é
Nicolette Martel, Bascule Manon Mostert Uijterwijk, Virenze Mariken Braber, GGZ-Centraal en Het Lindehuis
Theoretische basis
Pope (1989): Zelfbeeld is de omschrijving die iemand geeft van zijn eigen eigenschappen en welke gevoelens iemand heeft over zichzelf. Optelsom van ik-ben-zinnen die zich afspelen in iemands hoofd en emoties die een persoon ervaart wanneer het zelf belicht wordt.
Probleemsamenhang Aanleg
Leergeschiedenis
Luxerende factoren
Probleem
Gevolgen en Instandhoudende factoren
Ontstaan
Zelfwaardering is een combinatie van objectieve informatie (daadwerkelijk falen of slagen) en subjectieve informatie (vooral beïnvloed door terugkoppeling van belangrijke anderen).
Ontstaan van negatief zelfbeeld Als het ideaalbeeld waar iemand zichzelf tegen afzet te ver verwijderd is van hoe een kind zichzelf waardeert, ontwikkelt zich een negatief zelfbeeld. Negatief zelfbeeld: gedachtepatronen die onevenredig negatief zijn en leiden tot sombere, angstige, verdrietige of boze gevoelens
Cognitieve model Aaron Beck (grondlegger in 1979): Gedachten zijn reactie op een stimulus, een situatie, beïnvloeden het gevoel en daarmee het daadwerkelijke gedrag en de reacties vanuit de omgeving die volgen. Gedachten zijn in feite resultaten van hetgeen we hebben geleerd door onze ervaringen. Model verder uitgewerkt door Judith Beck (1999), waardoor we nu verschillende niveaus van gedachten onderscheiden.
Schema van Beck (1999)
Kernovertuiging
Tussenliggende opvattingen
Situatie
Automatische gedachten
Gevoel
Gedrag
Cognitieve domeinen - Verantwoordelijkheid en schuld: ‘Ik ben schuldig’ - Controle: ‘Ik ben machteloos, hulpeloos’ - Zelfwaardering: ‘Ik ben waardeloos, stom, slecht’ - Kwetsbaarheid: ‘Ik ben zwak’ - Veiligheid: ‘Ik ben in gevaar’
BA, kernthema en Zelfbeeld Archief van kerngebeurtenissen…
Bijv. visuele representaties van vernederingen Lichaamshouding en mimiek Ik ben….. Anderen zijn…
CS
referentieel
US/UR-repr.
Sociaal
Kernthema
contact/ aandacht
‘Minderwaardigheid’
CR Somber
Behandeling Met cognitieve gedragstherapeutische technieken de keten doorbreken door:
• Bewust maken van negatieve automatische gedachten, die disfunctioneel (belemmerend) zijn • Ruimte maken voor helpender gedachten • Waardoor ruimte komt voor constructievere reacties
Weten dat - voelen dat • Bij evaluatie: cognitieve therapie – Argumenten voor en tegen negatief zelfbeeld
• Probleem soms – Ik weet het w el, maar ik voel het niet
• Traditionele interventies gericht op “ w eten dat” – Gedragsexperimenten • Nadruk op falsificeren (sequentiële) verw achtingen: men zal mij niet OK vinden • Maar zelfbeeld is vaak vooral referentieel: ik ben niet OK
• Alternatieve oplossing, gericht op “ voelen dat” – contraconditionering
Retrieval Hiërarchie Brewin (2006) Meerdere betekenissen: slechts 1 tegelijk actief
stom
eerlijk Ik zelf aardig betrouwbaar
De retrieval hiërarchie (Brewin, 2006) • Psychopathologie: adequate betekenis te laag in activeerbaarheids hiërarchie • Psychotherapie: door corrigerende ervaringen retrieval hiërarchie beïnvloeden • Zodat meest constructieve betekenis in de moeilijke context activeerbaar is
Voelbaar maken w at je al w eet (impact verhogen) • Vaststellen problematische zelfbeeld – Ik ben stom
• Vaststellen geloofw aardig tegenbeeld – Ik ben aardig
• Voelbaar maken functionele betekenis – Imaginatie (stimulus) • aardige momenten
– Zelfverbalisatie (betekenis) • Ik ben OK
– Motoriek (houding en expressie) (respons) • Zelfverzekerde, ontspannen houding
• Koppelen aan problematische situatie – Negatieve zelfbeeld situaties imagineren – Met positieve zin en houding
Hoe meet je dat? Naast het uitvragen: CBSK Competentie Belevings Schaal voor Kinderen 8-12 NPVJ Nederlandse PersoonlijkheisdVragenlijst Junior 9-16 PNG-k Positieve en Negatieve Gedachtenvragenlijst 8-13 FEEL kj 8-18 Kidsscreen 8-18
Doelgroep • Kinderen met een negatief zelfbeeld dat belemmerend werkt op het dagelijks functioneren • Leeftijd 9 tot 12 a 13 jaar • TIQ > 85 (VIQ > 90)
• Overwogen moet worden in hoeverre stoornissen als ADHD en ASS interfereren (reflectievermogen en motivatie van het kind)
Doelstelling Verbetering in het dagelijks functioneren Beter omgaan met moeilijke situaties. Zelfbeeld toetsen aan de realiteit, waardoor er een realistischer zelfbeeld ontstaat. Belemmerende cognities over de eigenwaarde of de competenties zijn hanteerbaar geworden of zijn afgenomen.
Hoe wordt de training gegeven? • Trainershandleiding • Werkboek kind • 10 Wekelijkse individuele sessies • Vaste opbouw sessies • Thuisopdrachten kind • Betrokkenheid ouders
Sessies ‘Ik ben oke’ 1. Wat gaan we doen? 2. Gevoelens hebben we allemaal 3. Iedereen kan verschillende gedachten hebben 4. Op het juiste spoor komen 5. Storende en helpende gedachten 6. Eigenschappen en overtuigingen
7. Helpende gedachten en helpend gedrag 8. Mijn film gebruiken 9. Help jezelf herinneren 10. Evalueren en vooruitkijken 11. Voorbeeld van een terugkomsessie
Uitleg cognitieve 5 G-model (DVD), inzicht in probleem waardoor er ruimte komt voor oplossingen
Sessie 4 Verschillende gedachten over 1 ding
Sessie 5: Opsporen van disfunctionele cognities en kernopvatting Als je een vaak terugkomende gedachte hebt dan kun je dat zien als een laatje dat steeds openspringt. Dat kan een fijne gedachte zijn, maar ook een storende. Een storende gedachte bezorgt je een rotgevoel. Jij bent in deze training omdat laatjes met storende gedachten te makkelijk open springen bij jou.
Techniek: Neerwaarste pijltechniek
Laatjes met fijne gedachten, die een zelfverzekerd gevoel geven, gaan bij jou te weinig open, alsof je de sleutel ervan bent kwijtgeraakt
Sessie 6 uitdagen negatieve gedachten formuleren helpende gedachten • • • •
Directief naar helpende gedachte Socratisch uitdagen Meerdimensioneel evalueren Contraconditionering
Sessie 7 Internaliseren en generaliseren van helpende gedachte en helpend gedrag. Mijn helpende film Contraconditionering: integreren van de positieve film
• Hartelijk dank • voor jullie komst • en jullie aandacht!