Jaargang 17 | Nummer 3 | Oktober 2007
Natuur onderzoek Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
1 Schelpen en planten uit veenlaag 4 Watervogels: altijd verrassend 4 Reproductieperioden bij loopkevers 6 Zoektocht naar bewoners AWD 7 Hermelijnen opnieuw in AWD waargenomen Sikkelsprinkhaan nieuw voor AWD 8 Boeren in de Van Limburg Stirumduinen 10 In memoriam Guus Kaijadoe 11 Fotorubriek 12 Korte berichten Colofon Redactie: ir. Antje Ehrenburg (hoofdredacteur) dr. Ab Kessler (redacteur) ir. Mark van Til (redacteur) Gerard Scholten (redacteur) Kerstin Vogel (redacteur) Reacties op artikelen zijn altijd welkom. Stuur deze a.u.b. naar: Waternet Afdeling Onderzoek & Projecten / Ecologie Vogelenzangseweg 21, 2114 BA Vogelenzang e-mail:
[email protected] Heeft u nieuws of kopij? Graag inleveren vóór 1 januari 2008 Overname en bewerking van artikelen, gegevens en illustraties uit deze uitgave is alléén toegestaan met bronvermelding en uitsluitend na verkregen toestemming van de redactie en - indien ondertekend - van de auteur(s).
Schelpen en planten uit een veenlaag in Van Limburg Stirumkanaal Tijdens het dempen van het noordelijk Van Limburg Stirumkanaal in de winter 2006-2007 was er een tijdelijk profiel in de noordpunt vrijgemaakt. Dit was een steile schoongeschraapte zandwand boven de oever van het vroegere kanaal. Op 1.90 - 2.14 meter + NAP bevond zich een zeer harde, compacte veenlaag in het duinzand. Op 25 november 2006 heb ik aan de basis van de 25 cm dikke veenlaag materiaal verzameld. Hierin waren duidelijk veel verdrukte schelpen zichtbaar. Ik hoopte op grond van wat ik in het materiaal zou aantreffen iets meer te kunnen zeggen over welke schelpen en planten hier vroeger voorkwamen.
Circa 1 liter schelprijk veen heb ik met kraan-
De plantenresten
water gezeefd op een zeef met maaswijdten
De vegetatie in het water werd waarschijnlijk
van 0,25 mm. Door de hardheid van het veen
gedomineerd door kransblad (Chara sp.).
kon het niet goed in fracties gezeefd worden
Duizenden sporen van deze waterplant vond
en vielen de schelpen (die al gebroken in het
ik namelijk in het veen. Daarnaast waren vele
veen zaten) in kleine stukjes uiteen.
tientallen zaden van twee soorten algemeen
Toch kon ik nog een redelijk beeld krijgen van
aanwezig: waterbies (Eleocharis palustris) en
de molluskenfauna (schelpen) en de vroegere
ruwe bies (Schoenoplectus tabernaemontani).
vegetatie op deze plek (door het bekijken
Deze twee planten bepaalden waarschijnlijk voor
van de zaden en sporen).
een groot deel de vegetatie ter plekke.
Waternet is de gemeenschappelijke organisatie van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Van de redactie Het leven is een strijdtoneel, een ieder vecht en krijgt zijn deel. Was het niet Joost van den Vondel die dit dichtte? Ik moest hier aan denken, omdat het in de mensenwereld vaak zo gaat, en in de natuur al net zo. De zomer is voorbij, de herfst valt in, bomen laten hun blad vallen, veel insecten gaan dood, de winter overleven zij nu eenmaal niet. Eén van onze trouwste vrijwilligers is recent ook overleden, zijn ge zondheid liet hem helaas in de steek. Guus Kaijadoe is niet meer onder ons. Ik vind het erg fijn dat er andere trouwe vrij willigers zijn die zich zijn lot hebben aan
De onderzochte veenlaag in de oostoever van het voormalige Van Limburg Stirumkanaal, november 2006
getrokken en hem de afgelopen maanden
(foto: Wim Kuijper)
regelmatig hebben bezocht. Het ‘in memoriam’ van de hand van Siem
Andere soorten van oevers en moeras waren met
iets zuidelijker van deze plek. De determinatie
Langeveld verderop in dit nummer geeft
enkele zaden aanwezig: lisdodde (Typha sp.) en
leverde een stukje eik (Quercus sp.) op, het
een goed beeld van hoe Guus was.
twee soorten zegge (Carex sp.). De enige echte
andere stukje hout was van of een beuk of een
Zijn rapport over dertig jaar inventariseren
waterplant, naast kransblad, was de witte water-
Prunussoort.
in de AWD komt binnenkort uit, hij heeft
lelie (3 zaden). Waarschijnlijk was de oever
dat helaas niet meer mogen meemaken.
dichtbij. In ieder geval waren er enkele zaden
De schelpen
We gedenken Guus, en danken hem voor zijn
ingewaaid van een berk (Betula sp.) en zwarte els
In het veld kon ik al een aantal soorten her
jarenlange inzet als nachtvlinderonderzoeker.
(Alnus glutinosa). Enkele stukjes platgedrukt hout
kennen, en na het zeven bleven er honderden
De herfst breekt aan...
bleken van een wilg (Salix sp.) te zijn. Hans Vader
fragmentjes over die ik voor een groot deel op
verzamelde twee stukken hout uit ditzelfde veen,
naam kon brengen.
De huisjes van de volgende slakken waren aanwezig: Glanzende schijfhoren
(Segmentina nitida)
algemeen
Grote diepslak
(Bithynia tentaculata)
enkele & enkele opercula
Kleine diepslak
(Bithynia leachii)
enkele
Moeraspoelslak
(Stagnicola palustris)
enkele
Posthorenslak
(Planorbarius corneus)
enkele
Gewone schijfhoren
(Planorbis planorbis)
enkele
Tractorwieltje
(Gyraulus crista)
enkele
Draaikolkschijfhoren
(Anisus vortex)
1
Gewone poelslak
(Lymnaea stagnalis)
1
Ovale poelslak
(Radix ovata)
1
Kapslak
(Acroloxus lacustris)
1
(Sphaerium corneum)
enkele (doubletten).
en een mosselsoort: Gewone hoornschaal
Naast mollusken werden er nog vele tientallen
een bloedzuiger, enkele insectenonderdelen
mosselkreeftjes (Ostracoda), een eicocon van
en enkele cocons (van wormen?) aangetroffen.
Jaargang 17 | Nummer 3 | Oktober 2007
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Eerdere vondsten In de winter van 1994-1995 werd het zuidelijk
We denken dat ze uit dezelfde bovengenoemde
deel van het Van Limburg Stirumkanaal gedempt.
veenlaag komen, maar dat is natuurlijk niet
Door al het grondverzet kwamen destijds ook
helemaal zeker (kans is wel groot). Hans Vader
veenbrokken op het oppervlak van de nieuwe
verzamelde in 1999 enkele brokken van dit veen.
van Limburg Stirumvallei terecht. Je ziet ze
Het materiaal was lastig te analyseren maar
liggen als zwarte, uitgedroogde, harde stukken
leverde het volgende op.
grond.
Resultaat
Een stuk veen van 1 liter uit het zuidelijk deel van de van Limburg Stirumvallei:
Uit het bovenstaande volgt dat op deze plek in de duinen zich vroeger een moeras bevond.
waternavel
(Hydrocotyle vulgaris)
tientallen zaden
In het stilstaande, kalkrijke, heldere zoete water
zegge
(Carex sp.)
tientallen
groeiden veel planten en er was een vrij rijke
fonteinkruid
(Potamogeton sp.)
tientallen
slakkenfauna aanwezig. Het water was niet
munt
(Mentha sp.)
enkele
zo diep (enkele centimeters tot een meter),
waterbies
(Eleocharis palustris)
enkele
maar viel nooit droog. Op de oever of het
resten van mosdiertjes
(statoblasten van Lophopus crystallinus)
enkele
naastgelegen drogere duin stonden ondere
eik
(Quercus sp.)
1 stuk hout
andere wilg, zwarte els en eik.
zilverschoon
(Potentilla anserina)
1
Het is bekend dat er vroeger een periode was
duizendknoop
(Persicaria lapathifolia)
1
dat er veel van dergelijke situaties in de duinen bestonden. In de lage delen waren overal
Een stuk veen van 1 liter uit het noordelijk deel van het in 1994-95 gedempte deel:
moerassen aanwezig. Het hier behandelde veenmonster is gevormd in een van de meest
resten van watervlooien
(ephippiums)
enkele
westelijke duinvalleien, niet ver van zee.
grote brandnetel
(Urtica dioica)
tientallen houtresten en zaden
De moerassen lagen in de Oude Duinen en
zegge
(Carex sp.)
enkele
ontstonden enkele duizenden jaren geleden tot
hoge cyperzegge
(Carex pseudocyperus)
1
ze in de Middeleeuwen overstoven werden door
blaartrekkende boterbloem (Ranunculus sceleratus)
1
de Jonge Duinen.
egelboterbloem
(Ranunculus flammula)
1
kroos
(Lemna sp.)
1
beuk
(Fagus sylvatica)
1 zaad & 1 vrucht
kransblad
(Chara sp.)
1.
We zien dat er verschillen zijn tussen de
profiel is ook een geologisch onderzoek
monsters veen, maar ze geven toch aan dat het
verricht. De resultaten hiervan (ouderdom,
algemene beeld overeenkomt. We hebben te
stuifmeelonderzoek) zullen t.z.t. in een rapport
maken met ondiep moeras met open water en
van bureau Oranjewoud gepubliceerd worden.
een lage oevervegetatie vlak bij een drogere oever met bomen. De plekken waren vrij
• Wim Kuijper
voedselrijk, de soortenrijkdom lijkt gering te zijn geweest. Dit onderzoekje sluit goed aan op de resultaten van eerder veenonderzoek in de AWD (Kuijper, W.J. 1993: Vroegere vegetaties in de natte duinvalleien ten zuiden van Zandvoort. Carex-zaden uit veenlaag (tekening: Wim Kuijper)
Duin 16 (2):7-9). Aan het hier onderzochte
Jaargang 17 | Nummer 3 | Oktober 2007
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Reproductieperioden bij loopkevers
Wintergasten tellen (foto: Hans Vader)
Watervogels: altijd verrassend Het watervogeltelseizoen 2006/2007 is weer voorbij, het nieuwe tel seizoen staat alweer voor de deur. Van september tot april tellen enkele vrijwilligers de watervogels op de open wateren in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Zij struinen geulen, kanalen en plassen af en noteren maandelijks alle watervogels op de voorgeschreven data.
Wij kijken al 18 jaar naar loopkevers in de Amsterdamse Waterleidingduinen, en we vroegen ons af wanneer de verschillende soorten in het duin actief worden. Het is namelijk bekend dat bij loopkevers de reproductieperiode gepaard gaat met een grotere activiteit. Over het algemeen wordt de reproductie bij loopkevers bepaald door de geslachtsrijpheid en deze wordt weer beïnvloed door daglengte en temperatuur. De activiteitsperiode kan van soort tot soort verschillen. Activiteit zegt dus iets over voortplanting. Met onze dataset moet daar dus wel iets over te achterhalen en te vertellen zijn. Met reproductie bedoelen we de cyclus van paren, eieren leggen, de ontwikkeling van larven, het verpoppen en het uitkomen van het imago. Sommige soorten leggen eieren in de herfst en
Afhankelijk van de werkzaamheden en het weer
Wij hebben natuurlijk niet alleen oog en oor voor
overwinteren als larve (vaak soorten van stabiele
zijn er soms grote aantallen eenden of ganzen te
de watervogels, en passant nemen wij soms ook
terreinen, zoals bossen en heiden); andere
zien. Ons telgebied is het eerste infiltratiegebied
andere leuke vogels waar. Zo werden wij dit jaar
leggen eieren in het voorjaar en dan ontwikkelt
en wij mopperen wel eens ‘Waarom zit die groep
verrast door een groepje prachtig gekleurde
de larve zich in de loop van de zomer (vaak
ganzen niet in ons telgebied?’ Maar ja, ons
goudvinken.
soorten van dynamische terreinen, zoals oevers, akkers en ruderale terreinen). Tussen deze twee
gebied was dit afgelopen seizoen wél goed voor vijftien wilde zwanen, wat watersnippen
Tegen het einde van het telseizoen vertrekken
reproductietypen ligt een scala aan keversoorten
en een roerdomp.
de wintergasten weer naar ‘hogere sferen’ en
met één of andere tussenvorm qua cyclus.
komen de zomer-gasten weer naar de duinen.
Omdat wij in ons onderzoek naar volwassen
Opvallend voor ons telplotje was het grote
Het was dit jaar overweldigend hoeveel vogels
loopkevers kijken, bedoelen we in dit artikel met
aantal brilduikers. In de andere telgebieden
al zo vroeg terugkwamen. Wij gaan altijd weer
reproductieperiode de periode van het paren
in de AWD worden ook andere watervogels
voldaan naar huis, voeren onze telgegevens in
en eieren leggen door de volwassen kevers.
gehoord en gezien zoals krooneend en
op de website van SOVON en kijken weer uit
zaagbekken.
naar september als het telseizoen weer begint.
Soms 9 weken vroeger Omdat wij al jaren achtereen van begin maart
• Marianne van der Stoop en Christien Kemp
tot eind oktober wekelijks loopkevergegevens op vanglijsten noteren, kunnen we in één oogopslag de activiteitsperiode aflezen.
Jaargang 17 | Nummer 3 | Oktober 2007
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Hierbij komen onverwachte zaken aan het licht. Om aan te geven of een soort vroeg of laat verscheen was nog niet zo eenvoudig. Door het gemiddelde te bepalen van de eerste week van waarnemen over alle vangjaren en vangplaatsen per soort was goed aan te geven of een soort vroeg of laat verscheen. Als voorbeeld nemen we Calathus erratus, de meest algemene soort in de AWD. De gemiddelde activiteitsperiode van deze soort (dus over 18 jaar en 32 vang-plaatsen) ligt tussen kalenderweek 27 en 40. De vroegst gemeten activiteit van een dichte populatie was in week 18 van het jaar 2000
Nebria brevicollis
in de Blink. Dit was dus 9 weken vroeger dan het gemiddelde. Het jaar 2000 kende een warm
Wanneer we de activiteitsperioden van
Bij de bos-soort Pterostichus oblongopunctatus
voorjaar, waarschijnlijk is dat de oorzaak van de
mannetjes en vrouwtjes van deze soort in een
was de activiteitsperiode heel kort, van week 10
vroege activiteit. In het begin van een activiteits-
grafiek uitzetten, dan bleek dat er duidelijk twee
tot 14 (maart), waarbij de mannetjes veel actiever
periode zijn de verschillen groter dan aan het
activiteitsperioden waren. De eerste van week
waren dan de wijfjes. Van week 16 tot 20 (april-
einde daarvan. De oorzaak hiervan moet gezocht
15 tot 25 (april-juni: adulten die vers uit de pop
mei) volgde een tweede piek waarbij de wijfjes
worden in de weersomstandigheden zoals:
komen) en de tweede van week 38 tot 47 (sept-
juist actiever waren. Ook bij Carabus
wel bereid om te paren maar nog te koud
nov: voortplantingsperiode na zomerdiapauze).
problematicus waren er twee pieken: van week
om actief te kunnen zijn.
De mannetjes bleken wat actiever te zijn dan de
23-28, en de tweede van week 34-42 (zie
wijfjes (we vingen meer mannetjes).
grafiek).
Verschillen binnen AWD
Harpalus tardus, een soort van zandige
Zo zie je maar dat de natuur ingewikkelder is dan
Een ander door ons niet te verklaren fenomeen
graslanden en struikheidevegetatie, was actief
dat we denken.
is, dat er ook grote verschillen zijn tussen de
van week 16 tot 24, waarbij juist de wijfjes veel
populaties binnen de AWD in een zelfde jaar.
actiever waren dan de mannetjes.
• Martien Koning
Zo was in 1996 de activiteitsperiode van Calathus erratus in de Wouwen tussen vangweek 29 en 38, langs geul 36-oost zeven weken
90
Carabus problematicus
eerder: tussen week 22 en 39, en op het
80
Mannetjes
Achterste Pannenland juist later: tussen week 31
70
Wijfjes
en 43. Op één plaats, op het zand van de ver-
60
1989
graven geuloever 26, bleken de kevers elk jaar
50
4 tot 9 weken eerder te verschijnen dan het
40
gemiddelde van de hele inventarisatieperiode
30
(tussen week 27 en 40).
20
Verschillen tussen de sexen De eerste jaren dat we inventariseerden, maakten we nog onderscheid tussen de
10 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46
kalenderweken
mannetjes en de wijfjes. Nebria brevicollis is
Carabus problematicus kent twee activiteitsperioden (grafiek met aantallen aangetroffen
zeer algemeen in de meeste binnenduinbossen.
individuen uitgezet tegen weeknummers).
Jaargang 17 | Nummer 3 | Oktober 2007
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Zoektocht naar bewoners van de Amsterdamse Waterleidingduinen Leden van de Historische Werkgroep Amsterdamse Waterleidingduinen brachten een bezoek aan de 100jarige mevrouw Hijmans. Zij is één van de vele bewoners die in dit gebied gewoond heeft. Vol vuur vertelde zij over het prachtig wonen in de duinen.
Klapekster (foto: Fred Koning)
In de achtertuin van de familie Hijmans, ca. 1933. Op de achtergrond het pas aangelegde NoordOosterkanaal. Met teerkranten in de holen werden de konijnen zoveel mogelijk geweerd uit de omgeving van het verse talud, dat net met helmgras was ingeplant (foto: archief fam. Hijmans)
Het huis(je) werd gehuurd van een Amsterdamse
Zoals het nu is
zenuwarts voor Fl. 46,= per maand. De heer
Bij een bezoek aan de plaats waar het huisje
Hijmans had geen baan bij de Amsterdamse
heeft gestaan (tegenover de zij-ingang van
Waterleiding maar hij werkte bij de NZH in
Nieuw Unicum) is niet veel meer te vinden van
Haarlem.`De tijd in het Duinhuisje was een
de vroegere bewoning. Alleen de prachtige
Mevrouw Hijmans, februari 2007, 100 jaar oud
plezierige tijd, heerlijk rustig en via een hekje in
paardenkastanje en de seringen struiken
(foto: Christien Kemp)
de achtertuin werd het duin bereikt´ herinnerde
herinneren nog aan die tijd.
mevrouw Hijmans zich. In de buurt van het
Een blik terug in de tijd
Duinhuisje stonden nog enkele huisjes: nr. 164
Al in 1800, zo staat in de historische kronieken
van de Dames de Graaff, nr. 170 van de familie
van de waterleiding te lezen, werden de duinen
Hollestelle en op nr. 172 woonde de familie
bewoond. Er stonden enkele huizen en boer-
Stokman (vandaar de naam Stokmansberg).
derijtjes zoals onder andere in het Pannenland,
De familie Hijmans woonde van 1932 tot 1938
het Zwarteveld en het Paradijs. In het duin langs
in het huisje. Daarna verhuisde het gezin naar
de Zandvoortselaan waren niet alleen huizen te
de overkant Zandvoortselaan 219, waar nu
vinden, maar er was zelfs een café van P. Castien.
Nieuw Unicum is gevestigd. In het oude huis
• Christien Kemp
woonde toen nog een tijdje de toneelspeler
Zoals het was
Willy Walden. De Duitsers bouwden direct in
Een van de bewoners aan de Zandvoortselaan
het begin van de oorlog al grote bunkers
was het gezin Hijmans. Het huis genaamd
in de Stokmansberg en in de achter het kanaal
‘Duinhuisje’ (Zandvoortselaan 166) stond vanaf
gelegen Tonneblink. Alle huizen die in het
Zandvoort gezien aan de rechterkant van de
schootsveld kwamen te liggen (waaronder dus
Zandvoortselaan in het duin aan de voet van de
het ‘Duinhuisje’) moesten in 1942 worden
Stokmansberg, tussen de twee bochten in.
afgebroken. Het ‘Duinhuisje’, huis van de familie Hijmans, ca. 1930 (foto: archief fam. Hijmans)
Jaargang Jaargang 17 |17 Nummer | Nummer 3 | Oktober 2 | Juli 2007
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Hermelijnen opnieuw in AWD-duinen waargenomen Sikkelsprinkhaan nieuwe soort voor AW-duinen Tijdens de sprinkhanenmonitoring van het plagproevenproject op het Rozenwaterveld heb ik op 6 augustus 2007 vijf sikkelsprinkhanen (Phaneroptera falcata) gevonden: een nieuwe soort voor de AWD! Een week later werd het gebied nog eens doorzocht op het voorkomen van deze nieuwe soort en stond de teller na vier uur zoeken op veertien exemplaren: acht vrouwtjes en zes mannetjes.
Afgelopen voorjaar/zomer 2007 zijn enkele losse waarnemingen van hermelijnen uit de Amsterdamse Waterleidingduinen bij ons binnengekomen. Dit is bijzonder want vanaf eind jaren ‘90 werden nooit eerder zoveel hermelijn-waarnemingen doorgegeven. Met de toenemende konijnenstand lijkt ook de hermelijn weer te zijn teruggekeerd in de AWD. De laatste zekere waarneming dateerde van enkele jaren geleden: een doodgereden hermelijn op de Vogelaardreef in 2001. Ook wezels worden weer regelmatig gezien. Wat is er aan ons doorgegeven? Ineke van Dijk
Na enkele minuten kwam de wezel tevoorschijn
heeft op 25 april 2007 hoogstwaarschijnlijk een
en trok zich weer terug. Dit herhaalde zich enkele
hermelijn gezien in Starrenbroek, met jong konijn
keren. Toen hij het konijntje zag, pakte hij het op
in de bek. Van de heer en mevrouw Koning uit
en verdween in de vegetatie.
Lisse hoorden wij dat een wandelaar op 26 juni 2007 in het zuidelijk duin een hermelijn had gezien. Zij meldden ons verder dat zij zelf op 2 juli 2007 ’s ochtends rond half tien op het pad door het Grote Vlak een halfwas dood konijn zagen liggen. Het konijn was nog warm en had een bloederig plekje in de hals: het was
De sikkelsprinkhaan is een slanke groene
dus slachtoffer van een wezel of een hermelijn.
sabelsprinkhaan met als meest opvallende
Diezelfde dag om kwart over twaalf zag Jos
kenmerk dat de extra lange achtervleugels,
Lammers een hermelijn in een ruig popelbosje
in rust, tussen de voorvleugels uitsteken.
in het Verbrande Vlak met een muis in de bek.
De bovenzijde van de ogen zijn vaak roserood
En nog geen twee uur later zagen Joop Mourik
gekleurd. De soort is sinds 1968 bekend uit
en Jos Lammers in de rand van een popelbosje
Nederland, maar pas sinds medio 2000 is er
in het Grote Vlak dat een hermelijn een
een sterke uitbreiding van vindplaatsen buiten
volwassen konijn in de nek greep, waarna een
de provincie Limburg. In 2003 werd een
gevecht ontstond met luid gekrijs. De hermelijn
Hermelijn pakt woelrat (niet in AWD!)
populatie ontdekt in het Kraansvlak in de
sloeg op de vlucht toen ze op 2-3 meter
( foto: Adri de Groot, www.vogeldagboek.nl )
duinen van het NPZK (Snater en Kerkhof).
afstand genaderd waren. Al met al lijken deze
Dit is nog steeds de meest noordwestelijke
hermelijn(en) wel zeer actief die dag, en de
Dankzij deze losse waarnemingen weten we
vindplaats van de sikkelsprinkhaan in Europa.
waarnemers ook!
gelukkig iets meer over de relatief verborgen
De soort is recent ook in de provincie
Verder meldden de heer en mevrouw Koning
levende marterachtigen. We stellen het dan
Friesland vastgesteld.
2 dagen later het volgende: Op 4 juli 2007 stak
ook op prijs als u uw losse waarnemingen van
een wezel met nestjong van een konijn het pad
boommarter, bunzing, hermelijn, en wezel blijft
Biotoop en lokale verspreiding
over dat langs het zweefvliegveld loopt. Door
doorgeven, maar ook losse waarnemingen
Zowel in het Kraansvlak als nu op het Rozen-
onze komst liet de wezel het konijntje liggen en
van andere zoogdieren zoals eekhoorns,
waterveld werden de sprinkhanen gevonden
verdween in de begroeiing. Het konijntje was
egels, mollen en vossen zijn welkom via antje.
in ruige duinroosvegetaties. Daarbij hadden
dood en had een gaatje in de hals. We hebben
[email protected] (graag met soort, datum,
de dieren een voorkeur voor relatief windluwe
het diertje voor ons goed zichtbaar op het
tijd, plaats, waarnemer). Alvast dank!
op het zuiden gerichte hellingen met hoger
pad gelegd en hebben de auto circa 10 meter
opgaand struweel in de omgeving.
achteruit gereden.
• Antje Ehrenburg
Lees verder op pagina 8 >
Jaargang 17 | Nummer 3 | Oktober 2007
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Vervolg van pagina 7 > Doordat sikkelsprinkhanen een goede camouflage in de struiken hebben, geen voor inventarisatie geschikt geluid maken en het voorkeurshabitat in moeilijk begaanbaar terrein ligt, is waarschijnlijk slechts een beperkt deel
Boeren in de Van Limburg Stirumduinen In het artikel ‘Van Limburg Stirumvallei geeft geheimen prijs’ in de Nieuwsbrief Natuuronderzoek Amsterdamse Waterleidingduinen van juni 2000 nr. 2 heb ik geschreven over aanleiding en eerder archeologisch onderzoek op deze bijzondere plek in de Amsterdamse Waterleidingduinen. In de afgelopen jaren heb ik opnieuw allerlei interessants gevonden, waarmee het beeld dat we hebben van de toenmalige bewoners steeds beter wordt.
van de populatie opgemerkt. Daarom heb ik extra naspeuringen naar sikkelsprinkhanen
Landschap in ontwikkeling
verricht op 24 augustus op de Tonneblink
Het zuidelijk deel van het Van Limburg
en de Stokmansberg, maar ik heb de beestjes
Stirumkanaal werd in de winter 1994-1995
niet gevonden. Ook aan de overkant van de
gedempt, en dit groeit de laatste jaren vrij snel
Zandvoortselaan tussen golfterrein en
dicht. Dit gebeurt ten dele door duindoorns,
Koningshof heb ik de struweelovergangen
waarvan de wortels tijdens het graven zijn achter
naar grasland en duinroos afgezocht, maar geen
gebleven. Maar overal ontstonden ook grote
sikkelsprinkhanen gevonden. Totdat nieuwe
pollen helm, die zich later zeer snel uitbreidden.
waarnemingen anders uitwijzen, gaan we dus
Grote zandvlaktes werden vastgelegd door
vooralsnog uit van een deelpopulatie op het
zandzegge. De waterstand steeg en op vele
Rozenwaterveld en een deelpopulatie
plaatsen ontstonden poelen. Aan de randen
Scherven van de bruine pot, VLS-zuid, december 2004
op het Kraansvlak.
hiervan ontwikkelden zich riet en russen. In de
(foto’s: Hans Vader)
wat drogere jaren groeiden de meeste poelen
Sikkelsprinkhaan (foto: Wilbert Kerkhof)
geheel dicht met deze vegetatie. Op de noor-
dieper in het zand een grote scherf van een
delijkste plaats werd al spoedig besloten te gaan
potrand vond. Omdat de wind een tijd uit de
maaien, wat al snel resulteerde in een fraaie
verkeerde richting waaide (noord) stoof de
begroeiing met doelsoorten waaronder Parnassia.
vindplaats steeds verder onder. Daarom besloot
Met het ontstaan van al deze begroeiing was het
ik om met een schep te gaan schaven. Op een
gedaan met grootschalige verstuivingen en dus
oppervlakte van 2x2 meter vond ik op een diepte
ook met de vondsten van botten en scherven uit
van 5-10 cm steeds meer van dezelfde scherven.
vervlogen tijden. Gelukkig zijn er nog een paar
Na thuiskomst heb ik alle scherven van deze
kleine plaatsen waar het nog iets stuift (hoe lang
vindplaats bij elkaar gevoegd en ben begonnen
nog?) en daar werden nog wel aardewerk-
met puzzelen en lijmen. Na een paar avonden
vondsten gedaan. De meeste vondsten
knutselen resulteerde dit in een bijna complete
Wel vond ik op alle genoemde locaties veel
bestonden uit meer van het zelfde, dus vooral
bruine pot. Het was een bolvormige pot met 3
andere sprinkhanen en overal bruine winter-
kogelpot-, Badorf- en Mayen-aardewerk uit ca.
voetjes en 2 oren, die slordig was geglazuurd,
juffers. Als de sikkelsprinkhanen net zo’n hoge
700- 1000 na Chr. Maar er werden nu ook meer
zowel aan de buitenkant als van binnen. Ik heb
vlucht nemen als deze ‘nieuwe’ libellensoort
vondsten gedaan uit recentere tijden zoals uit de
de pot opgemeten, getekend en gefotografeerd.
(voor het eerste gezien in 2000, nu op alle
late middeleeuwen.
De resultaten hiervan heb ik opgestuurd naar
routes), dan zijn ze over vijf jaar echt door velen
André Numan (IPP Amsterdam). Hij is in de
te vinden. De voornoemde factoren maken het
De bruine pot
literatuur gedoken en kwam tot de verrassende
mogelijk dat op andere plaatsen in de Noord-
Op één van de nog stuivende plaatsen in het
ontdekking, dat het een niet algemene vondst
Hollandse duingebieden populaties een tot nog
meest zuidelijke deel van de Van Stirumvallei
was van een zogenaamde ‘grape’ (een laat-
toe onopgemerkt bestaan leiden. Het is dus zaak
vond ik regelmatig enige scherven van rood-
middeleeuwse kookpot met drie pootjes).
op te letten op een heldergroene sprinkhaan met
bakkend aardewerk, dat deels geglazuurd was.
Het bleek dat de leeftijd een stuk ouder was dan
lange vleugels en een vlinderachtige vlucht als
De eerste gevonden scherven hiervan werden
eerst werd aangenomen. Dit model was
u eens voor uw natuurplezier door de struiken
gedateerd op ca. 1600. Toen ik echter op
afkomstig uit de tweede helft van de veertiende
aan het worstelen bent.
dezelfde plaats steeds weer enige scherven
eeuw, zeg maar rond 1375 (zie ook Nieuwsbrief
van dezelfde soort vond, ging ik daar speciaal
Natuuronderzoek, jrg. 17, nr. 2, juli 2007).
• Wilbert Kerkhof
op letten. Vooral nadat ik met mijn vingers iets
Jaargang 17 | Nummer 3 | Oktober 2007
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen afkomstig waren. Maar nadat ik deze plaats aan Wim Bosman liet zien, vond hij dit de mooiste plaats die ik hem die dag liet zien. Het bleek een De vindplaats lag buiten het tracé van het
blootgestoven éénmalig geploegde akker te zijn.
voormalige kanaal en op een humeuze laag
Helaas hebben we van al deze akkers geen
van een vroegere vallei. In de directe omgeving
datering. Dit is echter wel mogelijk door middel
werden ook een aantal grote scherven van
van een C14-bepaling, maar dit onderzoek is
zogenaamd ‘Langerwehe’-aardewerk gevonden.
nogal prijzig. Gehoopt werd op een vondst van
Dit aardewerk behoort tot het steengoed uit de
aardewerk in deze akkers, zodat de akkers op die
een strandwal en later geheel zijn overstoven.
veertiende en eerste helft van de vijftiende eeuw
manier te dateren waren. Helaas werd er niets
Opvallend was, dat ik op een andere plaats vele
en is afkomstig uit een gebied tussen Aken en
gevonden. Wat wel duidelijk is geworden, is dat
tientallen grote strandschelpen als doubletten in
Keulen. De scherven waren afkomstig van een
op deze plek in vroeger eeuwen mensen hebben
het zand vond. Zij stonden rechtop in het zand,
grote pot of schaal en geribbeld aan de
gewoond die met akkerbouw in hun eigen
zoals ze ook tijdens hun leven op de zeebodem
buitenkant. De leeftijd sluit mooi aan bij de
voedselvoorziening voorzagen.
geleefd hebben. Aardig was, dat vlak bij deze
bruine pot. Wonderlijk is echter, dat hier ook
Blootgestoven gespitte akker, VLS februari 2005
plaats ook wervels (graten) gevonden werden,
enige afslagen van vuursteen gevonden werden.
Klei
die afkomstig bleken te zijn van schelvissen.
De laatste periode dat vuursteen gebruikt werd,
Op één van de gemaakte heuvels in het zuidelijke
Hoe dit precies zit, is gissen. Het zou er op
was in de late Bronstijd (1200-800 voor C.).
deel is veel klei achtergebleven nadat het zand
kunnen wijzen, dat hier ook een slenk geweest is,
ertussen uit was gestoven. Ik noem deze heuvel
(maar dan zonder kleibodem) die vrij plotseling
dan ook de kleiberg. Deze klei komt uit een vallei
van zee werd afgesneden en later overstoven is.
ten westen van het Van Limburg Stirumkanaal.
Schelvissen leven echter in diep water, de
Op sommige plaatsen vond ik bonken klei van
wervels zouden ook kunnen duiden op een aan-
meer dan 15 cm dik, die nu nog steeds kneed-
gespoelde dode schelvis. Als laatste mogelijkheid
baar waren. Ik zou er zo een pot uit kunnen
zouden de visresten afkomstig kunnen zijn van
boetseren. Hoogst waarschijnlijk hebben de
de toenmalige bewoners van de Van Stirumvallei,
bewoners uit de vroegere nederzettingen in de
die nadat ze een maaltje vis gevangen hadden,
Van Limburg Stirumvallei tot meer dan 1800 jaar
deze ter plaatse hebben opgegeten. Er werden
geleden hier hun klei vandaan gehaald.
op deze plek echter geen andere vondsten
Moeder de vrouw heeft deze klei gemagerd De bruine pot blijkt na lijmen bijna compleet,
(is vermengd) met kwarts en soms met grof zand
het is een ‘grape’
of schelpengruis. Hier werden met de hand potten van gevormd, die waarschijnlijk in een
Akkers
gezamenlijke oven werden gebakken. De kogel-
Vlak bij de plaats waar de bruine pot gevonden
potten die hier gemaakt werden, hadden een
werd, stoven op nog een aantal plaatsen
ronde bodem en konden alleen goed in de as
humeuze bodems bloot. Dit was ca 1 meter
van een vuur blijven staan.
onder het voormalige maaiveld, op een plaats waar geen stort was. Ik heb inmiddels van Wim
Oude zijarm van de Rijn?
Meer in detail: in het verticale profiel is duidelijk
Bosman, dé archeoloog uit Velsen, geleerd om
Er gaan wat verhalen rond, over een mogelijke
te zien dat het om gekeerde plaggen gaat, dit zijn
aan een gestoken profiel te zien of de grond
oude zijarm van de Oude Rijn, die ergens door
ploegsporen; VLS februari 2005
door mensen bewerkt was. Op meerdere
de AWD gelopen zou hebben. Om hier achter te
plaatsen vond ik op een diepte van 30-50 cm,
komen heb ik 2 liter klei verzameld. Deze klei
gedaan van menselijke activiteiten. Deze plaats
donkere humeuze lagen die dakpansgewijze in
heb ik aan Wim Kuijper gegeven met het verzoek
ligt ca. 1 meter onder het huidige maaiveld.
het blonde zand zichtbaar waren. Nadat Wim
of hij dit wilde nakijken op zout- of zoet-water-
Het is wel bijzonder, om op een plaats te lopen
Bosman de plaatsen gezien had, constateerde hij
organismen. Wim vond alleen schelpfragmenten
waar mogelijk vele duizenden jaren geleden de
dat het akkers waren, geploegd met een
van in zoutwater levende dieren. De klei is dus
branding van de Noordzee nog klotste. In een
keerploeg.
afkomstig uit de Noordzee (en dus niet uit een
volgend artikel zullen de vondsten uit het noor-
Op één plaats kwamen blootgestoven veen-
zijtak van de Rijn). Mogelijk betreft het hier een
delijke deel van het Van Limburg Stirumkanaal
plaggen aan de oppervlakte. Ik was in de
oude slenk die regelmatig in contact stond met
vermeld worden.
veronderstelling dat deze plaggen uit een
zee, zodat zich een kleilaag kon vormen. De slenk
• Hans Vader
diepere laag uit het Van Limburg Stirumkanaal
zal van zee zijn afgesneden door de vorming van
Jaargang 17 | Nummer 3 | Oktober 2007
10 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
In memoriam Guus Kaijadoe Op 13 september jl. is tot onze grote spijt één van onze langst actieve vrijwilligers Guus Kaijadoe overleden. Guus Kaijadoe was een erudiet man, een bevlogen nachtvlinderaar en taxonoom. Meer dan dertig jaar heeft hij in de Amsterdamse Waterleidingduinen nachtvlinders gevangen en op naam gebracht. Hij is 79 jaar geworden. Op zijn crematieplechtigheid heeft Siem Langeveld de volgende woorden gesproken. ‘Onze eerste kennismaking was tijdens een
langstelling voor de allerkleinsten. Juist daartus-
excursie in zomer van 1974. Een mijnheer met
sen was soms nog wat nieuws te ontdekken.
blauwe alpino kwam naar me toe; “Ik ben Kai-
Een enkel klein beest waar hij niet zeker van was,
jadoe”, zei hij. “Ik denk dat ik maar eens met jul-
nam hij mee. Terwijl hij met zijn neus boven het
lie mee wandel.” Al snel werd duidelijk dat deze
laken speurde naar onbekende soorten, mom
man voor elke vlinder die we zagen een naam
pelde hij aan één stuk door namen van alles wat
Foto: Guus Kaijadoe
wist. Het draaide onbedoeld uit op een bijzonder
er op af gekomen was. Een avond met zo’n
(uit: jaarverslag Gemeentewaterleidingen 1998)
geanimeerde vlinderexcursie. Dit was de eerste
tachtig soorten vond hij redelijk geslaagd.
aanzet van onze samenwerking. Mijnheer
Tevens was hij sinds jaren een enthousiast lid van
Kaijadoe veranderde in Guus en als vrienden
Overdag en in de nacht heeft hij de duinen
de Sectie Snellen, een werkgroep die studie
gingen we af en toe samen op zoek naar
doorkruist. De eerste resultaten van deze
maakt van de kleine vlinders, Microlepidoptera.
vlinders.
ontdekkingstochten zijn beschreven in zijn ver slag “Tien jaar vlinderonderzoek in de Amster-
Met zijn geduld en gevoel voor fotografie
Een van deze excursies was naar een schapen
damse Waterleiding Duinen”, dat is verschenen
maakte hij fraaie dia’s die regelmatig zijn ver-
weitje. Hij had er het jaar daarvoor een land
in de jaren tachtig, een document met de
toond bij verenigingen en op vrijwilligers-
kaartje gezien, in die tijd nog een zeldzame ver-
waarnemingen van 725 soorten. Door mensen
avonden van de Amsterdamse Waterleiding.
schijning in het gebied. De dag was gunstig.
bij Waternet wordt nu gewerkt aan een verslag
Guus was een gedreven vlinderman.
Alsof het was afgesproken, kwam er één langs
met al zijn waarnemingen van rond 850 soorten
Dit enthousiasme heeft hij op anderen weten
en bleef op een bramenstruik zitten. Guus zijn
in dit duingebied. Aan dit verslag heeft hij eerst
over te brengen. Uit zijn eenmansonderzoek in
dag was goed. Het werd verder een gezellige
zelf gewerkt, maar het werd te veel.
de AWD is een solide werkgroepje ontstaan dat
middag struinen in de duinen. Vrolijk wees hij
Hij was blij dat Waternet dit voor hem ging
met veel enthousiasme zijn werk voortzet.
me naast vlinders ook op allerhande kevers en
doen. In zijn laatste uren hebben mensen uit zijn
Zijn voorbeeld is voor mij en veel andere mensen
vliegen. Naar die andere beesten moest eigenlijk
naaste omgeving hem verteld over de voor-uit-
de inspiratie geweest aan insectenonderzoek te
ook iemand gaan kijken, vond hij.
gang van dit werk. Met een ruime glimlach liet
beginnen. Guus, bij onze activiteiten zal je nog
hij merken blij te zijn dat het er toch zou komen.
vaak herinnerd worden. Zelf ben je er niet meer,
Soms gingen we vangen op licht. Een felle lamp
Helaas heeft hij het resultaat van zijn levenswerk
maar in hetgeen je op gang hebt gebracht, leef
boven een laken op een plaats met alleen licht
niet meer kunnen zien.
je voort. Hartelijk bedankt voor alles wat je
van de hemel, trekt op een mooie zomeravond
gedaan hebt.’
honderden vlinders aan. Ook onze kleding werd
Guus was lid van de Nederlandse Entomo
met nachtvlinders bedekt. Voor mij waren de
logische Vereniging sinds 1947, al zestig jaar nu.
grote ligusterpijlstaarten snorrend naast mijn
In deze tijd was hij vijfentwintig jaar secretaris
oren een openbaring, maar Guus had meer be-
van de afdeling Zuid–Holland.
• Siem Langeveld 19 september 2007
Jaargang 17 | Nummer 3 | Oktober 2007
11 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Fotorubriek Huppelkanaal 1968 Foto: Jaap Duijve
Huppelkanaal 1968 - 2007 Het Huppelkanaal, dat gelegen is tussen 2e en 3e infiltratiegebied, voert al jaren van oost naar west water af uit deze gebieden. Bij de vernattingsmaatregelen in het kader van project De Zilk gaan de waterstanden in het zuidelijk en oostelijk deel van het Kromme Schusterkanaal omhoog. Hierdoor moet de waterstroom vanuit het zuiden nu via het Rechte Schusterkanaal lopen. En aansluitend (om af te kunnen voeren) zijn de verschillende panden van het Huppelkanaal met circa een halve meter verlaagd. De hoofdwaterstroom uit de voorraad
Huppelkanaal 28 mei 2006 Foto: Joop Hilster
richting Oranjekom gaat nu dan ook niet meer via het Kromme Schuster- en Nieuwkanaal, maar via het Rechte Schuster- en Huppelkanaal. Om dit goed te kunnen reguleren zijn in het Huppelkanaal de afgelopen winter vijf dammen verwijderd en drie stuwtjes aangelegd. Tevens is tussen Rechte Schuster- en Huppelkanaal, en tussen Huppelkanaal en Westerkanaal een nieuwe grote duiker aangelegd. Op bijgaande foto’s (1968-2006-2007) is te zien dat het Huppelkanaal eigenlijk jarenlang weinig is veranderd, en dat ook de nieuwe stuwtjes ogenschijnlijk geen grote verschillen opleveren. In het afgelopen jaar is het Huppelkanaal echter wel ‘opgewaardeerd’ tot belangrijk afvoerkanaal!
Huppelkanaal 15 februari 2007 Foto: Joop Hilster
• Antje Ehrenburg
Jaargang 17 | Nummer 3 | Oktober 2007
12 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Korte berichten Gouden Lepelaar 2007 voor Hans Vader
zich altijd ingezet voor natuurbescherming, met name in de duinen. Hij protesteerde bijvoorbeeld tegen de komst van de plezierjacht in de jaren ‘70 en ’80 en pleitte voor restauratie van vinkenbaan Zeerust (uiteindelijk gerealiseerd in 2005). Uit dit alles blijkt wel dat Hans een volhouder is die veel tot stand heeft gebracht op vogelgebied. Dit maakt hem een waardige winnaar van de Gouden Lepelaar 2007. We hopen dat hij nog jaren actief is voor de vogels in de Amsterdamse Waterleidingduinen.
Roodkopklauwier Van half juli tot begin september heeft een vrouwtje-roodkopklauwier in het derde Hans Vader is blij met zijn Gouden Lepelaar
infiltratiegebied in de AWD gebivakkeerd.
(foto: Johan Stuart)
Zij had een vaste stek in de top van een
Zwarte ooievaar in Meertje van de Blauwe Paal, 21 juli 2007 (foto: Wim Kuijper)
Zwarte ooievaar in Meertje van de Blauwe Paal
meidoorn, en jaagde van daaruit op allerlei De Gouden Lepelaar is dit jaar uitgereikt aan
insecten. De roodkopklauwier is een zeldzame
Tijdens mijn onderzoek in het Meertje van de
Hans Vader. Deze hoge onderscheiding wordt
doortrekker/dwaalgast uit Centraal-Europa.
Blauwe Paal (in de zuidelijke AWD) zag ik in
jaarlijks toegekend door Vogelbescherming
In één van de volgende nummers verschijnt een
de verte een vogel lopen die ik nog nooit hier
Nederland aan iemand die zich met bijzondere
uitgebreider artikel over deze zeldzame vogel.
gezien had. Toen het dier achter een eilandje
verdiensten heeft ingezet voor de vogels.
verdween, kreeg ik de mogelijkheid om wat
De uitreiking van de Gouden Lepelaar vond
dichterbij te komen en een foto van de vogel
op 25 augustus plaats tijdens het Vogelfestival
te maken toen hij weer verscheen. Het bleek
in de Oostvaardersplassen in Flevoland.
een zwarte ooievaar te zijn. De waarneming werd
Hans Vader ontving de onderscheiding uit
op 21 juli 2007 gedaan. De vogel liep rustig
handen van Maarten Brabers, voorzitter van
voedselzoekend op de oever van het duinplasje.
Vogelbescherming. De bescherming van vogels
Door de informatie op de websites van
in Nederland drijft voor een belangrijk deel op
dutchbirding.nl en waarneming.nl bleek dat
de inzet van duizenden vrijwilligers. Een van die
de zwarte ooievaar wel zeldzaam is maar toch
vrijwilligers is Hans Vader, die bekend staat om
regelmatig in Nederland wordt waargenomen.
zijn tomeloze energie en inzet.
In onze buurt was dat op 5 augustus
Al meer dan 45 jaar doet hij vogelonderzoek en
(overvliegend Sassenheim), 12 augustus
is hij actief met het beschermen van vogels in
(overvliegend Noordwijk) en 13 augustus
Zuid-Kennemerland, vooral in de Amsterdamse
(overvliegend Oegstgeest).
Waterleidingduinen. Zoals de lezers van deze Nieuwsbrief Natuuronderzoek wel weten, zijn
Roodkopklauwier ♂ (bron: www.ivnvechtplassen.org)
• Wim Kuijper
Hans’ activiteiten bijzonder divers: zo telt hij broed- en watervogels, regelt ringactiviteiten,
Nieuwe telefoonnummers Leiduin
geeft met veel kennis en humor lezingen,
Waternet is een groot bedrijf, met tot nu toe
van Leiduin veranderen begin november 2007:
verzorgt publicaties en exposities en hij
allemaal verschillende vestigingen en
het centrale nummer was (023) 5233636,
coördineert tellingen. Al jaren is hij bestuurslid
telefoonnummers. Op termijn gaan alle
dit wordt: (020) 608 7500, bezoekerscentrum
van de Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland.
buitenvestigingen van Waternet op een
Oranjekom wordt (020) 608 7595.
Ook verzorgde hij jarenlang het blad ‘de Fitis’
020 – 608 nummer over. De telefoonnummers
Let op: voortaan dus geen 023, maar 020 draaien!
van de Vogelwerkgroep. Verder heeft Hans
Jaargang 17 | Nummer 3 | Oktober 2007