Bemestingsnormen op basis van totale stikstof akkerbouw en voedergewassen in 2011
Gewas Grasland dat enkel gemaaid wordt dat begraasd wordt, al of niet in combinatie met maaien Wintertarwe en triticale gevolgd door een vanggewas of nateelt niet gevolgd door een vanggewas of nateelt Wintergerst en andere graangewassen gevolgd door een vanggewas of nateelt niet gevolgd door een vanggewas of nateelt Suikerbieten Voederbieten Aardappelen Maïs Eén snede geoogst en afgevoerd gras of snijrogge gevolgd door silomaïs Gewassen met lage N behoefte: Cichorei, witloof, fruit (behalve aardbeien) sjalot, ui en vlas Andere leguminosen dan erwten en bonen Andere gewassen
Bodemtype
Totale N
Maximale bemestingsnormen N uit dierlijke N uit andere mest meststoffen
N uit kunstmest
Zand Niet Zand Zand Niet Zand
370 380 350 360
170 170 170 170
170 170 170 170
200 210 180 190
Zand Niet Zand Zand Niet Zand
250 265 200 215
170 170 100 100
170 170 100 100
80 95 100 115
Zand Niet Zand Zand Niet Zand Zand Niet Zand Zand Niet Zand Zand Niet Zand Zand Niet Zand Zand Niet Zand Zand Niet zand Zand Niet zand Zand Niet zand
200 215 150 165 205 220 305 330 260 280 205 220 270 300 165 175 120 125 200 215
170 170 100 100 170 170 170 170 170 170 170 170 170 170 125 125 120 125 170 170
170 170 100 100 170 170 170 170 170 170 170 170 170 170 125 125 120 125 170 170
30 45 50 65 35 50 135 160 90 110 35 50 100 130 40 50 0 0 30 45
Bemestingsnormen op basis van totale stikstof voor groenten en groentecombinaties in 2011
Groenten Groep I Groep II Groep III
Bodemtype
Totale N
Zand Niet zand Zand Niet zand Zand Niet zand
295 320 230 250 185 195
Zand Niet zand Zand Niet zand Zand Niet zand Zand Niet zand Zand Niet zand Zand Niet zand
385 420 340 370 320 345 320 345 275 295 250 270
Maximale bemestingsnormen N uit dierlijke N uit andere mest meststoffen 170 170 170 170 170 170 170 170 170 170 170 170
N uit kunstmest 125 150 60 80 15 25
Groentencombinaties geteeld in hetzelfde jaar Groep I en I Groep I en II Groep I en III Groep II en II Groep II en III Groep III en III
170 170 170 170 170 170 170 170 170 170 170 170
170 170 170 170 170 170 170 170 170 170 170 170
215 250 170 200 150 175 150 175 105 125 80 100
Groenten van groep I zijn bloemkool, groene selder, spruiten, witte kool, boerenkool, spitskool, prei, broccoli, romanesco kool, witte selder, rodekool, savooikool, artisjok, Chinese kool, rabarber of aardbeien; Groenten van groep II zijn spinazie, courgettes, sla, vroege aardappelen, knolselder, peterselie, bieslook, basilicum, augurken, pompoenen, knolvenkel, koolrabi, paksoi of andere groenten die geen groenten van groep I, geen groenten van groep III of geen teelt met lage stikstofbehoefte zijn; Groenten van groep III zijn wortelen, rapen, koolraap, rode biet, pastinaak, rammenas, radijs, mierikswortel, schorseneren, wortelpeterselie, asperges, erwten, bonen, dille, kervel, tijm, of andere kruiden met uitzondering van peterselie, bieslook en basilicum;
Bemestingsnormen op basis van werkzame stikstof akkerbouw en voedergewassen in 2011
Gewas Grasland dat enkel gemaaid wordt dat begraasd wordt, al of niet in combinatie met maaien Wintertarwe en triticale gevolgd door een vanggewas of nateelt niet gevolgd door een vanggewas of nateelt Wintergerst en andere graangewassen gevolgd door een vanggewas of nateelt niet gevolgd door een vanggewas of nateelt Suikerbieten Voederbieten Aardappelen Maïs Eén snede geoogst en afgevoerd gras of snijrogge gevolgd door silomaïs Gewassen met lage N behoefte: Cichorei, witloof, fruit (behalve aardbeien) sjalot, ui en vlas Andere leguminosen dan erwten en bonen Andere gewassen
Bodemtype
Maximale bemestingsnormen Werkzame N uit dierlijke N mest
Zand Niet Zand Zand Niet Zand
300 310 235 245
170 170 170 170
Zand Niet Zand Zand Niet Zand
180 195 160 175
170 170 100 100
Zand Niet Zand Zand Niet Zand Zand Niet Zand Zand Niet Zand Zand Niet Zand Zand Niet Zand Zand Niet Zand Zand Niet zand Zand Niet zand Zand Niet zand
130 145 110 125 135 150 235 260 190 210 135 150 200 230 115 125 70 75 130 145
170 170 100 100 170 170 170 170 170 170 170 170 170 170 125 125 120 125 170 170
Bemestingsnormen op basis van werkzame stikstof voor groenten en groentecombinaties in 2011
Groenten Groep I Groep II Groep III
Bodemtype Zand Niet zand Zand Niet zand Zand Niet zand
Maximale bemestingsnormen Werkzame N N uit dierlijke mest 225 170 250 170 160 170 180 170 115 170 125 170
Groentecombinaties geteeld in hetzelfde jaar Groep I en I Groep I en II Groep I en III Groep II en II Groep II en III Groep III en III
Zand Niet zand Zand Niet zand Zand Niet zand Zand Niet zand Zand Niet zand Zand Niet zand
315 350 270 300 250 275 250 275 205 225 180 200
170 170 170 170 170 170 170 170 170 170 170 170
Groenten van groep I zijn bloemkool, groene selder, spruiten, witte kool, boerenkool, spitskool, prei, broccoli, romanesco kool, witte selder, rodekool, savooikool, artisjok, Chinese kool, rabarber of aardbeien; Groenten van groep II zijn spinazie, courgettes, sla, vroege aardappelen, knolselder, peterselie, bieslook, basilicum, augurken, pompoenen, knolvenkel, koolrabi, paksoi of andere groenten die geen groenten van groep I, geen groenten van groep III of geen teelt met lage stikstofbehoefte zijn; Groenten van groep III zijn wortelen, rapen, koolraap, rode biet, pastinaak, rammenas, radijs, mierikswortel, schorseneren, wortelpeterselie, asperges, erwten, bonen, dille, kervel, tijm, of andere kruiden met uitzondering van peterselie, bieslook en basilicum;
Maximale bemestingsnormen voor fosfaat in 2011
Gewas
Maximale fosfaatbemestingsnormen (kg P2O5/ha)
Grasland dat enkel gemaaid wordt
95
Grasland dat begraasd wordt, al of niet in combinatie met maaien
90
Eén snede geoogst en afgevoerd gras of snijrogge gevolgd door silomaïs Maïs Andere gewassen
95 80 75