Jaargang 11 oktober 2012 Nummer 38 Natuurkunde Sterrenkunde Wiskunde Informatica, Universiteit Leiden, in samenwerking met studievereniging De Leidsche Flesch.
Faseovergangen in stromend zand Spitzer Space Telescope Overdenkingen over kunstmatige intelligentie
Interviews met Edgar Groenen Peter Stevenhagen en Sjoerd Verduyn Lunel
Eureka!
Redactioneel Beste lezers,
Lieve lezer, Na de zomervakantie is het weer tijd voor een
Behalve dat deze Eureka! in het teken staat
nieuw jaar en een nieuwe Eureka!. De Eureka!
van het verleden, telt deze ook als een nieuw
begint dit jaar feestelijk met een extra dik
begin.
nummer ter ere van het tienjarig bestaan van
Onlangs hebben leden van De Leidsche
ons blad. Over het algemeen proberen we met
Flesch - jullie dus - aangegeven dat Eureka!
onze artikelen de nieuwste ontwikkelingen
niet voelt als het blad van de vereniging en
in de wetenschap onder de aandacht te brengen. In dit num-
dat veel mensen niet weten dat het blad gemaakt wordt door
mer echter nemen we wat afstand en kijken we eens terug op
leden net als zij zelf. Dat willen we anders zien.
de ontwikkelingen van de afgelopen tien jaar. Geheel in thema kijk ik nu ook graag even terug op afgelopen jaar. Een jaar lang
Dit is het eerste nummer dat weer thuis gestuurd kan worden.
ben ik met veel plezier hoofdredacteur geweest. Ik dank de re-
Dat betekent dat je Eureka! niet alleen kan lezen als je op de
dactieleden voor hun inzet en goede ideeën. Samen hebben we
faculteit even niets te doen hebt, maar dat je ook thuis rustig
ook dit jaar weer vier mooie nummers gemaakt. Namens de re-
de interessante artikelen kan lezen of wat meer tijd kunt ne-
dactie zou ik ook graag Nienke willen bedanken. Na jarenlang
men voor de puzzel. En je hoeft dan niet eens zelf te bedenken
(hoofd)redactiewerk zal ze dit jaar de redactie verlaten.
Eureka! mee naar huis te nemen. Daarnaast hebben we vanaf komend nummer iets nieuws om
Tien jaar is lang, zeker in studentenkringen. Met de uitdruk-
Eureka! weer het blad van de Flesch-studenten te maken. Ieder
king "één, twee, traditie" bedoelen we dat gebeurtenissen die
nummer zullen we een artikel plaatsen dat geschreven is door
drie jaar achter elkaar plaatsvinden al in het collectieve geheu-
een medestudent. Iedereen die één van onze studies doet kan
gen zijn verankerd als dingen die altijd al bestonden en dus ook
zo'n artikel schrijven. Dus doe of deed je een gaaf bachelor- of
doorgezet dienen te worden in het volgende jaar. Met haar tien-
masteronderzoek en wil je daarover schrijven: laat het ons we-
jarig bestaan is de Eureka! nu inmiddels een meer dan drievou-
ten. We maken vier nummers per jaar en met vier studies bij
dige traditie, eentje die ergens in de oertijd, door oerstudenten,
onze vereniging komt dat precies uit!
is gestart. Het mooiste nieuwe begin dat wij ons natuurlijk wensen is dat Nu ik het stokje overdraag aan een nieuwe hoofdredacteur,
de redactie uitgebreid kan worden met enthousiaste redactie-
hoop en verwacht ik dat er in de toekomst nog vele Eureka!'s
leden. Heb je dus interesse in ons werk, kom dan vooral eens
zullen worden gemaakt en dat veel nieuwe redactieleden zullen
kijken in onze vergadering of spreek een redactielid aan. Ook
leren van en bijdragen aan het redactieproces, zodat we over 15
als je nog niet zeker weet of je in de redactie plaats wil nemen.
jaar een kwart eeuw Eureka! kunnen gaan vieren.
En maak je geen zorgen: het is zeker niet zo dat je zelf allemaal artikelen moet schrijven. Maar het mag wel natuurlijk, als je
Veel lustum-Eureka!-leesplezier!
dat leuk vindt.
Anouk
Oh, en er is nog iets nieuws: vanaf dit nummer ben ik de nieu-
k u o n A
we hoofdredacteur. Ik ben regelmatig op de faculteit te vinden, zowel in het Snellius als in het Huygens en ik vind het leuk als jullie me aanspreken over Eureka!. Ik hoor graag wat jullie vinden zodat we ons best kunnen doen om het blad beter te maken. Met vriendelijke groeten, Erik Visse Hoofdredacteur Eureka!
2
Eureka! Universiteit Leiden
Colofon
Eureka! jaargang 10, nummer 38, oktober 2012
Faseovergangen in stromend zand
Oplage
ongeveer 2500
Granulaire materie is een steeds sterker opkomend vakgebied van de na-
Redactieadres
Eureka! Magazine Niels Bohrweg 2, 2333 CA Leiden
[email protected] www.physics.leidenuniv.nl/eureka
tuurkunde. Geert Wortel en Martin van Hecke blikken terug op de vragen van tien jaar geleden en omschrijven wat er de laatste jaren bijgeleerd is. Gelukkig
Redactie
blijven er nog mooie vragen over.
10 Stochastische wandelingen De laatste jaren is onderzoek in de kansrekening steeds belangrijker geworden in de Leidse wiskunde. Prof.
Hoofdredactie: Erik Visse Eindredactie: Anna Freudenreich en Casper Remeijer Rubrieksredactie: Hedwig Eerkens, Anna Freudenreich, Swier Heeres, Joram Keijser, Erik Massop, Pim Overgaauw, Casper Remeijer, Esther Schreuders, Anouk van de Stadt, Erik Visse, Falko de Wit, Ellen Schlebusch Aan Eureka! 38 werkten verder mee:
Bas Haring, Edgar Groenen, Frank den Hollander, Geert Wortel, Johan de Ruiter, Martin van Hecke, Nienke van der Marel, Peter Stevenhagen, Sjoerd Verduyn Lunel
Frank den Hollander schrijft over de historie en het belang van onderzoek in de richting van stochastische wandelingen.
14
Drukker
Drukkerij De Bink
Opmaak en design
Interviews met Edgar Groenen Peter Stevenhagen en Sjoerd Verduyn Lunel
teambart
Eureka! is een uitgave van een samenwerkingsverband tussen de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen aan de Universiteit Leiden en studievereniging De Leidsche Flesch en wordt ieder kwartaal gratis verspreid onder studenten en wetenschappelijk personeel van de opleidingen Wiskunde, Informatica, Natuurkunde en Sterrenkunde aan de Universiteit Leiden.
Al eerder interviewden we de drie heren die in dit nummer aan het woord zijn. Ze zijn in de negen of tien jaar tussen de interviews op een andere stoel in de faculteit terecht gekomen. We spreken ze over het verleden en de toekomst.
22
En verder...
Eureka!
Inhoud
Kort kort kort ............................................................................................... 4
Spitzer Space Telescope: .............................................................................. 6 Overdenkingen over kunstmatige intelligentie ........................................... 17 10 jaar Eureka! - 100 jaar Alan Turing ........................................................ 19 De Leidsche Flesch ...................................................................................... 29
De redactie behoudt zich het recht artikelen te wijzigen of niet te plaatsen. Anonieme artikelen worden in principe niet geplaatst.
Het is mogelijk voor scholen en scholieren een abonnement te nemen op Eureka!. Voor een bescheiden bijdrage wordt deze dan toegestuurd. Wilt u meer weten? Neem dan contact op met de redactie. Adverteren in de Eureka! is mogelijk door schriftelijk contact op te nemen met studievereniging De Leidsche Flesch, door te mailen naar
[email protected].
Puzzel ........................................................................................................... 35
Deadline Eureka! 39: 1 november 2012
Adverteerder
Eureka! en al haar inhoud © studievereniging De Leidsche Flesch. Alle rechten voorbehouden.
Quinity ......................................................................................................... 23
Eureka! Universiteit Leiden
3
Eureka! Kort kort kort
In de afgelopen tien jaar is de wereld aardig veranderd. In plaats van recent nieuws brengen we deze keer een kort overzicht van een aantal interessante koppelingen tussen het nieuws nu en het nieuws tien jaar geleden.
Curiosity & Odyssey Op 6 augustus 2012 is de Curiosity, het nieuwste model Rover van NASA, geland op Mars. Het doel is om met dit voertuig meer te weten te komen over hoe deze planeet eruit zag in het verleden. Er zijn door de jaren heen al flink wat NASA missies naar Mars geweest. Tien jaar geleden was er de "2001 Mars Odyssey". Dit ruimtevoertuig is in een baan rond de planeet gebracht en kon in februari 2002 beginnen met het in kaart brengen van de samenstelling van het
LHC in april 2007 eindelijk gereed?
de de aanwezigheid van ijs uit water, wat
In december 2002 is bij CERN een acht-
2008. Pas in november 2009 zal de LHC
in 2008 door de "Phoenix Mars Lander"
jarig financieel plan goedgekeurd, dat
volledig operationeel zijn. Het zal nog
is bevestigd. Daarnaast wordt de Odys-
onder meer beoogt de constructie van de
tot medio 2012 duren voordat de weten-
sey gebruikt voor communicatie tussen
Large Hadron Collider (LHC) in april
schappers van CERN met veel enthousi-
de aarde en voertuigen op het oppervlak
2007 te voltooien met een vertraging van
asme de langverwachte ontdekking van
van Mars. Hieronder valt ook de pas ge-
twee jaar. Helaas is het plan gedoemd te
het higgsboson zullen bekendmaken.
lande Curiosity.
mislukken, onder andere door constructiefouten in magneetbehuizingen die in 2007 ontdekt zullen worden en problemen met elektrische verbindingen in
4
Mars oppervlak. De Odyssey voorspel-
Eureka! Universiteit Leiden
Eureka! Kort kort kort
Tablets Smartphones zijn al een paar jaar niet meer weg te denken en ook tablets worden steeds meer gebruikt. Het idee van een platte computer uit één stuk is niet nieuw. Sinds Alan Kays Dynabook uit 1968 zijn er verschillende verschijningen geweest van soortgelijke apparaten. Iets meer dan tien jaar geleden kwam er een tablet PC van Microsoft op de markt. Deze computer draaide op een aangepaste
Poincaré-vermoeden bewezen?
versie van Windows XP en was te besturen met behulp van een pen. Dit
In 2002 en 2003 zijn drie artikelen
zijn dat het bewijs correct is en zal aan
tablet en andere versies zijn vooral ge-
gepubliceerd op arXiv die samen het
de auteur, Grigori Perelman, de Fields
bruikt door de zakenwereld en nooit
Poincaré-vermoeden lijken te bewij-
Medal worden toegekend, die hij echter
echt aangeslagen bij het grote publiek.
zen. Het Poincaré-vermoeden zegt dat
niet zal aannemen. Ook de eerste Clay
Dat gebeurde pas in 2010 toen Apple
elke gesloten wegsamenhangende drie-
Millenium Prize zal hij afslaan.
kwam met de iPad.
dimensionale manifold homeomorf is met het boloppervlak van de vierdimensionale bol. In 2006 zal de consensus
Contact met Envisat verloren Op 9 mei 2012 heeft ESA na iets meer dan 10 jaar de missie van Envisat officieel beeindigd. De aardobservatiesatelliet van 8 ton is nog steeds in een baan om de aarde, maar er is geen communicatie meer mogelijk. Envisat kon informatie verzamelen over bijvoorbeeld de samenstelling van de atmosfeer, de oppervlaktetemperatuur van de oceaan, de ijskappen en hoogten op aarde. Zo heeft Envisat de gaten in de ozonlaag bestudeerd, data aangedragen voor klimaatmodellen en nieuw inzicht verschaft over tectoniek. Envisat heeft tweemaal zo lang gefunctioneerd als gepland.
Eureka! Universiteit Leiden
5
Eureka!
Spitzer Space Telescope: een blik in de geboortewieg van sterren en planeten Negen jaar geleden, op 25 augustus 2003, werd de Spitzer Space Telescope gelanceerd. Deze ruimtetelescoop ging waarnemingen doen in het golflengtegebied dat vanaf aarde amper waar te nemen is, het mid-infrarood. In Eureka #6 vertelde Vincent Geers, toen nog promovendus in de astrochemie groep in Leiden, enthousiast over de mogelijkheden van de Spitzer telescoop. Eindelijk zouden we meer te weten kunnen komen over steren planeetvorming in nabije stervormingsgebieden! Wat is de status van het Spitzer onderzoek in 2012?
DOOR Nienke van der Marel
Met drie instrumenten aan boord heeft
licht op langere golflengtes weer uit als thermische straling. He-
Spitzer de beschikking over een enorm
laas is deze infrarode straling vanaf aarde vrijwel onzichtbaar,
golflengtebereik in het infrarood: van
als gevolg van absorptie door watergas in de aardatmosfeer (zie
3 tot 160 micrometer konden waarne-
Fig. 2).
mingen worden gedaan. Inmiddels is de hoofdmissie van Spitzer afgelopen: in mei 2009 was het vloeibare helium (nodig voor de koeling van de instrumenten) uitgeput en kon Spitzer enkel nog op de kortste golflengtes (3.6 en 4.5 μm) doorgaan met waarnemen in de zogenaamde 'warme' missie. Toch een indrukwekkende prestatie: in plaats van de geplande 2,5 jaar heeft Spitzer bijna De Spitzer Space Telescope
zes jaar volledig kunnen opereren en de
voor lancering, in het NASA
warme missie loopt in ieder geval nog
testcentrum.
door tot en met 2014!
In de jaren van de hoofdmissie is er een schat aan infrarode data
Figuur 2: De absorptie van straling in de aardatmosfeer van het optische
genomen en terug naar aarde gezonden, voor analyse door astro-
tot het ver-infrarode deel van het spectrum als gevolg van onder meer
nomen. Nog steeds is niet alle data gepubliceerd en verschijnen
water, koolstofdioxide en zuurstof. Om deze reden worden veel infrarood
er maandelijks artikelen met nieuwe inzichten over sterren, ster-
waarnemingen met ruimtetelescopen gedaan.
renstelsels en andere objecten bekeken door de infrarode bril.
6
Met name op gebied van ster- en planeetvorming is dit golfleng-
Ster- en planeetvorming is een fascinerend onderdeel van de he-
tegebied interessant, omdat in het beginstadium van een ster
dendaagse sterrenkunde. In dit vakgebied proberen astronomen
deze is omgeven door wolken van stof en gas, waaruit de jonge
antwoorden te vinden op de vragen: waar komen wij vandaan?
ster ('protoster') groeit. Het omringende gas en stof absorbeert
Wat is de oorsprong van de Aarde en de andere planeten? Zijn
het zichtbare licht van de protoster, waardoor je deze niet meer
de omstandigheden op Aarde uniek? Kan er ook leven elders in
waar kunt nemen, maar doordat het stof opwarmt, zendt deze het
het heelal zijn ontstaan? Pas halverwege de 20e eeuw ontstond
Eureka! Universiteit Leiden
Eureka! het idee dat sterren niet eeuwig leven, maar worden geboren, opgroeien, een tijdlang leven en dan weer 'sterven'. Getriggerd door
Ster- en planeetvorming
de ontdekking van onder meer het interstellaire medium, gas- en stofwolken, sterren met afwijkende 'kleuren' en temperaturen en objecten met zeer hoge snelheden, werden in de jaren tachtig de eerste theorieën en fysische modellen van stervorming ontwikkeld (zie kaderstukje).
Hoewel er al in de jaren tachtig en negentig ruimtetelescopen waren die in het infrarood waarnemingen deden (IRAS en ISO), zijn deze data minder geschikt om de stervormingsmodellen te testen. Het voornaamste probleem is de gevoeligheid van de instrumenten aan boord van deze telescopen: enkel de helderste objecten konden worden gedetecteerd. Daardoor zijn de jonge protosterren die door IRAS en ISO surveys werden ontdekt voornamelijk zwaardere sterren. De fysische processen voor de vorming van zware sterren zijn nog veel minder goed begrepen dan die voor lichte sterren (zie kader), omdat de grote hoeveelheid materie en hoge helderheid last hebben van allerlei bijeffecten, zoals magnetische velden, ionisatie en turbulentie. Het stervormingsmodel zoals beschreven in het kader kan niet zomaar worden opgeschaald voor deze massa's en het kon dus ook niet goed worden getoetst met behulp van deze data.
Een simpel model van ster- en planeetvorming, naar modellen van Shu et al. 1987 voor sterren met een kleine massa (minder dan 5
De kracht van Spitzer was dan ook de enorm hoge gevoeligheid,
zonsmassa's). Grote wolken van gas en stof klonteren samen door
waarmee sterren met een helderheid tot wel 10 000 keer zwak-
zwaartekracht en turbulentie tot dichte kernen, die vervolgens
ker dan ISO detecties konden worden opgespoord. Spitzer werd
steeds meer materiaal naar zich toe trekken (accretie) en proto-
dan ook met name gebruikt als survey-instrument: de nabije
sterren vormen. In het vroege stadium ontstaan rond een protoster
stervormingsgebieden, die al bekend waren als zwarte wolken
een roterende schijf en een bipolaire jet, die wolkmateriaal naar
in het optisch, werden volledig gescand in alle golflengtes van
boven en naar onderaan 'wegblaast'. Deze jet opent zich naar bui-
de Spitzer instrumenten: het IRAC instrument mat de helderheid
ten, tot alleen de circumstellaire schijf (van stof en gas) overblijft,
op 3.6, 4.5, 5.8 en 8.0 μm, en het MIPS instrument op 24, 70 en
en materiaal naar de protoster blijft vervoeren. Er vallen gaten in
160 μm. Vervolgens begon de gigantische klus om al deze kaar-
de schijf, als gevolg van de steeds helderder wordende ster, ster-
ten op verschillende golflengtes met elkaar te vergelijken, en de
renwind en (mogelijk) planeetvorming, en uiteindelijk blijft enkel
posities van bronnen over een breed golflengte gebied kloppend
een ster met een planetenstelsel over.
te maken. Een groot probleem in infrarode sterrenkunde is de spatiële re-
je vanaf een hoog gebouw neemt van een groep mensen bene-
solutie (oplossend vermogen): de resolutie schaalt met de golf-
den: het gezicht van ieder persoon is misschien maar een paar
lengte over telescoopdiameter (λ/D) en een ruimtetelescoop kan
pixels groot en je kunt neus, mond en ogen niet van elkaar on-
om zowel praktische als financiële redenen niet erg groot zijn.
derscheiden. Daarom wordt er van elk gedetecteerd object in de
Daarom is de resolutie van een dergelijke telescoop zo groot,
stervormingsgebieden een zogenaamde Spectral Energy Distri-
dat alle straling van ster, circumstellaire schijf en een groot deel van de gaswolk gelijktijdig worden gemeten en niet van elkaar
Lees verder
onderscheiden kunnen worden. Vergelijk het met een foto die Eureka! Universiteit Leiden
7
Eureka! bution (SED) gemaakt: de helderheid als functie van golflengte,
daarmee de levensduur van elke fase. De totale geboorte van
voor een bereik van 1 tot wel 1000 μm, waarbij de helderheid op
een ster, van wolk tot planetair systeem duurt namelijk meer dan
elke beschikbare golflengte op dezelfde positie wordt gemeten.
tien miljoen jaar, en statistiek is de enige mogelijkheid om te
Omdat elke fase van stervorming een andere SED vorm heeft
voorspellen hoe lang elke fase duurt. Met deze kennis kan men
(zie Fig. 4) kan op die manier elk object geclassificeerd worden.
betere grenzen stellen aan begin- en eindomstandigheden van elke fase, zoals temperatuur of dichtheid, zodat de evolutieprocessen kunnen worden gemodelleerd. Een van de belangrijkste ontdekkingen van de c2d survey en classificatie is dat de vroege fases, waarin de ster nog in de wolk zit, veel langer duren dan voorheen gedacht: het duurt een half tot een miljoen jaar voordat de SED gedomineerd wordt door de ster en de schijf. Aan de andere kant blijken veel van de donkere wolken in stervormingsgebieden in tegenstelling tot wat eerder werd gedacht niet sterloos te zijn: het licht van de jonge ster in het centrum van de wolk is nog heel zwak in vergelijking met de thermische straling van het stof, maar met de gevoeligheid van Spitzer kon deze toch gemeten worden. Bovendien lijkt het simpele model van een continue stroom van materie die wordt opgenomen door de ster niet te kloppen. De helderheid van een protoster wordt
Figuur 4: De Spectral Energy Distribution (SED) van vier opeenvol-
enkel veroorzaakt doordat de ster materiaal in zich opneemt, er
gende klasses jonge sterren. In de vroegste fase (Class 0) domineert de
is nog geen kernfusie zoals in volwassen sterren. De grote sprei-
thermische straling van het stof van de wolk waaruit de ster ontstaat de
ding van helderheden van jonge sterren wijst erop dat een ster
SED, het licht van de protoster is in vergelijking heel erg zwak. In de
groeit door episodische accretie: gedurende korte tijdsperiodes
volgende fase, als de protoster verder gegroeid en een stuk helderder
wordt er plotseling heel veel materiaal op de ster gedeponeerd,
is, wordt de straling van de ster (gestreepte lijn) al beter zichtbaar en
in plaats van een continue, langzame stroom.
het stof heter, waardoor de SED ook op kortere golflengtes dan 50 μm helder wordt (Class I). Als het grootste deel van de materie van de wolk
Spitzer heeft ook veel inzicht gegeven in de circumstellaire
verdwenen is (weggeblazen, opgenomen door de ster of in de circumstel-
schijven, waaruit uiteindelijk de planeten gevormd worden.
laire schijf) wordt de SED gedomineerd door de 'blackbody' of zwarte
Met name de spectroscoop op Spitzer (IRS) heeft talloze vra-
lichaam straling van de ster, en het stof in de schijf straalt op de langere
gen beantwoord, en daarnaast nog meer nieuwe vragen gesteld.
golflengtes in het infrarood (Class II). Uiteindelijk blijft alleen de jonge
Het IRS spectrum loopt van 5 tot 35 μm, en bevat spectrale lij-
ster nog over (Class III), planeten zijn in verhouding te zwak om in de
nen van verschillende gasmoleculen, ijsmoleculen, banden van
SED zichtbaar te zijn.
verschillende types stofdeeltjes en een belangrijk deel van de SED voor het begrip van de evolutie van een schijf. Ook voor sterren met schijven geldt, dat eerdere telescopen met name de
Het resultaat van een van Spitzers grote surveys, het Cores to
schijven van heldere, zwaardere sterren (ook wel Herbig sterren
Disks (c2d) programma, was een catalogus van meer dan dui-
genoemd) hebben waargenomen, wat dus nog weinig zegt over
zend jonge sterren van verschillende classificaties in vijf nabije
de eigenschappen van zonachtige sterren. Een van de belangrijk-
stervormingsgebieden: Serpens, Lupus, Ophiuchus, Chamae-
ste ontdekkingen zijn de zogenaamde transitieschijven: schijven
leon en Perseus. Later werd de Taurus catalogus met nog eens
met een dip tussen 10 en 30 μm, wat erop duidt dat het hete stof
350 jonge sterren toegevoegd. Deze catalogi zijn van enorm be-
vlakbij de ster verdwenen is en er dus een 'gat' in de schijf zit, die
lang voor het begrip van stervorming: niet alleen bevatten ze
mogelijk wordt veroorzaakt door de vorming van een planeet.
een veel bredere varieteit aan massa's en fases in de evolutie
Spitzer gaf het definitieve bewijs dat dit soort schijven geen uit-
dan de oude catalogi van IRAS en ISO, maar het aantal bekende
zonderlijk fenomeen waren en mogelijk zelfs een evolutiefase
jonge sterren is explosief toegenomen. Daardoor is het mogelijk
vormen die elke schijf meemaakt.
om uitgebreide statistieken te bepalen van de protosterren, en 8
Eureka! Universiteit Leiden
Eureka! Een van de grote vraagstukken in de astrochemie is de vorming van moleculen in de ijsfase. Op de stofdeeltjes kunnen (bij voldoende lage temperaturen, bijvoorbeeld in de buitenste delen van de wolk en schijf) moleculen vastvriezen en onder invloed van UV straling en botsingen van kleinere gasmoleculen steeds grotere complexe moleculen vormen. Zodra deze ijsdeeltjes in de buurt van de ster komen verdampt het ijs en komen de gasmoleculen vrij. Mogelijk zijn ook biomoleculen, nodig voor het vormen van leven, op deze manier ontstaan. IJsmoleculen kunnen worden waargenomen als zwakke absorptiebanden in het infra-
Figuur 5: Het stervormingsgebied Ophiuchus waargenomen met de
rood en zijn daarom alleen met Spitzer te detecteren. Van meer
Spitzer telescoop.
dan 50 jonge sterren zijn de ijsspectra geanalyseerd met behulp van laboratoriumspectra en het blijkt dat het ijs ook een evolutie
kristalliniteit (in hoeverre een stofdeeltje is geëvolueerd tot een
doormaakt, waar eerst waterijs wordt gevormd, daarna CO vast-
kristalvorm) na een korte evolutie in het begin vrijwel hetzelfde
vriest en kleine moleculen vormt en tenslotte (onder invloed van
blijft gedurende de levensduur van de schijf. En stofdeeltjes aan
UV en thermische straling) verdampt, terwijl steeds complexere
het oppervlak van een schijf groeien een stuk sneller dan ver-
moleculen worden gevormd. De samenstelling van het ijs in de
wacht: het feit dat de verdere groei toch nog langer duurt impli-
latere fases van jonge sterren komt bovendien overeen met die in
ceert dat de deeltjes ook weer in klein stukjes breken bij verdere
kometen, wat suggereert dat kometen al zijn ontstaan voordat de
botsingen, wat weer inzicht geeft in de ingewikkelde turbulentie
ster volledig was gevormd.
van deeltjes in een schijf.
Ook het gas in schijven is erg interessant: gas speelt een belang-
Alles bij elkaar heeft Spitzer veel vragen beantwoord, maar blij-
rijke rol in de evolutie van een schijf, door temperatuur, visco-
ken veel processen een stuk ingewikkelder dan gedacht. Met
siteit, chemische reacties en de vorming van grote gasplaneten.
nieuwe telescopen zoals Herschel en ALMA hopen de astrono-
Modellen van schijven voorspelden een levensduur van slechts
men de nieuwe vragen te gaan onderzoeken.
een paar honderdduizend jaar, terwijl bekende waargenomen schijven miljoenen jaren oud zijn: kennelijk zijn de modellen niet goed genoeg. Uit Spitzer waarnemingen van onder meer Ne+, H2 , en Fe blijkt dat de modellen inderdaad incompleet zijn, zo is de invloed van UV en EUV straling groter dan gedacht en ontstaan er schokgolven als gevolg van de interactie van de sterrenwind met het oppervlak van de schijf. Ook zijn H2O, OH en HCN voor het eerst gedetecteerd in het binnenste deel van enkele schijven, wat een belangrijke stap is voor de studie van het ontstaan van leven op planeten. Verder is gebleken dat polyaromatische koolwaterstoffen (PAK's, grote organische ketens van benzeenrin-
Nienke van der Marel Nienke van der Marel is promovenda in de astrochemiegroep aan Universiteit Leiden bij professor Ewine van Dishoeck en werkt aan de studie van gas in protoplanetaire schijven met ALMA. Ze is afgelopen voorjaar afgestudeerd in de master Astronomy and Instrumentation in Leiden.
gen) in de gasfase veel minder voorkomen bij lichte protosterren in vergelijking met hun zware broertjes. De studie van PAKs is van groot belang voor het begrip van de ontwikkeling van leven, onlangs ontving de Leidse hoogleraar Xander Tielens de Spinozapremie voor zijn onderzoek aan PAKs. Ook stofdeeltjes kunnen worden bestudeerd met spectroscopie: zowel de vorm als de intensiteit van de emissiebanden van silicaten (rond 10 en 20 μm) geven inzicht in de evolutie van de stofdeeltjes in de schijf, wat van groot belang is voor het ontwikkelen van modellen die berekenen hoe de deeltjes tot planeten uitgroeien. Zo blijkt dat de Eureka! Universiteit Leiden
9
Eureka!
Faseovergangen in stromend zand DOOR Geert Wortel en Martin van Hecke
Tien jaar geleden vertelden we in Eureka! over zandstro-
De laatste jaren zijn we veel wijzer geworden over de overgang
ming in een nieuwe ‘split-bottom’-geometrie die we zo-
tussen de stromende en vaste toestand van zand. Het startpunt
juist hadden ontwikkeld. Als motivatie schreven we: “Stel
is de observatie dat bij de hoek waarbij de korrels voor het eerst
je voor dat je een emmer met zand leegkiept. Uit ervaring
gaan stromen, de stroming direct vrij snel is – de overgang van
weet je dat je de emmer voldoende schuin moet houden
‘geen stroming’ naar ‘snelle stroming’ gaat met een spronge-
en eventueel een beetje moet schudden, anders stroomt
tje, net zoals in een eerste orde faseovergang (bv. de vloeistof-
het zand niet. Verbazingwekkend veel aspecten aan dit tri-
gasovergang).
viale experiment zijn slecht begrepen.” We zijn nu tien jaar onderzoek verder – wat zijn de nieuwe inzichten?
Er komen twee vragen op. Ten eerste: heeft deze overgang vergelijkbare eigenschappen met een eerste orde faseovergang, zoals hysterese? Ten tweede: kunnen we, net zoals bij de vloeistof-gasovergang, nog een tweede parameter variëren zodat we een kritisch punt bereiken waar de overgang continu wordt (zie figuur 1)
Figuur 1: Eerste en tweede orde faseovergangen in het fasediagram van ‘gewone’ stoffen – we concentreren hier op de gas- en vloeistoffase, omdat de vaste fase kristallijn is en daarmee niet zo relevant voor wanordelijke granulaire materialen. Voor lage druk is de overgang tussen gas en vloeistof discontinu, maar bij het kritische punt (voor water: 374°C, 2.21∙107 Pa) eindigt de lijn van eerste orde faseovergangen in een kritisch punt, waar de overgang tussen gas en vloeistof continu (tweede orde) is.
10
Eureka! Universiteit Leiden
Eureka!
Experiment
snelheid Ω en meten hoeveel moment T daarvoor nodig is. Het
Om de overgang tussen een vaste en vloeiende granulaire toe-
kan ook andersom: je laat een bepaalde T werken en meet Ω
stand beter te begrijpen, meten we de krachten die nodig zijn
(zie figuur 2). Als ‘zand’ gebruiken we glasballetjes met een
om zandstroming te veroorzaken in een split-bottomgeometrie.
diameter van 1 mm.
We gebruiken daarvoor een zogenaamde rheometer. Dit apparaat kan uiterst nauwkeurig een as laten roteren met een hoek-
Om het voorbeeld van de kantelende emmer na te bootsen kun je het volgende experiment doen: je zet een bepaald moment T op de as en meet of de as gaat draaien. Het moment is vergelijkbaar met de kantelhoek en het eventuele draaien van de as is vergelijkbaar met het stromen van het zand. Als je dit experiment doet, zie je dat er een minimaal moment nodig is om de as überhaupt in beweging te krijgen; we noemen dit moment de ‘yield torque’ (Ty ). De klassieke verklaring hiervoor is als volgt: vanwege de wrijving tussen de korrels moet je een minimale kracht op het zand uitoefenen voordat het gaat stromen. Net als in het geval met de emmer vinden we dat het
Figuur 2: Een split-bottom cell is een cilindervormige container
niet mogelijk is om de schijf traag te draaien, zo gauw T>Ty is,
waarvan de bodem in een centrale schijf en ring gesplitst is. In ons
draait de as snel (zie figuur 3, links).
experiment koppelen we de schijf aan de rheometer; de draaiing van de schijf levert dan korrelstroming op – onze eerdere innovatie was dat de
We het kunnen het experiment ook andersom doen. We kunnen
stroming die je dan krijgt heel gelijkmatig en continu is, in tegenstelling
de rheometer vragen de as traag te draaien om zo te achterha-
tot veel andere granulaire stromingen die altijd in een dun laagje bij een
len hoeveel moment hiervoor nodig is. De resulterende curve
wand plaatsvinden.
Lees verder Eureka! Universiteit Leiden
11
Eureka!
Figuur 3: Links: de rotatiesnelheid van de schijf Ω als functie van de
Figuur 4: Rheologische curves voor verschillende schudsterkte Γ.
hoeveelheid moment T vertoont een discontinue sprong bij Ty. Rechts: Als functie van de Ω neemt het moment af bij toenemende stromingssnelheid. Γ=0 betekent dat er niet geschud werd in dit experiment.
karakteriseert de stroming van het zand en wordt ook wel een
hoekmomenten zijn die corresponderen met twee verschillende
rheologische curve genoemd. Het resultaat van deze meting
stroomsnelheden: een trage en een snelle.
voor lage Ω is verrassend: je vindt dat als je de as sneller wilt draaien, je daar minder moment voor nodig hebt (zie figuur 3,
Eerste orde faseovergang
rechts). Vergelijk dit met het duwen van een auto die je minder
We onderzoeken de overgang tussen trage en snelle stroming
hard hoeft te duwen als je wilt dat hij harder vooruit gaat – dat
door geleidelijk het hoekmoment te veranderen en de hoeksnel-
is instabiel!
heid te meten. We beginnen met een laag hoekmoment en dus een lage snelheid (zie figuur 5). Tijdens het verhogen van het
Een nieuw regime door te schudden
moment schiet ineens de hoeksnelheid omhoog. Als we dan het
Als we weer aan de emmer denken, realiseren we ons dat je
hoekmoment weer laten afnemen zien we dat we voor een lager
het zand makkelijker kunt later stromen als je de emmer een
moment weer terugvallen naar trage stroming – er is hysterese.
beetje schudt. In analogie met het fasediagram voor water,
Zowel voor niet schudden als voor een beetje schudden zien
waar je met twee controleparameters veel meer ziet dan met
we deze scherpe overgang tussen geen/trage stroming en snelle
één, hebben we de invloed van een vibratie Asin(ωt) onder-
stroming. Deze overgang vertoont sterke overeenkomsten met
zocht (de schudsterkte Γ is gedefinieerd als Aω /g , met g de
een eerste orde faseovergang.
2
zwaartekrachtsversnelling). We kunnen nu het gevibreerde zand karakteriseren door rheo-
Tweede orde kritisch punt?
logische curves te meten die corresponderen met verschillende
Een logische volgende vraag is of we ook een geleidelijke over-
vibratiesterktes (zie figuur 4).
gang – lijkend op een kritisch tweede orde faseovergang – kunnen zien tussen trage en snelle stroming. Als deze er is, ver-
12
Wat opvalt aan de rheologische curves voor gevibreerd zand is
wachten we hem voor de schudsterkte die hoort bij de groene
dat de helling bij lage Ω nu wel positief is. Hier is het dus nu
curve in figuur 4, waar de schudsterkte Γ ≈ 0.7 is. In de groene
wel mogelijk om het zand stabiel zachtjes te laten stromen. De
curve zien we een plateau dat suggereert dat het zand voor een
middelste (blauwe) rheologische curves hebben echter ook nog
bepaald moment veel verschillende hoeksnelheden kan aanne-
een gedeelte met negatieve helling. Het gevolg daarvan is dat er
men. Wat gebeurt er als we via dat plateau van de trage naar
Eureka! Universiteit Leiden
Eureka!
Figuur 5: Hysterese die lijkt op het gedrag bij een eerste orde faseover-
Figuur 6: Voor deze meting draaien we met constant hoekmoment en
gang. T begint laag dus de schrijf draait traag. Het moment wordt dan
meten we Ω als functie van de tijd. We bepalen de gemiddelde Ω en
verhoogd en op zeker moment schiet de hoeksnelheid omhoog. Als het
tekenen het datapunt. De kleur van het datapunt wordt bepaald door de
moment dan weer verlaagd wordt, schiet de hoeksnelheid pas bij een
fluctuaties van Ω. Het is duidelijk te zien dat deze toenemen richting het
lager moment terug naar de lage snelheid.
kritische punt. Dat de bovenste curves onderbroken zijn is omdat er voor die Ω’s geen stabiele stroming mogelijk is.
de snelle stroming gaan? Kunnen we hier aanwijzingen vinden voor een tweede orde faseovergang?
Geert Wortel
Allereerst vinden we dat in experimenten waar we het moment
Geert Wortel is na afstudeerwerk in de harde en zachte gecondenseerde materie in 2010 begonnen aan een promotie bij Martin van Hecke. Behalve aan het stroomgedrag van gevibreerd zand, werkt hij ook aan het stroomgedrag van niet bol-vormige deeltjes en aan de elastische eigenschappen van pakkingen van zogenaamde hydrogelbollen.
controleren en de vibratie op Γ = 0.7 vastzetten, de stromingssnelheid inderdaad zonder sprong toeneemt. Tegelijkertijd zien we ook dat de fluctuaties in de stromingssnelheid groot worden bij het kritische punt (zie figuur 6) – precies zoals je verwacht bij een tweede orde faseovergang. We hebben ook gezien dat de autocorrelatiefunctie van de stromingssnelheid langere tijdschalen laat zien – opnieuw precies zoals je verwacht bij een tweede orde faseovergang. We hebben gezien dat om de stroming van zand te begrijpen, het nuttig is het zand te schudden. We weten nu waarom nietgeschud zand niet langzaam kan stromen en hebben een geheel nieuw kritisch punt gevonden in het `zand-fasediagram’. Er zijn twee grote vragen over: kunnen we in de zandstroming een
Martin van Hecke Martin van Hecke leidt de groep ‘Granulaire en Wanordelijke Materialen’, waar we het gedrag van zand, schuim, en andere deeltjes systemen proberen te begrijpen. Daarnaast zijn we een nieuwe lijn in de mechanica van elastische netwerken aan het opzetten.
kritische (divergerende) lengteschaal vinden en hebben andere materialen (schuim, emulsies, suspensies) ook een dergelijk kritisch punt? Meer over tien jaar …
Eureka! Universiteit Leiden
13
Eureka!
STOCHASTISCHE WANDELINGEN Een stochastische wandeling. Stochastische wandelingen zijn de wiskundige idealisatie van diffusieprocessen in fysische, chemische en biologische systemen.
DOOR Frank den Hollander, Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden
Het meest eenvoudige voorbeeld is de simpele stochastische
Het is alom bekend dat de simple stochastische wandeling een
wandeling (Sn)∞ op de gehele getallen ℤ, die gedefinieerd is n=0
schalingslimiet heeft, namelijk
als
waarbij (Xi) i∈ℕ een rij van onafhankelijke en identiek verdeelde stochastische variabelen is, die met kans ½ de waarde _1 en
nt └ ┘ het grootste gehele getal ≤ nt is. Het limietproces is de zogewaar
) betekent "convergentie in kansverdeling", en
met kans ½ de waarde +1 aannemen. Denk aan Xi als de grootte
naamde Brownse beweging, een grillig stochastisch proces op
van de i-de sprong van de wandelaar (achterwaarts of voor-
de reële rechte ℝ dat "voortdurend van richting verandert".
waarts) en aan Sn als de positie van de wandelaar op tijdstip
Brownse beweging is het meest eenvoudige voorbeeld van een
n. De sprongkansen kunnen we als volgt in een plaatje weer-
diffusieprocess.
geven: De simpele stochastische wandeling kan worden uitgebreid naar hogere dimensies, bijvoorbeeld naar het d-dimensionale rooster ℤd, waarna de schalingslimiet in ℝd plaatsvindt. De Schotse botanicus Robert Brown observeerde in 1827 de grillige 14
Eureka! Universiteit Leiden
Eureka!
beweging van stuifmeeldeeltjes opgelost in water en schreef
De sprongkansen zijn nu niet meer homogeen, maar hangen af
dit toe aan een intrinsieke "onrust" van die deeltjes. Later werd
van de positie van de wandelaar.
duidelijk, mede door het theoretische werk van Albert Einstein in 1905 en het experimentele werk van Jean Perrin in 1909,
Wat dit model bijzonder maakt is dat de wandelaar veel tijd
dat deze grillige beweging ontstaat doordat de watermoleculen
verliest op plekken waar het naar rechts een lange streng M's
tegen de deeltjes botsen en die voortdurend van richting doen
ziet en naar links een lange streng K's. Op die plekken zit de
veranderen. Brown had het dus bij het verkeerde eind, maar
wandelaar als het ware "gevangen" tussen strengen die hem
zijn naam is wel aan het verschijnsel verbonden gebleven. Ove-
"alsmaar terug duwen". Rond 1980 is bewezen dat
rigens, de Nederlandse fysicus Jan Ingenhousz had eenzelfde beweging, maar dan voor koolstofdeeltjes in water, al in de 18e eeuw geobserveerd. Misschien heeft de Nederlandse microbioloog Antonie van Leeuwenhoek het verschijnsel al in de 17e
waarbij
) refereert aan de gezamenlijke kansverdeling van
eeuw door zijn microscoop gezien. Niemand die het weet.
de omgeving en de wandelaar. Omdat (log n)2 <<
, laat dit
resultaat zien dat de wandeling sterk subdiffusief is. De "valSinds die vliegende start, kort na 1900, wordt de stochastische
len" zijn dus zeer effectief. Het limietproces blijkt nog grilliger
wandeling gebruikt als wiskundig model voor tal van diffusie-
te zijn dan Brownse beweging: het maakt sprongen op toeval-
achtige verschijnselen, bijvoorbeeld, zoals die voorkomen in
lige tijdstippen, die corresponderen met het ontsnappen van de
de materiaalkunde (verspreiding van scheurtjes in beton), de
wandelaar uit een val en het opnieuw worden ingevangen van
epidemiologie (verspreiding van infecties), de populatiegene-
de wandelaar in een andere val.
tica (verspreiding van erfelijke informatie in DNA), de oceanografie (fluctuaties in de zoutconcentratie) en de financiële
Ook nu weer kan het probleem in hogere dimensies worden
sector (fluctuaties op de beurs). Wiskundig is er de afgelopen
bekeken. Echter, het wordt dan wiskundig aanzienlijk inge-
honderd jaar heel veel aan gerekend. De stochastische wande-
wikkelder. Hoewel we inmiddels veel weten, zijn er nog tal
ling is daarmee tot een centraal onderdeel van de stochastiek
van open vragen. Bijvoorbeeld, het vermoeden bestaat dat ook
geworden.
in twee dimensies het proces subdiffusief is, maar dat in dimensies drie of meer het weer diffusief is. M.a.w. de "vallen"
Een stochastische wandeling in een stochastische omgeving
zijn er nog wel, maar ze kunnen de wandelaar niet lang genoeg vasthouden. Dit vermoeden is al 20 jaar open.
Wat gebeurt er wanneer we de sprongkansen toevallig kiezen? Bijvoorbeeld, bij elk geheel getal plaats ik een zuivere munt
Stochastische wandelingen in stochastische omgevingen wor-
en gooi die 1 keer. Wanneer de worp kop (K) is, dan laat ik de
den intensief bestudeerd sinds 1975. Ze zijn een model voor
wandelaar op dit punt met kans p ∈ ( ½, 1) naar rechts springen en met kans 1 _ p naar links. Maar wanneer de worp munt
diffusieprocessen in systemen die op microscopische schaal
(M) is dan kies ik de sprongkansen precies omgekeerd. In een
Er wordt in de fysica, de chemie en de biologie veel onderzoek
plaatje:
verricht naar wandordelijke systemen, omdat ze tal van bijzon-
wanordelijk zijn, zoals legeringen, halfgeleiders en spinglazen.
dere eigenschappen hebben. Ook hier vormt ons probleem dus een centraal onderdeel van een groter onderzoeksgebied.
Een stochastische wandeling in een dynamische stochastische omgeving Het rijtje kop en munt kan er bijvoorbeeld als volgt uitzien:
Wat gebeurt er wanneer we de sprongkansen niet alleen toevallig kiezen, maar ook nog eens laten evolueren in de tijd?
... MMMKKMMMMMKKKKKMKMKKMMMKKMK ...
Bijvoorbeeld, bij elk geheel getal gooi ik mijn zuivere munt niet 1 keer, maar telkens opnieuw, en ik noteer de uitkomst na Lees verder Eureka! Universiteit Leiden
15
Eureka! elke tijdseenheid. Bijvoorbeeld, het rijtje van kop en munt kan
Ook vanuit het gezichtspunt van toepassingen is het natuurlijk
als volgt veranderen:
om dynamica aan ons model toe te voegen. Immers, wanordelijke systemen veranderen voortdurend op microscopische
...MMMKKMMMMMKKKKKMKMKKMMMKKMK ...
schaal: door de trilling van atomen en moleculen veranderen
... MMMKKMMKMMKKKMKMKMKKMMMKKMK ...
de posities van inhomogeniteiten. Bij lage temperatuur gebeurt
... MKMKKMMKMMKMKKKMKKKKMMKMMMK ...
dit langzaam, bij hoge temperatuur snel.
... MKMMMMMKMMKMKKKMKKKKMMKMMKM ... ... KKMMMMMMMMKKKMKMKMKKMMMKMKM ...
Onderzoek in Leiden
... KKMKKMMMMMKKKKKMKMKKMMMMKKM ...
Met mijn stochastiekgroep in Leiden heb ik de afgelopen vijf jaar intensief aan het laatste onderwerp gewerkt, samen met
De sprongkansen hangen nu niet alleen af van de positie van de
Luca Avena (promotie in 2010, thans postdoc aan de universi-
wandelaar, maar ook van de tijd.
teit van Zürich) en met Renato dos Santos en Florian Völlering (beiden aio in Leiden, promotie in het najaar van 2012). Tevens
Er zijn vele variaties op deze dynamica mogelijk. Bijvoorbeeld,
is er intensieve samenwerking met de hoogleraren Frank Redig
ik zou de M's kunnen vervangen door "deeltjes" die ik op toe-
(TU Delft) en Vladas Sidoravicius (IMPA, Rio de Janeiro). Het
vallige wijze heen en weer laat springen over de gehele ge-
blijkt dat er een rijk palet van schalingsgedrag is en dat fraaie
tallen, met de restrictie dat ze niet op elkaar mogen springen.
wiskundige technieken van stal gehaald kunnen worden om de
De K's vertegenwoordigen dan de posities waar geen deeltjes
vermoedens rond dit schalingsgedrag te lijf te gaan. Kortom, er
zitten. In dat geval heet de dynamica het exclusieproces. Ook
is veel werk aan de winkel.
zou ik de M's en de K's kunnen vervangen door "spins" (mag-
In september 2012 arriveert David Stahl (nieuwe aio in Leiden,
neetjes) die naar boven (M) dan wel naar beneden (K) kunnen
thans student aan de universiteit van Bonn).
wijzen en die ik op toevallige wijze heen en weer laat "flippen" afhankelijk van de toestand van naburige spins. In dat geval heet de dynamica het Glauber spin-flip-proces. Frank den Hollander
De dynamische versie van ons model wordt pas sinds 10 jaar bestudeerd. Een centrale vraag luidt: "Wanneer de evolutie van de omgeving langzaam is, gedraagt de wandelaar zich dan kwalitatief als in het statische model? En wanneer de evolutie van de omgeving snel is, beweegt de wandelaar zich dan bijna zoals in het homogene model, omdat het steeds effectief een gemiddelde van de omgeving ziet? In een formule: Is het zo dat
waarbij f : ℕ → (0, ∞) interpoleert tussen (log n)2 en
en
het limietproces interpoleert tussen het sprongproces (Zt) t≥0 in het statische model en de Brownse beweging in het homogene model? Tot nu toe kunnen deze vragen slechts beantwoord worden voor dynamische omgevingen die zwakke correlaties in ruimte-tijd hebben, alsmede voor dynamische omgevingen die een zeer specifieke structuur hebben (waardoor een geschikte wiskundige representatie van de dynamica mogelijk wordt). Het onderzoeksterrein is nog grotendeels onontgonnen.
16
Eureka! Universiteit Leiden
Frank den Hollander is hoogleraar kansrekening aan de universiteit Leiden. Hij studeerde af in de theoretische natuurkunde waarna hij aan de universiteiten van Delft, Nijmegen en Eindhoven werkte voor hij naar Leiden kwam. In 2010 ontving hij een Advanced Grant van het European Research Council. Daarnaast zat hij in verschillende wetenschappelijke en adviserende commissies.
Eureka!
Overdenkingen over kunstmatige intelligentie Na mijn middelbare school en propedeuse natuurkunde ben ik kunstmatige intelligentie gaan studeren. Dat was nauwelijks een bewuste keuze. Kunstmatige intelligente was een gloednieuw vakgebied en leek aan alle kanten aantrekkelijk voor studenten met een ietwat naar bèta verdraaide brede interesse. Kunstmatige intelligentie was indertijd onderdeel van filosofie en vandaar dat ik een filosoof heet te zijn. Ik moest daar in het begin aan wennen, maar ondertussen klopt het wel: ik ben een filosoof. DOOR Bas Haring
Kunstmatige intelligentie was één van de vakgebieden die een
Mijn oma heeft sinds kort een iPad. Die gebruikt ze om haar
jaar of twintig à dertig geleden de wereld zouden gaan veran-
email op te lezen, te Skypen met haar kleinkinderen en ze speelt
deren. De internetrevolutie, nanotechnologie en DNA-sequen-
er bridge op. "Dat is zo leuk," vertelde ze me. "Er zijn altijd wel
cing waren allemaal niet voorzien in de jaren tachtig. Kunst-
mensen die tegen me willen spelen. Ik hoef geen ingewikkelde
matige intelligentie; dat zou het gaan worden. Zelfdenkende
afspraken met vriendinnen meer te maken, maar kan spelen
computers zouden ons bij van alles gaan ondersteunen en ik
wanneer ik wil." Ik stelde me een soort van bridge-versie van
herinner mij een hoogleraar die tijdens college zonder schroom
Wordfeud voor: een draadloos multiplayer game. "Ik zal het je
verkondigde dat rechters binnen afzienbare tijd vervangen zou-
laten zien, Bas." Ze startte de app, begon te spelen, en ik zag al
den gaan worden door computers. Dat is allemaal niet gebeurd.
vrij snel dat ze helemaal niet met andere mensen aan het brid-
Ik word in de supermarkt niet geholpen door robots, en mijn
gen was, maar met de computer. Ik heb mijn mond gehouden.
huisarts heeft op haar bureau geen expertsysteem dat haar helpt bij het stellen van een diagnose. Hierdoor lijkt het
Deze anekdote laat zien dat mijn oma achteloos een computer en een mens door elkaar kan halen.
wellicht dat de kunst-
Dit is een betekenisvolle anekdote. Deze anekdote laat zien dat mijn oma achteloos een computer en een mens door elkaar
matige intelligentie gefaald heeft, maar dat is niet zo. Het is
kan halen. Had ik mijn oma twintig jaar geleden – toen ik nog
allemaal wat minder spannend dan was voorzien, maar er is
studeerde – gevraagd of ze dacht ooit computers en mensen
een boel gebeurd.
met elkaar te verwisselen, dan had ze vermoedelijk lachend gezegd dat ze zich zoiets niet kon voorstellen. En nu deed ze het.
Dé lakmoesproef voor kunstmatige intelligentie is de Tu-
Deze anekdote vertelt twee dingen over kunstmatige intelligen-
ringtest. De meesten zullen er wel van hebben gehoord. Zet
tie: (i) dat computers in het dagelijks leven heus wel voor die
een computer achter een gordijn en een mens achter nog een
Turingtest kunnen slagen; en (ii) dat ontwikkelingen terloops
gordijn; communiceer met beiden via een toetsenbord en een
gaan. Er is geen aanwijsbare revolutie geweest die ervoor heeft
beeldscherm; als je de computer niet van de mens kunt on-
gezorgd dat computers ineens de Turingtest kunnen doorstaan.
derscheiden dan is de computer kunstmatig intelligent. Zulke
Het is allemaal geleidelijk gegaan, zonder wetenschappelijke
kunstmatige intelligentie lijkt nog niet te bestaan: zo knap zijn
doorbraken, en daardoor lijkt het soms alsof er niks gebeurd is.
die computers toch niet dat ze voor mens kunnen doorgaan?
Kunstmatige intelligentie heeft een beetje het probleem dat
Toch valt dat wel mee.
dingen die nog niet kunnen onder de kunstmatige intelligenEureka! Universiteit Leiden 17
Eureka!
tie vallen en dat dingen die wel kunnen gewone informatica
door hun fysieke mogelijkheden (in tegenstelling tot computers
heten te zijn. Twintig jaar geleden zou een systeem dat mij een
kunnen robots bewegen en een actieve rol in de wereld spelen).
boek aanraadt op basis van eerdere boekaankopen kunstma-
Waarneming heeft ook weinig met intelligentie te maken: zeer
tige intelligentie heten. Sterker nog; zulke systemen vonden we
onintelligente wezens als slakken en pantoffeldiertjes kunnen
bijzonder spannend. Als zoiets toch ooit zou kunnen... Maar
het heel prima. Studenten kunstmatige intelligentie zijn geïn-
tegenwoordig is het gewoon IT. En artsen worden heus onder-
teresseerd in artificial life, kunstmatige evolutie, kunstmatige
steund door computersystemen bij het nemen van ingewikkel-
zintuigen, kunstmatige ledematen, kunstmatige kunst, kunst-
de beslissingen; alleen heet zo'n systeem een statistische tool.
matige werelden, kunstmatige organisaties. Ik kan nog wel even doorgaan en wellicht zelfs interessante mogelijkheden
We kunnen een parallel trekken met onszelf. Toen we niks wis-
opperen die nog niet eens bestaan: kunstmatige economieën,
ten over de denkprocessen in ons hoofd waren ze nog omge-
kunstmatige tijd...
ven met mystiek: "Wat er in ons hoofd gebeurt, weten we niet, maar dat het heel bijzonder en heel knap is, dat weten we wel."
Kunstmatige kunstmatige intelligentie bestaat overigens ook.
Maar als we erachter komen wat er zich daadwerkelijk in onze
Daartoe behoren toepassingen die door een computer lijken
hersenen afspeelt vallen we van ons zelfgebouwde voetstuk en
te worden uitgevoerd maar die in werkelijkheid, achter de
blijkt het allemaal wat minder magisch. Kunstmatige intelli-
schermen, door een mens worden gedaan. Bestaat echt! Geen
gentie heeft net zoiets: kan het niet dan is het kunstmatige in-
kunstmatige intelligentie; integendeel. Maar toch reuze inte-
telligentie en is het spannend; kan het al wel en weten we hoe
ressant voor de gemiddelde student kunstmatige intelligentie,
het werkt, dan is het "gewoon" informatica.
lijkt me. Misschien moeten we de naam van die studie gewoon aanpassen. En moeten we ze "kunstmatige X" gaan noemen.
Ik vond kunstmatige intelligente indertijd maar een vreemde
Of "kunstmatigheid". Maar aan de andere kant is zo'n lichtelijk
titel voor een studie, terwijl ik het toch ben gaan studeren. Van
achterhaalde naam ook weer niet zo erg: studenten kiezen voor
studies als natuurkunde, geschiedenis, rechten, medicijnen en
een curriculum en niet voor een naam.
Italiaans kon ik me een voorstelling maken. Maar kunstmatige intelligentie? Er was toch ook geen studie kunstmatige waar-
Kunstmatige intelligentie is een gewoon vakgebied. Dat zich
neming of kunstmatige organen? Er was überhaupt geen studie
langzaam ontwikkelt, waar hier en daar wat gebeurt en dat
over intelligentie; waarom dan wel een studie over kunstmatige
terloops een spoor van allerlei inzichten en toepassingen ach-
intelligentie? Dat leek me een nog verfijnder onderwerp dan
terlaat. Bovendien waaiert het vakgebied zich uit en vallen de
intelligentie alleen.
meest uiteenlopende "kunstmatige ietsen" er nu onder. Ik zou het zo weer gaan studeren.
Toch bestaat de studie kunstmatige intelligentie nog steeds. Ondanks het feit dat (i) kunstmatige intelligentie niet meer het meest belovende vakgebied is; en (ii) de ontwikkelingen die in het vakgebied gemaakt worden, worden geschaard onder de reguliere informatica. Als je mij zou vragen naar de meest spannende ontwikkelingen van de komende tijd, dan zit kunstmatige intelligentie er voor mij niet tussen. En toch starten jaarlijks een boel studenten met die studie. Wat is de reden? Of wat is het geheim? Eén van de mogelijke redenen is dat de studie kunstmatige intelligentie helemaal geen studie kunstmatige intelligentie is. De studie gaat niet over intelligentie alleen. Kijk naar gemiddeld AI-curriculum en er zitten vakken in als waarneming en robotica: robots onderscheiden zich niet door hun intelligentie maar 18
Eureka! Universiteit Leiden
Bas Haring Bas Haring is filosoof en bekend promotor van de wetenschap. Hij is regelmatig te zien op televisie, schrijft boeken en columns en maakt korte internetfilmpjes: 'wisebits'. Daarnaast is hij een van de organisatoren van de 'Big Science' collegereeksen bedoeld voor algemeen publiek over bekende wetenschappelijke fenomenen. Hij is hoogleraar 'publiek begrip van de wetenschap' aan de Universiteit Leiden.
Eureka!
10 jaar Eureka! - 100 jaar Alan Turing Iedereen die op onze faculteit rondloopt moet ongetwijfeld de naam Alan Turing wel eens gehoord hebben. Zeker dit jaar, want 2012 is uitgeroepen tot Alan Turing-jaar; hij zou dit jaar honderd jaar geworden zijn. Niet in de laatste plaats moet je van hem gehoord hebben omdat hij bijzonder veel heeft betekend voor de grondslagen van de wiskunde en nog meer voor de informatica.
Op zoek naar patronen
band dient zowel als geheugen als als voorschrift voor de vol-
Als kind was Turing al sterk geïnteresseerd in patronen. Een
gende stap die gedaan moet worden. De stappen die mogelijk
anekdote vertelt dat hij regelmatig de serienummers van lan-
zijn: naar links of rechts bewegen, een symbool bijschrijven,
taarnpalen bestudeerde om er patronen in te ontdekken. Die
een symbool weghalen of stoppen. Het Entscheidungsproblem
zoektocht naar patronen kwam waarschijnlijk omdat hij al op
komt dan neer op de vraag of zo'n machine ooit klaar zal zijn.
jonge leeftijd het idee omarmd had dat de wereld een grote ma-
Hét vernieuwende aan Turings idee was niet een machine wis-
chine is. Dat idee is bij hem opgekomen door het boek 'Natural
kunde te laten oplossen - integreermachines bestonden al zo'n
wonders every child should know' dat hij voor zijn tiende ver-
honderd jaar - maar juist een machine die helemaal geen voor-
jaardag kreeg. De schrijver vertelt hierin over onderwerpen uit
opgesteld doel had. De 'band' is immers zowel geheugen als
de natuurwetenschap als mechanische verschijnselen. Turing
input.
vat dit vrij letterlijk op en besluit dat de wereld zelf een ma-
Turing zelf had met zijn artikel overigens geen fysieke machine
chine is. En uit zijn eigen werk jaren later bleek dat dit voor de
in zijn hoofd, pas tien jaar later zou hij gaan nadenken over het
wiskunde ook kon gelden.
daadwerkelijk bouwen van een dergelijke machine, ongeveer
In deze zoektocht naar patronen vroeg Turing zich aan het eind
gelijktijdig met mensen als John von Neumann.
van zijn leven af hoe vlekken van koeien gevormd werden. Hij stelde de hypothese dat slechts lokale processen, het bijeen-
Turingtest
komen van verschillende chemische stoffen en andere toeval-
Een terechte vraag om te stellen nadat je een universele machi-
ligheden hierop effect hadden. Zijn simulaties hiervan geven
ne bedacht hebt is: 'Waar liggen de beperkingen?' Deze vraag is
een verrassend goede weergave. Twintig jaar later pas zouden
waar Turing in de populaire wetenschap het bekendst van is: de
experimenten de genetische basis hiervoor vinden.
Turingtest. Deze test is weer bijzonder eenvoudig; een machine is pas echt intelligent als een mens niet kan ontdekken of hij
Turingmachine
een gesprek voert met een mens of een machine, wellicht puur
In 1928 stelde David Hilbert het Entscheidungsproblem voor:
met geschreven tekst.
is het mogelijk om in een eindig aantal stappen en gegeven
Overigens is dit slechts de moderne invulling van het idee. Tu-
een eindige verzameling axioma's te bepalen of een gegeven
ring beschreef origineel een test met een man en een vrouw en
uitspraak waar of niet waar is in ieder systeem dat aan deze
een onafhankelijke tester die uit moest vinden wie wie was.
axioma's voldoet? Turings antwoord: nee. Maar meer nog dan
Met een machine zou een gelijksoortige test gedaan kunnen
het antwoord is de opbouw van zijn bewijs interessant. Hier
worden.
komt het begin van de informatica om de hoek zetten.
Turing bedenkt dat ook het menselijk brein een soort machi-
Turing beschrijft in zijn bewijs een model van de wiskunde. Er
ne is en in 1948 komt hij met het idee van neurale netwerken.
is gegeven een apparaat met lees- en schrijfvermogen op een
Het idee is ook hier weer heel simpel, althans vanuit onze kijk
'band' waarop informatie kan worden weergegeven in binaire
uit de toekomst. Een brein wordt door Turing voorgesteld als
reeksen, dus bijvoorbeeld reeksen van enen en nullen. Deze
een verzameling rekeneenheden die elk twee ingangen en een Eureka! Universiteit Leiden
19
Eureka!
Enigmamachine
uitgang hebben. Door deze eenheden aan elkaar te koppelen kan men complexe informatie verwerken. Zijn artikel hierover wordt pas in 1968 gepubliceerd. Tot die tijd was het nog te speculatief voor de wereld.
Werking van de Enigma Het tweede waar een algemeen publiek Alan Turing van zal
den (met dus doorgedraaide schijven) en doordat er bepaalde
kennen is het ontcijferen van de Duitse codes in de Tweede We-
militaire aanduidingen vaker voorkwamen. Het ontcijferen
reldoorlog. Het Duitse leger en de marine gebruikten hiervoor
ging dan ook door stukjes proeftekst met speciaal hiervoor
de Enigma-codeermachines, uitvinding van de Nederlander
ontworpen machines (met daarin vacuümbuizen die als een
Koch en commercieel op de markt verkrijgbaar. Het principe
soort primitieve transistor werkten) te zoeken in een gecodeerd
van de codering is gebaseerd op de eerste geheimtaal die alle
bericht. Zo'n actie kon snel uitwijzen of een gegeven instel-
kinderen gebruiken: je neemt een tekst en verandert elke letter
ling gebruikt kon zijn zodat er al makkelijk vele wegvielen.
in een andere. Maar waar kinderen elke letter vervangen door
De overgebleven instellingen konden dan handmatig gecontro-
een specifieke andere, vervangt de Enigma een letter steeds
leerd worden.
weer door een andere, maar nooit door de letter zelf. In de machine wordt dat bereikt door enkele schijven in te stellen die
Turings dood
na elke codering doordraaiden. Aan het begin van de oorlog
In 1952 deed Turing aangifte van inbraak, waarbij hij gedwon-
werden Enigma's gebruikt met drie van dat soort schijven, later
gen was op te merken dat hij een seksuele relatie onderhield
met vier. Hoe meer schijven, hoe meer mogelijke permutaties.
met een andere man. Dit was toen nog verboden en Turing kon
Verder kon men nog verschillende letters met elkaar verbinden
in de gevangenis terecht komen of een hormoonbehandeling
met behulp van draden, zodat het aantal verschillende moge-
ondergaan. Hij koos het laatste, ook omdat hij dan zijn aanstel-
lijke instellingen reusachtig was. Bij het kraken bleek dit echter
ling in Manchester kon behouden.
zinloos omdat dit een vaste instelling betrof, evenals de vierde
Jaren is het verhaal gegaan dat zijn dood in 1954 een zelf-
schijf.
moord was ten gevolge van depressiviteit na deze behandeling.
Als men op de ingebouwde typemachine een letter aansloeg,
Hij schijnt geobsedeerd te zijn geweest door het sprookje van
ging er een lampje bij een andere letter branden. Die laatste
Sneeuwwitje en een half opgegeten appel naast zijn bed ge-
schreef men dan op papier en het bericht werd per telegraaf
combineerd met een cyanidevergiftiging was destijds voldoen-
verzonden. Overigens waren de woorden in het bericht altijd
de bewijs hiervoor.
van vaste lengte zodat ontcijferaars niets konden aflezen aan
Dat blijkt echter niet afdoende, zo schrijft Turingexpert Jack
de lengte van de woorden. Een bericht werd door de ontvanger
Copeland recent. Turing had de gewoonte om voor het slapen
gedecodeerd met behulp van de van tevoren afgesproken instel-
een appel te eten en at die dikwijls niet geheel op. En hij voerde
lingen die dagelijks wisselden.
in een klein kamertje experimenten uit, ook elektrolyse van cyanide. Deze experimenten gingen wel eens verkeerd; zo ont-
Ontcijfering Enigma
ving hij eens stevige elektrische schokken. En cyanide inade-
Alan Turing werkte in Bletchley Park aan de ontcijfering van
men zorgt voor een langzamere dood dan inname via de mond.
de marinecodes. Hierbij merkte hij op dat hoewel de schijven
Bovendien schijnt hij de dagen voor zijn dood juist uitermate
doordraaiden bij het versleutelen van een bericht de derde
vrolijk te zijn geweest. Én hij liet een to-do-lijstje achter voor
schijf bij een bericht van gemiddelde lengte hoogstens één keer
de volgende dag. Was zijn dood dan misschien een ongeluk?
zou draaien en de tweede slechts enkele keren. Het aantal mo-
20
gelijke permutaties zakte daarmee drastisch tot iets meer dan
Waarschijnlijk zullen we het nooit weten. Laten we dus maar
twee miljoen, alsnog te veel om in korte tijd te proberen; zeker
vooral over Turings uitzonderlijke werk praten. Want waar de
toen nog.
grootste reuzen uit deze rubriek een heel vakgebied opzetten,
Dat het alsnog lukte om de berichten te kraken kwam doordat
begon Turing er toch zeker drie: de theoretische informatica,
de bedieners van de machines soms berichten twee keer stuur-
de wiskundige biologie en het werken met neurale netwerken.
Eureka! Universiteit Leiden
Eureka!
We interviewden Edgar Groenen al eerder, in het allereerste nummer van Eureka! Hij was toen als wetenschapper werkzaam bij natuurkunde en enthousiast over onderwijs. Inmiddels is hij lid van het faculteitsbestuur, met onderwijs als portefeuille.
Interview Edgar Groenen DOOR Anouk van de Stadt, Erik Visse en Swier Heeres
Wat vindt u dat uw belangrijkste bijdrage is geweest?
zig houden mij zich later zullen herinneren uit die gesprekken en
Ik denk dat mensen later aan mij het woord studiesucces gaan
niet als een bestuurder die alleen maar ergens een of ander getal
koppelen. Het bevorderen van studiesucces staat de laatste jaren
op papier heeft gezet.
hoog op de agenda. Dat wordt ons natuurlijk ook van buitenaf opgelegd. Studiesucces betekent wat mij betreft dat aan het eind van de studie de student en de docent terug kijken en tevreden zijn. Dat de student het idee heeft dat hij gegeven zijn talenten zijn tijd goed besteed heeft, en de docent het idee heeft dat hij heeft overgebracht wat hij over wilde brengen. Als er wederzijds com-
In het interview van 10 jaar geleden zei u dat het hoger onderwijs er slecht aan toe was. U zei dat er te weinig financiering voor was en dat het niveau op sommige punten te wensen overliet. Hoe denkt u daar nu over?
mitment is om dat te bereiken, dan komen die rendementen denk
Ik denk dat het hoger onderwijs er op sommige punten ietsje beter
ik vanzelf.
voor staat, maar over het algemeen staat het er veel slechter voor
Dat is natuurlijk niet iets dat je in één keer bereikt, daar moeten
dan tien jaar geleden. Er is vanuit de maatschappij weinig bereid-
we consequent met zijn allen aan werken. In deze functie valt het
heid om geld te besteden aan het hoger onderwijs. Ergens begrijp
mij op dat we een brede faculteit hebben, alle opleidingen zijn ver-
ik dat natuurlijk ook wel. Na de basisschool gaat het grootste ge-
schillend. Het is dus ook niet zo dat er één passende oplossing is
deelte van de leerlingen naar het vmbo en een klein gedeelte gaat
voor alle verschillende opleidingen. Ik praat met alle opleidingen
naar havo en vwo. Van de vwo-leerlingen gaat dan wel het groot-
om er achter te komen wat bij welke opleiding het beste werkt. Ik
ste gedeelte naar de universiteit, maar dat blijft maar een klein
hoop dat de mensen uit de faculteit die zich veel met onderwijs be-
deel van de samenleving. Dus begrijp ik heel goed dat een groot Eureka! Universiteit Leiden
21
Eureka!
deel van het geld naar het vmbo gaat. Maar als ik dan kijk naar de eisen die de maatschappij aan het hoger onderwijs stelt, dan vind ik dat de financiering tekortschiet. Ik merk als bestuurder dat mensen binnen de universiteit proberen het zo goed mogelijk te doen. Dat mensen in plaats van 40 uur 60 uur werken. We hebben binnen het LION een werdruk-
45 punten in het tweede jaar sluit goed aan bij de eis van in vier jaar de opleiding halen. Ik vind dat je het BSA niet zodanig moet verhogen dat mensen die uiteindelijk die studie kunnen halen in de problemen komen. Zeker niet in de bètavakken, want die mensen hebben we hard nodig in de maatschappij. Dus ik ben altijd tegen een hogere eis dan 45 punten geweest.
onderzoek gedaan, en
Dan de eventuele af-
iedereen zit aan de rand
schaffing van de mas-
van wat nog mogelijk is. Bij een bedrijf denk ik dat mensen allang gezegd zouden hebben dat meer tijd besteden
'Studiesucces betekent wat mij betreft dat aan het eind van de studie de student en de docent terug kijken en tevreden zijn.'
terbeurs. Ik vind dat een verkeerd signaal, alsof het de maatschappij helemaal niets kan schelen of studenten nou een master doen of niet. Aan de
gewoon niet mogelijk is. Maar dat is niet wat de universitaire gemeenschap tegen de
andere kant heb ik er geen problemen mee als studenten via een
staatssecretaris zegt. Nee, wij absorberen opdrachten zonder dat
sociaal leenstelsel zouden moeten lenen voor hun master. Als ze
daar geld voor is, dat vind ik frustrerend.
dan die schuld tegen een lage rente moeten terugbetalen als ze een baan hebben op universitair niveau, dan is daar in principe niets
Als we als land inderdaad tot de top 5 van kenniseconomieën
mis mee.
willen behoren, zoals ook in de laatste regeringsverklaring weer vermeld stond, moeten we investeren in het hoger onderwijs. Nu wordt er gekort, terwijl de studentenaantallen de afgelopen jaren enorm zijn toegenomen. De hoeveelheid geld die we krijgen per student is vergeleken met tien jaar geleden afgenomen.
Wat zijn volgens u de afgelopen 10 jaar de grote belangrijke veranderingen in de faculteit en de universiteit geweest? Ik denk dat afgelopen 10 jaar de factor onderwijs binnen de universiteit veel belangrijker is geworden. De aandacht die er voor
Verder zie ik wel dat we toch nog een heleboel tot stand weten
onderwijs is en de rol die onderwijs speelt binnen de universiteit
te brengen. In rankings zie je ook dat het hoger onderwijs het in
en ook binnen de faculteit is veel groter geworden. Ik wil niet zeg-
Nederland nog best goed doet. Maar bedenk wel dat dat komt door
gen dat onderwijs niet goed gegeven werd, maar het was minder
de infrastructuur die we nu hebben en als je nu niet inversteert dan
een levend onderdeel binnen de universiteit. Er wordt in de fa-
krijg je de rekening pas over tien, vijftien jaar gepresenteerd. Maar
culteit nu aanmerkelijk meer tijd besteed aan onderwijs dan 10
dat is natuurlijk een lastig verhaal om aan de politiek te vertellen.
jaar geleden. Neem bijvoorbeeld het LION, waar nu aparte bijeenkomsten zijn van de staf voor onderwijs. Vroeger kwam onderwijs
Wat denkt u van de steeds strengere eisen die er de afgelopen jaren aan de studenten zijn en worden gesteld vanuit de overheid? Dan denken we bijvoorbeeld aan de langstudeerdersboete, het aanscherpen van het BSA en het afschaffen van de masterbeurs. Genuanceerd. Laten we ze even langslopen. Ik vind dat er een heel duidelijk verschil is tussen aan de ene kant de langstudeerdersboete en de verzwaring van het BSA, en aan de andere kant de masterbeurs. Ik sta positief tegenover een langstudeerdersboete (overigens niet zoals het nu wordt geimplementeerd) en het verzwaren van het BSA, omdat ik denk dat het helemaal niet nodig is om zo lang over je studie te doen dat je last krijgt van die regelingen. Ik vind de gestelde eisen heel reëel. Een BSA van 22
Eureka! Universiteit Leiden
alleen aan bod bij de gewone wetenschappelijke raden, als onderdeel van het geheel. Ook op universitair niveau geldt dat de kolom onderwijs en de kolom onderzoek veel gelijkwaardiger zijn geworden dan ze 10 jaar geleden waren. Dat is een hele grote verandering, die ik natuurlijk toejuich. Ik vind onderzoek heel belangrijk, maar het is juist de wederzijdse inspiratie van onderwijs en onderzoek die goed moet zijn. Een andere verandering is dat we steeds meer leven met prestatieafspraken. Aan de ene kant zie ik dat dat vanuit een bestuurlijk standpunt wel iets aantrekkelijks heeft, maar ik ben er niet zo ge-
Eureka!
lukkig mee. Ik vind dat het afbreuk doet aan de professionaliteit
buitenaf wat betreft controlemechanismen zoals prestatieafspra-
van de mensen die het werk doen, omdat het argwaan uitstraalt. In
ken neemt juist toe. Meer controle betekent meer administratie,
de universiteit hebben we te maken met allemaal hoog gekwalifi-
waar dingen alleen schijnbaar beter van worden omdat het er op
ceerde en gemotiveerde professionals en die argwaan hoort er dan
papier allemaal zo goed uit ziet.
niet bij. Als bestuurder probeer ik altijd de inhoudelijke zaak naar
Verder maak ik mij natuurlijk grote zorgen over het onderwijs en
voren laten te komen, en de prestatie-afspraken daarmee mee te
onderzoek in de komende tien jaar, omdat Nederland zoveel min-
laten hobbelen. Bijvoorbeeld bij het studiesucces kun je hameren
der investeert dan de landen om ons heen.
op de rendementen, maar je kan ook bezig zijn met de inhoudelijke kant van het curriculum, de organisatie van het onderwijs en
Dat zijn mijn zorgen, maar dagelijks is er natuurlijk meer dan
de didactiek en op die manier naar rendementsverbeteringen toe
voldoende bevrediging door alle mooie dingen die er gebeuren.
werken.
Voor mij is dat in onderwijs het contact met de studenten en de docenten, om samen te kijken hoe we dat onderwijs het beste kun-
Durft u ook voorspellingen te doen voor de komende 10 jaar?
nen doen. En tergelijkertijd geniet ik natuurlijk geweldig van de plotselinge inzichten die je in onderzoek kan behalen.
Dat is een moeilijke vraag. Ik zie geen tekenen dat we van dit laatste probleem af gaan komen, integendeel, de druk van
(advertentie)
Eureka! Universiteit Leiden QUIN_Werving_Ad_A5_LIGGEND_v1.indd 2
23
15-11-11 12:41
Eureka!
In Eureka! nummer 5 interviewden we Peter Stevenhagen al eerder. Hij was toen opleidingsdirecteur van het Mathematisch Instituut. Inmiddels zijn we bijna negen jaar verder en is hij al enkele jaren wetenschappelijk directeur. We spreken hem over de veranderingen in de afgelopen tien jaar.
Interview Peter Stevenhagen DOOR Erik Visse en Swier Heeres
Wat ziet u als de grootste verandering in het Mathematisch Instituut?
een reputatie dat we niet zo aan regels en procedures doen. De
Toen ik zelf in de jaren '90 als jonge medewerker aan de UvA zat,
het geeft wel leven. Als iemand een goed idee heeft, dan kan die
had Leiden de reputatie een goede instelling te zijn, maar wel een
gewoon binnenkomen en dan proberen we er een mouw aan te
beetje stoffig. De reden daarvoor was dat het MI decennia lang
passen.
erg weinig nieuwe mensen had aangenomen. Rob Tijdeman was
Ik zie het een beetje als mijn taak om die sfeer zo te houden. En
geloof ik rond de dertig toen hij hoogleraar werd, vrij jong dus.
om nieuwe projecten te verzinnen, zodat de boel niet inzakt. Zo-
En vijfentwintig jaar later was hij nog steeds de jongste hoogle-
als nu onze samenwerking met het Lorentz Center. We leveren er
raar. De grootste verandering is dat zo ongeveer iedereen die hier
een deel van de bibliotheek voor in, maar dat betekent wel dat we
nu rondloopt in de laatste tien jaar is aangenomen. Veel stafleden
op onze drempel allerlei kleinschalige workshops kunnen houden,
zijn van niet al te lang voor jullie kwamen studeren! Ik zit hier al
wat in de wiskunde heel prettig werkt. En ook de samenwerking
twaalf jaar, en krijg inmiddels een 'opa vertelt'-imago. De andere
met Delft is iets waar ik me al jaren mee bezig houd.
hoge bestuurders staan daar met enige argwaan tegenover, maar
grote verandering is dat we door ons Algant-programma, en nu ook door de Statistical Science, grote aantallen buitenlandse stu-
Hoe is die samenwerking ontwikkeld in de jaren?
denten en aio’s op het MI hebben gekregen.
Nou, dat is zo'n beetje rond 2002 begonnen. Er werd al jaren over gepraat, maar toen zijn dingen gaan gebeuren. Als je studenten
24
Wat zie je in de praktijk van die verjonging?
van toen vroeg of ze het leuk vonden dan kreeg je een heel conser-
Die verjonging heeft ervoor gezorgd dat het hier vaak een vrolijke
vatief antwoord. Dat kon echt niet. Daar zie je tegenwoordig ook
tent is. Alles kan hier. We hebben geen vergadercultuur, en ook
nog wel wat van terug. In het eerste semester is er nog geen echte
Eureka! Universiteit Leiden
Eureka! samenwerking, en met de kerst zijn de Leidse studenten echt Leids
Er wordt steeds meer controle opgelegd vanuit de politiek, vooral
en de Delftse echt Delfts. Dat is eigenlijk gek, zeker als je bedenkt
op het gebied van onderwijs. Een tentamenbriefje uitschrijven is
dat het dezelfde leerlingen zijn die van de middelbare school ko-
moeilijker tegenwoordig. En dat is ook terecht, want het systeem
men. Maar de studenten van tegenwoordig twijfelen niet aan de
zoals wij dat kennen, met EC-vergoeding, is intrinsiek corrupt.
samenwerking, die is gewoon zo. En er zijn er zeker die ervan
Maar die controlezucht zorgt wel voor het ontstaan van allerlei
profiteren. Het gebeurt ook wel eens dat studenten na hun eerste
procedures en formulieren waardoor alles vijf keer zoveel tijd
jaar zien dat ze toch beter aan de andere kant passen.
kost, en legioenen van mensen binnen en buiten de universiteit
De samenwerking geeft vooral de mogelijkheid om te doen waar
hun brood verdienen met het schuiven van papier.
je goed in bent als instituut. Het is natuurlijk jammer dat Barry Koren bijvoorbeeld naar Eindhoven gaat, we hebben dan helemaal
Wat betekent dat voor studenten van straks?
geen numerieke wiskunde meer. Maar dat doen ze in Delft dan
Studeren is nu een soort recht, en het is in je belang om dat zo
weer heel goed, en wij zijn op onze beurt goed in algebra. En bij-
lang mogelijk te doen, maar het kost nu eenmaal een hoop geld. Je
voorbeeld kansrekening leeft de laatste jaren heel erg. Tien jaar
hoort steeds vaker ideeën om het collegegeld te verhogen, of om de
geleden hadden we dat niet, en nu zit er een hele gang vol kans-
studiefinanciering om te zetten in een lening. Misschien moeten
rekenaars. Daar wordt geen specifiek beleid op gevoerd, maar we
mensen wel tevreden gaan zijn met alleen nog maar een bachelor
kijken waar we in het instituut ruimte voor hebben en welke men-
op belastinggeld. In Angelsaksische landen is dat heel normaal, bij
sen daar goed in pas-
ons zit dat er nog niet
sen; dat past bij de
in. En zo'n bachelor
levendige en fluïde cultuur die we hier hebben. Ik vind dat zelf in ieder geval
'In de jaren '90 had Leiden de reputatie een goede instelling te zijn, maar wel een beetje stoffig.'
wordt misschien dan wel breder. Want veel mensen gaan na zo’n bachelor niet een discipline-gerelateerde
erg goed werken. En ik geloof andere mensen ook. Geen strategienota’s, maar wel alle
baan doen, maar meer iets waar je academisch denk- en werk-
mogelijkheden aangrijpen!
niveau voor moet hebben. Kijk bijvoorbeeld naar al die politici en bestuurders. Als lang studeren door je toekomstige werkgever
Hoe gaat de toekomst voor het Mathematisch Instituut er uit zien?
niet zo gewaardeerd wordt, is het misschien wel beter om na een
Het soort wiskunde dat wij hier doen ligt politiek niet zo mak-
tegenaan gaan kijken.
kelijk, en dat is wel een beetje een gevaar. Je hebt nationaal tegen-
In Nederland is het nu ook niet zo van belang waar je gaat stu-
woordig de topsectoren en de universitaire profielen. Die hebben
deren. De “competitie” tussen universiteiten is bij ons geen deel
generieke namen als 'water' of 'duurzaamheid' en het is lastig om
van de cultuur. Studenten gaan meestal dicht bij hun ouders naar
daar in te passen. Wij zijn mensen die voor de buitenwereld maar
een universiteit, of juist weer helemaal niet, of volgen de keus van
een beetje dingen doen die we leuk vinden, en waarvan niet met-
vrienden en klasgenoten. Het onderwijs is natuurlijk ook helemaal
een duidelijk is waar het nuttig voor is. Je kunt wel doen alsof
niet zo verschillend, de regeltjes komen immers overal uit Den
we allemaal heel erg toegepast bezig zijn, maar liever heb je na-
Haag. En kijk naar een succesvol initiatief als Mastermath, daar
tuurlijk dat mensen dingen doen waar ze goed in zijn. Nederland
maakt het helemaal niet meer uit van welke universiteit je komt,
heeft nog steeds een kruideniersmentaliteit, dingen moeten een
daar is Wiskunde Nederland aan het werk. Om dat mogelijk te
direct nut hebben. Er is een politieke wil nodig om te investeren in
maken was overigens nog een wetswijziging nodig, college geven
fundamenteel onderzoek, en die ontbreekt een beetje. Dat gebeurt
aan een andere universiteit kon vroeger niet.
in Brussel bijvoorbeeld beter. Daar zitten natuurlijk ook allerlei
Dat creëren van mogelijkheden is ook wel de lol van besturen. Het
toeters en bellen aan, en misschien wel meer verspilling, maar er
is niet alleen maar ellende, je kunt soms echt wel dingen tot stand
gebeurt ook meer. In Nederland zijn er altijd tientallen aanvragen
brengen. Het scheppen van een cultuur waarin dingen goed lopen
voor een beurs en is er maar voor een handjevol mensen geld. Dan
en mensen lol in hun werk hebben, dat is iets heel vaags, maar je
kom je uiteindelijk in Brussel uit, en steeds minder bij NWO. OP
hebt af en toe het gevoel dat je daar je steentje aan bij kunt dragen.
bachelor te stoppen. Het ligt er maar net aan hoe bedrijven daar
het MI is dat al goed zichtbaar. Eureka! Universiteit Leiden
25
Eureka!
We interviewden Sjoerd Verduyn Lunel al eerder voor Eureka! nummer 4. Hij was toen hoogleraar wiskunde, bekend van zijn colleges analyse. Inmiddels heeft hij die functie verlaten om terug naar de wetenschap te gaan aan de Universiteit Utrecht. We spreken hem over de faculteit in de afgelopen tien jaar.
Interview Sjoerd Verduyn Lunel DOOR Anouk van de Stadt, Erik Visse en Swier Heeres
Wat ziet u in de afgelopen tien jaar als grootste verandering?
re vakgebieden. Dat is bij ons wel veel dynamischer dan bij andere
We zijn een veel proactievere organisatie geworden. Dat is te zien
hebben opgezet. Bij ons hoort iedereen nog bij zijn of haar eigen
over de hele universiteit, maar bij ons in het bijzonder omdat we
instituut, maar waar samenwerking gewenst is, daar wordt die
met kleine aantallen studenten te maken hebben. Dat betekent dat
mogelijk gemaakt. Hiermee zijn we ook veel meer één faculteit
we veel meer moeten nadenken over wat studenten willen. En
geworden dan een verzameling instituten.
universiteiten waar ze bijvoorbeeld multidisciplinaire instituten
over hoe anderen ons zien. In de afgelopen jaren is steeds meer nanen brengen. En daarin probeer je specifieke projecten als kapstok
Als u straks gestopt bent als decaan, waaraan wilt u dan herinnerd worden?
te gebruiken, dus geen losse vakgebieden, maar projecten als het
Dat is nog lastiger om te beantwoorden. Bijvoorbeeld de situatie
Cell Observatory waar verschillende vakgebieden naar voren ko-
die ik net schetste, daar heb ik me jaren veel voor ingezet, daar-
men, zodat duidelijk is dat al onze gebieden belangrijk zijn.
bij ook nog de samenwerking met bijvoorbeeld het LUMC, waar
We hebben dus ook steeds meer actie ondernomen om die mul-
veel inspiratie voor natuurkunde vandaan komt. Ik vind dat soort
tidisciplinariteit te stimuleren. Mensen zitten bijvoorbeeld niet
samenwerkingen belangrijk omdat het je universiteit een identiteit
meer per se in het gebouw van hun eigen instituut, maar op een
geeft. Bijvoorbeeld het verschil tussen Delft en Leiden wat betreft
plek waarbij ze goed kunnen samenwerken met mensen van ande-
natuurkunde is waar ze hun inspiratie vandaan halen, in Delft ligt
gedacht over hoe we onze missie het duidelijkst naar buiten kun-
26
Eureka! Universiteit Leiden
Eureka!
dat veel meer in de technologische toepassingen. En we hebben de laten worden. Dat is, denk ik, ook gelukt.
Als decaan ziet u natuurlijk veel meer onderzoek voorbij komen. Waarin ziet u verschillen tussen de wiskunde en de andere vakgebieden?
Toen ik in deze functie begon was er net vijf jaar groei geweest
Het grootste verschil is dat je in de wiskunde niet afgerekend
en begonnen de steile neerwaartse cijfers. Dat was wel een las-
wordt op experimenten en bij alle andere vakgebieden die we hier
tige situatie, maar ik ben blij dat we daaruit een cultuur hebben
hebben wel. Dat klinkt natuurlijk simpel, maar het is veel waard.
weten te halen waarin we met z'n allen, en dat is essentieel, met
In de andere vakgebieden kun je alle modellen maken die je wilt,
z'n allen kunnen besluiten dat als iets heel belangrijk is, als we
maar aan het einde van de dag kan iemand anders tegen je zeg-
bijvoorbeeld ergens heel goed in zijn, dat we dat dan moeten kun-
gen: "Daar heb je ergens een fout gemaakt, want het klopt niet
nen doen. Dat we daar ruimte voor kunnen maken. Dat betekent
met de echte wereld." En daar ben ik wel een beetje jaloers op. Ik
dat mensen verder kijken dan hun eigen vakgebied en kijken waar
wil graag de wiskunde met de echte wereld combineren. Daarom
we als faculteit iets kunnen betekenen voor de wetenschap. En
deed ik vroeger veel werk aan klimaatmodellen. Maar die directe
hetzelfde geldt voor het onderwijs. Bijvoorbeeld door na te denken
controle mis ik daarin. Je kunt hele mooie modellen maken, maar
hoe scheikunde-onderwijs bij Life Sciences het beste gegeven kan
die geven alsnog maar een soort kwalitatief beeld. Je kunt niet je
worden.
model testen aan het weer van morgen in Hilversum. Dat soort
Het zijn allemaal dingen die ik niet alleen gedaan heb, maar waar
snelle controles kun je in de andere vakgebieden wel hebben. En
ik me wel hard voor ingezet heb.
het leuke van decaan zijn is dat je dat soort ontwikkelingen alle-
afgelopen jaren hard gewerkt om This Weeks Discoveries groot te
maal van dichterbij mee kunt maken. Hoe is de wetenschap buiten onze faculteit veranderd?
Ik denk dat de wiskunde ook nog veel meer toe kan voegen aan
De wetenschap is veel meer in een afrekencultuur terecht geko-
de andere wetenschappen, hoor. Als ik bijvoorbeeld denk aan de
men. Vroeger kreeg je als instituut een vaste pot geld voor onder-
mensen die MRI-scans maken en de manier waarop ze hun data
zoek en daar kwamen dan beetjes bij gerelateerd aan output van
interpreteren, dan zou ik ze graag wat verder willen helpen. Maar
studenten, diploma's en promoties. Dat is helemaal veranderd, we-
daar heb ik vanuit deze positie geen tijd voor. En dat is eigenlijk
tenschap wordt veelal projectgerelateerd gefinancieerd. Dat brengt
ook de reden dat ik weer terug ga naar de wetenschap.
onzekerheid met zich mee. Je weet als wetenschapper soms nog niet of je over een paar maanden met je onderzoek kan beginnen
In Utrecht gaat u dus echt weer de wetenschap in.
en dat is toch een belangrijk deel van je leven. Dat is lastig. Maar
Het zou moeilijk zijn om in Leiden te blijven. Misschien hoor je
als we denken dat iemand erg goed is, maar toch geen financie-
dan wel dat onder 'de vorige decaan' alles zo stom is gegaan, dat er
ring krijgt, dat gebeurt soms toch, dan kunnen we ervoor kiezen
domme beslissingen genomen zijn. Of juist dat vroeger alles beter
dat onderzoek vanuit de faculteit te betalen. Dat betekent keuzes
was. Beide gevallen zijn onprettig.
maken. En dat gaat ook wel eens mis, want je maakt beslissin-
En eigenlijk wilde ik mezelf ook graag de maat laten meten, ik
gen gebaseerd op partiële informatie. Maar het is belangrijk je te
wilde weten of andere universiteiten me wilden hebben als wis-
realiseren dat geen keuzes maken altijd verkeerd is. Maar vaak
kundige. Ik heb dan ook echt op een wiskundebaan gesolliciteerd
besteden we extra geld aan onderzoek dat al gefinancierd wordt
en daar expliciet bij gezegd dat ik niet snel meer wil besturen. Als
zodat we daar meer in kunnen doen. De filosofie is dat dat on-
ik dat had gewild, dan had ik beter een professioneel bestuurder
derzoek blijkbaar gezien wordt als heel goed en dat dat dus ook
moeten maken van mezelf. En eigenlijk kwam ik juist hier naartoe
wel zo moet zijn. We kiezen dus eigenlijk strategisch voor succes.
om minder te besturen.
Maar je moet wel oppassen dat je daar niet lui van wordt. Het is
In Utrecht ga ik naar echte wereldse problemen kijken en dan uit
ook gek om geen geld te steken in onderzoek waar je een proposal
het mandje van de wiskunde grijpen om die problemen op te los-
voor indient. Je doet dat toch voor onderzoek waar je in gelooft en
sen. Zo hebben we een project over astma, waarin we uit data wil-
dat moet je niet zomaar opgeven als iemand anders er niet voor
len kijken of er slechts kleine veranderingen in een patiënt zijn,
betaalt. En soms moet je onderzoek financieren dat zo nieuw en
of dat die structureel zijn. Daar zijn allerlei wiskundige methodes
zo goed is dat NWO het nog niet snapt.
voor. En daarmee wil ik ook andere wetenschappen echt vooruit helpen.
Eureka! Universiteit Leiden
27
DE LEIDSCHE FLESCH
Lieve lezer,
het is vaak hard werken. Dit kan af en toe erg bedrukkend en heel vermoeiend zijn. Iedere bestuurder zit wel eens aan
De Eureka! die voor je ligt, staat volledig in het teken van
het eind van zijn Latijn en ik moet ook zeggen dat ik er wel
het tweede lustrum van dit geweldige blad. De Eureka! in
eens volledig doorheen heb gezeten en het liefst een paar uur
de huidge vorm is jarig en alweer tien jaar oud! Een uitge-
langer in mijn bed was blijven liggen.
lezen tijd om terug te blikken op die tien mooie jaren. Om
Gelukkig heeft de grote hoeveelheid mensen om je heen
deze reden staat het Fleschblok in deze editie volledig in het
meerdere voordelen; één daarvan is dat er altijd iemand is
teken van het afgelopen decennium van De Leidsche Flesch!
die weet wat je meemaakt en waarmee je kan praten of ie-
Voor onze jonge lezers een leuke manier om eens te zien wat
mand die je weer aan het lachen maakt. Zo ben ik bijna elke
vroeger werd georganiseerd en voor de veteranen uiteraard
dag helemaal tevreden doorgekomen. Mijn grote dank gaat
een goed moment om alle mooie herinneringen op te halen
dan ook uit naar alle lieve leden die het voor mij fijner en
en een walm van nostalgie over zich heen te laten komen. Ik
gemakkelijker hebben gemaakt, zeker op de momenten dat
wens je alvast veel plezier!
ik het even niet zag zitten.
Niet alleen voor de Eureka!, maar ook voor mij is dit een tijd
Ik kijk terug op een prachtig jaar. Ik heb genoten van het ge-
van terugblik en herinneringen. Ten tijde van schrijven mag
zelschap, de wekelijkse activiteiten, de studiereizen. Ik heb
ik mijzelf nog enkele weken h.t. praeses van De Leidsche
plekken bezocht en mensen ontmoet waar ik nooit van had
Flesch noemen. Vanaf 4 september mag een nieuwe lichting
kunnen dromen. Als mijn opvolgers ook maar de helft zo
zich wagen aan het besturen van onze mooie vereniging.
veel plezier gaan hebben als ik, dan gaan ze een geweldig
Een jaar lang heb ik mogen genieten van de drukte van de
jaar tegemoet. Ik wens ze dan ook alle plezier en succes van
Flesschekamer, het leggen van nieuwe contacten, geweldig
de wereld toe.
gezellige activiteiten en uiteraard de vele borrels met zus-
28
terverenigingen.
Met mijn allerlaatste vriendelijke groet,
Een bestuursjaar bestaat natuurlijk niet louter uit gezellig-
Pim Overgaauw
heid en borrels. Een jaar lang zit je met je vijf medebestuur-
o.t. Praeses
ders en tal van leden ‘opgesloten’ in de Flesschekamer en
De Leidsche Flesch
Eureka! Universiteit Leiden
DE LEIDSCHE FLESCH
Lieve lezer,
Ik kijk nu vooral, na natuurlijk de wissel, erg uit naar het Eerstejaarsweekend. Dit heb ik altijd een van de mooiste
Terwijl ik dit schrijf, geniet ik van de heerlijke Nederlandse
weekenden uit het collegejaar gevonden en ik raad je dan
zomer. Ik heb mijn toevlucht maar genomen onder een pa-
ook aan om te komen. Het zal ongetwijfeld weer superge-
rasol. Niet omdat de zon nou zo uitbundig schijnt en ik le-
zellig worden. Hopelijk leren wij allen weer een hoop eer-
vend gebraden word, maar omdat het weer eens ouderwets
stejaars kennen die zich uiteindelijk ook thuis gaan voelen
stortregent. Op dit moment heb je de lustrum-Eureka! voor
bij De Leidsche Flesch, de gezelligste studieverenigingen
je waarin we vieren dat het blad alweer tien jaar bestaat.
van Leiden!
Voor het eerst in jaren wordt de Eureka! weer naar je thuis
Een fantastisch studiejaar toegewenst!
gestuurd. Als je dit vaker wilt geef dit dan vooral aan. Met vriendelijke groet, Ook De Leidsche Flesch viert dit jaar haar lustrum, het
Nigel Fennet
achttiende. Het belooft een episch intens jaar te worden,
h.t. Praeses
waarin veel mooie activiteiten gepland staan. Elke maand
De Leidsche Flesch
zullen speciale activiteiten zijn met als klapstuk de lustrumweken eind april. Vergeet dus vooral niet die weken vrij te houden! Wij als 90e bestuur hebben dan ook veel zin in het aankomende jaar. De hele zomer hebben we hard gewerkt om van het 90e levensjaar van De Leidsche Flesch een niet te vergeten jaar te maken. Onder het waakzame oog van de spelende eekhoorntjes schreven wij in het altijd gezellig Vlierden ons beleidsplan, waarin we al onze plannen hebben verwerkt. Hopelijk worden deze ideeën in de praktijk net zo gaaf als op papier.
Eureka! Universiteit Leiden
29
DE LEIDSCHE FLESCH
Ook het DLF-blok staat dit keer in het teken van het verleden. Want ook vroeger organiseerde de vereniging leuke en boeiende activiteiten voor de leden. In de afgelopen tien jaar is bijvoorbeeld de KLR opgericht, is PION enkele keren in Leiden georganiseerd en werden contacten gelegd met studenten uit Sudan. En wat nog meer, dat lees je op de volgende pagina's.
laatste tussenpost in de sterfelijke wereld tussen de totale wanorde en chaos trokken de aanstaande KLR-leden naar Den Haag om te demonstreren tegen de entropie. De demonstratie werd begeleid door de lokale ordetroepen en onder veelvuldig vlagvertoon werden in geordende maat de strijdliederen aangeheven die de boosaardige verdoemenis tegen moest houden die entropie heet. Na de sfeerimpressie nu een duidelijker verslag van het daadwerkelijk geschiede. Op 4 april 2003 togen de KLR-leden naar Den Haag om daar op het plein te demonstreren tegen de entropie. On-
Onderdeel jaarverslag
danks veel contact met en uitnodigingen aan de pers moes-
(juni 2002)
ten we het met ons eigen camerateam stellen dat minutieus elke onregelmatigheid, oproer en gebeurtenis in de demon-
Op 30 mei en op 27 juni vonden twee filmavonden plaats,
stratie vastlegde.
waar ‘Le Fabuleux Destin d’Amelie Poulain’ en ‘o Brother, Where Art Thou?’ gedraaid werden. In dezelfde maand
Ook is willekeurige passanten naar hun mening gevraagd.
werd begonnen met het opzetten van de nieuwe boeken-
Enkelen zeiden na veelvuldig vragen: “Ik heb op Groen-Links
actie. Tevens werd op 15 juni het nieuwe dispuut KLR
gestemd omdat het absoluut een anti-entropie partij is.”
opgericht. Dit dispuut zou zich gaan bezighouden met het organiseren van gezelligheid.
De demonstratie werd besloten met een interview met de Balkenende- en Wouter Bos-spelers van Kopspijkers.
28 juni was het de laatste collegedag van dat jaar. Dit jaar
Daarna werd de thuisreis aanvaard alwaar wij als helden
moest natuurlijk goed worden afgesloten. ’s Middags werd
werden binnengehaald tijdens het Freggelfeest in de toen
er een volleybaltoernooi georganiseerd door onze sport-
nog bestaande Foobar.
commissie. Aansluitend werd er een barbecue georganiseerd op het dakterras van het sportcentrum. In de regen werden de kippenpoten iets te snel zwart, in de vlammen
Six Flags
van meer dan een halve meter hoog. Ondanks dat ze lichte-
(1 juli 2003)
lijk gecremeerd waren, werden ze toch goed geconsumeerd. Naast de kippenpoten werd er een grote verscheidenheid
Naar Six Flags gaan is leuk. Nog leuker is het natuurlijk
aan vlees, salades en sauzen genuttigd. Met een volle buik
om met groepskorting naar Six Flags te gaan. Zeker omdat
kon goed aan de zomervakantie begonnen worden.
een groep ook gezellig is. 1 juli 2003 vertrokken we dus met een heeeeeeeel gezellige groep met de trein naar de Flevopolder. Daar aangekomen moest er nog even een bus
Demonstratie entropie
gefixt worden, maar gelukkig had de charmante reisleidster
(3 april 2003)
overal voor gezorgd. We begonnen met Superman the Ride. Spannend! Via Volta en Goliath en nog veel meer volgde.
30
Hier stonden wij dan. Moedig, onverschrokken en strijd-
Helaas begon het toen te regenen. Maar ook in de regen is
baar. Laat de entropie maar komen, wij staan klaar. Als
Marten Superman. Na de regen was het park bijna leeg en
Eureka! Universiteit Leiden
DE LEIDSCHE FLESCH
was er dus volop gelegenheid om nog snel even misselijk te worden. Daar werd volop van geprofiteerd. Het was een erg gezellige en uitdagende dag en die werd afgesloten met een diner in Utrecht.
Het Leidsche Flesch Congresch 2004 ‘Net even anders…’ (17 mei 2004) Maandag 17 mei nam het jaarlijkse Leidsche Flesch-congres plaats. Dit jaar was het thema ‘Net even anders …’. We hadden vier sprekers van verschillende disciplines uitgenodigd, die elk hun theorie, die net even anders is dan de
stapsgewijs oploste. Na de lunch begon de wedstrijd en
algemeen geaccepteerde ideeën, aan ons uitlegden. De dag
kregen de teams twaalf opgaven voorgeschoteld, waar zij
begon met de informaticus prof. dr. Ir. Jan Friso Groote
drie uur de tijd voor hadden. De borrel daarna duurde wat
uit Eindhoven. Hij legde ons uit dat een betrouwbaar be-
langer dan verwacht, want in de jurykamer waren flinke
wijs enkel met behulp van een computer gegeven kan wor-
discussies gaande. De jury moest uiteindelijk tot de con-
den. Vervolgens nam dr. Wim Veldman van de KUN het
clusie komen dat niet alleen de derde plaats gedeeld moest
woord en vertelde ons over Brouwers gevecht met Cantor.
worden, maar ook de eerste! Juryvoorzitter prof. dr. Frans
Dan volgde een pauze met thee, koffie en koekjes, heel veel
Saris maakte de uitslag tijdens de prijsuitreiking bekend.
koekjes. Nu was het de beurt aan prof. dr. ir. Sander Bias
De verbaasde vreugdekreten van het Delftse ‘Paradoxaal’
(UvA). Hij gaf ons met de snaartheorie een nieuw perspec-
bewezen dat zij hun overwinning niet verwacht hadden.
tief op materie, ruimte en tijd. Als laatste spreker hadden
De andere winnaar ‘Bali Hai 2’, een gemengd team uit
we de sterrenkundige drs. Pedro Lacerda uitgenodigd. Hij
Utrecht, Groningen en Eindhoven, had stiekem gehoopt op
hield een voordracht over ‘Planetesimals, Planets and Sed-
een plaats bij de laatste drie. De dag werd afgesloten met
na’. En zoals altijd sloten we deze dag af met een gezellige
een gezamenlijk diner in de Leidse binnenstad met de deel-
borrel.
nemers, de juryleden, de PION-commissie en de crewleden die zich gedurende de dag hadden ingezet.
PION (3 juni 2004)
Tostilunch 22 september 2005
Op 3 juni 2004 heeft in Leiden voor de tiende maal PION, de natuurkunde olympiade voor studenten plaatsgevonden. Veertien teams streden deze middag om de eer (en toch ook om de hoofdprijs) door zich op twaalf uitdagende natuurkundeproblemen te storten. Traditiegetrouw werd het evenement georganiseerd door de studievereniging van de winnaars van de vorige editie, dit jaar door De Leidsche Flesch. De dag begon met een lezing van prof. dr. Vincent Icke, waarin hij de vraag ‘Waarom is het ’s nachts donker?’
Eureka! Universiteit Leiden
31
DE LEIDSCHE FLESCH
‘Vernieuwd Recept’ luidt een nieuwe traditie in: de tostilunch! Op deze allereerste tostilunch staat de Flesschekamer meer dan vol met maar liefst 60 van tosti’s genietende aanwezigen. Dit was alvast een vooruitblik naar de vele tostilunches die zullen volgen.
PABO rekenvaardigheidstest 26 januari 2006 Na het schokkende nieuws in alle kraten dat PABO studenten soms nog slechter rekenen dan leerlingen uit groep acht, is De Leidsche Flesch de uitdaging aangegaan om te laten zien dat bèta’s wel kunnen rekenen. Aangezien iedereen de test gehaald had en de winnar slechts één fout had, is dit wel bewezen!
KLR Plutoborrels 7, 14 en 21 september 2006
Praat-als-een-piraat-borrel! 19 september 2008
Na het schokkende verlies van onze favoriete negende planeet hield de KLR op 7, 14 en 21 september een Plutobor-
Alle hens aan dek! Ook al is piraterij officieel verboden,
relreeks ter ere van dit geliefde hemellichaam. De eerste
elk jaar op 19 september komen wij tezamen om onze anti-
van het drietal Plutoborrels stond in het teken van rouw en
VOC-mentaliteit te vieren. In de FooBar, waar het bier rij-
het condoleanceregister leverde dan ook een aantal stem-
kelijk voor de halve prijs vloeide, eindigde alle woorden op
mig leuke stukjes op. De tweede borrel, de inhuldiging van
Arrrr en was één ding boven alles duidelijk: al die landrot-
onze nieuwe dwergplaneet, was vol van vreugde en ein-
ten zonder houten poten en papegaaien zijn maar watjes!
digde met een groepsknuffel. En dan hebben we het nog niet eens over onze laatste borrel …
Pubquiz 16 december 2008
Muziekavond 20 maart 2007
Licht uit, spot aan! 16 december 2008 vond de eerste KLR
Ook al zijn we (volgens Jelle) gezegend met het ritmege-
Pimp-My-Pubquiz plaats in de FooBar, die voor de gele-
voel van een randomgenerator, toch waagde een aantal ge-
genheid was omgetoverd tot een ware Studio 3(.14). Quiz-
talenteerde bèta’s zich op het toneel van het LAK-theater.
masters Jasper (oud KLR-OR) en Marinus (geen-KLR)
Ook het publiek, in fiks aantal toegelopen, wst deze op-
stelden in zes rondes zeer uiteenlopende vragen die het
tredens te waarderen. Een of andere sufferd volhardde in
intellect van de deelnemers tot het uiterste op de proef stel-
het nemen van foto’s met flits, maar na enige oefeningen
den. Dit was niet zomaar een pubquiz maar deze was voor
met de camera ging het al veel beter. Piano- en klarinetspel
de gelegenheid flink opgepimpt met een video- en een mu-
werd afgewissel met ballroomdansen en breakdance. Zeker
ziekronde en de altijd verraderlijke Matrix-ronde.
voor herhaling vatbaar!
32
Eureka! Universiteit Leiden
DE LEIDSCHE FLESCH
De lieftallige Laura (ook geen KLR, maar wel immer knap) verleende assistentie door nauwlettend alle punten bij te houden en de speciale ‘hulpkaarten’ uit te delen, zoals ‘Geef me een punt’ en ‘Ron helpt’. Met deze laatste kon een team de hulp van FooBar-meubelstuk Ron van Veen inroepen. Zijn kennis over Duitse blijspelen bleek onontbeerlijk. Uiteindelijk won team Bank 1 een jaarlang het bestuurschap van de KLR waarme zij zich kunnen laten fêteren op de vele constitutieborrels die Leiden rijk is.
FooBar lustrum 4 maart 2009 Op 4 maart 2009 bestond de FooBar in haar huidige vorm vijf jaar. In het kader van dit eerste lustrum werden Foolympics georganiseerd. Tijdens deze barspelen namen teams van drie mensen het tegen elkaar op in het brede scala aan (kroeg)spelen die in de FooBar werden beoefend. In de eerste ronde nam één van de teamleden deel aan een
heid aangegrepen om een aantal activiteiten voor hen te
doorgeefschaaktoernooi terwijl de andere twee teamleden
organiseren. Ze waren hier in Nederland rond 3 oktober en
hun Klaverjasskills ten toon mochten spreiden. In de twee-
dit is natuurlijk de dag dat het Leids ontzet wordt gevierd.
de ronde kwam het voor twee spelers aan op finesse tijdens
Wij hebben een deel van de Leidsche tradities laten zien
een dartwedstrijd, terwijl de derde persoon werd getraind
die dag. Beetje rondlopen door de stad en langs de kermis
op zowel inzicht als snelheid tijdens het spel Set. Na twee
gaan is natuurlijk altijd leuk. Wij kregen in ieder geval de
rondes was alles nog mogelijk daar de laatste en allesbe-
indruk dat ze zich vermaakten. Vervolgens zijn we gezel-
slissende ronde bestond uit een grandioze adt-wedstrijd.
lig met zijn allen hutspot wezen eten, zoals het hoort op 3 oktober. Het is leuk dat er hier andere studenten komen om
Al met al was het een gedenkwaardige avond met veel ge-
tradities uit te wisselen. Helaas is Mart Durieux in januari
zelligheid, rivaliteit en goud-geel vocht. Op naar het vol-
2011 overleden
gende lustrum!
Studenten uit Soedan…
Alumnidiner
3 oktober 2009
12 juni 2010
We hebben hier in een Leiden een docent, Mart Durieux,
Op een zomerse zaterdagavond was er een diner voor alle
die zich sinds jaar en dag inzet voor studenten uit Soedan.
alumni van De Leidsche Flesch. Dit was een avond waar
Hij is er verantwoordelijk voor dat er een aantal weken te-
de alumni gezellig samen hebben gegeten en herinneringen
rug vijftien studenten uit Soedan waren. Het is natuurlijk
verteld hebben van hoe het vroeger ging. Er zijn verhalen
leuk om een keer met studenten te praten uit een ander
verteld over een tijd zonder computers, zonder bachelors
land. Wij hebben met De Leidsche Flesch deze gelegen-
en zonder BSA. Er waren mensen die 40-50 jaar geleden
Eureka! Universiteit Leiden
33
DE LEIDSCHE FLESCH
P
afgestuurd zijn. Hopelijk kunnen wij ook over 50 jaar
dagmiddag 20 oktober in een zaaltje in het Gorlaeus. Hier
terugdenken aan een mooie tijd bij onze studievereni-
werd namelijk het Bètadictee gehouden. Het lokaal werd
ging op een alumnidiner.
voornamelijk gevuld met mensen die niet vies waren van
chemicaliën en bacteriën, of in ieder geval de benamin-
Bètatheater
gen daarvoor. Maar er zaten ook een paar dappere natuur-,
21 juni 2010
sterren- en wiskundestudenten te struikelen over de woorden. Later bleek dat de wat hardere bèta's toch beter kunnen spellen, zo had De Leidsche Flesch opgeteld de minste spelfouten en ook scoorde iedereen van de Flesch beter dan
gemiddeld en Michel Rensen sleepte de derde prijs binnen.
Bij de prijsuitreiking werd ook het algemeen gemiddelde
genoemd: in 236 woorden, pakweg 1600 tekens, werden er gemiddeld ruim 36 fouten gemaakt. Oftewel, gemiddeld schreven we 6 van de 7 woorden correct. Dat is toch best een aardige score?
Actieve Ledendag 22 augustus 2011 Elk jaar, op 21 juni, organiseer de Hortus Botanicus
Na een jaar lang zwoegen voor de vereniging was het 22
een leuk evenement dat draait om de midzomernacht.
augustus tijd voor de actieve leden om eens in het zon-
Afgelopen jaar was het een extra speciaal evenement.
netje gezet te worden. Dit jaar was er een speurtocht over
De studieverenigingen van de Bètafaculteit hadden een
de Leidse grachten georganiseerd waarbij de kennis over
leuk initiatief om eindelijk wat meer samen te gaan
Leiden getest werd. We vertrokken in 3 boten vol met drin-
doen. Het resultaat was theater! De Hortus vond het
ken en hapjes vanaf de Vlietlanden naar het zonovergoten
ook een leuk idee om het eerste optreden van een leuke
Leiden. Eenmaal in Leiden aangekomen werden de moei-
groep studenten, geleid door Jan Kijne, te laten plaats-
lijke vraagstukken over historische gebouwen zoals de
vinden in de Midzomernacht in de Hortus. Het gevolg
oude sterrenwacht en het KOG opgelost, maar daarnaast
was een geweldig optreden wat door populariteit zich
moesten mensen ook hun historische kennis paraat hebben
komend jaar zal herhalen.
om vragen over van der Werf te beantwoorden. Naast deze kennis werden ook de telkunsten van de leden getest toen
er geteld moest worden hoeveel gaten er in de wc-hokjes
Bètadictee 20 oktober 2011
langs de Leidse grachten zaten.
Na deze tocht was het tijd om te genieten van een welverdiende barbecue. Helaas liet de zon ons in de steek maar
34
Escherichia coli, een gram-negatieve bacterie, een
dit mocht de pret niet drukken. De barbecue lag continu
gesaved LaTeX-document of een niet-dissipatief ka-
vol met vlees en hier werd ook lekker van gesmuld onder
rakter. Schrijf dat maar eens foutloos op. Als dat lukt,
het genot van een drankje uit de FooBar. Toen iedereen
probeer dan eens 5-bromo-4-chloro-3-indolyl ß-D-
zijn buik vol had werden de leden door het bestuur bedankt
galactopyronoside. Beter bekend als X-gal. Juist. Om
voor hun inzet het afgelopen jaar met een klein presentje
dergelijke woorden, naast de 'normale' dicteewoorden
en werd er nog geborreld tot in de kleine uurtjes. Al met al
als versjteerde en consciëntieuze, draaide het donder-
was het weer een geslaagde Actieve Ledendag.
Eureka! Universiteit Leiden
P Puzzel
Eureka!
Vul de letters A, B en C precies eenmaal in in elke rij en in Opgeloste puzzels kunnen worden ingeleverd op de elke kolom. Langs de rand staat overal aangegeven welke letFlesschekamer, Snellius kamer 301, of in het postvakje ter je vanaf daar als eerste tegenkomt. van de Eureka!, in de hal van het Huygensgebouw. Veel succes!
Winnaars puzzel Eureka!
De winnaar van puzzel 37 is André van Delft. De prijs kan opgehaald worden op de Flesschekamer, Snellius kamer 301, waar het bestuur van De Leidsche Flesch elke dag aanwezig is.
Eureka! Universiteit Leiden
35
Willemijn @ mijn eureka-moment!
Stephan @ voorbereiden voor practicum
Tanja @ Cell Observatory
Freek @ op weg van het Gorlaeus naar Den Haag
Jeroen @ klaar voor het lab
Marijke @ ontdek het zelf
Tyron @ pauze tussen twee hoorcolleges in
Pim @ bijna bij college
Jorinde @ top of the world of life sciences
Kom naar de Open Dag
Jolien @ studeren in de bibliotheek
Wil jij meer weten over de bèta-opleidingen van de Universiteit Leiden? Kom dan op vrijdag 30 november naar de naar de Open Dag van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen en leer onze opleidingen, onze docenten en studenten kennen. De Universiteit Leiden is een internationale universiteit die mensen en kennis verbindt. Je krijgt college van docenten die baanbrekend onderzoek doen en contact hebben met collega’s over de hele wereld. Een goede basis voor een wereldtijd en een wereldcarrière. Kijk voor meer informatie op unileidenbachelors.nl.
Bij ons leer je de wereld kennen.
Ivar @ ontdekken van het onbekende