REIZEN MAROKKO EN DE WESTELIJKE SAHARA
Sebkah Tah, zoutvlakte.
MAROKKO EN DE WESTELIJKE SAHARA REIZEN
WIND, ZAND EN STERREN REIZEN MAROKKO EN DE WESTELIJKE SAHARA
Marokko… voor menig off-roadreiziger ook wel ‘de grote zandbak’ of ‘de speeltuin’ genoemd. Het ligt verrassend dichtbij en is relatief toegankelijk. Al een keer of 8 was ik er. Eerst vol verwondering, voorzichtig, op mijn kousenvoetjes. Maar door de jaren heen ben ik vertrouwd geraakt met het land, de mensen en hun gewoontes. In die mate zelfs dat het voor mij absoluut in de top 3 alle motorbestemmingen zit. Geschreven door Tom De Mits
98 april 2015
Foto’s Tom De Mits
april 2015 99
Piste van Taroudant naar Tata.
REIZEN MAROKKO EN DE WESTELIJKE SAHARA
Plateau de Rekkam.
V
ergis je niet: Marokko is verraderlijker dan het lijkt. Je hebt het drukke noorden dat gonst van de clandestiene praktijken, de Atlas waarnaast elke slingerende piste de afgrond gaapt, en de Sahara, moeder der woestijnen, waar hitte en droogte een aanwezig risico vormen. In 2012 hadden Caro en ik eigenlijk geen tijd gevonden om een grote reis te plannen. Mijn arm was net terug aan elkaar gegroeid, nog een overblijfsel van mijn capriolen in Ijsland, en het motorrijden verliep eindelijk terug pijnloos. En dus werd het toen een ‘quicky’ naar Marokko. De aanhangwagen met twee motoren achter de Defender, tent op het dak en op anderhalve dag stonden we in Algeciras te turen naar het Afrikaanse continent aan de overkant van de Straat van Gibraltar. Maar het mocht niet zijn… Een extreem hete wind vanuit de Sahara had Caro al na enkele dagen definitief geveld. Een levensbedreigende hitteslag hield haar 8 dagen in een gekoelde hotelkamer, en hoewel ikzelf met Sergio, een Spaanse vriend, nog een weekje de Atlas zou verkennen, konden we niet anders dan deze reis ergens als een tegenslag beschouwen. Maar uitstel is geen afstel. Toen Caro na een ongelukkige val dit jaar fysiek niet in orde bleek om te rijden, groeide het idee voor een zot avontuur. Caro vertrok naar New York op citytrip. En ik, ik ging terug naar Marokko… alleen. Alles waar we samen niet zozeer aan toekomen, moest nu gebald zitten in deze ene trip. Hitte en zand zouden mijn deel zijn. Veel hitte en veel zand…
100 april 2015
MAROKKO EN DE WESTELIJKE SAHARA REIZEN
Cannabis in de Rif.
En zo vertrok ik sinds lang nog eens alleen op reis. De Defender werd weer opgetuigd en in één ruk reed ik door naar de ferry in het zuiden van Spanje, hongerig naar die vette pistes. De lange rit had vooral mentaal zijn tol geëist en toen ik in Ceuta een file van 5 km voor de grensovergang zag, zakte de moed mij in de schoenen. Ik was moe, het was heet en ik stonk als een bunzing. “Le temps d’attente dépasse les 3 heures, monsieur!” Geen denken aan dat ik daar 3 uur zou staan aanschuiven. Op zijn Belgisch dan maar: een vastberaden blik in de ogen van die Marokkaan in de auto naast me en dan de hele file dubbel voorbij tot bij een loket van de grenspost. 25 minuten duurde het tot ik zalig door de Rif bolde. Allright! De eerste stop is Chefchaouen. Ik laat me de toeristische drukte en het lekker eten welgevallen. Het is een zaligheid voor even, maar niet het doel van deze trip. De dag erna vertrek ik enigszins uitgerust tegen de middag. Ik baan me een weg door het Rifgebergte, over de piste deze keer. Noem het een opwarmertje voor wat later komt. Wat je vanop de weg niet ziet kom je hier des te meer tegen: kilometers lang bloeiende cannabisvelden, zo ver het oog reikt. Open en bloot, niks verstopt. Het vormt hier de voornaamste bron van inkomsten. Her en der zie je wat bedrijvigheid, maar tijdens de ramadan werken de mensen vooral ’s avonds laat en ’s nachts. Ettelijke keren word ik wel hasjies “de la meilleure qualité” aangeboden en telkens ik weiger, wuiven de mensen me met een even grote glimlach uit. Na twee dagen eindig ik in Guercif. Vanaf hier, zo weet ik, zou het betere off-roadwerk beginnen.
OFF-ROAD IN HET DONKER Het Plateau de Rekkam is een zaligheid als je houdt van stenen pistes en niet aan je gps gekluisterd bent. Her en der hertekenen rivieren tijdens de nattere maanden het landschap, zodat het meer dan eens zoeken wordt om een doorsteek te vinden waar je niet geheid je nek breekt. Het gaat vlot onder de staalblauwe hemel en waar ik dacht 2 dagen nodig te hebben om de Rekkam te doorkruisen, lijkt het dat een late rit me wat tijdswinst zal geven. Het begint al te schemeren als ik nog tank in Talsint en op de kaart stond het laatste stukje als asfalt ingekleurd. Maar ergens in het donker moet ik mij toch hebben vergist. Een kilometers lange zandpiste heb ik in het donker doorgeploeterd en meermaals heb ik bijna het evenwicht verloren, tot ik uiteindelijk, zo blijkt later, de col de Belkassem oprijd. Pikdonker is het, en de piste is niet heel duidelijk zichtbaar om het maar eufemistisch uit te drukken. Twee keer leg ik de motor op zijn zij omdat ik, omringd door grote rotsblokken, mijn voet in het ijle wil neerpoten. Mijn volgende voorziene stop, Erfoud, zal ik deze avond niet meer halen en ik ben dermate gedesoriënteerd in het donker dat ik beslis langs de kant van de piste mijn tentje op te slaan. Of niet, want mijn bakken hebben vakkundig een klein gaatje in een blikje alcoholvrij bier geschuurd door het heftige schudden op de piste, en het bier heeft zich even vakkundig een weg gebaand naar mijn slaapzak en tent. Beter dan dit kan het niet worden, zo op mijn matje onder de sterrenhemel. Dat tentje heb ik sindsdien trouwens nooit meer opgezet.
>>
april 2015 101
De duinen rond TanTan.
REIZEN MAROKKO EN DE WESTELIJKE SAHARA
De volgende ochtend wordt pas echt duidelijk dat ik op de juiste plaats de juiste beslissing heb genomen. De helling afrijden is zelfs bij daglicht een huzarenstukje, en van een echte piste kan je wegens de grote rotsblokken ook al niet meer spreken. Maar het uitzicht is prachtig. Tegen een uur of 7 check ik uiteindelijk in Erfoud in aan de balie van een vakantieverblijf met zwembad. Het mag ook eens anders. De volgende morgen ben ik al vroeg uit de veren en zoek ik de piste vanuit Erfoud, achter de beroemde duinen van Erg Chebbi, tot tegen de Algerijnse grens. Wegens de hitte probeer ik vroeg te rijden hier. De piste is leuk, lekker snel bij momenten met hier en daar een paar zanderige stukjes. Maar ik weet dat me op het einde 30 km zand en duinen te wachten staat en zoals voorspeld, gaat het hier behoorlijk hevig aan toe. Ik hang achterover aan mijn stuur om het voorwiel continu licht te houden en het gas gaat vol open. De motor lijkt alle richtingen uit te willen gaan, maar ik slaag er, op een uitschuivertje na, in om bepakt en bezakt rijdend Merzouga te bereiken. De hitte heeft het beste van mezelf geëist; ik ben moe, maar voldaan.
om hier niet al ploeterend door te rijden. 7 jaar later en een pak ervaring rijker, ben ik benieuwd wat het zal geven. De piste is mooi, snel, maar verlaten. Het duurt niet lang voor de zon opnieuw brandt, maar ik geniet van de rit naar de rivier. Het achterwiel spint geregeld in de bochten en de KTM voelt zich in zijn element. Even moet ik wat Marokkaanse kinderen wegjagen, die er een sport van maken om onwetenden op het verkeerde pad te sturen, hen te laten vastrijden en nadien geld te vragen voor hulp. Een paar jaar Marokko maken je wel wijzer. Tot hiertoe ben ik nog geen halve toerist tegengekomen sinds ik het Plateau de Rekkam ben ingereden. Wegens de hitte is het niet
MAROKKO EN DE WESTELIJKE SAHARA REIZEN
achterop de motor een jerrycan van 25 liter. Trots vertelt Olivier me dat hij op alles is voorzien: zo heeft hij een grote momentsleutel bij van 3 kg en zelfs een nieuwe reservebatterij voor de motor. Ik wil niet weten hoeveel die weegt, maar het is duidelijk dat minstens de helft van hun bagage overbodig is. Ik besluit bij ze te blijven, kwestie van ongelukken te vermijden. En zo komt het dat Olivier na amper 20 cm zand op zijn gezicht gaat. Gevolgd door nog eens 20 cm met hetzelfde resultaat, en opnieuw, en opnieuw… Telkens is het een heuse krachttoer om zelfs met twee man de veel te zwaar geladen motor in het zand rechtop te krijgen. Dit kan wel eens een lange doorsteek worden zo. Olivier vloekt dat hij niet de juiste motor heeft voor dit soort tripjes. Als hij er uiteindelijk uitgeput de brui aan geeft, ben ik maar al te blij dat ik die 1190 R door het zand mag sturen. Het grote voorwiel, de krachtige motor en super vering maken van de 1190 R een meer dan capabele machine die menig off-roadreizigers hart zou beroeren. Olivier is er mits de juiste techniek en aanmoediging in geslaagd om ook een stukje zelf te rijden. Gas constant open en absoluut van je remmen afblijven is de boodschap. Maar hij kan niet meer, dus leg ik de afstand door de fesfes twee keer af met de motoren en één keer te voet. Met crosslaarzen in de verschroeiende hitte door het mulle zand, ook aan mij vreet het. Als Olivier en Vero vragen om hen de dag nadien te begeleiden op het resterende stuk van de piste, ben ik stiekem wel blij. In Tafraoute Montagne rustig een colaatje slurpen in een basic herberg met zicht op de woestijn. Lekker eten, een beetje socializen, om dan na een gevecht met een schorpioen in mijn kamer, een tukje te doen. Morgen de andere helft van de piste.
“Ik ben maar al te blij dat ik die KTM 1190R door het zand mag sturen”
PLOETEREN DOOR FESFES Van mijn allereerste motorreis ooit naar Marokko is de zuidelijke piste langs de Algerijnse grens me het meest bijgebleven. Ik herinner mij de verre gezichten, verlaten woestijnlandschappen en vooral de lastige doorsteek van een droge rivier vol fesfes. Nu heb je zand, dat rijdt nog redelijk. Je hebt fijn zand, dat is iets lastiger. Tenslotte heb je fesfes. De fransen zeggen wel eens “c’est de la farine”, het heeft de consistentie van bloem. Het vergt enige stuurmanskunst
Deze man kreeg de lift van zijn leven.
102 april 2015
echt aantrekkelijk voor overlanders om hier te komen spelen deze tijd van het jaar. Groot is dan ook mijn verbazing als ik in het dorpje net voor de rivier Olivier en Vero tegenkom op een übergeile splinternieuwe KTM 1190 Adventure R. Daar kan ik al eens een punt aan zuigen. Waar ik 7 jaar geleden lag te ploeteren, zijn zij met twee op één motor, bepakt en bezakt, de droge rivier doorgereden. Respect is het eerste wat in mij opkomt en ik maak hen dat ook meer dan duidelijk. Alleen, de realiteit is net iets anders. Ze zijn net als ik in Merzouga vertrokken… voor hun allereerste piste ooit. Ze staan dus nog aan de foute kant van de rivier! Ik vraag of ze wel goed beseffen wat er komt, maar Olivier is er gerust in: “Dat loopt wel los.” Hoe langer ik met hen discussieer, hoe meer het me daagt dat ze niet echt in een goede uitgangspositie zitten voor 5 km fesfes. Ik ontwaar
‘Verboden’ piste bij de Algerijnse grens.
Op weg naar S’mara, mijn slaapplaats voor de nacht.
HET LEGER, JE VRIEND We wisselen de gps track die ik aan het rijden was uit, en spreken af dat ik voorop mijn eigen tempo rijd om zo nu en dan even te wachten. De piste is geweldig, maar de Fransen rijden ondanks alle hulpmiddelen en goede raad steeds verloren. Dat is best frustrerend en tijdrovend. Wat heel eenvoudig lijkt, is dat voor hen als beginners allerminst. Je kunt het ze natuurlijk ook niet kwalijk nemen. Olivier was al beginnen dromen om verder samen pistes te rijden, maar ik ben blij dat ik na de zuidelijke piste alleen ben verder gereden. Het heeft hen en mezelf alvast behoed voor grote problemen. Je moet de gevaren van de woestijn niet tarten. Even op mezelf zijn, lijkt me nu althans de veiligste optie. Vanuit M’hamid gaat het richting Foum Zguid, maar niet zonder opnieuw een kilometer of 8 pure zandpiste. Het is nog ’s morgens vroeg, dus het gaat wel lekker. Na wat gravel- en steenpistes scheur ik met de KTM over de vlakte van het droge Irikimeer. De wind in mijn gezicht en de zon op mijn helm: heerlijk! Op de kaart staat een oude Dakarpiste, verder zuidelijk, en vormt een lus tot Tata.
Opnieuw is het een snelle piste en het gas gaat vlot open. Een beetje driften in de bochten en bij wijlen het voorwiel even de lucht in; zo weet een mens weer dat hij leeft. Maar halfweg stoot ik op een militaire controlepost. Ik mag niet verder en moet terug richting de bewoonde wereld. Ik probeer nog met wat geslijm en gepaai, maar het antwoord is resoluut en ik word teruggestuurd. Er zouden mijnen liggen verder, maar daar geloof ik geen snars van. Die liggen veel zuidelijker. Als ik in de verte een militair toeroep om me er zogezegd van te vergewissen dat ik wel degelijk de juiste kant op ga, stuurt hij me al zwaaiend met de armen in de goede richting. Alleen… mijn rebelse ik heeft hem helaas niet heel goed begrepen en ‘per ongeluk’ bevind ik mij ineens terug op de piste naar Tata. Het gas gaat vol open. “I’m from Barcelona”, denk ik maar, op vier wielen halen ze me toch nooit in. Groot is dan ook de verbazing als ik na 50 km vanuit het niets opdaag aan de volgende controlepost, vlakbij Tata. Voor de commandant van de post vormt het een gigantisch probleem dat ik die piste heb gereden. Maar 5 minuten en wat macho-
praat later wuift hij me uit richting Tata. Rare jongens die Marokkanen. DIE EINDELOZE PISTE Ik beland uiteindelijk in een afgelegen vakantiedomein in Icht, waar het oorspronkelijke plan was om enkel even bij te tanken. Maar mijn ogen vielen zowat uit hun kassen toen ik de bar binnenstapte: “Biiiiiieeeeerrrrr!” Homer Simpson had het me niet beter voorgedaan. Een frisse pint na al dat stof! Dat is lang geleden. Sowieso is bier in het zuiden schaars en al zeker tijdens de ramadan. Het is meteen beslist: hier zal ik overnachten. Als blijkt dat eigenaar Philippe een meer dan gemiddeld sympathieke kerel is en zijn kokkin meer dan gemiddeld lekker kookt, realiseer ik me dat ik het niet beter had kunnen treffen. De volgende dag zou ik de piste van Assa naar S’mara rijden, in de Westelijke Sahara. Dat betekent 420 km zonder water of benzine, waarvan 300 km door onbewoond gebied. Ergens hoopte ik om onderweg iemand te treffen die samen met mij deze piste zou rijden. Maar helaas, geschikte kandidaten ben ik niet tegengekomen.
>>
april 2015 103
REIZEN MAROKKO EN DE WESTELIJKE SAHARA Tafraoute Montagne.
Historische kazerne van Lamrija.
Piste tussen Taroudant en Tata.
Erfoud.
En zo vertrek ik, geladen als een muilezel met 18 liter water en 12 liter extra benzine, om 16u alleen, voor een piste waar ik niet echt gerust in ben. Het is 48 graden en op 25 km heb ik er al 2 liter water doorgejaagd. Bovendien heb ik ook niet de gemakkelijkste route gekozen en moet ik geregeld een stuk fesfes door op zoek naar de juiste track. Lebouirat is het laatste dorp dat je na 50 km tegenkomt en voor de zekerheid vul ik mijn tanks nog met benzine uit een grote ton. Mijn zonnebril wordt door een stel kinderen nog gepikt terwijl ik er zelf op sta te kijken, maar het kan me niet deren. Ik heb zin noch tijd om er een drama van te maken. De desolaatheid en grootte van deze piste is pakkend. Hier voel je jezelf klein en kom je geen levende ziel tegen. Dit is genieten... Als ik beslis om naast de duinen mijn matje uit te rollen voor de nacht, kan ik het niet laten om even in adamskostuum, crosslaarzen
aan, een eindje te gaan stappen. Stel je voor dat hier toch een of andere herder om de hoek komt. Maar de kilte noopt me om toch weer mijn stinkende motorplunje aan te trekken om nadien onder een fabuleuze sterrenhemel, naast de KTM, in te dommelen. De reflectie van mijn zaklamp in die
koffie te drinken rond het kampvuur. Bij het zien van mijn motor lachen ze vriendelijk hun tanden, of wat er nog van rest, bloot en komen ze me tegemoet. Dit zit wel snor hier, denk ik zo. Ik begeef me immers in het gebied van de Polisario, een gewapende beweging die nog steeds strijdt voor de onafhankelijkheid van de Westelijke Sahara. De mannen beweren Polisario te zijn die vanuit Algerije illegaal de grens zijn overgestoken. Nochtans lijken ze eerder op een zootje ongeregeld dan op een welgetrainde militaire eenheid. Nu ja, er worden handjes geschud en mijn KTM krijgt ook weer eens wat aandacht. Maar niet veel later zet ik alweer koers richting S’mara. Nog even ben ik verdwaald gereden in de droge rivierbedding en de omliggende duinen, maar even verder kondigen sigarettenbedelende herders alweer het einde van de piste aan. De laatste 100 km gaat over het asfalt.
“Ik kan het niet laten om even in adamskostuum een eindje te gaan stappen”
104 april 2015
oplichtende oogjes in de verte, daar heb ik me even niks van aangetrokken. Zo tegen een uur of 5 zit ik al terug in het zadel, klaar voor een stukje zand, dan weer steentjes, een droog meer en nog veel meer van dat leuks. Ik moet nog 250 km rijden dus veel tijd valt er niet te verliezen, temeer daar ik geen idee heb van wat me nog te wachten staat. En dan ineens, zomaar in het niets, zitten daar vier mannen gezellig
>>
MAROKKO EN DE WESTELIJKE SAHARA REIZEN
CEUTA
CHEFCHAOUEN
ATLANTISCHE OCEAAN
GUERCIF RABAT
CASABLANCA
FEZ
MAROKKO
MARRAKESH
ERFOUD
TAROUDANT AGADIR
TATA TAFRAOUTE
M’HAMID
BOU JERIF
ALGERIJE ASSA
TANTAN TARFAYA
EL-AAIÚN S’MARA
WESTELIJKE SAHARA
GRATIS GEZICHTSSCRUB S’mara, ik wist niet wat ik er van moest verwachten, dus een teleurstelling kan het niet zijn. Maar de drukte, de hitte, de afwezigheid van ook maar iets van interessant sociaal contact, de staat van het ‘beste hotel in de stad’, de eindeloze politiecontroles, 200 meter verder afgewisseld door een controle van de gendarmerie, en nog eens controle, en nog eens,… Pffft… Ik ben moe, maar ik heb absoluut geen zin om hier te blijven. Temeer omdat ik na al die hitte en droogte nu wel stilaan zin heb om de zee nog eens te zien. Dus ik beslis verder te rijden. De hevige wind blaast het zeezand mijn richting uit ik krijg een, zij het wat pijnlijke maar gratis, gezichtsscrub gedurende ettelijke kilometers. Nu heb
ik wel de zee gezien maar ik had het me enigszins anders voorgesteld, dus ik rijd alsnog verder tot het vissersstadje Tarfaya. De wind is ondertussen ook wat gaan liggen. Onderweg krijg ik al visioenen van verse, gegrilde vis, wat na drie weken tajine een aangename afwisseling zou zijn. Mijn verwachtingen liggen hoog en ik bestel inktvis. Die moeten ze hier toch rechtstreeks uit de zee ophalen? Ik zie het al zo voor mij, van die gebronsde harpoenvissers die 4 volle minuten probleemloos onder water blijven om daarna met de glibberige lekkernij boven te komen. Dat wil ik eten! De teleurstelling is dan ook groot als ik een bord vol smaakloze elastiekringen krijg voorgeschoteld, overgoten met goedkope mayonaise en vergezeld van iets waar elke
rechtgeaarde Belg een aanval van hoofdroos door krijgt als je ook maar enigszins zou overwegen dit als frieten te benoemen. Tegen mijn zin heb ik de helft van mijn bord toch maar opgegeten. De zee dus… GEKNELD ONDER DE KTM Ik maak me op voor wat ochtendlijke zotternijen op de motor door de kilometers brede duinenstrook op het strand te gaan verkennen. Over de ene duin, door het mulle zand, naar de andere duin. Woohoo! Dit gaat lekker. De inktvisringen zijn al lang vergeten en ik vermaak me kostelijk. Ondanks het gewicht van de bagage voelt mijn KTM zich in zijn nopjes en neemt hij probleemloos elke duin. Tot het heel even misgaat…
>>
april 2015 107
Zandpiste, M’hamid.
REIZEN MAROKKO EN DE WESTELIJKE SAHARA
Bij het ontwijken van een paar onvoorziene rotsblokken in het mulle zand, verlies ik even het evenwicht waardoor ik de motor op zijn zij moet leggen tegen de flank van een zandheuveltje. Niks ergs op het eerste zicht, ware het niet dat mijn voet gekneld zit onder mijn bagagekoffer. Ik kan geen kant meer uit. De motor rechttrekken lukt al helemaal niet vanuit deze positie. Als ik meer dan 10 cm verdraai naar links of rechts, dan lijkt het alsof ik mijn voet eraf schroef. Ik heb pijn en wil zo snel mogelijk uit deze benarde positie, dus begin ik als een gek te graven om mijn voet te bevrijden. Alleen, hoe meer ik graaf, hoe dieper ook de motor zakt. Ik zweet me te pletter en panikeer. In de wijde omtrek is er geen luis te bespeuren en ik zit op 10 km van de weg. Ik gebruik mijn claxon om een SOS uit te sturen, maar weet op voorhand dat het verloren moeite is. Even rustig nu, de pijn verbijten en helder proberen te denken. Ik beslis alle stenen binnen mijn bereik te verzamelen en de voor- en achterzijde van de motor te ondersteunen alvorens uiterst voorzichtig mijn voet uit te graven. Als ik er tenslotte in slaag om hem los te wrikken, zakt mijn constructie een fractie van een seconde later in elkaar. Ik heb geluk gehad... Terug op de weg kom ik Olivier en Vero opnieuw tegen en we spreken af om elkaar in TanTan terug te zien. Zij rijden over de weg en ik neem nog snel een aantal pareltjes van pistes mee. Zand is hier nooit ver weg en vaak is ook de piste zelf zoek, maar ik kom opnieuw tot leven en het gas gaat er bij momenten flink op. Gaan met die banaan! Adrenaline jaagt door mijn lijf en ik merk dat mijn rijkunsten door de weken off-road merkelijk zijn verbeterd. Maar helaas heb ik ook een slachtoffer gemaakt: een dolle hond komt als een speer op mij afgerend en duikt tussen de wielen van de motor. Waar hij vandaan komt, weet ik niet, wat hem bezielt nog minder. Feit is dat hij het niet kan navertellen. Dat hij mag rusten in vrede.
sen ook de helft van hun bagage achtergelaten en Olivier is net gek genoeg om zonder verpinken, met de blik op oneindig, het gas open te draaien. Nog even gaat het mis als Olivier zijn 1190 vakkundig op het strand parkeert met de neus naar beneden, maar eens we vlakbij het water zijn, lijkt het wel een snelweg. Nog even wat goede raad: zo dicht mogelijk tegen het water rijden. Daar is het zand het hardst. En vooral niet in de glanzende stukken rijden. Je weet nooit hoe diep het water is. Alles loopt lekker. Ik ga een pak sneller, maar zo elke 10 km hou ik even halt om mijn vrienden op te wachten. Tot na een kilometer of 40 ze toch wel heel lang wegblijven. Ik besluit terug te keren en tref ze aan in een minder leuke situatie. De motor zit behoorlijk diep in het zoute water. Vero is eraf gegooid en staat er nog compleet verdwaasd bij. Het scherm van de KTM is afgebroken en heeft de huid van Oliviers keel over de hele breedte opengereten. De bagage ligt in het rond en de mensen zijn
MAROKKO EN DE WESTELIJKE SAHARA REIZEN
en nog zeiknat van het zeewater, kom ik uiteindelijk aan in Bou Jerif, een hotel in the middle of nowhere uitgebaat door Pierre. Lekker eten en een flesje wijn brengen mij terug op mijn plooien. A la française. Een korte rit over de piste in het binnenland leiden me uiteindelijk tot het surfers resort van Sidi Ifni. Van hieruit gaat het over de weg richting Agadir. Op adem komen in een grote stad doet me heel even goed, maar al snel kronkel ik me langs Tafraoute een weg naar het binnenland en vervoeg ik zo snel mogelijk opnieuw de piste. Ik kies bij elke splitsing resoluut voor de minst bereden optie en die tactiek brengt me langs een paar juweeltjes van pistes die misschien niet zo vergevingsgezind zijn voor mijn materiaal, maar die mijn off-roadhonger meer dan stillen. 50 km lang rijd ik door een droge, met stenen bezaaide rivierbedding, tussen majestueuze bergflanken. Afgelegen dorpsbewoners zijn mijn enige toeschouwers. De lekke band in de brandende zon zorgt even voor een dipje, maar zodra het achterwiel weer spint, slaat die alweer om in een opperbeste stemming. Naast de afgelegen piste van Assa naar S’mara staat er tussen mijn gps tracks nog eentje in de categorie ‘doe ik hem solo of doe ik hem niet?’ De doorsteek van Taroudant naar Marrakesh is uitdagend omdat schuin afgereden smalle pistes tegen de steile flanken op grote hoogte kronkelen. Na wat asfaltgeslinger door de Atlas besluit ik er toch voor te gaan en die ondertussen kale achterband even vakkundig te negeren. Nu ja, dat had ik beter niet gedaan, zo blijkt later. Het achterwiel gaat werkelijk alle richtingen uit en de nodige stabiliteit is ver zoek. De piste zelf is 160 km lang en na een halve dag ben ik slechts 40 km gevorderd in temperaturen tot 48 graden. Ik heb menig bruine streep getrokken, heb de motor twee keer op zijn zij gelegd en ik zit, door de reis ondertussen 7 kg afgevallen, zowat op mijn tandvlees. Voor het eerst sinds al mijn reizen heb ik het wijze besluit genomen rechtsomkeer te maken. Een fiasco op het einde van de reis kan ik missen en ik neem even, zoals alle Marokkanen, de asfaltweg naar Fes. Het is tijd om heel even de toerist uit te hangen en daarna rustig huiswaarts te rijden. Het is mooi geweest. Heel mooi! n
Verweerde Land Rover, Lac Iriki.
Strand van Legzira.
Tarfaya.
“Vooral niet in de glanzende stukken rijden. Je weet nooit hoe diep het water is.”
WITTE STRANDEN De 80 km over het strand van ‘La Plage Blanche’ rijd ik samen met Olivier en Vero bij eb. We nemen de piste naar het strand en de Fransen trekken zich, ondanks het zand en met Vero wandelend naast de motor, toch behoorlijk uit de slag. Ze hebben ondertus-
108 april 2015
ten einde raad. Bovendien zuigt het natte zand dermate aan de motor dat we hem met twee onmogelijk kunnen bevrijden. Ik ga snel een paar vissers om hulp vragen en na 20 minuten trekken en wrikken, hebben we eindelijk de motor uit het zeewater gekregen. Ze hebben geluk gehad. Dit had veel slechter kunnen aflopen. Als bij wonder start de motor bij de eerste aanraking van de startknop; Oostenrijkse topkwaliteit laat zich niet kleinkrijgen. Ik begeleid hen nog even het strand af, we nemen uitgebreid afscheid en ik zet zelf mijn weg, opnieuw solo, verder op het strand. DOE IK HEM SOLO OF DOE IK HEM NIET? Alsof dat alles nog niet genoeg is, word ik 10 km verder als uit het niets bijna van mijn motor afgerukt. Een leukerd had even een vislijntje gespannen, helemaal over het strand, net op ooghoogte. Met bebloed gezicht mag ik van geluk spreken dat de vislijn is geknapt en vooral, dat ze niet 10 cm lager was gespannen. Gehavend
Oude en nieuwe KTM adventure en een enthousiaste Olivier.
april 2015 109