Speech Willem Smink, voorzitter College van Bestuur Opening Studiejaar 2015 - 2016 dd. 3 september 2015
“Goedemiddag. Ik ga het vandaag even hebben over het beleid. Ik zie al verschrikte gezichten. Maar het moet even. Dit is vermoedelijke de laatste opening studiejaar van de NHL, want als we op schema blijven zijn we volgend jaar gefuseerd. Dus nu kan het nog even. Een opening met beleid. Het rijksbeleid is kort voor de zomer opnieuw geformuleerd in de Strategische Agenda Hoger Onderwijs van minister Jet Bussemaker. De nota heet ‘De Waarde van Weten’ en hij verscheen praktisch op hetzelfde moment als ons ontwerp voor een nieuwe hogeschool van Stenden en NHL samen. Zoals bekend is dit studiejaar het leenstelsel of het studievoorschot ingevoerd. Op den duur –vanaf 2018- levert dit de rijksoverheid besparingen op. Volgens de minister een miljard, volgens critici zo’n 600 miljoen. Hoe dan ook, veel geld. De minister wil dat geld gebruiken voor een aantal kwaliteitsverbeteringen in het hoger onderwijs. De meest opvallende is die van het extra geld dat ze beschikbaar wil stellen voor 4.000 extra docenten. Daarmee moet meer kleinschalig en intensief onderwijs mogelijk worden. Zo’n 60% van het geld van het studievoorschot zal hieraan besteed gaan worden. Iedereen in het hoger onderwijs is hier blij mee. De afgelopen decennia is de deelname aan het hoger onderwijs enorm gestegen. Zo groeide de NHL met 30% in een kleine tien jaar. Maar per student is het bedrag gedaald. De werkdruk liep op omdat we zo veel mogelijk onze studenten hebben willen begeleiden in hun studie. Extra docenten zijn dus zeer gewenst. De minister wil verder het aantal lectoren (onderzoeksleiders) met 580 fte uitbreiden zodat er 1 lector op 720 hbo studenten kan worden aangesteld. Onderzoek was vroeger iets van de universiteit. Sinds 2001 doen we er steeds meer aan in het hbo. Bij de NHL hebben we nu een kleine 10 fte lectoraten. Dat zouden er met onze bijna 13.000 studenten en het extra geld van het studievoorschot dus 18 kunnen worden. En dat is naar mijn mening nog steeds veel te weinig. Ik zal uitleggen waarom ik dat vind. Eind 2013 verscheen het rapport ‘Naar een lerende economie’ van de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid. Daarin wordt geschetst dat het tempo van de technologische ontwikkeling enorm is gestegen en dat dit nog veel sterker zal gaan stijgen. Dat komt vooral door de wet van Moore. Die zegt dat de rekencapaciteit per dollar van computerchips per 18 maanden verdubbeld. De rekencapaciteit van een tegenwoordige smart Phone is groter dan die van een volwassen computer tien jaar geleden. Dit is het verschijnsel van exponentiele groei.
NHL Hogeschool. Vergroot je perspectief.
Niet of nauwelijks voorstelbare nieuwe ontwikkelingen zijn aan het ontstaan in deze ‘second machine age’ zoals twee hoogleraren uit Boston (Brynjolfsson en McAffee) dat noemden. The internet of things, de draadloze verbinding tussen apparaten die elkaar instructies geven krijgt vorm. Informatietechnologie dringt door tot in bijna alle sferen van het economisch en maatschappelijk leven. Via ICT ontstaan tal van nieuwe innovaties. En nieuwe business modellen die bestaande klassieke ondernemingen en organisaties oprollen, denk aan de taxi wereld en de hotelwereld. Nieuwe ideeën kunnen door informatietechnologie heel snel een groot marktbereik vinden. Er zijn maar weinig sectoren die hierbij buiten schot kunnen blijven. Daarom heeft de maatschappij belang bij een sneller reactievermogen op nieuwe ontwikkelingen. Sommige van die ontwikkelingen moeten we zien te stoppen of om te buigen, andere moeten we adopteren. Het is mooi om te zien hoe ver onze hogeschool inmiddels al gevorderd is met het verbinden van informatietechnologie aan andere sectoren. Zo hebben we communicatie, techniek en zorg verbonden met verschillende spraakmakende games. We zijn zelfs al gestart met een master op het terrein van zorg, welzijn en technologie, een onderwerp waar de minister veel belang aan hecht. De breedte van onze hogeschool met opleidingen in het technische, sociale, economische, communicatieve en educatieve domein hebben we weten te benutten voor nieuwe cross sectorale initiatieven. Friesland en Noord Nederland staan niet langs de zijlijn van de technologische revolutie. Integendeel. In Noord Nederland treffen het op één na sterkste cluster van high tech bedrijven van heel Nederland aan. We spreken zelfs over een region of smart factories. Smart facories zijn fabrieken die zo goed als foutloos produceren. De innovaties die daar op zijn gericht zorgen er voor dat de maakindustrie in onze regio weer nieuwe kansen krijgt. Philips Drachten is daar een treffend voorbeeld van. Deze vestiging is gegroeid doordat productie is teruggehaald uit het verre Oosten. Dat kon alleen maar door aanzienlijke investeringen in slimme productiemethoden. In deze regio hebben we nog steeds een werkloosheidsprobleem op te lossen. Het behoud en daarmee de verdere ontwikkeling van onze maakindustrie is dan van groot belang. Wij willen daarbij helpen. Zo dienen we momenteel twee onderzoeksprojecten in voor ontwikkeling van slimme productierobots en voor snelle analyse van grote databestanden. Samen met de industrie van het innovatiecluster Drachten. Onderweg naar nog meer smart factories. Al in 1997 versloeg de deep blue computer van IBM de grootmeester Gari Kasparov. Kasparov constateerde later dat combinaties van zelfs relatief eenvoudige computers en mensen die supercomputer alsnog konden verslaan. Het gaat niet alleen om hig tech en robots, maar om de combinatie ervan met menselijke creativiteit. Die combinatie is onverslaanbaar. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid spreekt in het rapport dat ik eerder noemde, van regionale centra van kenniscirculatie. En de minister onderschrijft het belang daarvan. In de strategische agenda zegt zij dat er een ‘verduurzaming van de relatie tussen bedrijven, maatschappelijke organisaties en instellingen moet komen’. Ook de organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling de OESO, zegt dit in een recent rapport: ‘er moet een versterking komen van de onderzoekscapaciteit van hogescholen omdat zij de kloof kunnen overbruggen tussen bedrijven met weinig of geen ervaring in innovatie enerzijds en de internationaal beschikbare kennis anderzijds’.
NHL Hogeschool. Vergroot je perspectief.
De minister constateert dat de relaties tussen de maatschappij en het hoger onderwijs veel te afhankelijk zijn van incidentele contacten tussen goedwillende docenten en mensen uit bedrijven en instellingen. Er moet meer structuur in die relatie, aldus de minister. En daar ben ik het van harte mee eens. Die structuur moet er komen aan de kant van de maatschappij: vraagarticulatie heet dat en dat moet binnen de regio’s zelf worden opgezet en daar werken we hier aan. En vanuit het hoger onderwijs en dat moet met meer onderzoeks- en valorisatie expertise. Een integrale visie van het rijk hierop, vanuit economische zaken en onderwijs gezamenlijk, ontbreekt hier in de strategische agenda. Met enkele miljoenen per jaar extra en de genoemde uitbreiding van lectoraten zijn we nog lang niet op het niveau waar we heen moeten. Nederland is een klein land. We hebben het geld niet om overal nieuwe doorbraaktechnologie te vinden. We moeten het hebben van het slim combineren van kennis en vaardigheden om de antwoorden te vinden op de sociale, ecologische en economische vragen van deze tijd. Lectoren, docent onderzoekers en door hen geïnspireerde studenten zijn de crux. De ‘waarde van weten’ (om de titel van de strategische agenda nog maar weer even aan te halen) zit in de maatschappelijke betekenis van toepasbare kennis. En die waarde neemt alleen maar toe. Ik kom nu nog even terug op die kleinschalige en intensieve onderwijsvorm waar de minister extra geld voor over heeft. Die kleinschalige leergemeenschappen of communities gaan er pas echt toe doen wanneer er onderwijs wordt gegeven aan de hand van vraagstukken uit de levende praktijk. Om dat voor studenten, docenten en de maatschappij werkelijk interessant te laten zijn, is een hoog niveau van kennisontwikkeling en –overdracht nodig. Om die connecties te kunnen leggen en onderhouden hebben we specialisten nodig en veel ICT. Specialisten die weten wat er speelt. Die de meest interessante partners in de regio en daarbuiten weten te vinden. Wat zou het fantastisch zijn om veel vaker dan we nu doen netwerken van partners in binnen- en buitenland te kunnen benutten waarmee koplopers en volgers elkaar verder helpen via de neutrale grond van ons hbo. Kleinschaligheid en specialisatie horen bij elkaar vandaag de dag. Zonder voldoende gespecialiseerde kennis en interessante netwerken verwordt kleinschaligheid tot kneuterigheid. Specialisten hebben een wiel uitgevonden en weten dat uit te leggen zodat alle anderen niet ook wielen hoeven uit te vinden. Hierin schuilt een hoofdreden voor de fusie tussen Stenden en NHL Hogeschool. Samen bouwen we dat regionale innovatiecentrum dat we elk apart op den duur niet op voldoende niveau krijgen. In ons fusie ontwerp is met dit doel voor ogen een model gekozen van ateliers en R&D eenheden. De ateliers zijn een vorm voor de kleinschalige werkleergemeenschappen, de R&D eenheden vullen daarop aan met specialistische kennis. Vanaf het eerste moment willen we studenten in contact brengen met interessante vraagstukken uit de praktijk. Zij zullen daardoor geïnspireerd worden om al doende te leren onder leiding van docent onderzoekers en lectoren. Onderwijs krijgt zo onmiddellijk betekenis. Het is goed te bedenken dat we in veel opzichten nu al vorm geven aan deze doelen. De NHL staat in de top zes van de gehonoreerde subsidieprojecten voor kennisvalorisatie van SIA RAAK. Daar bouwen we op voort.
NHL Hogeschool. Vergroot je perspectief.
Met de sterke positie van Stenden op het internationale vlak kunnen we onze positie verder uitbouwen. In de strategische agenda stelt de minister dat ze de 2% van het rijksbudget die bestemd is voor de zogeheten profilering en zwaartepuntvorming zal handhaven. Deze termen doelen op het vermogen van instellingen om een eigen identiteit vorm te geven. Het zal duidelijk zijn dat we gezamenlijk een aansprekende vorm van het motto think global, act local kunnen vinden. Het lijkt me dat de minister voor dat profiel extra middelen over zou moeten hebben. Geen enkele andere Nederlandse hogeschool heeft vestigingen in het buitenland. Op de fundamenten die Stenden op dit vlak heeft gelegd kunnen we verder bouwen. Zo wordt het brede aanbod van de NHL gekoppeld aan de buitenlandse footholds van Stenden. Volgens mij heeft Leeuwarden met de status van culturele hoofdstad van Europa in 2018 in het verschiet, een uitgelezen kans om ook de retourzijde van de buitenlandstrategie van onze instellingen te benutten. Voor Nederlandse studenten van buiten onze regio is een keuze voor Leeuwarden als studiestad vaak alleen aan de orde bij uniek aanbod dat we hier op enkele terreinen hebben. Voor buitenlandse studenten gaat het primair om een keus voor Nederland in combinatie met een specifiek studieaanbod. Dan heeft Leeuwarden net zo veel kans als Groningen. Vanuit China bekeken is het onderscheid tussen die twee steden praktisch nul. Nu al komen er veel buitenlandse studenten naar Leeuwarden. Het is interessant om te zien dat de masteropleiding watertechnologie bij Wetsus hier in Leeuwarden vrijwel volledig door buitenlandse studenten wordt bevolkt. Is dat erg? Nee, want die opleiding en de onderzoekslijnen die er bij horen krijgen er wel een bestaansbasis mee. En op den duur komen ook de Nederlandse schapen dan wel over de dam. De verdere internationalisering van ons hoger onderwijs kan kansen scheppen om de sterke punten van onze regio op het vlak van zorgtechnologie, watertechnologie, toerisme, agrobusiness, biomaterialen en biobased economy, high tech maakindustrie, bestuur en veiligheid, onderwijs en creatieve industrie verder uit te bouwen. Wij zijn dan ook blij met de belangstelling van de Rijksuniversiteit Groningen om een Friese Faculteit op te zetten in nauwe samenwerking met ons hbo. Wij verwachten daarmee een interessante partner te hebben voor masteropleidingen op de genoemde sterke terreinen en voor onze internationale profilering. Op een beperkt aantal thema’s internationaal interessant onderwijs en onderzoek aanbieden is nodig om ons aanbod op niveau te houden bij de afname van de instroom die er aan staat te komen in onze directe regio. Ook is de indruk dat Nederlandse studenten minder bereid te zijn om te verhuizen voor hun opleiding. Dat zou wel eens een effect kunnen zijn van het studievoorschot op de onderwijsdeelname. De bereidheid te lenen voor de huur van een kamer is niet heel groot, zo is de indruk. Dit jaar daalt voor het eerst sinds lange tijd, in lijn met het landelijk beeld, de instroom van eerstejaars bij onze hogeschool. Dat komt vooral door de rem op de pabo instroom en incidentele instroomdalingen bij enkele andere opleidingen. In totaal kunnen we echter toch weer tegen de 13.000 studenten verwelkomen.
NHL Hogeschool. Vergroot je perspectief.
Onder hen zijn excellente studenten, minder excellente studenten, gewone studenten, minder goeie studenten en studenten die de eindstreep naar alle waarschijnlijkheid nooit zullen halen. In de propedeuse is het zaak er zo snel mogelijk achter te komen wat er in zit bij onze studenten. En als het er niet in zit, dat ook op tijd te laten weten zodat mensen niet op een dood spoor terecht komen. Er is terecht veel aandacht in de Strategische Agenda van de minister voor talentontwikkeling. Wat is er mooier dan studenten te zien excelleren. Hier zoeken we dat bijvoorbeeld in crossectorale innovatie. Daar valt veel te halen voor nieuwe talenten: dwars door disciplines heen met originele oplossingen komen. Er is zelfs al een opmerkelijke locatie voor, de Blokhuispoort, een oude gevangenis in deze stad die nu tot zijn tegendeel wordt getransformeerd: een Friese Design Factory. En in ons eigen gebouw hebben we inmiddels het X-Lab. Baanbrekende innovaties, nieuwe startups daar moeten we het de komende tijd van hebben om welvaart en welzijn in deze regio op peil te houden. Daarbij is er ook aandacht nodig voor de iets minder goeie student. Daar zijn er namelijk vrij veel van. Studenten die last hebben van aarzelingen of remmingen, vaak ontstaan door onvoldoende maatschappelijk zelfvertrouwen. Of door leeftijdsgebonden neurologische knelpuntjes. Het is fantastisch om te zien hoe zij er dan in slagen om alsnog dicht bij hun eigen ambities en mogelijkheden te komen. We hebben gelukkig veel docenten in huis die weten hoe je dit doet. Persoonlijke begeleiding en slim opgebouwde curricula zijn essentieel. De spanningsboog van concentratie is misschien iets verkort. Uit de leerpsychologie weten we dat inspanningen langer worden volgehouden wanneer ze worden verdeeld over korte tijdseenheden en afgewisseld worden met beloningen. Dit noemen we tegenwoordig gamification en de nota van de minister besteedt er terecht aandacht aan. Zowel voor de excellente als voor de iets minder goeie studenten zullen we ons onderwijs moeten vernieuwen. Dat vraagt initiatief vanaf de basis en investeringen in nieuwe faciliteiten vooral op ICT gebied. Ook zo’n onderwerp dat we beter met de buren kunnen oppakken. Beste mensen. Dit is mogelijk het laatste studiejaar van NHL Hogeschool. Tenminste wanneer we het tijdschema van de fusie halen. Je moet weten waar je vandaan komt als je vooruit wilt kunnen kijken. Onze hogeschool bestaat in deze samenstelling 28 jaar. Er zijn hier zo’n 44.000 mensen afgestudeerd. We hebben daarmee en met vele onderzoeksprojecten veel betekend voor onze regio en de wereld daarbuiten. We hebben als één van de eerste hogescholen technologie, zorg, welzijn, communicatie en educatie slim verbonden. We zijn dit voorjaar ook nog eens geslaagd voor de instellingstoets, met vlag en wimpel nog wel. De koers die we met het fusieontwerp hebben uitgezet wordt ondersteund door de Strategische Agenda van de minister. We plaatsen hier en daar andere accenten. Als we daarvoor de ruimte krijgen en niet per procentpunt moeten verantwoorden waar welke fte precies voor wordt ingezet, dan hebben we daarmee een mooie westenwind in de rug. Mede namens mijn collega Jan van Iersel wens ik ons allen een mooi succesvol studiejaar toe!” Willem Smink College van Bestuur
NHL Hogeschool. Vergroot je perspectief.