Reanimatie beleid Visie van Cavent omtrent wel / niet reanimeren.
Datum vaststelling Vastgesteld door Eigenaar Datum aanpassing aan
Verwijzingen:
-
: 20-12-2013 : MT : Beleidsmedewerker : 20-01-2015
Wet WGBO (Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst) Richtlijn Nederlandse Reanimatieraad herzien uitgave 2011 KD03 Handreiking medische beslissingen rond het levenseinde Wensen rondom overlijden
Bijlage I
Wilsverklaring
Bijlage II
Reanimatieverklaring
RI-05 Reanimatiebeleid
20-01-2015 Status definitief
Pagina 1
Wat is reanimatie Reanimatie is een behandeling bij een acuut falen van de circulatie en/of ademhaling, waarvan tenminste hartmassage en/of beademing deel uitmaakt, dit om tot herstel te komen van spontane circulatie en/of ademhaling. Reanimatiebeleid Cavent Cavent hanteert het beleid dat er altijd gereanimeerd wordt, tenzij 1.Een cliënt nadrukkelijk heeft aangegeven niet gereanimeerd te willen worden 2.De reanimatie leidt tot onherstelbare schade 3.Reanimatie maakt waardig sterven onmogelijk; Ad 1. Als een wilsbekwame cliënt heeft aangegeven niet gereanimeerd te willen worden, dan is dit schriftelijk vastgelegd in een niet-reanimatie verklaring. Ad 2. Als reanimatie ernstige gevolgen heeft voor de cliënt en dit is vastgesteld door een arts, dan reanimeert men niet. Bijvoorbeeld: De vitale organen verkeren in een zwakke conditie, wat maakt dat de reanimatie geen kans van slagen heeft, vooral bij afwijkingen van hart en longen. De reanimatie is niet goed uitvoerbaar. Bijvoorbeeld bij een ernstige rugverkromming. Het oordeel van een arts is hierin doorslaggevend. Bij een spoedeisende situatie wanneer er geen medische informatie voorhanden is, is (medisch) ingrijpen vanzelfsprekend. Ad 3. Bijvoorbeeld als een cliënt t.g.v. een onbehandelbare ziekte in een stervensproces verkeert; cliënt verkeert in een onbehandelbare ernstige lijdenstoestand, het laatste stadium van dementering of van een andere progressief ziektebeeld. Als de situatie dat toelaat, betrekt men bij een beslissing als genoemd bij ad 2 en ad 3 familie, of andere van belang zijnde personen (o.a. juridisch) voor de cliënt Cavent volgt daarnaast de richtlijnen zoals omschreven in de Richtlijn Nederlandse ReanimatieRaad.
Vastleggen niet-reanimatie verklaring De niet-reanimatie verklaring wordt bewaard in het dossier van de cliënt en een gescand exemplaar wordt in het elektronisch dossier PlanCare gehangen.
De cliënt De cliënt kiest zelf met wie hij het bespreken over een niet-reanimatie verklaring wil voeren. Het is belangrijk dat op het moment dat de cliënt dit bespreekt er bij de cliënt geen sprake is van een depressieve periode, een periode van rouwverwerking of eenzaamheid, waardoor de keuze te eenzijdig beïnvloed kan worden. De cliënt moet de informatie goed hebben begrepen en de keuze van niet-reanimeren weloverwogen hebben genomen. Bij het verstrekken van informatie worden een arts en de orthopedagoog betrokken. De persoonlijk begeleider ondersteunt de cliënt hierbij. RI-05 Reanimatiebeleid
20-01-2015 Status definitief
Pagina 2
Men betrekt familieleden of anderen bij het opstellen van een niet-reanimatie verklaring of een beslissing hieromtrent. Hierbij wordt rekening gehouden met de wilsbekwaamheid en juridische status van de cliënt en in hoeverre familieleden betrokken zijn bij de cliënt. De autonomie en de wens van de cliënt is hierbij leidend.
Positie van de medewerker Algemeen De medewerker heeft net als ieder ander de burgerplicht bij een levensbedreigende situatie, te handelen. Dit betekent: vanuit zijn of haar persoonlijke mogelijkheden of vaardigheden, ingrijpen in de situatie. Heeft men deze vaardigheden niet, dan wordt verwacht dat men direct hulp inroept of 112 belt. Doet men dat niet, dan kan dat in principe een juridische overtreding zijn. Burgerlijke plicht is een algemene grondwettelijke vastgelegde norm. Zorgverantwoordelijkheid Naast bovengenoemde burgerplicht, wordt vanuit de zorgverantwoordelijkheid van een medewerker ten aanzien van cliënten, professioneel handelen verwacht. Vanuit de zorgverantwoordelijkheid wordt er meer van de medewerker verwacht. Ten eerste: preventief handelen, voorkomen dat een cliënt in een levensbedreigende situatie komt. Bijvoorbeeld: iemand met epilepsie laat je niet alleen zwemmen. Ten tweede: als medewerker ken je de achtergronden van de cliënt beter en kun je ook effectiever handelen. Als derde: als medewerker behoor je de wensen van de cliënt te kennen, dus ook op de hoogte te zijn van het wel of niet hebben van een reanimatieverklaring. Als vierde: Op het moment dat een situatie zich voordoet die acuut is en de cliënt bewusteloos en er is geen familie, personeel of andere betrokkene aanwezig, dan is de medewerker verantwoordelijk voor de zorg die geleverd wordt. De medewerker is de gesprekspartner met ambulancepersoneel of de dokter.
Stichting Verantwoordelijkheid stichting De stichting is verantwoordelijk voor het aanwezig zijn en op peil houden van een professionele attitude en competenties bij medewerkers. De stichting draagt er zorg voor dat er richtlijnen zijn en dat iedere medewerker voor zijn verantwoordelijkheden gefaciliteerd is, bijvoorbeeld door bevoegdheden toe te kennen. De stichting draagt zorg voor ondersteuning bij situaties rondom (niet)-reanimatie, bijvoorbeeld door middel van ondersteunende gesprekken.
RI-05 Reanimatiebeleid
20-01-2015 Status definitief
Pagina 3
Bijlage I: Wilsverklaring Naam: Adres: Postcode/Woonplaats: Telefoonnummer: Geboortedatum :
Geboorteplaats:
Huisarts: Adres: Postcode/Woonplaats: Telefoonnummer: (Wettelijk) Vertegenwoordiger/gevolmachtigde: Adres: Postcode/Woonplaats: Telefoonnummer: Soort wettelijke vertegenwoordiging:
In deze wilsverklaring leg ik, bij mijn volle bewustzijn, vast onder welke omstandigheden ik weiger bepaalde medische behandelingen te ondergaan. Of onder welke omstandigheden ik bepaalde handelingen nog wel wens. Ik heb mijn wensen ook besproken met mijn (wettelijk) vertegenwoordiger en/of familie en (huis)arts. Mijn (huis)arts heeft hiervan op mijn verzoek een aantekening gemaakt in mijn dossier. Deze wilsverklaring wordt bewaard in mijn dossier.
Behandelverbod Een behandelverbod en de inhoud daarvan komt tot stand na overleg met de cliënt, (wettelijk) vertegenwoordiger en huisarts. Onder het behandelverbod vallen niet: zuiver palliatieve bestrijding van ongemakken als pijn, jeuk, benauwdheid en onrust.
RI-05 Reanimatiebeleid
20-01-2015 Status definitief
Pagina 4
Bijlage II: Reanimatieverklaring Bij een ademhalings- of hartstilstand wil ik 0 wel 0 niet gereanimeerd worden.
Donatie organen Hierbij geef ik ook toestemming om na mijn overlijden mijn organen of weefsels te mogen gebruiken voor anderen. 0 ja 0 nee Donorcodicil 0 ja 0 nee (Kopie van donorregistratie aanwezig in dossier)
Weloverwogenheid Ik heb deze wilsverklaring zorgvuldig overwogen, heb mij daarover goed geïnformeerd en ik ben tijdens de ondertekening ervan in het bezit van mijn volle bewustzijn.
Geldigheid van de wilsverklaring Deze schriftelijke wilsverklaring heeft rechtskracht en geldt uitdrukkelijk als een geldige en door de wet erkende schriftelijke wilsverklaring van mij, voor het geval dat ik later door welke oorzaak dan ook, niet meer kan beslissen over mijn medische situatie zoals bedoeld in deze verklaring.
Ondertekening Datum ……………………….
Plaats ………………………………
Handtekening cliënt
(Wettelijk) vertegenwoordiger
…………………………………
……………………………………. …………………………………….. (naam)
Huisarts
………………………………….
………………………………………………. (naam)
RI-05 Reanimatiebeleid
20-01-2015 Status definitief
Pagina 5