Soerense Zand Zuid 29
Plannaam: Soerense Zand Zuid 29 IMRO-nummer: NL.IMRO.0213.BPBG700026-va01 Plantype: Bestemmingsplan Status Ontwerp Vaststelling In werking treding
Datum
ZK13.01954 - 14.008222 -
TOELICHTING
Toelichting
Vastgesteld
2
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDING ................................................................................... 4 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
AANLEIDING ............................................................................................................................................... 4 LIGGING VAN HET PLANGEBIED ....................................................................................................................... 4 DE BIJ HET PLAN BEHORENDE STUKKEN ............................................................................................................. 5 HUIDIGE PLANOLOGISCHE REGIEM ................................................................................................................... 5 LEESWIJZER ................................................................................................................................................ 5
HOOFDSTUK 2 HUIDIGE EN GEWENSTE SITUATIE ....................................................... 7 2.1 2.2 2.3
HUIDIGE SITUATIE ........................................................................................................................................ 7 GEWENSTE SITUATIE ..................................................................................................................................... 8 VERKEER EN PARKEREN ............................................................................................................................... 10
HOOFDSTUK 3 BELEIDSKADER ........................................................................... 12 3.1 3.2 3.3
RIJKSBELEID .............................................................................................................................................. 12 PROVINCIAAL BELEID .................................................................................................................................. 13 GEMEENTELIJK BELEID................................................................................................................................. 19
HOOFDSTUK 4 MILIEU- EN OMGEVINGSASPECTEN ................................................... 21 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
GELUID .................................................................................................................................................... 21 BODEMKWALITEIT ...................................................................................................................................... 22 LUCHTKWALITEIT. ...................................................................................................................................... 23 EXTERNE VEILIGHEID ................................................................................................................................... 24 MILIEUZONERING ...................................................................................................................................... 25 ECOLOGIE................................................................................................................................................. 27 ARCHEOLOGIE & CULTUURHISTORIE .............................................................................................................. 29 BESLUIT MILIEUEFFECTRAPPORTAGE .............................................................................................................. 30
HOOFDSTUK 5 WATERASPECTEN........................................................................ 32 5.1 5.2
VIGEREND BELEID....................................................................................................................................... 32 WATERPARAGRAAF .................................................................................................................................... 33
HOOFDSTUK 6 JURIDISCHE ASPECTEN EN PLANVERANTWOORDING .............................. 34 6.1 6.2 6.3 6.4
INLEIDING................................................................................................................................................. 34 OPZET VAN DE REGELS ................................................................................................................................ 34 VERANTWOORDING VAN DE REGELS............................................................................................................... 35 HANDHAVING ........................................................................................................................................... 36
HOOFDSTUK 7 ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID .................................................. 37 HOOFDSTUK 8 INSPRAAK EN VOOROVERLEG .......................................................... 38 8.1 8.2
VOOROVERLEG .......................................................................................................................................... 38 INSPRAAK ................................................................................................................................................. 38
BIJLAGEN BIJ DE TOELICHTING ............................................................................... 39 AKOESTISCH ONDERZOEK ..................................................................................................................... 40 VERKENNEND BODEMONDERZOEK ......................................................................................................... 41 ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK............................................................................................................... 42 STANDAARD WATERPARAGRAAF ........................................................................................................... 43
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
3
ZK13.01954 - 14.008222 -
BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4
HOOFDSTUK 1 1.1
INLEIDING
Aanleiding
Tuincentrum Laag Soeren is al decennia lang gevestigd aan de Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek. Het tuincentrum is historisch gegroeid op deze locatie en heeft momenteel een breed aanbod aan levende en niet levende huis- en tuingerelateerde artikelgroepen in het assortiment. De eigenaar is voornemens het tuincentrum te moderniseren en uit te breiden. Deze ontwikkelingen zijn noodzakelijk voor het toekomstperspectief van het bedrijf, onder meer vanwege het feit dat de tuincentrabranche sterk aan trends onderhevig is. Het voornemen bestaat om, al dan niet gefaseerd, de bestaande bebouwing te slopen en nieuwbouw te realiseren. Er zullen in de toekomst twee gebouwen op het perceel aanwezig zijn, een bedrijfspand en een opslagruimte. De gebouwen krijgen een gezamenlijke oppervlakte van circa 2.730 m² bvo. In het bedrijfspand zal naast de voorzieningen ten behoeve van detailhandel tevens een ondersteunende horecavoorziening worden ondergebracht. Tot slot zal het buitenterrein heringericht worden, zo zullen er extra parkeerplaatsen worden aangelegd en wordt een deel van het terrein aangewend ten behoeve van buitenverkoop en kwekerijactiviteiten. Voorliggend bestemmingsplan voorziet in de gewenste juridisch planologische kaders. Aangetoond zal worden Opgemerkt wordt dat het bedrijfsperceel voor een beperkt deel is gelegen op grondgebied van de gemeente Rheden. De ontwikkeling ter plaatse bestaande uit het slopen van de aanwezige bebouwing, het realiseren van nieuwbouw (de opslagruimte valt voor beperkt deel op grondgebied gemeente Rheden) en het uitbreiden van de parkeervoorzieningen L “ I wordt de ontwikkeling als geheel besproken, echter zijn in dit plan uitsluitend de planologische kaders opgesteld voor het gedeelte van het bedrijfsperceel gelegen op grondgebied van de gemeente Brummen.
1.2
Ligging van het plangebied
Het plangebied omvat het perceel aan de Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek. In afbeelding 1.1 is de ligging van het plangebied ten opzichte van de kernen Eerbeek en Laag Soeren alsmede ten opzichte van de directe omgeving weergegeven. De paarse lijn geeft de scheidingslijn aan tussen de gemeente Brummen (noord- en oostkant) en de gemeente Rheden (zuid- en westkant). Met de rode omlijning is het bedrijfsperceel indicatief aangegeven. Het plangebied betreft uitsluitend de gronden binnen de rode omlijning gelegen op grondgebied van de gemeente Brummen. Voor de begrenzing van het plangebied wordt verwezen naar de verbeelding.
Ligging van het plangebied ten opzichte van de kernen Eerbeek en Laag Soeren alsmede ten opzichte van de directe omgeving (Bron: ArcGIS)
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
4
ZK13.01954 - 14.008222 -
Figuur 1.1
1.3
De bij het plan behorende stukken
Het bestemmingsplan “
)
)
bestaat uit de volgende stukken:
verbeelding (tek.nr. NL.IMRO.0213.BPBG700026-va01) en een renvooi; regels.
Op de verbeelding zijn de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden weergegeven. In de regels zijn bepalingen opgenomen om de uitgangspunten van het plan zeker te stellen. Het plan gaat vergezeld van een toelichting. De toelichting geeft een duidelijk beeld van het bestemmingsplan en van de daaraan ten grondslag liggende gedachten maar maakt geen deel uit van het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan.
1.4
Huidige planologische regiem
Het plangebied is gelegen binnen de begrenzing van het bestemmingsplan B gemeente Brummen. Dit bestemmingsplan is vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 17 december 2009. In onderstaand figuur is een uitsnede van de verbeelding behorend bij het bestemmingsplan O Bedrijf (Nietzijn er enkele gebiedsaanduidingen opgenomen. Deze gebiedsaanduidingen zijn in het kader van dit bestemmingsplan niet benoemenswaardig.
Figuur 1.2
U
B
B
G
B
G B N -agrarisch) zijn bedoeld voor de uitoefening van een niet-agrarisch bedrijf waarbij ter plaatse van het perceel Soerense Zand Zuid 29 de uitoefening van een tuincentrum wordt toegestaan. Het maximum bebouwd oppervlakte voor het bedrijf bedraagt 1.848 m². Tegen dit bestemmingsplan is door de eigenaar van het tuincentrum beroep ingesteld en uiteindelijk is het bestemmingsplan gedeeltelijk vernietigd (ten aanzien van maximale oppervlakte bedrijfsgebouwen). Hierdoor dient voor de oppervlaktemaat Buitengebied O basis van dit bestemmingsplan mag het bebouwingspercentage ten hoogste 40% bedragen. Het is wenselijk om voor het tuincentrum een actueel planologisch kader te hebben waarbinnen de voorgenomen ontwikkeling mogelijk is. Dit bestemmingsplan voorziet hierin.
Leeswijzer
Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de huidige en gewenste situatie binnen het plangebied. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het beleidskader. Hierin wordt het beleid van het Rijk, de Provincie Gelderland en de gemeente Brummen beschreven.
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
5
ZK13.01954 - 14.008222 -
1.5
In hoofdstuk 4 passeren alle relevante milieuthema's de revue. Hoofdstuk 5 gaat in op de wateraspecten. In de hoofdstukken 6 en 7 wordt respectievelijk ingegaan op de juridische aspecten/planverantwoording en de economische uitvoerbaarheid. Hoofdstuk 8 gaat in op het vooroverleg en de inspraak.
Toelichting
Vastgesteld
6
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
HOOFDSTUK 2 2.1
HUIDIGE EN GEWENSTE SITUATIE
Huidige situatie
Het plangebied is gelegen aan de Soerense Zand Zuid 29 in het buitengebied van de gemeente Brummen. Vanuit ruimtelijk en functioneel oogpunt maakt het bedrijfsperceel echter onderdeel uit van de kern Laag Soeren. De omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door een afwisselend landschap van open weilanden, kweekgronden en bospartijen. De functie van de omgeving betreft hoofdzakelijk wonen en natuur, maar daarnaast komen er in ondergeschikte mate ook agrarische en reguliere bedrijvigheid voor. Figuur 2.1 geeft de ligging van de locatie ten opzichte van de omgeving weer.
Figuur 2.1
Ligging van de locatie ten opzichte van de omgeving (Bron: Bing Maps)
Het plangebied wordt aan de noordzijde begrensd door de voormalige afgesplitste bedrijfswoning (Soerense Zand Zuid 27). Aan de oostzijde zijn agrarische cultuurgronden en kweekgronden gelegen. Ten zuiden van het plangebied zijn agrarische cultuurgronden en een horecavoorziening (Soerense Zand Zuid 33) aanwezig. Tot slot bevindt zich aan de westzijde de Eerbeekseweg - Soerense Zand Zuid alsmede de achtererven van de woningen en het horecabedrijf gelegen aan deze straat. In figuur 2.2 is een beeld van de huidige situatie in het plangebied opgenomen.
Luchtfoto huidige situatie in het plangebied (Bron: Bing maps)
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
7
ZK13.01954 - 14.008222 -
Figuur 2.2
Het plangebied is functioneel ingericht ten behoeve van het tuincentrum. Op het terrein bevinden zich diverse gedateerde bedrijfsgebouwen en overkappingen. De omliggende gronden zijn veelal verhard en ingericht als parkeervoorziening dan wel in gebruik ten behoeve van de buitenverkoop en kwekerijactiviteiten. De ontsluiting van het tuincentrum vindt plaats via de in- en uitrit op de Eerbeekseweg Soerense Zand Zuid.
Figuur 2.3
2.2
Vooraanzicht van het plangebied (Bron: Bing maps)
Gewenste situatie
Om succesvol te kunnen blijven, is het voor elk bedrijf van belang om in te kunnen spelen op het koopgedrag van de consument. Gezien de toenemende vraag naar beleving en sfeer en de toenemende concurrentie voor
Het concrete voornemen bestaat uit de sloop van de bestaande bebouwing en het realiseren van nieuwbouw. Naast het realiseren van nieuwbouw zullen ook de omliggende gronden grotendeels heringericht worden.
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
8
ZK13.01954 - 14.008222 -
belang om het tuincentrum te moderniseren en uit te breiden. De uitbreiding bestaat uit vergroting van de oppervlakte aan bebouwing alsmede de uitbreiding van het bestaande assortiment. Opgemerkt wordt dat van een uitbreiding van het verkoopvloeroppervlak echter geen sprake is. De uitbreiding van het bebouwingsoppervlak vindt namelijk plaats op de gronden die in de huidige situatie in gebruik zijn ten behoeve van de buitenverkoop.
Gezien het feit dat het tuincentrum ten alle tijden geopend dient te blijven zal er sprake zijn van een gefaseerde herinrichting van het bedrijfsperceel. In figuur 2.4 is de gewenste inrichting van het bedrijfsperceel opgenomen.
Figuur 2.4
Gewenste inrichting van het plangebied (Bron: Architektenburo Guido Bakker BV)
De bebouwing op het terrein zal in de toekomstige situatie bestaan uit twee gebouwen, een bedrijfspand en een opslagruimte. Het bedrijfspand wordt gerealiseerd op ongeveer dezelfde locatie als dat van het bestaande bedrijfspand. Het gebouw zal een oppervlakte krijgen van ongeveer 2.230 m². In het bedrijfspand zal aan de voorzijde een restauratieve voorziening worden gerealiseerd in de vorm van een tuincafé. Deze voorziening krijgt een oppervlakte van 150 m², exclusief een kleinschalig terras aan de voorzijde van het bedrijfspand. Naast het bedrijfspand wordt een langwerpige opslagruimte gerealiseerd, met een oppervlakte van circa 500 m². Aan de voorzijde van de bebouwing komt een luifel. Hierdoor is het mogelijk voor bezoekers om ook bij mindere weersomstandigheden aangenaam te kunnen winkelen. Zoals aangegeven worden omliggende gronden opnieuw ingericht. De gronden gelegen ten noorden van de nieuwe bebouwing zal hoofdzakelijk in gebruik worden genomen ten behoeve van verkeer en parkeren. In toekomstige situatie zullen er in totaal 87 parkeerplaatsen worden aangelegd. Deze parkeervoorzieningen worden net als in de huidige situatie ontsloten op de Eerbeekseweg Soerense Zand Zuid. De gronden gelegen aan de zuid- en oostzijde van het bedrijfspand zullen worden aangewend ten behoeve van de buitenverkoop en kwekerijactiviteiten. In figuur 2.5 en figuur 2.6 zijn respectievelijk gevelaanzichten en 3D-impressies opgenomen van het nieuwe tuincentrum.
Toelichting
Vastgesteld
9
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
Figuur 2.5
Gevelaanzichten van het nieuwe tuincentrum (Bron: Architektenburo Guido Bakker BV)
Figuur 2.6
3D impressies van het nieuwe tuincentrum (Bron: Architektenburo Guido Bakker BV)
2.3
Verkeer en parkeren
2.3.1
Verkeer
De ontsluiting van het plangebied vindt plaats via de bestaande in- en uitrit op de Eerbeekseweg Soerense Zand Zuid. In de huidige situatie komen er op de drukste dag van de week (zaterdag) circa 170 klanten met de auto.
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
10
ZK13.01954 - 14.008222 -
De voorgenomen ontwikkeling heeft vooral tot doel om het tuincentrum te moderniseren en uit te breiden om zodoende het gehele assortiment te kunnen voeren. De voorgenomen ontwikkeling zal naar verwachting dan ook niet leiden tot een grote toename van het aantal klanten. Dit mede gezien de locatie van het tuincentrum, het feit dat er in de omgeving meerdere tuincentra aanwezig zijn en de uitbreiding van bebouwing plaatsvindt op gronden die op dit moment in gebruik zijn ten behoeve van de buitenverkoop. Van een toename van de
verkoopvloeroppervlak is dan ook geen sprake. Een onevenredige toename van het aantal verkeersbewegingen wordt niet verwacht. De Eerbeekseweg Soerense Zand Zuid is voldoende van omvang om het verkeer op een adequate en verkeersveilige wijze af te kunnen wikkelen. De infrastructuur van de weg is ingericht ten behoeve van een goede bereikbaarheid en afwikkeling van het gemotoriseerd verkeer. Het plan levert vanuit verkeerskundig oogpunt geen belemmeringen op. 2.3.2
Parkeren
Zoals aangegeven bij verkeer zal naar verwachting de voorgenomen ontwikkeling niet leiden tot een onevenredige toename van het aantal klanten. Op de drukste dag van de D D In de huidige situatie zijn er rond de 19 parkeerplaatsen op het bedrijfsperceel aanwezig en wordt er op het erf her en der nog geparkeerd. Onderdeel van de herinrichting van het buitenterrein is het aanleggen van nieuwe parkeervoorzieningen. In de toekomst zullen er 87 parkeerplaatsen aanwezig zijn. Dit aantal wordt, gezien het huidige aantal klanten op de drukste dag alsmede het feit dat niet wordt verwacht dat het aantal klanten onevenredig zal toenemen, voldoende geacht om te voorzien in de parkeerbehoefte. De gewenste ontwikkeling levert in het kader van het belemmeringen op.
Toelichting
Vastgesteld
11
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
HOOFDSTUK 3
BELEIDSKADER
Dit hoofdstuk beschrijft, voor zover van belang, het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid. Naast de belangrijkste algemene uitgangspunten worden de specifieke voor dit plangebied geldende uitgangspunten weergegeven.
3.1
Rijksbeleid
3.1.1
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is op 13 maart 2012 vastgesteld. De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geeft een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en vervangt de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040, de Nota Mobiliteit, de MobiliteitsAanpak en de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving. Tevens vervangt het een aantal ruimtelijke doelen en uitspraken in onder andere de Agenda Landschap en de Agenda Vitaal Platteland. Daarmee wordt de SVIR het kader voor thematische of gebiedsgerichte uitwerkingen van rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In de SVIR heeft het Rijk drie rijksdoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028):
Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijkeconomische structuur van Nederland; Het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.
Voor de drie rijksdoelen worden de 13 onderwerpen van nationaal belang benoemd. Hiermee geeft het Rijk aan waarvoor het verantwoordelijk is en waarop het resultaten wil boeken. Buiten deze nationale belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. De drie hoofddoelen van het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid kennen nationale opgaven die regionaal neerslaan. Opgaven van nationaal belang in Oost-Nederland (de provincies Gelderland en Overijssel) zijn:
3.1.2
Het waar nodig verbeteren van de internationale achterlandverbindingen (weg, spoor en vaarwegen) die door Oost Nederland lopen. Dit onder andere ten behoeve van de mainports Rotterdam en Schiphol; Het formuleren van een integrale strategie voor het totale rivierengebied van Maas en Rijntakken (Waal, Nederrijn, Lek en de IJssel, deelprogramma rivieren van het Deltaprogramma) en de IJ in combinatie met bereikbaarheid, ruimtelijke kwaliteit, natuur, economische ontwikkeling en woningbouw; Het tot stand brengen en beschermen van de (herijkte) EHS, inclusief de Natura 2000 gebieden (zoals de Veluwe); Het robuust en compleet maken van het hoofdenergienetwerk (380 kV), onder andere door het aanwijzen van het tracé voor aansluiting op het Duitse hoogspanningsnet. Toetsing van het initiatief aan de uitgangspunten in het rijksbeleid
Het rijksbeleid laat zich niet uit over dergelijke kleinschalige ontwikkelingen. Daarmee wordt gesteld dat er in dit geval geen rijksbelangen worden geraakt. Derhalve wordt gesteld dat het initiatief niet in strijd is met het rijksbeleid, zoals verwoord in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.
Toelichting
Vastgesteld
12
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
3.2
Provinciaal beleid
3.2.1
Structuurvisie provincie Gelderland
3.2.1.1 Algemeen De Structuurvisie Gelderland 2005 (voorheen "Streekplan Gelderland 2005", vastgesteld door Provinciale Staten op 29 juni 2005) is op 20 september 2005 in werking getreden. In de structuurvisie wordt het motto van de Nota Ruimte "decentraal wat kan, centraal wat moet" vertaald naar het provinciale niveau "lokaal wat kan, provinciaal wat moet". De structuurvisie kent een selectieve beleidsinzet op die zaken die van provinciaal belang zijn. Daarbij hoort een grotere beleidsvrijheid en eigen verantwoordelijkheid voor gemeenten voor die zaken die van lokaal belang zijn. De structuurvisie kent het onderscheid tussen de provinciale hoofdstructuur en het multifunctionele gebied. Voor het multifunctionele gebied geldt in het algemeen dat dit het domein is van de gemeenten en dat dit gebied een beperkte bemoeienis van de provincie kent. 3.2.1.2 Situatie ter plaatse van het projectgebied W
Het proj E
Figuur 3.1
figuur 3.1.
Uitsnede Beleidskaart ruimtelijke Structuur (Bron: Provincie Gelderland)
Binnen de waardevolle landschappen zijn ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk, mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden of worden versterkt ('ja, mits'-benadering). Binnen waardevolle landschappen is Dit betekent dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in overeenstemming moeten zijn met de kernkwaliteiten van het landschap. In de streekplanuitwerking ie subparagraaf 3.2.2). 3.2.1.3 T
“
G
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
13
ZK13.01954 - 14.008222 -
In voorliggend geval is sprake van het herinrichten van een bestaand bedrijfsperceel. Gedateerde bebouwing wordt gesloopt en maakt plaats voor nieuwbouw, passend in de omgeving. Daarnaast wordt het buitenterrein heringericht. De ontwikkeling zal leiden tot een aanzienlijke verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Opgemerkt wordt dat het plangebied weliswaar gelegen is in het buitengebied van de gemeente Brummen, echter maakt het vanuit ruimtelijk en functioneel oogpunt onderdeel uit van de kern Laag Soeren. Van een uitbreiding van een niet-agrarisch bedrijf in het buitengebied is in principe dan ook geen sprake. Gelet op het feit dat de ontwikkeling plaatsvindt op een bestaand bedrijfsperceel is er sprake van zuinig en zorgvuldig
ruimtegebruik. Er worden geen groenstructuren verwijderd en er vindt geen aantasting van de landschappelijke waarden plaats. Geconcludeerd wordt dat het initiatief in overeenstemming is met het provinciaal beleid zoals verwoord in de structuurvisie. 3.2.2
“
W
3.2.2.1 Algemeen Waardevolle landschappen zijn gebieden met (inter)nationaal en provinciaal zeldzame of unieke landschapskwaliteiten van visuele, aardkundige en/of cultuurhistorische aard, en in relatie daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. De waardevolle open gebieden maken deel uit van en liggen in de waardevolle landschappen en zijn vanwege hun grootschalige openheid onderdeel van het zogenaamde Groenblauwe raamwerk van het streekplan. Ook de Ecologische hoofdstructuur (EHS), waarvoor tegelijk met deze uitwerking voor de waardevolle landschappen een uitwerking is gemaakt, behoort tot het Groenblauwe raamwerk. Hierna is een uitsnede van de kaart opgenomen.
Figuur 3.2
U
W
B
P
G
Bij het omgaan met landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten in waardevolle landschappen zijn er drie verschillende situaties met bijbehorende hoofdafwegingen voor de beoordeling van ruimtelijke initiatieven en bepalingen over wat de provincie van gemeenten vraagt. A: Waardevol landschap - geen EHS, geen Waardevol open gebied Voor de (delen van) Waardevolle landschappen die niet in de EHS en/of Waardevolle open gebieden liggen, -regime: activiteiten zijn toegestaan mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt. Dat betekent dat ontwikkelingen van allerlei aard mogelijk zijn, waarbij overigens wel geldt dat deze landschappen zich niet lenen voor grootschalige verstedelijking. Wanneer één van de in het geding zijnde kernkwaliteiten wordt aangetast, maar andere kernkwaliteiten worden versterkt, en er over het geheel genomen sprake is van versterking van de kernkwaliteiten, kan dit acceptabel zijn. B: Waardevol landschap - samenvallend met EHS
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
14
ZK13.01954 - 14.008222 -
H -regime vanwege de samenloop met de EHS. Dat wil zeggen dat aantasting van de kernkwaliteiten niet mogelijk is tenzij er een groot maatschappelijk belang aan de orde is en er geen alternatieven elders zijn. Is er sprake van een groot maatschappelijk belang en ontbreken alternatieven elders, dan kan de activiteit plaatsvinden op voorwaarde van compensatie van de landschapskwaliteiten buiten het deel van het Waardevol landschap dat samenvalt met de EHS. Op niveau van het Waardevol landschap dient
er daarbij sprake te zijn van behoud of versterking van de landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten. C: Waardevol open gebied - binnen Waardevol landschap De Waardevolle open gebieden liggen alle binnen Waardevolle landschappen. Hier geldt 'nee' voor ruimtelijke ingrepen die de openheid aantasten, zoals nieuwe bouwlocaties, en 'nee, tenzij' voor ruimtelijke ingrepen die de openheid niet aantasten maar eventueel wel andere kernkwaliteiten. In dat laatste geval kan compensatie aan de orde zijn zoals onder B. is omschreven. Uitbreiding van agrarische bebouwing binnen of aansluitend op het bestaande bouwperceel is mogelijk; gaat het hierbij om een omvangrijke uitbreiding, dan is een beeldkwaliteitsplan of beeldkwaliteitsparagraaf in het ruimtelijke plan vereist. 3
T
“
W
Het projectgebied is gelegen in een gebied dat is ingedeeld als W geen EHS, geen W Voor de (delen van) Waardevolle landschappen die niet in de EHS en/of Waardevolle -regime: activiteiten zijn toegestaan mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt. In voorliggend geval gaat het om het herinrichten van een bestaand bedrijfsperceel. Er worden geen groenelementen verwijderd of landschappelijke waarden aangetast. De uitbreiding van bebouwing vindt plaats op gronden die nu in gebruik zijn ten behoeve van de buitenverkoop en kwekerijactiviteiten. Van enige aantasting van de landschappelijke waarden is dan ook geenszins sprake. 3.2.3
e
Ruimtelijke Verordening Gelderland, 3 herziening
3.2.3.1 Inleiding Met een ruimtelijke verordening stelt de provincie regels aan bestemmingsplannen van gemeenten. De provincie richt zich hierbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, natuur, nationale landschappen, water en glastuinbouw. Gemeenten krijgen op sommige terreinen meer beleidsvrijheid, terwijl ze op andere gebieden te maken krijgen met strikte provinciale richtlijnen. e
Provinciale Staten hebben de Ruimtelijke Verordening Gelderland, 3 herziening vastgesteld op 29 mei 2013. De regels in de verordening kunnen betrekking hebben op het hele provinciale grondgebied, delen of gebiedsgerichte thema's. Gemeenten moeten binnen een bepaalde termijn hun bestemmingsplan op deze regels afstemmen. 3.2.3.2 Nieuwe bebouwing onder voorwaarden toegestaan (artikel 2.3) In artikel 2.3 van de verordening is bepaald dat in een bestemmingsplan nieuwe bebouwing ten behoeve van wonen en werken tevens mogelijk kan worden gemaakt indien de nieuwe bebouwing functioneel is gebonden aan het buitengebied. In de bij de verordening opgenomen toelichting wordt onder functioneel aan het buitengebied gebonden bebouwing in ieder geval agrarische bebouwing, bebouwing voor recreatie, voor natuurbeheer, voor waterbeheer, voor veiligheid en hulpdiensten of voor de levering van gas, water of elektriciteit wordt verstaan. 3.2.3.3 T
‘
V
G
e
In het voorliggende geval is sprake van een bestaand niet-agrarisch bedrijf. Het plangebied is op basis van het bestemmingsplan gelegen in het buitengebied van de gemeente Brummen, echter vanuit ruimtelijk en functioneel oogpunt maakt het bedrijfsperceel onderdeel uit van de kern Laag Soeren. De voorgenomen e ontwikkeling is dan ook in overeenstemming met de Ruimtelijke Verordening Gelderland, 2 herziening.
Toelichting
Vastgesteld
15
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
3.2.4
Reconstructieplan Veluwe
3.2.4.1 Inleiding In Gelderland zijn in 2005 reconstructieplannen opgesteld die de toekomst van het platteland vormgeven. Dit is gebeurd in drie reconstructiegebieden. Een van deze gebieden is de Veluwe. Het reconstructieplan Veluwe bleek nodig om de problemen die op het platteland spelen te kunnen aanpakken. In delen van het landelijk gebied zitten de (intensieve) landbouw, wonen, werken, recreatie natuur en landschap elkaar te vaak in de weg. Het gevolg is dat vooral economisch belangrijke sectoren als landbouw en recreatie zich niet genoeg kunnen ontwikkelen en de kwaliteit van natuur, landschap en water te weinig verbetert. Dit heeft grote gevolgen voor de leefbaarheid en de vitaliteit van het platteland. In het reconstructieplan worden de functies opnieuw over de gebieden verdeeld en nieuwe ontwikkelmogelijkheden gestimuleerd. 3.2.4.2 Zonering Een belangrijk onderdeel van het reconstructieplan is de zonering. Er is een zoneverdeling gemaakt waar bepaalde functies belangrijk zijn en kunnen ontwikkelen. In figuur 3.3 is een uitsnede van de reconstructiezoneringskaart opgenomen.
Figuur 3.3
Uitsnede reconstructiezoneringskaart (Bron: Provincie Gelderland)
“
Het projectgebied is op basis van het reconstructieplan 3.2.4.3 T
‘
.
V
Voor ontwikkelingen in het stedelijk gebied gelden er vanuit het reconstructieplan geen nadere eisen of beperkingen. Geconcludeerd wordt dat de voorgenomen ontwikkeling in overeenstemming is met het ‘ V 3.2.5
Omgevingsvisie Gelderland (concept vastgesteld)
3.2.5.1 Algemeen
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
16
ZK13.01954 - 14.008222 -
De provincie Gelderland heeft een nieuwe integraal provinciaal beleidsplan in voorbereiding, de Omgevingsvisie Gelderland. De omgevingsvisie heeft tot juli 2013 als ontwerp ter inzage gelegen en zal rond de zomer van 2014, tezamen met de Omgevingsverordening (zie 4.2.5), worden vastgesteld door de Provinciale Staten van de provincie Gelderland.
In de Omgevingsvisie heeft de provincie twee doelen gedefinieerd die de rol en kerntaken van de provincie als middenbestuur benadrukken. De doelen zijn:
een duurzame economische structuurversterking, het borgen van de kwaliteit en de veiligheid van onze leefomgeving.
Deze doelen versterken elkaar en kunnen niet los van elkaar gezien worden. Economische structuurversterking vraagt om een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Dat is meer dan een goede bereikbaarheid en voldoende vestigingsmogelijkheden. Het betekent ook een aantrekkelijke woon- en leefomgeving met de unieke kwaliteiten van natuur, water en landschap in Gelderland. In deze Omgevingsvisie staat het 'fysieke' in de leefomgeving centraal. Tegelijk zit er een sterke 'sociale' component aan de opgaven voor sterke steden en een vitaal landelijk gebied. 3.2.5.2 Stedendriehoek Een goed vestigingsklimaat is een belangrijke troef van de regio Stedendriehoek. De regio is goed bereikbaar en ligt in het unieke landschap van de Veluwe, Salland, Achterhoek en de IJsselvallei. De voordelen van stad, dorp en platteland worden er gecombineerd. Maat en schaal van het gebied zijn overzichtelijk en de sociale betrokkenheid is groot. Centrale opgave is een nog verdere versterking van het vestigingsklimaat in de regio. Daaraan liggen vier deelopgaven ten grondslag:
innovatie krachtig maken; sociaal kapitaal beter benutten; blijven werken aan bereikbaarheid; de leefomgeving met kwaliteit versterken.
3.2.5.3 Detailhandel Winkelgebieden dragen voor een belangrijk deel bij aan de vitaliteit en aantrekkelijkheid van steden en dorpen. Met name de winkels in de centra van steden, dorpen en wijken zijn zeer bepalend voor de leefbaarheid en aantrekkelijk van deze gebieden. Bij het beleid is er echter een spanningsveld. Aan de ene kant is er de wens om de bestaande fijnmazige detailhandelsstructuur te behouden en om leegstand en verpaupering te voorkomen. Aan de andere kant wil de provincie de dynamiek van de markt de ruimte geven om nieuwe impulsen te stimuleren. Vernieuwing is nodig om winkelgebieden vitaal en aantrekkelijk te houden en om in te kunnen spelen op veranderende wensen en gedrag van consumenten. In onze visie gaat het om de juiste balans tussen het accommoderen van vernieuwingsimpulsen en nieuwe ontwikkelingen (marktdynamiek) aan de ene kant, en het behouden van dat wat al sterk is met name de centrumgebieden. Er is een toekomstbestendige detailhandelsstructuur gewenst. Dit vraagt om heldere ruimtelijke keuzen gericht op het versterken van kansrijke locaties en het omvormen van zwakke locaties. 3.2.5.4 Toetsing van het initiatief aan de Omgevingsvisie Gelderland (concept vastgesteld)
3.2.6
Omgevingsverordening Gelderland (concept vastgesteld)
De provincie beschikt over een palet van instrumenten waarmee zij haar ambities realiseert. De verordening wordt ingezet voor die onderwerpen waarvoor de provincie eraan hecht dat de doorwerking van het beleid
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
17
ZK13.01954 - 14.008222 -
Met de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling gaat uit van het slopen van een bestaand gedateerd tuincentrum en het realiseren van nieuwbouw, passend in de omgeving. Onderdeel van de ontwikkeling is het herinrichten van de buitenruimte. Het plan gaat zorgen voor een aanzienlijke verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en draagt bij aan het versterken van de economische vitaliteit. Gelet op het feit dat de ontwikkeling plaatsvindt op een bestaand bedrijfsperceel is er sprake van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik. Er worden geen groenstructuren verwijderd en er vindt geen aantasting van de landschappelijke waarden plaats. Geconcludeerd wordt dat het initiatief in overeenstemming is met het toekomstig provinciaal beleid zoals verwoord in de Omgevingsvisie Gelderland.
van de Omgevingsvisie juridisch gewaarborgd is. De verordening voorziet ten opzichte van de Omgevingsvisie niet in nieuw beleid en is daarmee dus beleidsneutraal. De inzet van de verordening als juridisch instrument om de doorwerking van het provinciaal beleid af te dwingen is beperkt tot die onderdelen van het beleid waarvoor de inzet van algemene regels noodzakelijk is om provinciale belangen veilig te stellen of om uitvoering te geven aan wettelijke verplichtingen. I L opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.6, lid 2). Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Hierbij dient de behoefte aan een stedelijke ontwikkeling te worden aangetoond. De ladder kent drie treden die achter elkaar worden doorlopen.
Figuur 3.4
Ladder voor duurzame verstedelijking (Bron: Ministerie van Infrastructuur en Milieu)
Toetsing van het initiatief aan Omgevingsverordening Gelderland (concept vastgesteld) Indien de ladder voor duurzame verstedelijking wordt doorlopen wordt het volgende geconstateerd: Ad trede 1: er is sprake van behoefte naar de uitbreiding. Het bestaande tuincentrum is gedateerd en heeft in de huidige vorm een onzeker toekomstperspectief. Door modernisering van het tuincentrum wordt verwacht in te kunnen spelen op de wensen en eisen van de consument. Hierdoor zal het bedrijf een beter toekomstperspectief krijgen. In voorliggend geval is dan ook zeker behoefte aan de voorgenomen ontwikkeling. Ad trede 2: bestaand stedelijk gebied wordt in de Bro gedefinieerd als 'bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur'. Zoals eerder beschreven is het plangebied gelegen in het buitengebied van de gemeente Brummen, echter maakt het ruimtelijk en functioneel onderdeel uit van de kern Laag Soeren. Het betreft een bestaand bedrijfsperceel ten dienste van een tuincentrum. Van een uitbreiding van het bedrijfsperceel is geenszins sprake. Gesteld wordt dat hier sprake is van een binnenstedelijke ontwikkeling. Ad trede 3: niet van toepassing.
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
18
ZK13.01954 - 14.008222 -
De realisatie van het voornemen levert vanuit de verstedelijkingsladder geen belemmering op. Derhalve wordt geconcludeerd dat er geen sprake is van strijd met de Omgevingsverordening Gelderland (concept vastgesteld).
3.3
Gemeentelijk beleid
3.3.1
Toekomstvisie Brummen 2030
3.3.1.1 Algemeen De toekomstvisie maakt heldere keuzes voor de toekomst van Brummen en geeft daarmee een duidelijke koers aan richting 2030. De visie geeft richting aan de strategie, het beleid en de plannen die de komende vijftien jaar worden gemaakt. Het is een inspiratiekader, dat laat zien wat en wie Brummen wil zijn in 2030. Het is geen opsomming van beleidskeuzes voor de komende vijftien jaar. De richting is duidelijk. Hoe we daar komen wordt de komende jaren ingekleurd door de gemeentelijke politiek, de gemeentelijke organisatie en de inwoners en ondernemers van Brummen. 3.3.1.2 Bedrijvigheid in het buitengebied De prachtige natuur, het veelzijdige landschap en de landgoederen zijn kernwaarden van de identiteit van Brummen. Het buitengebied vormt daarmee een belangrijke pijler. De boer, de natuurbeheerder en de landgoedeigenaar zijn de belangrijkste beheerders van het buitengebied. Ingezet wordt op versterking van het buitengebied. Niet door stilstand, maar door vernieuwing met respect voor het oude. Het boerenbedrijf vormt het krachtige centrale punt in deze vernieuwing. De agrarische sector bestaat in Brummen vooral uit veehouderij. De Brummense veehouderij is een krachtige economische sector die beeldbepalend is in het buitengebied. De agrarische sector krijgt in Brummen de ruimte om zich te ontwikkelen. Daarbij gaan ontwikkelruimte en vernieuwing hand in hand. De bescherming van cultuurhistorie (monumenten en archeologische vondsten), landgoederen, natuur en landschappen blijft verankerd in wet- en regelgeving. De ontwikkelruimte voor bestaande niet-agrarische bedrijven in het buitengebied hangt af van de relatie die zij hebben met het buitengebied. Nieuwe grootschalige niet-agrarische bedrijven horen thuis op een bedrijventerrein. Kleinschalige bedrijven in bijvoorbeeld de zorg, dienstverlening of creatieve sector zijn wel inpasbaar in bestaande gebouwen in het buitengebied, bijvoorbeeld op een landgoed of boerderij. 3.3.1.3 T
T
B
Tuincentrum Laag Soeren is gelegen in het buitengebied van de gemeente Brummen, maar maakt functioneel en ruimtelijk gezien onderdeel uit van de kern Laag Soeren. Van een ontwikkeling in overwegend landelijk gebied is dan ook geenszins sprake. In voorliggend geval gaat het om het herinrichten van een bestaand bedrijfsperceel om zodoende het bedrijf voldoende toekomstperspectief te bieden. Gedateerde bebouwing wordt gesloopt en maakt plaats voor nieuwbouw. Daarnaast wordt het buitenterrein aangepakt en opnieuw overzichtelijk ingericht. Door de voorgenomen ontwikkeling zal de kwaliteit van het tuincentrum toenemen en brengt een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit met zich mee. G T B dit bestemmingsplan opgenomen ontwikkeling. 3.3.2
Ruimtelijke ontwikkelingsvisie "Ligt op groen"
3.3.2.1 Inleiding
3.3.2.2 Landschappelijke zones De identiteit van de gemeente Brummen wordt vooral bepaald door de groene kwaliteit. Deze groene kwaliteiten, en niet de programmatische wensen, zijn het vertrekpunt voor toekomstige ontwikkelingen. De
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
19
ZK13.01954 - 14.008222 -
D L ‘OV van de gemeente Brummen vastgesteld. Dit beleidsdocument vormt een inspirerend wensbeeld in de vorm van ambities en doelen en is koers uitgezet in de richting van dit wensbeeld. Strategische beleidsuitspraken zijn vertaald naar een ontwikkelingsprogramma voor de periode tot 2015. Het inzetten van nieuwe ontwikkelingen ter versterking van groene kwaliteiten staat centraal in de visie.
ROV onderscheidt vijf landschappelijke zones, met elk eigen ontwikkelingsmogelijkheden en wensen. De zones zijn noord-zuid gericht. Van oost naar west zijn dit de IJsselvallei, de Oeverwal, het Arcadisch landschap, de Veluweflank en de Veluwe. V
Het plangebied is gelegen in de landschap
Figuur 3.4
L
3.3.2.3 ‘
‘OV B
‘
. Dit is weergegeven in figuur 3.4.
L
V
Ontwikkelingen krijgen rond Eerbeek een plaats in combinatie met versterking van de natuurfunctie. Ten noordoosten van de kern Eerbeek wordt ruimte geboden aan stedelijke uitbreiding, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de integratie van lanen, de droge ecologische verbindingszone met de das als natuurdoeltype en toevoeging van groen- en waterstructuren. Verder is het ontwikkelen van recreatieve functies in samenhang met het Apeldoorns Kanaal mogelijk. Gedacht kan worden aan uitplaatsing van recreatievoorzieningen vanuit de Veluwe, maar ook aan versterking van het netwerk van voet- en fietspaden. Ten zuiden van de kern Eerbeek ligt de nadruk op de natuurfunctie en de verbinding met de landgoederenzone en de IJssel. Voor de ontwikkeling van het ruimtelijk streefbeeld vormen de kernkwaliteiten van de waardevolle landschappen Veluwemassief en Beekbergen en Loenen uit de structuurvisie Gelderland het uitgangspunt. ‘
L
Er is in voorliggend geval geen sprake van een nieuwvestiging of een uitbreiding in de groene omgeving. Het gaat om een ontwikkeling op een bestaand bedrijfsperceel. Er worden geen groenstructuren verwijderd en de ontwikkeling brengt geen negatieve effecten met zich mee ten aanzien van de landschappelijke kenmerken V Geconcludeerd wordt dat het voornemen in overeenstemming is met de ruimtelijke ontwikkelingsvisie.
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
20
ZK13.01954 - 14.008222 -
3.3.2.4 T
HOOFDSTUK 4
MILIEU- EN OMGEVINGSASPECTEN
Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening moet in de toelichting op het bestemmingsplan een beschrijving worden opgenomen van de wijze waarop de milieukwaliteitseisen bij het plan zijn betrokken. Daarbij moet rekening gehouden worden met de geldende wet- en regelgeving en met de vastgestelde (boven)gemeentelijke beleidskaders. Bovendien is een bestemmingsplan vaak een belangrijk middel voor afstemming tussen de milieuaspecten en ruimtelijke ordening. In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek naar de milieukundige uitvoerbaarheid beschreven. Het betreft de thema's geluid, bodem, luchtkwaliteit, externe veiligheid, milieuzonering, geur, ecologie, archeologie & cultuurhistorie en Besluit milieueffectrapportage.
4.1
Geluid
4.1.1
Algemeen
De Wet geluidhinder (Wgh) bevat geluidnormen en richtlijnen over de toelaatbaarheid van geluidniveaus als gevolg van rail- en wegverkeerslawaai en industrielawaai. De Wgh geeft aan dat een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd bij het voorbereiden van de vaststelling van een bestemmingsplan of het nemen van een omgevingsvergunning indien het plan een geluidgevoelig object mogelijk maakt binnen een geluidszone van een bestaande geluidsbron of indien het plan een nieuwe geluidsbron mogelijk maakt. Het akoestisch onderzoek moet uitwijzen of de wettelijke voorkeursgrenswaarde bij geluidgevoelige objecten wordt overschreden en zo ja, welke maatregelen nodig zijn om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen. Een tuincentrum is zelf niet aan te merken als een geluidsgevoelig object. Buijvoets bouw- en geluidsadvisering heeft een akoestisch onderzoek uitgevoerd om te kijken wat de akoestische gevolgen van de ontwikkeling zijn op omliggende geluidsgevoelige objecten. De resultaten en conclusies van dit onderzoek zijn in de volgende subparagraaf opgenomen. Voor een nadere toelichting hierop wordt verwezen naar het onderzoeksrapport die is opgenomen in bijlage 1 bij deze toelichting. 4.1.2
Beoordeling
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT onder de genoemde uitgangspunten bedraagt maximaal 50 dBA in punt 1 (Soerense Zand Zuid 27) en ligt ruim boven de streefwaarde en grenswaarde. Ten opzichte van de bestaande situatie neemt de belasting in dit punt met 9 dBA toe als gevolg van extra voertuigbewegingen relatief dicht langs deze woning. In de bestaande toestand bevindt zich al een begroeide open planken schutting zonder geluidreductie vanwege de openingen tussen de planken. Met een gesloten schutting van 235 cm hoog en een lengte van circa 38 meter, zoals aangegeven in de plot in bijlage I van het onderzoeksrapport, is de geluidbelasting LAr,LT maximaal 40 dBA en wordt aan de streefwaarde 2 voldaan. De eisen voor een scherm zijn een massa van 10 kg-m en goed sluitend. De kosten van een houten scherm tusse - incl. BTW waar mee sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Maximale geluidniveaus
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
21
ZK13.01954 - 14.008222 -
De piekgeluiden liggen zowel in de bestaande als nieuwe situatie in alle punten ruim boven de streefwaarde LArLT + 10 dBA. Piekgeluiden zijn inherent aan voertuigbewegingen en laden/lossen en kunnen niet worden voorkomen. In de punten 1 en 2 (Soerense Zand Zuid 27) ligt de geluidbelasting in de bestaande en nieuwe situatie boven de grenswaarde van 70 dBA. Volgens het Activiteitenbesluit worden piekgeluiden ten gevolge van het laden/lossen en voertuigen overdag buiten beschouwing gelaten, er is dus geen sprake van een normoverschrijding. Met een schutting liggen de piekgeluiden onder de maximale grenswaarde waarmee sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Indirect lawaai Binnen de berekende 50 dBA contour op 8 meter uit de wegas van de Eerbeekseweg-Soerense Zand Zuid zijn geen woningen gesitueerd zodat de voorkeursgrenswaarde niet wordt overschreden. Maatregelen en het BBT-principe Conform de Wet milieubeheer mag van een bedrijf worden verwacht dat de geluidemissie van akoestisch relevante geluidbronnen binnen redelijke grenzen en de stand der techniek zo veel mogelijk moet worden geminimaliseerd (het BBT-principe best beschikbare techniek). Bij het tuincentrum is geen sprake van geluidbronnen met een onnodige hoge geluidemissie. Geluid uit de winkel is niet relevant. Op de parkeerplaatsen wordt een vlakke klinkerbestrating aangebracht. De winkelkarren hebben zachte rubber wielen. Eventueel nieuwe installaties (bijvoorbeeld kleine ventilator) zijn geluidarm en bij woningen niet herkenbaar. 4.1.3
Conclusie
De Wet geluidhinder vormt in voorliggend geval geen belemmering.
4.2
Bodemkwaliteit
4.2.1
Algemeen
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan dient te worden bepaald of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van die bodem en of deze aspecten optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. Om hierin inzicht te krijgen, is in dit geval een bodemonderzoek verricht conform de richtlijnen NEN 5740 en NEN 5707. Kruse Milieu heeft een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. De conclusies en aanbevelingen voortkomend uit dit bodemonderzoek zijn in de volgende subparagraaf opgenomen. Het volledige bodemonderzoek is opgenomen als bijlage 2 bij deze toelichting. 4.2.2
Beoordeling
Op basis van de resultaten van de chemische analyses kan het volgende worden geconcludeerd:
bovengrondmengmonster BG I is niet verontreinigd; bovengrondmengmonster BG II is zeer licht verontreinigd met kwik; ondergrondmengmonster OG is niet verontreinigd; het grondwatermonster is zeer licht verontreinigd met barium.
De hypothese "onverdachte locatie" dient te worden verworpen gezien de zeer lichte verontreiniging in de bovengrond (BG II) en in het grondwater. In een bovengrondmengmonster (BG II) en in het grondwater zijn enkele zeer lichte verontreiniging in het grondwater aangetoond. Aangezien de tussenwaarden niet worden overschreden, is er geen reden om een nader onderzoek uit te voeren. De overige boven- en ondergrondmengmonsters (BG I en OG) zijn niet verontreinigd. 4.2.3
Conclusie
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
22
ZK13.01954 - 14.008222 -
Het voorliggend bodemonderzoek is uitgevoerd in verband met de bestemmingsplanwijziging en de aanvraag van een omgevingsvergunning. De vastgestelde zeer lichte verontreinigingen in de bovengrond (BG II) en in het D kt geacht voor het huidige en toekomstige gebruik.
4.3
Luchtkwaliteit.
4.3.1
Beoordelingskader
Om een goede luchtkwaliteit in Europa te garanderen heeft de Europese unie een viertal kaderrichtlijnen opgesteld. De hiervan afgeleide Nederlandse wetgeving is vastgelegd in hoofdstuk 5, titel 2 van de Wet milieubeheer. Deze wetgeving staat ook bekend als de Wet luchtkwaliteit. In de Wet luchtkwaliteit staan ondermeer de grenswaarden voor de verschillende luchtverontreinigende stoffen. Onderdeel van de Wet luchtkwaliteit zijn de volgende Besluiten en Regelingen:
Besluit en de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen); Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen);
4.3.1.1 Besluit en de Regeling niet in betekenende mate bijdragen Het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (NIBM) staat bouwprojecten toe wanneer de bijdrage aan de H nswaarden uit de Wet milieubeheer. Het gaat hierbij uitsluitend om stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Toetsing aan andere luchtverontreinigende stoffen uit de Wet luchtkwaliteit vindt niet plaats. In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Enkele voorbeelden zijn:
woningen: 1.500 met een enkele ontsluitingsweg; woningen: 3.000 met twee ontsluitingswegen; 2 kantoren: 100.000 m bruto vloeroppervlak met een enkele ontsluitingsweg.
Als een ruimtelijke ontwikkeling niet genoemd staat in de Regeling NIBM kan deze nog steeds niet in betekenende mate bijdragen. De bijdrage aan NO2 en PM10 moet dan minder zijn dan 3% van de grenswaarden. 4.3.1.2 Besluit gevoelige bestemmingen Dit besluit is opgesteld om mensen die extra gevoelig zijn voor een matige luchtkwaliteit aanvullend te beschermen. Deze 'gevoelige bestemmingen' zijn scholen, kinderdagverblijven en verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen. Woningen en ziekenhuizen/ klinieken zijn geen gevoelige bestemmingen. De grootste bron van luchtverontreiniging in Nederland is het wegverkeer. Het Besluit legt aan weerszijden van rijkswegen en provinciale wegen zones vast. Bij rijkswegen is deze zone 300 meter, bij provinciale wegen B binnen deze zones is toetsing aan de grenswaarden die genoemd zijn in de Wet luchtkwaliteit nodig. 4.3.2
Beoordeling
Zoals beschreven in paragraaf 2.3 zal naar verwachting geen sprake zijn van een onevenredige toename van het aantal verkeersbewegingen. Dit vanwege het feit dat de bebouwing wordt uitgebreid op gronden die op dit moment in gebruik zijn ten behoeve van de buitenverkoop. Er is dan ook geen sprake van een toename van de verkoopvloeroppervlak. Daarnaast wordt opgemerkt dat de tuincafé ondersteunend zal zijn en dan ook geen verkeersgeneratie met zich mee brengen. De ontwikkeling heeft een zodanig beperkte omvang dat het is aan te
4.3.3
Conclusie
Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van dit plan.
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
23
ZK13.01954 - 14.008222 -
Tevens wordt een tuincentrum niet aangemerkt als een gevoelige bestemming in het kader van het Besluit gevoelige bestemmingen.
4.4
Externe veiligheid
4.4.1
Algemeen
Externe veiligheid is een beleidsveld dat is gericht op het beheersen van risico's die ontstaan voor de omgeving bij de productie, de opslag, de verlading, het gebruik en het transport van gevaarlijke stoffen. Bij nieuwe ontwikkelingen moet worden voldaan aan strikte risicogrenzen. Een en ander brengt met zich mee dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten worden getoetst aan wet- en regelgeving op het gebied van externe veiligheid. Concreet gaat het om risicovolle bedrijven, vervoer gevaarlijke stoffen per weg, spoor en water en transport gevaarlijke stoffen via buisleidingen. Op de diverse aspecten van externe veiligheid is afzonderlijke wetgeving van toepassing. Voor risicovolle bedrijven gelden onder meer:
het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi); de Regeling externe veiligheid (Revi); het Registratiebesluit externe veiligheid; het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (Brzo 1999); het Vuurwerkbesluit.
Voor vervoer gevaarlijke stoffen geldt de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRvgs). Op transport gevaarlijke stoffen via buisleidingen zijn het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) van toepassing. Het doel van wetgeving op het gebied van externe veiligheid is risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen en activiteiten tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Het is noodzakelijk inzicht te hebben in de kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten en het plaatsgebonden en het groepsrisico. 4.4.2
Situatie in en bij het plangebied
Aan hand van de Risicokaart Gelderland is een inventarisatie verricht van risicobronnen in en rond het plangebied. Op de Risicokaart Gelderland staan meerdere soorten risico's, zoals ongevallen met brandbare, explosieve en giftige stoffen, grote branden of verstoring van de openbare orde. In totaal worden op de Risicokaart dertien soorten rampen weergegeven. In figuur 4.1 is een uitsnede van de Risicokaart met betrekking tot het plangebied en omgeving weergegeven.
Uitsnede Risicokaart Gelderland (Bron: Provincie Gelderland)
Uit de inventarisatie blijkt dat het plangebied:
zich niet bevindt binnen de risicocontour van Bevi- en Brzo-inrichtingen danwel inrichtingen die vallen onder het Vuurwerkbesluit (plaatsgebonden risico);
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
24
ZK13.01954 - 14.008222 -
Figuur 4.1
zich niet bevindt binnen een gebied waarbinnen een verantwoording van het groepsrisico nodig is; niet is gelegen binnen de veiligheidsafstanden van het vervoer gevaarlijke stoffen; niet is gelegen binnen de veiligheidsafstanden van buisleidingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Opgemerkt wordt dat op 127 meter afstand van het plangebied een hogedruk aardgasleiding van de Nederlandse Gasunie B.V. is gelegen. Het betreft een leiding met een werkdruk van 40 bar en een diameter van 6 inch. Bij dergelijke gasleidingen ligt de 1% letaliteitsgrens op 70 meter. In voorliggend geval is het plangebied gelegen buiten deze grens en is het nader verantwoorden van het groepsrisico niet noodzakelijk. 4.4.3
Conclusie
Een en ander brengt met zich mee dat de ontwikkeling in overeenstemming is met wet- en regelgeving ter zake van externe veiligheid.
4.5
Milieuzonering
4.5.1
Algemeen
Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Onder milieuzonering verstaan we het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreëren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast. Milieuzonering heeft twee doelen:
het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies; het bieden van voldoende zekerheid aan bedrijven dat zij hun activiteiten duurzaam onder aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen.
Voor het bepalen van de aan te houden afstanden wordt de VNGB M 2009 gehanteerd. Deze uitgave bevat een lijst, waarin voor een hele reeks van milieubelastende activiteiten (naar SBI-code gerangschikt) richtafstanden zijn gegeven ten opzichte van milieugevoelige functies. De lijst geeft richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van de vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een milieubelastende activiteit in een milieucategorie en daarmee ook voor de uiteindelijke richtafstand. De richtafstandenlijst gaat uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet zullen worden uitgeoefend, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting, in plaats van de richtafstanden. De afstanden worden gemeten tussen enerzijds de grens van de bestemming die de milieubelastende functie(s) toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een milieugevoelige functie die op grond van het bestemmingsplan/wijzigingsplan mogelijk is. Hoewel deze richtafstanden indicatief zijn, volgt uit jurisprudentie dat deze afstanden als harde eis gezien worden door de Raad van State bij de beoordeling of woningen op een passende afstand van bedrijven worden gesitueerd. 4.5.2
Gebiedstypen
Volgens de VNGsprake is van een
B
M of een
Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
25
ZK13.01954 - 14.008222 -
Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Overige functies komen vrijwel niet voor. Langs de randen is weinig verstoring van verkeer. In de VNG-uitgave wordt het buitengebied gerekend tot een met het vergelijkbaar omgevingstype.
direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen. Geluid is voor de te hanteren afstand van milieubelastende activiteiten veelal bepalend. Het plangebied is gelegen in een gebied dat kan worden aangemerkt als omgevingstyp Milieucategorie 1 2 3.1 3.2 4.1 4.2 5.1 5.2 5.3 6
4.5.3
Richtafstanden tot omgevingstype rustige woonwijk 10 m 30 m 50 m 100 m 200 m 300 m 500 m 700 m 1.000 m 1.500 m
.
Richtafstanden tot omgevingstype gemengd gebied 0m 10 m 30 m 50 m 100 m 200 m 300 m 500 m 700 m 1.000 m
Onderzoeksresultaten milieuzonering
4.5.3.1 Algemeen Aan de hand van vorenstaande regeling is onderzoek verricht naar de feitelijke situatie. De VNG uitgave B M geeft een eerste inzicht in de milieuhinder van inrichtingen. Zoals reeds hiervoor genoemd, wordt bij het realiseren van nieuwe bestemmingen gekeken naar de omgeving waarin de nieuwe bestemmingen gerealiseerd worden. Hierbij spelen twee vragen en rol: 1. 2.
past de nieuwe functie in de omgeving? (externe werking); laat de omgeving de nieuwe functie toe? (interne werking).
4.5.3.2 Externe werking Hierbij gaat het met name om de vraag of de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling leidt tot een situatie die, vanuit hinder of gevaar bezien, in strijd is te achten met een goede ruimtelijke ontwikkeling. Daarvan is sprake als het woon- en leefklimaat van omwonenden in ernstige mate wordt aangetast of de realisatie van het plan leidt tot hinder of belemmeringen voor de bedrijven in de omgeving. M . Dergelijke bedrijven behoren tot de milieucategorie 2. Voor een een richtafstand van 30 meter tot aan milieugevoelige objecten. In voorliggend geval mag het perceel planologisch gezien in de huidige situatie al worden gebruikt als tuincentrum. De ontwikkeling leidt niet tot een uitbreiding van het bedrijfsperceel en er is dan ook sprake van een bestaande situatie. De afstand van het tuincentrum tot de omliggende woningen wordt niet verkleind. W parkeervoorzieningen op de omliggende woningen wordt derhalve verwezen naar paragraaf 4.1. Op basis van de VNGB
B
Hier wordt geconcludeerd dat er geen sprake is van een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat van omwonenden. 4.5.3.3 Interne werking
Een tuincentrum betreft geen milieugevoelig object. Derhalve leveren omliggende bedrijven / inrichtingen geen belemmering op voor de in dit bestemmingsplan besloten ontwikkeling.
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
26
ZK13.01954 - 14.008222 -
Hierbij gaat het om de vraag of de nieuwe functies binnen het plangebied hinder ondervinden van bestaande functies in de omgeving.
4.5.4
Conclusie milieuzonering
Het aspect milieuzonering vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van dit plan.
4.6
Ecologie
Bescherming in het kader van de natuur wet- en regelgeving is op te delen in gebieds- en soortenbescherming. Bij gebiedsbescherming heeft men te maken met de Natuurbeschermingswet en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Soortenbescherming komt voort uit de Flora- en faunawet. 4.6.1
Gebiedsbescherming
4.6.1.1 Natura 2000-gebieden Op 1 oktober 2005 is de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 in werking getreden. Vanaf dat moment heeft Nederland de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn in nationale wetgeving verankerd. Nederland zal aan de hand van een vergunningenstelsel de zorgvuldige afweging waarborgen rond projecten die gevolgen kunnen hebben voor Natura 2000-gebieden. Deze vergunningen worden verleend door de provincies of door de Minister van EZ. In figuur 4.2 is de ligging van het plangebied ten opzichte van de Natura 2000 weergegeven.
Figuur 4.2
Ligging van het plangebied ten opzichte van Natura 2000 (Bron: Ministerie van EZ)
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
27
ZK13.01954 - 14.008222 -
Het plangebied is niet gelegen binnen een Natura 2000-gebied. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied Veluwe aan de overzijde van de Eerbeekseweg Soerense Zand Zuid. Gezien het feit dat het gebruik van het perceel wordt gehandhaafd, de ontwikkeling niet leidt tot uitbreiding van het bedrijfsperceel en er geen onevenredige toename van verkeersbewegingen worden verwacht, wordt geconcludeerd dat er geen sprake is van significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000gebieden.
4.6.1.2
Ecologische Hoofdstructuur
De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is de kern van het Nederlandse natuurbeleid. De EHS is in provinciale structuurvisies uitgewerkt. In of in de directe nabijheid EH“ - principe. In principe zijn er geen ontwikkelingen toegestaan als zij de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied aantasten. In figuur 4.3 is de ligging van het plangebied ten opzichte van de EHS weergegeven.
Figuur 4.3
Ligging van het plangebied ten opzichte van de EHS (Bron: Ministerie van EZ)
Het plangebied is niet gelegen binnen de concreet begrensde ecologische hoofdstructuur. De dichtstbijzijnde gronden onderdeel uitmakend van de EHS zijn gelegen aan de overzijde van de Eerbeekseweg Soerense Zand Zuid. Er is geen sprake van een nieuwe functie, het bedrijfsperceel wordt niet uitgebreid en er vindt geen areaalvermindering van de EHS plaats. Gezien het vorenstaande is er geen sprake van significante aantasting plaatsvindt van de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS. Ontheffing in het kader van de EHS is niet noodzakelijk. 4.6.2
Soortenbescherming
Wat betreft de soortbescherming is de Flora- en Faunawet van toepassing. Hierin wordt onder andere de bescherming van dier- en plantensoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden. Als hiervan sprake is, moet ontheffing of vrijstelling worden gevraagd.
Overigens wordt benadrukt dat rekening wordt gehouden met de in artikel 2 van de Flora- en faunawet opgenomen zorgplichtbepaling.
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
28
ZK13.01954 - 14.008222 -
In voorliggend geval vindt de uitbreiding plaats op gronden die nu al in gebruik zijn ten behoeve van het tuincentrum. Geconcludeerd wordt dat het plangebied, gelet op de inrichting van het terrein, ongeschikt is voor beschermde flora. Gelet de kenmerken van de bestaande bebouwing (geen spouwmuren) alsmede het intensief gebruik zijn bijzondere fauna niet te verwachten. Derhalve wordt geen significante aantasting van bijzondere en/of beschermde flora & fauna verwacht.
4.6.3
Conclusie
Er worden geen significant negatieve effecten op de EHS en het Natura 2000-gebied verwacht. Daarnaast is er geen sprake van een onevenredige aantasting ten aanzien van flora en fauna. Nader onderzoek is daarom niet noodzakelijk.
4.7
Archeologie & Cultuurhistorie
4.7.1
Archeologie
4.7.1.1 Algemeen Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz), een wijziging op de Monumentenwet 1988, van kracht geworden. Deze wijziging brengt met zich mee dat gemeenten een archeologische zorgplicht hebben gekregen en dat initiatiefnemers van projecten waarbij de bodem wordt verstoord, verplicht zijn rekening te houden met de archeologische relicten die in het plangebied aanwezig (kunnen) zijn. Hiervoor is mogelijk archeologisch onderzoek noodzakelijk. Als blijkt dat in het plangebied behoudenswaardige archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, dan kan de initiatiefnemer verplicht worden hiermee rekening te houden. Dit kan leiden tot een aanpassing van de plannen, waardoor de vindplaatsen behouden blijven, of tot een archeologische opgraving en publicatie van de resultaten. 4.7.1.2 Situatie plangebied Hamaland Advies heeft ter plaatse de nieuwe bebouwing een archeologisch bureau- en veldonderzoek uitgevoerd. Hierna zijn de conclusies uit het onderzoek opgenomen. Voor het volledige rapport wordt verwezen naar bijlage 3 van deze toelichting. Het bureauonderzoek toont aan dat er zich mogelijk archeologische vindplaatsen het Laat- Paleolithicum tot en met de Nieuwe Tijd in het plangebied zouden kunnen bevinden. Ten zuiden van het plangebied zijn archeologische waarnemingen bekend vanaf de Prehistorie. Door heideontginnning en de inrichting van het terrein met een tuincentrum met boomplantgaten en gebouwenis de bodemopbouw mogelijk voor een deel verstoord. Naar alle verwachting is de verstoring in het bouwdeel tenminste tot op het dekzand. In het kwekerijdeel wordt de verstoring op tenminste 50cm minus maaiveld ingeschat. Uit het uitgevoerde veldonderzoek is gebleken dat de bodem in het merendeel van het plangebied vanaf een diepte van 55 tot 60 cm-mv intact is gebleven, ondanks graafwerkzaamheden voor de aanleg van het tuincentrum. Wel is de bodem onder de kas c.q. verkoopruimte verstoord tot 30 cm in de C-horizont. Hoewel in het plangebied voor een groot deel sprake is van een intacte bodem vanaf circa 50 cm-mv, wordt het niet noodzakelijk geacht dat in het plangebied vervolgonderzoek wordt verricht. De reden hiervoor is het volledig ontbreken van relevante archeologische niveaus, cultuurlagen en archeologische indicatoren. Hierdoor is de trefkans dat intacte archeologische vindplaatsen worden aangetroffen nihil. 4.7.2
Cultuurhistorie
4.7.2.1 Algemeen
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
29
ZK13.01954 - 14.008222 -
Onder cultuurhistorische waarden worden alle structuren, elementen en gebieden verstaan die cultuurhistorisch van belang zijn. Zij vertellen iets over de ontstaansgeschiedenis van het Nederlandse cultuurlandschap. Vaak is er een sterke relatie tussen aardkundige aspecten en cultuurhistorische aspecten. De bescherming van cultuurhistorische elementen is vastgelegd in de Monumentenwet 1988. Deze wet is vooral gericht op het behouden van historische elementen voor latere generaties.
4.7.2.2 Situatie plangebied Er bevinden zich in het plangebied zelf geen rijks- danwel gemeentelijke monumenten. In het plangebied of in de directe nabijheid van het plangebied is er geen sprake van bijzondere cultuurhistorische waarden. Gesteld wordt dat het aspect cultuurhistorie geen belemmering vormt voor dit plan. 4.7.3
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat de aspecten archeologie en cultuurhistorie geen belemmering vormen voor de voorgenomen ontwikkeling.
4.8
Besluit milieueffectrapportage
4.8.1
Kader
In de Wet milieubeheer en het Besluit milieueffectrapportage is vastgelegd dat voorafgaande aan het ruimtelijke plan dat voorziet in een grootschalig project met belangrijke nadelige milieugevolgen een milieueffectrapport (MER) opgesteld dient te worden. De activiteiten waarvoor een MER-rapportage opgesteld moet worden zijn opgenomen in de bijlage van het Besluit m.e.r. Een bestemmingsplan kan m.e.r.-(beoordelings)plichtig zijn op de volgende manieren:
Een bestemmingsplan kan m.e.r.-plichtig zijn indien een passende beoordeling op basis van artikel 19j, lid 2 van de Natuurbeschermingswet 1998 noodzakelijk is; Een bestemmingsplan kan m.e.r.-plichtig zijn indien sprake is van activiteiten en gevallen die de drempelwaarden uit de onderdelen C en D overschrijden en waarbij het bestemmingsplan wordt genoemd in kolom 3 (plannen). Een bestemmingsplan kan m.e.r.-(beoordelings)plichtig zijn indien het bestemmingsplan wordt genoemd in kolom 4 (besluiten) en er sprake is van activiteiten en gevallen die de drempelwaarden uit onderdeel C en D overschrijden. Bij een overschrijding van de drempelwaarden uit onderdeel C is in dit geval sprake van een m.e.r.plicht. Bij een overschrijding van de drempelwaarden uit onderdeel D is het plan m.e.r.beoordelingsplichtig.
Op 1 april 2011 is het gewijzigde Besluit milieueffectrapportage in werking getreden. Een belangrijke wijziging betreft het indicatief maken van de drempelwaarden in onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage. Concreet betekent dit dat, ook wanneer ontwikkelingen onder de in bijlage D opgenomen drempelwaarden blijven, het bevoegd gezag zich er nog steeds van moet vergewissen of activiteiten geen aanzienlijke milieugevolgen kunnen hebben, de zogenaamde 'vergewisplicht'. Het komt er op neer dat voor bestemmingsplan dat betrekking heeft op activiteit(en) die voorkomen in onderdeel D en beneden de drempelwaarden vallen, een toets moet worden uitgevoerd of belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen worden uitgesloten. Voor deze toets wordt de term vormvrije m.e.r.beoordeling gehanteerd. Deze vormvrije m.e.r.-beoordeling kan tot twee conclusies leiden:
4.8.2
belangrijke nadelige milieugevolgen zijn uitgesloten: er is geen m.e.r.(-beoordeling) noodzakelijk; belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu zijn niet uitgesloten: er moet een m.e.r.(-beoordeling) plaatsvinden. Situatie plangebied
Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is gelegen op zeer korte afstand van het plangebied. Gezien de aard en omvang van de ontwikkeling en het feit dat er geen onevenredige toename van verkeersbewegingen worden verwacht, wordt geconcludeerd dat geen sprake zal zijn van een aantasting van de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura-2000 gebied. Een passende beoordeling op basis van artikel 19j
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
30
ZK13.01954 - 14.008222 -
4.8.2.1 Artikel 19j, lid 2 van de Natuurbeschermingswet 1998
van de Natuurbeschermingswet 1998 is in het kader van dit bestemmingsplan dan ook niet noodzakelijk. Derhalve is geen sprake van een m.e.r.-plicht op basis van artikel 7.2a van de Wet milieubeheer. 4.8.2.2 Drempelwaarden Besluit m.e.r. D Detailhandel T voor wat betreft de binnen het plangebied geplande ontwikkeling en voldoet daarmee aan de definitie van een Besluit m.e.r. Dit betekent dat dit bestemmingsplan m.e.r.-(beoordelings)plichtig is indien activiteiten worden mogelijk gemaakt die genoemd worden in onderdeel C of D van het Besluit m.e.r. en de daarin opgenomen drempelwaarden overschrijden. In dit geval is sprake van een ontwikkeling die niet wordt genoemd in onderdeel C van het Besluit m.e.r. en is daarom niet direct m.e.r.-plichtig. Op basis van onderdeel D kan de in dit plan besloten ontwikkeling worden aangemerkt als: D ding van een stedelijk ontwikkelingsproject met inbegrip van de De ontwikkeling in dit bestemmingsplan is m.e.r.-beoordelingsplichtig indien de volgende drempelwaarden worden overschreden: 1. 2. 3.
een oppervlakte van 100 hectare of meer, een aaneengesloten gebied en 2000 of meer woningen omvat, of 2 een bedrijfsvloeroppervlakte van 200.000 m of meer.
Gezien de drempelwaarden kan worden geconcludeerd dat voor dit bestemmingsplan geen sprake is van een m.e.r.-beoordelingsplicht. Echter, zoals ook in het voorgaande aangegeven, dient ook wanneer ontwikkelingen onder drempelwaarden blijven, het bevoegd gezag zich er van te vergewissen of activiteiten geen aanzienlijke milieugevolgen kunnen hebben. Indien de mogelijkheden van dit plan worden vergeleken met de drempelwaarden uit onderdeel D van het Besluit m.e.r. kan worden geconcludeerd dat er dat sprake is van een wezenlijk ander schaalniveau en een activiteit die vele malen kleinschaliger is. Daarnaast blijkt uit dit hoofdstuk en het volgende hoofdstuk dat dit bestemmingsplan geen belangrijk nadelige milieugevolgen tot gevolg heeft die het doorlopen van een m.e.r.procedure noodzakelijk maken. 4.8.3
Conclusie
Dit bestemmingsplan is niet m.e.r.-(beoordelings)plichtig. Tevens zijn geen nadelige milieugevolgen te verwachten als gevolg van de vaststelling van dit bestemmingsplan.
Toelichting
Vastgesteld
31
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
HOOFDSTUK 5
WATERASPECTEN
5.1
Vigerend beleid
5.1.1
Europees beleid
De Europese Kaderrichtlijn Water (2000/60/EG) is op 22 december 2000 in werking getreden en is bedoeld om in alle Europese wateren de waterkwaliteit chemisch en ecologisch verder te verbeteren. De Kaderrichtlijn Water omvat regelgeving ter bescherming van het binnenlandse oppervlaktewater, overgangswateren (waaronder estuaria worden verstaan), kustwateren en grondwater. Streefdatum voor het bereiken van gewenste waterkwaliteit is 2015. Eventueel kan er, mits goed onderbouwd, uitstel (derogatie) verleend worden tot uiteindelijk 2027. Voor het uitwerken van de doelstellingen worden er op (deel)stroomgebied plannen opgesteld. In deze (deel)stroomgebiedbeheersplannen staan de ambities en maatregelen beschreven voor de verschillende (deel)stroomgebieden. Met name de ecologische ambities worden op het niveau van de deelstroomgebieden bepaald. 5.1.2
Rijksbeleid
In december 2009 is het Nationaal Waterplan vastgesteld. Dit plan geeft op hoofdlijnen aan welke beleid het Rijk in de periode 2009-2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstroming, voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water. Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan zal het beleid uit de Vierde Nota Waterhuishouding voortzetten. Het beleidsdoel is het realiseren of in stand houden van duurzame en klimaatbestendige watersystemen. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van de Waterwet, die met ingang van 22 december 2009 van kracht is. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. 5.1.3
Provinciaal beleid
In de Structuurvisie Gelderland 2005 wordt ruim aandacht besteedt aan de wateraspecten. De provincie onderscheidt 3 speerpunten als het gaat om waterbeleid. Ruimte voor water De provincie streeft hier bij voorkeur rivierkundige maatregelen na waarin ruimte voor de rivier wordt gekoppeld aan andere ruimtelijke ontwikkelingen. Indien ruimte voor de rivier noodzakelijk is zal binnendijks gebied aan het winterbed worden toegevoegd. Hiervoor zullen planologische reservering worden ingesteld. Het bovenstaande geldt niet voor het projectgebied. Regionale berging Waterbergingsgebieden zijn een belangrijk onderdeel van het watersysteem. Voornamelijk zijn deze gebieden bedoeld voor het tijdelijk bergen van water uit regionale watersystemen ten tijde van extreme neerslaghoeveelheden. In deze gebieden wordt verstedelijking, de aanleg van bedrijventerreinen etc. uitgesloten. Gemeenten dienen deze waterbergingsgebieden vast te leggen in hun bestemmingsplannen. Het projectgebied valt niet binnen een dergelijk zoekgebied zoals deze staan weergegeven in de Structuurvisie Gelderland 2005.
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
32
ZK13.01954 - 14.008222 -
Drinkwater In Gelderland zijn een aantal gebieden aangewezen als grondwaterbeschermingsgebieden. Het doel van deze gebieden is er voor te zorgen dat het grondwater op eenvoudige wijze, zonder ingrijpende en kostbare zuivering ervan, kan worden gebruikt voor de bereiding van drinkwater. Het plangebied ligt niet nabij of binnen een grondwaterbeschermingsgebied.
5.1.4
Gemeentelijk beleid
De gemeente Brummen heeft in 2001 het gemeentelijk afkoppelplan, in 2008 een waterplan en in 2010 het GRP 2011-2016 opgesteld waarin de ambities van de gemeente ter attentie van water zijn verwoord. De gemeente Brummen heeft de ambitie om water bij ruimtelijke plannen een belangrijk medeordenend principe te laten zijn. Het creëren van ruimte voor water wordt ook steeds belangrijker gezien de klimaatverandering waarmee Nederland te maken krijgt. De gemeente heeft de volgende ambities benoemd:
Geen wateroverlast door grond-, oppervlakte- en hemelwater. Geen verdroging. Verbeteren grond- en oppervlaktewaterwaterkwaliteit (zowel fysisch-chemisch als ecologisch). Duurzaamheidprincipes toepassen voor de afvalwaterketen. Meer zichtbaar maken van water voor de burgers. Goede productieomstandigheden voor de landbouw. Efficiënt beheer en onderhoud. Realisatie tegen de laagst maatschappelijke kosten. Water een prominentere rol geven in de ruimtelijke ordening.
De ambities uit het waterplan vormen een leidraad voor gemeentelijke bestemmingsplannen en de daarin verplicht gestelde waterparagraaf, het gemeentelijk rioleringsplan en allerlei uitvoerings- en beheersplannen.
5.2
Waterparagraaf
5.2.1
Algemeen
Zoals in voorgaande paragrafen uiteen is gezet, wordt in het moderne waterbeheer (waterbeheer 21e eeuw) gestreefd naar duurzame, veerkrachtige watersystemen met minimale risico's op wateroverlast of watertekorten. Belangrijk instrument hierbij is de watertoets, die sinds 1 november 2003 in ruimtelijke plannen is verankerd. In de toelichting op ruimtelijke plannen dient een waterparagraaf te worden opgenomen. Hierin wordt verslag gedaan van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie (watertoets). Het doel van de watertoets is te garanderen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op een evenwichtige wijze in het plan worden afgewogen. Deze waterhuishoudkundige doelstellingen betreffen zowel de waterkwantiteit (veiligheid, wateroverlast, tegengaan verdroging) als de waterkwaliteit (riolering, omgang met hemelwater, lozingen op oppervlaktewater). 5.2.2
Watertoetsproces
Het Waterschap Vallei en Veluwe is geïnformeerd over het plan door gebruik te maken van D D standaard waterparagraaf is opgenomen als bijlage 4 bij de toelichting.
Toelichting
Vastgesteld
33
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
HOOFDSTUK 6 6.1
JURIDISCHE ASPECTEN EN PLANVERANTWOORDING
Inleiding
In de voorgaande hoofdstukken is ingegaan op het plangebied, het relevante beleid en de milieu- en omgevingsaspecten. De informatie uit deze hoofdstukken is gebruikt om keuzes te maken bij het maken van het juridische deel van het bestemmingsplan: de verbeelding en de regels. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de opzet van dit juridische deel. Daarnaast wordt een verantwoording gegeven van de gemaakte keuzes op de verbeelding en in de regels. Dat betekent dat er wordt aangegeven waarom een bepaalde functie ergens is toegestaan en waarom bepaalde bebouwing daar acceptabel is.
6.2
Opzet van de regels
6.2.1
Algemeen
In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die op 1 juli 2008 in werking is getreden, is de verplichting opgenomen om ruimtelijke plannen en besluiten digitaal vast te stellen. De digitaliseringsverplichting geldt vanaf 1 januari 2010. In de ministeriële Regeling standaarden ruimtelijke ordening is vastgelegd dat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) de norm is voor de vergelijkbaarheid van bestemmingsplannen. Naast de SVBP zijn ook het Informatiemodel Ruimtelijke Ordening en de Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten normerend bij het vastleggen en beschikbaar stellen van bestemmingsplannen. De SVBP geeft normen voor de opbouw van de planregels en voor de digitale verbeelding van het bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan is opgesteld conform de normen van de SVBP2012. Het juridisch bindend gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit planregels en bijbehorende verbeelding waarop de bestemmingen zijn aangegeven. De verbeelding en de planregels dienen in samenhang te worden bekeken. De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken: 1. 2. 3. 4. 6.2.2
Inleidende regels (begrippen en wijze van meten); Bestemmingsregels; Algemene regels (o.a. afwijkingsregels); Overgangs- en slotregels. Inleidende regels
Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied en bevatten: Begrippen (Artikel 1) In dit artikel zijn definities van de in de regels gebruikte begrippen opgenomen. Hiermee is een eenduidige interpretatie van deze begrippen vastgelegd. Wijze van meten (Artikel 2) Dit artikel geeft onder meer bepalingen waar mag worden gebouwd en hoe voorkomende eisen betreffende de maatvoering begrepen moeten worden. 6.2.3
Bestemmingsregels
Bestemmingsomschrijving: omschrijving van de activiteiten die zijn toegestaan; Bouwregels: eisen waaraan de bebouwing moet voldoen (bebouwingshoogte, goothoogte, dakhelling, etc.);
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
34
ZK13.01954 - 14.008222 -
Hoofdstuk 2 van de regels bevat de juridische vertaling van de in het plangebied voorkomende bestemming. De regels zijn onderverdeeld in o.a.:
Specifieke gebruiksregels: welk gebruik van gronden en opstallen in ieder geval strijdig/toegestaan zijn; Afwijken van de bouwregels: onder welke voorwaarde mag afgeweken worden van de aangegeven bouwmogelijkheden; Afwijken van de gebruiksregels: onder welke voorwaarde mag afgeweken worden van de aangegeven gebruiksmogelijkheden. In paragraaf 6.3 wordt de bestemming nader toegelicht en wordt ook per bestemming aangegeven waarom voor bepaalde gronden voor deze is gekozen. 6.2.4
Algemene regels
Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied. Dit hoofdstuk is opgebouwd uit: Anti-dubbeltelregel (Artikel 5) Deze regel is opgenomen om een ongewenste verdichting van de bebouwing te voorkomen. Deze verdichting kan zich met name voordoen, indien een perceel of een gedeelte daarvan, meer dan één keer betrokken wordt bij de berekening van een maximaal bebouwingspercentage.
Algemene gebruiksregels (Artikel 6) In dit artikel worden de algemene gebruiksregels beschreven. Deze gaat uit van de gedachte dat het gebruik uitsluitend mag plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. Dit brengt met zich mee dat de bestemmingsomschrijving van de te onderscheiden bestemming helder en duidelijk moet zijn. Algemene afwijkingsregels (Artikel 7) In dit artikel worden de algemene afwijkingsregels beschreven. Deze regels maken het mogelijk om op ondergeschikte punten van de regels in het bestemmingsplan af te wijken.
6.2.5
Overgangs- en slotregels
In hoofdstuk 4 van de regels staan de overgangs- en slotregels. In de overgangsregels is aangegeven wat de juridische consequenties zijn van bestaande situaties die in strijd zijn met dit bestemmingsplan. In de slotregel wordt aangegeven hoe het bestemmingsplan wordt genoemd.
6.3
Verantwoording van de regels
Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing mag worden opgericht. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar worden mogelijk gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden. Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is. In deze paragraaf worden de gemaakte keuzes nader onderbouwd.
Gezien het feit dat een tuincentrum in hoofdzaak een detailhandelsbedrijf betreft, is het bedrijfsperceel D - T
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
35
ZK13.01954 - 14.008222 -
Detailhandel - Tuincentrum (Artikel 3)
Functies Gronden met de bestemming D T zijn bedoeld voor een tuincentrum, ondergeschikte horeca tot een maximale oppervlakte van 150 m² (exclusief terras) en het telen van gewassen. Met daarbij behorende terrassen (max. 30 m²), bedrijfsgebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen, erven, terreinen, nutsvoorzieningen, geluidswerende voorzieningen, groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, wegen, paden en parkeervoorzieningen. Bouwregels Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat (bedrijfs)woningen niet zijn toegestaan. De gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen mag niet meer bedragen dan 2.800 m². Daarnaast mag de goot- en bouwhoogte van gebouwen maximaal respectievelijk 6 en 10 meter bedragen. Overkappingen zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan. De gezamenlijke oppervlakte aan overkappingen mag niet meer bedragen dan 550 m². Daarnaast mag de gezamenlijke oppervlakte aan 2 2 vrijstaande overkappingen niet meer dan 100 m bedragen en is buiten het bouwvlak maximaal 100 m toegestaan. Tot slot mag de bouwhoogte van aangebouwde en vrijstaande overkappingen maximaal respectievelijk 10 meter en 3 meter bedragen. Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zijn binnen het gehele bestemmingsvlak toegestaan. Er zijn in de bouwregels diverse bouwhoogten voor erfafscheidingen opgenomen. Daarnaast mag de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde bedraagt 4 meter.
Waarde - Archeologie verwachting hoog (Artikel 4) I W - Archeologie verwachting hoog opgenomen op de gronden waar geen archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden. Gronden met deze dubbelbestemming zijn naast de andere voorkomende bestemmingen tevens bedoeld voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
6.4
Handhaving
Het bestemmingsplan wil een sturend instrument zijn voor de ruimtelijke en functionele inrichting van het plangebied. Aan de hand van de in het bestemmingsplan opgenomen regels worden voorgenomen activiteiten (bouwactiviteiten en gebruik van gronden en gebouwen) getoetst. Middels het stelsel van vergunningverlening worden de regels toegepast. Als blijkt dat zonder of in afwijking van de regels activiteiten plaatsvinden, is handhaving in enge zin aan de orde, gericht op het ongedaan maken van een overtreding. Handhaving is belangrijk om de sturing die het bestemmingsplan beoogt tot haar recht te laten komen. Handhaving heeft echter alleen zin wanneer de noodzaak en het nut hiervan kunnen worden aangetoond, een grondige inventarisatie van de feitelijke situatie (grondgebruik en bebouwing) heeft plaatsgevonden en draagvlak onder betrokkenen kan worden verkregen voor het beleid. De gemeente Brummen hanteert een strikt handhavingsbeleid. In dit beleid worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Handhavend optreden tegen overtredingen van bestemmingsplannen kan niet alleen plaatsvinden via publiekrechtelijke, maar ook via de strafrechtelijke weg. De opsporingsambtenaren van de gemeente of politie zullen in die gevallen proces-verbaal van de overtreding maken. Het (reguliere) bestuursrechtelijk traject zal gelijktijdig worden ingezet.
Soerense Zand Zuid 29
Toelichting
Vastgesteld
36
ZK13.01954 - 14.008222 -
stringent beleid: als uitgangspunt geldt dat in principe elke overtreding wordt aangepakt; géén stilzwijgend gedogen; gewenste maar illegale ontwikkelingen zo snel mogelijk legaliseren; gedogen van illegale gevallen alleen in uitzonderlijke gevallen, bij voorkeur alleen tijdelijk en met redenen omkleed.
HOOFDSTUK 7
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
Artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening stelt dat de gemeenteraad gelijktijdig met de vaststelling van het bestemmingsplan moet besluiten om al dan niet een exploitatieplan vast te stellen. Hoofdregel is dat een exploitatieplan moet worden vastgesteld bij elk bestemmingsplan. Er zijn echter uitzonderingen. Het is mogelijk dat de raad verklaart dat met betrekking tot een bestemmingsplan geen exploitatieplan wordt vastgesteld indien het verhaal van kosten van de grondexploitatie anderszins is verzekerd of het stellen van nadere eisen en regels niet noodzakelijk is. In het voorliggende geval wordt een planschadeovereenkomst gesloten tussen initiatiefnemer en de gemeente Brummen. Hierdoor is het kostenverhaal voor de gemeente volledig verzekerd. Dit brengt met zich mee dat vaststelling van een exploitatieplan achterwege kan blijven.
Toelichting
Vastgesteld
37
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
HOOFDSTUK 8 8.1
INSPRAAK EN VOOROVERLEG
Vooroverleg
Op grond van artikel 3.1.1 Bro is vooroverleg vereist met het waterschap en met de diensten van de provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. 8.2.1
Rijk
In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) zijn de nationale belangen die juridische borging vereisen opgenomen. Het Barro is gericht op doorwerking van nationale belangen in gemeentelijke bestemmingsplannen. Geoordeeld wordt dat dit bestemmingsplan geen nationale belangen schaadt. Daarom is afgezien van het voeren van vooroverleg met het Rijk. 8.2.2
Provincie Gelderland
Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben middels een brief aangegeven dat over de plannen die puur van lokaal belang zijn en plannen die wel van provinciaal belang zijn, maar geen provinciale verantwoordelijkheid zijn, geen vooroverleg gevoerd hoeft te worden. Met de voorgenomen ontwikkeling is, gezien de aard en omvang van het voornemen, geen provinciaal belang gemoeid en is vooroverleg niet noodzakelijk. 8.2.3
Waterschap Vallei en Veluwe
De watertoets heeft plaats gevonden op de website www.dewatertoets.nl. Deze toets resulteerde in een positief wateradvies van het waterschap Vallei en Veluwe. Derhalve wordt verwezen naar de watertoetsprocedure opgenomen in subparagraaf 5.2.2.
8.2
Inspraak
Conform de gemeentelijke inspraakverordening kan het bestuursorgaan zelf besluiten of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. In voorliggend geval wordt geen voorontwerp bestemmingsplan ter visie gelegd.
Toelichting
Vastgesteld
38
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
BIJLAGEN BIJ DE TOELICHTING
Toelichting
Vastgesteld
39
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
Bijlage 1
Akoestisch onderzoek
Toelichting
Vastgesteld
40
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
BUIJVOETS BOUW- EN GELUIDSADVISERING
Geluidbelasting in de omgeving van tuincentrum De Vries SoerenseZand Zuid 29 te Eerbeek.
opdrachtnummer
14.001
datum
2 maart 2014
opdrachtgever
BJZ.nu Twentepoort 16A 7609 RG Almelo
auteur
Wim Buijvoets
Telefoon : 0541-532343
mobiel : 06-54763258 Website : www.buijvoets.nl
Telefax : 0541-532349
banknr : 1791.38.901
KvK Enschede : 08094436
E-mail :
[email protected]
Alle opdrachten worden aanvaard en uitgevoerd conform de R.V.O.I ’98, incl. wijzigingen en aanvullingen, zoals gedeponeerd ter griffie van de arrondissementsrechtbank te ‘s-Gravenhage op 12-november 1997 (een samenvatting van hoofdzaken is bij ons kantoor opvraagbaar)
ZK13.01954 - 14.008222 -
Hyacinthstraat 101 7572 BB Oldenzaal
Tuincentrum Laag Soeren 14.001 2 maart 2014 pagina i
INHOUDSOPGAVE bladzijde
INHOUDSOPGAVE .......................................................................................... I 1
2
3
4
INLEIDING ..........................................................................................1 1.1
Geluidbeleid gemeente Brummen
1
1.2
Waarneempunten en gevelreflectie
2
1.3
Verkeersaantrekkende werking
2
UITGANGSPUNTEN .............................................................................3 2.1
Omschrijving hoofdactiviteiten en relevante geluidbronnen
3
2.2
Bronvermogensniveaus
4
GELUIDBELASTING .............................................................................5 3.1
Rekenmodel
5
3.2
Bronvermogensniveaus
5
3.3
Geluidoverdracht
6
3.4
Bedrijfstijden en bedrijfstijdcorrecties
7
3.5
Verkeer openbare weg
7
CONCLUSIES .....................................................................................9 4.1
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT
9
4.2
Maximale geluidniveaus
9
4.3
Indirect lawaai
9
4.4
Maatregelen en het BBT-principe
9
BIJLAGEN
ZK13.01954 - 14.008222 -
Tuincentrum Laag Soeren 14.001 2 maart 2014 pagina 1
1
INLEIDING In opdracht van BJZ.nu is onderzocht welke geluidbelasting kan ontstaan in de omgeving van het te wijzigen tuincentrum aan de Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen. Volgens plannen worden bestaande gebouwen gesloopt en vervangen door een nieuwe verkoop- en opslagruimte en een uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen. De nieuwbouw is noodzakelijk om in te spelen op de marktvraag, logistiek een betere indeling met korte routes voor klant. De plattegrond en situatie zijn opgenomen in de tekeningen in bijlage I. De inrichting is gelegen in een rustige woonomgeving aan de rand van het dorp LaagSoeren. Het onderzoek is noodzakelijk in het kader van de herziening van het bestemmingsplan en toetsing aan de grenswaarden van het Activiteitenbesluit waar het bedrijf onder valt. De geluidbelasting t.g.v. de inrichting wordt voornamelijk bepaald door het voertuigen, winkelkarren en laden/lossen m.b.v. een heftruck. Geluid via gevels/dak van de nieuwe verkoopruimte met lage geluidniveaus (<60 dBA) is in de omgeving niet relevant.
1.1
Geluidbeleid gemeente Brummen Wat onder een goede ruimtelijke ordening moet worden verstaan en welke bronnen of aspecten hierin moeten worden meegenomen ligt niet in wetgeving vast. Hierna wordt ingegaan op het toetsingskader uit het gemeentelijk geluidbeleid. De gemeente Brummen heeft in 2012 een nota gebiedsgericht geluidbeleid aangenomen. Het gebied waarin het plangebied is gelegen is aangemerkt als woongebied met een streef-, grenswaarde en bovengrens van 40, 45 respectievelijk 50 dBA (etmaalwaarde) bij geluidgevoelige bestemmingen of op 50 m vanaf de inrichtingsgrens, tenzij op kortere afstand woningen zijn gelegen. Woongebieden zijn primair bedoeld om te wonen. Stilte is hier de norm met streefwaarden van 40 dB(A) overdag en de mogelijkheid van 45 dB(A). Eventuele bedrijven moeten voldoen aan strengere eisen dan gebruikelijk om de rust in het gebied te waarborgen. Dit betekent veelal dat bij het verlenen van nieuwe vergunningen aan bedrijven beperkingen t.o.v. de bestaande situatie worden opgelegd. Waar dit niet mogelijk is (uitzonderingssituatie, BBT toegepast), kan een plafondwaarde van 50 dB(A) worden aangehouden. Voor het woongebied geldt een streefwaarde van 40 dB(A) met uitwijkmogelijkheden naar 45 dB(A). In uitzonderingssituaties kan 50 dB(A) worden toegestaan. In tabel I staan de grenswaarden LAr,LT samengevat overeenkomstig de beleidsnota. In de Geluidnota is geen beleid opgenomen m.b.t. piekgeluiden. Hiertoe wordt aangesloten bij de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (VROM okt. 98, hierna te noemen HRIV) waarbij gestreefd dient te worden naar het voorkomen van maximale geluidsniveaus (LAmax) die meer dan 10 dB boven het aanwezige equivalente geluidsniveau uitkomen met een maximum van 70, 65 en 60 dBA respectievelijk in de dag-, avond- en nachtperiode. De maximale grenswaarden komen overeen met de normen van het Activiteitenbesluit. ZK13.01954 - 14.008222 -
Tuincentrum Laag Soeren 14.001 2 maart 2014 pagina 2
TABEL I : grenswaarden
voor de gevel bij woning van derden of op 50 m uit de inrichtingsgrens
periode
tijden
LAr,LT
LAr,LT
streefwaarde dag
07:00-19:00 uur
40
avond
19:00-23:00 uur
nacht
23:00-07:00 uur
etmaal
*
*
LAmax
LAmax
grenswaarde bovengrens
streefwaarde
HMRI
45
50
55
70
35
40
45
50
65
30
35
40
45
60
40
45
50
-
LAr,LT
maximale grenswaarde HMRI en Activiteitenbesluit
Het vigerende bestemmingsplan staat een tuincentrum toe en ook een uitbreiding. Om na te gaan wat het akoestisch effect is van de uitbreiding is zowel de bestaande als nieuwe situatie onderzocht.
1.2
Waarneempunten en gevelreflectie Volgens de HMRI ’99 moet worden gemeten voor de gevels van woningen op een hoogte waar de geluidoverlast kan worden ondervonden. Gebruikelijk is om overdag een waarneemhoogte van 1.5 m boven het maaiveld en ’s avonds/’s nachts op verdiepingshoogte (op 4.5 m of hoger) boven het maaiveld te hanteren. Dit geldt met name voor grondgebonden woningen, zoals in de onderhavige situatie, en niet voor appartementen/flats in meerdere bouwlagen waar hier geen sprake van is. Bij het bedrijf zijn alleen overdag activiteiten zodat de geluidbelasting alleen op 1.5 m hoogte is berekend.
1.3
Verkeersaantrekkende werking De invallende geluidbelasting op de woninggevels t.g.v. verkeer van en naar de inrichting op de openbare weg wordt beoordeeld conform de circulaire “Geluidhinder veroorzaakt door wegverkeer van en naar de inrichting” d.d. 29 februari 1996 (Ministerie van VROM). Dit betekent dat dit verkeer uitsluitend wordt beoordeeld op het equivalente geluidniveau LAeq en de normstelling daarvoor aansluit bij de Wet geluidhinder (Wgh, 50 dBA voorkeursgrenswaarde). Het indirecte lawaai door voertuigen op de openbare weg van en naar de inrichting wordt beoordeeld bij geluidgevoelige bestemmingen waar dit nog afzonderlijk akoestisch herkenbaar is t.o.v. het overige verkeer, in dit geval op de Eerbeekseweg - Soerense Zand Zuid. De berekening van het indirecte lawaai wordt behandeld in hoofdstuk 3.
ZK13.01954 - 14.008222 -
Tuincentrum Laag Soeren 14.001 2 maart 2014 pagina 3
2
UITGANGSPUNTEN
2.1
Omschrijving hoofdactiviteiten en relevante geluidbronnen De bestaande kassen/gebouwen worden gesloopt en vervangen door een nieuwe geïsoleerde verkoopruimte en een overdekte opslagruimte. In het seizoen komt dagelijks maximaal 1 vrachtwagen aan de achterzijde, lossen m.b.v. een heftruck (gas) of kooiaap (maximaal 30 minuten). Aan de voorzijde komt een pakketdienst met een bestelbus (LV). Geen aanvoer verse bloemen. Klanten komen hoofdzakelijk uit de omgeving van Laag Soeren. Naar verwachting is het aantal klanten stabiel. De verbouwing is noodzakelijk om in te spelen op marktvraag, logistiek een betere indeling met korte routes voor klant. Bestaande situatie In de bestaande situatie komen op zaterdag (drukste dag) max. 170 betalende klanten tussen 09.00 en 17.00 uur. Daarvoor zijn ca 27 parkeerplaatsen beschikbaar hetgeen voldoende is, er wordt niet elders langs de openbare weg geparkeerd. Maximaal 170 auto’s = 340 bewegingen (in en uit) over 27 parkeerplaatsen met de volgende vervoersbewegingen : - 6 parkeerplaatsen buiten het hek : 76 x - 15 parkeerplaatsen buiten het hek : 188 - 6 parkeerplaatsen : 76 x Niet iedere klant gebruikt een winkelkar, gerekend wordt met maximaal 75% van de autobewegingen (worst case). De heftruck (gas) wordt gebruikt voor het laden/lossen aan de achterzijde maar kan ook producten naar de geparkeerde auto’s brengen, gerekend wordt met 10 bewegingen naar de parkeerplaats en 30 minuten laden/lossen van een vrachtwagen.
ZK13.01954 - 14.008222 -
Nieuwe situatie De oppervlakte van de nieuwe verkoopruimte is ongeveer 10% groter dan de te slopen gebouwen/kassen. Met de nieuwbouw ontstaat één grote vrij indeelbare verkoopruimte. Het assortiment en de openingstijden blijven gelijk. Omdat de klanten voornamelijk uit de directe omgeving komen zal het aantal klanten naar verwachting gelijk blijven. In een worst case wordt gerekend met een groei van het maximum aantal klanten/voertuigen per dag met 25% tot 212 per dag. Het aantal parkeerplaatsen wordt fors uitgebreid van ca 27 naar 87 stuks ondanks de geringe groei waar mee is gerekend. Omdat de nieuwe ingang op ca 100 m uit de openbare weg ligt en er voldoende nieuwe parkeerplaatsen zijn bij de ingang zullen daar de meeste auto’s worden geparkeerd. De bestaande parkeerplaatsen dicht bij de Soerense Zand Zuid op 85 m uit de ingang zullen nauwelijks worden gebruikt, gerekend wordt met 20 bewegingen binnen 30 m uit de erfgrens met de Soerense Zand Zuid en (424 – 20 =) 404 bewegingen op de overige parkeerplaatsen. Niet iedere klant gebruikt een winkelkar, gerekend wordt met maximaal 75% van de autobewegingen (worst case). Voor de heftruck blijft de bedrijfsduur van laden/lossen gelijk maar is een kortere route mogelijk naar de parkeerplaatsen.
Tuincentrum Laag Soeren 14.001 2 maart 2014 pagina 4
2.2
Bronvermogensniveaus Mobiele geluidbronnen (voertuigen e.d) Bij mobiele bronnen (voertuigen) is de bronsterkte afhankelijk van het type voertuig, snelheid/toerental, bestrating en de bediening cq het rijgedrag. Uitgegaan wordt van een vlakke terreinverharding (geen kuilen enz) en een normaal rijgedrag binnen de inrichting met een lage maximum snelheid tot ca 8 km/uur op de parkeerplaats/weg. Voor berekeningen van wegverkeerslawaai (volgens RMG 2012) wordt bij een snelheid van 30 km/uur gerekend met een bronvermogensniveau van 94, 100 en 103 dBA respectievelijk voor lichte voertuigen, middelzwaar en zwaar vrachtverkeer (gemiddeld Nederlands wagenpark). Bij het rustig rijden/manoeuvreren van voertuigen met lagere snelheden in een lager toerental liggen de bronvermogens over het algemeen nog lager. Gerekend met een gemiddeld bronvermogensniveau van 90 en 102 dBA voor lichte voertuigen respectievelijk een vrachtwagen. Het piekbronvermogen bij het dichtslaan van portieren en het remmen/optrekken van een vrachtwagen bedraagt maximaal 98 respectievelijk 110 dBA. Aan de heftruck (gas) en het rijden met winkelkarren (leeg en vol) zijn bronsterktemetingen (methode II.2) uitgevoerd (zie bijlage I), de bronsterkte bedraagt 90 respectievelijk 84 dBA.
ZK13.01954 - 14.008222 -
Tuincentrum Laag Soeren 14.001 2 maart 2014 pagina 5
3
GELUIDBELASTING De geluidbelasting is bepaald met een rekenmodel (methode II.8), rekening houdend met de geografische gegevens en de representatieve bedrijfssituatie. Het model is een benadering van de werkelijkheid en in dit geval de enige methode om met een broninventarisatie een betrouwbaar beeld te krijgen van de geluidimmissie in de omgeving.
3.1
Rekenmodel De geluidoverdracht naar de omgeving is bepaald met een rekenmodel, waarin zijn opgenomen: - de bedrijfsgebouwen, de omliggende woningen en geluidreflecterende (harde) bodemvlakken, - de geluidbronnen met hun posities en bronvermogensniveaus LW, - immissiepunten op 1.5 m boven maaiveld Het bodemgebied is als reflecterend ingevoerd. Zachte groengebieden zijn apart gemodelleerd. Bijlage I geeft een overzicht en plottertekeningen met de invoergegevens van het rekenmodel. Basisformule geluidoverdracht Bij een directe geluidmeting onder meteocondities wordt het zgn gestandaardiseerd immissieniveau Li vastgesteld. Dit is het equivalente (gemiddelde) of maximale geluidniveau gedurende een bepaalde periode van één of meerdere bronnen. Het gestandaardiseerd immissieniveau Li per bron kan ook worden berekend volgens: Li = LWR – D dBA waarin LWR D
= het immissierelevante bronvermogensniveau in dBA = verzamelterm van alle verzwakkingen (HMRI ’99 methode II.8)
Modellering en betrouwbaarheid Voor een betrouwbare indruk van de geluidbijdrage van de relevante geluidbronnen is een juiste modellering van groot belang (het aantal en positie(s) van de bronnen, objecten e.d.) vooral indien sprake is van geluidafschermende en/of reflecterende objecten. De verfijning van het model is afhankelijk van de afstand tussen de bron en het meetpunt en eventuele tussenliggende objecten. Hierbij wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met de modelleringsrichtlijnen uit de Handleiding industrielawaai en de handleiding van het software pakket (DGMR). Afwijkingen van ± 10% in de modellering en inschatting van de tijdsduur van een activiteit/bron zijn verwaarloosbaar.
3.2
Bronvermogensniveaus ZK13.01954 - 14.008222 -
De basis voor de geluidoverdrachtsberekeningen vormen de gehanteerde bronvermogenniveaus van de verschillende geluidbronnen (transport, winkelkarren, heftruck e.d) onder representatieve bedrijfsomstandigheden als hierna behandeld. De bronvermogenniveaus van de relevante geluidbronnen zijn afgeleid uit metingen, kengetallen, ervaringscijfers of gebaseerd op een aanname (nieuwe geluidbron). In tabel II is de gehanteerde bronsterkte weergegeven.
Tuincentrum Laag Soeren 14.001 2 maart 2014 pagina 6
3.3
TABEL II
Bronvermogensniveau
geluidbron
LwA
LwAmax
opmerkingen
licht voertuig parkeerterrein
90
98
langzaam rijden/manoeuvreren gemid. 8 km/uur
vrachtwagen
102
110
langzaam rijden/manoeuvreren gemid. 8 km/uur
heftruck
90
105
werkzaamheden en rijden (meting)
winkelkarren (leeg en vol)
84
91
gemiddelde uit meting
Geluidoverdracht Het langtijdgemiddeld deeltijdsniveau LAeqi,LT t.g.v. een bepaalde bedrijfstoestand wordt bepaald uit het (A-gewogen) gestandaardiseerde immissieniveau volgens : LAeqi,LT waarin
= Li - C b - C m - C g
[dBA]
Li = Cm = Cb = To =
gestandaardiseerd immissieniveau onder meteocondities meteocorrectie (0 tot 5 dB) afhankelijk van hoogtes en ri bedrijfstijd-correctie = -10 log Tb/To tijdsduur van de beoordelingsperiode (dag, avond of nacht, voor tijden zie normstelling rapport) Tb = effectieve bedrijfstijd in die periode Cg = 3 dB gevelreflectiecorrectie voor invallend geluid (van toepassing bij directe metingen voor de gevel)
Wanneer op het beoordelings/rekenpunt bij een bepaalde bedrijfstoestand binnen het totaal aanwezige geluidniveau vanwege de betreffende inrichting geluid met een duidelijk hoorbaar tonaal-, impulsachtig- of muziekkarakter wordt waargenomen, wordt op het langetijdgemiddeld deeltijdsniveau LAeqi,LT van de betreffende bedrijfstoestand tijdens welke dit specifieke karakter optreedt, een toeslag toegepast voor : - tonaal of impulsgeluid K = 5 dB of - muziekgeluid K = 10 dB Uitgangspunt is dat ter hoogte van de omliggende woningen geen tonaal, impulsgeluid of muziekgeluid herkenbaar is. Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau per bedrijfstoestand (deelbeoordelingsniveau LAri,LT) wordt voor elke afzonderlijke periode als volgt bepaald : LAri,LT = LAeqi,LT + K [dBA]
ZK13.01954 - 14.008222 -
Het totale langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT is dan de energetische som van alle afzonderlijke deelbeoordelingsniveaus LAri,LT in de dag-, avond- of nachtperiode. De beoordelingsperiode (dag-, avond- of nacht) met het hoogste beoordelingsniveau LAr,LT is in dat geval bepalend voor de representatieve bedrijfssituatie. De etmaalwaarde Letmaal (of Bi voor gezoneerde industrieterreinen) in referentiepunten of bij de woninggevels wordt bepaald uit de hoogste van de volgende waarden : - Ldag, - Lavond + 5 dBA, Lnacht + 10 dBA. -
Tuincentrum Laag Soeren 14.001 2 maart 2014 pagina 7
3.4
Bedrijfstijden en bedrijfstijdcorrecties De bedrijfstijdcorrecties zijn afgeleid uit de informatie zoals beschreven onder bedrijfscondities in hoofdstuk 2. De rijroute van voertuigen/winkelkarren is verdeeld in deeltrajecten met een bronpositie in het midden daarvan. De bedrijfsduurcorrectie voor de rijdende voertuigen/winkelkarren is berekend in het overdrachtsmodel. Rekenmodel Bijlage I geeft een overzicht en plottertekeningen met de invoergegevens van het rekenmodel. Tabel III geeft voor een overzicht van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAri,LT en de maximale geluidniveaus LAmax bij de woningen van derden. Omdat in de avond en nacht geen impulscorrectie van toepassing is moet deze + 5 dB correctie welke in het model ook voor het rijden van voertuigen is gehanteerd op de resultaten in mindering worden gebracht. Het gestandaardiseerde immissieniveau is gebaseerd op de in de berekening gehanteerde gemiddelde bronvermogensniveaus. De maximale bronvermogens-niveaus tijdens het remmen/optrekken van een voertuig of gebruik van de heftruck kunnen hoger zijn dan de gemiddelde bronvermogensniveaus. Hiermee rekening houdend kunnen de in tabel III weergegeven piekgeluiden LAmax worden verwacht. De waarden voor het maximale geluidniveau LAmax worden bepaald door een correctie op het bronvermogensniveau op het berekende niveau LAmax : t.g.v. een licht voertuig verhoogd met 8 dBA t.g.v. het remmen cq optrekken of sluiten portier (Lw,max = 98 BA), t.g.v. het rijden van een vrachtwagen verhoogd met 8 dBA, t.g.v. het remmen/optrekken (Lw,max = 110 dBA), t.g.v. het gebruik van de heftruck tijdens laden/lossen verhoogd met 15 dBA (Lw,max = 105 dBA). TABEL III
LAr,LT
LAr,LT
LAr,LT
LAmax
LAmax
LAmax
bestaand
nieuw
nieuw+ scherm
bestaand
nieuw
nieuw+scherm
1 woning nr 27
41
50
40
77
74
67
2 woning nr 27
33
44
39
74
71
66
3 woning nr 13
44
40
40
68
63
63
4 woning nr 19
30
35
35
63
63
63
streefwaarde
40
35
30
55
grenswaarde
45
40
35
70
bovengrens
50
45
40
70
Punten
Verkeer openbare weg De geluidbelasting t.g.v. het indirecte lawaai door voertuigen van en naar de inrichting op de Eerbeekseweg - Soerense Zand Zuid kan worden berekend volgens de standaardrekenmethode I, conform het Reken en meetvoorschrift verkeerslawaai (RMG2012). Deze methode is toepasbaar voor een rechte lijnbron met gemiddelde snelheden vanaf 30 km/uur en is gebaseerd op het gemiddelde Nederlandse wagenpark.
ZK13.01954 - 14.008222 -
3.5
geluidbelasting LAri,LT en LAmax in de dag op 1.5 m hoogte
Tuincentrum Laag Soeren 14.001 2 maart 2014 pagina 8
Het indirecte lawaai door voertuigen wordt beoordeeld bij geluidgevoelige bestemmingen waar dit nog akoestisch herkenbaar is op weg naar of afkomstig van de inrichting, in de onderhavige alle personenwagenpassages op de Eerbeekseweg - Soerense Zand Zuid. Berekend is de afstand van de 50 dBA geluidcontour uit de as van de weg t.g.v. het indirecte lawaai bij een gemiddelde snelheid van 50 km/uur op de smalle weg. De 50 dBA contour op een waarneemhoogte van 1.5 m ligt op een afstand van 8 m uit de as van de weg.
ZK13.01954 - 14.008222 -
Tuincentrum Laag Soeren 14.001 2 maart 2014 pagina 9
4
CONCLUSIES
4.1
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT onder de genoemde uitgangspunten bedraagt maximaal 50 dBA in punt 1 (Soerense Zand Zuid 27) en ligt ruim boven de streefwaarde en grenswaarde. T.o.v. de bestaande situatie neemt de belasting in dit punt met 9 dBA toe als gevolg van extra voertuigbewegingen relatief dicht langs deze woning. In de bestaande toestand bevindt zich al een begroeide open planken schutting zonder geluidreductie vanwege de openingen tussen de planken. Met een gesloten schutting van 235 cm hoog en een lengte van ca 38 m, zoals aangegeven in de plot in bijlage I, is de geluidbelasting LAr,LT maximaal 40 dBA en wordt aan de streefwaarde voldaan. De eisen voor een scherm zijn een massa van 10 kg-m2 en goed sluitend. De kosten van een houten scherm tussen betonpalen met een betonnen onderrand zijn ca € 4000,- incl BTW waar mee sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
4.2
Maximale geluidniveaus De piekgeluiden liggen zowel in de bestaande als nieuwe situatie in alle punten ruim boven de streefwaarde LArLT + 10 dBA. Piekgeluiden zin inherent aan voertuigbewegingen en laden/lossen en kunnen niet worden voorkomen. In de punten 1 en 2 (Soerense Zand Zuid 27) ligt de geluidbelasting in de bestaande en nieuwe situatie boven de grenswaarde van 70 dBA. Volgens het Activiteitenbesluit worden piekgeluiden t.g.v. het laden/lossen en voertuigen overdag buiten beschouwing gelaten, er is dus geen sprake van een normoverschrijding. Met een schutting zoals opgenomen in 4.1 liggen de piekgeluiden onder de maximale grenswaarde waarmee sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
4.3
Indirect lawaai Binnen de berekende 50 dBA contour op 8 m uit de wegas van de Eerbeekseweg-Soerense Zand Zuid zijn geen woningen gesitueerd zodat de voorkeursgrenswaarde niet wordt overschreden.
4.4
Maatregelen en het BBT-principe Conform de Wet milieubeheer mag van een bedrijf worden verwacht dat de geluidemissie van akoestisch relevante geluidbronnen binnen redelijke grenzen en de stand der techniek zo veel mogelijk moet worden geminimaliseerd (het BBT-principe best beschikbare techniek). Bij het tuincentrum is geen sprake van geluidbronnen met een onnodige hoge geluidemissie. Geluid uit de winkel is niet relevant. Op de parkeerplaatsen wordt een vlakke klinkerbestrating aangebracht. De winkelkarren hebben zachte rubber wielen. Eventueel nieuwe installaties (bv kleine ventilator) zijn geluidarm en bij woningen niet herkenbaar.
ZK13.01954 - 14.008222 -
Ing. Wim Buijvoets.
Bijlage I Situatie + bronsterkteberekening Rekenmodel + rekenresultaten Indirect lawaai
opdrachtnummer
14.001
datum
2 maart 2014
opdrachtgever
BJZ.nu Twentepoort 16A 7609 RG Almelo
auteur
Wim Buijvoets
ZK13.01954 - 14.008222 -
ZK13.01954 - 14.008222 -
Bronsterkteberekening (HMRL IL 99 methode I) afstand r < 20 m Projekt :
Tuincentrum De Vries Laag Soeren
Projektnr:
14.001
Bron & positie
op 7 m uit heftruck (rijden/manoeuvr/laden/lossen)
afstand [m]
omschrijving
fluctuerend geluid
meethoogte [m] LAeq 8000
Oktaafbanden (Hz.)
21-01-14
bijlage
1
blad
gemeten : WB 7 1,5 LAmax
63
125
250
500
1000
2000
31,3
51,0
52,4
54,7
57,4
59,3
57,6
53,5
48,8
64,6
79,0
D (=20log R + 9)
25,9 57,2
25,9 76,9
25,9 78,3
25,9 80,6
25,9 83,3
25,9 85,2
25,9 83,5
25,9 79,4
25,9 74,7
90,5
104,9
meethoogte [m] LAeq 8000
1,5 LAmax
Bron & positie
op 2 m uit rijden lege winkelkar op klinkerbestrating
omschrijving
fluctuerend geluid
Oktaafbanden (Hz.)
2
63
125
250
500
1000
2000
Lp (gemeten in dBA)
16,6
26,6
34,8
44,4
52,8
61,5
67,1
67,8
62,5
D (=20log R + 9)
15,0
15,0
15,0
15,0
15,0
15,0
15,0
15,0
15,0
LWR Bron & positie omschrijving Oktaafbanden (Hz.)
31,5
4000
1
Lp (gemeten in dBA) LWR
31,5
datum
31,6
41,6
49,8
59,4
67,8
76,5
82,1
4000
82,8
op 4 m uit rijden winkelkar met zakgoed op klinkerbestrating fluctuerend geluid (geen gerammel kar) 63
125
250
500
1000
2000
4000
16,0
27,4
35,5
38,6
42,6
45,5
48,8
46,2
36,4
D (=20log R + 9)
21,0
21,0
21,0
21,0
21,0
21,0
21,0
21,0
21,0
37,0
48,4
56,5
59,6
63,6
66,5
69,8
67,2
76,4
86,7
91,4
afstand [m] meethoogte [m] LAeq 8000
Lp (gemeten in dBA) LWR
31,5
77,5
71,6
57,4
4 2 LAmax
52,7
62,3
73,8
83,3
ZK13.01954 - 14.008222 -
ZK13.01954 - 14.008222 -
ZK13.01954 - 14.008222 -
model bestaand Model: Groep:
model LArLT bestaand (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 1 2 3 4 5
Omschr. vrachtwagen personenwagen 15 pp personenwagen 6 pp personenwagen 6 pp heftruck
6 7 8
winkelkar winkelkar winkelkar
Geomilieu V2.30
ISO H 1,30 0,75 0,75 0,75 0,75
ISO M 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Hdef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Aantal(D) 2 188 76 57 10
Aantal(A) ------
Aantal(N) ------
Cb(D) 40,10 20,58 24,92 25,79 32,85
Cb(A) ------
Cb(N) ------
Gem.snelheid 8 8 8 8 8
Max.afst. 5,00 5,00 5,00 5,00 5,00
Lw Totaal 102,16 90,01 90,01 90,01 90,48
Lw 31 65,00 60,00 60,00 60,00 57,00
Lw 63 79,00 71,00 71,00 71,00 77,00
Lw 125 86,00 70,00 70,00 70,00 78,00
0,75 0,75 0,75
0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief
10 141 57
----
----
30,89 18,60 22,43
----
----
4 4 4
5,00 5,00 5,00
83,61 83,61 83,61
35,00 35,00 35,00
46,00 46,00 46,00
54,00 54,00 54,00
2-3-2014 8:57:13
ZK13.01954 - 14.008222 -
model bestaand Model: Groep:
Naam 1 2 3 4 5 6 7 8
model LArLT bestaand (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Lw 250 96,00 73,00 73,00 73,00 81,00
Lw 500 94,00 79,00 79,00 79,00 83,00
Lw 1k 97,00 86,00 86,00 86,00 85,00
Lw 2k 95,00 86,00 86,00 86,00 84,00
Lw 4k 89,00 78,00 78,00 78,00 79,00
Lw 8k 87,00 73,00 73,00 73,00 75,00
Red 31 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 63 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 125 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 500 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 1k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 2k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 4k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 8k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
60,00 60,00 60,00
66,00 66,00 66,00
73,00 73,00 73,00
79,00 79,00 79,00
80,00 80,00 80,00
74,00 74,00 74,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
Geomilieu V2.30
2-3-2014 8:57:13
ZK13.01954 - 14.008222 -
model bestaand Model: Groep:
Naam 1
model LArLT bestaand (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Omschr. heftruck laden/lossen
Geomilieu V2.30
Hoogte 1,00
Maaiveld 0,00
Hdef. Relatief
Type Normale puntbron
Richt. 0,00
Hoek 360,00
Cb(D) 13,80
Cb(A) --
Cb(N) --
GeenRefl. Nee
GeenDemping Nee
Lw Totaal 90,48
Lw 31 57,00
Lw 63 77,00
Lw 125 78,00
2-3-2014 8:57:13
ZK13.01954 - 14.008222 -
model bestaand Model: Groep:
Naam 1
model LArLT bestaand (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Lw 250 81,00
Lw 500 83,00
Geomilieu V2.30
Lw 1k 85,00
Lw 2k 84,00
Lw 4k 79,00
Lw 8k 75,00
Red 31 0,00
Red 63 0,00
Red 125 0,00
Red 250 0,00
Red 500 0,00
Red 1k 0,00
Red 2k 0,00
Red 4k 0,00
Red 8k 0,00
2-3-2014 8:57:13
ZK13.01954 - 14.008222 -
model bestaand Model: Groep:
Naam 1 2 3 4
model LArLT bestaand (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Omschr. tuin tuin tuin
Bf 1,00 1,00 1,00 1,00
Geomilieu V2.30
2-3-2014 8:57:13
ZK13.01954 - 14.008222 -
model bestaand Model: Groep:
model LArLT bestaand (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 1 2 3 4 5
Omschr. woning derden woning derden woning derden woning derden woning derden
Hoogte 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Hdef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
Cp dB dB dB dB dB
Refl. 31 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 63 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 125 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 250 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 500 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 1k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 2k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 4k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 8k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
6 7 8 9 10
woning woning woning schuur woning
derden
6,00 6,00 6,00 3,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
11 12
verkoopruimte/opslag verkoopruimte/opslag
3,00 2,50
0,00 0,00
Relatief Relatief
0 dB 0 dB
0,80 0,80
0,80 0,80
0,80 0,80
0,80 0,80
0,80 0,80
0,80 0,80
0,80 0,80
0,80 0,80
0,80 0,80
derden derden derden
Geomilieu V2.30
2-3-2014 8:57:13
resultaten LArLT bestaand Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt 1_A 2_A 3_A 4_A
Resultatentabel model LArLT bestaand LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Ja
Omschrijving
Hoogte 1,50 1,50 1,50 1,50
Dag 40,92 32,56 44,01 29,51
Avond -----
Nacht -----
Etmaal 40,92 32,56 44,01 29,51
Li 71,24 65,79 67,70 66,45
Geomilieu V2.30
2-3-2014 9:00:16
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
resultaten LAmax bestaand LAmax = waarde + correctie Rapport: Model: LAmax bij Bron voor toetspunt: Groep: Naam Bron 1_A 5 4 2 6 7 3 8 1 1 LAmax
Omschrijving heftruck personenwagen 6 pp personenwagen 15 pp winkelkar winkelkar personenwagen 6 pp winkelkar vrachtwagen heftruck laden/lossen (hoofdgroep)
voertuigen + 8 dBA heftruck + 15 dBA
Resultatentabel model LArLT bestaand 1_A (hoofdgroep)
Hoogte 1,50 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
Dag 62,38 62,38 55,03 49,82 48,92 44,39
Avond -------
Nacht -------
0,75 0,75 1,30 1,00
44,17 44,12 40,75 27,90 62,38
------
------
Geomilieu V2.30
2-3-2014 9:01:10
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
resultaten LAmax bestaand LAmax = waarde + correctie Rapport: Model: LAmax bij Bron voor toetspunt: Groep: Naam Bron 2_A 5 1 4 2 1 3 6 7 8 LAmax
Omschrijving heftruck vrachtwagen personenwagen 6 pp personenwagen 15 pp heftruck laden/lossen personenwagen 6 pp winkelkar winkelkar winkelkar (hoofdgroep)
voertuigen + 8 dBA heftruck + 15 dBA
Resultatentabel model LArLT bestaand 2_A (hoofdgroep)
Hoogte 1,50 0,75 1,30 0,75 0,75 1,00
Dag 59,40 59,40 40,89 34,02 30,12 27,94
Avond -------
Nacht -------
0,75 0,75 0,75 0,75
26,64 26,33 22,15 21,93 59,40
------
------
Geomilieu V2.30
2-3-2014 9:01:10
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
resultaten LAmax bestaand LAmax = waarde + correctie Rapport: Model: LAmax bij Bron voor toetspunt: Groep: Naam Bron 3_A 2 5 3 4 7 8 1 6 1 LAmax
Omschrijving personenwagen 15 pp heftruck personenwagen 6 pp personenwagen 6 pp winkelkar winkelkar vrachtwagen winkelkar heftruck laden/lossen (hoofdgroep)
voertuigen + 8 dBA heftruck + 15 dBA
Resultatentabel model LArLT bestaand 3_A (hoofdgroep)
Hoogte 1,50 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
Dag 57,14 57,14 53,41 51,31 49,53 47,28
Avond -------
Nacht -------
0,75 1,30 0,75 1,00
43,79 42,71 42,19 24,69 57,14
------
------
Geomilieu V2.30
2-3-2014 9:01:10
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
resultaten LAmax bestaand LAmax = waarde + correctie Rapport: Model: LAmax bij Bron voor toetspunt: Groep: Naam Bron 4_A 1 1 5 4 2 3 6 8 7 LAmax
Omschrijving vrachtwagen heftruck laden/lossen heftruck personenwagen 6 pp personenwagen 15 pp personenwagen 6 pp winkelkar winkelkar winkelkar (hoofdgroep)
voertuigen + 8 dBA heftruck + 15 dBA
Resultatentabel model LArLT bestaand 4_A (hoofdgroep)
Hoogte 1,50 1,30 1,00 0,75 0,75 0,75
Dag 54,59 54,59 41,55 40,83 30,13 24,92
Avond -------
Nacht -------
0,75 0,75 0,75 0,75
22,93 19,80 17,69 17,56 54,59
------
------
Geomilieu V2.30
2-3-2014 9:01:10
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
ZK13.01954 - 14.008222 -
resultaten nieuw LArLT zonder scherm Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt 1_A 2_A 3_A 4_A
Resultatentabel model LArLT nieuw LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Ja
Omschrijving
Hoogte 1,50 1,50 1,50 1,50
Dag 50,22 43,97 40,50 34,62
Avond -----
Nacht -----
Etmaal 50,22 43,97 40,50 34,62
Li 73,27 68,14 66,92 66,11
Geomilieu V2.30
2-3-2014 8:53:06
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
resultaat LAmax nieuw zonder scherm LAmax = waarde + correctie Rapport: Model: LAmax bij Bron voor toetspunt: Groep: Naam Bron 1_A 5 9 3 5 7
Omschrijving
voertuigen + 8 dBA heftruck + 15 dBA
Resultatentabel model LArLT nieuw 1_A (hoofdgroep)
heftruck personenwagen 33 pp personenwagen 29 pp heftruck winkelkar
Hoogte 1,50 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
Dag 59,39 59,39 58,87 58,38 57,88 52,77
Avond -------
Nacht -------
6 4 8 2 1
winkelkar personenwagen 7 pp winkelkar personenwagen 18 pp vrachtwagen
0,75 0,75 0,75 0,75 1,30
51,72 51,62 51,50 46,72 44,76
------
------
10 1 LAmax
winkelkar heftruck laden/lossen (hoofdgroep)
0,75 1,00
39,78 34,41 59,39
----
----
Geomilieu V2.30
2-3-2014 9:06:19
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
resultaat LAmax nieuw zonder scherm LAmax = waarde + correctie Rapport: Model: LAmax bij Bron voor toetspunt: Groep: Naam Bron 2_A 5 9 3 5 7
Omschrijving heftruck personenwagen 33 pp personenwagen 29 pp heftruck winkelkar
voertuigen + 8 dBA heftruck + 15 dBA
Resultatentabel model LArLT nieuw 2_A (hoofdgroep)
Hoogte 1,50 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
Dag 55,93 55,93 55,68 54,53 52,21 48,95
Avond -------
Nacht -------
6 8 1 10 1
winkelkar winkelkar vrachtwagen winkelkar heftruck laden/lossen
0,75 0,75 1,30 0,75 1,00
48,59 48,36 44,84 39,67 34,38
------
------
4 2 LAmax
personenwagen 7 pp personenwagen 18 pp (hoofdgroep)
0,75 0,75
30,95 27,73 55,93
----
----
Geomilieu V2.30
2-3-2014 9:06:19
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
resultaat LAmax nieuw zonder scherm LAmax = waarde + correctie Rapport: Model: LAmax bij Bron voor toetspunt: Groep: Naam Bron 3_A 2 5 3 9 4
Omschrijving personenwagen heftruck personenwagen personenwagen personenwagen
18 pp 29 pp 33 pp 7 pp
voertuigen + 8 dBA heftruck + 15 dBA
Resultatentabel model LArLT nieuw 3_A (hoofdgroep)
Hoogte 1,50 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
Dag 55,28 55,28 48,08 47,81 47,77 47,60
Avond -------
Nacht -------
1 7 5 6 8
vrachtwagen winkelkar heftruck winkelkar winkelkar
1,30 0,75 0,75 0,75 0,75
45,23 45,10 42,65 40,35 36,30
------
------
1 10 LAmax
heftruck laden/lossen winkelkar (hoofdgroep)
1,00 0,75
32,08 28,10 55,28
----
----
Geomilieu V2.30
2-3-2014 9:06:19
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
resultaat LAmax nieuw zonder scherm LAmax = waarde + correctie Rapport: Model: LAmax bij Bron voor toetspunt: Groep: Naam Bron 4_A 1 5 1 5 3
Omschrijving vrachtwagen heftruck heftruck laden/lossen heftruck personenwagen 29 pp
voertuigen + 8 dBA heftruck + 15 dBA
Resultatentabel model LArLT nieuw 4_A (hoofdgroep)
Hoogte 1,50 1,30 0,75 1,00 0,75 0,75
Dag 55,02 55,02 45,62 44,21 40,94 38,30
Avond -------
Nacht -------
9 4 2 8 7
personenwagen 33 pp personenwagen 7 pp personenwagen 18 pp winkelkar winkelkar
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
37,99 36,45 35,17 29,52 29,13
------
------
6 10 LAmax
winkelkar winkelkar (hoofdgroep)
0,75 0,75
29,07 20,91 55,02
----
----
Geomilieu V2.30
2-3-2014 9:06:19
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
ZK13.01954 - 14.008222 -
ZK13.01954 - 14.008222 -
modelgegevens Model: Groep:
model LArLT nieuw met scherm (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 1 2 3 4 5
Omschr. vrachtwagen personenwagen 18 pp personenwagen 29 pp personenwagen 7 pp heftruck
ISO H 1,30 0,75 0,75 0,75 0,75
ISO M 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Hdef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Aantal(D) 2 10 202 10 10
Aantal(A) ------
Aantal(N) ------
Cb(D) 40,16 32,85 19,86 32,85 32,88
Cb(A) ------
Cb(N) ------
Gem.snelheid 8 8 8 8 8
Max.afst. 5,00 5,00 5,00 5,00 5,00
Lw Totaal 102,16 90,01 90,01 90,01 90,48
Lw 31 65,00 60,00 60,00 60,00 57,00
Lw 63 79,00 71,00 71,00 71,00 77,00
Lw 125 86,00 70,00 70,00 70,00 78,00
6 7 8 9 10
winkelkar winkelkar winkelkar personenwagen 33 pp winkelkar
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
8 8 152 202 152
------
------
30,81 30,94 18,24 19,89 18,75
------
------
4 4 4 8 4
5,00 5,00 5,00 5,00 5,00
83,61 83,61 83,61 90,01 83,61
35,00 35,00 35,00 60,00 35,00
46,00 46,00 46,00 71,00 46,00
54,00 54,00 54,00 70,00 54,00
5
heftruck
0,75
0,00
Relatief
2
--
--
39,95
--
--
8
5,00
90,48
57,00
77,00
78,00
Geomilieu V2.30
2-3-2014 8:48:12
ZK13.01954 - 14.008222 -
modelgegevens Model: Groep:
Naam 1 2 3 4 5
model LArLT nieuw met scherm (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Lw 250 96,00 73,00 73,00 73,00 81,00
Lw 500 94,00 79,00 79,00 79,00 83,00
Lw 1k 97,00 86,00 86,00 86,00 85,00
Lw 2k 95,00 86,00 86,00 86,00 84,00
Lw 4k 89,00 78,00 78,00 78,00 79,00
Lw 8k 87,00 73,00 73,00 73,00 75,00
Red 31 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 63 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 125 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 500 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 1k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 2k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 4k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 8k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
6 7 8 9 10
60,00 60,00 60,00 73,00 60,00
66,00 66,00 66,00 79,00 66,00
73,00 73,00 73,00 86,00 73,00
79,00 79,00 79,00 86,00 79,00
80,00 80,00 80,00 78,00 80,00
74,00 74,00 74,00 73,00 74,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
5
81,00
83,00
85,00
84,00
79,00
75,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Geomilieu V2.30
2-3-2014 8:48:12
ZK13.01954 - 14.008222 -
modelgegevens Model: Groep:
Naam 1
model LArLT nieuw met scherm (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Omschr. heftruck laden/lossen
Geomilieu V2.30
Hoogte 1,00
Maaiveld 0,00
Hdef. Relatief
Type Normale puntbron
Richt. 0,00
Hoek 360,00
Cb(D) 13,80
Cb(A) --
Cb(N) --
GeenRefl. Nee
GeenDemping Nee
Lw Totaal 90,48
Lw 31 57,00
Lw 63 77,00
Lw 125 78,00
2-3-2014 8:48:12
ZK13.01954 - 14.008222 -
modelgegevens Model: Groep:
Naam 1
model LArLT nieuw met scherm (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Lw 250 81,00
Lw 500 83,00
Geomilieu V2.30
Lw 1k 85,00
Lw 2k 84,00
Lw 4k 79,00
Lw 8k 75,00
Red 31 0,00
Red 63 0,00
Red 125 0,00
Red 250 0,00
Red 500 0,00
Red 1k 0,00
Red 2k 0,00
Red 4k 0,00
Red 8k 0,00
2-3-2014 8:48:12
ZK13.01954 - 14.008222 -
modelgegevens Model: Groep:
Naam 1 2 3 4
model LArLT nieuw met scherm (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Omschr. tuin tuin tuin
Bf 1,00 1,00 1,00 1,00
Geomilieu V2.30
2-3-2014 8:48:12
ZK13.01954 - 14.008222 -
modelgegevens Model: Groep:
model LArLT nieuw met scherm (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 1 2 3 4 5
Omschr. woning derden woning derden woning derden woning derden woning derden
Hoogte 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Hdef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
Cp dB dB dB dB dB
Refl. 31 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 63 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 125 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 250 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 500 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 1k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 2k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 4k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 8k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
6 7 8 9 10
woning woning woning schuur woning
derden
6,00 6,00 6,00 3,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
13
verkoopruimte
5,00
0,00
Relatief
0 dB
0,80
0,80
0,80
0,80
0,80
0,80
0,80
0,80
0,80
derden derden derden
Geomilieu V2.30
2-3-2014 8:48:12
ZK13.01954 - 14.008222 -
modelgegevens Model: Groep:
Naam 1 2
model LArLT nieuw met scherm (hoofdgroep) Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Omschr. achterzijde afdak scherm/schutting
Geomilieu V2.30
ISO H 3,00 2,35
ISO M 0,00 0,00
Hdef. Relatief Relatief
Cp 0 dB 0 dB
Refl.L 31 0,80 0,80
Refl.L 63 0,80 0,80
Refl.L 125 0,80 0,80
Refl.L 250 0,80 0,80
Refl.L 500 0,80 0,80
Refl.L 1k 0,80 0,80
Refl.L 2k 0,80 0,80
Refl.L 4k 0,80 0,80
Refl.L 8k 0,80 0,80
Refl.R 31 0,80 0,80
2-3-2014 8:48:12
ZK13.01954 - 14.008222 -
modelgegevens Model: Groep:
Naam 1 2
model LArLT nieuw met scherm (hoofdgroep) Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Refl.R 63 0,80 0,80
Refl.R 125 0,80 0,80
Geomilieu V2.30
Refl.R 250 0,80 0,80
Refl.R 500 0,80 0,80
Refl.R 1k 0,80 0,80
Refl.R 2k 0,80 0,80
Refl.R 4k 0,80 0,80
Refl.R 8k 0,80 0,80
2-3-2014 8:48:12
resultaat LArLT nieuw met scherm Rapport: Model: LAeq bij Bron voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron 1_A 9 3 8 5 10
Omschrijving personenwagen 33 pp personenwagen 29 pp winkelkar heftruck winkelkar
Resultatentabel model LArLT nieuw met scherm 1_A (hoofdgroep) Nee
Hoogte 1,50 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
Dag 40,36 37,89 35,02 28,28 25,74 22,96
Avond -------
Nacht -------
Etmaal 40,36 37,89 35,02 28,28 25,74 22,96
Li 65,39 58,76 55,26 47,09 60,54 44,22
1 5 7 6 2
heftruck laden/lossen heftruck winkelkar winkelkar personenwagen 18 pp
1,00 0,75 0,75 0,75 0,75
18,04 17,64 17,26 17,00 15,07
------
------
18,04 17,64 17,26 17,00 15,07
35,27 57,81 49,54 48,89 50,24
4 1
personenwagen 7 pp vrachtwagen
0,75 1,30
15,02 9,25
---
---
15,02 9,25
49,50 52,87
Geomilieu V2.30
2-3-2014 9:09:45
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
resultaat LArLT nieuw met scherm Rapport: Model: LAeq bij Bron voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron 2_A 9 8 3 5 10
Omschrijving personenwagen 33 pp winkelkar personenwagen 29 pp heftruck winkelkar
Resultatentabel model LArLT nieuw met scherm 2_A (hoofdgroep) Nee
Hoogte 1,50 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
Dag 38,91 36,92 30,50 27,28 26,98 26,70
Avond -------
Nacht -------
Etmaal 38,91 36,92 30,50 27,28 26,98 26,70
Li 64,95 58,45 50,53 47,49 61,88 48,00
1 7 6 1 5
heftruck laden/lossen winkelkar winkelkar vrachtwagen heftruck
1,00 0,75 0,75 1,30 0,75
18,58 18,34 18,13 11,05 9,41
------
------
18,58 18,34 18,13 11,05 9,41
35,87 51,01 50,74 54,77 49,64
4 2
personenwagen 7 pp personenwagen 18 pp
0,75 0,75
4,05 1,59
---
---
4,05 1,59
39,07 37,09
Geomilieu V2.30
2-3-2014 9:09:45
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
resultaat LArLT nieuw met scherm Rapport: Model: LAeq bij Bron voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron 3_A 9 3 2 8 4
Omschrijving personenwagen personenwagen personenwagen winkelkar personenwagen
33 pp 29 pp 18 pp 7 pp
Resultatentabel model LArLT nieuw met scherm 3_A (hoofdgroep) Nee
Hoogte 1,50 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
Dag 40,07 36,73 36,36 26,68 22,20 21,92
Avond -------
Nacht -------
Etmaal 40,07 36,73 36,36 26,68 22,20 21,92
Li 66,58 58,98 58,51 60,15 43,68 56,91
7 1 5 6 5
winkelkar heftruck laden/lossen heftruck winkelkar heftruck
0,75 1,00 0,75 0,75 0,75
20,45 18,28 16,25 15,26 14,76
------
------
20,45 18,28 16,25 15,26 14,76
53,17 36,05 52,74 48,66 57,07
10 1
winkelkar vrachtwagen
0,75 1,30
14,13 13,03
---
---
14,13 13,03
36,60 57,14
Geomilieu V2.30
2-3-2014 9:09:45
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
resultaat LArLT nieuw met scherm Rapport: Model: LAeq bij Bron voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron 4_A 1 9 3 1 5
Omschrijving heftruck laden/lossen personenwagen 33 pp personenwagen 29 pp vrachtwagen heftruck
Resultatentabel model LArLT nieuw met scherm 4_A (hoofdgroep) Nee
Hoogte 1,50 1,00 0,75 0,75 1,30 0,75
Dag 34,93 30,41 29,41 28,53 21,99 21,77
Avond -------
Nacht -------
Etmaal 34,93 30,41 29,41 28,53 21,99 21,77
Li 66,18 46,94 51,54 50,34 64,85 57,41
8 4 5 7 2
winkelkar personenwagen 7 pp heftruck winkelkar personenwagen 18 pp
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
18,45 10,43 9,81 8,97 8,35
------
------
18,45 10,43 9,81 8,97 8,35
38,83 45,59 51,62 42,22 44,01
10 6
winkelkar winkelkar
0,75 0,75
8,31 7,23
---
---
8,31 7,23
30,34 40,18
Geomilieu V2.30
2-3-2014 9:09:45
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
resultaten LAmax met scherm LAmax = waarde + correctie Rapport: Model: LAmax bij Bron voor toetspunt: Groep: Naam Bron 1_A 5 9 5 3 2
Omschrijving heftruck personenwagen 33 pp heftruck personenwagen 29 pp personenwagen 18 pp
+ 8 dB voertuigen + 15 dB heftruck
Resultatentabel model LArLT nieuw met scherm 1_A (hoofdgroep)
Hoogte 1,50 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
Dag 52,00 52,00 49,85 49,60 47,51 44,30
Avond -------
Nacht -------
1 4 8 6 10
vrachtwagen personenwagen 7 pp winkelkar winkelkar winkelkar
1,30 0,75 0,75 0,75 0,75
42,01 41,80 41,27 41,12 38,95
------
------
7 1 LAmax
winkelkar heftruck laden/lossen (hoofdgroep)
0,75 1,00
38,45 31,84 52,00
----
----
Geomilieu V2.30
2-3-2014 8:50:57
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
resultaten LAmax met scherm LAmax = waarde + correctie Rapport: Model: LAmax bij Bron voor toetspunt: Groep: Naam Bron 2_A 5 9 5 3 1
Omschrijving heftruck personenwagen 33 pp heftruck personenwagen 29 pp vrachtwagen
+ 8 dB voertuigen + 15 dB heftruck
Resultatentabel model LArLT nieuw met scherm 2_A (hoofdgroep)
Hoogte 1,50 0,75 0,75 0,75 0,75 1,30
Dag 50,80 50,80 49,47 47,21 43,68 43,01
Avond -------
Nacht -------
7 8 6 10 1
winkelkar winkelkar winkelkar winkelkar heftruck laden/lossen
0,75 0,75 0,75 0,75 1,00
42,43 42,42 42,30 38,93 32,38
------
------
4 2 LAmax
personenwagen 7 pp personenwagen 18 pp (hoofdgroep)
0,75 0,75
30,95 27,73 50,80
----
----
Geomilieu V2.30
2-3-2014 8:50:57
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
resultaten LAmax met scherm LAmax = waarde + correctie Rapport: Model: LAmax bij Bron voor toetspunt: Groep: Naam Bron 3_A 2 5 3 9 4
Omschrijving personenwagen heftruck personenwagen personenwagen personenwagen
18 pp 29 pp 33 pp 7 pp
+ 8 dB voertuigen + 15 dB heftruck
Resultatentabel model LArLT nieuw met scherm 3_A (hoofdgroep)
Hoogte 1,50 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
Dag 55,28 55,28 48,08 47,81 47,77 47,60
Avond -------
Nacht -------
1 7 6 5 1
vrachtwagen winkelkar winkelkar heftruck heftruck laden/lossen
1,30 0,75 0,75 0,75 1,00
45,23 45,10 40,97 39,00 32,08
------
------
8 10 LAmax
winkelkar winkelkar (hoofdgroep)
0,75 0,75
31,73 28,07 55,28
----
----
Geomilieu V2.30
2-3-2014 8:50:57
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
resultaten LAmax met scherm LAmax = waarde + correctie Rapport: Model: LAmax bij Bron voor toetspunt: Groep: Naam Bron 4_A 1 5 1 5 3
Omschrijving vrachtwagen heftruck heftruck laden/lossen heftruck personenwagen 29 pp
+ 8 dB voertuigen + 15 dB heftruck
Resultatentabel model LArLT nieuw met scherm 4_A (hoofdgroep)
Hoogte 1,50 1,30 0,75 1,00 0,75 0,75
Dag 55,02 55,02 45,62 44,21 42,25 39,57
Avond -------
Nacht -------
9 4 2 8 6
personenwagen 33 pp personenwagen 7 pp personenwagen 18 pp winkelkar winkelkar
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
39,35 36,45 35,17 30,35 30,06
------
------
7 10 LAmax
winkelkar winkelkar (hoofdgroep)
0,75 0,75
29,13 20,91 55,02
----
----
Geomilieu V2.30
2-3-2014 8:50:57
ZK13.01954 - 14.008222 -
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
rekenparameters Rapport: Model:
Lijst van model eigenschappen model LArLT nieuw met scherm
Model eigenschap Omschrijving Verantwoordelijke Rekenmethode Aangemaakt door
model LArLT nieuw met scherm Wim IL Wim op 22-1-2014
Laatst ingezien door Model aangemaakt met Standaard maaiveldhoogte Rekenhoogte contouren
Wim op 2-3-2014 Geomilieu V2.30 0 4
Detailniveau toetspunt resultaten Detailniveau resultaten grids Meteorologische correctie Standaard bodemfactor Absorptiestandaarden
Bronresultaten Groepsresultaten Toepassen standaard, 5,0 0,0 HMRI-II.8
Clusteren gebouwen Verwijderen binnenwanden Luchtdemping [dB/km] Aandachtsgebied Dynamische foutmarge
Ja Ja 0,02 0,07 0,25 0,76 1,63 2,86 6,23 19,00 67,40 ---
2-3-2014 9:02:26
ZK13.01954 - 14.008222 -
Geomilieu V2.30
BUIJVOETS BOUW- EN GELUIDSADVISERING Berekening geluidbelasting indirect lawaai standaard methode I RMG 2012 indirect lawaai tuincentrum Rijlijnnummer Waarneempunt Eerbeekseweg Waarneemhoogte 1,5 m. Wegdek hoogte 0,0 m. Afstand weg 8,0 m. Afstand kruispunt 0,0 m. Type wegdek 1 DAB Bodemfactor 0,75 Objectfractie 0,00 Zichthoek 127 Resultaten in dB(A) Cwegdek 0,0 Ckruispunt 0,0 Creflectie 0,0 Czichthoek 0,0 Ctotaal 0,0
Projectnr: 14.001 Datum : 28-feb-14 dagperiode: Emissiegegevens lichte mvt middelzwarmvt zware mvt verhard gebied [m] =
mvt/uur km/uur Emissie 35,42 50 62,4 0 50 0,0 0 50 0,0 2
TOTAAL Dafstand Dlucht Dbodem Dmeteo Dtotaal
9,0 0,2 2,3 0,5 12,0
LAeq
35,4
62,4
:
50,4
ZK13.01954 - 14.008222 -
Hyacinthstraat 101 Telefoon : 0541-532343 mobiel : 06-54763258 Website : www.buijvoets.nl KvK Enschede : 08094436 7572 BB Oldenzaal Telefax : 0541-532349 banknr : 1791.38.901 E-mail :
[email protected]
Bijlage 2
Verkennend bodemonderzoek
Toelichting
Vastgesteld
41
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
RAPPORT VERKENNEND BODEMONDERZOEK conform NEN 5740 Soerense Zand Zuid 29 - Eerbeek
Opdrachtgever: BJZ.NU BV Locatie: Soerense Zand Zuid 29 Eerbeek ZK13.01954 - 14.008222 -
Maart 2014
Kruse Milieu BV Bezoekadres: Huyerenseweg 33 7678 SC Geesteren
Internet:
[email protected] www.krusegroep.nl
Postadres: Postbus 51 7650 AB Tubbergen
Bankgegevens: ABN AMRO: NL34ABNA0501538739
Tel: 0546 - 63 96 63 Fax: 0546 - 63 96 62
KvK: 06068751 BTW-nr: NL 8019.25.125.B01
Rapport Verkennend Bodemonderzoek conform NEN 5740 Soerense Zand Zuid 29 - Eerbeek
Opdrachtgever: BJZ.NU BV Twentepoort Oost 16a 7609 RG Almelo Locatie: Soerense Zand Zuid 29 Eerbeek
Rapportagedatum: 6 maart 2014 Auteur: Ing. M.J.F. Platenkamp - van der Palen
Kruse Milieu BV
ZK13.01954 - 14.008222 -
Projectcode: 14005710
INHOUD Pagina
1
Inleiding
1
2
Locatiegegevens 2.1 Beschrijving huidige situatie 2.2 Historische gegevens 2.3 Bodemsamenstelling en geohydrologie
2 2 2 3
3
Uitvoering bodemonderzoek 3.1 Onderzoeksstrategie 3.2 Veldwerkzaamheden 3.3 Chemische analyses
4 4 4 5
4
Resultaten 4.1 Algemeen 4.2 Veldwerkzaamheden 4.3 Resultaten van de chemische analyses 4.4 Bespreking resultaten chemische analyses
6 6 6 8 8
5
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
9
6
Literatuur
11
Bijlagen I II III IV
Regionale ligging locatie Situatieschets Kruse Milieu BV met boorlocaties Boorstaten Resultaten chemische analyses Verklaring van enkele gebruikte termen en afkortingen
Project: 14005710
ZK13.01954 - 14.008222 -
Kruse Milieu BV
1
Inleiding
Dit rapport beschrijft het verkennend bodemonderzoek, dat in opdracht van BJZ.NU BV op het terrein aan de Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek door Kruse Milieu BV is uitgevoerd. De aanleiding van dit onderzoek is de bestemmingsplanwijziging en de geplande nieuwbouw op de locatie. In het kader van de bestemmingsplanwijziging en de aanvraag van een omgevingsvergunning dient onderzoek te worden uitgevoerd naar de bodemkwaliteit ter plaatse. Voorafgaande aan het bodemonderzoek heeft een standaard vooronderzoek plaatsgevonden op basis van norm NEN 5725. Uit de resultaten van dit vooronderzoek is gebleken dat de onderzoekslocatie als onverdacht kan worden beschouwd. De onderzoeksopzet gaat uit van NEN 5740, "Bodem. Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek". De doelstelling van het onderzoek op een onverdachte locatie is aan te tonen dat op de locatie redelijkerwijs gesproken geen verontreinigende stoffen aanwezig zijn in de grond of het freatisch grondwater. Het veldwerk is uitgevoerd in februari 2014 conform BRL SIKB 2000 en VKB-protocollen 2001 en 2002, waarvoor Kruse Milieu BV is gecertificeerd. Hierbij wordt verklaard dat Kruse Milieu BV financieel en juridisch onafhankelijk is van de opdrachtgever. In dit rapport worden de resultaten besproken van het veld- en het laboratoriumonderzoek. De gemeten gehalten in de grond worden vergeleken met de (gecorrigeerde) achtergrondwaarden (AW 2000) of de geldende achtergrondwaarden (indien deze door de betreffende gemeente zijn vastgesteld) en de interventiewaarden om vast te stellen of er al dan niet verontreinigingen aanwezig zijn. De in het grondwater gemeten gehalten worden vergeleken met de streef- en interventiewaarden.
Project: 14005710
Pagina 1 van 11
ZK13.01954 - 14.008222 -
Kruse Milieu BV
2
Locatiegegevens 2.1
Beschrijving huidige situatie
Algemeen De onderzoekslocatie is gelegen aan de Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, op circa 1.6 kilometer ten zuidoosten van de bebouwde kom van Eerbeek en op circa 5.2 kilometer ten westen van de bebouwde kom van Brummen. Het centrale punt van het te onderzoeken terreindeel heeft de coördinaten x = 202.370 en y = 455.335 en het perceel is kadastraal bekend als: gemeente Brummen, sectie H, nummer 2481. De Eerbeekseweg is ten westen van de onderzoekslocatie gelegen en de Soerense Zand Zuid bevindt zich noordwestelijk. Bebouwing en verharding Op de locatie is Tuincentrum Laag Soeren gevestigd. Er zijn plannen voor de nieuwbouw van een tuincentrum op de locatie, ter vervanging van het bestaande, te slopen tuincentrum. De locatie is deels bebouwd met het bestaande, te slopen tuincentrum en deels onbebouwd. Het onbebouwde deel is deels verhard met tegels en klinkers en deels onverhard (gras). Onderzoekslocatie De aanleiding van dit onderzoek is de nieuwbouw van een tuincentrum op de locatie, ter vervanging van het huidige, te slopen tuincentrum. In het kader van de bestemmingsplanwijziging en de aanvraag van een omgevingsvergunning dient onderzoek te worden uitgevoerd naar de bodemkwaliteit. Het onbebouwde deel is deels verhard met tegels en klinkers en een deel van de locatie is onverhard en betreft gras. De oppervlakte van de onderzoekslocatie bedraagt circa 4950 m². In bijlage I is de regionale ligging van de locatie weergegeven. Tevens is een situatieschets opgenomen waarop de boorlocaties staan weergegeven.
2.2
Historische gegevens
Het vroegere gebruik van het terrein is van belang, omdat bronnen van verontreiniging aanwezig geweest kunnen zijn. Er is navraag gedaan bij de opdrachtgever (BJZ.NU BV), bij de eigenaar (de heer De Vries) en bij de heer P. Blankman van de gemeente Brummen. De volgende informatie is verzameld:
Kruse Milieu BV
Project: 14005710
Pagina 2 van 11
ZK13.01954 - 14.008222 -
- Van de onderzoekslocatie zijn geen historische gegevens bekend. Op de onderzoekslocatie bevindt zich sinds jaren het tuincentrum Laag Soeren. - Bij de gemeente is geen relevantie informatie van het terrein bekend. - Door de eigenaar is aangegeven dat zich op de onderzoekslocatie geen tanks bevonden danwel bevinden. Er is geen eigen gebruik van bestrijdingsmiddelen, wel in kleinverpakking ten behoeve van consumentenverkoop. - Voor zover bekend is er op het terreindeel nooit sprake geweest van opslag in tanks van chemicaliën of brandstoffen, zoals huisbrandolie of diesel. - Het te onderzoeken deel van het terrein is voor zover bekend nooit gebruikt voor werkzaamheden of (bedrijfs)activiteiten, die verontreinigend kunnen zijn. - De locatie is voorzover bekend niet opgehoogd en er hebben voor zover bekend geen dempingen van lager gelegen delen of sloten plaatsgevonden. - Voor zover bekend bevindt zich geen asbest op of in de bodem op de onderzoekslocatie. - Door de gemeente is aangegeven dat er in de omgeving van de onderzoekslocatie (Soerense Zand 15-17) een bodemonderzoek is uitgevoerd in 2008 (Bodemstaete). Uit de resultaten van dit bodemonderzoek bleek de bovengrond licht verontreinigd te zijn met PAK, nikkel en zink. De ondergrond was schoon. Het grondwater bevatte licht verhoogde concentraties koper, lood en zink.
2.3
Bodemsamenstelling en geohydrologie
Op basis van literatuurstudie is de onderstaande regionale geohydrologische situatie afgeleid: Tabel 1: Geohydrologische situatie. Onderdeel Grondwaterstromingsrichting Stijghoogte van het grondwater Maaiveldhoogte Diepte freatisch grondwater Geologie Dikte van de deklaag Formatie deklaag Oppervlaktewater in omgeving
Project: 14005710
Pagina 3 van 11
ZK13.01954 - 14.008222 -
Kruse Milieu BV
Noordoostelijk 11 m +NAP 14 m + NAP 2.5 - 4.0 m-mv. Grof zand 2 - 5 meter Betuwe formatie Circa 5 kilometer ten zuidoosten: IJssel
3
Uitvoering bodemonderzoek 3.1
Onderzoeksstrategie
Op basis van de beschikbare informatie omtrent het historisch en huidig gebruik van de locatie, kunnen geen specifieke verdachte deellocaties worden aangewezen. Voor het terreindeel wordt de hypothese "onverdachte locatie" uit NEN 5740 gehanteerd. Deze hypothese gaat er vanuit dat op een locatie geen of slechts licht verhoogde gehalten worden gemeten. In de norm NEN 5740 zijn voor onverdachte locaties richtlijnen gegeven voor een systematisch veldonderzoek, de bemonsteringsstrategie en de uit te voeren analyses. De gekozen onderzoeksstrategieën zijn voldoende intensief voor het verkrijgen van inzicht in de bodemkwaliteit ten behoeve van een omgevingsvergunning, bestemmingsplanwijziging of eigendomsoverdracht. Tevens blijkt uit het vooronderzoek dat de onderzoekslocatie niet verdacht is met betrekking tot asbest. Derhalve is geen asbestonderzoek op de locatie noodzakelijk. Door de veldwerker, die een cursus asbestherkenning heeft gevolgd, zal tijdens het veldwerk zintuiglijk aandacht besteed worden aan de aanwezigheid van asbest op en in de bodem. Eventuele funderingslagen (asfalt- en puingranulaat) vallen buiten de scope van dit onderzoek, omdat deze lagen niet aan de definitie bodem voldoen. Het opgeboorde materiaal wordt wel beoordeeld op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen. Bij het verkennend bodemonderzoek worden de volgende uitgangspunten in acht genomen: - in door mensen bewoonde gebieden kunnen door jarenlang gebruik van de grond verhoogde gehalten aan PAK en/of zware metalen voorkomen. Deze worden over het algemeen aangeduid als lokale achtergrondwaarden. Deze gehalten zijn vaak gerelateerd aan het voorkomen van puin- en/of kooldeeltjes in de bodem - in humeuze of veenhoudende bodems worden regelmatig verhoogde gehalten minerale olie waargenomen. Deze gehalten worden veroorzaakt door humuszuren en overig organisch materiaal, dat van nature aanwezig is en door een florisilbehandeling niet geheel wordt verwijderd. Tijdens chemische analyses worden deze verbindingen gedetecteerd als de zware fractie van minerale olie (C27 tot C40). Bij veenbodems betreft het gehalten van 50 tot 100 mg/kg droge stof; bij humeuze bodemlagen gaat het om bijdrages van 10 tot 50 mg/kg droge stof. Deze gehalten kunnen worden beschouwd als natuurlijke achtergrondwaarden - in het grondwater kunnen van nature verhoogde gehalten aan zware metalen en fenolen voorkomen. Deze worden doorgaans aangeduid als natuurlijke achtergrondwaarden. Een voorbeeld wordt gevormd door (sterk) verhoogde arseengehalten in gebieden, die zeer ijzerrijk zijn. Door kwel kunnen bij hoge grondwaterstanden eveneens verhoogde gehalten aan arseen in de grond ontstaan. Ook deze gehalten kunnen worden beschouwd als natuurlijke achtergrondwaarden.
3.2
Veldwerkzaamheden
Op een terreindeel van circa 4950 m² worden in totaal 15 boringen verricht, waarvan 11 tot 0.50 meter en 4 tot 2.0 meter diepte of tot de grondwaterspiegel. Eén diepe boring wordt doorgezet en afgewerkt tot peilbuis. De peilbuis wordt centraal op de onderzoekslocatie geplaatst. Indien het grondwaterpeil zich beneden 5.0 meter minus maaiveld bevindt, blijft het plaatsen van een peilbuis (en dan ook grondwateronderzoek) achterwege. Kruse Milieu BV
Project: 14005710
Pagina 4 van 11
ZK13.01954 - 14.008222 -
Het onderzoek is uitgevoerd volgens de onderzoeksstrategie voor onverdachte locaties uit NEN 5740. Bij de boringen en monsternemingen is gewerkt volgens de geldende NEN- en NPR-voorschriften, alsmede conform BRL SIKB 2000 en VKB-protocollen 2001 en 2002, waarvoor Kruse Milieu BV is gecertificeerd.
De boringen worden over het te onderzoeken terreindeel verdeeld. Van elke boring wordt de samenstelling van de bodem beschreven volgens NEN 5104. Het opgeboorde materiaal wordt tevens beoordeeld door zintuiglijke waarneming op verontreinigingskenmerken zoals afwijkende geur en/of kleur.
3.3
Chemische analyses
De chemische analyses worden uitgevoerd door Eurofins Analytico te Barneveld, een door de Raad voor Accreditatie erkend laboratorium voor analyses conform de AS3000-protocollen. Voor het uitvoeren van deze analyses worden in dit verkennend onderzoek drie grondmengmonsters samengesteld en er wordt één grondwatermonster genomen. De samenstelling van de mengmonsters vindt plaats op basis van de zintuiglijke waarnemingen, de bodemopbouw en/of posities van de boringen. De samenstelling van de mengmonsters staat vermeld in paragraaf 4.2 in tabel 2. De monsters worden volgens de voorschriften uit NEN 5740 onderzocht. In de onderstaande tabel is weergegeven welke chemische analyses worden uitgevoerd. Tabel 2: Chemisch analysepakket per monster. Monster
Chemisch analysepakket
Bovengrond (BG) 2x Ondergrond (OG) 1x
Zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Mo, Ni, Pb en Zn), minerale olie, PCB, PAK (10), organische stof, lutum en droge stof
Grondwater 1x
Zuurgraad (pH), elektrisch geleidingsvermogen (EC), troebelheid (NTU), zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Mo, Ni, Pb en Zn), minerale olie, vluchtige aromaten (BTEX), naftaleen, styreen en gechloreerde koolwaterstoffen (oplosmiddelen standaardpakket)
Algemene opmerkingen - Op de grondmengmonsters wordt standaard een florisilbehandeling uitgevoerd om verstoring van de analyse op minerale olie door natuurlijke humuszuren tegen te gaan. - De zuurgraad (pH), het elektrisch geleidingsvermogen (EC) en troebelheidsmeting (NTU), van het grondwater worden in het veld gemeten. Filtratie van het grondwater voor de metalenanalyse vindt eveneens in het veld plaats.
Project: 14005710
Pagina 5 van 11
ZK13.01954 - 14.008222 -
Kruse Milieu BV
4
Resultaten 4.1
Algemeen
De resultaten van het onderzoek worden beoordeeld aan de hand van de gecorrigeerde achtergrond-, streef- en interventiewaarden voor verontreinigingen in de bodem uit de Circulaire bodemsanering 2013 (per 1 juli 2013) en tabel 1 van bijlage B, Regeling bodemkwaliteit van het ministerie van I & M. Een locatie wordt als verontreinigd beschouwd als in een (meng)monster een component aanwezig is met een concentratie hoger dan de (gecorrigeerde) achtergrondwaarde (AW 2000) of streefwaarde. Voor een aantal stoffen kan de rapportagegrens bepalend zijn voor de achtergrondwaarde of streefwaarde. De locatie wordt niet verontreinigd verklaard als geen van de onderzochte stoffen in de bodem aanwezig is met een concentratie hoger dan de achtergrondwaarde of streefwaarde.
4.2
Veldwerkzaamheden
De veldwerkzaamheden zijn in februari 2014 uitgevoerd door de heer J. Hartman. De veldwerker is conform SIKB BRL 2000 gecertificeerd en erkend (certificaatnummer K44441/ 04). Er is op 7 februari 2014 alleen een peilbuis geplaatst en op 14 februari zijn in totaal 15 boringen verricht met behulp van een Edelmanboor. De situering van de monsterpunten is weergegeven op de situatieschets van bijlage I. Tijdens de boorwerkzaamheden is de bodemopbouw beschreven en is de grond zintuiglijk beoordeeld op eventuele aanwezigheid van verontreinigingen. De boorbeschrijvingen zijn weergegeven in bijlage II. De bodemopbouw ter plaatse van de onderzoekslocatie is globaal als volgt: onder een laagje matig fijn, zwak siltig en zwak humeus zand wordt vanaf circa 1.3 m-mv matig grof zand opgeboord. Vanaf circa 1.6 m-mv wordt een matig grindige leemlaag opgeboord waaronder zich vanaf circa 2.1 m-mv matig grof, matig tot uiterst grindig zand bevindt. Vanaf circa 3.70 m-mv tot einde boordiepte (4.2 m-mv) is matig fijn zand aangetroffen. Ter plaatse van boring 4 wordt van 1.7 tot 2.0 m-mv (einde boordiepte) grind opgeboord. In de grond zijn roest- en/of oerhoudende lagen aangetroffen. Boring 7a is gestaakt in verband met puin in de ondergrond. Vervolgens is een nieuwe boring verricht (boring 7). Er zijn zintuiglijk bodemvreemde materialen waargenomen. Deze zijn in tabel 3 weergegeven. Door de veldwerker zijn zintuiglijk in zowel de bodem als op het maaiveld geen asbestverdachte materialen waargenomen. Tabel 3: Weergave bodemvreemde materialen. Boring
Diepte (m-mv) Waarneming 0 - 0.75
5
0.50 - 0.55
Puin, boring gestaakt op puin
7
0.20 - 0.40
Matig baksteenhoudend
7a
0.30 - 0.35
Puin, boring gestaakt op puin
10
0 - 0.50
Sporen hout
11
0 - 0.50
Sporen hout
Kruse Milieu BV
Sporen hout
Project: 14005710
Pagina 6 van 11
ZK13.01954 - 14.008222 -
2
Op basis van de zintuiglijke waarnemingen, bodemsamenstelling en/of geografische positie van de boringen zijn de mengmonsters samengesteld zoals in tabel 4 staat omschreven. Tabel 4: Samenstelling mengmonsters. Mengmonster
Boringnummer
Traject (diepte in m-mv)
BG I
1A 2 4 10, 11, 13 en 15 14
0 - 0.40 0 - 0.50 0.25 - 0.70 0 - 0.50 0 - 0.45
BG II
3 4 5 6 7 8 9
0.05 - 0.50 0.10 - 0.25 0.04 - 0.50 0.06 - 0.35 0.08 - 0.20 0 - 0.40 0.10 - 0.40
OG
1A 2 2 3 4
0.40 - 1.20 0.75 - 1.25 1.35 - 1.70 0.50 - 1.50 0.70 - 1.30
Boring 1 is doorgezet tot circa 4.20 meter. Wanneer het grondwater werd bereikt, werd een zuigerboor gebruikt om een PVC-peilbuis te kunnen plaatsen. Een peilbuis bestaat normaliter uit een filter met een lengte van 1.0 meter, gekoppeld aan een blinde stijgbuis. Er is bentoniet in het boorgat gestort om directe indringing van hemelwater in het filter tegen te gaan. De rest van het boorgat is opgevuld met het oorspronkelijke bodemmateriaal. Vervolgens is de peilbuis doorgepompt. Op 14 februari 2014 is de peilbuis bemonsterd ten behoeve van het nemen van het grondwatermonster. Het voorpompen en bemonsteren heeft conform NEN 5744 plaatsgevonden met een laag debiet (tussen 100 en 500 ml/min). Er is op toegezien dat de grondwaterstand tijdens het voorpompen niet meer dan 50 cm is gedaald en dat er is bemonsterd met hetzelfde (of lager) debiet als waarmee is voorgepompt (bemonstering maximaal 200 ml/min in verband met vluchtige stoffen). De grondwatergegevens staan weergegeven in tabel 5. Tabel 5: Weergave gegevens grondwater. Peilbuis
Filterstelling (m-mv)
Grondwaterstand (m-mv)
pH (-)
EC (μS/cm)
Troebelheid (NTU)
Toestroming
1
3.20 - 4.20
2.25
6.3
300
149
Goed
De waarden voor de pH en de EC-waarde worden als normaal gekwalificeerd.
Project: 14005710
Pagina 7 van 11
ZK13.01954 - 14.008222 -
Kruse Milieu BV
4.3
Resultaten van de chemische analyses
In algemene zin dient opgemerkt te worden dat de analyses van de grond zijn uitgevoerd op mengmonsters, wat betekent dat de gehaltes hoger kunnen zijn in individuele monsters. De analyseresultaten en de toetsingstabellen zijn weergegeven in bijlage III. De analyseresultaten van de grond worden getoetst aan de gecorrigeerde achtergrond- en interventiewaarden. Voor de correctie van de achtergrond- en interventiewaarden zijn voor de boven- en ondergrond de analytisch bepaalde gehalten lutum en/of organisch stof gehanteerd. In bovengrondmengmonster BG II en in het grondwater zijn enkele zeer licht verhoogde concentraties aangetoond, die zijn weergegeven in tabel 6. In de overige boven- en ondergrondmengmonsters (BG I en OG) zijn geen verhoogde concentraties aangetoond. Tabel 6: Verhoogde concentratie (mg/kg d.s. of μg/l). Monster
Component
Aangetroffen concentratie
Achtergrond*- of Streefwaarde
Interventiewaarde
BG II
Kwik
0.13
0.104
25.1
Grondwater
Barium
100
50
625
In de derde kolom van tabel 6 wordt de volgende codering toegepast: Cursief : Overschrijding van de achtergrond- en/of streefwaarde. Onderstreept : Overschrijding van de tussenwaarde. Vet : Overschrijding van de interventiewaarde.
4.4
Bespreking resultaten chemische analyses
Zoals in de vorige paragraaf is weergegeven, zijn er enkele (zeer) lichte verontreinigingen aangetoond. In deze paragraaf worden mogelijke verklaringen gegeven voor de analyseresultaten. Bovengrond BG II - Kwik Voor het aangetoonde zeer licht verhoogde kwikgehalte in bovengrondmengmonster BG II is niet direkt een oorzaak aan te wijzen. Mogelijk dat de aangetoonde bodemvreemde materialen in de bovengrond hier debet aan zijn. Aangezien de tussenwaarde niet wordt overschreden, wordt het uitvoeren van nader onderzoek niet noodzakelijk geacht. Grondwater - Barium Het aangetoonde zeer licht verhoogde bariumgehalte in het grondwater is mogelijk te wijten aan een (natuurlijk) verhoogde achtergrondwaarde. In de ondergrond zijn roesthoudende lagen waargenomen, wat duidt op de natuurlijke aanwezigheid van metalen in de bodem. Aangezien de tussenwaarde niet wordt overschreden, wordt het uitvoeren van nader onderzoek niet noodzakelijk geacht.
Project: 14005710
Pagina 8 van 11
ZK13.01954 - 14.008222 -
Kruse Milieu BV
5
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Algemeen In opdracht van BJZ.NU BV is in een verkennend bodemonderzoek de bodem onderzocht op een terrein ter grootte van circa 4950 m² aan de Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek. De aanleiding van dit onderzoek is de bestemmingsplanwijziging en de aanvraag van een omgevingsvergunning in verband met nieuwbouw op de locatie. In het kader hiervan dient onderzoek te worden uitgevoerd naar de bodemkwaliteit. Op de locatie is Tuincentrum Laag Soeren gevestigd. Er zijn plannen voor de nieuwbouw van een tuincentrum op de locatie, ter vervanging van het bestaande, te slopen tuincentrum. De locatie is deels bebouwd met het bestaande, te slopen tuincentrum en deels onbebouwd. Het onbebouwde deel is deels verhard met tegels en klinkers en deels onverhard (gras). Het terreindeel is beschouwd als niet verdacht. In totaal zijn er 17 boringen verricht en is er 1 boring afgewerkt tot peilbuis. De bodemopbouw ter plaatse van de onderzoekslocatie is globaal als volgt: onder een laagje matig fijn, zwak siltig en zwak humeus zand wordt vanaf circa 1.3 m-mv matig grof zand opgeboord. Vanaf circa 1.6 m-mv wordt een matig grindige leemlaag opgeboord waaronder zich vanaf circa 2.1 m-mv matig grof, matig tot uiterst grindig zand bevindt. Vanaf circa 3.70 m-mv tot einde boordiepte (4.2 m-mv) is matig fijn zand aangetroffen. Ter plaatse van boring 4 wordt van 1.7 tot 2.0 m-mv (einde boordiepte) grind opgeboord. In de grond zijn roest- en/of oerhoudende lagen aangetroffen. Het grondwater is aangetroffen op een diepte van 2.25 m-mv.
Resultaten chemische analyses Op basis van de resultaten van de chemische analyses kan het volgende worden geconcludeerd: - bovengrondmengmonster BG I is niet verontreinigd; - bovengrondmengmonster BG II is zeer licht verontreinigd met kwik; - ondergrondmengmonster OG is niet verontreinigd; - het grondwatermonster is zeer licht verontreinigd met barium.
Hypothese De hypothese "onverdachte locatie" dient te worden verworpen gezien de zeer lichte verontreiniging in de bovengrond (BG II) en in het grondwater.
Conclusies en aanbevelingen In een bovengrondmengmonster (BG II) en in het grondwater zijn enkele zeer lichte verontreiniging in het grondwater aangetoond. Voor een beschrijving en mogelijke verklaringen wordt verwezen naar de paragrafen 4.3 en 4.4. Aangezien de tussenwaarden niet worden overschreden, is er geen reden om een nader onderzoek uit te voeren. De overige boven- en ondergrondmengmonsters (BG I en OG) zijn niet verontreinigd.
Kruse Milieu BV
Project: 14005710
Pagina 9 van 11
ZK13.01954 - 14.008222 -
Op basis van het historisch vooronderzoek kan gesteld worden dat de onderzoekslocatie niet asbestverdacht is. Door de veldwerker zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen. De puinlagen in boringen 5a en 7a (waarop de boringen zijn gestaakt) zijn niet te beoordelen. Geadviseerd wordt om alert te blijven indien deze lagen worden verwijderd op asbestverdacht materiaal.
Slotconclusie Het voorliggend bodemonderzoek is uitgevoerd in verband met de bestemmingsplanwijziging en de aanvraag van een omgevingsvergunning. De vastgestelde zeer lichte verontreinigingen in de bovengrond (BG II) en in het grondwater leveren geen risico’s voor de volksgezondheid op. De bodem wordt geschikt geacht voor het huidige en toekomstige gebruik.
Standaard slotopmerkingen Het volgende dient opgemerkt te worden: gezien het verkennende karakter van dit onderzoek is het, ondanks de zorgvuldigheid waarmee het is uitgevoerd, altijd mogelijk dat eventueel lokaal voorkomende verontreinigingen niet zijn ontdekt. Hoewel voldaan wordt aan de geldende wet- en regelgeving, wordt tijdens een verkennend bodemonderzoek een beperkt aantal boringen verricht. Vermeld dient tevens te worden dat op basis van voorliggend onderzoek geen conclusies kunnen worden getrokken omtrent de bodemkwaliteit van andere terreindelen of aangrenzende percelen. Tenslotte dient in acht genomen te worden dat het bodemonderzoek een momentopname is. Eventuele toekomstige calamiteiten (bijvoorbeeld brand of morsing van bodemvreemde vloeistoffen), sloopwerkzaamheden of bouwrijp maken en aanvoer van grond van elders kunnen de bodemkwaliteit (sterk) beïnvloeden.
Project: 14005710
Pagina 10 van 11
ZK13.01954 - 14.008222 -
Kruse Milieu BV
6
Literatuur
Informatie van de gemeente Brummen NEN 5707, “Bodem - Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond”, NNI Delft, mei 2003 NEN 5725, “Bodem. Leidraad bij het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, oriënterend en nader onderzoek”, NNI Delft, januari 2009 NEN 5740, “Bodem. Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek”, NNI Delft, januari 2009 NEN 5897, “Monsterneming en analyse van asbest in onbewerkt bouw- en sloopafval en recyclinggranulaat” NNI Delft, december 2005 Circulaire bodemsanering 2013 (per 1 juli 2013), Ministerie van I & M, 1 juli 2013 Topografische kaarten, Topografische Dienst Emmen Grondwaterkaart van Nederland, TNO Grondwater en Geo-Energie, Delft Archief Kruse Milieu BV Atlas Gelderland www.ahn.nl www.watwaswaar.nl
Project: 14005710
Pagina 11 van 11
ZK13.01954 - 14.008222 -
Kruse Milieu BV
Bijlage I Regionale ligging locatie (1:25000) Situatieschets Kruse Milieu BV met boorlocaties (1:500)
ZK13.01954 - 14.008222 -
Bijlage I Regionale ligging locatie (1:25000) Situatieschets Kruse Milieu BV met boorlocaties (1:500)
ZK13.01954 - 14.008222 -
Topografische kaart Blad 33 G, Schaal 1:25000
Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek
ZK13.01954 - 14.008222 -
BJZ.NU BV Soerense Zand Zuid 29 Eerbeek
N
Verkennend bodemonderzoek
e nte Rh geme e nen
27 mmen nte Bru geme e
Tuincentrum Laag Soeren 4 8
6
Ee rbeekseweg
3
5
7
9
1 1A
19
11 10 13 12
16
14
14
= Toekomstige bebouwing
2
0
25
Kruse Milieu BV Huyerenseweg 33 7678 SC Geesteren www.krusegroep.nl
Projectcode Schaal Datum
ZK13.01954 - 14.008222 -
= Onderzoekslocatie = Boring tot 0.5 meter diepte = Inspectiegat 30x30x50 cm = Boring tot 1.0 meter diepte = Boring tot 1.5/2.0 meter diepte = Peilbuis = Te slopen bebouwing
15
Tel: 0546 - 639663 Fax: 0546 - 639662
: 14005710 : 1:500 (A3-formaat) : Maart 2014
Bijlage II Boorstaten
ZK13.01954 - 14.008222 -
Boring: 1 0
Boring: 1A 0
tegel Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen oer, bruinzwart
0
0
1
tegel Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen oer, bruinzwart
40
50
Zand, matig grof, licht geelbruin
50
Zand, matig grof, licht geelbruin
50 2
90
90
Zand, matig grof, lichtgeel 100
Zand, matig grof, lichtgeel 100 3 120
Zand, matig grof, lichtbeige 140
Zand, matig grof, lichtbeige 150
4 150
180
Leem, zwak zandig, matig grindig, lichtgrijs 200
200 205
Zand, matig grof, bruin
190
5 200
200
Leem, zwak zandig, matig grindig, lichtgrijs
Zand, matig grof, uiterst grindig, lichtbeige
250
= mengmonster bovengrond, BG I 300
300
Zand, matig grof, matig grindig, lichtbeige
= mengmonster bovengrond, BG II = mengmonster ondergrond, OG
350
370
Zand, matig fijn, lichtbeige
400
420
Opdrachtgever: BJZ.NU BV
ZK13.01954 - 14.008222 -
Projectcode: 14005710
Lokatie: Soerense Zand Zuid 29 - Eerbeek
Boring: 2
Boring: 3 0
0
tuin Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen hout, donkerbruin
0 5
0
Zand, matig grof, sporen teelaarde, licht bruinbeige, ophoogzand
1
1
50
50
50
75
2
Zand, matig fijn, geelbruin
2
Zand, matig fijn, sporen roest, sporen oer, licht roodgeel 100
tegel
100
100
Zand, matig grof, lichtgeel
3 135
Zand, matig grof, sporen roest, licht geelbeige
150
3 170
190
5
200
200
Zand, matig grof, lichtbeige 4
Leem, matig zandig, matig grindig, sporen roest, licht geelgrijs
4
150
150
200
Boring: 4
200
Boring: 5 0
0
klinker
0 4
0
10
1 25
2
tegel Zand, matig fijn, lichtbeige, ophoogzand
Zand, matig grof, lichtbruin, ophoogzand 1
Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak grindig, bruinzwart 50
Zand, uiterst fijn, uiterst grindig, lichtgrijs
50 55
50
volledig puin, boring gestaakt op puin (oude verharding
70
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, donkerbruin
3 100
100
Zand, matig fijn, matig oerhoudend, licht roodbruin
4 130
Zand, matig grof, zwak grindig, lichtgrijs
5 150
150
Leem, matig zandig, matig grindig, lichtgrijs
6 170
Grind, matig grof, sterk zandig, sporen roest, licht geelgrijs
7 200
200
Boring: 6
Boring: 7 0
0
35
50
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak zandhoudend, donker beigebruin, geroerd met ophoogzand Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruinzwart
1
20
2 40
50 3 70
Projectcode: 14005710
klinker
8
Opdrachtgever: BJZ.NU BV
Zand, matig grof, lichtgeel, ophoogzand Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sterk grindig, matig baksteenhoudend, donker zwartbruin, oude verhardingslaag Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, donkerbruin
ZK13.01954 - 14.008222 -
2
0
0
6
1
50
tegel
Lokatie: Soerense Zand Zuid 29 - Eerbeek
Boring: 7a
Boring: 8 0
0
klinker
0
0
8
Zand, matig grof, lichtgeel, ophoogzand 30 35
1
volledig puin, boring gestaakt op puin
40
2 50
Boring: 9
tuin Zand, matig grof, geel, ophoogzand
50
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, donkerbruin, geroerd met ophoogzand
Boring: 10 0
0
klinker
0
0
10
Zand, matig grof, licht beigebruin, ophoogzand
1
1
tuin Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen wortels, sporen hout, sporen zand, donker geelbruin, geroerd met ophoogzand
40
2 50
50
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, donkerbruin
Boring: 11
50
50
Boring: 12 0
0
1
tuin Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen wortels, sporen hout, bruinzwart
50
50
0
0
1
50
50
Boring: 13
tuin Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, zwak wortelhoudend, donkerbruin
Boring: 14 0
0
tuin Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen wortels, donkerbruin
1
1
50
50
0
0
50
45 50
tuin Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, donkerbruin, geroerd met ophoogzand
Zand, matig fijn, sterk oerhoudend, roodgeel, harde oerlaag
Boring: 15 0
0
tuin Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen wortels, donkerbruin
1
50
50
Opdrachtgever: BJZ.NU BV
ZK13.01954 - 14.008222 -
Projectcode: 14005710
Lokatie: Soerense Zand Zuid 29 - Eerbeek
Legenda (conform NEN 5104) grind
klei
geur
Grind, siltig
Klei, zwak siltig
Grind, zwak zandig
Klei, matig siltig
geen geur zwakke geur matige geur sterke geur
Grind, matig zandig
Klei, sterk siltig
Grind, sterk zandig
Klei, uiterst siltig
Grind, uiterst zandig
Klei, zwak zandig
uiterste geur
olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig
Klei, sterk zandig
zand
uiterste olie-water reactie
p.i.d.-waarde >0
Zand, kleiïg
>1 >10 Zand, zwak siltig
>100
leem
>1000
Zand, matig siltig
Leem, zwak zandig
>10000
Zand, sterk siltig
Leem, sterk zandig
monsters geroerd monster
Zand, uiterst siltig
overige toevoegingen
ongeroerd monster
zwak humeus
veen Veen, mineraalarm
matig humeus
overig bijzonder bestanddeel
Veen, zwak kleiïg
sterk humeus
Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand Gemiddeld laagste grondwaterstand
Veen, sterk kleiïg
zwak grindig
Veen, zwak zandig
matig grindig
Veen, sterk zandig
sterk grindig
slib
water
peilbuis blinde buis
casing
hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand
filter
ZK13.01954 - 14.008222 -
bentoniet afdichting
Bijlage III Resultaten chemische analyses
ZK13.01954 - 14.008222 -
Kruse Milieu BV T.a.v. Ing. J.L. Kienstra Huyerenseweg 33 7678 SC GEESTEREN
Analysecertificaat Datum: 21-02-2014
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer/Versie Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
2014017242/1 14005710 Soerense Zand Zuid 29 - Laag Soeren 14-02-2014
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.
Bewaren tot: Datum:
Naam:
Handtekening:
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.
Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 E-mail
[email protected] KvK No. 09088623 Site www.eurofins.nl IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
ZK13.01954 - 14.008222 -
Ing. A. Veldhuizen Technical Manager
Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix Projectcode
14005710 Soerense Zand Zuid 29 - Laag Soeren 14-02-2014 Jan Hartman Grond; Grond (AS3000) 3071 - Kruse Project 2011MI-083 Eenheid
Analyse
Certificaatnummer/Versie Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
1
2
3
Uitgevoerd
Uitgevoerd
Uitgevoerd
81.1
93.7
92.6
2014017242/1 14-02-2014 21-02-2014/10:21 A,B,C 1/2
Voorbehandeling
Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses
S
Droge stof
% (m/m)
S
Organische stof
% (m/m) ds
5.6
0.8
1.1
Q
Gloeirest
% (m/m) ds
94.4
99.1
98.9
S
Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)
% (m/m) ds
<2.0
<2.0
<2.0
Metalen
S
Barium (Ba)
mg/kg ds
<20
<20
<20
S
Cadmium (Cd)
mg/kg ds
0.22
<0.20
<0.20
S
Kobalt (Co)
mg/kg ds
<3.0
<3.0
<3.0
S
Koper (Cu)
mg/kg ds
5.8
7.0
<5.0
S
Kwik (Hg)
mg/kg ds
0.096
0.13
0.056
S
Molybdeen (Mo)
mg/kg ds
<1.5
<1.5
<1.5
S
Nikkel (Ni)
mg/kg ds
<4.0
<4.0
<4.0
S
Lood (Pb)
mg/kg ds
19
<10
<10
S
Zink (Zn)
mg/kg ds
21
<20
<20
Minerale olie (C10-C12)
mg/kg ds
<3.0
4.4
<3.0
Minerale olie (C12-C16)
mg/kg ds
<5.0
<5.0
<5.0
Minerale olie (C16-C21)
mg/kg ds
<5.0
<5.0
<5.0
Minerale olie (C21-C30)
mg/kg ds
<11
<11
<11
Minerale olie (C30-C35)
mg/kg ds
5.6
10
<5.0
Minerale olie (C35-C40)
mg/kg ds
<6.0
<6.0
<6.0
Minerale olie totaal (C10-C40)
mg/kg ds
<35
<35
<35
Minerale olie
S
Polychloorbifenylen, PCB
S
PCB 28
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
S
PCB 52
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
S
PCB 101
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
S
PCB 118
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
Analytico-nr.
Nr. Monsteromschrijving
BG I - bORING 1a, 2, 4, 10, 11, 13, 14 en 15
7978682
2
BG II - Boring 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9
7978683
3
OG - Boring 1, 2, 3 en 4
7978684
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
ZK13.01954 - 14.008222 -
1
TESTEN RvA L010
Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix Projectcode
14005710 Soerense Zand Zuid 29 - Laag Soeren 14-02-2014 Jan Hartman Grond; Grond (AS3000) 3071 - Kruse Project 2011MI-083
Analyse
Eenheid
S
PCB 138
S S S
Certificaatnummer/Versie Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
1
2
3
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
PCB 153
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
PCB 180
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
PCB (som 7) (factor 0,7)
mg/kg ds
0.0049
1)
0.0049
2014017242/1 14-02-2014 21-02-2014/10:21 A,B,C 2/2
<0.0010 1)
0.0049
1)
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK
S
Naftaleen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
<0.050
S
Fenanthreen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
<0.050
S
Anthraceen
mg/kg ds
0.090
<0.050
<0.050
S
Fluorantheen
mg/kg ds
0.10
<0.050
<0.050
S
Benzo(a)anthraceen
mg/kg ds
0.068
<0.050
<0.050
S
Chryseen
mg/kg ds
0.071
<0.050
<0.050
S
Benzo(k)fluorantheen
mg/kg ds
0.059
<0.050
<0.050
S
Benzo(a)pyreen
mg/kg ds
0.093
<0.050
<0.050
S
Benzo(ghi)peryleen
mg/kg ds
0.080
<0.050
<0.050
S
Indeno(123-cd)pyreen
mg/kg ds
0.071
<0.050
S
PAK VROM (10) (factor 0,7)
mg/kg ds
0.70
0.35
<0.050 1)
0.35
1)
Analytico-nr.
Nr. Monsteromschrijving
BG I - bORING 1a, 2, 4, 10, 11, 13, 14 en 15
7978682
2
BG II - Boring 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9
7978683
3
OG - Boring 1, 2, 3 en 4
7978684
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
ZK13.01954 - 14.008222 -
1
Akkoord Pr.coörd.
VA
TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2014017242/1 Pagina 1/1 Analytico-nr. Boornr
Omschrijving
Van
Tot
Barcode
7978682
2
1
0
50
0531532995
7978682
1A
1
0
40
0531486769
7978682
13
1
0
50
0531532987
7978682
15
1
0
50
0531532986
7978682
14
1
0
45
0531532993
7978682
10
1
0
50
0531532992
7978682
11
1
0
50
0531532988
7978682
4
2
25
70
0531532997
7978683
9
1
10
40
0531532994
7978683
3
1
5
50
0531486602
7978683
5
1
4
50
0531532194
7978683
6
1
6
35
0531532193
7978683
7
1
8
20
0531486597
7978683
8
1
0
40
0531486606
7978683
4
1
10
25
0531532996
7978684
2
2
75
125
0531532989
7978684
3
2
50
100
0531532188
7978684
1A
2
40
90
0531486771
7978684
2
3
135
170
0531532984
7978684
4
3
70
100
0531532998
7978684
3
3
100
150
0531486608
7978684
1A
3
90
120
0531486776
7978684
4
4
100
130
0531486605
Monsteromschrijving
BG I - bORING 1a, 2, 4, 10, 11, 13, 1
BG II - Boring 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9
OG - Boring 1, 2, 3 en 4
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
ZK13.01954 - 14.008222 -
Eurofins Analytico B.V.
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2014017242/1 Pagina 1/1 Opmerking 1)
De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
ZK13.01954 - 14.008222 -
Eurofins Analytico B.V.
.
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2014017242/1 Pagina 1/1 Analyse
Methode
Techniek
Referentiemethode
Cryogeen malen AS3000
W0106
Voorbehandeling
Cf. AS3000
Droge Stof
W0104
Gravimetrie
Cf. pb 3010-2 en Gw. NEN-ISO 11465
Organische stof (gloeirest)
W0109
Gravimetrie
Cf. pb 3010-3 en cf. NEN 5754
Lutum (fractie < 2 μm)
W0171
Sedimentatie
Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753
Barium (Ba)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Cadmium (Cd)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Kobalt (Co)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Koper (Cu)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Kwik (Hg)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Molybdeen (Mo)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Nikkel (Ni)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Lood (Pb)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Zink (Zn)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Minerale Olie (GC) (C10 - C40)
W0202
GC-FID
Cf. pb 3010-7 en cf. NEN 6978
PCB (7)
W0271
GC-MS
Cf. pb 3010-8 en gw. NEN 6980
PAK (10 VROM)
W0271
GC-MS
Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287
PAK som AS3000/AP04
W0271
GC-MS
Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
ZK13.01954 - 14.008222 -
Eurofins Analytico B.V.
Kruse Milieu BV T.a.v. Ing. J.L. Kienstra Huyerenseweg 33 7678 SC GEESTEREN
Analysecertificaat Datum: 20-02-2014
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer/Versie Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
2014017189/1 14005710 Soerense Zand Zuid 29 - Laag Soeren 14-02-2014
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.
Bewaren tot: Datum:
Naam:
Handtekening:
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.
Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 E-mail
[email protected] KvK No. 09088623 Site www.eurofins.nl IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
ZK13.01954 - 14.008222 -
Ing. A. Veldhuizen Technical Manager
Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix Projectcode
14005710 Soerense Zand Zuid 29 - Laag Soeren 14-02-2014 Jan Hartman Water; Water (AS3000) 3071 - Kruse Project 2011MI-083 Eenheid
Analyse
Certificaatnummer/Versie Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
2014017189/1 14-02-2014 20-02-2014/09:41 A,B,C 1/2
1
Metalen
S
Barium (Ba)
µg/L
100
S
Cadmium (Cd)
µg/L
<0.20
S
Kobalt (Co)
µg/L
<2.0
S
Koper (Cu)
µg/L
2.3
S
Kwik (Hg)
µg/L
<0.050
S
Molybdeen (Mo)
µg/L
<2.0
S
Nikkel (Ni)
µg/L
<3.0
S
Lood (Pb)
µg/L
<2.0
S
Zink (Zn)
µg/L
31
Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen
S
Benzeen
µg/L
<0.20
S
Tolueen
µg/L
<0.20
S
Ethylbenzeen
µg/L
<0.20
S
o-Xyleen
µg/L
<0.10
S
m,p-Xyleen
µg/L
<0.20
S
Xylenen (som) factor 0,7
µg/L
0.21
BTEX (som)
µg/L
<0.90
S
Naftaleen
µg/L
<0.020
S
Styreen
µg/L
<0.20
1)
Vluchtige organische halogeenkoolwaterstoffen
S
Dichloormethaan
µg/L
<0.20
S
Trichloormethaan
µg/L
<0.20
S
Tetrachloormethaan
µg/L
<0.10
S
Trichlooretheen
µg/L
<0.20
S
Tetrachlooretheen
µg/L
<0.10
S
1,1-Dichloorethaan
µg/L
<0.20
S
1,2-Dichloorethaan
µg/L
<0.20
S
1,1,1-Trichloorethaan
µg/L
<0.10
S
1,1,2-Trichloorethaan
µg/L
<0.10
S
cis 1,2-Dichlooretheen
µg/L
<0.10 Analytico-nr.
Nr. Monsteromschrijving
1
7978617
Peilbuis 1
A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
ZK13.01954 - 14.008222 -
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting
TESTEN RvA L010
Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix Projectcode
14005710 Soerense Zand Zuid 29 - Laag Soeren 14-02-2014 Jan Hartman Water; Water (AS3000) 3071 - Kruse Project 2011MI-083 Eenheid
Analyse
S
trans 1,2-Dichlooretheen
µg/L
Certificaatnummer/Versie Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
2014017189/1 14-02-2014 20-02-2014/09:41 A,B,C 2/2
1
<0.10
CKW (som)
µg/L
<1.6
S
Tribroommethaan
µg/L
<0.20
S
Vinylchloride
µg/L
<0.10
S
1,1-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
S
1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7
µg/L
0.14
S
1,1-Dichloorpropaan
µg/L
<0.20
S
1,2-Dichloorpropaan
µg/L
<0.20
S
1,3-Dichloorpropaan
µg/L
<0.20
S
Dichloorpropanen som factor 0.7
µg/L
0.42
Minerale olie (C10-C12)
µg/L
<4.0
Minerale olie (C12-C16)
µg/L
<7.0
Minerale olie (C16-C21)
µg/L
<8.0
Minerale olie (C21-C30)
µg/L
<15
Minerale olie (C30-C35)
µg/L
<8.0
Minerale olie (C35-C40)
µg/L
<8.0
Minerale olie totaal (C10-C40)
µg/L
<50
1)
Minerale olie
S
Analytico-nr.
Nr. Monsteromschrijving
1
7978617
Peilbuis 1
A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
ZK13.01954 - 14.008222 -
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting
Akkoord Pr.coörd.
VA
TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2014017189/1 Pagina 1/1 Analytico-nr. Boornr
Omschrijving
Van
Tot
Barcode
7978617
1
1
320
420
0691468350
7978617
1
2
320
420
AM08008412
Monsteromschrijving
Peilbuis 1
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
ZK13.01954 - 14.008222 -
Eurofins Analytico B.V.
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2014017189/1 Pagina 1/1 Opmerking 1)
De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
ZK13.01954 - 14.008222 -
Eurofins Analytico B.V.
.
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2014017189/1 Pagina 1/1 Analyse
Methode
Techniek
Referentiemethode
Xylenen som AS3000
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
Aromaten (BTEXN)
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
Barium (Ba)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Cadmium (Cd)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Cobalt (Co)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Koper (Cu)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Kwik (Hg)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Molybdeen (Mo)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Nikkel (Ni)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Lood (Pb)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Zink (Zn)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Styreen
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
VOCl (11)
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
Tribroommethaan (Bromoform)
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
Vinylchloride
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
1,1-Dichlooretheen
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
DiClEtheen som AS3000
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
1,1-Dichloorpropaan
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
1,2-Dichloorpropaan
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
1,3-Dichloorpropaan
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
DiChlprop. som AS300
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-2 en gw. NEN EN ISO 15680
Minerale Olie (GC) (C10 - C40)
W0215
LVI-GC-FID
Cf. pb 3110-5
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
ZK13.01954 - 14.008222 -
Eurofins Analytico B.V.
Toetsing: S en I 2013 excl Barium Projectnummer Projectnaam Datum monstername Monsternemer Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum
14005710 Soerense Zand Zuid 29 - Laag Soeren 14-02-2014 Jan Hartman 2014017242 14-02-2014 21-02-2014
Analyse
Eenheid
Bodemtype correctie Organische stof Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses Droge stof % (m/m) Organische stof % (m/m) ds Gloeirest % (m/m) ds Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) % (m/m) ds Metalen Barium (Ba) mg/kg ds Cadmium (Cd) mg/kg ds Kobalt (Co) mg/kg ds Koper (Cu) mg/kg ds Kwik (Hg) mg/kg ds Molybdeen (Mo) mg/kg ds Nikkel (Ni) mg/kg ds Lood (Pb) mg/kg ds Zink (Zn) mg/kg ds Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds Polychloorbifenylen, PCB PCB 28 mg/kg ds PCB 52 mg/kg ds PCB 101 mg/kg ds PCB 118 mg/kg ds PCB 138 mg/kg ds PCB 153 mg/kg ds PCB 180 mg/kg ds PCB (som 7) (factor 0,7) mg/kg ds Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Naftaleen mg/kg ds Fenanthreen mg/kg ds Anthraceen mg/kg ds Fluorantheen mg/kg ds Benzo(a)anthraceen mg/kg ds Chryseen mg/kg ds Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds Benzo(a)pyreen mg/kg ds Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds PAK VROM (10) (factor 0,7) mg/kg ds
1
AW
T
I
5.6 2 Uitgevoerd 81.1 5.6 94.4 <2.0 <20 0.22 <3.0 5.8 0.096 <1.5 <4.0 19 21
-
0.406 4.27 21.7 0.107 1.5 12 33.9 64.4
4.61 29.1 62.5 12.9 95.8 23.1 197 198
8.8 54 103 25.8 190 34.3 359 331
<3.0 <5.0 <5.0 <11 5.6 <6.0 <35
-
106
1450
2800
<0.0010 <0.0010 <0.0010 <0.0010 <0.0010 <0.0010 <0.0010 0.0049
-
0.0112
0.286
0.56
<0.050 <0.050 0.09 0.1 0.068 0.071 0.059 0.093 0.08 0.071 0.7
-
1.5
20.8
40
Legenda Monsteromschrijving Analytico-nr BG I - bORING 1a, 2, 4, 10, 11, 13 7978682
< streefwaarde/aw2000 of RG > streefwaarde/aw2000 > Tussenwaarde (T) > Interventiewaarde (I) Niet getoetst
* ** ***
Deze toetsing is met de grootste zorg samengesteld, Eurofins Analytico B.V. is echter niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing. Mocht u een probleem in deze toetsing signaleren, dan verzoeken wij u vriendelijk dit door te geven aan
[email protected]
ZK13.01954 - 14.008222 -
Nr. 1
Toetsing: S en I 2013 excl Barium Projectnummer Projectnaam Datum monstername Monsternemer Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum
14005710 Soerense Zand Zuid 29 - Laag Soeren 14-02-2014 Jan Hartman 2014017242 14-02-2014 21-02-2014
Analyse
Eenheid
Bodemtype correctie Organische stof Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses Droge stof % (m/m) Organische stof % (m/m) ds Gloeirest % (m/m) ds Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) % (m/m) ds Metalen Barium (Ba) mg/kg ds Cadmium (Cd) mg/kg ds Kobalt (Co) mg/kg ds Koper (Cu) mg/kg ds Kwik (Hg) mg/kg ds Molybdeen (Mo) mg/kg ds Nikkel (Ni) mg/kg ds Lood (Pb) mg/kg ds Zink (Zn) mg/kg ds Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds Polychloorbifenylen, PCB PCB 28 mg/kg ds PCB 52 mg/kg ds PCB 101 mg/kg ds PCB 118 mg/kg ds PCB 138 mg/kg ds PCB 153 mg/kg ds PCB 180 mg/kg ds PCB (som 7) (factor 0,7) mg/kg ds Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Naftaleen mg/kg ds Fenanthreen mg/kg ds Anthraceen mg/kg ds Fluorantheen mg/kg ds Benzo(a)anthraceen mg/kg ds Chryseen mg/kg ds Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds Benzo(a)pyreen mg/kg ds Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds PAK VROM (10) (factor 0,7) mg/kg ds
2
AW
T
I
0.8 2 Uitgevoerd 93.7 0.8 99.1 <2.0 <20 <0.20 <3.0 7 0.13 <1.5 <4.0 <10 <20
* -
0.348 4.27 19.3 0.104 1.5 12 31.8 59
3.95 29.1 55.6 12.6 95.8 23.1 184 181
7.55 54 91.8 25.1 190 34.3 337 303
4.4 <5.0 <5.0 <11 10 <6.0 <35
-
38
519
1000
<0.0010 <0.0010 <0.0010 <0.0010 <0.0010 <0.0010 <0.0010 0.0049
-
0.004
0.102
0.2
<0.050 <0.050 <0.050 <0.050 <0.050 <0.050 <0.050 <0.050 <0.050 <0.050 0.35
-
1.5
20.8
40
Legenda Monsteromschrijving Analytico-nr BG II - Boring 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 7978683
< streefwaarde/aw2000 of RG > streefwaarde/aw2000 > Tussenwaarde (T) > Interventiewaarde (I) Niet getoetst
* ** ***
Deze toetsing is met de grootste zorg samengesteld, Eurofins Analytico B.V. is echter niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing. Mocht u een probleem in deze toetsing signaleren, dan verzoeken wij u vriendelijk dit door te geven aan
[email protected]
ZK13.01954 - 14.008222 -
Nr. 2
Toetsing: S en I 2013 excl Barium Projectnummer Projectnaam Datum monstername Monsternemer Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum
14005710 Soerense Zand Zuid 29 - Laag Soeren 14-02-2014 Jan Hartman 2014017242 14-02-2014 21-02-2014
Analyse
Eenheid
Bodemtype correctie Organische stof Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses Droge stof % (m/m) Organische stof % (m/m) ds Gloeirest % (m/m) ds Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) % (m/m) ds Metalen Barium (Ba) mg/kg ds Cadmium (Cd) mg/kg ds Kobalt (Co) mg/kg ds Koper (Cu) mg/kg ds Kwik (Hg) mg/kg ds Molybdeen (Mo) mg/kg ds Nikkel (Ni) mg/kg ds Lood (Pb) mg/kg ds Zink (Zn) mg/kg ds Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds Polychloorbifenylen, PCB PCB 28 mg/kg ds PCB 52 mg/kg ds PCB 101 mg/kg ds PCB 118 mg/kg ds PCB 138 mg/kg ds PCB 153 mg/kg ds PCB 180 mg/kg ds PCB (som 7) (factor 0,7) mg/kg ds Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Naftaleen mg/kg ds Fenanthreen mg/kg ds Anthraceen mg/kg ds Fluorantheen mg/kg ds Benzo(a)anthraceen mg/kg ds Chryseen mg/kg ds Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds Benzo(a)pyreen mg/kg ds Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds PAK VROM (10) (factor 0,7) mg/kg ds
3
AW
T
I
1.1 2 Uitgevoerd 92.6 1.1 98.9 <2.0 <20 <0.20 <3.0 <5.0 0.056 <1.5 <4.0 <10 <20
-
0.348 4.27 19.3 0.104 1.5 12 31.8 59
3.95 29.1 55.6 12.6 95.8 23.1 184 181
7.55 54 91.8 25.1 190 34.3 337 303
<3.0 <5.0 <5.0 <11 <5.0 <6.0 <35
-
38
519
1000
<0.0010 <0.0010 <0.0010 <0.0010 <0.0010 <0.0010 <0.0010 0.0049
-
0.004
0.102
0.2
<0.050 <0.050 <0.050 <0.050 <0.050 <0.050 <0.050 <0.050 <0.050 <0.050 0.35
-
1.5
20.8
40
Legenda Monsteromschrijving OG - Boring 1, 2, 3 en 4
< streefwaarde/aw2000 of RG > streefwaarde/aw2000 > Tussenwaarde (T) > Interventiewaarde (I) Niet getoetst
* ** ***
Analytico-nr 7978684
Deze toetsing is met de grootste zorg samengesteld, Eurofins Analytico B.V. is echter niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing. Mocht u een probleem in deze toetsing signaleren, dan verzoeken wij u vriendelijk dit door te geven aan
[email protected]
ZK13.01954 - 14.008222 -
Nr. 3
Toetsing: S en I 2013 excl Barium Projectnummer Projectnaam Datum monstername Monsternemer Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum
14005710 Soerense Zand Zuid 29 - Laag Soeren 14-02-2014 Jan Hartman 2014017189 14-02-2014 20-02-2014
Analyse
Eenheid
Metalen Barium (Ba) µg/L Cadmium (Cd) µg/L Kobalt (Co) µg/L Koper (Cu) µg/L Kwik (Hg) µg/L Molybdeen (Mo) µg/L Nikkel (Ni) µg/L Lood (Pb) µg/L Zink (Zn) µg/L Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen µg/L Tolueen µg/L Ethylbenzeen µg/L o-Xyleen µg/L m,p-Xyleen µg/L Xylenen (som) factor 0,7 µg/L BTEX (som) µg/L Naftaleen µg/L Styreen µg/L Vluchtige organische halogeenkoolwaterstoffen Dichloormethaan µg/L Trichloormethaan µg/L Tetrachloormethaan µg/L Trichlooretheen µg/L Tetrachlooretheen µg/L 1,1-Dichloorethaan µg/L 1,2-Dichloorethaan µg/L 1,1,1-Trichloorethaan µg/L 1,1,2-Trichloorethaan µg/L cis 1,2-Dichlooretheen µg/L trans 1,2-Dichlooretheen µg/L CKW (som) µg/L Tribroommethaan µg/L Vinylchloride µg/L 1,1-Dichlooretheen µg/L 1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7 µg/L 1,1-Dichloorpropaan µg/L 1,2-Dichloorpropaan µg/L 1,3-Dichloorpropaan µg/L Dichloorpropanen som factor 0.7 µg/L Minerale olie Minerale olie (C10-C12) µg/L Minerale olie (C12-C16) µg/L Minerale olie (C16-C21) µg/L Minerale olie (C21-C30) µg/L Minerale olie (C30-C35) µg/L Minerale olie (C35-C40) µg/L Minerale olie totaal (C10-C40) µg/L
1
S
T
I
100 <0.20 <2.0 2.3 <0.050 <2.0 <3.0 <2.0 31
* -
50 0.4 20 15 0.05 5 15 15 65
338 3.2 60 45 0.175 153 45 45 433
625 6 100 75 0.3 300 75 75 800
<0.20 <0.20 <0.20 <0.10 <0.20 0.21 <0.90 <0.020 <0.20
-
0.2 7 4
15.1 504 77
30 1000 150
-
0.2
35.1
70
-
0.01 6
35 153
70 300
<0.20 <0.20 <0.10 <0.20 <0.10 <0.20 <0.20 <0.10 <0.10 <0.10 <0.10 <1.6 <0.20 <0.10 <0.10 0.14 <0.20 <0.20 <0.20 0.42
-
0.01 6 0.01 24 0.01 7 7 0.01 0.01
500 203 5 262 20 454 204 150 65
1000 400 10 500 40 900 400 300 130
-
0.01 0.01 0.01
2.5 5 10
630 5 10 20
-
0.8
40.4
80
-
50
325
600
<4.0 <7.0 <8.0 <15 <8.0 <8.0 <50
Legenda Monsteromschrijving Peilbuis 1
< streefwaarde/aw2000 of RG > streefwaarde/aw2000 > Tussenwaarde (T) > Interventiewaarde (I) Niet getoetst
* ** ***
Analytico-nr 7978617
Deze toetsing is met de grootste zorg samengesteld, Eurofins Analytico B.V. is echter niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing. Mocht u een probleem in deze toetsing signaleren, dan verzoeken wij u vriendelijk dit door te geven aan
[email protected]
ZK13.01954 - 14.008222 -
Nr. 1
Bijlage IV Verklaring van enkele gebruikte termen en afkortingen
ZK13.01954 - 14.008222 -
Termen De gehalten van de chemische componenten in de bodem en in het grondwater worden getoetst aan de zogenaamde achtergrondwaarden (AW 2000) of streef- en interventiewaarden uit de Circulaire Bodemsanering (de meest recente versie) en tabel 1 van bijlage B, Regeling bodemkwaliteit van het ministerie van I&M. Achtergrondwaarden:
Streefwaarden:
Interventiewaarden:
Tussenwaarde:
De gehalten zoals die op dit moment voorkomen in de bodem van natuur- en landbouwgronden waarvoor geldt dat er geen sprake is van belasting door lokale verontreinigingsbronnen. Waarden, die het niveau aangeven, waarbij sprake is van een duurzame bodemkwaliteit. Gebruikt symbool: S. De streefwaarde wordt alleen voor grondwater gebruikt. Waarden, die aangeven wanneer de functionele eigenschappen van de bodem voor mens, dier en plant, ernstig zijn of dreigen te worden verminderd. Gebruikt symbool: I. Gelijk aan het gemiddelde van de achtergrond- of streefwaarde en de interventiewaarde, dus (A+I)/2 (grond) of (S+I)/2 (grondwater). Wanneer bij een verkennend onderzoek een component met concentratie boven deze waarde wordt gevonden is in principe een nader onderzoek nodig. Gebruikt symbool: T.
Overige termen, die in dit rapport worden gebruikt, zijn als volgt te definiëren: Niet verontreinigd:
Gehalte van elke component overschrijdt de achtergrond- of streefwaarde niet.
Zeer licht verontreinigd:
Gehalte van een component ligt boven de achtergrond- of streefwaarde, maar overschrijdt het dubbele van de achtergrond- of streefwaarde niet.
Licht verontreinigd:
Gehalte van een component is hoger dan het dubbele van de Achtergrond- of streefwaarde, maar overschrijdt de tussenwaarde niet.
Matig verontreinigd:
Gehalte van een component is hoger dan de tussenwaarde, maar overschrijdt de interventiewaarde niet.
Sterk verontreinigd:
Gehalte van een component is hoger dan de interventiewaarde, maar overschrijdt het tienvoud van de interventiewaarde niet.
Zeer sterk verontreinigd: Gehalte van een component is hoger dan het tienvoud van de interventiewaarde. Nederlandse norm "Bodem. Onderzoeksstrategie bij verkennend bodemonderzoek." Een verkennend onderzoek heeft tot doel met relatief beperkt onderzoek vast te stellen of er sprake is van een bodemverontreiniging op de onderzoekslocatie.
Verdachte locatie:
Locatie, waarvan op basis van vooronderzoek of historische informatie wordt verwacht dat er verontreiniging aanwezig is.
Nulsituatie:
Huidige chemische kwaliteit van grond en grondwater ten aanzien van bodemverontreinigende stoffen.
Nader onderzoek:
Bodemonderzoek, waarin de ernst en de omvang van een eerder aangetoonde verontreiniging wordt vastgesteld.
ZK13.01954 - 14.008222 -
NEN5740:
Afkortingen Algemene Maatregel van Bestuur Bovengrond Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks Stichting Bodemsanering Bedrijfsterreinen Bouwstoffenbesluit Benzeen, Tolueen, Ethylbenzeen, Xylenen Afkorting voor vluchtige aromaten (BTEX) en Naftaleen Biologisch zuurstofverbruik Chemisch zuurstofverbruik Elektrisch geleidingsvermogen Extraheerbare organochloorverbindingen Extraheerbare organohalogeenverbindingen Gemiddeld hoogste grondwaterstand Gemiddeld laagste grondwaterstand Actuele grondwaterstand Huisbrandolie Hexachloorbenzeen Hexachloorhexaan Mengmonster Ministeriële Vrijstellingsregeling Nederlandse norm Nederlands Normalisatie Instituut Nederlandse praktijkrichtlijn Nederlandse voornorm Chloorpesticiden Ondergrond Olie/water-test Polycyclische aromatische koolwaterstoffen Polychloorbifenylen Zuurgraad Stichting Uitvoering Bodemsanering Amovering Tankstations Vinylchloride Vereniging van Nederlandse Gemeenten Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Infrastructuur en Milieu Vluchtige organochloorverbindingen, zoals per en tri
As Ba Cd Cr Co Cu Fe Hg Mn Mo Na Ni Pb Sn Zn
Arseen Barium Cadmium Chroom Kobalt Koper IJzer Kwik Mangaan Molybdeen Natrium Nikkel Lood Tin Zink
ZK13.01954 - 14.008222 -
AMvB BG BOOT BSB Bsb BTEX BTEXN BZV CZV EC EOCl EOX GHG GLG GWS HBO HCB HCH MM MVR NEN NNI NPR NVN OCB OG OW-test PAK PCB pH SUBAT VC VNG VROM I&M VOCl
Bijlage 3
Archeologisch onderzoek
Toelichting
Vastgesteld
42
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
Bureauonderzoek en Karterend booronderzoek Archeologie Plangebied Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek gemeente Brummen
Opdrachtgever BJZ.nu Dhr. N. van Benthem Twentepoort Oost 16a 7609 RG ALMELO T: 0546-45 44 66 E:
[email protected]
Kenmerk EKU/DIR/HAMA/130500
Eindredactie/kwaliteitscontrole Drs. E.E.A. van der Kuijl
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Paraaf
Datum 04-032014
ZK13.01954 - 14.008222 -
Projectnummer 130500
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
Colofon BJZ.nu, dhr. N. van Benthem
Project
Bureauonderzoek en Karterend booronderzoek Archeologie Plangebied Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek
Projectnummer
130500
Titel
Bureauonderzoek en Karterend booronderzoek Archeologie Plangebied Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen
Datum en versie
04-03-2014, versie 1.1
Redactie
Ing. R. de Graaf, Drs. E.E.A. van der Kuijl en Ing. J.F.M. Rohling
Eindredactie
Drs. E. E.A. van der Kuijl
Afbeelding voorzijde:
Satellietfoto van het plangebied in het rode kader. Bron: Google maps.
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
2 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
Opdrachtgever
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
Inhoud Samenvatting ........................................................................................................................... 4 1.
2
3
4
Inleiding ............................................................................................................................. 6 1.1
Inleiding en onderzoekskader .................................................................................. 6
1.2
Doel en vraagstelling van het bureauonderzoek...................................................... 7
1.3
Werkwijze ................................................................................................................. 7
1.4
Beleidskaders ........................................................................................................... 7
1.5
Administratieve gegevens ........................................................................................ 9
Bureauonderzoek en verwachtingsmodel....................................................................... 10 2.1
Landschapsgenese ................................................................................................ 10
2.2
Historische ontwikkeling plangebied en omgeving ................................................ 13
2.3
Archeologische waarden ........................................................................................ 14
2.4
Archeologisch verwachtingsmodel ......................................................................... 15
2.5
Conclusie Bureauonderzoek .................................................................................. 16
Booronderzoek ................................................................................................................ 18 3.1
Werkwijze Booronderzoek ..................................................................................... 18
3.2
Resultaten .............................................................................................................. 18
Conclusie en aanbeveling ............................................................................................... 20 4.1
Conclusie................................................................................................................ 20
4.2
Selectie advies ....................................................................................................... 20
4.3
Voorbehoud ............................................................................................................ 20
Gebruikte literatuur ................................................................................................................. 21 BIJLAGEN .............................................................................................................................. 22
3 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
Samenvatting Hamaland Advies heeft in opdracht van BJZ.nu uit Almelo een bureauonderzoek en karterend booronderzoek uitgevoerd voor de geplande nieuwbouw van tuincentrum ‘Eerbeek’ met parkeer- en in- en uitritvoorzieningen op het perceel aan de Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek (zie bijlage 1). De omvang van de geplande nieuwbouw bedraagt circa 2 2.800 m met 87 te realiseren parkeerplaatsen inclusief in- en uitritvoorzieningen. Er is 3.500 m2 onderzocht om - indien noodzakelijk - te kunnen “schuiven” met de inrichting. De ontwikkeling bevindt zich in de fase van de wijziging van het bestemmingsplan en de aanvraag van de omgevingsvergunning. Het plangebied is op de Beleidskaart Archeologie (2013) gelegen op gronden met een hoge archeologische verwachtingswaarde waarvoor inventariserend archeologisch onderzoek verplicht is (volgens Richtlijn Archeologisch Onderzoek) als de oppervlakte van de ingreep groter is dan 250 m² én de diepte van de ingreep dieper reikt dan 30 cm -Mv; Derhalve dient in het kader van de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) verkennend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Het uitgevoerde onderzoek bestaat uit een KNA conform bureauonderzoek en een inventariserend booronderzoek, karterende fase. Conclusie Het bureauonderzoek toont aan dat er zich mogelijk archeologische vindplaatsen het LaatPaleolithicum tot en met de Nieuwe Tijd in het plangebied zouden kunnen bevinden. Ten zuiden van het plangebied zijn archeologische waarnemingen bekend vanaf de Prehistorie. Door heideontginnning en de inrichting van het terrein met een tuincentrum met boomplantgaten en gebouwenis de bodemopbouw mogelijk voor een deel verstoord. Naar alle verwachting is de verstoring in het bouwdeel tenminste tot op het dekzand. In het kwekerijdeel wordt de verstoring op tenminste 50cm minus maaiveld ingeschat. Uit het uitgevoerde veldonderzoek is gebleken dat de bodem in het merendeel van het plangebied vanaf een diepte van 55 tot 60 cm-mv intact is gebleven, ondanks graafwerkzaamheden voor de aanleg van het tuincentrum. Wel is de bodem onder de kas c.q. verkoopruimte verstoord tot 30 cm in de C-horizont. Selectie advies Hoewel in het plangebied voor een groot deel sprake is van een intacte bodem vanaf circa 50 cm-mv, achten wij het niet noodzakelijk dat in het plangebied vervolgonderzoek wordt verricht. De reden hiervoor is het volledig ontbreken van relevante archeologische niveaus, cultuurlagen en archeologische indicatoren. Hierdoor is de trefkans dat intacte archeologische vindplaatsen worden aangetroffen nihil.
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
4 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Met nadruk wijst Hamaland Advies erop dat dit selectieadvies nog niet betekent dat reeds bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek zullen namelijk eerst moeten worden beoordeeld door de bevoegde overheid (gemeente Brummen) en haar archeologische adviseur, de regioarcheoloog van de Stedendriehoek, die vervolgens een selectiebesluit neemt. Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het aantreffen dan wel vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen.
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
Het selectieadvies zal voorgelegd worden aan de opdrachtgever, het bevoegd gezag, gemeente Brummen (dhr. R. Bos) en haar archeologisch adviseur, de Regioarcheoloog van de Stedendriehoek (mw. drs. N. Vossen). Verder dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) kenbaar te worden gemaakt, om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: ‘Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij onze minister’. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Het verdient aanbeveling ook de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente Brummen (dhr. R. Bos) hiervan per direct in kennis te stellen.
5 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
1.
Inleiding
1.1
Inleiding en onderzoekskader Hamaland Advies heeft in opdracht van BJZ.nu uit Almelo een bureauonderzoek en een karterend booronderzoek uitgevoerd voor de geplande nieuwbouw van tuincentrum ‘Eerbeek’ met parkeer- en in- en uitritvoorzieningen op het perceel aan de Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek. (zie bijlage 1). De omvang van de geplande ontwikkeling bedraagt 2 2 7.700m , waarvan circa 2.800m uit nieuwbouw bestaat met 87 nieuw te realiseren parkeerplaatsen inclusief in- en uitritvoorzieningen. Er is 3.500 m2 onderzocht om - indien noodzakelijk - te kunnen “schuiven” met de inrichting. De verstoringdiepte voor de parkeerplaatsen blijft beperkt tot 30 cm-mv. De verstoring voor de geplande herinrichting is dieper dan 30cm minus maaiveld en dus onderzoeksplichtig. Zij wordt gerealiseerd over de te slopen kassen en het bestaande erf van het tuincentrum. De ontwikkeling bevindt zich in de fase van de wijziging van het bestemmingsplan en de aanvraag van de omgevingsvergunning. Het plangebied is op de Beleidskaart Archeologie (2013) gelegen op gronden met een hoge archeologische verwachtingswaarde waarvoor inventariserend archeologisch onderzoek verplicht is (volgens Richtlijn Archeologisch Onderzoek) als de oppervlakte van de ingreep groter is dan 250 m² én de diepte van de ingreep dieper reikt dan 30 cm -Mv; Derhalve dient in het kader van de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) verkennend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Het uitgevoerde onderzoek bestaat uit een KNA conform bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen, karterende fase. Het bevoegd gezag, gemeente Brummen (dhr. R. Bos) en haar archeologisch adviseur, de Regioarcheoloog van de Stedendriehoek (mw. drs. N. Vossen), zullen de resultaten van het bureauonderzoek en het inventariserend veldonderzoek toetsen.
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
6 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
Afbeelding 1: Topografische kaart 2003 Dieren/Zutphen 33G met plangebied in het rode kader (bron: www.watwaswaar.nl)
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
1.2
Doel en vraagstelling van het bureauonderzoek Het doel van het bureauonderzoek is het verkrijgen van inzicht in bekende en te verwachten archeologische waarden in en om het plangebied. Op basis van de verworven informatie wordt een archeologisch verwachtingsmodel voor de onderzoekslocatie opgesteld. De volgende vragen zullen, indien mogelijk, beantwoord worden: • •
Wat is de bodemopbouw en de vermoedelijke intactheid van het bodemprofiel binnen het plangebied? Kunnen er archeologische vindplaatsen in het onderzoeksgebied aanwezig zijn, en zo ja welke en waar (welke diepte)en in welke vorm?
Het antwoord op deze vragen zal worden verwerkt in een archeologisch verwachtingsmodel voor het plangebied, waarbij aangegeven zal worden of een nader onderzoek door middel van karterende boringen nodig zal zijn of niet. • 1.3
Is aanvullend onderzoek door middel van proefsleuven noodzakelijk?
Werkwijze Het bureauonderzoek is uitgevoerd conform de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, 3.2) en bestaat uit de volgende onderdelen: 1. 2. 3. 4.
beschrijving van de huidige situatie en de toekomstige situatie (KNA LSO2); beschrijving van de historische situatie en de landschappelijke ontwikkeling (KNA LSO3); beschrijving van de bekende archeologische waarden (KNA LSO4); het opstellen van een archeologisch verwachtingsmodel (KNA LSO5).
Om tot een gefundeerd archeologisch verwachtingsmodel te komen is voor het onderzoek relevant bronnenmateriaal geraadpleegd. Door informatie uit verschillende invalshoeken samen te voegen ontstaat de mogelijkheid dwarsverbanden te leggen tussen de diverse brontypen en aan de hand hiervan een geïntegreerd archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. De gegevens voor het bureauonderzoek zijn ontleend aan: • • • • • 1.4
Archis, het geautomatiseerde archeologische informatiesysteem voor Nederland; geomorfologisch, geologische, bodemkundig, topografisch en historisch kaartmateriaal; Beleidskaart Archeologie (Raap, 2013) Beleidsnota Archeologie Gemeente Brummen, INT13.2587 concept d.d. 10 december 2013 archeologische rapporten en publicaties.
Beleidskaders
In 1992 werd in Valetta door de Ministers van Cultuur van de bij de Raad van Europa aangesloten landen het 'Europees Verdrag inzake de bescherming van het Archeologisch Erfgoed', beter bekend onder de naam 'Verdrag van Malta', ondertekend. De Wet op de Archeologische Monumentenzorg is op 1 september 2007 in werking getreden. De nieuwe
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
7 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
Rijksbeleid
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
wet heeft zijn beslag gekregen via een wijziging van de Monumentenwet 1988, aanpassingen in de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en enkele andere wetten en met de invoering van de Wabo (2010). Met de nieuwe Wet op de Archeologische Monumentenzorg is het accent komen te liggen op het streven naar het behoud en beheer van archeologische waarden in de bodem (in situ) en het beperken van (de noodzaak van) archeologische opgravingen. Uitgangspunt van het nieuwe beleid is tevens het principe 'de verstoorder betaald'. Bij het voorbereiden van werkzaamheden die het bodemarchief kunnen verstoren (zoals de aanleg van een weg, een nieuwe woonwijk, een bedrijventerrein), dient onderzocht te worden of daardoor archeologische resten verstoord kunnen worden. Als uit het onderzoek blijkt dat er archeologische waarden aanwezig zijn en deze niet ter plaatse behouden kunnen blijven, dan dient de initiatiefnemer van het werk de kosten te dragen die gepaard gaan met het opgraven en conserveren van de plaats. Met de introductie van de nieuwe wet zijn de kerntaken en bestuurlijke verantwoordelijkheden van gemeenten veranderd. Eén van de belangrijkste consequenties is, dat gemeenten een centrale rol is toegekend in de bescherming van archeologisch erfgoed. In de wet is bepaald, dat gemeenten door inzet van een planologisch instrumentarium het archeologisch belang dienen te waarborgen. Bescherming van het archeologisch erfgoed kan onder meer vorm krijgen door in bestemmingsplannen regels ter bescherming van bekende en te verwachten archeologische waarden op te nemen. In de regelgeving is vastgelegd dat in het kader van een omgevingsvergunning van de aanvrager geëist kan worden dat hij een rapport overlegd waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein voldoende is vastgesteld. Voor de toetsing van archeologische waarden is een archeologisch bestel ontwikkeld, waarmee de archeologische waarde van een terrein bepaald kan worden door middel van een getrapt systeem van onderzoek. In het kader van het vrijstellingsbesluit volstaat in eerste instantie een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO-K). Provinciaal Beleid Het provinciaal beleid van Gelderland t.a.v. cultuurhistorie en archeologische monumentenzorg is vastgelegd in het Streekplan Gelderland 2005 en Belvoir 3 (provinciaal cultuurhistorisch beleid 2009-2012). In de Kadernota Archeologie ‘Investeren in het verleden is werken aan de toekomst’ zijn de beleidsvoornemens voor het provinciaal archeologiebeleid van de provincie Gelderland verwoord: •
het beschermen van de (toekomst)waarde van de ondergrond inclusief het aardkundig en archeologisch erfgoed.
Door een toenemende ruimtelijke dynamiek staat er een druk op het gebruik van de ruimte, hierdoor loopt het bodemarchief gevaar. Toch liggen er nog volop kansen om de rijkdom aan cultuurhistorie en bodemschatten een prominente rol te laten spelen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Door de Wet op de archeologische monumentenzorg 1 september 2007 en de Wet ruimtelijke ordening worden daarvoor volop kansen geboden. De provincie wil deze kansen benutten door: • • •
Het archeologisch beleidskader deelt Gelderland op in drie soorten archeologische gebieden: • •
A-gebieden: De Gelderse parels; B-gebieden: de ruwe diamanten;
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
8 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
gebieden aan te wijzen die van bijzonder belang zijn voor de cultuurhistorische identiteit van de provincie; gemeenten en waterschappen te ondersteunen bij de vertaling van archeologische belangen in hun ruimtelijke plannen en projecten; voor waardevolle gebieden richtlijnen te geven voor verantwoord archeologisch onderzoek.
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
•
C-gebieden: de rest van Gelderland.
In de A-gebieden stuurt de provincie via onderhandeling en indien mogelijk via samenwerking, actief op bescherming, behoud door ontwikkeling en verantwoord onderzoek. In de B-gebieden laat de provincie de verantwoordelijkheid voor bescherming, behoud door ontwikkeling en verantwoord onderzoek in principe over aan de gemeente. De provincie neemt daarbij een stimulerende, faciliterende en adviserende rol in. In de C-gebieden ligt de verantwoordelijkheid voor de archeologie volledig bij de gemeente. De gemeente Brummen kent de volgende gebieden: •
IJselvallei: 14 Westoever IJssel en Zutphen
Het plangebied in Brummen is geen onderdeel van dit gebied. Gemeentelijk beleid De gemeente Brummen heeft een eigen archeologisch beleid en beschikt tevens over een ter inzage gelegde archeologische beleidsadvieskaart (RAAP, 2013). Bij de uitvoering van onderhavig onderzoek is geanticipeerd op deze nieuwe regels. Verder zijn de landelijke en provinciale richtlijnen leidend, voor het opstellen en toetsen van het onderhavig onderzoek.
1.5
Administratieve gegevens Tabel 1: Gegevens projectgebied
Provincie
Gelderland
Plaats
Eerbeek
Gemeente
Brummen
Toponiem
Soerense Zand Zuid 29
Kaartblad
33
Onderzoeksmelding
60.246
Huidig grondgebruik
Tuincentrum
G
Toekomstig grondgebruik Omvang van de ontwikkeling Bodemtype
Tuincentrum Circa 2.800 m2 bebouwing en 87 parkeerplaatsen met in- en uitritvoorzieningen gHd30 Haarpodzolgronden, grof zand met grind ondieper dan 40cm beginnend
Geomorfologie
4G3
Daluitspoelingswaaier
Periode
Paleolithicum t/m Nieuwe Tijd
Het centrumcoördinaat van het plangebied is: x: 202350, y: 455348. De gemiddelde hoogte van het terrein bedraagt 16,00 m + NAP (bron: www.ahn.nl AHN2). X,Y 202263, 455388 202398, 455372, 202266, 455340 202402, 455306
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
9 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
Hoekcoördinaten: NW NO ZW ZO
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
2
Bureauonderzoek en verwachtingsmodel
2.1
Landschapsgenese Inleiding Het onderzoeksterrein ligt in het buitengebied van de gemeente Brummen ten noordoosten van de bebouwde kom van Eerbeek. Geomorfologie en bodemgesteldheid Het plangebied ligt in het Midden-Nederlandse zandgebied. Kenmerk in dit gebied is het voorkomen van relatief hoge stuwwallen, die in het Saalien door het landijs zijn gevormd. De hoogste toppen van de stuwwallen reiken tot 110 m + NAP. Ze omsluiten glaciale bekkens met een diepte van circa 125 m diepte. De stuwwallen bestaan overwegend uit grofzandige en grindrijke fluviatiele afzettingen van Rijn en Maas. Door het smeltwater van het landijs zijn glaciofluviale afzettingen gevormd. De afzettingen liggen vaak aan het uiteinde van ijssmeltwaterdalen die dwars door de stuwwallen heen lopen. Tijdens het Eemien steeg de zeespiegel tot ongeveer 8 m +NAP. Dekzand van de Formatie van Boxtel komt voor langs de flanken van de stuwwallen en in de laaggelegen delen van het Midden-Nederlandse zandgebied. Aan het oppervlak komen paraboolvormige dekzandruggen voor, die gevormd zijn voor het AlIerrod-interstadiaal (zie tabel 2) door westelijke winden. Op de hellingen van de stuwwallen komen vele (droge) sneeuwsmeltwaterdalen voor, die gevormd zijn onder periglaciale condities in het Weichselien. Doordat de ondergrond destijds permanent bevroren was, moest het regen en sneeuwsmeltwater over het oppervlak afstromen. Daarbij trad insnijding van de bevroren grond op. Aan het uiteinde van sommige dalen liggen puinwaaiers op afzettingen uit het Eemien, waaruit blijkt, dat de dalvorming hoofdzakelijk in het Weichselien plaats gevonden moet hebben. De sneeuwsmeltwaterdalen staan thans droog, omdat het water makkelijk kan wegzakken in de grofzandige ondergrond. In het Holoceen zijn in de beekdalen van de Gelderse Vallei afzettingen tot stand gekomen die gerekend worden tot de Singraven Formatie. Ze bestaan uit verspoelde dekzanden. Het voorkomen van deze afzettingen is in het Midden- Nederlandse zandgebied zeer beperkt, omdat er weinig beekdalen voorkomen. Op vele plaatsen zijn in het Holoceen wel zandverstuivingen opgetreden, die hebben geleid tot de vorming van uitgestrekte stuifzandgebieden. Ook komen zogenaamde randwallen voor. Dit zijn soms tot 50 m hoge, langgerekte stuifzandruggen, die aan de randen van stuifzandgebieden liggen. Ze zijn ontstaan waar het stuivende zand vastliep in de vegetatie. De stuifzanden worden gerekend tot de Kootwijk Formatie. In de Gelderse Vallei is door de stijging van het grondwater in het Holoceen op een aantal plaatsen veen gevormd. Na verloop van tijd werd het milieu tijdens de veenvorming oligotroof, en kon het veen zich uitbreiden over het dekzandoppervlak. (Berendsen, 2008). Op de geomorfologische kaart is het plangebied niet gekarteerd als gevolg van de ligging in de bebouwde kom. Extrapolatie van de gegevens uit de omgeving typeert het plangebied als ‘Daluitspoelingswaaier’ (4G3, zie Afbeelding 2).
10 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
Afbeelding 2: Geomorfologische kaart, situering van het plangebied binnen het rode kader (bron Archis)
Bodem Het plangebied is op de bodemkaart (zie Afbeelding 3) getypeerd als een Haarpodzolgrond, grof zand, met grind ondieper dan 40cm beginnend (gHd30). Haarpodzolen hebben een dunne A-horizont. De haarpodzol heeft een duidelijke E-horizont (minerale horizont) die de loodzandlaag wordt genoemd vanwege zijn grijze kleur. In veel gevallen bevat de bodem neergeslagen ijzerbindingen. Haarpodzolgronden komen alleen voor op kwartsrijke bodems zoals dekzand in gebieden met een diepe grondwaterstand. (Bakker, 1987).
11 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
Afbeelding 3: Bodemkaart met de situering van het plangebied binnen het rode kader (bron: Archis)
Grondwater Op de grondwatertrappenkaart (Archis) heeft het plangebied grondwatertrap VII (G.H.G van meer dan 80 cm onder het maaiveld, G.L.G. van meer dan 120 cm onder maaiveld). Hoogte Op de Algemene hoogtekaart van Nederland (AHN) ligt het plangebied in een vlakte met gelijke hoogten. Het plangebied heeft een hoogte van ca. 16,00+ NAP (zie Afbeelding 4). Hierbij is duidelijk de bestaande kas te zien (geel)
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
12 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
Afbeelding 4: Hoogtekaart met de situering van het plangebied binnen het rode kader. Hierbij is duidelijk de bestaande kas te zien (geel) (bron: AHN2)
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
2.2
Historische ontwikkeling plangebied en omgeving Het plangebied maakt weliswaar deel uit van Eerbeek, maar grenst aan de historische kern van Laag-Soeren. Het plangebied ligt net over de gemeentegrens, in het buitengebied van de gemeente Brummen. Over de oudste geschiedenis van Laag-Soeren, die zeker teruggaat tot in de Middeleeuwen, 1 is nog niet veel bekend . In het jaar 1025 is sprake van ‘Sorna’, waarmee Laag- Soeren bedoeld zou zijn. Het kapittel van St. Jan in Utrecht bezat hier tienden, die voor het eerst worden vermeld in stukken uit de tweede helft van de 14e eeuw. De marke van Soeren bestond reeds in 1411, maar werd in 1462 toegevoegd aan die van Spankeren. In 1411 verkreeg de stad Doesburg het recht om in de Soerense mark naar veldkeien te graven om daarmee de straten te plaveien. Hoewel in deze vroegste periode zeker een eerste basis werd gelegd, is de bijzondere en waardevolle huidige verschijningsvorm van een aanzienlijk deel van het dorpsgebied van Laag-Soeren echter vooral te danken aan ontwikkelingen, die een aanvang namen in 1767 met de aankoop van diverse goederen door de Arnhemmer Van Kesteren. In de tweede helft van de 19e eeuw kwam het met de stichting van het kuuroord en badinrichting tot een bijzonder hoogtepunt. Het plangebied is op historische kaarten als volgt aangegeven: -
Op de Hottinger-atlas van Noord- en Oost-Nederland uit 1773-1794 staat in het plangebied geen bebouwing afgebeeld en is het gelegen in een bos/heidegebied (Bron: Versfelt, 2003). Kadastrale kaart 1811-1832 (Brummen, Gelderland, sectie H, Blad 01) ligging op perceelnummers 4, 5 en 12. Zijnde weide/akker nabij een landhuis (zie afb. 5).
Afbeelding 5: kadastrale minuutplan 1811 met de situering van het plangebied binnen het rode kader. (bron: Minuutplan 1811-1832 Brummen, sectie H, blad 01)
-
1
30-01-2006, Toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd dorpsgezicht Laag-Soeren gemeente Rheden (Gelderland) ex artikel 35 Monumentenwet 1988
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
13 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
-
Vanaf de topografische Militaire kaart 1866 (Kadaster, kaartnummer 452) tot en met de topografische kaart van 1954 (Kadaster, kaartnummer 33G): zijn er geen wijzigingen ten opzichte van 1811. In 1958 is het westelijk deel weide en het oostelijk deel akker. In 1965 is het gehele plangebied weide.
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
-
In 1976 is een kwekerij op het plangebied gerealiseerd. Waarbij een deel van de huidige kas, gelegen in het westelijk deel, al gerealiseerd is.
Afbeelding 6: topografische kaart 1976 met de situering van het plangebied binnen het rode kader (bron: 1976, kaartnummer 33G)
- In de jaren 1988, 1995 en 2003 ontwikkelt het tuincentrum zich tot zijn huidige vorm. Conclusie: Vanaf de 1811 is het plangebied op de historische kaarten vanuit de functie heide/bos in cultuur gebracht. Eerst als weide/akker en in 1976 als kwekerij met kas en als verkoopruimte. Deze functie heeft het nog steeds.
2.3
Archeologische waarden In het plangebied zelf heeft nog niet eerder archeologisch onderzoek plaatsgevonden. Binnen een straal van 750 meter rond het plangebied zijn diverse archeologische onderzoeken, waarnemingen en monumenten opgenomen in Archis. Tabel 2: Waarnemingen, Vondsten en Onderzoeken <750 m rondom het plangebied (bron: Archis) CAA-nr. toponiem
45806
Onderzoek Grontmij 2005
45735
Onderzoek RAAP 2010
29299
Onderzoek Synthegra
36719
Harderwijkerweg
157m Z
Nimmer Dor
311m ZZW
Schreuderhuizen
346m ZZO
Prof. Talmaweg
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Vondsten
Periode
Type onderzoek: inventariserend veldonderzoek met 7 boringen tot diepte van 120cm Aanleiding: Bouwwerkzaamheden Selectieadvies: geen vervolgonderzoek, archeologische laag is verstoord Selectiebesluit: niet in Archis opgenomen Type onderzoek: inventariserend veldonderzoek met 16 boringen tot diepte van 150cm Aanleiding: Woningbouw Selectieadvies: geen vervolgonderzoek, bodem verstoord tot in C-horizont Selectiebesluit: niet in Archis opgenomen Type onderzoek: inventariserend veldonderzoek met 8 boringen tot diepte van 120cm Aanleiding: Bouwwerkzaamheden Selectieadvies: geen archeologisch vervolgonderzoek Selectiebesluit: niet in Archis opgenomen Type onderzoek: inventariserend veldonderzoek met 58 boringen tot een diepte van 150cm
14 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
Onderzoek RAAP 2013
Ligging t.o.v. plangebied 121m Z
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
2011
2.4
Onderzoek RAAP 2007
17643
Onderzoek RAAP 2009
277768
Waarneming2 RAAP 2004 Waarneming2 RAAP 2004
49614
351m Z
Kulturhus
442m ZZW
Geen toponiem
290m WZW
Cruyshoevelaan
50632
576m ZZO
Harderwijkerweg
Aanleiding: Woningbouw Selectieadvies: geen indicatoren aangetroffen, geen vervolgonderzoek geadviseerd Selectiebesluit: advies overgenomen Type onderzoek: inventariserend veldonderzoek met 6 boringen Aanleiding: Bouw Kulturhus Selectieadvies: : geen vervolgonderzoek, geen indicatoren, bodem verstoord Selectiebesluit: niet in Archis opgenomen Type onderzoek: inventariserend veldonderzoek met 8 boringen Aanleiding: overige grondwerkzaamheden Selectieadvies: geen vervolgonderzoek Selectiebesluit: niet in Archis opgenomen Crematieresten Mesolithicum: 8800 - 4900 vC tm Middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC Aardewerk, handgevormd
IJzertijd: 800 - 12 vC tm Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC
Archeologisch verwachtingsmodel Op grond van de bodemkundige kenmerken en de bekende cultuurhistorische en archeologische waarden in de omgeving van het plangebied kan de archeologische verwachting worden bepaald. Voor het plangebied geldt een hoge trefkans op archeologische waarden conform de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart (zie Afbeelding 7). Het beleid van de gemeente is dat een archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd, alvorens vergunning kan worden verleend.
Afbeelding 7: archeologische verwachting, ligging plangebied in het rode kader (bron: beleidskaart gemeente Brummen).
Op de Cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Gelderland heeft het plangebied geen specifieke aanduiding (zie Afbeelding 8).
Willemse, N.W. 2004 Bebouwde kommen gemeente Rheden: Velp, Rheden, De Steeg, Ellecom, Dieren, Spankeren en Laag Soeren. Een inventariserend archeologisch onderzoek., in: RAAP-rapport (Regionaal Archeologisch Archiverings Project, Amsterdam) 1071
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
15 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
2
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
Afbeelding 8: Gelderse Cultuurhistorische Waardenkaart met plangebied in het rode kader (bron: ags.prvgld.nl)
De waarnemingen in Archis (zie tabel 2) tonen aan dat er in de omgeving van het plangebied al vanaf het Neolithicum menselijke activiteiten zijn geweest. Tabel 3: Archeologische verwachting plangebied
2.5
Periode
Waarde Verwachte vindplaatstypen
Verwachte grondlaag (diepte)
Late Middeleeuwen - Nieuwe Tijd
Hoog
Restanten van akkercomplexen, oude verkavelingen, ontginningssporen, esgreppels, zandpaden
in of direct onder de oude akkerlaag
Romeinse Tijd - Vroege Middeleeuwen
Hoog
Nederzettingsterreinen, grafvelden, resten van ijzerbewerking, meilers
direct onder de oude akkerlaag
Bronstijd - IJzertijd
Hoog
BC-horizont horizont
Mesolithicum-Neolithicum
Hoog
Nederzettingsterreinen, urnenvelden resten van ijzerbewerking, meilers Nederzettingsterreinen, jachtkampen, vuursteen vindplaatsen, losse vuursteenstrooiingen
en top van
Top van de C-horizont
Conclusie Bureauonderzoek
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
16 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
Het bureauonderzoek toont aan dat er zich mogelijk archeologische vindplaatsen vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Nieuwe Tijd in het plangebied zouden kunnen bevinden. Ten zuiden van het plangebied zijn archeologische waarnemingen bekend vanaf de Prehistorie.
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
Door heideontginnning en door het inrichten van het gebied in 1976 als kwekerij met kassen, boomplantgaten en opslag en parkeerplaatsen, is de bodem mogelijk sterk geroerd. Onbekend is echter tot hoe diep de bodem daadwerkelijk is verstoord. Uit boringen uit de omgeving blijkt dat het dekzand tussen de 95 en 120cm onder maaiveld bevindt. Naar alle verwachting is de verstoring in het bouwdeel tenminste tot op het dekzand. In het kwekerijdeel wordt de verstoring op tenminste 50cm minus maaiveld ingeschat. Het eerddek ter plaatse is tussen de 0 en 30 cm dik. Naar verwachting heeft de aanwezigheid van het (te dunne) eerddek geen beschermend effect gehad op de eventueel onderliggende archeologische niveaus. Geadviseerd wordt om voor bodemingrepen in eerste instantie te kiezen voor een verkennend booronderzoek met een boordichtheid van 6 boringen per hectare om de intactheid van de bodem te toetsen. Gerelateerd aan de geplande ontwikkeling van het plangebied (2.800 m2 waarbij 700 m2 extra is onderzocht om – indien noodzakelijk – te kunnen schuiven met de inrichting) zijn dit minimaal 5 boringen. Wanneer de bodemopbouw intact blijkt te zijn, kan de boordichtheid worden verhoogd naar 20 boringen per hectare om archeologische vindplaatsen vast te stellen (conform methode E1, van de Leidraad Inventariserend Veldonderzoek, Tol 2012). Voor het karterend bodemonderzoek dient de gehele boorkern gezeefd te worden op een metalen zeef met een maaswijdte van 4 mm, voor controle op archeologische indicatoren. De boringen worden gezet volgens een driehoeksgrid tot een diepte van minimaal 25 cm in de ongeroerde grond (circa 2,5 m-mv). Indien uit de controleboringen blijkt dat er geen sprake is van een intacte bodemopbouw en er geen indicaties zijn voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats, dan adviseren wij om geen karterend booronderzoek uit te laten voeren.
17 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
3
Booronderzoek
3.1
Werkwijze Booronderzoek In totaal zijn op 12 februari 2014 in relatie tot de omvang van de te plegen nieuwbouw zeven boringen geplaatst met een edelmanboor met een boordiameter van 15 cm. De boringen zijn doorgezet tot minimaal 25 cm in de C-horizont. De boringen zijn met behulp van een driehoeksgrid zo veel mogelijk gelijkmatig over het plangebied verdeeld. Het gehele plangebied was echter voorzien van een oppervlakteverharding van betonklinkers en betontegels (in de kas). In de kas en daarbuiten waren bovendien rekken en tafels met koopwaar aanwezig, waar geen boringen verricht konden worden. Buiten de kas waren op het achterterrein kweekbedden met worteldoek aanwezig. Boring 1 en 2 zijn in het looppad van de kas gezet. Boring 3 en 4 zijn in de kweekbedden gezet. Boring 5 t/m 7 zijn ter plaatse van de parkeerplaatsen en de toegangsweg gezet. De exacte locaties zijn ingemeten met een meetwiel (x- en y-waarden). Van alle boringen is de maaiveldhoogte afgeleid van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN2). Het opgeboorde sediment is in het veld bodemkundig beschreven en de archeologisch relevante bodemlagen zijn nat gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 4 mm en geïnspecteerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals fragmenten vuursteen, aardewerk, houtskool, verbrande leem, bot etc.. De boringen zijn beschreven conform de NEN 5104 en de bodemclassificatie volgens De Bakker en Schelling (1987).
3.2
Resultaten Geologie en Bodem Voor de ligging van de boorpunten wordt verwezen naar Bijlage 5, De resultaten van de boringen (de boorbeschrijvingen) zijn opgenomen in Bijlage 6. De hoofdlijn van de bodem (boring 5) kan als volgt worden weergegeven. Diepte (cm – mv) 0-20 20-70 70-80 80-120
Samenstelling Grijs grof zand met kiezels Bruin humeus matig fijn zand met kiezels en puin Roodbruin verkit matig fijn iets siltig zand Geel matig fijn iets siltig zand
Interpretatie Ap1; ophoogzand Ap2; subrecent opgebrachte ophogingslaag B; inspoelingshorizont C; dekzand
Interpretatie
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
18 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
In boring 4 t/m 7 is een oorspronkelijke bodem aangetroffen onder een 50 cm tot 70 cm dikke subrecente puinhoudende laag ophoogzand. In boring 4 bevindt zich hieronder nog een restant van een B-horizont met een dikte van 5 cm. In boring 5 resteert nog 10 cm van de oorspronkelijke B-horizont. In boring 6 en 7 is de B-horizont nog volledig bewaard gebleven op een diepte van respectievelijk 55 cm-mv tot 75 cm-mv en 60 cm-mv tot 80 cmmv. In boring 6 is ook de E-horizont (uitspoelingshorizont) nog aanwezig boven de Bhorizont, in de vorm van een 5 cm dikke lichtgrijze gebleekte zandlaag. Op grond van de boringen kan herleid worden dat in boring 4 respectievelijk 15 cm en in boring 5 respectievelijk 10 cm van de B-horizont is afgegraven. De boringen bevestigen dat in het plangebied van oorsprong haarpodzolgronden voorkomen, zoals op basis van het bureauonderzoek werd verwacht.
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
In de overige boringen is de grond matig tot diep geroerd als gevolg van de aanleg van de kas en het tuincentrum. Ter plaatse van de kas c.q. verkoopruimte is de bodem geroerd tot een diepte van 110 cm-mv (boring 1) en 55 cm-mv (boring 2). In boring 2 is onder de geroerde laag nog een eerdlaag aanwezig op een diepte van 55 cm-mv tot 90 cm-mv. In boring 3 is de grond vergraven tot op een diepte van 110 cm-mv. Archeologie Alle afzonderlijke bodemlagen zijn gezeefd over een metalen zeef met een maaswijdte van 4 mm om archeologische indicatoren zoals fragmenten bewerkt vuursteen, aardewerk, houtskool of slak te kunnen traceren. Hierbij zijn behalve baksteenpuin en betonpuin geen relevante archeologische indicatoren aangetroffen. De onderzoeksstrategie is adequaat geweest voor het aantonen van de intactheid van de bodemopbouw en het bepalen van de aan- of afwezigheid van archeologische vindplaatsen uit de periode van de Late Steentijd tot en met de Nieuwe Tijd.
19 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
4
Conclusie en aanbeveling
4.1
Conclusie Het bureauonderzoek toont aan dat er zich mogelijk archeologische vindplaatsen vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Nieuwe Tijd in het plangebied zouden kunnen bevinden. Ten zuiden van het plangebied zijn archeologische waarnemingen bekend vanaf de Prehistorie. Onderzoek in de omgeving toonde aan dat de archeologische waardevolle laag (dekzand) zich op een diepte vanaf circa 0,95-1,20m -MV bevindt. De in het verleden uitgevoerde heideontginnning en het inrichten van het gebied met een tuincentrum en een kwekerij heeft in een deel van het plangebied gezorgd voor een aanzienlijke bodemverstoring. Uit het uitgevoerde veldonderzoek is gebleken dat de bodem in het merendeel van het plangebied vanaf een diepte van 55 tot 60 cm-mv intact is gebleven, ondanks graafwerkzaamheden voor de aanleg van het tuincentrum. Wel is de bodem onder de kas c.q. verkoopruimte verstoord tot 30 cm in de C-horizont. Omdat echter geen relevante cultuurlagen, archeologische niveaus of archeologische indicatoren zijn aangetroffen, kan de archeologische verwachting voor het plangebied bijgesteld worden van hoog naar laag.
4.2
Selectie advies Hoewel in het plangebied voor een groot deel sprake is van een intacte bodem vanaf circa 50 cm-mv achten wij het niet noodzakelijk dat in het plangebied vervolgonderzoek wordt verricht. De reden hiervoor is het volledig ontbreken van relevante archeologische niveaus, cultuurlagen en archeologische indicatoren. Hierdoor is de trefkans dat intacte archeologische vindplaatsen worden aangetroffen nihil.
4.3
Voorbehoud Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Met nadruk wijst Hamaland Advies erop dat dit selectieadvies nog niet betekent dat reeds bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek zullen namelijk eerst moeten worden beoordeeld door de bevoegde overheid (gemeente Brummen) en diens archeologisch adviseur, de Regioarcheoloog van de Stedendriehoek (mw. drs. N. Vossen), die vervolgens een selectiebesluit neemt (wel of geen vervolgonderzoek). Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het aantreffen dan wel vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Het selectieadvies zal voorgelegd worden aan de opdrachtgever, het bevoegd gezag, gemeente Brummen (dhr. R. Bos) en haar archeologisch adviseur, de Regioarcheoloog van de Stedendriehoek (mw. drs. N. Vossen).
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
20 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
Verder dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) kenbaar te worden gemaakt, om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: ‘Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij onze minister’. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Het verdient aanbeveling ook de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente Brummen (dhr. R. Bos) hiervan per direct in kennis te stellen.
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
Gebruikte literatuur Bakker, H. de & J. Schelling, 1987. Systeem van bodemclassificatie voor Nederland; de hogere niveaus. Wageningen. Berendsen, H.J.A., 2005. Landschappelijk Nederland. De fysisch-geografische regio’s. Assen. Berendsen, H.J.A., 2004. De vorming van het land. Assen (Fysische geografie van Nederland). Gemeente Rheden, 30-01-2006. Toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd dorpsgezicht Laag-Soeren gemeente Rheden (Gelderland) ex artikel 35 Monumentenwet 1988. Rheden Tol, drs. A., 2012, Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek Archeologie. Status: versie 2.0. Geactualiseerd op 4 december 2012. Versie 1.0 van deze leidraad is op 30 maart 2006 vastgesteld door het CCvD Willemse, N.W. 2004. Bebouwde kommen gemeente Rheden: Velp, Rheden, De Steeg, Ellecom, Dieren, Spankeren en Eerbeek. Een inventariserend archeologisch onderzoek., in: RAAP-rapport (Regionaal Archeologisch Archiverings Project, Amsterdam) 1071
Geraadpleegde websites: www.archis.nl; voor informatie over waarnemingen, vondsten, onderzoeken en GWT www.watwaswaar.nl; voor informatie historische kaarten www.ahn.nl; voor informatie hoogte en coördinaten www.dans.easy.nl voor rapporten http://www.gpscoordinaten.nl/converteer-gps-coordinaten.php voor converteren gps naar RD-coördinaten www.google.maps voor luchtfoto en gpscoordinaten www.atlasleefomgeving.nl voor informatie als vervanging van KICH www.Brummen.nl voor gemeentelijke informatie http://nl.wikipedia.org/wiki/Brummen) informatie over Brummen http://nl.wikipedia.org/wiki/LaagSoeren) informatie over Eerbeek http://geoweb.prvgld.nl/SilverlightViewer_1_8/Viewer.html?Viewer=Gelderse_OD_Achterhoe k voor provinciale kaarten en bodemgegevens http://ags.prvgld.nl/GLD.Atlas/(S(jafpg0mlvfcpvu55ikjunlau))/Default.aspx?applicatie=gelders checultuurhistorie provinciale kaart van gelderse cultuuratlas http://ags.prvgld.nl/GLD.Atlas/(S(rcrk2p55pepdijqlb2qr0y55))/Default.aspx?applicatie=Histori schEnArcheologie
21 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
BIJLAGEN
22 van 34
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
Bijlage 1: Plangebied huidige situatie met in het kader de geplande ontwikkeling
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
Bijlage 2:
Onderzoeken, Waarnemingen, Vondsten en Monumenten Bodemkaart, plangebied in het rode kader (bron: Archis2)
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
en
Project: BO en IVO Arche heologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente te Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/ A/130500
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachts tsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
Bijlage 3: Overzicht van geologische perioden en lijst met gebruikte afkortingen
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
Bijlage 4: Boorpuntenkaart
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
Bijlage 5: Boorprofielen
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project: BO en IVO Archeologie Soerense Zand Zuid 29 te Eerbeek, gemeente Brummen Kenmerk: EKU/DIR/HAMA/130500
ZK13.01954 - 14.008222 -
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Bijlage 4
Standaard waterparagraaf
Toelichting
Vastgesteld
43
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
datum 27-2-2014 dossiercode 20140227-10-8545 Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure) Algemeen Sinds 1 november 2003 is voor alle ruimtelijke plannen de watertoets verplicht. Het doel van de watertoets is waterbelangen evenwichtig mee te nemen in het planvormingsproces van Rijk, Provincies en gemeenten. Hiermee wordt een veilig, gezond en duurzaam watersysteem nagestreefd. De toets omvat het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende waterhuishoudkundige aspecten. Via de digitale watertoets is beoordeeld of en welke waterbelangen voor het plan relevant zijn. Boordeling In het plangebied liggen geen belangrijke oppervlaktewateren (zogenaamde primaire of A- watergangen), waterkeringen of gebieden die zijn aangewezen voor regionale waterberging. Dit betekent dat dit plan geen essentiële waterbelangen raakt. Op basis daarvan wordt door het waterschap voor het onderhavige plan een positief wateradvies gegeven.
ZK13.01954 - 14.008222 -
Aandachtspunten
Voor de verdere uitwerking en concretisering van de beoogde ontwikkeling, geeft het waterschap aan dat rekening gehouden
moet worden met een aantal algemene en gebiedsspecifieke aandachtspunten voor water. Algemene aandachtspunten Vasthouden - bergen - afvoeren Een belangrijk principe is dat een deel van het hemelwater binnen het plangebied wordt vastgehouden en/of geborgen en dus niet direct afgevoerd wordt naar de riolering of het oppervlaktewater. Hiermee wordt bereikt dat de waterzuiveringsinstallatie beter functioneert, verdroging wordt tegen gegaan en piekafvoeren in het oppervlaktewater (met eventueel wateroverlast in benedenstrooms gelegen gebieden) wordt voorkomen. Bij lozing op oppervlaktewater zal hiervan een melding gedaan moeten worden bij het waterschap. Grondwaterneutraal bouwen Om grondwateroverlast te voorkomen adviseert het waterschap om boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) te ontwerpen. Dit betekent dat aspecten zoals ontwateringsdiepte en infiltratie van hemelwater, beschouwd worden ten opzichte van de GHG. Het structureel onttrekken / draineren van grondwater is geen duurzame oplossing en moet worden voorkomen. Het waterschap adviseert de initiatiefnemer dan ook om voorafgaand aan de ontwikkeling een goed beeld te krijgen van de heersende grondwaterstanden en GHG. Eventuele grondwateroverlast is in eerste instantie een zaak voor de betreffende perceeleigenaar. Schoon houden - scheiden - schoon maken Om verontreiniging van bodem, grond- en/of oppervlaktewater te voorkomen is het van belang dat het afstromende hemelwater niet verontreinigd raakt. Dit kan door nadere eisen of randvoorwaarden te stellen aan bijvoorbeeld de toegepaste (bouw)materialen. Wij vragen de initiatiefnemer de beslisboom voor het afkoppelen van verhard oppervlak van ons waterschap toe te passen. Deze beslisboom is te vinden op onze website, -link-. Gebiedsspecifieke aandachtspunten Grondwaterfluctuatiezone Het plangebied ligt binnen de grondwaterfluctuatiezone, zoals die door de Provincie Gelderland is bepaald. Dit is een zone langs de flanken van het Veluwemassief, waar de grondwaterstanden naar verwachting op termijn zullen stijgen. Afhankelijk van de verwachtte stijging kan het raadzaam zijn daar nu rekening mee te houden, om daarmee toekomstig grondwateroverlast te voorkomen. Meer informatie over de grondwaterfluctuatiezone kunt u vinden op de website van de Provincie Gelderland. Tot slot Eventueel benodigde vergunningen worden niet binnen de watertoets procedure of met deze Digitale Watertoets geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden. Een watervergunning van het waterschap is bijvoorbeeld nodig voor het dempen en/of vergraven van watergangen, het lozen van water op oppervlaktewater en het onttrekken van grondwater. Informatie over een watervergunning kunt u vinden op de website van het waterschap (www.vallei-veluwe.nl/loket). Op www.omgevingsloket.nl kunt u een watervergunning aanvragen. Daarnaast kunt u telefonisch contact opnemen met het waterschap onder telefoonnummer 055 - 52 72 911. Wij wensen u succes met de verdere ruimtelijke planvorming en verzoeken u het voorontwerp bestemmingsplan naar ons te mailen [
[email protected]]. Heeft u vragen of opmerkingen over deze watertoetsapplicatie? Laat het ons per mail weten [
[email protected]]. Voor dringende watertoetszaken kunt u ons telefonisch bereiken op 055 - 52 72 911.
Disclaimer
ZK13.01954 - 14.008222 -
Team Watertoets, Waterschap Vallei en Vallei (i.o.)
Waterschap Vallei en Veluwe (i.o.) streeft ernaar om correcte en actuele informatie in deze watertoetsapplicatie aan te bieden. Aan het beschikbaar gestelde kaartinformatie kunnen geen rechten worden ontleend. Waterschap Vallei en Veluwe (i.o.) aanvaard geen aansprakelijkheid voor enige vorm van schade naar aanleiding van het gebruik of de informatie die via deze applicatie beschikbaar wordt gesteld. De WaterToets 2014
Regels
ZK13.01954 - 14.008222 -
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
3 3 5
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4
Bestemmingsregels Detailhandel - Tuincentrum Waarde - Archeologie verwachting hoog
6 6 8
Hoofdstuk 3 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7
Algemene regels Anti-dubbeltelregel Algemene gebruiksregels Algemene afwijkingsregels
11 11 12 13
Hoofdstuk 4 Artikel 8 Artikel 9
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel
14 14 15
Regels
Vastgesteld
2
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
Hoofdstuk 1 Artikel 1
Inleidende regels Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 plan: het bestemmingsplan Soerense Zand Zuid 29 met identificatienummer NL.IMRO.0213.BPBG700026-va01 van de gemeente Brummen; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen; 1.3 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de planregels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5 archeologische waarde: de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis; 1.6 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 1.7 bedrijf: een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen; 1.8 bedrijfswoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is; 1.9 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 1.10 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.11 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.13 detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten behoeve van verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; Soerense Zand Zuid 29
Regels
Vastgesteld
3
ZK13.01954 - 14.008222 -
1.12 bouwwerk: een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.14 gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.15 geluidwerende voorziening: een constructie of bouwwerk ten behoeve van de wering of het reduceren van geluid, zoals een geluidsscherm, geluidsscherm, schutting of een hiermee gelijk te stellen bouwwerk of constructie; 1.16 glastuinbouw: een activiteit waarbij het telen van gewassen in kassen plaatsvindt; 1.17 kampeermiddel: een onderkomen dat naar aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning, maar zonder een met de grond verbonden constructie en zonder plaatsgebonden karakter; 1.18 ondergeschikte horeca: niet-zelfstandige horeca, uitsluitend horeca die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is; 1.19 overkapping: een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts met één wand is omgeven; 1.20 peil: de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte maaiveld; 1.21 seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.22 tuincentrum: detailhandelsbedrijf dat is gericht op het bedrijfsmatig te koop aanbieden, al dan niet overdekt, van producten waarvan het hoofdaccent ligt op de volgende artikelen:
het kweken van bloemen en planten; (detail)handel in bloemen, planten, overige tuinartikelen en -benodigdheden en kleine huisdieren (zoals vissen, konijnen, hamsters en hiermee vergelijkbare kleine huisdieren); detailhandel in branchegerelateerde artikelen- en benodigdheden; verhuur van machines, gereedschappen en aanhangers ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van tuinen, het aanbieden van activiteiten op het gebied van tuinarchitectuur; alsmede ondersteunende horecafunctie(s) als nevenactiviteit van het tuincentrum in de vorm van het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren en/of niet-alcoholische dranken voor nuttiging ter plaatse.
Regels
Vastgesteld
4
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens: de kortste afstand van het bouwwerk tot de zijdelingse bouwperceelgrens; 2.2 bebouwd oppervlak van een bouwperceel: de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen; 2.3 bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.4 breedte, diepte c.q. lengte van gebouwen: tussen de buitenwerkse (hoofd)gevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren; 2.5 goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel met uitzondering van dakkapellen en wolfseinden; 2.6 inhoud van een gebouw: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.7
oppervlakte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: voor gebouwen: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren en/of het overkapte gedeelte, neerwaarts geprojecteerd tot op peil; voor bouwwerken zonder wanden of met één wand (open overkappingen en daarmee vergelijkbare bouwwerken geen gebouwen zijnde): de overdekte en/of bebouwde grondoppervlakte (gemeten loodrecht onder het dakoppervlak en/of bouwwerk);
2.8 verticale diepte: van het peil tot het laagste punt van het bouwwerk, fundering niet meegerekend; 2.9 ondergeschikte bouwdelen: bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 meter bedraagt.
Regels
Vastgesteld
5
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
Hoofdstuk 2 Artikel 3
3.1
Bestemmingsregels Detailhandel - Tuincentrum
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c.
een tuincentrum; ondergeschikte horeca tot een maximale oppervlakte van 150 m², met dien verstande dat een terras niet wordt meegerekend in de maximale oppervlakte; het telen van gewassen;
met de daarbij behorende: d. e. f. g. h. i. j. k. l.
2
terrassen tot een maximale oppervlakte van 30 m ; gebouwen en overkappingen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde; geluidwerende voorzieningen; tuinen, erven en terreinen; nutsvoorzieningen; groenvoorzieningen; waterhuishoudkundige voorzieningen; wegen, paden en parkeervoorzieningen.
3.2
Bouwregels
3.2.1
Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. b. c. d. e.
gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; (bedrijfs)woningen zijn niet toegestaan; de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen mag niet meer bedragen dan 2.800 m²; de goothoogte van gebouwen mag maximaal 6 m bedragen; de bouwhoogte van gebouwen mag maximaal 10 m bedragen.
3.2.2
Overkappingen
Voor het bouwen van overkappingen geldende de volgende regels: a. b. c. d. e. f.
overkappingen, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak gebouwd worden; de gezamenlijke oppervlakte aan overkappingen mag niet meer bedragen dan 550 m²; 2 de gezamenlijke oppervlakte aan vrijstaande overkappingen mag niet meer bedragen dan 100 m ; de gezamenlijke oppervlakte aan overkappingen gelegen buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen 2 dan 100 m ; de bouwhoogte van aangebouwde overkappingen mag maximaal 10 m bedragen; de bouwhoogte van vrijstaande overkappingen mag maximaal 3 m bedragen.
3.2.3
Bouwwerken, geen gebouw en geen overkapping zijnde
a. b.
bouwwerken geen gebouwen en overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak gebouwd worden; de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt 2 m, met dien verstande dat:
Soerense Zand Zuid 29
Regels
Vastgesteld
6
ZK13.01954 - 14.008222 -
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen en overkappingen zijnde gelden de volgende bepalingen:
1.
c. 3.3 a.
b.
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding 1' de bouwhoogte maximaal 1 m bedraagt; 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding 2' de bouwhoogte maximaal 2,35 m bedraagt; 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidwerende voorziening' de bouwhoogte maximaal 2,35 m bedraagt; de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde bedraagt 4 m. Specifieke gebruiksregels tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in artikel 3.1 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder de aanwezigheid van een geluidwerende voorziening ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidwerende voorziening'; in afwijking van het bepaalde onder a mogen de gronden en bouwwerken overeenkomstig de in artikel 3.1 opgenomen bestemmingsomschrijving worden gebruikt onder de voorwaarde dat binnen 2 maanden na inwerkingtreding van de omgevingsvergunning voor het onderdeel bouwen een geluidwerende voorziening wordt geplaatst.
Regels
Vastgesteld
7
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
Artikel 4
4.1
Waarde - Archeologie verwachting hoog
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie verwachting hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. 4.2
Bouwregels
4.2.1 De aanvrager van een omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld. 4.2.2 Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in artikel 4.2.1 genoegzaam blijkt dat: a. b.
er geen archeologische waarden zijn te verwachten of kunnen worden geschaad; schade door de bouwactiviteiten kan worden voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door het in acht nemen van aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften.
4.2.3 In de situatie als bedoeld in artikel 4.2.2, onderdeel b, kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden: a. b. c.
de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden; de verplichting tot het doen van opgravingen, of de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
4.2.4 Het bepaalde in 4.2.1 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op: a. b. c. d.
vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering; een of meer bouwwerken waarvan de totale te bebouwen oppervlakte kleiner is dan 250 m²; een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst, of een bouwwerk dat uitsluitend voor archeologisch onderzoek is bestemd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.
4.2.5 Indien het bepaalde in artikel 4.2.3, onderdeel c van toepassing is, wordt in de voorschriften geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.
Regels
Vastgesteld
8
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
4.2.6 Op een aanvraag die betrekking heeft op een terrein waarvoor reeds eerder een omgevingsvergunning is afgegeven, bedoeld in artikel 4.2.2, waaraan voorschriften zijn verbonden als bedoeld in artikel 4.2.3, is het bepaalde in artikel 4.2.4, aanhef en de onderdelen b en c, niet van toepassing. Burgemeester en wethouders kunnen in een zodanig geval bepalen dat de aanvrager een nieuw rapport moet overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld. Het bepaalde in de artikelen 4.2.2, 4.2.3 en 4.2.5 is van overeenkomstige toepassing.
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 4.3.1 Het is verboden om op of in de gronden bedoeld in artikel 4.1, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo, van bevoegd gezag (aanlegactiviteit) de volgende werkzaamheden of werken, niet zijnde bouwwerken uit te voeren: a. b. c. d. e. f.
afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage op een grotere diepte dan 30 cm; heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen; verlagen of verhogen van het waterpeil; aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen.
4.3.2 Het verbod als bedoeld in artikel 4.3.1 is niet van toepassing, indien de werkzaamheden of werken: a. b. c. d. e.
worden uitgevoerd voor het realiseren van een bouwwerk waarop artikel 4.2 van toepassing is; een oppervlakte beslaan van ten hoogste 250 m²; reeds legaal in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan; mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning of een ontgrondingvergunning, of ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.
4.3.3 De aanvrager van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.3.1, legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord is vastgesteld. 4.3.4 Bevoegd gezag verlenen de omgevingsvergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in artikel 4.3.3 genoegzaam blijkt dat: a. b.
er geen archeologische waarden zijn te verwachten of kunnen worden geschaad; schade door de werkzaamheden of werken kan worden voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door het in acht nemen van aan de aanlegvergunning verbonden voorschriften.
4.3.5
a. b.
de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden; de verplichting tot het doen van opgravingen; of
Soerense Zand Zuid 29
Regels
Vastgesteld
9
ZK13.01954 - 14.008222 -
In de situatie als bedoeld in artikel 4.3.4, onderdeel b, kunnen bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de aanlegvergunning verbinden:
c.
de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
4.3.6 Indien het bepaalde in artikel 4.3.5, onderdeel c van toepassing is, wordt in de voorschriften geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of werken. 4.3.7 Op een aanvraag die betrekking heeft op een terrein waarvoor reeds eerder een omgevingsvergunning is afgegeven, bedoeld in artikel 4.3.1, waaraan voorschriften zijn verbonden als bedoeld in artikel 4.3.5, is het bepaalde in artikel 4.3.2, aanhef en onderdeel b, niet van toepassing. Burgemeester en wethouders kunnen in een zodanig geval bepalen dat de aanvrager een nieuw rapport moet overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld. Het bepaalde in de artikelen 4.3.4, 4.3.5 en 4.3.6 is van overeenkomstige toepassing. 4.4
Wijzigingsbevoegdheid
4.4.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de voor 'Waarde - Archeologie verwachting hoog' aangewezen gronden geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien: a. b.
uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn; het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
4.4.2 Bij een besluit als bedoeld in artikel 4.4.1 geven burgemeester en wethouders de grenzen en de diepte aan waarvoor de gehele of gedeeltelijke verwijdering geldt.
Regels
Vastgesteld
10
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
Hoofdstuk 3 Artikel 5
Algemene regels Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Regels
Vastgesteld
11
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
Artikel 6
Algemene gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend: a. b. c.
d.
het gebruik en laten gebruiken van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen; het gebruik en laten gebruiken van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting; het gebruik en laten gebruiken van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden; de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen.
Regels
Vastgesteld
12
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
Artikel 7
Algemene afwijkingsregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a.
het bestemmingsplan ten behoeve van (bouw)projecten voor openbare (nuts)voorzieningen met een 2 maximum oppervlakte van 75 m , mits: 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan of onevenredige hinder of beperkingen oplevert voor aangrenzende of nabij gelegen functies of bestemmingen; 2. geen sprake is van onevenredige aantasting of afbreuk van natuur en landschap; 3. naar aard en schaal past in de stedenbouwkundige structuur en omgeving.
Regels
Vastgesteld
13
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
Hoofdstuk 4 Artikel 8
8.1 a.
b. c.
8.2 a. b.
c. d.
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan. Bij een omgevingsvergunning kan eenmalig worden afgeweken van sub a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. Overgangsrecht gebruik Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. Sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Regels
Vastgesteld
14
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
Artikel 9
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Soerense Zand Zuid 29'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van........................................
Regels
Vastgesteld
15
ZK13.01954 - 14.008222 -
Soerense Zand Zuid 29
eg m aw Tal Prof.
LEGENDA Plangebied
Plangrens
Bestemmingen
DH-TC
15
Detailhandel - Tuincentrum
27a
Eerbeekseweg
Dubbelbestemmingen
13
WR-AH
Waarde - Archeologie verwachting hoog
Bouwvlak
bouwvlak
Bouwaanduidingen
27
[sba-ea1]
specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding 1
[sba-ea2]
specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding 2
[sba-gwv]
specifieke bouwaanduiding - geluidwerende voorziening
3505
[sba-ea1] [sba-gwv]
3
Kerk
2834
[sba-ea2] Verklaring
1932 12 10 6
Ondergrond
8
1
2481
19
16
14
64 12
DH-TC
Trafo
7 10
6
E e rb e e k s e w
e g
WR-AH 8
NAAM
PLAN
Soerense Zand Zuid 29 (Tuincentrum de Vries)
4
. of Pr
Gemeente Brummen
n aa l et u H
NAAM GML-BESTAND
2
DATUM
11-9-2014
VAN
BLADEN
1 VAN 1
FORMAAT
A3
58
TEKENAAR
35
MvL
56
54
Best M ingenieursbureau Buiksloterdijk 338 1034 ZG 52
020 6338110
Amsterdam
www.bestm.nl
Bestemmingsplannen Twentepoort Oost 16A 7609 RG Almelo 0546 454466
www.bjz.nu
SCHAAL
1 :1000
ZK13.01954 - 14.008222 -
NL.IMRO.0213.BPBG700026-va01
60
BLAD