies worden in het RUP ca. 12.000 parkeerplaatsen voorzien, waarvan 37% in veld 12. Van dit programma worden 30.500 m² retail reeds ingenomen door IKEA. De geplande MG-toren (veld 18) omvat 21.500 m² kantoren en het WINGS-project (veld 16) 10.000 m² wonen en 3.000 m² kantoorachtigen. Voor het noordelijk deel van The Loop, langs de R4, werd een natuurinrichtingsplan uitgewerkt. Tabel 7-2 Totaalprogramma en saldo The Loop in m² bvo
Functie
Veld 12
Totaal The Loop
Saldo
Retail
project 38.624
RUP 38.500
69.000 (1)
reëel 0 (2)
RUP 0
Leisure
39.263
40.000
40.000
0 (3)
0
Kantoren
33.898
35.000
155.000
121.102
120.000
Kantoorachtigen
2.622
2.500
150.000
147.378
147.500
Shortstay
10.736
10.000
33.500
22.764
23.500
Beursactiviteiten
0
0
40.000
40.000
40.000
Permanent wonen
0
0
65.000
65.000
65.000
TOTAAL
125.143 126.000 552.500 (1) 396.244 396.000 (1) waarvan reeds 30.500 m² ingenomen door IKEA; (2) strikt genomen -124 m²; (3) leisure is enkel toegelaten in veld 12, dus kunnen de daar niet ingevulde m² niet ten goede komen aan de rest van The Loop
In het MER wordt de milieu-impact van het project op veld 12 niet alleen getoetst aan de huidige toestand, maar ook aan twee ontwikkelingsscenario’s: •
Het ontwikkelingsscenario op (middel)lange termijn, waarbij alle velden van The Loop volledig ingevuld zijn en waarbij alle hierna beschreven ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen gerealiseerd zijn.
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
199 van 231 november 2010
•
Een “tussenscenario” op korte(re) termijn, waarbij naast veld 12 van The Loop enkel velden 5, 16 en 18, waarvoor concrete projecten bestaan (deels reeds in uitvoering), zijn ingevuld, en waarbij de “Link R4” (Vaerewijckweg) en de ondergrondse parking van het Sint-Pietersstation in gebruik zijn genomen.
De volgende stedenbouwkundige ontwikkelingen zijn gepland in de zuidrand van GentEn zijn meegenomen in het ontwikkelingsscenario op lange termijn:
7.3
Sluiting R4-zuid: wegwerken “missing link” tussen de Zwijnaardsesteenweg en de Hundelgemsesteenweg
Project Gent-Sint-Pieters: volledige herinrichting en uitbreiding van het Sint-Pietersstation, grootschalige kantoor- en woonprojecten (170.000 à 220.000 m²). een ondergrondse (pendel)parking tot 2810 plaatsen en een nieuwe ontsluitingsweg naar de R4, die zal aansluiten op de Pégoudlaan.
Wetenschapspark: maximaal 48.000 m² kantoorachtigen op de campus van de Hogeschool Gent.
Arteveldestadion: nieuw voetbalstation voor AA Gent op de site van de voormalige groothandelsmarkt met ca. 20.000 plaatsen, in combinatie met detailhandel, leisure, kantoren en kantoorachtigen.
Eiland Zwijnaarde: gemengd regionaal bedrijventerrein van ca. 35 ha op het “eiland” tussen de Ringvaart, de Schelde en het Kanaal van Zwijnaarde.
Beschrijving van de milieueffecten Bij de disciplines waar relevante cumulatieve effecten van het project met de ontwikkelingsscenario’s te verwachten zijn, worden, naast een samenvatting van de bestaande en geplande toestand en de effecten van het project, ook de effecten van de ontwikkelingsscenario’s beknopt aangegeven.
7.3.1
Mens – verkeer Bestaande toestand De site The Loop wordt volledig ontsloten via bovenlokale wegen: de B402 (Pégoudlaan), de E40 en de R4. De Ringweg met eenrichtingsverkeer zorgt voor de interne verdeling van het verkeer binnen The Loop. Uit tellingen, door AWV uitgevoerd in mei 2009, blijkt dat het avondspitsuur het drukste referentiemoment is. De E40 tussen de N43 en N17 richting Brussel is het drukste relevante wegsegment, met een verzadigingsgraad van 93% ’s ochtends en 95% ‘s avonds. Op de E40-segmenten en richtingen varieert de verzadigingsgraad tussen 60 en 86%. De R4 (max. 66%) en de B402 (max. 34%) daarentegen zijn op heden verre van verzadigd. Qua openbaar vervoer wordt het gebied ontsloten door tramlijn 1 met terminus direct ten oosten van het projectgebied, die een directe en hoogfrequente verbinding biedt met station Gent-Sint-Pieters en het stadscentrum van Gent. Voorts zijn er ook een aantal streekbuslijnen op de N43. Op The Loop zijn momenteel weinig fiets- en voetgangersvoorzieningen. De R4 beschikt over een goede fietsinfrastructuur met ongelijkvloerse kruisingen van o.a. de B402. Op de N43 zijn de fiets- en voetgangersvoorzieningen ongestructureerd en versnipperd. Momenteel zijn er op The Loop 6025 parkeerplaatsen, waarvan 1250 pp onder IKEA. Op basis van parkeerbezettingscijfers uit 2004 kan gesteld worden dat deze capaciteit ruim volstaat voor bijna alle beurzen en evenementen in Flanders Expo; slechts gedurende een 10-tal dagen per jaar is de volledige parkeercapaciteit nodig. Geplande toestand en effecten
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
200 van 231 november 2010
Vóór de realisatie van het project op veld 12 zullen volgende infrastructuurwerken op The Loop voltooid zijn: de twee viaducten op de Ringweg, de ongelijkvloerse kruising van de tramlus en de Ringweg en de doortrekking van de tramlijn rond o.a. veld 12 (eind 2013). De verkeersbelasting tijdens de aanlegfase zal beperkt zijn en de werfroutes kunnen volledig via het bovenlokaal wegennet verlopen. Tijdelijk zal wel een zekere parkeercapaciteit t.b.v. Flanders Expo onbeschikbaar zijn (ca. 1100 pp). De verkeersproductie van de verschillende functies op veld 12 wordt geraamd op 66 vtg/u tijdens de ochtendspits, 1506 vtg/u ’s avonds en 1503 vtg/u op zaterdagnamiddag. De attractie bedraagt resp. 558 vtg/u, 886 vtg/u en 1595 vtg/u. Dit verkeer zal verdeeld zijn over de E40 (ca. 50%), de R4 (ca. 40%) en de N43 (ca. 10%). Het vrachtverkeer van het project (leveringen) is verwaarloosbaar t.o.v. het personenverkeer en kan bovendien buiten de drukste uren georganiseerd worden. Ten gevolge van de verkeersgeneratie van het project zal de verzadigingsgraad op de ontsluitingswegen uiteraard stijgen, en op de E40 richting Brussel leidt dit ’s avonds tot een verzadigingsgraad van 102% (+7%). Daarom wordt voorgesteld om een vierde rijstrook te realiseren op de E40 tussen de B402/N43 en de E17. Daardoor zou de verzadigingsgraad richting Brussel zakken naar 77% (-25%) en richting Oostende naar 68% (-23%). Bouwtechnisch is dit een vrij beperkte ingreep omdat alle bruggen voldoende breed zijn. Op de B402 blijft de verzadigingsgraad beperkt tot maximaal 44%. Op de Ringweg zal deze nog lager liggen. De parkeercapaciteit die voorzien wordt in veld 12 (4450pp) is strikt genomen iets kleiner (222pp)dan de maximale behoefte op zaterdagnamiddag (4672pp). Maar door de voorziene uitwisseling met andere parkings in het kerngebied van The Loop (parkeermanagementsysteem) kan dit opgevan-gen worden. Enkel bij grote beurzen in Flanders Expo kan een tekort optreden en moeten externe parkings ingeschakeld worden. De openbaar vervoersontsluiting van The Loop wordt verbeterd door het doortrekken van de tramlus en het omleiden van een aantal buslijnen over de site, en de doorstroming komt niet in het gedrang dankzij de ongelijkvloerse kruising met de Ringweg. Ook de ontsluiting voor zwakke weggebruikers en hun veiligheid en comfort wordt in principe verbeterd. Ontwikkelingsscenario’s De volledige invulling van The Loop en de andere ontwikkelingsscenario’s in de omgeving zorgen voor toenames en verschuivingen van verkeer op de ontsluitingswegen van het projectgebied. Door de sluiting van de R4-zuid (wegwerken “missing link”) zou ca. 25% van het huidig verkeer op de E40 richting Brussel verschuiven naar de R4 (buitenring). Maar het extra verkeer zou tijdens de avondspits zorgen voor een oververzadigde toestand (>100%) op zowel de E40 richting Brussel als de R4 richting Merelbeke. Een vierde rijstrook op de E40 zou alle verzadigingsgraden evenwel doen dalen tot onder de 80%. Op de Pégoudlaan zou de verzadigingsgraad stijgen tot max. 81%, t.g.v. de ontwikkelingen op The Loop en de verbinding met de grote parking onder Gent-Sint-Pieters. Bij de volledige invulling van The Loop zal de parkeerbehoefte op piekmomenten naderen tot het voorziene parkeeraanbod van ca. 12.000 pp, waardoor een efficiënt parkeermanagementsysteem nodig is. Anderzijds zal er een goed evenwicht zijn tussen vraag en aanbod, waarbij tijdelijke pieken kunnen opgevangen worden m.b.v. externe parkings.
7.3.2
Geluid en trillingen Bestaande toestand Uit geluidsmetingen, uitgevoerd in het kader van dit en van eerdere MER’s, blijkt dat het continu omgevingsgeluid rondom The Loop hoog is en bepaald wordt door het wegverkeer op de E40, de R4, de N43 en de B402. T.h.v. de woonwijk Maalte ten O van het projectgebied ligt het achtergrondniveau soms boven de 50 dB(A), maar de geluidswal en –schermen die n.a.v. de plan-MER voor het RUP Handelsbeurs werden aangelegd, hebben ervoor gezorgd dat het geluidsniveau hier zeker niet gestegen is. In de wijk Steenakker is de
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
201 van 231 november 2010
spoorlijn Gent-Kortrijk bepalend voor de geluidsbelasting. Uiteraard kunnen bepaalde (muziek)evenementen in Flanders Expo voor tijdelijke geluidspieken zorgen. Geplande toestand en effecten Tijdens de aanlegfase wordt geluidshinder veroorzaakt door het gebruik van machines, het heien van funderingen en werfverkeer. Door de vrij grote afstand tot bewoning en het dominante verkeersgeluid zullen deze effecten evenwel beperkt zijn. Hetzelfde geldt voor de impact van de geluidsbronnen in het projectgebied tijdens de exploitatiefase (ventilatie, generatoren,…). De effecten van de toename van de verkeersstromen t.g.v. het project werden gemodelleerd, rekening houdend met afscherming en reflectie door de nieuwe gebouwen. T.h.v. de vijf meetpunten zou de toename van het LAeq-niveau echter beperkt blijven tot maximaal 1 dB(A). T.h.v. de wijk Maalte is deze beperkte toename te danken aan het (momenteel in aanbouw zijnde) project WINGS, dat afscherming biedt t.o.v. de oostelijke Ringweg (de verdubbeling van het verkeer op de Ringweg-oost kan in principe tot een verhoging van het geluidsniveau met ca. 3 dB(A) zorgen t.h.v. de bewoning in de Poolse Winglaan en de Putkapelstraat. Echter zal het in aanbouw zijnde woon- en kantoorgebouw WINGS hier voor een aanzienlijke afscherming zorgen).
Ontwikkelingsscenario’s Op basis van de verwachte verkeerstoename bij implementatie van de ontwikkelingsscenario’s kan langs de B402, de Ringweg en de R4-oost (buitenoever) in theorie een verdere toename van het geluid met 3 à 4 dB(A) verwacht worden. Maar m.u.v. Ringwegoost (t.h.v. wijk Maalte) gaat het om wegsegmenten zonder significante bewoning. Maalte wordt ten andere goed afgeschermd door het WINGS-gebouw. De geluidstoename t.h.v. de andere wegsegmenten is niet significant.
7.3.3
Lucht Bestaande toestand In het VMM-meetpunt Gent wordt de daggrenswaarde voor PM10 actueel (veel) meer dan de toegelaten 35 dagen per jaar overschreden. Er wordt wel voldaan aan de jaargemiddelde doelstelling voor PM10, PM2,5 en NO2. De concentratie van deze stoffen wordt sterk bepaald door verkeersemissies, maar de impact van een weg neemt snel af met de afstand tot de weg. Langsheen de E40 doet de impact van het verkeer zich wel over meerdere honderden m voor. De impact van verwarmingsemissies kan als zeer beperkt ingeschat worden t.o.v. die van de verkeersemissies. Inzake CO, VOS, PAK’s en ozon worden geen overschrijdingen van de doelstellingen verwacht. De immissiewaarden langs de ontsluitingswegen van het projectgebied werden gemodelleerd m.b.v. het model CAR Vlaanderen (achtergrondniveaus 2010). Uit de modelberekeningen blijkt een zeer aanzienlijke bijdrage van NO2 van verkeer aan de lokale luchtkwaliteit, maar behalve in de directe omgeving van de E40 worden geen overschrijding van de NO2-doelstellingen bekomen. De jaargemiddelde PM10 voldoet voor alle wegsegmenten aan de doelstelling, maar langs volgende segmenten wordt niet voldaan aan de daggemiddelde doelstelling: N43 W en O, B402, R4 W en E40 W en O (enkel langs R4 O en de interne ringweg van The Loop zijn er actueel geen overschrijdingen). Geplande toestand en effecten Qua autonome evolutie kan verwacht worden dat een duidelijke daling van de achtergrondconcentraties zal optreden (verrekend in de achtergrondwaarden voor 2015 van CAR Vlaanderen) t.g.v. strengere emissienormen voor auto’s en andere emissiebronnen. De te verwachten effecten tijdens de aanlegfase bestaan vnl. uit uitlaatgassen van machines en werfverkeer en opwaaiend en neervallend stof. Deze effecten zijn moeilijk in te schatten, waardoor de focus ligt op milderende maatregelen (b.v. afdekken/besproeien
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
202 van 231 november 2010
van grond). De impact van het werfverkeer (maximaal ca. 360 bewegingen per dag) is te verwaarlozen t.o.v. die van het actueel verkeer in de omgeving, behalve in de directe nabijheid van de Pégoudlaan. In de exploitatiefase genereert het project zeer grote verkeersstromen (zie mens-verkeer). De impact hiervan werd ingeschat met CAR Vlaanderen (model 2015). Er wordt een zeer aanzienlijke bijdrage van NO2 verwacht, maar geen overschrijdingen van de doelstellingen. Ook de jaargemiddelde PM10- en PM2,5-waarden voldoen overal aan de doelstelling. Overschrijding van de daggemiddelde doelstelling van PM10 is enkel in de onmiddellijke omgeving ten N van de E40 O te verwachten (dankzij de sterk daling van het achtergrondniveau). Toepassing van het significantiekader van CAR Vlaanderen levert volgende bijdrages op: •
NO2: relevante bijdrage langs Ringweg W, beperkte bijdrage langs N43 W, B402, Ringweg O, E40 W (vlakbij) en O (tot op ca. 100 m)
•
PM10/PM2,5: beperkte bijdrage langs B402, Ringweg O en W en E40 O en W (vlakbij)
De meeste milderende maatregelen die mogelijk zijn, zijn evenwel niet of nauwelijks rechtstreeks te koppelen aan de realisatie van het project zelf. Hiertoe zijn eerder acties van diverse overheden noodzakelijk of acties in de beheersfase door de gebruikers van de ruimten. De impact van de ventilatie van de emissies in de parkings kan sterk beperkt worden door een aangepaste verluchting en afzuiging (normaliter voorzien). Postmonitoring is het meest aangewezen om deze impact nauwkeurig in kaart in te brengen. In afwachting van keuzes omtrent de energievoorziening op het niveau van The Loop als geheel, werd in het MER uitgegaan van verwarming via “klassieke” gasverwarmingsinstallaties (4 ketels met een gezamenlijk vermogen van 5,5 MW, met schouwen van 22 tot 60 m hoogte). Gelet op de relatief beperkte vermogens, de strenge normen voor nieuwe stookinstallaties, de beperkte duur waarin ze op vollast werken (enkel in zeer koude periodes) en de hoogte van de schouwen, wordt nauwelijks of geen impact op de lokale luchtkwaliteit verwacht. Alternatieven voor een klassieke installatie op fossiele brandstoffen zijn een (micro-)WKK, warmte-koude-opslag, geothermie, zonne-energie, stadsverwarming (restwarmte van elektriciteitscentrales, afvalverbranding,…). Globaal gezien kan men stellen dat voor de beoordeling van de “alternatieve” technieken enkel het uitvoeren van een energetische detailstudie uitsluitsel kan geven ten aanzien van de meest energie-efficiënte benadering en de mogelijke impact op zowel de emissie niveaus als op de immissiebijdragen en het afwegen tussen de verschillende varianten. In elk geval zal de lokale impact op de luchtkwaliteit lager zijn dan bij gebruik van klassieke verwarmingssystemen, behoudens mogelijks een grotere impact voor WKK installaties. Deze aspecten kunnen meegenomen worden in het Masterplan Duurzame Ontwikkeling voor de site.
Ontwikkelingsscenario’s De volledige invulling van The Loop, in combinatie met de andere ontwikkelingsscenario’s, genereert zeer veel bijkomend verkeer. Toepassing van het significantiekader van CAR Vlaanderen levert volgende bijdrages op aan de lokale luchtkwaliteit: •
NO2: belangrijke bijdrage langs B402 en Ringweg W en O, relevante bijdrage langs R4 O, beperkte bijdrage langs N43 W en O, E40 W (vlakbij) en O (tot op ca. 100 m)
•
PM10/PM2,5: relevante bijdrage langs B402, beperkte bijdrage langs Ringweg W en O, R4 O, E40 W en O (enkel vlakbij)
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
203 van 231 november 2010
De impact op de E40 O wordt beperkt door het verschuiven van verkeer naar de R4, na het wegwerken van de “missing link”. De B402 wordt niet alleen door The Loop zwaar belast maar ook door het verkeer van en naar Gent-Sint-Pieters via de nieuwe verbindingsweg. De impact van het zgn. tussenscenario wijkt slechts in beperkte mate af van de impact zoals in kaart gebracht voor het project zelf. Enkel langsheen de Pégoudlaan zorgen de ontwikkelingsscenario’s behorend tot het tussenscenario voor een beperkte extra impact inzake NO2.
7.3.4
Bodem en grondwater Bestaande toestand Het projectgebied is een vlak gebied dat zachtjes afhelt van ZO (+12 m TAW) naar NW (+8,5 m TAW), richting Leie. De bodem bestaat vnl. uit antropogene bodems (vergraven terreinen bij de aanleg van de parkings van Flanders Expo). Het W derde deel heeft een vochtige zandbodem (Zcc). Het gebied maakt deel uit van de Vlaamse Vallei, met een 5 à 15 m dik Quartair, bestaande uit licht leemhoudend fijn zand. Daaronder liggen Tertiaire lagen met fijn zand afgewisseld met dunne kleilagen. De ondergrond is infiltratiegevoelig. De grondwatertafel bevindt zich 1 à 1,5 m onder maaiveld. Het grondwater is zeer kwetsbaar, vanwege een zandige watervoerende laag (Tertiair) en een relatief dunne en zandige onverzadigde laag (Quartair). De ondergrond is matig gevoelig voor grondwaterstromingen. Bodemonderzoeken op aanpalende percelen wijzen op verhoogde concentraties van PAK’s, minerale oliën, PAK’s en bepaalde zware metalen, vnl. als gevolg van de vroegere vliegveldactiviteiten. Maar deze liggen telkens onder 80% van de bodemsaneringsnorm en de verontreinigingen vormen geen ernstige bedreiging. Geplande toestand en effecten Het grondverzet wordt geschat op ca. 223.500 m³ (+ 68.500 m³ in het alternatief scenario). Indien bij de afvoer van grond en afbraakmateriaal (asfaltbedekking parkings) voldaan wordt aan de VLAREBO- en VLAREA-wetgeving, kunnen de effecten van het grondverzet als niet significant beoordeeld worden. De afvoer van grond vanuit de werf- en stapelzone en de aanvoer van bouwmateriaal er naartoe, moet gebeuren via de ringweg, de Pégoudlaan, de E40 en de R4. In het bestek dient te worden opgenomen dat het gebruik van de Poortakkerstraat of de verbinding met de Kortrijksesteenweg dient te worden uitgesloten. Bodemprofielvernietiging is in het projectgebied weinig relevant, omdat de bodem grotendeels antropogeen is. Door de zandige ondergrond is het risico op bodemzetting verwaarloosbaar. Aangezien de uitgraving van parkinglaag B3 beduidend dieper is dan de grondwatertafel, zal bemaling noodzakelijk zijn. De verlagingsdiepte van het grondwaterpeil bedraagt resp. ca. 4 m in veld 12 O en ca. 2,7 m in veld 12 W (3m in het alternatief scenario). De invloedsstraal van de bemaling ligt in veld 12 O voor de bouwput van 5m diepte tussen 1,2 en 38 m en in veld 12 W voor een bouwput van 3,2m diepte tussen 0,8 en 26 m (en in het alternatief scenario tussen 0,9m en 28m), afhankelijk van de door-laatbaarheidscoëfficiënt van de ondergrond. Gelet op deze beperkte invloedsstralen (binnen projectgebied) zijn de risico’s op verlaging van de grondwatertafel, aanzuiging van eventuele grondwaterverontreinigingen of impact op nabije grondwaterwinningen niet significant. Afhankelijk van de doorlaatbaarheidscoëfficiënt bedraagt het opgepompt debiet 220 à 8000 l/h in de bouwput in veld 12 O en 70 à 2800 l/h en 110 à 4000 l/h in de twee bouwputten in veld 12 W. Bij retourbemaling is er in principe geen invloed te verwachten op oppervlaktewater. Gezien de relatief hoge grondwaterstand wordt verwacht dat retourbemaling mogelijks niet technisch haalbaar zou blijken. In dit geval kan het opgepompt debiet via de tegen dan aangelegde RWA-riolering afgevoerd worden naar de Ringvaart. Er wordt verwacht dat de tijdelijke grondwaterverlaging geen specifieke effecten
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
204 van 231 november 2010
met zich meebrengt en dat de voorziene lozing van het bemalingswater in de Ringvaart geen problemen stelt, gelet op het kleine debiet dat zal moeten opgepompt worden in verhouding tot de capaciteit van de Ringvaart. De ondergrondse parkings vormen een barrière voor de grondwaterstroming, maar het water kan grotendeels weg langs de noordzijde van het projectgebied of onder de (ondiepe) parkings door. Enige opbolling van de grondwatertafel ten OZO van de parking is evenwel niet uitgesloten, maar niet problematisch aangezien hier enkel een bufferbekken wordt voorzien en waarin desgevallend extra buffering kan worden ingecalculeerd. Het risico op bodem- en grondwaterverontreinigingen door lekkage van voertuigen, dooizouten e.d. is klein (verharde terreinen, opvang en afvoer van hemelwater met aanbeveling tot plaatsing KWS/olie-afscheider).
7.3.5
Oppervlaktewater Bestaande toestand Het projectgebied ligt op de grens van de hydrografische bekkens van de Leie en de Gentse Kanalen. Door de sterke verstoring van de ondergrond en de aanleg van tal van infrastructuren, is er al lang geen sprake meer van een natuurlijke afwateringsstructuur. Het gebied van The Loop watert via een recent aangelegd grachten- en rioleringsstelsel af naar de Ringvaart (zelf aangelegd in de jaren ’50 en ’60). Het gebied behoort tot het zuiveringsgebied van de RWZI van Gent (capaciteit 207.000 IE), via de Aquafin-collectoren in de Derbystraat en de Poortakkerstraat. Het projectgebied is zelf niet overstromingsgevoelig, maar meerdere gebieden in de omgeving zijn dit wel, als gevolg van de ligging in de alluviale vlakte van de Leie in combinatie met de barrièrewerking van de talrijke infrastructuren. Grote delen van het projectgebied zijn verhard (parkings) zonder infiltratie- of buffercapaciteit. De waterkwaliteit van de omliggende waterlopen (Ringvaart, Leie en Grietgracht) is matig tot slecht. Geplande toestand en effecten Voor de duidelijkheid wordt de samenhang van de geplande voorzieningen hierna schematisch weergegeven:
De afwaterings- en rioleringsinfrastructuur van The Loop is voorzien in het Masterplan Riolering (2007), met een gescheiden stelsel van hemel- en afvalwaterafvoer. Het project-
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
205 van 231 november 2010
gebied sluit hierop aan, en heeft geen invloed op de afwatering in gebieden buiten The Loop. Het project voorziet in drie bufferbekkens met een gezamenlijke oppervlakte van ca. 2510 m². Op basis van de voorwaarden vanuit de stad Gent bedraagt het minimale buffervolume 3348 m³. Daarnaast dient er bluswater voorradig te zijn in de vijvers (laatste afspraken met de brandweer). Bij de verdere uitwerking van de plannen dienen de oppervlaktes voorzien voor buffering en de aanlegaspecten (her)bekeken te worden in functie van randvoorwaarden en aanlegconcepten (bijvoorbeeld het al dan niet werken met een doorlatende bodem of wanden). Gelet op de beperkte infiltratiesnelheid van de bodem (fijn zand), de relatief hoge grondwaterstand en de grote volumes zal mogelijks vrij weinig infiltratie kunnen plaatsvinden, en zal het hemelwater in dien geval vnl. moeten gebufferd en vertraagd afgevoerd worden (naar de Ringvaart). Een groot deel van het hemelwater zal normaliter herbruikt worden voor WC-spoeling, wasmachines, besproeiing van groen,… Om een optimale verhouding te bekomen tussen maximaal hergebruik van hemelwater en voldoende berging voor droge periodes zonder overdimensionering, zou een totale regenwaterputcapaciteit van ca. 3600 m³ moeten voorzien worden. Op zich heeft het project aldus geen significant effect qua afwatering. Maar omdat de netto verharde oppervlakte slechts beperkt toeneemt, terwijl buffercapaciteit wordt voorzien voor de gehele verharde oppervlakte, zal er netto een positief effect zijn, waardoor wellicht de overstromingsgevoeligheid in het noorden van site The Loop zal dalen. Het project zal een aanzienlijke hoeveelheid (vrijwel uitsluitend huishoudelijk) afvalwater produceren. Deze hoeveelheid wordt geschat op 1198 IE op weekdagen en 1358 IE op zaterdagen. Dit afvalwater wordt ongeveer evenredig verdeeld over de collectoren in de Derbijstraat en de Poortakkerstraat, en komt uiteindelijk in de RWZI van Gent terecht. In principe vormt dit volume geen probleem voor deze RWZI (capaciteit 207.000 IE). Verontreiniging van oppervlaktewater door gelekte olie van auto’s, dooizouten,… kan vermeden worden door het voorzien van een gecombineerde slib- en olievanger op de toevoer naar de bufferbekkens. Ontwikkelingsscenario’s De afvalwaterproductie van The Loop als geheel kan geschat worden op ca. 5000 IE op weekdagen en ca. 3600 IE op zaterdagen, resp. 2,5% en 1,8% van de capaciteit van de RWZI van Gent.
7.3.6
Fauna en flora Bestaande toestand Het projectgebied bestaat in belangrijke mate uit verharde terreinen zonder vegetatie. Er komen drie types vegetaties voor: zeer soortenarm grasland, soortenarm gazon en jonge aanplant (bodem en struiken op de parkings en langs de Pégoudlaan). Geen van deze vegetaties wordt op de BWK als biologisch waardevol aangeduid. In site The Loop als geheel komen daarentegen wel zones biologisch (zeer) waardevolle elementen voor, vooral de zone langs de Ringvaart (meersen langs de Grietgracht). Geplande toestand en effecten Aangezien er geen waardevolle vegetatie voorkomt, is er ook geen sprake van significant biotoopverlies. In de plaats van de te verwijderen vegetatie komt nieuwe vegetatie op maaiveld (grasvelden met bomenrijen), naast de geplande groendaken en groenzones en bodem op het dek. De bestaande bomen zouden in de mate van het mogelijke moeten “herbruikt” (verplant) worden voor de realisatie van de nieuwe bomenrijen. Verdroging als gevolg van verlaging van de grondwatertafel is niet te verwachten door de geringe invloedsstraal van de bemalingen. Ook het effect op (avi)fauna van geluidsverstoring t.g.v. het project zal verwaarloosbaar zijn vanwege de actueel reeds zeer hoge geluidsbelasting in de omgeving (vooral E40), waaraan de aanwezige (avi)fauna per definitie aangepast is.
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
206 van 231 november 2010
Ontwikkelingsscenario’s Door de uitvoering van het natuurinrichtingplan zullen de natuurwaarden langs de R4 in principe nog versterkt worden, evenals de rol van dit gebied als ecologische verbinding.
7.3.7
Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Bestaande toestand Het projectgebied is gelegen in de noordelijke uitloper van het traditioneel landschap “Zandig Leie-Schelde-interfluvium”, maar de typische kenmerken van dit landschap komen niet voor in het projectgebied en zijn directe omgeving (wel aan de overzijde van de E40). Bepalend is de doorsnijding en insluiting van het gebied door infrastructuren: de B402, de E40, de spoorweg Gent-Kortrijk, de Ringvaart, de bebouwing langs de Kortrijksesteenweg. Het projectgebied zelf bestaat enkel uit parkings, wegenis en “restgronden” (weiland). Tot WO II was dit gebied een grotendeels open akkerlandschap (de Maaltekouter), omringd door meersen (van de Leie, de Grietgracht en de Scheidbeek). Het centrale deel van de ste kouter werd sinds 1820 gebruikt als militair oefenveld. Begin 20 eeuw werd de spoorweg Gent-Kortrijk aangelegd, in de jaren ’50 de E40 en in de jaren ’50-’60 de Ringvaart. Tussen WO II en 1985 werd het gebied van The Loop gebruikt als vliegveld. Toen werd de expohal Flanders Expo gebouwd met uitgestrekte parkings. De uitbouw van The Loop, met IKEA als eerste realisatie, vormt een nieuwe volledige transformatie van het gebied. In het projectgebied en omgeving komen geen landschappelijk waardevolle elementen voor. Er is wel één beschermd monument, nl. de kapel “’t Putje”, 175 m ten ZO van het projectgebied. Buiten de ring van infrastructuren rond The Loop liggen wel gebieden met veel erfgoedwaarden (o.a. Kastelensite Zwijnaarde). Op archeologisch vlak is The Loop wel een belangrijk gebied. Op meerdere aanpalende velden (Flanders Expo, IKEA) werden belangrijke nederzettingsporen gevonden uit de IJzertijd, de Romeinse Tijd en de Middeleeuwen. Geplande toestand en effecten Een gebouwencomplex van 500 m op 150 m en een hoogte tot 60 m boven maaiveld, heeft op zich een zeer aanzienlijke visuele impact, maar sluit qua schaal aan op de bestaande (Flanders Expo, IKEA) en geplande gebouwen (b.v. 119 m hoge MG-toren) op The Loop. Ten opzichte van de huidige desolate toestand van parkings en restruimtes betekent het project een aanzienlijke verbetering. Het overbruggen van de Pégoudlaan doorbreekt de eentonigheid van het “autostradelandschap” langs deze weg. Door de aanwezigheid van barrières is de visuele impact van het project (m.u.v. de kantoortorens) op de omliggende woonwijken zeer beperkt. In het gebied zelf is geen bouwkundig erfgoed dat verloren kan gaan, en door de visuele en fysieke barrières is er geen impact op het bouwkundig en landschappelijk erfgoed in de ruimere omgeving (Kastelensite, Leievallei). Gelet op de zeer hoge vondstverwachting inzake archeologische relicten (cfr. talrijke vondsten in de omgeving) in veld 12 oost, is archeologisch vooronderzoek en vervolgonderzoek bij uitgravingen absoluut noodzakelijk. Maar dergelijk onderzoek is reeds gepland, onder supervisie van de Dienst Archeologie van de stad Gent.
7.3.8
Mens – ruimtelijke en sociale aspecten Bestaande toestand Omdat het programma van The Loop op heden nog maar zeer beperkt is uitgevoerd (enkel IKEA), is het gebied momenteel ruimtelijk en functioneel onderbenut. Veld 12 bestaat enkel uit parkings en een grasveld. De actuele gebruikswaarde is dus beperkt. Ook de beeld- en belevingswaarde is beperkt: desolate asfalt-, grint- en grasvlaktes met enig “schaamgroen”. Op ruimere schaal vormen de omringende infrastructuren (E40, spoorweg, ringvaart/R4) belangrijke visuele barrières.
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
207 van 231 november 2010
In het projectgebied en directe omgeving is geen bewoning aanwezig. De meest nabije bewoning komt voor in de Poortakkerstraat en vooral in de wijk Maalte langs de N43. T.g.v. het verkeer op de E40, R4, N43, B402 en de spoorweg is de actuele geluids- en luchtkwaliteit in de omgeving beperkt (al wordt het geluid van de E40 wel in belangrijke mate gemilderd door de aanwezige geluidsschermen). Geplande toestand en effecten De gebruikswaarde van het projectgebied zal enorm toenemen. In de plaats van de huidige onderbenutte terreinen komt 125.000 m² bvo met grootschalige stedelijke functies, die ca. 3000 arbeidsplaatsen zullen genereren. Het project past binnen het totaalprogramma voor The Loop en kan een sterke trekker zijn voor de invulling van de andere velden. Ook de beeld- en belevingswaarde zal er sterk op vooruitgaan. Het geplande complex zal door zijn omvang zeer imposant zijn en door veel afwisseling in bouwvolumes en –hoogtes minder “doosachtig” dan de bestaande expohal of IKEA. Door zijn verheven positie fungeert het dek als uitkijk, o.a. over de Pégoudlaan die er onderdoor loopt. Door onregelmatig gevormde “plaza’s” en gebogen “straten” wordt de impressie van een organisch gegroeid stadsweefsel gewekt. Een mogelijk knelpunt is de aanlooproute tussen de tramhalte en de hoofdtoegang van veld 12 aan de NO zijde, die via een relatief smalle helling langs een gesloten wand verloopt en boven de toegang van Flanders Expo uitsteekt. Wellicht is een bredere toegangsweg op maaiveldniveau naar Flanders Expo en de monumentale trap naar het dek van veld 12 meer aangewezen (buiten het projectgebied). Een windstudie heeft uitgewezen dat het algemeen windklimaat gunstig is, maar dat lokaal een slechter windklimaat kan optreden rond de kantoortorens en aan de oostzijde van City Room East. Bij het verder ontwerp dient een windhinderdeskundige betrokken te worden. Door diskrete lichtreclame e.d. moet lichthinder beperkt worden, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteiten van de site als zichtlocatie. Door de beperkte huidige beeldkwaliteit en de visuele afscherming door infrastructuren, zal de visuele impact van de aanlegfase beperkt zijn. Bij de realisatie van het project moeten geen woningen verdwijnen. De grote verkeersstroom die door het project gegenereerd wordt, zal voor bijkomende geluidshinder en luchtverontreiniging zorgen. Maar de wegsegmenten waar de impact het grootst is (B402, Ringweg), hebben geen of nauwelijks bewoning (m.u.v. het geplande WINGS-project). Op de enige dicht bebouwde as, de Kortrijksesteenweg, zal de verkeerstoename beperkt blijven. De hinder tijdens de werken zal beperkt zijn mits het toepassen van BBT en het volgen van de (niet bebouwde) werfroutes. Ontwikkelingsscenario’s De verkeersgeneratie van The Loop als geheel, in combinatie met de andere ontwikkelingsscenario’s (vooral Gent-Sint-Pieters), is uiteraard nog veel groter dan die van enkel veld 12. Maar ook hier geldt dat de wegsegmenten waarop belangrijke toenames van de geluids- en luchtemissies verwacht worden, vrijwel onbewoond zijn, en dat de verkeerstoename op de Kortrijksesteenweg klein is, zodat de toename van het hinderniveau globaal beperkt blijft. Door het verschuiven van verkeer van de E40 O naar de R4 (cfr. realisatie “missing link”) blijven ook t.h.v. de wijken rond de E40 de effecten relatief beperkt.
7.4
Eindconclusie monitoring
en
voorgestelde
maatregelen/
Er kan geconcludeerd worden dat de milieueffecten van het project op veld 12 van The Loop voor de meeste disciplines, mits het toepassen van BBT, het respecteren van de wetgeving terzake (Vlarem II, Vlarebo, Vlarea, Hemelwaterbesluit,…) het in rekening brengen van de voorgestelde aandachtspunten (eventueel in vervolgonderzoek) en het uitvoeren van archeologisch vooronderzoek en vervolgonderzoek op veld 12 oost, zeer beperkt kunnen blijven. Op het vlak van gebruiks-waarde, perceptie en belevingswaarde betekent het project zelfs een sterke verbetering t.o.v. de huidige toestand. De negatieve effecten situeren zich op het vlak van verkeer. Opdat de verkeersgeneratie van het project
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
208 van 231 november 2010
niet zou leiden tot een oververzadiging van de reeds zwaar belaste E40 tussen de B402 en de E17, lijkt een vierde rijstrook op dit weg-segment en/of de sluiting van de R4-zuid (wegwerken “missing link”) noodzakelijk. Dit geldt a fortiori bij de invulling van de rest van The Loop en de realisatie van de andere ontwikke-lingsscenario’s in de omgeving (vooral Gent-Sint-Pieters). In navolgende tabel volgt een beknopt overzicht van de effecten met bijhorende maatregelen en voorstellen tot monitoring. In de laatste kolom is weergegeven hoe zwaar het resterend effect doorweegt. Er wordt de aandacht op gevestigd dat in de beschrijving van milderende binnen de verschillende disciplines, er een onderscheid is gemaakt tussen maatregelen als flankerend beleid, maatregelen die rechtstreeks inwerken op het project (eventueel mee te nemen in de inrichtingsstudie) dat wordt ingediend als vergunningsaanvraag, en maatregelen die van belang zijn voor de verdere besluitvorming of nader onderzoek (eventueel monitoring).
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
209 van 231 november 2010
Tabel 7-3 : Beoordeling van de effecten van het project + beoordeling van de resterende effecten na implementatie van maatregelen Aspect
Mens-verkeer Verkeers-doorstroming
Parkeren Openbaar vervoer Verkeersveiligheid en leefbaarheid Aanlegfase
Geluid & trillingen Exploitatiefase
Aanlegfase
Lucht Emissies gebouwen
Effecten
Beoordeling effect
Toename verkeer op E40 (vooral richting Brussel) Toename verkeer op R4, B402 en Ringweg The Loop Te weinig parkeerplaatsen op piekmomenten Flanders Expo
-2/-3
Doorstroming OK (ongelijkvloerse kruising tramlus), OV-net uitgebreid (doortrekken tramlus, omleiding buslijnen) Netwerk zwakke weggebruikers maximaal gescheiden van autoverkeer Tijdelijk verlies aan parkeercapaciteit
+1
Monitoring
de
Beoordeling resterend effect
4 rijstrook op E40 en/of sluiten R4-zuid vóór exploitatie project (flankerend beleid)
0/-1
Efficiënt parkeermanagementsysteem (ev. extra pp buiten The Loop) (projectvergunningsniveau)
-1
Nader bekijken fietsrelatie met binnenstad (voorstudiefase) Fasering werken (aanlegfase)
0
0/-1 -2
0/-1 -2 (T)
Werfverkeer verwaarloosbaar t.o.v. algemene verkeersstroom
0 (T)
Verkeersgeluid t.g.v. de activiteiten in veld 12
0/-1
Geluidsbronnen gebouwencomplex in veld 12
0/-1
Geluid machines en werfverkeer
-1 (T)
Trillingen
0 (T)
Emissies ventilatie parkeergarages
-1
Emissies gebouwenverwarming
0
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
Maatregelen en aandachtspunten
-1
Er worden een aantal aspecten aanbevolen rond de werffase (aanlegfase) Studie tot noodzaak verlenging geluidswal na exploitatie Evaluatie en indien nodig bijsturing (locatie technische installaties e.d. Aandachtspunten in werffase: o.a. gebruik geluidsarme machines, afscherming bronnen (aanlegfase)
210 van 231 november 2010
0 0/-1 (T)
Monitoring en indien nodig acties Bouwconcept met aandacht voor beperkte koeling in zomer; goede isolatie; gebruik van hernieuwbare bronnen voor energievoorziening, vb. zonne-energie (zonneboilers); gebruik van aardgas als allternatief voor stookolie; Verwarmingsinstallatie met hoge rendementsketels / condensatieketels die
0/-1
0
Aspect
Verkeersemissies
Aanlegfase
Bodem en grondwater Bodemgesteld-heid
Effecten
Beoordeling effect
Emissie van NO2
-1
Emissie van PM10 en PM2,5
-1
Emissies en stof- en geurhinder van machines en werfverkeer
-1 (T)
Maatregelen en aandachtspunten
nog een aanzienlijk hoger rendement halen, voorzien van (ultra) lage NOx branders (project-uitwerking) Beperken verkeer en stimuleren fiets/voetgangers (beheersfase). De meeste milderende maatregelen die mogelijk zijn, zijn nauwelijks rechtstreeks te koppelen aan de realisatie van het project zelf. Hiertoe zijn eerder acties van diverse overheden noodzakelijk. Voorbeeld: beperken snelheid E40 (tot 80km/h) (flankerend beleid) Aandachtspunten hierboven. Groenbeplanting, aanplanten die doorwaadbaar zijn voor wind, snelheidsharmonisatie,…Aandacht voor wegbedekking (project-uitwerking) aangepaste werfinrichting en beheer zoals Monitoring stof tijdens BBT, afdekken/besproeien van grondopslag aanlegfase (aanlegfase)
Verstoring bodemstructuur door vergraving
0
Mits toepassen VLAREBO en VLAREA (aanlegfase)
Grondverzet
afvoer van uitgegraven grond en afbraakmateriaal (weinig lokaal hergebruik mogelijk)
0
Grondwaterpeil en stromingen
Ondergrondse parking(s) barrière voor grondwaterstroming Invloedsstraal bemaling beperkt (max 38 m), blijft binnen projectgebied Verontreinigingen tijdens werken
0/-1
Mits toepassen VLAREBO en VLAREA Opnemen in bestek: uitsluiten grondverzet langs Poortakkerstraat of de verbinding met de Kortrijksesteenweg. Streven naar zoveel mogelijk hergebruik in nabije infrastructuurprojecten. (aanlegfase) Zie verder water
0 (T)
Mits toepassen Vlarem (aanlegfase)
Grondwaterkwaliteit
Oppervlaktewater Afwaterings-structuur
0/-1 (T)
Verontreinigingen tijdens exploitatie (wegenis)
0
Volledig gescheiden riolering, enkel afvoer van regenwater naar Ringvaart, geen invloed op huidige afwateringsstructuur
0
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
Monitoring
Toepassen VLAREBO Uitwerken milieuzorgsysteem en aanstellen werfverantwoordelijke (aanlegfase)
211 van 231 november 2010
Monitoring van acties opgenomen in het milieuzorg-systeem
Beoordeling resterend effect
-1/0 (T)
0 (T)
Aspect
Effecten
Oppervlaktewaterkwantiteit
Grote verharde oppervlakte (2/3 projectgebied) maar voldoende buffercapaciteit voorzien cfr. Hemelwaterbesluit > verbetering huidige toestand (verharding zonder buffering) Grote oppervlakte groendaken en groenzones op dek (27% van dak- en dekoppervlakte) Maximaal hergebruik van hemelwater voorzien
Oppervlaktewaterkwaliteit
Verontreingingen door dooizout, olie,… op wegenis
-1
Afvalwaterhoeveelheid (max. ca 1350 IE/dag) geen probleem voor capaciteit RWZI Gent (207.000 IE) lozing bemalingswater > debiet geen probleem voor capaciteit Ringvaart
0
Fauna en flora Biotoopverlies
Verstoring
Beoordeling effect +1/+2
0 (T)
Geen biologisch waardevolle vegetatie aanwezig
0
Geen verstoring vegetatie door bemaling Geen bijkomende verstoring (avi)fauna door project
0 (T) 0
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
Maatregelen en aandachtspunten
Monitoring
Tankinhoud hemelwaterputten minimaal 2800 m³ cfr. Bouwreglement Stad Gent Aandacht voor de aanleg van verharding in waterdoorlatend materiaal t.b.v. infiltratie of het hemelwater laten afvloeien naar onverharde zones. Bij de verdere uitwerking van de plannen dienen de oppervlaktes voorzien voor buffering en de aanlegaspecten (her)bekeken te worden. Het technisch ontwerp voor hemelwateropvang en gebruik wordt zo uitgewerkt dat er door de opvang/buffering in de kelder geen verlies is aan het voorziene aantal parkeerplaatsen. Het groendak dient (conform de code) een buffercapaciteit van 50l/m² te bezitten (project-uitwerking) plaatsing gecombineerde olie- en slibvang vóór buffervoorziening (project-uitwerking) Het hemelwater afkomstig van het groendak dient gefilterd te worden vooraleer hergebruik mogelijk is (project-uitwerking)
Regelmatige analyse bemalingswater (aanlegfase)
Maximaal “herbruiken” van bestaande bomen. In overleg met de stad Gent dient geschikte beplanting in vides en op overige plaatsen te worden bekeken. In overleg ecologisch verantwoorde groendaken aanleggen. (project-uitwerking) Enkele algemene aandachtspunten: Natuurtechnisch uitvoeren van het bermbeheer: aangepast maaibeheer en het verbod op het gebruik van biociden. Aandacht voor milieuverantwoord productgebruik bij aanleg & onder-houd
212 van 231 november 2010
Beoordeling resterend effect
0
Monitoring van acties opgenomen in het milieuzorg-systeem
0 (T)
0/+1
Aspect
Effecten
Beoordeling effect
Maatregelen en aandachtspunten
Monitoring
Beoordeling resterend effect
groen, meubilair: o.a. gebruik van houtsnippers en compost, FSC-hout (eventueel opleggen in bestekken / voorwaarden), puin met Copro-keuring. Aanplant en inzaai van zones gebeurt bij voorkeur met streekeigen materiaal. (beheersfase en project-uitwerking) Landsch. erfg & arch. Landschappelijke structuren en perceptieve kenm. Erfgoedwaarde
Mens-ruimt. aspecten Gebruikswaarde Beeld- en belevingswaarde
Vervanging laagwaardige parkings, grasvelden en restruimtes door nieuw, markant stedenbouwkundig geheel Visuele impact beperkt door omringende barrières Quasi zekere aantasting archeologisch patrimonium (cfr. talrijke vondsten in directe omgeving) Geen beschermd of waardevol bouwkundig of landschappelijk erfgoed in projectgebied of directe omgeving
+2/+3
Vervanging onderbenutte terreinen door project met zeer hoge gebruikswaarde en –intensiteit (b.v. ca. 3000 arbeidsplaatsen) Vervanging kwaliteitsarme “lege” ruimtes door imposant en kwaliteitsvol stedenbouwkundig geheel
+3
-3
+3 +1
Lokaal ongunstig windklimaat rond kantoortorens en aan City Room East
-1/-2
Beperkte lichthinder (cfr. ingesloten ligging, bestaande lichthinder door E40) Beperkte visuele hinder tijdens aanlegfase (machines, grondopslag,…) Beperkte geluids-, stof- en geurhinder tijdens aanlegfase (weinig bewoning nabij projectgebied
0/-1
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
-2
Eventueel herinrichting aanlooproute (buiten het projectgebied) van tramhalte naar toegang veld 12 en Flanders Expo Het creëren van een veiligheidsgevoel in de parkeervoorzieningen in de gebouwen zal de nodige aandacht dienen te krijgen in het concept en de inrichting ervan. (projectuitwerking)
+3
0
Verhoging sociale veiligheid dankzij de mix van functies (dag-avond-nacht).
Leefbaarheid en woonkwaliteit
Archeologisch vooronderzoek bij uitgravingen (reeds gepland) (aanlegfase)
+1
Ondersteuning door windhinderdeskundige bij uitwerking definitief ontwerp
0/-1
Sobere en functionele (licht)reclame (beheersfase)
0
BBT, zie disciplines geluid en lucht Werfroutes worden vastgelegd in het
-1/0
0/-1 (T) -1
213 van 231 november 2010
Aspect
Effecten
Beoordeling effect
of langs werfroutes)
Beperkte bijkomende geluidshinder en luchtveronreiniging t.g.v. verkeer gegenereerd door project Geen woningen te onteigenen, verlies aan landbouwwaarde verwaarloosbaar
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
-1
Maatregelen en aandachtspunten
bestek. Poortakkerstraat en andere woonstraten worden uitgesloten als mogelijke werfroute. Aanbevelingen minder-hinderplan (aanlegfase) Zie betreffende disciplines geluid en lucht
0
214 van 231 november 2010
Monitoring
Beoordeling resterend effect
8
Verklarende woordenlijst en afkortingen
Alternatief
Een andere keuzemogelijkheid, beantwoordend aan de doelstelling van het project, omvattende: realisatie-, lokatie- en uitvoeringsalternatief
BBT
Best Beschikbare Techniek
Bemaling
Afpomping van water om het grondwaterniveau plaatselijk te verlagen zodat werken in droge grond kunnen uitgevoerd worden
Bodemprofiel
Verticale bodemdoorsnede waarin de opbouw en de ontwikkeling van de bodem waarneembaar is
Bodemverdichting
Samenpersen en dichter maken van de bodem
BPA
Bijzonder Plan van Aanleg
BS
Belgisch Staatsblad
Bruto-vloeroppervlakte (bvo)
is de som van aan de buitenzijde gemeten vloeroppervlakte van alle vloerniveaus van de binnenruimten van het gebouw. Oppervlakten van trappen, liften, sanitaire voorzieningen, opslagruimten en dergelijke moeten ook op elk vloerniveau tot de bruto-vloeroppervlakte worden gerekend. De oppervlakte van zolders wordt als bruto-vloeroppervlakte mee in rekening gebracht op voorwaarde dat ze als een functionele bouwlaag kunnen worden aangewend. (Half)ondergrondse parkings, bovengrondse parkeergebouwen, technische verdiepen, overdekte publieke ruimte (zoals galerij, atrium, patio…) evenals laad- en losplatforms komen RUPtechnisch gezien niet in aanmerking voor deze berekening (bron: RUP SDW-5 Handelsbeurs).
CO/CO2
Koolstofmonoxide/koolstofdioxide
Detailhandel of retail
Detailhandel of retail site The Loop: detailhandel met een bovenlokale invloedsfeer waarin minstens 60% van de bruto beschikbare verkoopsvloeroppervlakte gebruikt wordt voor handelszaken met een minimale commerciële oppervlakte van 6.000m² voor de dagelijkse sector en 12.000m² voor niet dagelijkse sector. De detailhandelsfuncties zijn complementair aan de detailhandel van de binnenstad. Dit betekent dat het hier vooral om functies zal moeten gaan die omwille van hun omvang of bereikbaarheidsprofiel niet in de binnenstad kunnen gelokaliseerd worden. Definitie geldt enkel binnen zone voor projectontwikkeling volgens het RUP.
Discipline
Milieu-aspect dat in het kader van milieu-effectrapportage onderzocht wordt, door de regelgeving vastgelegd als de disciplines 'mens', 'fauna en flora', 'bodem', 'water', 'lucht', 'licht, warmte en straling', 'geluid en trillingen', 'klimaat', monumenten en landschappen en materiële goederen'
Emissie
Uitstoot van stoffen in de omgevingslucht
Geplande situatie
Toestand van het studiegebied tijdens en na de uitvoering van het project
Grondwaterkwetsbaarheid
De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op verontreiniging van het grondwater in de bovenste watervoerende laag aangeeft (bron: dov)
Handelsbeurs Flanders Expo
De bestaande beurshallen (gebouwen en/of parkings) op site The Loop, ten noorden van het projectgebied
IFDM-model
Immissie Frequentie Distributie Model. Het IFDM-model wordt gebruikt om de impact van een nieuwe bron, of van een voorgestelde sanering van een bestaande bron, op de luchtkwaliteit in een gebied te evalueren.
Immissie
De wijziging van de aanwezigheid van verontreinigingsfactoren in atmosfeer, bodem of water rond één of meer bronnen van verontreiniging ten gevolge van emissie uit deze bron(nen)
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
215 van 231 november 2010
Ingreep-effectenschema
Schema of netwerk dat de relatie tussen de ingrepen van een activiteit en de directe en indirecte effecten in en tussen de disciplines weergeeft
Integraal waterbeleid
Het beleid gericht op het gecoördineerd en geïntegreerd ontwikkelen, beheren en herstellen van watersystemen met het oog op het bereiken van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van dit watersysteem als zodanig, en met het oog op het multifunctionele gebruik, waarbij de behoeften van de huidige en komende generaties in rekening wordt gebracht
Kantoren
Kantoren worden gedefinieerd als gebouwen waar men in het algemeen bureauwerkzaamheden verricht
Kantoorachtigen
Kantoorachtigen zijn gebouwen met het uitzicht van kantoren, waarin ondernemingen gevestigd zijn die in hoofdzaak andere dan bureauwerkzaamheden verrichten.
Kortverblijfwonen
(= shortstay wonen in het masterplan/project): hotels, apparthotels als hoofdbestemming eventueel in combinatie met nevenbestemmingen zoals congres- en vergaderruimten e.d.m.
Leisure of vrijetijdsbesteding
Leisure of recreatie site The Loop: bedoeld worden hier recreatieactivteiten met een bovenlokale invloedssfeer zoals sport, fitness, dancing, bioskoop en reca, in het masterplan ook “leisure” genoemd. Het gaat om functies met een bovenlokale invloedssfeer. Definitie geldt enkel binnen zone voor projectontwikkeling.
MB
Ministerieel besluit
m.e.r.
Milieueffectrapportage (het proces): de procedure die al dan niet leidt tot het opstellen en goedkeuren van een milieueffectrapport over een voorgenomen actie en in voorkomend geval tot het gebruik ervan als hulpmiddel bij de besluitvorming omtrent deze actie (bron: mer-decreet van 18/12/2002)
MER-deskundige
Natuurlijke of rechtspersonen door de Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu als deskundige voor het opstellen van een milieu-effectrapport in een of meerdere disciplines 'mens', 'fauna en flora', 'bodem', 'water', 'lucht', 'licht, warmte en straling', 'geluid en trillingen', 'klimaat' en 'monumenten en landschappen en materiële goederen in het algemeen'
m-mv
Meter onder het maaiveld
MOBER
Mobiliteitseffectenrapport
Ontwikkelingsscenario
Beschrijft de evolutie van het studiegebied in de toekomst, rekening houdend met de autonome evolutie van het gebied en met de evolutie onder invloed van plannen en beleidsopties
NOx
Stikstofoxiden
PAE/U
PersonenAutoEquivalenten per uur = eenheid voor verkeersintensiteiten waarbij PW + 2,5 x VW = aantal PAE/u, met PW = aantal personenwagens per uur en VW = aantal vrachtwagens per uur.
Parkeermanagement
organisatie en beheer van de parkeervoorzieningen in een gebied met de bedoeling van een in ruimte en tijd zo efficient mogelijk parkeeraanbod te voorzien.
plan
of programma. Een document waarin beleidsvoornemens, beleidsontwikkelingen of grootschalige overheids-, particuliere of gemengde activiteiten worden aangekondigd en dat wordt opgemaakt en vastgesteld, gewijzigd of herzien op initiatief of onder toezicht van het Vlaamse Gewest, de provincies, de intercommunales en/of de gemeenten, en/of van de federale overheid of waarvoor medefinanciering voorzien is door de Europese Gemeenschap of door het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap in het kader van de internationale samenwerking, voorzover het voorgenomen plan of programma aanzienlijke milieu- of veiligheidseffecten kan hebben op het grondgebied van het Vlaamse Gewest;
plan-MER
Milieueffectrapport over een plan of programma: een openbaar document waarin, van een voorgenomen plan of programma en van de redelijkerwijze in
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
216 van 231 november 2010
beschouwing te nemen alternatieven, de te verwachten gevolgen voor mens en milieu in hun onderlinge samenhang op een systematische en wetenschappelijk verantwoorde wijze worden geanalyseerd en geëvalueerd, en aangegeven wordt op welke wijze de aanzienlijke milieueffecten vermeden, beperkt, verholpen of gecompenseerd kunnen worden (bron: mer-decreet van 18/12/2002) PM2,5
Uiterst fijn stof met aerodynamische diameter van minder dan 2,5 µm
PM10
Fijn stof met aerodynamische diameter van minder dan 10 µm
project
Een voorgenomen vergunningsplichtige activiteit of een vergunningsplichtige activiteit die moet worden hervergund bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de lopende vergunning; of een voorgenomen activiteit met negatieve gevolgen voor het milieu die wordt meegefinancierd door het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap in het kader van de internationale samenwerking.
project-MER
Milieueffectrapport over een project: een openbaar document waarin, van een voorgenomen project en van de redelijkerwijze in beschouwing te nemen alternatieven, de te verwachten gevolgen voor mens en milieu in hun onderlinge samenhang op een systematische en wetenschappelijk verantwoorde wijze worden geanalyseerd en geëvalueerd, en aangegeven wordt op welke wijze de aanzienlijke milieueffecten vermeden, beperkt, verholpen of gecompenseerd kunnen worden (bron: mer-decreet van 18/12/2002).
P&R voorzieningen
P&R of P+R betekent Park and Ride (parkeer en reis) en duidt een parkeervoorziening bij een halte of station aan die bedoeld is voor automobilisten die vervolgens met het openbaar vervoer verder reizen. Ook in de buurt van opritten van autosnelwegen worden parkings aangelegd waar automobilisten kunnen overstappen op het openbaar vervoer of carpool reizen.
Referentiesituatie
De toestand van het studiegebied, waarnaar gerefereerd wordt in functie van de effectvoorspelling, omvattende : de huidige, gewijzigde en de wenselijke situatie
Relict
Een relict is een overblijfsel uit vroegere tijd dat nog getuigt van de toestand die toenmaals was. Met betrekking tot landschappen kunnen relicten zeer divers in aard zijn en getuigen in vele gevallen van een wordingsgeschiedenis. In wezen zijn dit punt-, lijn- en vlakvormige relicten
Remediërende maatregel
Maatregelen die voorgesteld worden om nadelige milieu-effecten van het project te vermijden, te beperken en zoveel mogelijk te verhelpen
Retail of detailhandel
Retail of detailhandel site The Loop: detailhandel met een bovenlokale invloedsfeer waarin minstens 60% van de bruto beschikbare verkoopsvloeroppervlakte gebruikt wordt voor handelszaken met een minimale commerciële oppervlakte van 6.000m² voor de dagelijkse sector en 12.000m² voor niet dagelijkse sector. De detailhandelsfuncties zijn complementair aan de detailhandel van de binnenstad. Dit betekent dat het hier vooral om functies zal moeten gaan die omwille van hun omvang of bereikbaarheidsprofiel niet in de binnenstad kunnen gelokaliseerd worden. Definitie geldt enkel binnen zone voor projectontwikkeling volgens het RUP.
Rooien
Het verwijderen van bomen en houtachtige gewassen met inbegrip van hun wortelstelsel
RSV
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
RUP
Ruimtelijk Uitvoeringsplan
Shortstay
(= kortverblijfwonen volgens het RUP): hotels, apparthotels als hoofdbestemming eventueel in combinatie met nevenbestemmingen zoals congres- en vergaderruimten e.d.m.
Sondering
Een sondering is een proef waarbij een reeks sondeerbuizen, onderaan voorzien van een sondeerpunt, langzaam en gelijkmatig in de grond wordt gedrukt en waarbij met bepaalde diepte- of tijds-intervallen, de conusweerstand, de plaatselijke wrijvingsweerstand en/of de totale indringingsweerstand worden gemeten. Met de elektrische conus kan ook de waterspanning in de grond rond de conus worden vastgesteld. De statische discontinue sondering wordt uitgevoerd met de mechanische conus (CPT-M) en de statische continue sondering wordt uitgevoerd met de elektrische conus (CPT-E of piëzoconus
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
217 van 231 november 2010
(CPT-U) (bron: dov) Studiegebied
Het gebied dat bestudeerd wordt in functie van het vaststellen van de milieueffecten en afhankelijk is van de invloedssfeer van de milieu-effecten
TAW
Tweede Algemene Waterpassing (referentieniveau voor de hoogtebepaling)
UFP
Ultra fijn stof
VRI
VerkeersRegelInstallatie = lichtengeregeld kruispunt
Watertoets
Met de “watertoets” gaat de overheid na of een ingreep schade kan veroorzaken aan het watersysteem. Het watersysteem is het geheel van alle oppervlaktewater (gaande van water dat een helling afstroomt tot de rivieren), het grondwater en de natuur die daarbij hoort
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
218 van 231 november 2010
9
Elementen voor het uitvoeren van de watertoets Voor de invulling van de watertoets wordt verwezen naar de beschrijving van de verschillende deeleffecten onder de disciplines ‘Bodem en grondwater’, ‘Oppervlaktewater’ en ‘Fauna en flora’. Deze worden in dit samenvattend hoofdstuk nog eens opgesomd in overeenstemming met de beoordelingsschema’s van het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets (20 juli 2006).
1. Project behelst het verkavelen van een stuk grond, het oprichten van een constructie, al dan niet gedeeltelijk of volledig ondergronds, of het aanleggen van een verharding.
Gewijzigd overstromingsregime, gewijzigde afstromingshoeveelheid en gewijzigde infiltratie naar het grondwater. Voor de duidelijkheid wordt de samenhang van de geplande voorzieningen hierna schematisch weergegeven:
Het projectgebied heeft een totale oppervlakte van ca.10 ha waarvan er ca. 6,3 ha verhard zal zijn (dit is exclusief de ca. 2,1 ha groendaken en groenzones op het dek). Door de hoge verhardingsgraad zal de infiltratie van het hemelwater beperkt zijn en ontstaat er een versnelde afvoer van het hemelwater. Het projectgebied zelf is niet overstromingsgevoelig, maar in de omgeving bevinden zich meerdere (mogelijk) overstromingsgevoelige gebieden, als gevolg van de ligging in de alluviale vlakte van de Leie in combinatie met barrières (E40, spoorweg) die een natuurlijke afvoer belemmeren. Volgens de watertoetskaarten is de
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
219 van 231 november 2010
ondergrond van het gebied infiltratiegevoelig (zandige bodem) en is het grondwater zeer kwetsbaar en matig grondwaterstromingsgevoelig. Ter beperking van het overstromingsrisico dienen er infiltratie- en buffervoorzieningen aangelegd te worden. Volgens de huidige plannen zullen er 3 bufferbekkens aangelegd worden met een totale oppervlakte van ca. 2500 m². Volgens de criteria van het Algemeen Bouwreglement en voorschriften van de stad Gent moet 3348 m³ buffervolume voorzien worden. Het aanleggen van bekkens als infiltratiebekken zal waarschijnlijk niet haalbaar zijn rekening houdend met de relatief hoge grondwaterstand en de benodigde volumes. Om een volume van 3348m³ te bufferen dienen de bufferbekkens aangelegd te worden met een nuttige diepte van 1,34m. Dit betekent dat de bekkens met de hierboven beschreven oppervlakte een uiteindelijke diepte van minstens ca. 1,5m dienen te hebben. De diepte schommelt of overschrijdt de grondwaterstand waardoor twee scenario’s mogelijk zijn: •
de aanleg in ondoordringbare materialen.
•
verruiming van de oppervlakte voorzien voor buffering in de plannen bij het uitvoeren van de vijvers in doorlaatbaar materiaal, rekening houdend met het volume ingenomen door grondwater en de beoogde nuttige diepte.
Volgens de laatste afspraken met de brandweer, zou er bluswater worden opgevangen in de vijvers (1500m³ in veld 12 oost en 500m³ in veld 12 west.). Dit betekent uiteraard dat de vijvers met dit volume dienen te worden vergroot, daar het water ook permanent beschikbaar moet zijn: •
rekening houdend met de vooropgestelde oppervlakte betekent dit in veld 12 oost een bijkomende meter nuttige diepte en in veld 12 west een bijkomende diepte van ca. 0,55m. In beide gevallen een behoorlijk verschil. Waarschijnlijk zal een verruiming van de oppervlakte voor buffering voorzien in de plannen moeten worden uitgebreid, of zal alleszins een waterdichte uitvoering nodig zijn waardoor er geen ruimte wordt ‘ingenomen’ door grondwater.
De Vlaamse Milieumaatschappij geeft nog het volgende advies omtrent bovenstaande: “De bekkens kunnen zonder problemen dieper kunnen uitgegraven worden tot in het grondwater, mits het aangesloten hemelwater geen verontreinigingen bevat, zodanig dat dit onderste volume gevuld met grondwater steeds beschikbaar is als bluswater. Het deel boven het grondwaterniveau kan dan in rekening worden gebracht als infiltratievolume, zodanig dat nog steeds infiltratiebekkens worden voorzien zoals gesteld. Het is correct dat enkel het volume boven het grondwaterniveau als effectief buffervolume kan meegeteld worden, daarom dienen bij een te hoge grondwaterstand de bekkens dan ook uitgebreid te worden zoals weergegeven in het voorliggende MER. Indien de grondwaterpeilen sterk schommelen en de hoeveelheid bluswater gegarandeerd moet worden, kan eventueel het onderste deel van het bekken waterondoorlatend worden uitgevoerd. Naar infiltratie vormt dit geen probleem aangezien de bodem van infiltratievoorzieningen meestal relatief snel dichtslibt en de infiltratie hoofdzakelijk gebeurt via de wanden. Het infiltrerend houden van de wanden dient dan wel als belangrijke randvoorwaarde opgenomen te worden.” Ook is ten aanzien van invloed op grondwaterstromen vastgesteld dat er (weliswaar beperkte) opbolling van grondwater mogelijk is in de oostelijk gelegen buffervijver. Hiermee rekening houdend zal de buffervoorziening een veiligheidsmarge kunnen incalculeren wanneer er wordt gewerkt met een niet-waterdichte bodem. Omdat een groot deel van het projectgebied momenteel reeds verhard is, maar zonder buffervoorzieningen, is er een verbetering van de waterhuishouding te verwachten wanneer wordt voldaan aan de reglementering. Gezien de overstromingsproblematiek in het noorden van de site, kan dit uiteraard enkel aangemoedigd worden.
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
220 van 231 november 2010
Een aanzienlijk deel van het opgevangen hemelwater zal herbruikt worden voor sanitair, wasmachines, besproeiing,… Het niet herbruikt hemelwater zal via overloop in het bufferbekken/vijver terechtkomen. Een uitvoering met infiltratie zal waarschijnlijk niet haalbaar zijn. De vertraagde afvoer van het bekken naar de Ringvaart geeft nog mogelijkheid tot infiltratie. Het afgevoerd watervolume en -debiet is verwaarloosbaar t.o.v. de zeer grote capaciteit van dit kanaal. Aangezien in de huidige toestand ook al een groot deel van het projectgebied verhard is (parkings Flanders Expo en wegenis B402), terwijl er geen buffervoorzieningen zijn, zal de afwateringstoestand in de nabije omgeving verbeteren, ondanks het project. Mogelijkerwijs zal daardoor ook de overstromingsgevoeligheid in het noorden van site The Loop verminderen. Gewijzigd grondwaterstromingspatroon Het project voorziet in ondergrondse parkings met een totale oppervlakte van ca. 4,7 ha en een diepte van 3,2 m à 5m. Deze ondergrondse constructies vormen een barrière voor de grond-waterstroming, die OZO-WNW gericht is (naar de Leie toe). Het grondwater kan wel nog wegstromen langs de noordzijde (lengterichting) van het projectgebied, en onder de parkings door. Maar langs de lange oostzijde van de grote parkeergarage, die aansluit op de bestaande parking van IKEA, kan toch enige beperkte opbolling van de grondwatertafel optreden. Maar aangezien aan deze zijde enkel een bufferbekken voorzien wordt – waarin bij de dimensionering rekening mee kan worden gehouden - stelt dit geen problemen. De invloedssfeer van de tijdelijke bemaling bij het uitgraven van de bouwputten bedraagt maximaal resp. 38 en 26 m (en 28m in het alternatief scenario), waardoor er geen significante wijziging van het grondwaterstromingspatroon te verwachten is. 2. Project behelst de opslag van, het storten van bodemvreemd materiaal of de wijziging van vegetatie.
Opslag en storten van bodemvreemd materiaal Het project behelst enkel het uitgraven en afvoeren van grond; er wordt in principe geen grond of stortmateriaal van elders aangevoerd. Indien dit toch het geval zou zijn, geldt dat de VLAREBO-regelgeving strikt moet opgevolgd worden, teneinde risico op verontreiniging van grondwater te vermijden. Wijziging van vegetatie Het grootste deel van het projectgebied is verhard en vegetatieloos. De westelijke 3 ha bestaan uit grasland, en voorts komen er bomen en struiken langs de Pégoudlaan en op de parkings. Deze vegetatie zal worden verwijderd, maar in de plaats komen nieuwe groenzones en beplanting. De infiltratieoppervlakte zal slechts in geringe mate verminderen en er worden – in tegenstelling tot de huidige toestand – een aantal bufferbekkens voorzien. Het overstromingsrisico in de omgeving zal dus zeker niet verhogen. Het projectgebied bevindt zich in niet erosiegevoelig gebied, waardoor geen sediment- en modderstromen verwacht worden. 3. Project behelst een reliëfwijziging.
Het projectgebied is een quasi vlak, zeer lichtjes naar het NW afhellend gebied (ca. 2 m hoogteverschil tussen O en W). Het project voorziet – naast de uitgravingen i.f.v. de gebouwen – enkele beperkte reliëfswijzigingen, o.a. het uitgraven van de bufferbekkens en de aanleg van een talud aan de NO-zijde van het complex (hellend vlak vanaf de tramhalte).
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
221 van 231 november 2010
4. Project behelst het aanleggen van een buffer- of infiltratievoorziening voor de opvang van oppervlakte- of hemelwater.
Het project kan voorzien in voldoende buffering voor de opvang van hemelwater (zie hoger). Het neerslagwater dat terechtkomt op de parkings en wegenis kan echter in contact komen met dooizouten en met verontreinigende stoffen afkomstig van de voertuigen, zoals minerale olie, PAK’s (polycyclische aromatische koolwaterstoffen), Cu, Zn, … Ter voorkoming van verontreiniging van het grondwater (bij infiltratie) en het oppervlaktewater (bij vertraagde afvoer) wordt er bij de maatregelen aangeraden om een gecombineerde slib- en olievanger te plaatsen vóór de buffervoorzieningen. Er wordt ook op gewezen dat deze slib- en olievanger geregeld gecontroleerd moet worden en, indien nodig, geruimd moet worden. 5. Project behelst een lozing op het rioleringsstelsel, het oppervlaktewater of het grondwater.
Lozing van bemalingswater op oppervlaktewater Uit bodemonderzoeken op aanpalende percelen blijkt dat in de ondergrond van The Loop licht verhoogde concentraties voorkomen van minerale oliën en bepaalde zware metalen, vnl. als gevolg van de vroegere vliegveldactiviteiten. Deze verontreinigingen worden evenwel niet als problematisch beschouwd en het risico op verspreiding ervan is beperkt. Afhankelijk van de doorlaatbaarheidscoëfficiënt bedraagt het opgepompt debiet maximaal 8000l/u voor de grootste bouwput. Bij retourbemaling is er in principe geen invloed te verwachten op oppervlaktewater. Gezien de relatief hoge grondwaterstand wordt verwacht dat retourbemaling mogelijks niet technisch haalbaar zou blijken. In dit geval kan het opgepompt debiet via de tegen dan aangelegde RWA-riolering afgevoerd worden naar de Ringvaart. Een dergelijk debiet is verwaarloosbaar t.o.v. de capaciteit van de Ringvaart. Lozing van regenwater na buffering op het oppervlaktewater (zie hoger) Lozing van sanitair afvalwater op riolering De productie van afvalwater door het project wordt geschat op ca. 180.000 l/dag op weekdagen en 204.000 l/dag op zaterdag. Het grootste deel van dit afvalwater is afkomstig van de shortstay (hotelfunctie). Dit komt overeen met resp. ca. 1200 en ca. 1350 inwonerequivalenten (IE). Het afvalwater wordt deels afgevoerd naar de bestaande collector in de Derbystraat en deels naar die in de Poortakkerstraat, en gaat uiteindelijk naar de RWZI van Gent. Deze RWZI heeft een capaciteit van 207.000 IE, en deze bijkomende belasting zou (eveneens volgens Aquafin) in principe geen probleem mogelijk vormen voor de werking van de RWZI. Daar het hemelwater en het afvalwater volledig gescheiden worden afgevoerd, bestaat er geen risico op contaminatie van het hemelwater door het afvalwater en dus ook niet op verontreiniging van het oppervlaktewater met sanitair water. 6. Project behelst een grondwaterwinning.
Het uitgraven van de ondergrondse parkings zal gepaard gaan met een tijdelijke grondwaterbemaling. Aangezien het projectgebied volgens het gewestplan niet in natuurgebied of bosgebied gelegen is, behoort de bemaling tot Klasse 3 (bronbemaling) en is enkel een melding bij College van Burgemeester en Schepenen vereist (zie subrubriek 1° behorende tot Rubriek 53.2 van het Vlarem I voor het winnen van grondwater voor het verwezenlijken van een bouwkundig werk of de aanleg van een openbare nutsvoorziening).
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
222 van 231 november 2010
Voor de grootste bouwput, met een oppervlakte van ca. 37.300 m², wordt een verlaging van het grondwaterpeil met ca. 4 m voorzien. Daarbij zou gedurende ca. 6 maanden een bemaling met een invloedsstraal van maximaal 38 m en een bemalingsdebiet van maximaal 8000 l/h gebeuren. Afhankelijk van de doorlaatbaarheidscoëfficiënt bedraagt het opgepompt debiet maximaal 8000l/u voor de grootste bouwput. Gezien de relatief hoge grondwaterstand wordt verwacht dat retourbemaling mogelijks niet technisch haalbaar zou blijken. In dit geval kan het opgepompt debiet via de tegen dan aangelegde RWA-riolering afgevoerd worden naar de Ringvaart. Rekening houdend met het feit dat de bemalingen tijdelijk zijn en rekening houdend met relatief beperkte beoogde grondwaterverlagingen en de beperkte invloedsstraal, wordt geen significante invloed op het grondwaterregime verwacht. Er wordt ook geen invloed verwacht op grondwaterwinningen in de omgeving. 7. Project behelst een wijziging van de bedding en de structuurkwaliteit van de waterloop Niet van toepassing
1288143011_def/nve PROJECT-MER – definitief project-MER ontwikkeling velden 12 oost en west The Loop
223 van 231 november 2010