Ngangula, een school in Afrika, verteld aan kinderen van de lagere school in Nederland http://www.aluka.org/action/showMetadata?doi=10.5555/AL.SFF.DOCUMENT.nizap2b00094
Use of the Aluka digital library is subject to Aluka’s Terms and Conditions, available at http://www.aluka.org/page/about/termsConditions.jsp. By using Aluka, you agree that you have read and will abide by the Terms and Conditions. Among other things, the Terms and Conditions provide that the content in the Aluka digital library is only for personal, non-commercial use by authorized users of Aluka in connection with research, scholarship, and education. The content in the Aluka digital library is subject to copyright, with the exception of certain governmental works and very old materials that may be in the public domain under applicable law. Permission must be sought from Aluka and/or the applicable copyright holder in connection with any duplication or distribution of these materials where required by applicable law.
Aluka is a not-for-profit initiative dedicated to creating and preserving a digital archive of materials about and from the developing world. For more information about Aluka, please see http://www.aluka.org
Ngangula, een school in Afrika, verteld aan kinderen van de lagere school in Nederland Author/Creator
Vroemen, Jac
Contributor
Singels, Han, Werker, Hetty, Willemsen, Ine
Publisher
Eduardo Mondlane Stichting (EMS)
Date
1974
Resource type
Books
Language
Dutch
Subject Coverage (spatial)
Angola, Zambia, Netherlands
Coverage (temporal)
1974
Source
Netherlands Institute for Southern Africa (NIZA)
Rights
By kind permission of the Nederlands instituut voor Zuidelijk Afrika (NiZA), incorporating the Eduardo Mondlane Stichting (EMS).
Description
Story of life at a school for Angolan refugees in Zambia. Written for Dutch children.
Format extent (length/size)
28 page(s)
http://www.aluka.org/action/showMetadata?doi=10.5555/AL.SFF.DOCUMENT.nizap2b00094
http://www.aluka.org
ngangula, een bc ice3 in 5.:..eir, rf ka
ngangula, een bc ice3 in 5.:..eir, rf ka verteldaankinderenvandelagerese','nederland 44 SJ
ngangula, een school in afrika verteld aan kinderen van de lagere school in nederland verteld en gefotografeerd door Jac Vroemen gemaakt door Han Singels, Hetty Werker en Ine Willemsen uitgegeven door de Mondlane-Stichting, Haarlem, 1974
Wat je hier ziet is een tekening in het zand. Het zand is de grond bij een school. Een heel andere school dan jij gewend bent. Deze school staat midden in een bos. Een van de kinderen van die school heeft deze tekening gemaakt. Ik denk dat het een soldaat is. Misschien wil dat kind later ook soldaat worden. Want in het land waar de kinderen vandaan komen, is het oorlog. De school ligt in Afrika. Zelf ben ik een vader. Mijn kinderen zitten op een school in Nederland. AFRIKA is een heel ander deel van de wereld. Een werelddeel. De kinderen van die school in Afrika wonen niet thuis. Ze zijn ook 's nachts waar de school is. Bij de school is een kamp. Pe kinderen en de onderwijzers slapen in tenten. Of in hutten. Het kamp heet NGANGULA. Ze kunnen niet naar huis. De huizen van hun ouders zijn heel ver weg. Veel huizen zijn verbrand. Er zijn maar een paar vaders en moeders hier bij de kinderen. Sommige kinderen zijn nog heel klein. Anderen zijn al groot. Alle kinderen zijn gevlucht. Ze moesten weglopen, uit het land van hun ouders. Veel ouders zijn doodgemaakt. Of anders zitten ze in de gevangenis. Daarom zijn de kinderen hier alleen, zonder ouders. Wel tweehonderd kinderen. Waarom kunnen ze niet naar een school in hun eigen land? Hun eigen land heet ANGOLA. Maar de school ligt in het land ZAMBIA. Als je een tijd door het bos II loopt, kom je in ANGOLA. Maar dat is gevaarlijk. Daarom blijven ze in ZAMBIA, een land dat bevriend is met het land van hun ouders. De kinderen zijn naar ZAMBIA gevlucht. Ze konden niet in ANGOLA blijven. Want ANGOLA is niet vrij. Er is, lang geleden, iets gebeurd. Vreemde mensen uit een ver land, PORTUGAL, zijn toen gekomen om de baas te spelen in ANGOLA. Nog steeds zijn er mensen uit PORTUGAL in ANGOLA. Ze houden ANGOLA bezet. De vaders en moeders moeten nu hard werken voor de
portugese bazen. Als ze dat niet doen, als ze eindelijk boos worden, worden ze geslagen. Of in de gevangenis gezet. Of doodgemaakt. Zo kon het niet langer. De vaders en moeders en de grote jongens en meisjes hebben gezegd: "Wij willen VRIJ zijn." Maar de portugese soldaten hebben geweren. En ze gooien bommen. Ze vernielen de huizen van de angolese mensen. Ze steken ook met hun bommen de velden in brand. Dan hebben de mensen geen eten meer. Je moet niet denken dat alle Portugezen slecht zijn. Maar er zijn slechte Portugezen die de baas spelen, en die rijk willen worden. Daarom laten ze de arme mensen van ANGOLA voor hen werken. En als die niet willen komt er oorlog. Daarom ligt de school in ZAMBIA. ZAMBIA is een vrij land. Daar zijn geen vreemdelingen de baas. ZAMBIA helpt de kinderen en de ouders van ANGOLA. Ze mogen zolang in ZAMBIA een school hebben. Tot II II 1 0 04 0 Nu het boekje even draaien! ANGOLA zelf weer vrij is. Daar hebben de Angolezen alles voor over. Ze vechten er voor. Ons land, NEDERLAND, moet hen ook helpen, vind ik. Net als ZAMBIA. Ik weet niet wat jullie vinden. Maar ik zal je foto's laten zien die ik gemaakt heb. En als je niet alles begrijpt, vraag je het maar op jouw eigen school. Of aan je ouders. Dit is de weg naar de school. Hij is niet hard. Doordat het veel geregend heeft, zitten er diepe kuilen in. Bijna bleef onze auto steken. m a 1 -M José speelt gitaar. Hij heeft hem zelf gemaakt, van een olieblik. Alle kinderen van ANGOLA kunnen zelf goeie muziek maken. En zingen en dansen. Omdat ook hun ouders het vaak doen. De grote mensen in ANGOLA dansen graag bij alles wat ze doen. Voor de mensen in Afrika is dansen net zo belangrijk als eten en drinken, misschien. 1 ~Mq W* 831 Nlok, -I En hier zijn we al in een klas. De kinderen zijn vrolijk, ze zingen een liedje. Met hun handen doen ze na wat ze zingen. Ze doen of ze in een auto zitten te sturen. Want ze zingen: "Als ons land vrij is, krijgen wij ook auto's." Snap jij dat? Bij ons
in NEDERLAND zijn er veel te veel auto's. Maar in ANGOLA hebben de mensen te weinig auto's. Vs Avonds bij het grote kampvuur. Iemand van de grote jongens mag vertellen, wat er gebeurd is in ANGOLA. Op de tafel staat de radio. De grote mensen zitten er vlak bij, en luisteren naar het nieuws. Elke avond mag een van de grootste kinderen er ook vlak bij zitten. Daarna mag dat kind de kring rondlopen, en vertellen wat het gehoord heeft. Als het iets vergeet, helpen de grote mensen hem. De kinderen slapen in een grote legertent. Best gezellig. Als het maar niet te hard stormt en regent ..... Ik mag logeren in een huis van leem. Het dak is van stro. De kinderen vragen of ik geen grote klok uit NEDERLAND kan sturen, om aan het huis op te hangen. Dan kunnen ze allemaal zien hoe laat het is. Nu kijken ze hoe hoog de zon staat, om te weten wanneer de klas begint. II Dit huis van stokken is een klaslokaal. Gemaakt van wat daar groeit. Ook de tafels om op te schrijven en de bankjes om op te zitten, zijn van aan elkaar gebonden stokken. Zie je het bord? Het dak houdt de felle zon tegen, en de zware regen. De open muren zorgen dat het koel blijft. Want het wordt daar véél warmer dan bij ons. Het is dus een goed klaslokaal. Maar, er zijn bijna geen schriften en potloden. En geen inkt of gum. Want die dingen maken ze daar nog niet. Wij hebben daar juist erg veel van. Er zijn mensen in NEDERLAND die potloden en schriften opsturen. Misschien kunnen jullie ze helpen. Aan een boom hangt een oud wiel. Zonder band. Het is nu de schoolbel. Als de onII
derwijzer daarop slaat met een stok, komen alle kinderen bij elkaar. Ze komen uit de tent, of uit het bos waar ze hout zochten, of uit de tuin die ze allemaal samen verzorgen. Want ze zorgen voor hun eigen eten. Dit is mijn vriend Costa. Hij heeft een baard. Hij is ook een vader. Als ANGOLA eens vrij is, zal hij zorgen dat er veel goede scholen komen. Want de mensen hebben hem nu al gekozen, om daarvoor te zorgen. De grootvader van Costa kwam uit PORTUGAL (daardoor heeft Costa een lichte huid). Maar Costa is in ANGOLA geboren. Als ANGOLA eens vrij is, kan iedereen er wonen. Of hij nu blank is of zwart, het geeft niet, of groot of klein, dat geeft ook niet. Als hij maar meehelpt. Hier staan de ouders die in het kamp zijn, Costa in het midden. En het kleinste jongetje van het kamp staat bij hem. Ze horen allemaal bij elkaar.
Dit zijn de onderwijzers. Ze zijn ook gevlucht voor de Portugezen. Zelf willen ze nog erg veel leren. Maar wat ze weten, leren ze al aan de kinderen. Dit is Zika. Zika zat al op de grote mensen-school. Maar toen de oorlog begon, is hij gaan helpen met vechten, tegen de Portugezen die ANGOLA bezet houden. (Ik zeg het nog maar eens: Er zijn ook veel Portugezen die dat niet goed vinden. ) Zika is kapitein. Hij voelt zich wel een beetje stoer, geloof ik. Met zijn soldaten heeft hij een kamp, dicht bij het kamp van de school. Zij kunnen de kinderen beschermen. 1 Ir ~1 944
De kinderen marcheren als ze naar de klas gaan, of allemaal samen naar de tuin, of naar het sportveld. Als de meisjes negen of tien jaar zijn, zijn ze misschien al getrouwd. In Afrika kan dat. En toch nog op school zitten. Trouwens, ook grote mensen gaan in Afrika nog wel eens naar school. Zouden grote mensen bij ons ook nog wel eens naar school gaan, denk je? De kinderen wennen er al vroeg aan, dat er oorlog in hun land is. En dat kan nog lang duren. Want de portugese bezetters willen nog niet weg uit ANGOLA! Ook in ons land, of in AMERIKA, wonen rijke mensen, die willen dat de Portugezen de baas blijven in ANGOLA. Ze willen er fabrieken bouwen. De zwarte mensen van ANGOLA moeten daar dan in werken. De rijke blanken die dat zo willen, betalen aan de zwarte mensen te weinig. Daardoor worden die blanken zelf nog rijker. Daarom zijn sommige rijke Nederlanders, en sommige rijke Amerikanen, en Duitsers, dikke vrienden met de rijke Portugezen die de baas spelen in ANGOLA. Daarom moeten deze kinderen van Ngangula misschien zelf ook nog vechten als ze groot zijn. Maar als ons land hen helpt, als wij van alles sturen wat zij nodig hebben, duurt de oorlog misschien minder lang. Een grote gebeurtenis! De grote auto uit de verre stad is in het kamp van de school aangekomen. We hoorden hem al van ver dreunen. De kinderen hoorden het veel eerder dan ik. (Ik hoor niet zo goed meer omdat ik in een stad woon). Nu wordt de auto uitgeladen. Er komen planken uit voor de school, van oude kisten. Daarmee kunnen betere tafels en bankjes gemaakt worden voor in de klas. De mensen van ANGOLA zijn zuinig. De auto is een kado van de mensen van RUSLAND aan de mensen van ANGOLA, die vrij willen zijn.
Afscheid. De grootste jongens maken muziek. Ik zeg: Ik zal over jullie vertellen. Want jullie mogen niet vergeten worden.
De Dr. Eduardo Mondlane-Stichting is opgericht in 1969. Zij steunt met geld en goederen de bevrijdingsbewegingen MPLA in Angola, FRELIMO in Mozambique en PAIGC in Guinee-Bissau. Door akties en voorlichting hoopt de MondlaneStichting te bereiken dat steeds meer mensen, en ook de regering van Nederland, de bevrijdingsstrijd zullen steunen. Mondlane-Stichting Hagestraat 10, Haarlem Telefoon: 023-321494 Giro: 1.884.800 Andere organisaties voor steun aan de bevrijdingsbewegingen: Angola Comité, voor onderzoek, informatie en aktie. Da Costastraat 88, Amsterdam. Telefoon: 020-183598 Medisch Komitee Angola, voor steun aan de medische diensten. Minahassastraat 1, Amsterdam. Telefoon: 020-936050 ~4_
de Mondla*we-Stichting, IýgLar lem, 19>