netwerkblad voor het platteland
STREEK nummer 1 maart 2008 Toekomst voor historische boerderijen Europees geld naar akkervogels? Jongereninitiatieven Netwerken in het platteland Professionalisering multifunctionele landbouw Megastallen
Erik Moesbergen: actief voor jongeren op het platteland
STR EE K IN ’T K O RT Knellende cofinanciering In verschillende Leadergebieden is melding gemaakt van knellende cofinancieringsregels voor de benutting van Leadergelden. Door de Nederlandse verplichting 1 euro Leaderbijdrage minimaal met 1 euro publiek geld (gemeente, provincie, rijk) aan te vullen, wordt gevreesd voor een afname van het aantal kleinschalige bottom-upprojecten. Voor dit soort projecten zou de zoektocht naar publieke middelen wel eens een onoverkomelijke hindernis kunnen zijn. Bovendien hebben innovatieve en experimentele projecten een lagere slagingskans omdat deze niet altijd in het vastgestelde overheidsbeleid passen, terwijl dat wel een voorwaarde is om in aanmerking te komen voor publieke middelen. Op deze wijze verdwijnt de mogelijkheid om projectvoorstellen in te dienen met 50% particuliere en 50% EU-middelen, zonder de noodzaak om nog middelen te vinden bij rijk, provincie of gemeente. Dit zet de Leaderwerkwijze onder druk. Het Netwerk Platteland heeft dit probleem, na een eerste initiatief van de PG Kromme Rijn, door middel van een brief aan het ministerie van LNV onder de aandacht gebracht.
Financiering van het landschap In verschillende delen van Nederland worden nieuwe constructies opgezet om het landschapsbeheer uit publieke en private middelen te financieren. De landschapsveiling van de Ooijpolder zal worden
2 STR EE K 1 08
De aandacht voor private financiering van landschapsbeheer groeit.
herhaald in Groesbeek. Het proefproject 'Boeren voor natuur' is vorig jaar van start gegaan in de Polder van Biesland bij Delft en op het Twentse landgoed Twickel bij Delden. Overijssel is begonnen met een proef met groene en blauwe diensten in Overijssel. Onderdeel is de storting van 250.000 euro in een fonds voor particulier natuurbeheer voor het Buurtschap IJsselzone Zwolle. Daar zat al ruim vier ton in, dankzij bijdragen van de gemeente Zwolle, waterbedrijf Vitens en Staatsbosbeheer. Dit vermogen wordt belegd en van de opbrengsten worden diensten in de natuur betaald. Op deze wijze moet de rand tussen de stad Zwolle en de IJssel groen blijven. Het Netwerk Platteland wil in het komende jaar extra aandacht besteden aan de publiek- private financiering van het landschap. Hiervoor wordt onder meer een Community of Practice en een informatiemiddag voorbereid. Meer informatie is te vinden op www.netwerkplatteland.nl.
Leadergebieden 2007-2013 bekend Dertig Leadergebieden hebben in de afgelopen maanden bericht ontvangen dat ze zijn erkend voor de nieuwe Leaderperiode 2007 -2013, en één gebied staat nog op de nominatie. De dertig gebieden zijn druk aan het bouwen aan het nieuwe fundament voor de nieuwe periode. “De energie gaat nu nog in andere dingen zitten dan we zouden willen, vooral administratie”, verzucht Elisabeth Koch. Leadercoordinator bij de provincie Noord-Brabant. “Voor de nieuwe periode is het nodig dat bepaalde zaken geregeld zijn zoals een toetsingskader, een Reglement van Orde
en de officiële provinciale regeling voor het POP2, de juridische basis eigenlijk. Daarbij komt dat we te maken hebben met een aantal veranderingen ten opzichte van de vorige periode. Zo is het op dit moment nog moeilijk om te zeggen waaraan toekomstige Leaderprojecten precies getoetst gaan worden. Ook is het lastig omdat we ons, samen met DLG en de Leadergroepen, afvragen of een project alleen aan de Leadereisen moet voldoen of dat een project langs een langere POP-meetlat wordt gelegd.” “Er is vorig jaar veel enthousiasme losgemaakt bij de Leadergroepen, dit moeten we wel vast zien te houden. De groepen willen nu eindelijk eens aan de slag. We willen graag onze energie stoppen in de zaken die we belangrijk vinden zoals het najagen van goede projecten, bottom-up werken, inspelen op nieuwe ontwikkelingen. Het is jammer dat dit nu nog even niet altijd lukt.” Ondertussen heeft de provincie Zuid-Holland de brief met de vraag naar nominatie van het laatste Leadergebied Leidse Ommelanden naar het ministerie van LNV gestuurd. Het Comité van Toezicht heeft al te kennen gegeven akkoord te gaan als dit gebied aan alle eisen voldoet, dan kan het 31e Leadergebied worden ingeschreven.
De Leadergebieden 2007 – 2013 Oost-Groningen Hoogeland Westerkwartier Midden Fryslân Zuidoost Fryslân Waddeneilanden Noardwest Fryslân Zuidwest Fryslân Noordoost Fryslân Zuidoost Drenthe Flevoland Rivierengebied Oost
Rivierengebied West Kromme Rijn Weidse Veenweiden Noordwest Overijssel Noordoost Overijssel Noordoost Twente Zuid Twente West Twente Salland Midden- en NoordZeeland Zeeuws Vlaanderen
Baronie Beerze-Reusel Maashorst en Meierij Kop van Noord-Holland Alblasserwaard en Vijfheerenlanden Krimpenerwaard Zuid-Hollandse Eilanden
Toekomst voor historische boerderijen Gemeenten moeten meer aandacht besteden aan het creëren van nieuwe functies in historisch waardevolle boerderijen. Op deze manier kunnen deze boerderijen worden behouden en ook gerestaureerd. De gemeenten kunnen dit beleidsmatig oppakken door hun bestemmingsplannen hierop in te richten en de papierwinkel te reduceren om nieuwe functies mogelijk te maken. Dit is in het kort de aanbeveling uit het project Nieuwe perspectieven voor Boerderij en Landschap. Het project is uitgevoerd in de Leadergebieden Zeeland Noord, Zeeland Zuid en Alblasserwaard Vijfherenlanden en is opgezet door Peter van Zutphen (adviseur Leader), samen met Sjoerd Veerman (Uitvoering Landschapsplan Alblasserwaard Vijfherenland) en Sandra Dobbelaar (Landschapsbeheer Zeeland). De resultaten van het project zijn te vinden in het boekje “Boerderij in perspectief”. Het boekje is leerzaam voor allen, die zich
vrijwillig of beroepsmatig willen inzetten voor behoud van de historische boerderijen. Het gaat in op het project, de problemen, de kansen en geeft vooral vele praktische tips om behoud en ontwikkeling van cultuurhistorisch waardevolle boerderijen te versterken. Er worden oplossingen geboden voor problemen, die in heel Nederland voorkomen.
Het boekje “Boerderij in perspectief “ is te bestellen bij: www.boerderijenerf.nl en bij www.landschapsbeheer.nl/zeeland prijs € 10,00 excl porto, 60 pagina’s, 30 mooie foto’s. Peter van Zutphen gaat verkennen of er behoefte is het project ook in andere gebieden uit te voeren. Ben je geïnteresseerd: mail naar
[email protected].
Deze boerderij uit de omgeving van Nisse is geheel authentiek; traditioneel voor de zak van Zuid Beveland. De schuur is van riet en houten potdekselwerk en heeft grote mendeuren. Geheel volgens Zeeuwse traditie zijn de randen rond de deuren witgemaakt.
Vroeger was voor elke boerderij in de Alblasserwaard een boenstoep aangebracht. Hier werden de melkemmers schoongemaakt in de sloot. Nadat ze hun functie verloren zijn veel van deze stoepen verdwenen. Nu worden ze meer en meer hersteld en hebben ze een functie als opstapplaats voor kano’s.
STR EE K 1 08 3
Gedeputeerde Douwe Hollenga © Foto’s Hollenga: Jur Bosboom & Marieke van Leeuwen
Europees geld, via de provincie, naar de akkervogels Het weidevogelbeheer en akkervogelbeheer hebben niet het resultaat dat veel boeren, natuurbeschermers en bestuurders graag zouden willen zien. In de praktijk loopt het aantal soorten nog steeds terug en ook de absolute aantallen gaan achteruit. De verandering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid zou daar wel eens een redding voor kunnen bieden, stelt de Groningse gedeputeerde Douwe Hollenga. Geef een deel van het Europese landbouwgeld direct aan de provincies en die zorgen er dan voor dat de gewenste maatschappelijke waarden gerealiseerd worden. “Onze ILG-werkwijze met bestuurlijke stuurgroepen en gebiedscommissies werkt goed en is een garantie dat het geld straks goed terechtkomt”, meent Hollenga. 4 STR EE K 1 08
De discussie in Groningen over akkervogels en het EU-beleid begon bij de constatering dat het, ondanks veel beleid en beheer, niet goed gaat met de akker- en weidevogels. Een onderzoek volgde en een analyse, en daaruit bleek dat de provincie ongeveer het twintigvoudige zou moeten uitgeven om daadwerkelijk de vogels te beschermen. En dat hebben we niet, zegt gedeputeerde Douwe Hollenga. “Ook onder het nieuwe regime van het ILG, nu we dus de rijksmiddelen voor het landelijk gebied beheren, kunnen wij niet zoveel geld reserveren voor de vogels. Die vrijheid hebben we misschien op papier wel, maar in de praktijk moeten we zoveel rijksdoelen realiseren dat er weinig beleidsvrijheid over blijft. Ik heb het dan over geld dat we in moeten zetten voor natuur, dus aankoop gron-
Gronings gedeputeerde wil landbouwgeld verdelen voor maatschappelijke waarden
den, inrichten en beheer EHS. Daarbinnen is niet veel ruimte voor eigen beleid. Dat betekent dus dat als we de vogels extra willen beschermen, en we dus meer willen uitgeven dan we voor de uitvoering van Programma Beheer krijgen, er gewoon meer geld van elders bij moet. Ik heb daarom gezegd dat we het geld voor de landbouwsubsidies daarvoor kunnen gebruiken. Subsidies worden namelijk voortaan gekoppeld aan maatschappelijke waarden. De Europese Commissie wil al dat vanaf volgend jaar jaarlijks 2 procent van de toeslagen die nu nog rechtstreeks naar de boeren gaan, anders worden ingezet. Die 2 procent zal ten goede moeten komen aan bijvoorbeeld natuur en landschap.” Hollenga snijdt hiermee de discussie aan over hoe het Europese geld uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in die nieuwe situatie verdeeld moet worden. “Ik ben het ermee eens dat de invoering van een aantal gebiedsgerichte GLB-subsidies voor milieu, natuur en landschap extra kwaliteit kan opleveren. Maar dan komt het moeilijke: hoe verdeel je dat geld in Nederland?” Er zijn heel veel mogelijkheden om dat geld te verdelen, zo liet een studie van het Milieuen Natuurplanbureau (MNP) en het Landbouw-Economisch Instituut (LEI) zien. Het kan gebruikt worden voor de extra ondersteuning van de Natura 2000-gebieden, nieuwe landschapselementen rondom de steden of voor de extra ondersteuning van de Nationale Landschappen. “Dat zijn principiële keuzes”, vindt Hollenga. “In de MNPLEI-studie is bijvoorbeeld bekeken wat er gebeurt als je het GLB-geld gebruikt om de Nationale Landschappen extra te ondersteunen. Het blijkt dat er dan nauwelijks nog geld in Groningen terechtkomt. Het enige Groningse Nationale Landschap is MiddagHumsterland en dat is relatief erg klein. In de praktijk zou dat betekenen dat de huidige akkerbouwsubsidies uit Groningen verdwijnen naar de Randstad.” Net als de aardgasbaten, voegt Hollenga daar fijntjes aan toe. “Ik denk dat we voor het inzetten van
dat geld veel beter onze huidige structuur van het Programma Landelijk gebied en het POP kunnen gebruiken. Want in het gebiedsgericht beleid proberen we juist ook al de verschillende doelen met elkaar te verbinden. Dus én natuur én landschap én landbouw, maar ook de sociaal-economische versterking. Samen met het geld van het ILG hebben we als provincie al een goede structuur om dat op te pakken.”
Geld inzetten waar het voor bedoeld is Groningen heeft de provincie verdeeld in vier deelgebieden. Daar zit telkens een bestuurlijke stuurgroep op en daar hangen Leadergroepen onder, of zoals in Centraal Groningen een regioteam dat werkt volgens de Leaderaanpak. Bij complexere gebiedsprojecten, projecten dus waar meerdere opgaven in samenhang opgelost moeten worden, stelt de provincie een gebiedscommissie in die vervolgens een gebiedsplan gaat opstellen. Dit loopt inmiddels al bijna 7 jaar, en volgens Hollenga naar ieders tevredenheid. In 2008 gaat een nieuwe periode in en volgens Hollenga zal de structuur grotendeels hetzelfde
“wat betreft de realisatie van de EHS en natuurbeheer hebben we weinig speelruimte om eigen beleid te maken.” blijven omdat het naar tevredenheid werkt. Voordat immers een gebiedscommissie wordt ingesteld, is er vaak al een groep mensen in het gebied bezig. Die inventariseren de wensen en opgaven en bij de instelling van een gebiedscommissie is duidelijk wat er te doen staat en wat de budgetten zijn. “Wij zijn daar dus als provincie altijd wel bij betrokken, al is het maar via het instellen van de commissie zelf.
Maar de bemoeienis en invloed is afhankelijk van de opgaven. Voor sociaal-economische vitalisering binnen het Programma Landelijk Gebied hebben we gelukkig veel EU-POP-geld en ook provinciaal geld tot onze beschikking, dit geldt ook voor bijvoorbeeld de structuurversterking van de landbouw. Maar zoals ik al zei, wat betreft de realisatie van de EHS en natuurbeheer hebben we weinig speelruimte om eigen beleid te maken. Als dat budget groter wordt, bijvoorbeeld door de landbouwgelden ook in te zetten voor natuurbeheer, wordt dat anders. We zitten hier bijvoorbeeld ook met de vele wierden, de terpen van Groningen. Cultuurhistorisch bijzonder interessant, maar we hebben er geen geld voor om die te bewaren en goed te beschermen. Met het Europese geld erbij zou dat wel kunnen. We hebben vlakdekkend voor de hele provincie al landschapsontwikkelingsplannen, maar voor de uitvoering is nog onvoldoende geld”, vindt Hollenga. “Ik denk dus dat we als provincie goed in staat zijn om heel gebiedsgericht op een goede manier het Europese geld via de gebiedscommissies in te zetten waar het voor is bedoeld.”
STR EE K 1 08 5
STR EE KBEW O NERS Ook de jeugd van tegenwoordig heeft hart voor de streek. Op deze pagina's vier voorbeelden van jongeren die zich inzetten voor hun stukje platteland.
MOVIE TOUR IN BORSELE tweede vrijdag van de maand rijdt een bus langs de dorpen van de gemeente Borsele. Jongeren kunnen voor € 10 meerijden naar Cine City, een bioscoop in Vlissingen. De prijs is inclusief bioscoopkaartje en terugreis.”
Wat is de aanleiding voor dit project? Wie ben je? “Ik ben Marlies Eestermans (20) en zit in de Jongerenraad van de gemeente Borsele in Zeeland. Het is een grote, gezellige groep jongeren die allemaal vrijwillig meedenken en helpen met het organiseren van evenementen.”
Aan welk project doe je mee? “Ik heb het project 'Movie tour' van de grond getild. Ons eerste idee was een drive-in bioscoop. Dat bleek echter niet haalbaar. Onder het motto 'als je de bioscoop niet naar de jongeren kan brengen, dan maar de jongeren naar de bioscoop' ontstond het idee van de Movie tour. Iedere
“Het openbaar vervoer binnen onze gemeente rijdt tot 6 uur. Een avondje stappen in Vlissingen wordt dan wel lastig. De Movie tour is dus ideaal! We hebben wel een maximum leeftijd van 24 genomen, want de bus is echt bedoeld voor de jeugd. Tot onze verrassing blijken ook ouderen zich aangesproken te voelen door dit initiatief. Zij zijn immers,
net als jongeren, vaak afhankelijk van het openbaar vervoer.”
Hoe ziet jouw toekomst op het platteland eruit? “Oef, da's een goeie vraag. Het is een nadeel dat je wat ver van de stad woont en taxi's (te) duur zijn om na een avondje stappen thuis te komen. Ik heb er ook een hekel aan dat iedereen over elkaar praat, maar het heeft ook zijn charmes. De dorpsfeesten zijn gezellig en er is altijd wat te doen. Ik ben er stilletjes toch wel verliefd op geworden...”
BLIQSEM: JONGERENRAAD VAN BOARNSTERHIM Wat is de aanleiding voor dit project?
Wie ben je? “Mijn naam is Bram de Groot, ik ben 18 jaar oud en woon in Grou. In het dagelijks leven volg ik de opleiding Juridisch Medewerker Openbaar Bestuur op het Friesland College in Leeuwarden.”
6 STR EE K 1 08
Aan welk project doe je mee? “Sinds half 2007 ben ik voorzitter van Bliqsem, de onafhankelijke jongerenraad in Boarnsterhim. Ik doe dit omdat politiek mij erg interesseert. Ik vind het belangrijk dat jongeren betrokken worden bij de politieke besluitvorming.”
“De aanleiding van dit project is dat wij de jongerenparticipatie in onze gemeente willen bevorderen. We vinden dat er te veel OVER jongeren wordt gesproken in plaats van MET jongeren. Bliqsem is de spreekbuis van jongeren richting de burgemeester en wethouders en wij hebben ook regelmatig contact met de politieke partijen van Boarnsterhim. Wij praten over de sportvoorzieningen in de dorpen, de sluitingstijden van de horeca, betaalbare woningen voor jongeren en dat soort dingen.”
Hoe ziet jouw toekomst op het platteland eruit? “Geen idee. Het is niet zo dat ik hier per se wil blijven. Ik denk dat het goed is dat je een deel van je leven doorbrengt in 'de grote stad'. Maar het bevalt mij hier prima.”
WWW.MOVIEYOURSELF.COM Wie ben je? “Ik ben Rinus van der Veen, 17 jaar en ik woon in Pingjum. Dat is een klein plaatsje in Friesland.” Aan welk project doe je mee? “Ik deed mee aan 'Jongeren brengen hun leefomgeving in beeld', een project van de gemeente Wunseradeel. Jongeren vinden het leuk om hun tijd met elkaar door te brengen. Zij doen dit vaak op een vaste hangplek
en dat geeft soms overlast. Ik heb een groep jongeren in Makkum gesproken die altijd op dezelfde plek zo'n beetje rondhangen. We hadden een camera mee en we hebben vragen gesteld. Over wat ze precies wilden, hoe hun eigen hangplek eruit zou moeten zien, of er wel eens tegen hen gezegd werd dat ze overlast veroorzaakten, of ze wel eens aangesproken werden door de politie, hoe ze met andere
groepen jongeren in Makkum omgaan en zo. Ze willen heel graag een eigen plek ergens in het dorp. Niet midden in een weiland of zo, want daar is niets te doen. Gewoon een pleintje met wat bankjes, misschien een overkapping en een sportveldje of basketbalveld erbij zou ook leuk zijn.”
Hoe ziet jouw toekomst op het platteland eruit? “Ik weet niet of ik mijn hele leven op het platteland blijf wonen. Maar mocht ik toch eerst ergens in een stad gaan wonen, dan ga ik altijd weer terug.” Kijk voor alle filmpjes op www.movieyourself.com
Wat is de aanleiding voor dit project? “De gemeente wilde weten wat jongeren nou precies bezig houdt. Dus wat je hobby's zijn en wat voor naschoolse activiteiten we ondernemen. Het ging allemaal via mijn school in Bolsward. En we werden goed begeleid door onze docenten en een programmamaker.”
PJGU: ONTSPANNING VOOR JONGE BOEREN Wie ben je? “Ik ben Erik Moesbergen (25) en woon in Renswoude. Ik werk bij een handelsonderneming voor technische apparatuur. In mijn vrije tijd ben ik regelmatig onderweg met mijn eigen driveinshow, maar de meeste tijd steek ik in de Platteland Jongeren Gemeenschap Utrecht, oftewel de PJGU (www.pjgu.nl), waar ik voorzitter van ben.”
Aan welk project doe je mee? “De PJGU is vooral
Wat is de aanleiding voor dit project?
een ontspannende vereniging voor jonge boeren uit de omgeving. Onze groep telt zo'n 400 leden. Wij organiseren allerlei agrarische activiteiten. Zoals cursusavonden, vee beoordelen en behendigheidswedstrijden met de trekker, maar ook sportactiviteiten en dansavonden die héél goed bezocht worden. Denk daarbij aan niks meer en minder dan een schuur of tent, bar erin, podium, muziek en feesten maar!”
“Ontspanning voor jonge boeren in de omgeving.”
Hoe ziet jouw toekomst op het platteland eruit? “Die heeft volgens mij twee kanten. In onze omgeving heb ik al veel 'ruimte-voorruimte'-regelingen voorbij zien komen. Maar ik zie ook boeren die fors investeren om te kunnen groeien. En zo houden we dus alleen grote bedrijven over.
Is dit goed of niet? Een boer is een ondernemer. Als je niet investeert in je bedrijf, investeer je dus ook niet in de toekomst. En stilstaan is achteruitboeren. Volgens mij ziet de toekomst voor de boeren die willen groeien er rooskleurig uit. Natuurlijk worden er steeds meer regels bedacht of bestaande regels aangescherpt, maar dat geldt voor elke branche. Daar moet je creatief mee omgaan.”
STR EE K 1 08 7
Netwerk Platteland staat voor een stevige uitdaging
Bindt, doet, prikkelt en verrijkt. Dat zijn de woorden die het nieuwe Netwerk Platteland bij zichzelf vindt passen. In een gesprek met Marga de Jong en Martine van Meekeren, beiden lid van het Netwerkteam, keren ze dan ook regelmatig terug. De beide vrouwen zijn enthousiast over de enorme dynamiek die op het platteland te vinden is. “Er gebeurt zo veel op allerlei gebied, onze armen zijn haast te kort!”, aldus projectleider Marga de Jong.
Het team van Netwerk Platteland staat voor een stevige uitdaging. Het zal van Leadernetwerk moeten uitgroeien tot een breed plattelandsnetwerk. Lag bij het Leaderprogramma de afgelopen zes jaar de nadruk op recreatie en leefbaarheid, nu zijn daar het versterken van de economische structuur en van natuurwaarden ook in de landbouw - aan toegevoegd. Een en ander is neergelegd in het PlattelandsontwikkelingsProgramma 2 (POP2), dat vorig jaar is gestart en loopt tot 2013.
De kunst van het verbinden Marga de Jong: “Deze verbreding is een Europese keuze en in onze ogen helemaal terecht. Plattelandsontwikkeling is namelijk méér dan alleen leefbaarheid. Het is
8 STR EE K 1 08
ook economie, ook natuur en ook landbouw. Het begrip platteland is daarmee heel breed geworden en we hebben die volle breedte hard nodig! Willen we echt komen tot gebiedsontwikkeling, dan ligt het voor de hand dat we iedereen die een rol te spelen heeft bij dit proces betrekken. Daarbij is de kunst van het verbinden enorm belangrijk.” Het nieuwe Netwerkteam is een afspiegeling van deze verbreding. Er is heel bewust voor gekozen om het Netwerkteam samen te stellen uit vijf organisaties die samen deze breedte dekken. “Daarmee willen we laten zien dat we een integrerende werkwijze voorstaan,” licht Martine van Meekeren toe. Op de vraag wat voor hen de belangrijkste uitgangspunten van het Netwerk Platteland zijn, antwoordt De Jong zonder aarzelen: “Inhoud, visie en inspiratie, als tegenwicht tegen de taaie subsidietrajecten. We zijn géén adviesbureau en we hebben ook niet de ambitie om op alle vragen antwoorden te weten. Nee, dit verse team wil prikkelen, gaat op zoek naar goede en innovatieve initiatieven en naar best practices. We stimuleren het uitwisselen van ervaringen en verbinden de praktijk met de wetenschap en met overheidsbeleid. En bovenal willen wij inspireren en de stem van de praktijk laten horen.”
In 2008 in actie Het Netwerkteam gaat jaarlijks een actieplan vaststellen. Wat zijn de te verwachten acties voor 2008? Van Meekeren: “We hebben drie thema's benoemd. Het eerste thema is jongeren die actief zijn op het platteland. Na een eerste brainstormsessie gaan we daarvoor in de komende maanden concrete activiteiten organiseren. We gaan ook aan de slag met de relatie tussen de stad en het platteland. Ons uitgangspunt is daarbij niet de plattelandsbewoner zoals je misschien zou verwachten, maar juist de stadsmens. Het platteland is namelijk gebaat bij kennis over de wensen die stadsmensen hebben. Want daar kunnen we dan bij aansluiten. Denk bijvoorbeeld aan bed&breakfast, de aanleg van wandelpaden of zorg op het landbouwbedrijf. De stad en het platteland moeten wat ons betreft on speaking terms zijn met elkaar.” Het derde thema voor 2008 is de
Marga de Jong (50) werkt bij ETC
Martine van Meekeren (33)
en is coördinator van het team dat het
is vanuit haar werk bij het Centrum voor
Netwerk Platteland faciliteert. “Dit sluit
Landbouw en Milieu (CLM) lid van het
helemaal aan bij waar ik mee bezig was.
Netwerkteam. “Als boerendochter en
Sterker nog, het combineert al mijn
sociaal wetenschapper vind ik het interes-
werkervaring van de afgelopen 30 jaar!
sant om te zoeken naar de wisselwerking
In de 70-er jaren werkte ik bij de CBTB,
tussen wetenschap en praktijk en vice
waarna ik jarenlang ontwikkelingswerk
versa. Het is boeiend om te zien hoe men-
heb gedaan in Afrika en Azië. Toen ik
sen omgaan met natuurbeheer en land-
terugkwam in Nederland werd het eer-
bouw en ik ben altijd nieuwsgierig naar
ste Leaderprogramma geëvalueerd. Een
wat hen drijft.”
feest van herkenning. Mensen weten zo veel en er is zo veel kennis. Als je die bij elkaar weet te brengen… dat werkt altijd.”
financiering van het landschap. Veel gemeenten en gebiedscommissies worstelen met dezelfde problematiek, namelijk de zoektocht naar voldoende financiële armslag voor hun plannen met het platteland. Daar springt het Netwerk op in met een actieve praktijkkring waar erg veel animo voor is. Er blijkt namelijk heel wat mogelijk, als je de juiste mensen maar bij elkaar krijgt.
erg goed in het denken in hokjes en sectoren, maar nu moeten we sectoroverstijgend aan de gang. We hebben ruimte nodig voor creativiteit en om te experimenteren”, aldus De Jong. “Ik zie hier echt een bemiddelaarsrol voor ons weggelegd; groepen met elkaar verbinden en bemiddelen tussen partijen en overheden. Laat ons als Netwerk Platteland dan de smeerolie tussen de partijen zijn.”
Smeerolie Mede namens de provincies en de Europese Commissie is het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit opdrachtgever van het Netwerk Platteland. Elk kwartaal voeren de beide partijen overleg, waarbij het de twee Netwerkleden opvalt dat de ambtenaren van het ministerie sterk betrokken zijn. Er is vooral veel visie op de samenwerking stedelingen-plattelanders. De Jong en Van Meekeren hopen dat het ministerie van LNV een ambassadeursrol kan spelen in de samenwerking met andere overheden - ministeries, maar ook provincies en gemeenten - want er zijn tal van ideeén die zij nu nog zien stranden op onbegrip of regelgeving, terwijl het platteland juist gebaat is bij nieuwe wijzen van samenwerking. “We zijn in Nederland
Netwerk Platteland De taken van het Netwerk Platteland worden uitgevoerd door een team mensen afkomstig van: ■ ETC Adviesgroep Nederland ■ CLM Onderzoek en Advies ■ Movisie ■ Aequator Groen & Ruimte ■ Communicatiebureau de Lynx
STR EE K 1 08 9
Foto: Omke Oudeman
Op de grens van een familiebedrijf Aan het woord is Albert van Burgsteden (45), melkveehouder in Een (Drenthe). We hebben hem om commentaar gevraagd op de toekomstvisie op de veehouderij van minister Verburg uit januari (zie kader). Van Burgsteden heeft een bedrijf met 120 melkkoeien, een miljoen liter melk, 66 hectare grond in eigendom en 30 hectare in pacht bij Natuurmonumenten. Hij gebruikt het botanische natuurland voor zijn jongvee. Hij kent de melkveehouderij in de drie noordelijke provincies goed door een deeltijdbaan bij DLG. Daarnaast is hij onder meer aangesloten bij de Melkveeacademie. “Als ik de brief van de minister lees, dan lopen we op ons bedrijf redelijk in de pas. Ik denk dat de gangbare veehouderij ook gewoon de kant op beweegt die minister Verburg wil. Sterk is vooral dat ze alleen maatschappelijke randvoorwaarden wil formuleren, en dat je als boer vervolgens vanuit je ondernemerschap je weg moet zoeken. Dat is heel positief, want alles tot in de puntjes regelen lukt niet, dat hebben we in het verleden wel gezien. Ik heb natuurlijk wel vragen. De ambitie voor de veehouderij als producent van energie gaat volgens mij te ver. De honorering van maatschappelijke diensten blijft een teer punt, daar doet ze geen harde uitspraken over. Ook houdt ze de rol van Brussel en de wereldhandelsorganisa-
10 STR EE K 1 08
“De landbouwsector staat nu veel meer in de samenleving dan vroeger. Er zijn zoveel jonge stellen, hoog opgeleid, die samen de boerderij runnen én allebei buitenshuis werken. Zij zijn gewoon zelf die samenleving, dus het voldoen aan maatschappelijke wensen komt veel minder 'van buiten' dan vroeger”.
tie WTO te vaag. Alles wat je in Nederland doet heeft consequenties voor je rol in Europa en daarbuiten, en voor de ondersteuning vanuit Brussel. In de afgelopen jaren zijn wij evenwich-
In januari 2008 stuurde minister Verburg haar toekomstvisie op de veehouderij naar de Tweede Kamer. Ze mikt op een 'in alle opzichten duurzame veehouderij' in 2022. Dat houdt in een veehouderij die produceert met respect voor mens, dier en milieu waar ook ter wereld. De minister wil samen met alle betrokkenen gaan aansturen op een veehouderij die kwaliteitsproducten levert en concurrerend is, die milieuverliezen minimaliseert, energie levert, en werkt met gesloten kringlopen op het niveau van WestEuropa. Ook qua dierenwelzijn en beheer van landschap en natuur dient de veehouderij het gewoon goed te doen.
tig gegroeid, en we komen nu langzaam aan de grens van wat wij als familiebedrijf aan arbeid kunnen rondzetten. Op een gegeven moment is rustig verder groeien niet meer mogelijk. Dan moet je grotere sprongen maken, bijvoorbeeld door een maatschap te beginnen, door samen te voegen of door een heel bedrijf over te nemen. Veel boeren komen in de nabije toekomst op dit punt. Dit is een onzekere factor. Passen zulke grote bedrijven nog wel in het landschap? Als je koeien wilt weiden is een hele grote huiskavel rond je erf gewoon essentieel, ook als je 200 koeien hebt. Vind zo'n plek maar eens in Drenthe. Dit kan voor de toekomst wel eens een groter struikelblok zijn dan de visie van de minister.” De brief van de minister is te vinden op www.minlnv.nl
Inte r vie w
column
GERARD VAN SANTEN directeur Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei
'Multifunctionele Landbouw moet een echte sector worden' De kansen van multifunctionele landbouw worden in Nederland nog te weinig benut, vond de Tweede Kamer. De minister van LNV heeft daarom eind 2007 de Taskforce Multifunctionele Landbouw in het leven geroepen, om zo de verbrede landbouw uit te laten groeien tot een vitale sector. Marktontwikkeling, ruimte voor bedrijfsontwikkeling, versterking van ondernemerschap en ontwikkelen en delen van kennis. Dat zijn de doelstellingen van de Taskforce. “Na jaren van pionieren op individueel en regionaal niveau, is de tijd rijp voor een opschaling en professionalisering. Zowel aan de kant van de sector, de overheid als de markt”, vindt Maarten Fischer, programmaleider van de Taskforce. Om te beginnen is het begrip multifunctionele landbouw afgebakend. Fischer: ”Activiteiten die daar onder vallen zijn zorglandbouw, educatie, recreatie en toerisme, kinderopvang, agrarisch natuurbeheer en directe verkoop van streekproducten. Paardenhouderij of energieproductie rekenen we er bijvoorbeeld niet toe.”
“Dat kan bijvoorbeeld een zorgverzekeraar zijn die een programma voor managers met een burn-out opneemt in de polis”, legt Fischer uit. De doelstelling 'ruimte voor bedrijfsontwikkeling' heeft onder andere betrekking op de bestemming van agrarische grond. Nieuw ontwikkelde activiteiten vallen vaak niet onder de agrarische bestemming en dat geeft geregeld problemen met de gemeente. “We willen komen tot een gemeenschappelijke visie van VROM en LNV over wat er kan vallen onder de agrarische bestemming”, aldus Fischer. “We gaan ook in verschillende provincies pilots opzetten om te kijken welke juridische gereedschappen we bijvoorbeeld kunnen gebruiken binnen de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, die 1 juli van kracht wordt.” Voor een goede kennisuitwisseling wordt er een 'Kennisnetwerk Multifunctionele Landbouw' opgezet, dat binnen een breder initiatief 'Kennisnetwerk Vitaal Platteland' zal bijdragen aan sectoroverstijgende kennisuitwisseling en samenwerking. De taskforce heeft daarom ook vroegtijdig samenwerking gezocht met het Netwerk Platteland. “We Markt, ruimte voor willen bijvoorbeeld samen ontwikkeling, kennis een kennisbank opstarten”, De kern van de Taskforce ligt zegt Fischer. “Verder zullen bij de ontwikkeling van een we zoveel mogelijk samen vitale markt voor multifuncti- optrekken in de communicaonele landbouw. Daartoe zal tie en in de regionale aspecde Taskforce marktpilots ten van plattelandsontwikkeondersteunen voor bijzondere ling en de multifunctionele product-marktcombinaties. landbouw.”
Afgelopen week mocht ik, samen met anderen, reageren op de stelling of de reconstructie daadwerkelijk tot verandering leidt. De reacties waren divers en, eerlijk gezegd, in mijn ogen teleurstellend. Ze concentreren zich vooral op het aantal bedrijfsverplaatsingen dat achterblijft en waar te weinig geld voor is. Tja, en dan denk ik: “Leef ik in een andere wereld of is ons gebied zo bijzonder?” Ik vind dat de reconstructie in de Gelderse Vallei/Utrecht-oost volop tot verandering leidt. Ik zie dat er veel nieuwe stallen gebouwd worden in het landbouwontwikkelingsgebied en in het verwevingsgebied (waar boeren bij ons hun bouwblok voor de intensieve tak eenmalig met 30% mogen vergroten). Door de duidelijkheid die de reconstructie biedt, merk je dat ondernemers hun keuzes voor de toekomst kunnen maken. Ontwikkelingen die de overheid geen geld kosten, maar die ze via ruimtelijk beleid mogelijk maakt. Vergelijkbaar hiermee is de ontwikkeling van nieuwe landgoederen. Ook die maakt de reconstructie in ons gebied mogelijk en daarvan zijn er reeds meerdere gerealiseerd of in ontwikkeling. Ook projecten op het gebied van water, en de aankoop van nieuwe natuur en de inrichting ervan, worden in uitvoering genomen. Er is al 150 kilometer wandelpad gerealiseerd, er zijn nieuwe fietspaden aangelegd, dorpshuizen opgeknapt, nieuwe multifunctionele centra in kleine kernen ontwikkeld, en er is nieuwe verblijfsrecreatie geopend in de vorm van (grebbe)liniehutten. Allemaal projecten waar ondernemers, organisaties en vrijwilligers hun inzet geven en die bijdragen aan de doelen van het integrale Reconstructieplan voor het buitengebied. O ja, en dan zijn ook de eerste bedrijfsverplaatsingen uit extensiveringsgebied gerealiseerd met steun van de provincies en gemeenten via geld en ruimtelijk beleid. Volgens mij is de grote opknapbeurt van het buitengebied bij ons zichtbaar in volle gang. En wij zijn toch niet uniek? Volgende week komt minister Verburg op veldbezoek. Ook zij heeft last van mensen om haar heen die vinden dat de voortgang niet snel genoeg gaat. Wij zullen haar laten zien wat er allemaal buiten gebeurt! Ik denk dat we haar wel kunnen overtuigen. En wie weet, “als er een schaap over de dam is ….”
STR EE K 1 08 11
‘Groeiende megastallen’ De discussie over megastallen blijft de gemoederen bezig houden. Dit gesprek wordt op allerlei niveaus gevoerd. Het Wageningse onderzoeksinstituut Alterra meldt dat het aantal megastallen tussen 2000 en 2005 is gestegen van 104 naar 184. Als deze trend zich in de komende twintig jaar doorzet, zijn dit er in 2028 minimaal
duizend, waarin 15 tot 50 % van de veestapel wordt gehuisvest. De Raad voor het Landelijk Gebied vindt dat het platteland ruimte moet bieden voor vestiging van megabedrijven voor varkens en pluimvee, gekoppeld aan extra eisen op het gebied van duurzaamheid. Ondertussen gaan de protesten tegen de megastallen door, bij-
voorbeeld in het Limburgse Grubbenvorst. De actievoerders delfden het onderspit met hun verzet tegen een megacomplex met 35 duizend varkens en 1,3 miljoen kippen: de gemeenteraad van Horst aan de Maas stemde met elf tegen tien vóór de gebiedsvisie voor het landbouwontwikkelingsgebied, die ruimte biedt voor een megastal.
STR EE K COLOFON
Varkenshouderij De Knorhof in Erichem huisvest 6700 vleesvarkens en 5100 biggen. Het wil uitbreiden tot 19000 dieren.
‘Streek’ is een uitgave van het Netwerk Platteland. Streek attendeert en informeert over ontwikkelingen op het platteland en presenteert de mensen die zich inzetten voor platteland en plattelandsontwikkeling. U kunt zich aanmelden voor een abonnement op Streek via www.netwerkplatteland.nl
Teksten
Meet de sociale verbondenheid in uw dorp! Voor de regio ZuidwestFriesland is in het kader van de invoering van de WMO een nieuw product ontwikkeld waarmee de kracht van de sociale verbondenheid in een dorp kan worden gemeten. Door deze checklist met een zekere regelmaat in te vul-
len, kunnen bewoners en professionals kijken of de sociale verbondenheid en steunstructuur beter of slechter wordt. De checklist is bedoeld als een ´licht´ instrument. Dat wil zeggen dat er geen hoge mate van specialistische kennis nodig is om hem te gebruiken, en
dat het geen grote tijdinvestering vergt om hem in te vullen. Movisie en Partoer CMO Friesland hebben de checklist samen met bewoners en professionals opgesteld. Meer informatie is te vinden op www.invoeringwmo.nl en www.partoer.nl.
Website: geheel nieuw recept! Ook de website van het Netwerk Platteland is een nieuwe fase ingegaan. Met een aantrekkelijke vormgeving en heldere indeling proberen we de bezoekers van dienst te zijn. U vindt op de website nieuws over het platteland over de activiteiten van het Netwerk Platteland. De database met innovatieve projecten zal steeds worden aangevuld en in de infotheek is een grote variatie aan relevante documenten, informatie en links te vinden. We nodigen u uit om het met eigen ogen te aanschouwen: www.netwerkplatteland.nl.
Joan van Dijk Nico van de Wel Geert van Duinhoven Koen Moons Rob Janmaat
Eindredactie Marjel Neefjes
Foto’s Geert van Duinhoven Rob Janmaat Marieke van Leeuwen Jur Bosboom Omke Oudeman Joan van Dijk Piet den Hertog
Vormgeving Grafisch Atelier Wageningen Harry Harsema Miek Saaltink
Drukwerk Drukkerij Modern
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.