DE HUISKAT.
Prijs 5 et.
Nederlandsche Vereeniging tot bescherming van dieren HANDLEIDINGEN VOOR DE BEHANDELING DER HUISDIEREN (Bekroonde antwoorden op door de Vereeniging uitgeschreven prijsvragen)
DE H U I S K A T DOOR
'S-GEAVENHAGE
DE NEDERLANDSCHE BOEK- EN STEENDRÜKKERIJ voorheen H. L. SMITS
1907
Hoofdbestuur
te ' s - G r a v e n h a g e :
/ / Jhr. Mr. E. A. KLERCK, Voorzitter, Paleisstraat 10. / Jhr. L. J. QuAELES V. TJFFORD , Onder- Voorzitter, v. d. Spiegelstraat 8. Jhr. M. B. W. DiTTLiNGER, Secretaris, Nassau-Odijckstraat 37. J. W. C. WoLTERBBBK, Penningmeester, Laan van Nieuw Oost-Tndie 123. Algemeen Secretariaat: Swammerdamstraat 86. Afd. Breda Secretaris WIJNAENDÏS. / „ Delft, Hof van Delft / en Yrijenban . . Secretaresse Mevr. H. 004»—ZEELT. „ Deventer Secretaris J. P. A. IJSSEL DE SCHEPPER (Zwolscheweg 16). „ Ede en Omstreken „ M. J. C. ^B. DROOGLEEVER FORTUYN. „ Gooi en Bemland ,, J. C. VAN DER VEEN (Baarn). „ Groningen (Prov.) „ P. F. Vos (Radesingel 31). „ 's-Hertogenbosch en Omstreken. . „ VictOR A. M. ROUPPE VAN DER VOORT. „ Maastricht en Omstr. „ Gk' G. A. VALETTE. „ Noord-Holland benoorden het I J „ ' C. J. REIZIGER (Alkmaar). „ Nijmegen en Omstr. „ / F. J. A. VAN VOLLENHOVEN, OranjeSingel 2. „ Renkum(G emeente) Secretaresse Mej. G. E. PRINS (Oosterbeek). „ Rotterdam S'ec^efam D. VAN STOLK, Sèhiekade "Westzijde 27. „ Utrecht Secretaresse Mej. JOH. WILH. TADEMA. „ Zeeland rSecretaris H. J. VAN ADRICHEM BOOGAERT (Middelburg). „ Zv^rolle en Omstr. . „ D. H. VERHAAF. Een ieder kan/lid der Vereeniging w^orden voor eene jaarlijksche bijdrage van ten minste f 1.25. Men melde zich daarvoor aan bij het betreffende Secfetariaat. Afzonderlijke Vereenigingen tot Bescherming van Dieren. Amsterdam Arnhem Dordrecht . . . . . . . . Haarlem Leiden Winschoten
Secretaris „ „ „ „
. 'v---»s-wT-*;'«;'-«==^-*«*«=«f **-
C. S. J. HANBDOES, Singel 176. Mr. D. F. W. SOHEIDIÜS. S. SCHOTEL, Vest I. .1. WESTENDORP, Schotersingel 121. Dr. SCHREÜDER, Hooigracht. S. R . VAN E E R D E .
K V " Men zie ook de 3» en 4° bladz. van den omslag.
i..-.L,.UM«MWHiP—i
IfDIWIHrtl '
^m
NSnSRLANDSCHE VSREENIGING TOT BfiSOHERMING VAN QIBREH
l'^.^hr,Mr^R»A, Klerck
fiere-Vocrzitter
f
o Su 1^
' s - G r a v e n h a g e ^ P a l e i s s t r a a t 10
Is JIir.L» J, Quaples van üfford
Voorzitter
*s-Gravenhag6,v, d. SpiegelstraatS J.H,Doormac
Onder-Voorzitter ReTTERDAMjBoompJes 14-16
N»GoPierson
Penningmeester 's-Gravenhage,Korte Vyverberg Ib
MeJ, C, L, E, van iSrrriel Scherer
Secretares
Bureau J 's-Gi'avei lif, ^^v^Za] istraat SO SSGRËTARIAT::N
|ll.
0:::^ ^..''^'^röivNGEN
Afdeeling APlULDGGRNjSecivi < ^bstiY-j, A. G,Cohen t e Apeldoori-ji'cCuaJ fcrcp" 15
|12.
Afdeeling DE BERKSLSTRiJlEr.y&ec l o t e . i i s - D , Reijke t o Borculo(G). V i l l a •'Tv.ba.ntia"
|13. Atdeeling DfiLFT,HOF VAN DELFT EN va:^j:MBANjSecretares: Mevr, J, van Vliet-Steinu.etz to Delft.Koornmarkt 45 4. Afdeeling EDE EN OMSTREKEN^ Secretary's ;N, Baron Mackay te EdejGrootestraat 130 5. Afdeeling ENKHUIZ.SN.. Sec re tares r Me J, A* J^ Lastdrager te Enkhui 2011, We ster strcat 6. Afdeeling ENSCHSDE m OMSTRL'Kl^M,SecretarisÏH, A, Zwijneö%
berg te Enschede5 Molenstraat S2
LH Lr
DE ÏIUISK^T-
m
r\
1
• -
DE HUISK
LM
ISK^T.
Nederlandsche Yereenigmg tot Bescherming van Dieren. Naar aanleiding van eene in de Jaarlijksctie Algemeene Vergadering op 22 Februari 1904 gevoerde gedachtenwisseling, besloot het Hoofdbestuiir tot het uitschrijven van prijsvragen ter verki-ijging van beknopte doch zakelijke volkshandleidingen, behelzende de verzorging en behandeling van de meest algemeen gehouden huisdieren; waarvoor het eerst in aanmerking kwamen de volgende groepen:
I. Het Paard en de Ezel. II. De Hond en de Kat. Hl. De Kamervogels, Duiven en Hoenders. De bedoeling der Vereeniging kan het best wedergegeven worden door overname van de volgende regelen uit de toelichting, welke de voorwaarden voor de prijsvragen vergezelde: „De Vereeniging, welker hoofddoel altijd blijft verbetering of verzachting van het lot der dieren bij hunne behandeling door den mensch, overwegende dat de meest algemeen gehouden huisdieren — hetzij men ze alleen uit liefhebberij heeft, hetzij tot nut of ten gebruike bij het uitgeoefend bedrijf — maar al te vaak aan vele ontberingen, kwellingen of gevaren zijn blootgesteld, alleen tengevolge van onkunde, onverschilligheid of achteloosheid hunner bezitters, acht het van belang dat hier te lande beknopte doch zaakkundige, in aangenamen en bevattelijken vorm geschreven volkshandleidingen zullen bestaan , welke voor enkele centen, en
ook gratis, zooals voor min verin ogen den, verkrijgbaar gesteld kunnen worden, waarin de houders de noodige praktische laadgevingen ontvangen, betreffende de huisvesting, voeding, verzorging en behandeling hunner dieren en waarin bovenal ook gewaarschuwd wordt tegen dwaalbegrippen. handelingen of nalatigheden, waai-door de dieren aan kwelling, ontbering of gevaar zijn blootgesteld. De Vereeniging meende zich voorshands te moeten bepalen bij de
2 rubrieken van dieren in de prijsvraag genoemd als zijnde verreweg het meest algemeen, ook door den minvermogende, gehouden.
De prysvraag beoogt geenszins handleidingen tot het hoofdzakelyk voortkweeken der dieren en het aanfokken van hyzondere rassen. Hiervoor toch bestaat een voldoend aantal vakwerken en tijdschriften. Evennjin wenscht men voorschriften of wenken omtrent de africhting van dieren voor bijzondere doeleinden, bv. van honden voor de jacht of kunststukjes, noch voor het vetmesten van gevogelte, als liggende dit geheel buiten het streven der Vereeniging of zijnde daarmede zelfs in strijd. Echter zijn — ook met inachtneming van het boven omschreven doel der prijsvraag — eenige wenken over hetgeen de aandacht der bezitters verdient bij het jongenwerpen van hond of kat en de verzorging der drachtige of moederdieren en der jongen, voorts voor het te broeden zetten van hoenders, duiven of kanaries, en het voedsel of de verzorging van de jonge vogels voor de handleidingen wèl gewenscht. Wat aangaat voorkomende ziekten, zij aangeteekend dat eenige praktische raad hoe te handelen bij zeer algemeen voorkomende euvels als ongedierte, huidziekten, gewone verkoudheden en storingen in de spijsvertering gewenscht is. Daarentegen behooren daarin niet tehuis voorschriften, ter genezing van andere, ernstige ziekten of voor het optreden bij ernstige ongevallen. Hiervoor toch zou aanzienlijk meer uitgebreidheid aan de geschriften moeten gegeven worden; voorts is ook geneeskundige behandeling door leken vaak gevaarlijker dan de kwaal zelve. In bedoelde gevallen roepe men raad en hulp in van een deskundige of den veearts. Eindelijk, wordt opgemerkt dat men met de rubriek Kaïnervogels hier alleen bedoelt de kanaries en eenige zeer algemeen in kooien gehouden zaadeters. Het houden van meer teedere vogelsoorten, zooals die welke insekten- of kunstvoeder behoeven, wil de Vereeniging toch allerminst aanmoedigen, koesterende zij trouwens gegronde hoop dat de eerlang te wachten nieuwe „Vogelwet" hier te lande het houden van zulke vogels geheel zal verbieden." De door het Hoofdbestuur benoemde Commissie van beoordeeling der ingekomen antwoorden heeft gemeend een hoofdprijs te moeten toekennen aan de navolgende verhandeling, door de Commissie op enkele plaatsen eenigszins gewijzigd of aangevuld, ook in verband met het bepaalde doel en standpunt der Vereeniging.
ONZE HUISKAT. Is de hond wel het meest algemeen gehouden tevens het meest geliefde huisdier, niet minder verspreid, doch minder algemeen geliefd is de kat. Is de eerste het zinnebeeld van onwankelbaren trouw, de tweede staat dikwijls bekend als de verpersoonlijkte valschheid. „Trouw als een hond" en „zoo valsch als een k a t " , zijn dan ook twee bekende uitdrukkingen. Dat de kat niet zoo vertrouwelijk met den mensch omgaat als de hond, is iets wat niet valt te ontkennen; het is wellicht daaraan toe te schrijven dat zij niet zoo geheel en al getemd is als de hond en dat zij haren meester niet die diensten kan bewijzen, welke hg van den hond geniet. Dientengevolge heeft men er zich niet op toegelegd van de kat een huisdier te maken, in den zin zooals de hond dat is. Men heeft er niet aan gedacht haar te veredelen en op die wijze inborst en karakter te wijzigen. Toch is er bijna geen huis of er is een kat, zij het dan niet uitsluitend als gezelschap, dan toch ter verdelging van muizen en ratten. De geschiedenis van de kat is korter dan die van den hond, hare behandeling is gemakkelijker, hare ziekten zijn minder talrijk. Green wonder dan ook dat wij daaromtrent aanmerkelijk korter zullen en moeten zijn, dan toen wij het, in een dergelijk boekje als dit, hadden over de behandeling en over de ziekten van onze honden. I . BEHANDELING, LIGGING EN VOKDING. Wie een hond wil hebben, moet rekening houden met de grootte en met den aard der beharing. Al naar gelang hij een bovenhuis bewoont of een benedenhuis, eene groote woning heeft of eene kleine, drukke bezigheden of niet, moet hij kiezen tusschen eenen grooten hond of eenen kleinen, tusschen eenen langharigen of kortharigen. Die keus bestaat niet waar het de kat geldt, want onze gewone huiskatten zijn meest alle even lang behaard; bovendien gevoelen
4 zij zich evengoed thuis in een paleis, als in een eenyoudige boerenwoning en ontwikkelen zich bijna evengoed op een achterkamer der derde of vierde verdieping, als in een deftige kamer gelijkvloers aan de straat. Keus bestaat er nagenoeg alleen in de kleur en die is van minder belang; daarin volgt iedereen zijn eigen smaak of neemt eenvoudig de eerste poes de beste. Onverschillig echter waar zij vandaan komt of hoe zij gekleurd is, zij raoet een plaatsje hebben, waar zij rustig kan slapen, zij moet gevoed worden en voldoende opvoeding genoten hebben om niemand tot last te strekken. , Met de ligging der kat wordt het, over het algemeen, zoo nauw niet genomen; nu eens ziet men haar liggen op de vensterbank, zich koesterend in het zonnetje, dan ligt ze ergens op een stoel of op de canapé. De wieg van het kind, het bed zelfs van een der huisgenoten zijn haar welkome ligplaatsen. Zacht is zoo'n ligplaats wel — dat geven wij gaarne toe—•; maar zij is niet voor poesje bestemd en poesje mag daar dus niet gaan liggen. Evenals de hond, moet ook de kat haar eigen ligplaats, haar eigen bedje hebben, een mandje of een kistje dat uitsluitend voor haar bestemd is. Het is niet noodig dat er een zijden kussentje of een wollen dekentje in gelegd wordt; hooi, houtwol of stroo is een uitstekende en doelmatige ligging voor de kat; alleen moet men er voor zorgen dat een en ander niet door de mand of de reten van het kistje heen valt en verdient het daarom aanbeveling liefst van ruw goed, een kussentje te maken en dat met hooi, houtwol of stroo op te vullen. Vergeet echter niet dat een kat gaarne d i e p ligt en daarom moet gij het zóó schudden, dat het in het midden een soort kuiltje vormt. Is het kussentje eenigszins van grof doek gemaakt, dan zal de kat door er voortdurend over heen te schuren altijd helder blijven. Aan zoo'n eigen bedje gewent zij spoedig. Graat zij liggen op eene plaats die niet voor haar bestemd is, dan neemt gij ze op, draagt haar naar hare mand, streelt en aait haar en binnen zeer korten tijd begrijpt zij zeer goed wat van haar verlangd wordt. Het kan echter gebeuren da^ zij aan het bed of de wieg den voorkeur geeft boven haar eigen ligplaats, maar dat is haar gemakkelijk at té leeren : gij koopt bij een drogist voor een stuiver w i j n r u i t , legt deze op de plaats, waar de kat het liefst gaat liggen, en gij zult ondervinden dat zij er weg blijft.
5 E e n m a a l i n d e w e e k w o r d t d e k a t t e n l a n d of h e t k i s t j e s c h o o n g e m a a k t met sterk verdunde creoline of met een ander ontsmettend middel uitgeboend, goed gedroogd en het kussentje opgeschud. Wie dat doet, bewijst poesje een grooten dienst, omdat zi] daardoor bevrijd blijft van luizen en ander dergelijk ongedierte. Uitboenen of desinfecteeren met carbol is niet aan te raden. De meeste katten kunnen die lucht niet verdragen, beginnen te hoesten alsof zij verkouden zijn en kunnen er zelfs aan sterven. D i t , ' w a t algemeene behandeling en ligging betreft. Bij de voeding moeten wij nimmer vergeten dat de kat van nature een vleeschetend dier is; voor vleesch laat zij alles staan en, wanneer zij mag kiezen, dan heeft zij het liever rauw, dan gekookt of gebraden. Van lieverlede is zij, gelijk de hond, een alles-eetster geworden en neemt zij genoegen met een hutspotje van groenten, vleeschnat, soep of melk en stukjes vleesch of visch. Kieskeurig op haar eten is de kat over het algemeen niet; zij is licht tevreden en, wanneer men er maar voor zorgt dat zij niet voortdurend een zelfde voedsel krijgt, dan zal zij er altijd wel goed uitzien. Kan men haar eiken dag een beetje rauw, fijn gehakt vleesch voorzetten, des te beter; zeer wel echter en het goedkoopst voedt men haar, wanneer men haar 's morgens een schoteltje lauwe melk, of lauwe water-en-melk geeft, waarin kleine stukjes oudbakken wittebrood. Hebben de huisgenooten met eten gedaan, dan wordt voor poesje op haar schoteltje wat klaargemaakt; een hutspotje, zooals wij boven gezegd hebben, bestaande uit heel fijn geknede aardappelen, groenten en wat fijn gesneden vleesch, als het er is, met wat vleeschnat of soep. Bij gebrek aan soep, kan men er eenvoudig wat verdunde melk of water bij doen. Toevoeging van zout is overbodig; dat zit immers reeds in de groenten en het vleesch. Tegen den avond nog een schoteltje melk en dan mag poes naar haar mandje. "Wilt gij de kat een versnapering geven en haar eens onthalen, geef haar dan eens van tijd tot tijd een stukje gekookte of gebakken visch; visch vervangt het vleesch uitstekend. Maar, wat ik u bidden mag, geef haar toch geen levende aaltjes of botjes, zooals wij het meer dan eens hebben zien doen. Dat is de gruwelijkste marteling, de meest afschuwelijke dierenmishandeling, die men kan bedenken. Verbeeld u eens, levend opgegeten te worden,
6 stukje voor stukje uit uw lichaam gescheurd, is dat niet verschrikkelijk? En al is het maar een botje, een scholletje of een aaltje, het is een levend wezen dat voelt, evengoed als wij, dat lijdt evenals wij en dat sterft te midden der meest afschuwelijke pijnen. Geef haar echter zoo weinig mogelijk graten en liefst in het geheel geen vischkoppen: in deze laatste toch komen vaak scherpe beentjes voor, die, wanneer ze niet heel fijn gekauwd worden, in de ingewanden vast kunnen raken en aanleiding geven tot darmontsteking, of andere inwendige stoornissen. Wilt gij ze toch geven, maak ze dan eerst wat fijn en haal er de hardste en scherpste stukjes uit. Gekookte pens, in sommige steden bekend onder den naam van v e r s c h e w a a r , en waarmede vaak gevent wordt, is, voor volwassen katten, een zeer goed, voedzaam en gezond eten; meestal wordt het echter verkocht in tamelijk groote stukken en dient eerst klein gesneden te worden. Wordt de kat gevoed, zooals wij gezegd hebben, en zorgen wij daarbij dat zij immer een schoteltje met helder water onder haar bereik heeft, dan zal zij er steeds patent uitzien. Duur is het niet; het vordert alleen wat oplettendheid en een beetje liefde voor dieren. Hoe mooi echter onze poes ook is, hoe dik en vet zij er uitziet, zij is, in een huishouden, geen knip voor haar neus waard, wanneer zij niet zindelijk is. Een onzindelijke kat is een last en men weet niet hoe gauw men haar zal wegdoen; een kat die men wegdoet, wordt een zwerveling en een zwerveling, onverschillig of hij een mensch is of een dier, is een ongelukkig wezen. Willen wij dus verhoeden dat onze poes een zwerveling woi-de, dan moeten wij er voor zorgen dat zij zindelijk is in huis, dat wil zeggen, wij moeten haar leeren hare behoefte te doen op eene vaste plaats en die vaste plaats is, binnenshuis, de kattebalc. Wie over eenen tuin, desnoods over een open erf beschikt, waar poes den heelen dag toegang heeft, die heeft meestal geen kattebak noodig. Op bovenhuizen, benedenhuizen zonder tuin, op zolders en in pakhuizen, in één woord overal waar de kat niet naar eigen goedvinden kan uit- en ingaan, moet men een kattebak hebben. W^at is een kattebak? Een houten bak die ongeveer 50 bij 40 centimeter oppervlakte heeft met rondom een opstaanden rand van 10 centimeter en goed waterdicht. Die water-
7 dichtheid verkrijgt men door alle naden te bestrijken naet gesmolten pik. In plaats van een houten bak kan men ook een grooten, aarden schotel nemen, die wel minder geschikt is voor het doel, maar die dit voordeel heeft, dat hij zich gemakkelijker laat schoonmaken. Die bak, nu, moet een vaste plaats hebben, liefst in eenen hoek, waar men hem zoo weinig mogelijk kan zien, en waar liij do huisgenooten door de minder aangename lucht zoo weinig mogelijk, liefst lieelemaal niet hindert. De bodem van dien bak wordt bedekt met eene drie vingers dikke laag zand. zaagsel of turfmolm, en de bak moet zoo worden geplaatst dat poes er te allen tijde, overdag zoowel als's nachts, bij kan. M i n s t e n s t w e e m a a l i n d e w e e k m o e t hij g r o n d i g w o r d e n s c h o o n g e m a a k t , met een goed zeepsop of sterk verdunde creoline worden uitgewasschen en dan van nieuw zand, zaagsel of turfmolm voorzien. Poesje zal den bak spoedig hebben gevonden. Waarvoor hij bestemd is begrijpt zij direkt en, wanneer hij geregeld wordt schoon gehouden , dan zult gij er nooit over te klagen hebben, dat poes hier of daar minder welriekende dingen achterlaat. Wij herhalen het echter nogmaals: de bak moet zindelijk gehouden worden. Vuile bakken maken onzindelijke katten. Meer dan wat wij tot nu toe aanstipten heeft een kat, om gezond te blijven en om er goed uit te zien, niet noodig; dat zij steeds glimt, daarvoor zorgt zij zelve. Toch kan het gebeuren dat zij er, door het een of ander toeval, zoo uitziet dat zij niet toonbaar is en gij het geduld niet hebt te wachten totdat zij door wrijven en likken weer schoon is Dan moet zij worden gewasschen. Maar hoe? Poes wasschen is geen heksenwerk, maar lastig. Daarvoor is noodig regen- of welwater. AVaar dit niet voorhanden is, gebruikt gij duinwater, waarin een beetje borax wordt opgelost om het water te verzachten. Ge maakt het water lauwwarm, neemt een spons en maakt poesje met de natte spons gelijkmatig nat; daarna neemt ge een stukje zachte zeep, strijkt haar daarmede over het natte haar totdat er schuim op komt en wacht een oogenblikje om het zeepsop den tijd te geven tot op de huid door te dringen. Gij spoelt met lauwwarm water het zeepsop af, droogt poes zooveel mogelijk met zeemlederlap, spons of ruwen doek en legt haar in haar mandje. Wat gij zelf nog niet drooggemaakt hebt, zal zij met haar ruwe tong wel voleinden.
8 II. JONGE RATJES. Is de kat van huis iiit een roofdier, zi] is van nature ook uitliuizig. Geen deur staat op een kier, geen raam wordt opengezet of poes komt nieuwsgierig kijken wat er in den gang, op het portaal, in de omliggende tuinen te koop is. Zij gaat, snuffelt, wandelt eens rond, neemt over den tuinmuur een kijkje bij de buren, klimt in de dakgoot, soms nog hooger en komt in aanraking met andere poesen. De gevolgen der kennismaking blijven dan doorgaans niet uit; poesje begint gaandeweg dikker te worden en, ongeveer acht weken na die lange afwezigheid, vindt men ergens in een donkeren hoek, kleine, jonge katjes. Zoodra men dus bemerkt dat er iets aan de hand is en dat poes, naar alle waarschijnlijkheid zal moeten jongen, geeft men haar elUen dag een beetje méér melk dan zij gewoon is te krijgen; haar mandje, of het kistje, waarin zij slaapt, wordt nog eens extra schoongemaakt en, met hooi of stroo gevuld, ergens in een rustig, tamelijk donker hoekje neergezet. Over het hooi of stroo spreidt men een stuk ruw goed en laat de kat verder haar gewonen gang gaan. Hoe meer men haar met rust laat en hoe minder men naar haar omziet, des te beter voor haar en voor de te verwachten kleintjes. In dat kraambedje werpt zij nu, als de tijd daar is, van 3 tot 5 jongen, die blind worden geboren. Zij begint de jonge katjes te likken van voor tot achter, van onder tot boven en zorgt tevens voor het schoonhouden van het kraambed. De eerste paar uur na de bevalling geeft men haar hoegenaamd niets; daarna mag ze een portie lauwe melk hebben, want ze heeft nu te zorgen voor een huishouden en dat heeft natuurlijk meer noodig, dan de moeder voor zich alleen. Eerst den tweeden dag krijgt zij haar gewonen kost, met lederen dag een paar extra bakjes melk en een beetje meer vleesch dan gewoonlijk. Het behoeft juist geen biefstuk te zijn; fijn gesneden pens, of wat afval gehaald bij den ossen- of paardenslager is al voldoende. Poes is zoo kieskeurig niet en met weinig tevreden. Nu en dan een vischje, gekookt, gebakken of rauw, maar nooit levend en gij zult eens zien wat de kleinen zullen groeien. Zoodra ze een dag of tien oud zijn, doen de katjes de oogen open; wanneer ze drie weken oud zijn beginnen ze trek te krijgen in melk en eten al een beetje met moeder
9 mee. Wanneer zij zoover zijn, dan neemt gij de eerste de beste gelegenheid waar om hen te leeren eten, stuurt de oude kat de kamer uit en zet den kleintjes een bakje voor met lauw-warme melk en suiker. Eerst gaan zij er met de pootjes in zitten, dan gaan de kopjes naar beneden, maar veel te diep, ze proesten er van, maar hebben te gelijk den. smaak te pakken. Nog eens geprobeerd en dan nóg eens en jawel! daar gaan de roode tongetjes en slurpen de melk langzamerhand naar binnen. Hebben de katjes eenmaal begrepen wat eten is, dan moeten zij den eersten dag een schoteltje melk hebben, zoowat een half maatje (zegge | deciliter) per hoofd. Den tweeden dag krijgen ze wat meer. Later komt er wat brood in de melk; het wordt eerst een dun, daarna een dikker papje en, wanneer de jongen een week of zes oud zijn, eten ze van alles en kunnen gespeend, dat wil zeggen van de moeder verwijderd worden. Dat spenen moet echter niet te schielijk gebeuren. Eerst gaat er één weg, liefst het grootste; twee dagen later kan men het tweede weg doen en zoo achtereenvolgens, totdat ze alle weg zijn. Alsdan wrijft men de tepels der moeder met verdunden azijn, of met kamfer-spiritus in, maakt het kraammandje of kistje schoon en zet het weer op zijn gewone plaats. • Poes gaat weer haar gewonen gang, alsof er niets gebeurd was en de kleintjes groeien langzaam op. III. KITTENZIEKTEN. — HET AFMAKEN. Betreffende de ziekten der katten is betrekkelijk weinig bekend. Zijt gij aan uwe kat gehecht en wordt zij ziek, haal dan een veearts en begin niet zelf doktertje te spelen. Toch zijn er eenige ziekten, die gemakkelijk en zonder hulp van een veearts kunnen worden genezen. Dat zijn, onder meer, diarrhee of dunne ontlasting, wormen , vergiftiging, uitslag, meestal bestempeld met den naam van schurft, en brandwonden. Laat ons beginnen met de diarrhee, waaraan de katten nog al dikwijls lijden. Bemerkt gij dat poesjes ontlasting te dun, te waterachtig is, dan moet de voeding worden veranderd. Geen melk meer, maar pap van sago, gemalen rijst of griesmeel, zoo weinig mogelijk vloeibaar voedsel,
10 dus geen soep, geen jus en vooral, geen al te koud voedsel. Na twee, drie dagen is de ziekte genezen. Wormen. Hoe dikwijls hoort men niet zeggen: Poes, krijgt al wat ze wil, ze eet goed, ze eet zelfs veel en toch blijft ze mager, het haar glimt niet, enz. Geloof me, die poes heeft wormen, ten minste in negen van de tien gevallen. Zijn die wormen er uit, dan zal poes wél dik worden en het haar glanzen als een spiegel. Bij drogist of apotheker wat s a n t o n i n e halen, dit in een beetje gehakt doen en poesje dit laten opeten. Om bij een kat de wormen te verdrijven, is zoo weinig santonine noodig, dat ze het niet proeven kan. Vergiftiging kan ontstaan door het gedeeltelijk opeten van door vergif gedoode dieren (bij voorbeeld bij pakhuiskatten) of door het verorberen van stukjes vergif houdend vleesch, neergelegd ter verdelging van ratten en muizen. Laat een kat zich verleiden tot snoepen van het lekkers, dat neergelegd is om ratten te dooden, dan blijven de gevolgen niet uit. Zij gaat in een hoek zitten, of in haar mand, is lusteloos en geeft om niets. Tilt gij ze op, dan kreunt zij, de buik is gespannen en, wanneer gij goed oplet, zult gij haar hier of daar moeite zien doen om te braken. Woont er een veearts in de buurt, haal hem dan zoo spoedig mogelijk. Is dit het geval niet, vraag dan bij den drogist een braakmiddel en, is er geen drogist in de buurt, geef dan het dier zooveel l a u w w a t e r te slikken als het maar verdragen kan, en daarna warme melk te drinken. Bovendien bestaat er onder de jonge katten eene soort ziekte, die nagenoeg dezelfde is als die, waardoor ook wel jonge honden worden aangetast, n.l. een samenstel van aandoeningen, die ieder afzonderlijk zouden moeten worden behandeld, omdat zij het gevolg zijn van even zooveel verschillende oorzaken. Wie zijne jonge katten flink voedt, haar nu en dan wat vleesch geeft en ze niet laat omzwerven maar thuis houdt, zal van kattenziekte zeer weinig of geen last hebben. Uitslag. Door haar veelvuldigen omgang met andere katten, waarmede zij op hare zwerftochten in aanraking komt, is er wel geen onzer huisdieren, dat zoo veelvuldig en zoo gemakkelijk behept is met huidziekten. Daarom is het zaak de kat minstens eenmaal in de week nauwkeurig te onderzoeken en, bespeurt men hier of daar een minder zuiver plekje, dat onmiddellijk te behandelen met
t
11 creoliae-oplossing. Dit waschmiddel weet de eerste de beste drogist u klaar te maken en het geneest eiken gewonen huiduitslag binnen een tiental dagen. Carbol mag in het geheel niet voor haar gebruikt worden. Die wekelijksche inspectie houdt er ons van op de hoogte of poes geen ongedierte heeft en wij zullen steeds een heldere huiskat hebben, waarvan niemand last heeft. Schurft. Meent men dat er van geen gewonen uitslag sprake is maar van schurft, welke veroorzaakt wordt door een spinachtig diertje: de schurftmijt, dan raadplege men den veearts. Daar schurft moeilijk te genezen is, zal een pijnloos afmaken in zulk een geval nog het best zijn. Brandwonden. Kommen zij voor op den romp en zijn zij niet te groot, dan kan het met die brandwonden nog al goed afloopen; zij genezen meestal van zelve en wanneer het maar eene schroeiing is, dan kan men de genezing bespoedigen door de geschroeide plek te wasschen met verdunden alcohol. Is het een ware brandwond, dan smeert men de plek in met een mengsel van olie en kalkwater in gelijke deelen. Is er een poot geschroeid of gebrand, dan steekt men hem zoo spoedig mogelijk in koud water vermengd met alcohol om de pijn te stillen, besmeert een stuk vloeipapier met ongezouten boter of reuzel, wikkelt dit om den poot en bevestigt het met een windsel. Dit verband wordt eiken dag vernieuwd tot dat de brandwonde genezen is. Ten slotte nog een raad. Is er in uwe beurt een dolle hond, of een hond waarvan men slechts vermoedt dat hij dol is, pas dan op uwe k a t , zorg er voor dat ze niet het huis verlaat en sluit haar liefst op. Zij mocht, wanneer zij vrij mag rondloopen, eens gebeten worden; dan zijn de noodlottige gevolgen soms niet te overzien. Dit is, meenen wij , voldoende om in voorkomende omstandigheden onze zieke kat zoo spoedig mogelijk te helpen. Twijfelen wij aan den aard der ziekte laat ons dan liever een veearts ontbieden want, zieke katten behandelen, is niet het werk van den eerste den beste. Eindelijk moeten wij nog melding maken van voorkomende gevallen, waarin het noodig kan zijn eene kat te laten afmaken wegens ongeneeselijke ziekte, verwonding, enz. De tot heden bekende minst pijnlijke wijzen zijn de navolgende: 1°. door de kat een luchtdicht wijd genoeg kapje, waarin chloroform gedaan is, over het hoofd te binden of haar te plaatsen in een kistje, waarin een voldoende hoeveelheid
12 chloroform aanwezig is. Deze wijze van afmaken, evenals ook de navolgende, mag slechts plaats hebben als het dier een geheel ledige maag heeft; weshalve het noodzakelijk is de kat een kleine 12 uur vooraf te laten vasten. Anders zoude men den doodstrijd op smartelijke wijze verlengen. 2°. door de kat, eveneens met geheel nuchtere maag te plaatsen in een asphyxiatietoestel, waarin de vergiftiging plaats heeft door gewoon lichtgas. De inrichtingen, waar dit geschieden kan, zijn vermeld op de S^^ blz. van den omslag. lY. SLOTOPMERKINGEN. Mocht gij geen vriend van katten zijn, mishandel ze niet,. gedoog niet dat zij worden mishandeld door anderen; hits er vooral geen honden tegen op, die een kat deerlijk kunnen verwonden of wel doodbijten en een kat, die in 't nauw gedreven wordt, ontziet niets en niemand; den hond zou het misschien een oog kosten of hij loopt bloedende schrammen op. Yau de andere zyde moet men, eene kat bezittende, zooveel mogelijk beletten, dat zij hare roofzucht botviere en behalve op ratten en muizen, ook loere op vogels,. jonge hazen en andere kleine dieren, b.v. kikvorschen,. om ze wreed te verminken of te dooden. Zwervende en op jacht gaande katten kunnen heel wat onheil stichten en wreedheid bedrijven. Vooral in den tijd dat er nestvogels zijn, die nog niet goed kunnen vliegen en soms alleen nog maar rondhuppelen, moet men trachten te beletten dat dekat die vangen kan. Ook de oude vogels vallen in dien tijd spoediger ten prooi aan katten, omdat het voedsel zoeken voor de jongen hun aandacht haast geheel in beslag neemt. Zoo noodig, zorge men dan dat de kat het huis niet kan verlaten; maar . . . . het is zeer goed mogelijk eene huiskat door verbieden zoover te brengen, dat zij weet dat zij niet op vogels mag jagen. Wil men dit nog op andere wijze tegengaan, zoo houde men liefst eene kat, welker kleur zeer in het oog valt, b.v. een witte of bonte en geen grijze of zwarte. Ook mag men nimmer toelaten dat eene kat met een muis of ander dier speelt en dat langzaam dood martelt. Alsnog moeten vermeld worden een paar verkeerde handelingen waarvan de kat het slachtoffer kan zijn. Men meent nog maar al te vaak dat de kat beter mui--
13 zen en ratten zal vangen, wanneer men haar iiiet voedt en alleen te drinken geeft. Dit is èn geheel onjuist èn zeer wreed; dikwijls hebben, wij dientengevolge tot een geraamte vermagerde katten gevonden, zoo verzwakt dat zij zeker niet in staat zouden geweest zijn een rat te dooden. Tegen een groote menigte ratten is zelfs een gezonde kat niet opgewassen, moetende zij in dit geval een rust- of wijkplaats hebben voor de ratten niet bereikbaar. Een andere verkeerde handeling waarvan de kat vaak het slachtoffer wordt, is poes onverzorgd opgesloten in huis achterlaten als men nit de stad gaat. Het behoeft geen betoog dat dit even als het voorgaande geval een groote wreedheid is, daar het dier dan gebrek heeft aan eten, drinken en behoorlijke reiniging, hetgeen natuurlijk een werkelijk lijden veroorzaakt en na langer tijdsverloop met den dood moet eindigen. Gaat men uit de stad, dan is het plicht de kat in goede handen of wel in een dierenbewaarplaats (asyl), in be waringte geven. Ook het achterlaten van eene kat, als men verhuist, moet zeer afgekeurd worden, omdat de kat dan zwervelinge wordt, gebrek lijdt, mishandeld wordt of op roof leert uitgaan. Het grootste asyl hier te lande is gevestigd te 's-Gravenhage. Ook te Amsterdam en te Utrecht treft men zulke bewaarplaatsen aan. Men zie het lijstje op de 3"^® blz. van den omslag.
Voor houders van honden en katten. Oude, zieke of gewonde honden en katten of die, waarvan men zich ontdoen wil, worden op de tot heden bekende zachtst mogelijke wijze (waartoe noodzakelijk is dat het aangeboden dier in geheel nuchteren toestand zij), en voor onvermogenden kosteloos, gedood in een Asphyxiatie-toestel in de navolgende steden: 1°. te Botterdam door de afdeeling Eotterdam van de Nederlandsche Vereeniging tot bescherming van dieren. [Linker Rottekade voorbij Crooswijk] (Veldwachter der Vereeniging J.' J. LUYDJENS, Oosternde-25pwiens hulp kan worden ingeroepen); > 2°. te 's-Gravenhage in het Nederlandsch Toevluchtsoord voor Noodlijdende Dieren (Asyl) Nieuwe Haven 7 3 ; 3". te Amsterdam in het Asyl, Spaarndammerdijk voorbij het eindpunt van de tram en in Kennel „Het Torentje", Amstelveensche weg 225; 4». te Haarlem door de Vereeniging tegen het mishandelen van dieren aldaar (Ripperda-Park op het voormalig Sportterrein „de Phoenix") op alle werkdagen des namiddags van 2—4 ure; 5". te Utrecht in het Stichtsch Asyl voor dieren, Marnixstraat; 6". te Leiden aan de Stadswerf, G-algewater Noordzijde; 7". te Breda door de afdeeling Breda van de Nederlandsche Vereeniging -tot bescherming van- dieren-f»8". te Nijmegen aan het gemeentelijk slachthuis van 2—3 ure (kosteloos)"; 9». te Dordrecht van gemeentewege; 10". te Alkmaar van gemeentewege.
Pasgeboren hondjes en katjes worden het minst smartelijk gedood door ze, zoo spoedig mogelijk na de geboorte, in een trommeltje of kistje met chloroform te sluiten of wel ze in water van de lichaamswarmte in een netje of zakje met gaatjes (ter ontsnapping van de lucht) onder te houden.
BEKROONDE ANTWOORDEN OP PRIJSVRAGEN. A. Verliaal voor de jeugd: 10. Handleidingen voor de behandeling der huisdieren: HET PAARD EN DE EZEL door A. TAN LEEUWEN. (Oplaag 10000 exx.) 7^ et + drukport. (*) DE HUISHOND door L. SEEGEES. (Oplaag 10000 exx.) 5 et. + drukport. (*) DE HUISKAT door L. SEEGEES. (Oplaag 10000 exx.) 5 et. + drukport. (*) (*) Wederverkoopers en afnemers van minstens 25 exx. genieten rabat Adres van het SECRETARIAAT der Nederlandsche Vereeniging tot bescherming van dieren, )SwaTOmerröK«»s*«rw^^^'«e''s-Gravenhage. ^ a , l i S ' t r a a t 20
VLUGSCHRIFTEN VAN DIERENBESCHERMENDEN AARD.
Voop minvepmogenden kosteloos. Verkrijgbaar aan het SECRETARIAAT der Nederlandsche Vereeniging tot bescherming van dieren, StvammerdamstT-aat-Se te ' s - G r a v e n h a g e .
Over PAARDEN. Over het van den bok rijden en de behandeling van paarden, ezels, enz. (Oplaag 58200 exx.) 1 et. + drukport. Over HONDEN. Gids voor leiders van trekhonden. ' (Oplaag 19600 exx.) 3 et. + drukpoft. Gevolgen van het gebruik van trekhonden op sintelwegen. . • (Oplaag 1700 exx.) 4|- et. franeo. Over VOGELS. Vogelbescherming in het belang van Landbouw en Houtteelt door nestkastjes door J. W. M. VAN DEE KUN. (Oplaag 8500 exx.) Tegen drukport. Het argrette-boekje-.-'"'(0plaag-67'5O^'exT;^ -»-.-N--*«*=««=«.-»i««^^^.(jy^wj^P^^ Over SLACHTMETHODEN. Rede van den heer VAN ESVELD , .leeraar aan 's Rijks AT'eeartsenijschool te Utreeht, over het slachten e^lfmaken van dieren. (Oplaag 7100 exx.) i oj;/^ drukport. Het Delftsche Schiet-slachtboekje. (Oplaag 8100 exx^) 2 et. + drukport. De Halssnede en het Schietmasker door D. VAsTfjEUTiNG, plaatsverv distncts-veearts te Leiden. (Oplaag 3000 exx.).,- "" 7|- et. + drukport. Korte inhoud van de broehure de Halssnede en het Schietmasker alsmede van het oordeel der abattoir-directeuren hier te lande over het gebruik van een schietmasker. (Oiüaa'g 5200 exx.) 1 et. + drukport. Over DIERENIflISHANDELiNG IN 'T ALGEMEEN. Onnoodige gruwelen in Voedsel, Mc^dé en Sport. (Oplaag redactie' Dierenbesch. 13600 exx.) 3|- et. + drukport. Over STRAFBAARHEID. Strafbare dierenmishandeling, een woord gericht tot de jN'ederl. Politie door A. VAN DEN AMEELE. ^ " (Oplaag 8000 exx.) 5 et. franco. ^^^--'^ VLUGSCHRIFTEN VOOR KINDEREN. Open brief aan't»n«e-j»ng«ns en meisjes door E. DES TOMBE. (Oplaag- 50000 -exx-.j-Kost-eloos-.^