revalidatiefonds nationaal fonds voor mensen met een lichamelijke handicap of chronische ziekte
Gemeente Schiedam T.a.v. het college van B&W Postbus 1501 3100 EA SCHIEDAM Betreft: Toegankelijkheid van uw website
Bunnik, maart 2009 Geacht college van B&W, geachte gemeenteraadsleden, Mede namens uw gemeente heeft de VNG het Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP) ondertekend. Concreet betekent dit dat uw website op 31 oktober 2010 aan de Webrichtlijnen moet voldoen en daarmee zo toegankelijk mogelijk zal zijn. Ook voor mensen met een lichamelijke handicap. Als directeur van het Revalidatiefonds, hét nationale fonds dat zich inzet voor mensen met een lichamelijke handicap of chronische ziekte, juich ik dat van harte toe! Stichting Accessibility is het expertisecentrum voor toegankelijkheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen op het gebied van ICT. Uit onderzoek van deze Stichting naar de toegankelijkheid van overheidswebsites, blijkt dat gemeentelijke websites relatief laag scoren. De kans is groot dat ook u nog flink wat werk te verzetten heeft voordat uw website aan de Webrichtlijnen voldoet. Het Revalidatiefonds hecht er belang aan dat chronisch zieke en gehandicapte burgers zo snel mogelijk van de informatie op uw website gebruik kunnen maken. Daarom zijn wij verheugd u te kunnen melden dat Stichting Accessibility een korting van €450,- aanbiedt als u een toegankelijkheidscontrole laat uitvoeren. De controle vindt uiteraard plaats volgens de Webrichtlijnen van het NUP. Stichting Accessibility kan u vervolgens ook helpen met informatie, voorlichtingsmateriaal, projecten en cursussen voor het realiseren van een toegankelijke website. Ter oriëntatie stuur ik u hierbij twee gedrukte exemplaren van de Accessibility Monitor 2008, één voor het college en één voor de gemeenteraad. Desgewenst zijn extra (digitale) exemplaren bij het Revalidatiefonds of bij Stichting Accessibility op te vragen. Neemt u voor informatie over de toegankelijkheidscontrole contact op met Ron Beenen van Stichting Accessibility: 030 - 2398270 of 06 - 28267854. Kijk ook op www.accessibility.nl Ik wens u veel succes bij het toegankelijk maken van uw website. Samen maken we het verschil!
Met vriendelijke groet,
Drs. Mechteld J. van den Beid, Directeur Revalidatiefonds
Nationaal Revalidatie Fonds J.F. Kennedylaan 101 • 3981 GB Bunnik • KvK 41178859 T 030 657 20 22 • F 030 657 05 17 •
[email protected] • www.revalidatiefonds.nl ING bank 70.70.70.953 • Postbank 953
Accessibility
2008
Derde onderzoek naar de kwaliteit en toegankelijkheid van overheidswebsites.
Stichting Accessibility Onderzoeksrapport Accessibility Monitor 2008 Utrecht, oktober 2008 © Stichting Accessibility www.accessibility.nl
In opdracht van Viziris CG-Raad
Accessibility Monitor 2008 Derde onderzoek naar de kwaliteit en toegankelijkheid van overheidswebsites
Stichting Accessibility Onderzoeksrapport Accessibility Monitor 2008 Utrecht, oktober 2008 © Stichting Accessibility www.accessibility.nl
In opdracht van: Viziris CG-Raad
Colofon "The power of the Web is in its universality. Access by everyone regardless ofdisability is cm essential aspect." (Tim Berners-Lee, W3C-oprichter en bedenker van het World Wide Web) Copyrights De richtlijnen en ijkpunten in dit rapport zijn overgenomen van de Web Content Accessibility Cuidelines 1.0 (WCAC 1.0), http://www.w3.org/TR/WCAC10/, W3C Recommendation. Wendy Chisholm, Cregg Vanderheiden, lan Jacobs, EDS. Copyright © 1 999 W3C MIT, INRIA, Keio, All rights reserved. W3C liability, trademark, document use and software licensing rules apply. www.w3.org/Consortium/Legal/2002/copyright-documents-20021231 Auteurs Jesse Dijkman, Eric Velleman, Ron Beenen (eindredactie), Ruben van der Vlist (vormgeving). Copyright Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door kopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gerechtigde. Disclaimer Wij spannen ons redelijkerwijs in om accurate en up-to-date informatie te geven, echter wij geven geen garanties voor de inhoud, de compleetheid of de correctheid van de informatie. Wij zijn niet aansprakelijk voor enige schade die voortkomt uit het gebruik van de informatie in dit rapport. Hoewel Stichting Accessibility tevens geaccrediteerde webinspecties uitvoert, valt dit onderzoek vanwege de gebruikte methodologie niet onder de verleende accreditatie. Dankbetuiging Dit rapport is tot stand gekomen dankzij de ondersteuning van Marlot Communicatie en financiële bijdragen van het Revalidatiefonds, Viziris, CG-Raad en Akse Media gemeentegidsen. ISBN: 978-90-808371-7-1 Onderzoeksrapport Accessibility Monitor 2008, in opdracht van Viziris en CG-Raad. Stichting Accessibility Oudenoord 325 3513 EP Utrecht T: 0 3 0 - 2 3 9 8270 E:
[email protected] W: www.accessibility.nl
5) Accessibility Monitor 2008
Inhoudsopgave Samenvatting 1
2
3
4
5
6 7 8
4
Inleiding 1.1 Wat is webtoegankelijkheid 1.2 Kwaliteit en toegankelijkheid van de e-overheid 1.3 De Accessibility Monitor 1.4 De Richtlijnen 1.5 Leeswijzer Toegankelijkheid & kwaliteit 2.1 Webstandaarden 2.2 Internetters met een functiebeperking 2.3 Gebruiksvriendelijkheid 2.4 Vindbaarheid voor zoekmachines 2.5 Financieel Voordeel Het onderzoek 3.1 Indicatieve scan naar de webrichtlijnen van de Overheid 3.2 Extra onderzoeksvragen 3.3 Selectie van overheidssites 3.4 Resultaten 2008 & vergelijking met 2005 Resultaten 4.1 Toegankelijkheid 4.2 Gebruiksvriendelijkheid 4.3 Vindbaarheid 4.4 Kostenvoordelen 4.5 Standaarden 4.6 Toegankelijkheid volgens Webrichtlijnen 4.7 Extra onderzoeksvraag Vergelijking resultaten 2005 en 2008 5.1 Toegankelijkheid prioriteit 1 5.2 Extra onderzoeksvragen Conclusie Aanbevelingen Meer informatie 8.1 Gerelateerde online artikelen 8.2 Algemeen 8.3 Organisaties waar u terecht kunt
7 7 8 13 14 15 17 17 18 20 20 21 23 23 24 25 26 27 29 36 38 41 43 45 46 49 49 53 55 57 59 59 60 61
Bijlagen I Over de cijfers in dit onderzoek II Drempelvrij normdocument Webrichtlijnen van de Overheid III Extra onderzoeksvragen IV Accessibility Monitor 2008 V Onderzoeksresultaten extra onderzoeks-vragen VI Onderzochte websites VII Over Stichting Accessibility VIII Over de auteurs
62 63 68 69 71 72 75 76
5) Accessibility Monitor 2008
Samenvatting Inleiding In augustus/september 2008 heeft Stichting Accessibility in opdracht van Viziris en de CG-Raad een onderzoek uitgevoerd naar de toegankelijkheid en kwaliteit van 1 00 overheidswebsites. Deze derde monitor onderzoekt onder meer het effect van het Besluit Kwaliteit Rijksoverheidswebsites dat in juni 2006 werd genomen. Volgens dit besluit moeten alle Rijksoverheidswebsites vanaf 2010 toegankelijk zijn voor iedereen. Er zijn naar schatting 1 200 overheidswebsites. Voor de monitor is een indicatieve scan uitgevoerd middels een steekproef van 100 websites van ministeries (13), provincies (12), gemeentewebsites (60) en nationale informatiesites van de rijksoverheid (1 5). Monitor 2008 De scan controleert websites op de minimale eisen voor webtoegankelijkheid en kwaliteit. Dit zijn eisen op het gebied van gebruiksvriendelijkheid, toegankelijkheid volgens de Webrichtlijnen, kosteneffectiviteit, gebruik van webstandaarden, toetsenbordtoegankelijkheid en vindbaarheid. Uit het onderzoek blijkt dat een groot deel (88%) van de overheidswebsites niet aan de minimale eisen voor toegankelijkheid voldoet. Dit is een verbetering ten opzichte van het vorige onderzoek uit 2005, toen was dit percentage 96%. Deze vooruitgang is geheel toe te schrijven aan de websites van de Rijksoverheid waarvan een groot deel inmiddels voldoet aan de Webrichtlijnen voor de Overheid, eisen die nog verder gaan dan toegankelijkheid. Van de 1 3 websites van ministeries is bijna de helft (46%) toegankelijk en van de nationale websites een kwart (27%). Daarentegen zijn de meeste websites van provincies en gemeenten niet verbeterd sinds 2005. Bovendien scoren ze op de afzonderlijke onderzoeksvragen ook zeer laag. Ondanks het feit dat een deel van de sites is vernieuwd voldoet slechts 5% aan de minimale toegankelijkheidseisen.
Conclusies en aanbevelingen Uit het onderzoek blijkt dat bekendheid met toegankelijke technieken en controle op het gebruik hiervan een positieve invloed heeft op de toegankelijkheid. De verhoogde aandacht in de afgelopen jaren door middel van regelgeving heeft voor de websites van ministeries duidelijk een positief effect gehad.
& Accessibility Monitor 2008
In het 'Visie en Actieprogramma Betere Publieke Dienstverlening' wordt veel verantwoordelijkheid voor kwaliteit van e-dienstverlening bij koepelorganisaties neergelegd. Tot op heden lijkt deze voor wat betreft toegankelijkheid van internetsites niet adequaat te zijn opgepakt. Het verdient de aanbeveling om de regie en controle op de kwaliteit en toegankelijkheid van overheidswebsites op centraal niveau te regelen. Er is op dit moment geen compleet en openbaar overzicht beschikbaar van alle websites van de overheid. Dit maakt het lastig om toezicht op de kwaliteit ervan te houden. Het zou goed zijn als de staatssecretaris van BZK, eerstverantwoordelijk voor overheidsdienstverlening en voor de coördinatie van de e-overheid, éénmaal per jaar zou rapporteren over de toegankelijkheid en kwaliteit van alle in gebruik zijnde overheidswebsites. Indien sites niet volledig voldoen aan de Webrichtlijnen, dient te worden verantwoord voor welk deel en waarom dit het geval is. Op veel websites (90%) ontbreekt het aan kwaliteit omdat er niet volgens internetstandaarden wordt gewerkt. Bij het ontwikkelen van sommige websites wordt gekozen voor onnodige functionaliteit of legt men accenten verkeerd. Men investeert soms wel in additionele functionaliteiten als een grootletterversie terwijl de basis van een website niet goed is geïmplementeerd. In alle gevallen dient de prioriteit te liggen bij het kunnen voldoen aan de minimale eisen voor kwaliteit en toegankelijkheid. Er moet meer haast gemaakt worden met het in orde brengen van een aantal lopende internetprojecten met grote impact op de dienstverlening van de overheid. Het centraal opgezette DigiD bijvoorbeeld is al bij een groot aantal organisaties uitgerold maar voldoet op dit moment nog niet aan de minimale eisen voor toegankelijkheid. Internetprojecten worden door de overheid vaak voor een groot deel uitbesteed aan externe (communicatie) bureaus. De overheid moet bij de selectie van deze bureaus de kennis over webrichtlijnen nadrukkelijk meewegen. Bij oplevering van een website ligt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit bij de overheid zelf, deze kan men niet naar een leverancier delegeren. Dit moet zowel informeel als in het proces worden geregeld. Ontoegankelijke websites ontstaan in het algemeen niet door onwil van de website-eigenaar. Soms wel door gebrek aan aandacht of kennis over het onderwerp, zowel aan de kant van opdrachtgever als aan de kant van de leverancier. Dit kan enkel worden weggenomen door (nog) meer aandacht voor internetstandaarden. Er dient een voorlichtingscampagne te komen voor iedereen die betrokkenen is bij de ontwikkeling van overheidswebsites.
5) Accessibility Monitor 2008
Hoofdstuk 1
Internet wordt steeds vaker als het primaire communicatie- en contactmedium ingezet. Inmiddels beschikt 86% van de huishoudens in Nederland over een internetaansluiting1. Veel overheidsinstanties, bedrijven en andere instellingen gebruiken het internet om informatie en diensten aan te bieden. Dit heeft tot gevolg dat de samenleving steeds meer afhankelijk is van het kunnen omgaan met allerlei diensten op het internet. Dit kan bestaan uit het online bestellen van boodschappen en het doen van bankzaken, maar ook uit bijvoorbeeld het aanvragen van een vergunning of zoeken van andere informatie op een website. Het is daarom belangrijk dat informatie voor iedereen bruikbaar is. Voor informatie op het internet spreken we dan van webtoegankelijkheid.
1.1
Wat is webtoegankelijkheid Tim Berners-Lee, W3C-oprichter en bedenker van het World Wide Web, definieert webtoegankelijkheid als een van de belangrijkste eigenschappen van het internet: "The power of the Web is in its universality. Access by everyone regardless ofdisability is an essential aspect." Het internet is oorspronkelijk bedoeld om toegankelijk te zijn voor iedereen, ongeacht een eventuele beperking. Webtoegankelijkheid zorgt ervoor dat informatie op het internet voor iedereen beschikbaar is en op een toegankelijke, betrouwbare en eenvoudig vindbare manier aangeboden wordt. Dat webtoegankelijkheid enkel ten goede komt aan mensen met een beperking is een misverstand. Het gaat hier namelijk om een breder perspectief. Iemand die niet beperkt is en met een laptop in de trein zit kan bijvoorbeeld beperkt zijn door niet de beschikking te hebben over een muis. Of iemand kan werken via een bedrijfsnetwerk waar de beveiligingsinstellingen hoog zijn waardoor bepaalde functionaliteit, bijvoorbeeld een navigatiemenu, wegvalt op de pagina. Ook zoekmachines hebben er baat bij. Op dit moment maakt het overgrote deel van de Nederlandse internetters gebruik van de zoekmachine Google. Men verkiest dit zelfs vaak boven het gebruik van sitenavigatie2. Google bijvoorbeeld ziet een website eigenlijk als een gebruiker met een beperking. Google is eigenlijk als het ware blind, want de zoekmachine kan geen plaatjes zien, kan geen muis bedienen, ziet geen kleur en begrijpt bepaalde
1 2
Bron: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/vrije-tijd-cultuur/publicaties/artikelen/achief/ 2008/2008-071-pb.htm Bron: Digitale vaardigheden van Nederlandse burgers, Drs. Ing. Alexander J.A.M, van Deursen en Prof. Dr. Jan A.C.M, van Dijk
ê) Accessibility Monitor 2008
onderdelen van internetcode niet. Ook zoekmachines als Google zijn dus gebaat bij toegankelijke internetpagina's om betrouwbare en relevante zoekresultaten te kunnen leveren. Daarnaast heeft webtoegankelijkheid ook bedrijfsmatige en financiële voordelen. Hier zal uitgebreider op ingegaan worden in het hoofdstuk 'Toegankelijkheid en kwaliteit'. Ook zal later in deze Monitor op bepaalde aspecten van webtoegankelijkheid verder ingegaan worden. En er zal worden uitgelegd hoe bijvoorbeeld mensen met een functiebeperking het internet gebruiken.
1.2
Kwaliteit en toegankelijkheid van de e overheid De Nederlandse overheid heeft in toenemende mate aandacht voor het onderwerp webtoegankelijkheid en de Rijksoverheid gebruikt steeds vaker toegankelijke internettechnieken op websites om informatie en diensten aan te bieden. Hieraan is een aantal belangrijke ontwikkelingen voorafgegaan.
1.2.1
Stimulering webtoegankelijkheid In maart 2001 lanceert Staatssecretaris van Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vliegenthart het initiatief Drempels Weg. Dit project is bedoeld om de drempels voor mensen met een handicap weg te nemen en het internet ook voor deze mensen toegankelijk te maken. Webtoegankelijkheid wordt in 2001 op de politieke agenda gezet door Minister Van Boxtel (Grote Steden- en Integratiebeleid) door in het kader van Drempels Weg een intentieverklaring te tekenen, waarin gesteld wordt dat de websites van de ministeries binnen een jaar toegankelijk moeten zijn. Dit wordt in november 2001 door de Ministerraad bevestigd. Verder stimuleert het Ministerie van Binnenlandse Zaken via Drempels Weg de toegankelijkheid van gemeentelijke websites in 2002 door het verstrekken van subsidies aan websites die toegankelijk worden gebouwd. In 2003 wordt in de troonrede gesteld dat 'in 2004 de helft van de publieke informatie op internet beschikbaar moet zijn, om de toegankelijkheid van de overheid te verbeteren'3. Het kabinet wil dat 65% van alle publieke dienstverlening via internet plaats kan vinden4. Bovendien moeten eind 2007 alle democratische basisinformatie en besluiten, waarvan wettelijke bekendmaking verplicht is, via internet beschikbaar zijn5.
Volledige tekst van de troonrede van 2003: http://www.minaz.nl/Onderwerpen/Regeringsbeleid/Troonrede/Troonredes„2000_2007/Troonrede^2003 Bron: Advies Overheid.nl, Standpunt metadata en vervolgactiviteiten in 2005, www.advies.overheid.nl/metadata-standpunt/ Bron: Advies Overheid.nl, Algemene vragen over Advies Overheid.nl, http://advies.overheid.nl/348/
£) Accessibility Monitor 2008
1.2.2 Eisen en toetsing In steeds meer landen zijn wetten tot stand gekomen waarmee eisen gesteld worden aan de toegankelijkheid van overheidswebsites. In Duitsland bijvoorbeeld moeten in 2002 nieuwe websites van de overheid voldoen aan de prioriteit 1 en 2 ijkpunten. Bestaande sites hebben uitstel tot eind 20056. In Nederland is tot op dat moment niet voor expliciete wetgeving gekozen om webtoegankelijkheid te bewerkstelligen, maar is in samenwerking met alle belanghebbenden en een aantal ministeries het Waarmerk drempelvrij.nl opgezet. De belangrijkste reden voor het opzetten van een waarmerk is vooral dat er vanuit de markt behoefte was aan een objectieve en transparante toetsingsregeling voor het meten van de toegankelijkheid van websites. Stichting Accessibility heeft daarin een leidende rol gespeeld. Tegelijk met het Waarmerk drempelvrij.nl zijn door Advies Overheid.nl de Webrichtlijnen opgesteld. De Nederlandse overheid heeft de internationale standaarden voor toegankelijkheid, doorzoekbaarheid en kwaliteit samengebracht in een eigen set richtlijnen, de Webrichtlijnen. Deze bevatten de internationaal erkende prioriteit 1 en 2 ijkpunten van het W3C aangevuld met eisen op het gebied van kwaliteit, doorzoekbaarheid en vindbaarheid. Met deze Webrichtlijnen zijn eisen gesteld aan overheidswebsites die strenger zijn dan het Waarmerk drempelvrij.nl. De richtlijnen zijn bedoeld om de kwaliteit van websites en online diensten van de overheid te verbeteren. Het is de bedoeling dat departementale overheidswebsites op 1 januari 2006 gaan voldoen aan deze richtlijnen7. 1.2.3
Stijlgids De Overheid werkt aan eenduidigheid, toegankelijkheid en samenhang in de communicatie met burgers. In 2005 gaat de werkgroep Stijlgids van de Commissie Nieuwe Media daarmee aan de slag. Het resultaat is de 1.0-versie van de Stijlgids voor corporate websites van ministeries, die op 4 mei 2006 wordt gepresenteerd. De Stijlgids draagt bij aan de doelstellingen van het kabinetsbeleid: een herkenbare en toegankelijke overheid. Deze is inmiddels bij een groot deel van de ministeriële websites geïmplementeerd.
Meer informatie over webtoegankelijkheid en wetgeving is te vinden op de website van Accessibility: Webtoegankelijkheid en wetgeving, www.accessibility.nl/internet/ achtergronden/wetgeving Bron: Advies Overheid.nl
5) Accessibility Monitor 2008
1.2.4 Besluit Rijksoverheid Kort daarna volgt in 2006 een wet, die bepaalt dat toegankelijkheid verplicht is voor bedrijven of diensten: "Bedrijven of diensten die - zonder dat daarvoor een goede reden bestaat - niet toegankelijk zijn voor mensen met een handicap kunnen strafrechtelijkvervoigd worden."8 Hiermee wordt toegankelijkheid al expliciet verplicht gesteld. Als gevolg van de motie op 26 april 2006 van Aasted-Madsen en Fierens9 besluit deministerraad op 30 juni van datzelfde jaar met het Besluit KwaliteitRijksoverheidswebsites dat alle rijksoverheidswebsites uiterlijk in 2010 vooriedereen toegankelijk moeten zijn, ook voor mensen met eenfunctiebeperking10. Sindsdien is de aandacht voor toegankelijkheid bij de Rijkoverheid toegenomen en wordt er hard aan toegankelijkheid gewerkt. De WebrichtlijnenScore van 'Overheid geeft Antwoord' geeft een beeld van de voortgang bij de uitvoering van het Besluit Kwaliteit Rijksoverheidswebsites. De verantwoordelijke ministeries geven zelf aan welke nieuwe of vernieuwde website(s) sinds 1 september 2006 online zijn gekomen of ze zijn onderzocht op conformiteit met de Webrichtlijnen en met welk resultaat (in de vorm van een percentage). Daarnaast moet de Webrichtlijnen Score een volledig overzichtgaan bieden van (reeds bestaande) websites die binnen de ministeriëleverantwoordelijkheid vallen en die voor 31 december 2010 aan de webrichtlijnen moeten voldoen." 1.2.5
Overheid.nl Monitor Voor het toetsen van webtoegankelijkheid volgens de Webrichtlijnen van deOverheid is een gratis online toetstool12 ontwikkeld, waarmee een quickscan uitgevoerd kan worden op iets minder dan de helft van de webrichtlijnen. Sinds juli van dit jaar is er ook een downloadbare versie beschikbaar. De uitslagen van deze automatische toetsen zijn een onderdeel van de continue monitor die Overheid heeft Antwoord bijhoudt13. In de monitor wordt de stand van zaken rondom de ontwikkeling van de websites van ministeries, provincies, gemeenten en landelijke organisaties bijgehouden samen met de webbeheerders van de websites.
8 9 10 12 13
Meer informatie: http://www.justitie.nl/onderwerpen/criminaliteit/Discriminatie/Handicap/ http://parlando.sdu. nl/cgi/showdoc/session=anonymous@3A0308202887/action=doc/query=4/ pos=l/KST96878.pdf De tekst van het Besluit kwaliteit rijksoverheidswebsites: http://www.Webrichtlijnen.nl/besluit/ tekstbesluit-en-toelichting/11 http://www.webrichtlijnen.nl/webrichtlijnenscore/ De toetstool: http://www.webrichtlijnen.nl/toetsen/ De Overheid.nl Monitor: http://advies.overheid.nl/continu/
& Accessibility Monitor 2008
10
1.2.6 Overige ontwikkelingen Verder is op dit moment het 'Stappenplan Webrichtlijnen'14 in ontwikkeling voor projectleiders bij de bouw van overheidswebsites. Dit stappenplan wordt in 2008 en 2009 getoetst in een tiental pilots. Het doel is de versterking van het opdrachtgeverschap bij de (door-)ontwikkeling van websites die aan de Webrichtlijnen moeten voldoen. Het stappenplan bestaat onder andere uit een checklist, die gebruikt kan worden 'om helderheid te krijgen of veel gewicht moet worden toegekend aan het toepassen van de Webrichtlijnen'. Hieruit kan blijken dat voldoen aan de Webrichtlijnen een randvoorwaardelijke eis is of dat er voldaan kan worden aan de Webrichtlijnen. Wanneer voldaan kan worden aan de Webrichtlijnen dient de opdrachtgever te verantwoorden waarom aan bepaalde punten niet voldaan wordt. Hiermee kan een projectleider worden ondersteund in de aanbesteding van websites. Daarnaast dient de projectleider zich te verantwoorden wanneer niet volledig aan de Webrichtlijnen voldaan wordt. 1.2.7
E-overheid in Nederland Naast toegankelijkheid zijn er diverse gezamenlijke initiatieven van de overheid om dienstverlening naar haar burgers eenvoudiger maken. De belangrijkste ontwikkeling is op dit moment het Nationaal UitvoeringsProgramma (NUP) waarin Rijk, Provincies, Gemeenten en Waterschappen de eerder succesvol door het Rijk gevolgde weg willen volgen. Hierover is inmiddels een principe-akkoord, de VNC zal dit akkoord ten tijde van hetverschijnen van dit onderzoek met een positief advies voorleggen aan haarleden15. De overheid maakt hiermee werkafspraken om bestaande voornemens rond dienstverlening nader af te spreken in acties en in de tijd. Er zijn door het NUP 1 9 basisvoorzieningen voor de kerninfrastructuur aangewezen waarmee de dienstverlening in het algemeen en naar de burgers kan worden verbeterd. De Webrichtlijnen staan bovenaan in deze lijst. Een van de vastgelegde prioriteiten is bijvoorbeeld om gezamenlijk toegankelijke eFormulieren te ontwikkelen16. Ook DigiD17 is een voorbeeld van een samenwerking tussen overheden. Bij het gebruik van veel overheidsdiensten op het internet is authenticatie noodzakelijk. Hiervoor wordt DigiD gebruikt, een centraal systeem waardoor het voor burgers eenvoudiger wordt gemaakt om zich te identificeren en gebruik te maken van de diensten van de overheid18. Voor de verbetering van de dienstverlening van gemeenten is ECEM gestart19. ECEM ondersteunt gemeenten bij het verbeteren van hun dienstverlening en bedrijfsprocessen door een effectieve en efficiënte inzet van ICT20. 14 15 16 17 18 19 20
Bron: http://www.advies.overheid.nl/webrichtlijnen-stappenplan-pilot/ Documenten ledenraadpleging VNC: http://www.vng.nl/eCache/DEF/82/298.html Meer informatie over het programma eFormulieren is te vinden op http://www.eoverheid.nl/sites/ eformulieren/ Meer informatie over DigiD is te vinden op de site van DigiD: http://www.digid.nl De matrix van deelnemers aan DigiD: http://matrix.e-overheid.nl/matrix.aspx?matrixid= egemdigidgemeenten&view=EGEM Meer informatie over ECEM is te vinden op de site van ECEM: http://egem-iteams.nl/ Meer informatie over EGEM: http://matrix.e-overheid.nl/default.aspx?view=EGEM
& Accessibility Monitor 2008
1 1
1.2.8 Actieplan verbetering toegankelijkheid e overheid Er bestaat op dit moment nog geen verplichting op het gebied van digitale toegankelijkheid voor decentrale overheden, al zijn er wel ontwikkelingen in die richting. Uit de Accessibility Monitor 2005 bleek dat de toegankelijkheid van deze instanties onder de maat was. In deze Monitor wordt een beeld gegeven van de actuele toegankelijkheid van deze websites. Staatssecretaris mevrouw Bijleveld-Schouten introduceert in haar brief van 26 juni 200821 aan de Tweede Kamer een actieplan voor verbetering van de toegankelijkheid van de e-overheid. Zij stelt hierin maatregelen voor om de toegankelijkheid van de gehele e-overheid te vergroten. Daarvoor wordt een aanpak langs twee sporen beschreven: 1. Het verbeteren van de e-vaardigheden van mensen. 2. Het vergroten van de toegankelijkheid en begrijpelijkheid van overheidswebsites. Spoor 2 is een impuls en een positieve ontwikkeling voor de toegankelijkheid van de e-overheid gezien als aanbieder van informatie en diensten. Op 2 juni 2008 is een document gepresenteerd: 'Visie en actieprogramma betere publieke dienstverlening'22. Hierin worden concrete verbeteracties voorgesteld voor provincies, gemeenten en uitvoeringsorganisaties met als doel om voor mensen 'merkbare en zichtbare verbeteringen van de overheidsdienstverlening' te realiseren. 1.2.9
Internationaal De Europese Commissie heeft toegankelijkheid gekoppeld aan economische prestatie, werkgelegenheid, kwaliteit van leven en sociale participatie. Dat is vastgelegd in de 2006 Riga Ministerial Declaration en het i201 0 initiatief. In de afgelopen jaren is toegankelijkheid al in vele vormen opgenomen in Europese besluiten. Eind 2007 is een duidelijke visie en planning gepubliceerd. De Commissie wil instrumenten laten ontwikkelen om meer druk te kunnen zetten op zowel overheden als bedrijfsleven. Daarnaast willen zij ter versterking van de concurrentiepositie van Europa meer harmonisatie van regels en methoden. In Spanje is een wet van kracht die niet alleen overheden, maar ook maatschappelijk relevante marktpartijen verplichten om per 31 december 2008 aan internetstandaarden te voldoen. De daar gebruikte standaarden wijken op een aantal details af van de internationale W3C standaarden maar zijn wel van het niveau prioriteit 2 (AA).
21 22
Bron: Brief van staatssecretaris Bijleveld-Schouten d.d. 26 juni 2008 overeen actieprogramma toegankelijkheid e-overheid. Bron: http://www.minbzk.nl/organisatie/staatssecretaris/! 1 3006/betere
£) Accessibility Monitor 2008
12
De vooruitgang op het gebied van ICT toegankelijkheid zal regelmatig worden onderzocht, er wordt gewerkt aan bewustwording en de uitwisseling van best practice en er worden onder andere regionale netwerken opgezet om de overheid dichter bij regio's en bedrijven te brengen. Er wordt op dit moment flink vaart gemaakt met de uitvoering van het eCovernment actieplan. Ook worden er maatregelen voorbereid die toegankelijkheid in Europa zullen moeten verzekeren. Belangrijk daarbij is het werk onder EU Mandate 376 dat wordt uitgevoerd door de Europese standaardisatie organisaties. Hoofddoel is een Europese Norm (EN) die voor alle lidstaten zal gelden. Twee Project Teams (van CEN en van Etsi) werken op dit moment aan het in kaart brengen van de maatregelen en standaarden die daarvoor nodig zijn. Accessibility neemt deel aan een van deze teams.23 Elektronische aanbesteding neemt daar een belangrijke plaats in. Op 13 december 2006 werd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het VN-mensenrechtenverdrag voor mensen met (functie)beperkingen aangenomen. Doel van het verdrag is het promoten, beschermen en verzekeren van volledige en gelijke kansen op het gebied van mensenrechten en fundamentele vrijheden voor mensen met een beperking en het promoten van respect voor hun beperking. Het verdrag is breed en bevat o.a. communicatierechten met inbegrip van verschillende talen, braille, tactiele communicatie, grootschrift, toegankelijke multimedia en ICT in het algemeen. Nederland heeft het verdrag nog niet geratificeerd.
1.3
De Accessibility Monitor Dit is de derde Accessibility Monitor. De Accessibility Monitor is een onderzoek door Stichting Accessibility naar de toegankelijkheid en kwaliteit van 100 overheidswebsites en websites met overheidsinformatie. Deze websites worden in het onderzoek onderverdeeld in rijksoverheidwebsites, websites op nationaal niveau, provinciewebsites en gemeentewebsites, zowel van grotere als van kleinere gemeenten. Dit onderzoek is tweemaal eerder uitgevoerd in 2004 en 2005. In deze onderzoeken werden enkel de prioriteit 1 ijkpunten van het Waarmerk drempelvrij.nl onderzocht. Ze waren daarmee enkel gericht op toegankelijkheid. In de Accessibility Monitor van 2008 is onderzoek gedaan naar een aantal van de prioriteit 1 ijkpunten, aangevuld met een aantal aanvullende richtlijnen voor kwaliteit en toegankelijkheid uit de strengere Webrichtlijnen. Er is voor deze aanpak gekozen, vooral om het effect van het Besluit kwaliteit Rijksoverheidswebsites na 2006 te meten.
23
http://www.econformance.eu/
êü Accessibility Monitor 2008
13
Op basis van een indicatieve scan is binnen een beperkt tijdsbestek onderzoek gedaan naar mogelijke toegankelijkheidsproblemen op overheidswebsites en sites met overheidsinformatie. Deze scan geeft een eerste indicatie van toegankelijkheidsproblemen. Het kan zijn dat bij uitgebreider onderzoek meer problemen worden gevonden of dat een aantal problemen bij meer websites wordt aangetroffen. Uitgangspunt voor de Accessibility Monitor 2008 zijn de Webrichtlijnen van de Overheid, waar eerdere onderzoeken het Waarmerk drempelvrij.nl als uitgangspunt voor onderzoek hadden. Deze Webrichtlijnen zijn in 2004 opgesteld in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in samenwerking met ICTU, TNO en Cinnamon Interactive. Uit het onderzoek van 200424 bleek dat 95% van de overheidswebsites niet voldeden aan een aantal basis kwaliteitseisen en niet geheel toegankelijk waren voor mensen met een functiebeperking en senioren. Ook in 2005 werd dit onderzoek uitgevoerd25. Uit dit onderzoek bleek dat 96% van de onderzochte overheidswebsites niet voldeed aan de minimale eisen voor webtoegankelijkheid. Dit onderzoeksrapport geeft een overzicht van de resultaten van het onderzoek van 2008 en vergelijkt de resultaten op gebied van toegankelijkheid met die van 2005. Er wordt aandacht geschonken aan de problemen die zich voordoen en waar ze aangetroffen zijn. Door de rapporten uit 2005 en 2008 naast elkaar te leggen kan nu ook gekeken worden of specifieke toegankelijkheidsproblemen vaker of minder vaak voorkomen.
1.4
De Richtlijnen
1.4.1 W3C Richtlijnen Het World Wide Web Consortium (W3C26) heeft internationale richtlijnen voor toegankelijkheid opgesteld. Hierbij zijn ijkpunten geformuleerd om te kunnen meten of websites daadwerkelijk toegankelijk zijn voor mensen met een functiebeperking. Deze ijkpunten zijn opgesplitst in drie categorieën waarbij de eerste groep ijkpunten, prioriteit 1, staat voor de minimale toegankelijkheid, terwijl prioriteit 2 en 3 elk een stuk verder gaan. Deze richtlijnen zijn terug te vinden in
24 25 26
Bron: Accessibility Monitor, Stichting Accessibility Bron: Accessibility Monitor 2005, Stichting Accessibility Website: http://www.w3.org
ê) Accessibility Monitor 2008
14
documenten en resoluties van de Europese Commissie. Ze zijn ook opgenomen in verschillende wetten van landen om ons heen waaronder Duitsland (BITV), Engeland (DDA), Italië en Frankrijk. De richtlijnen vormen met een kleine juridische wijziging de basis voor belangrijke wetgeving in de VS (Section 508), Canada en Australië. In Nederland wordt al jarenlang de norm drempelvrij.nl gebruikt. Bij de richtlijnen van het W3C gaat het om voornamelijk technische richtlijnen die ervoor zorgen dat websites aan minimale kwaliteitscriteria voldoen waardoor het bijvoorbeeld voor hulpapparatuur mogelijk is om toegang te krijgen. 1.4.2 Waarmerk drempelvrij.nl De Stichting Waarmerk drempelvrij.nl is in samenwerking met de Nederlandse overheid en alle belanghebbenden opgezet27. De norm van het Waarmerk drempelvrij. nl is gebaseerd op een vertaling van de prioriteit 1 ijkpunten van het W3C28 en is opgesteld om onafhankelijk, objectief en transparant de toegankelijkheid van websites vast te kunnen stellen. Hiermee wordt aangesloten bij internationale ontwikkelingen op het internet en wet- en regelgeving in en buiten de EU. Het Nederlandse model is op Europees niveau maatgevend. 1.4.3 Webrichtlijnen van de Overheid Voor het bouwen van websites bestaan internationaal erkende afspraken in de vorm van webstandaarden. Toepassing van deze standaarden levert een beduidend betere en toegankelijke website op. De Nederlandse overheid heeft deze internationale standaarden samengebracht in een kwaliteitsmodel, genaamd de Webrichtlijnen29. Het omvat kwaliteitseisen om te komen tot betere overheidswebsites. Om deze richtlijnen toetsbaar te maken heeft Stichting Accessibility met diverse andere experts in opdracht van het ministerie van BKZ en Stichting Waarmerk drempelvrij een normdocument Webrichtlijnen ontwikkeld30.
1.5
Leeswijzer In hoofdstuk 2 leest u meer over toegankelijkheid en kwaliteit van het internet. Hier wordt beschreven wat voor rol standaarden, gebruiksvriendelijkheid en vindbaarheid spelen in de toegankelijkheid van een website. Ook wordt beschreven hoe mensen met verschillende functiebeperkingen gebruik maken van internet, hoe groot deze groep is en worden er enkele voorbeelden van knelpunten bij internetgebruik gegeven.
27 28 29 30
Bron: Bron: Bron: Bron:
http://www.drempelvrij.nl/Waarmerk http://www.w3c.nl/Vertalingen/2000/WAI-WEBCONTENT/WAI-WEBCONTENT-NL.html http://www.webrichtlijnen.nl/richtlijnen/ http://www.drempelvrij.nl/Webrichtlijnen
^ ) Accessibility Monitor 2008
15
Hoofdstuk 3 beschrijft de methode van onderzoek, de onderzoeksvragen en de onderzochte groepen websites. De resultaten worden besproken in hoofdstuk 4. Hierbij wordt onder andere ingegaan op de problemen die optreden bij overheidswebsites, zowel van het totaal van alle onderzochte overheidswebsites als opgesplitst per niveau. In hoofdstuk 5 wordt een vergelijking gemaakt met de monitor van 2005. In hoofdstuk 6 volgt de conclusie, in hoofdstuk 7 de aanbevelingen en in hoofdstuk 8 staan verwijzingen naar meer informatie over de onderwerpen die in dit rapport aan de orde komen. De bijlagen bestaan uit de onderzoekscijfers en de lijst met onderzochte websites.
£) Accessibility Monitor 2008
16
• f»---
Hoofdstuk 2 Toegankelijkheid & kwaliteit
In deze monitor wordt de toegankelijkheid en kwaliteit van overheidswebsites besproken. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de toegankelijkheid en kwaliteit van het internet als kader voor het monitoronderzoek. Internetters met een functiebeperking, gebruiksvriendelijkheid, vindbaarheid en kostenvoordelen komen aan bod. En altijd staan webstandaarden centraal.
2.1
Webstandaarden Voor het bekijken van internetpagina's worden browsers gebruikt, bijvoorbeeld Internet Explorer of Firefox. In een browser worden webpagina's, die bij een server worden opgevraagd, omgezet in een voor de gebruiker leesbare vorm en gewenste lay-out. Dat is wat we kennen als websites of webapplicaties. Voor het bouwen van websites bestaan allerlei internationaal vastgelegde afspraken over het gebruik van technieken. Deze afspraken worden webstandaarden genoemd.
Websites
Standaarden
Gebruikers
browsers
hulpje apparatuur
Gougle ~\ zoekflSJn _J machines Figuur 7: De rol van webstandaarden.
& Accessibility Monitor 2008
17
Ter verduidelijking kan er een vergelijking getrokken worden tussen het gebruik van webstandaarden en de bouw van een huis. Voor het bouwen van een huis bestaan afspraken over de afmetingen van deuropeningen. Deze afspraken zijn er vanwege bijvoorbeeld brandvoorschriften en omdat er rolstoelen doorheen moeten passen of brancards in geval van nood, maar natuurlijk ook voor meubilair. Dankzij deze afspraken hoeft een aannemer zich niet bezig te houden met specifiek gebruik van een doorgang door een bepaalde groep en is toch de functionaliteit gewaarborgd. Webstandaarden zijn een set van technische afspraken voor het web en vervullen een vergelijkbare functie. Ze helpen de webbouwer om een technisch goede website te bouwen, zonder dat hij zich zorgen hoeft te maken over specifieke gebruikers (user agents). Wanneer volgens webstandaarden gebouwd wordt, kan een webbouwer er namelijk ook van uit gaan dat user agents zoals bijvoorbeeld hulpapparatuur, mobiele apparatuur en verschillende soorten browsers met de website om kunnen gaan.
2.2
Internetters met een functiebeperking Internetters met een functiebeperking hebben bijvoorbeeld een visuele, auditieve, motorische of verstandelijke beperking31. Ook senioren hebben statistisch een grotere kans op functionele beperkingen, waardoor ze meer problemen kunnen ondervinden bij het bezoeken en gebruiken van websites. Het kunnen bepaalde gradaties zijn van één of meer van de hieronder genoemde beperkingen. In deze paragraaf wordt besproken hoe deze groepen mensen internet gebruiken32 en wordt een aantal voorbeelden van problemen genoemd. Blinde mensen gebruiken geen beeldscherm of muis en zijn bij het gebruik van internet afhankelijk van speciale software op kun computer (screenreader) en een zogenaamde brailleleesregel die zij koppelen aan een laptop of desktop computer. De screenreader leest de tekst van de website hardop voor, de brailleleesregel geeft de tekst in braille weer. Voor blinden is het belangrijk dat bijvoorbeeld afbeeldingen en andere visuele onderdelen een omschrijving hebben en dat een website bruikbaar is wanneer alleen via het toetsenbord genavigeerd wordt, omdat zij geen muis kunnen bedienen. Ook mensen met dyslexie gebruiken wel screenreaders, om hen te ondersteunen bij het lezen. Voor slechtzienden is het onder meer belangrijk dat ze zelfde tekstgrootte kunnen aanpassen. Wanneer die door de bouwer van de site is 'vastgezet' kunnen ze de
31 32
Meer informatie over functiebeperkingen is te vinden op: http://www.accessibility.nl/internet/ achtergronden/handicaps Meer informatie over gebruik van hulpapparatuur door mensen met een functiebeperking is te vinden op: http://www.accessibility.nl/internet/achtergronden/hulpapparatuur
ê) Accessibility Monitor 2008
18
tekst niet zelf groter of kleiner maken. Goed contrast is zeer belangrijk voor deze groep mensen. Voor zowel blinden als slechtzienden is het ook belangrijk dat er een toegankelijk alternatief is wanneer informatie enkel in videobeelden wordt gegeven. Mensen die kleurenblind zijn hebben vaak problemen met de kleurcombinaties rood-groen en geel-blauw. Er moet voor deze mensen voorkomen worden dat informatie alleen in kleur wordt aangegeven. Een voorbeeld is: 'Druk op de groene knop om verder te gaan en op de rode knop om te stoppen'. Deze verwijzing kan problemen opleveren, wanneer kleuren niet goed onderscheiden kunnen worden. Andere mogelijke problemen zijn contrast, maar ook een legenda bij een kaart of bepaald kleurgebruik in diagrammen kan problemen opleveren. Voor doven en slechthorenden is het belangrijk dat er voor audio- en videobestanden een alternatief geboden wordt. Voor video is een snelle indicatieve test om met de oren dicht te kijken of alle informatie in een video nog beschikbaar is. Bijvoorbeeld als er een vrouw in beeld is die vertwijfeld kijkt terwijl op de achtergrond schreeuwende kinderen te horen zijn (niet in beeld). Is dat dan zonder geluid duidelijk? De richtlijnen eisen bijvoorbeeld dat er dan een caption is waar dat beschreven staat ("geluid van schreeuwende kinderen"). Eenzelfde soort probleem hebben blinden bij een videofilm. Ook daarvoor is er een snelle test: doe hetzelfde ook eens met de ogen dicht. Is dan alle belangrijke informatie in het geluid van de video beschikbaar? Is er bijvoorbeeld een stem die de belangrijke informatie uit het beeld vertelt?33 Voor mensen met een motorische beperking of bijvoorbeeld RSI is het, net als voor bijvoorbeeld blinden, van belang dat ook door een site genavigeerd kan worden zonder een muis te gebruiken. Tot slot kunnen ook mensen die niet lichamelijk of verstandelijk beperkt zijn, toch beperkt zijn in het gebruik van internet. Wanneer bijvoorbeeld een website op een mobiele telefoon, PDA of iPhone wordt bekeken, wanneer geluid uitgeschakeld is of wanneer vanwege hoge beveiligingsinstellingen bepaalde functies uitgeschakeld staan is het belangrijk dat dezelfde informatie beschikbaar blijft. In al deze situaties helpen webstandaarden de webbouwer om rekening te houden met deze beperkingen, zonder dat hij zich hoeft te verdiepen in specifieke beperkingen of hulpapparatuur zelf.
33
Voor meer informatie over het toegankelijk maken van audio- en videobestanden: http://www.accessibility.nl/internet/artikelen/audiovideo
5) Accessibility Monitor 2008
19
2.3
Gebruiksvriendelijkheid Gebruiksvriendelijkheid en webtoegankelijkheid zijn twee aspecten die hand in hand gaan. Kort gezegd gaat toegankelijkheid erover of informatie beschikbaar en eenvoudig vindbaar is voor iedereen. Gebruiksvriendelijkheid gaat erover of informatie op een manier wordt aangeboden, die voor de gebruiker onder andere logisch, consequent, eenvoudig te begrijpen, vinden en gebruiken is. Gebruiksvriendelijkheid kan dus gezien worden als een laag bovenop webtoegankelijkheid. Als een website toegankelijk gemaakt wordt betekent het in de regel dat deze ook automatisch gebruiksvriendelijker wordt. Duidelijke linkteksten en consistentie in de webpagina's zijn een onderdeel van webtoegankelijkheid, maar helpen ook de gebruiksvriendelijkheid vergroten.
2.4
Vindbaarheid voor zoekmachines Zoekmachine optimalisatie (in jargon Search Engine Optimization, SEO) is een actueel onderwerp. Organisaties geven vaak veel geld uit om hoger in de Google zoekresultaten te komen en dus beter vindbaar te worden. Zoals eerder genoemd benaderen zoekmachines zoals Google internetpagina's eigenlijk als een gehandicapte gebruiker. Zoekmachines zijn gebaat bij een toegankelijk internet en zijn sterk afhankelijk van de manier waarop een site is opgebouwd en van de manier waarop de code is opgemaakt. Zoekmachines als Google zijn bijvoorbeeld blind, omdat ze geen afbeeldingen kunnen zien. Om deze reden is het belangrijk voor zoekmachines dat informatie, die in afbeeldingen wordt overgebracht, ook in tekst beschikbaar is. Pagina's dienen semantisch correct te zijn opgemaakt, en de inhoud en opmaak dienen gescheiden te worden. Ook dient een website meerdere invoerapparaten, bijvoorbeeld muis en toetsenbord, te ondersteunen. Hierdoor kan ook Google, die geen gebruik kan maken van een muis, door een site navigeren. Omdat Google geen kleur ziet, dient informatie niet alleen in kleur overgebracht te worden. Bepaalde geavanceerde webtechnieken en programmacode zijn niet begrijpelijk voor zoekmachines. Ook daarom is het belangrijk dat de functionaliteit van een website niet van deze technieken afhangt, maar dat deze technieken slechts een aanvulling zijn op de basisfunctionaliteit. Wanneer bij de bouw rekening wordt gehouden met deze 'eigenschappen' van een zoekmachine, wordt voor Google de structuur en inhoud van de website duidelijker en wordt het mogelijk om meer betrouwbare en relevante zoekresultaten te geven.
5) Accessibility Monitor 2008
20
Toegankelijkheid is hiermee ook een belangrijke basis voor SEO. Wanneer een website opgemaakt wordt, zal deze dan ook hoger scoren in de zoekresultaten van een zoekmachine zoals Coogle. De voorwaarde voor vindbaarheid door zoekmachines en toegankelijkheid gaan hiermee hand in hand.
2.5
Financieel voordeel Een belangrijk gevolg van een toegankelijke website is dat er groot financieel voordeel gehaald kan worden door extra opbrengsten en kostenbesparingen. Een drempel voor veel organisaties is vaak het vooroordeel dat webtoegankelijkheid duur is of veel tijd kost. Wanneer toegankelijk gebouwd wordt, bedragen de extra kosten bij de ontwikkeling voor de gemiddelde website 3-5%. Het positieve effect is echter groot, waardoor deze investering snel terugverdiend wordt. Een toegankelijke website kan namelijk enorme besparingen en voordelen opleveren: • Besparing op onderhoudskosten (inhoud en opmaak gescheiden) • Besparing op aanpassingen voor nieuwe browserversies • Besparing op bandbreedte en serverbelasting tot 60% • Meer potentiële bezoekers. Zoals gezegd zijn toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid nauw verbonden. Een vergroting van toegankelijkheid en daarmee te",3 gebruiksvriendelijkheid kan verkoop en conversion rate verhogen met 1 00% Een case study van de vernieuwing van de website van verzekeraar Legal & General laat zien dat het toegankelijk maken van de website van dit bedrijf grote financiële voordelen opleverde35: • Kort gezegd komt het voordeel bij dit bedrijf neer op 1 00% Return on Investment in minder dan 12 maanden project. • Het aantal bezoekers van de website die een offerte aanvraag deden is toegenomen met 95%. • Er was een toename van 90% van het aantal verkochte levensverzekeringen via de website. • Er was een besparing van £200.000 per jaar op onderhoud en beheer.
34 35
http://www.accessibility.nl/internet/achtergronden/voordelen/economischefactoren Meer informatie over het toegankelijk maken van de website van Legal & General: http://www.legalandgeneral.com/accessibility/introduction.html
& Accessibility Monitor 2008
21
Hoofdstuk 3
;
t.
Er zijn 100 overheidssites of sites met overheidsinformatie onderzocht op toegankelijkheid en kwaliteit36. Op twee websites na is de lijst onderzochte websites gelijk aan die van de vorige Monitor uit 2005: De gemeenten Liemeer en Noord Koggenland bestaan niet langer vanwege gemeentelijke herindeling en onbereikbaarheid van de website. Hiervoor in de plaats zijn de websites onderzocht van Nieuwkoop en Leidschendam-Voorburg.
3.1
Indicatieve scan naar de Webrichtlijnen van de Overheid De onderzochte websites zijn allemaal onderworpen aan een korte indicatieve scan waarbij handmatig is gekeken naar verschillende richtlijnen uit de Webrichtlijnen van de Overheid (zie Bijlage II). De Webrichtlijnen van de Overheid zijn opgesteld om de kwaliteit en toegankelijkheid van overheidswebsites te vergroten. Het kan voorkomen dat een website die technisch ontoegankelijk wordt bevonden op basis van de richtlijnen, wel door een aantal mensen als bruikbaar wordt ervaren. De richtlijnen houden echter rekening met veel verschillende aspecten van toegankelijkheid, bruikbaarheid en kwaliteit om een website toegankelijk te laten zijn voor iedereen. Een indicatieve scan geeft een goede eerste indruk van de omvang van de toegankelijkheidsproblemen. Het kan echter zijn dat bij uitgebreider onderzoek meer problemen worden aangetroffen. Binnen de indicatieve scan is niet uitgebreid onderzocht aan welke toegankelijkheidseisen zeker wel volledig voldaan is. Hiervoor is uitgebreider onderzoek nodig en zijn de in samenwerking met alle belanghebbenden opgezette Waarmerk drempelvrij.nl inspecties37 beschikbaar. Onderzocht is onder andere: • het percentage ontoegankelijke sites; • welke toegankelijkheidsproblemen zich het meest voordoen; • bij welke groep overheidsorganisaties bepaalde problemen zich vooral voordoen.
36 37
Voor een volledig overzicht van alle onderzochte websites zie bijlage VI. Meer informatie over de Waarmerkregeling: www.accessibility.nl/toetsing
êi Accessibility Monitor 2008
23
Omdat de meeste onderzochte toegankelijkheidseisen niet automatisch te toetsen zijn is voor dit onderzoek vrijwel geen gebruik gemaakt van de online Webrichtlijnen tooi. Deze is enkel gebruikt voor het controleren van de scheiding tussen (X)HTML en CSS. De overige punten zijn handmatig onderzocht. Verder is er gebruik gemaakt van de Webdeveloper Toolbar voor Firefox38 en de Web Accessibility Toolbar39 voor Internet Explorer. In het onderzoek zijn alleen standaard (X)HTML output en functionaliteit van de websites onderzocht. PDF-bestanden zijn buiten beschouwing gelaten. Op veel pagina's worden echter wel PDF-bestanden aangeboden. Belangrijk is om te vermelden dat informatie aangeboden dient te worden via open standaarden. De enige toegankelijke PDF-versie die gebruikt mag worden is PDF/A-la40. In de regel voldoen de meeste PDF-documenten op websites niet aan deze standaard.
3.2
Extra onderzoeksvragen Behalve onderzoek naar een aantal elementen uit de Webrichtlijnen van de Overheid is een aantal aanvullende onderzoeksvragen geformuleerd, die een indruk geven van het effect van de aandacht die besteed is aan de toegankelijkheid en kwaliteit bij het bouwen van een website (zie Bijlage III). Het betreft twee onderzoeksvragen: het controleren van de toetsenbordtoegankelijkheid van een website en (voor gemeenten) de vindbaarheid van informatie van een website via zoekmachines.
3.2.1
Toetsenbordtoegankelijkheid Bij het onderzoeken van de toetsenbordtoegankelijkheid wordt onderzocht of de site volledig toegankelijk is zonder het gebruik van een muis. Mensen met een visuele- of een motorische beperking, die geen gebruik kunnen maken van de muis, zijn namelijk afhankelijk van het toetsenbord of andere aanwijsapparatuur. Een site die toegankelijk is zonder muis wordt ook toegankelijker voor mensen die sites bekijken met laptops, mobiele telefoons, PDA's of andere apparaten41.
3.2.2 Google zoekopdracht Bij deze extra onderzoeksvraag wordt onderzocht hoe eenvoudig het is om informatie over het aanvragen van een paspoort bij een specifieke gemeente te vinden via een zoekopdracht bij Coogle.nl.
38 39 40 41
Web Developer Toolbar: https://addons.mozilla.org/en-US/firefox/addon/60 Web Accessibility Toolbar: http://www.accessibility.nl/internet/tools/toolbar Meer informatie over open standaarden bij de overheid: http://www.webrichtlijnen.nl/handleiding/ontwikkeling/productie/open-standaarden/ Voor meer informatie zie het uitgebreide artikel Toetsenbordtoegankelijkheid op www.accessibility.nl/internet/artikelen/toetsenbord
£) Accessibility Monitor 2008
24
Zoals in de inleiding al werd aangehaald maken de meeste mensen tegenwoordig gebruik van algemene zoekmachines om informatie op het internet te vinden. Door een kwalitatief goede en toegankelijke website te bouwen zullen zoekmachines zoals Google goede en betrouwbare resultaten kunnen geven, waardoor informatie op een website beter vindbaar wordt.
3.3 Selectie van overheidssites De 100 onderzochte websites vormen slechts een klein deel van alle overheidssites. Er is bij de overheid niet bekend hoeveel websites er in beheer zijn, maar er zijn naar schatting meer dan 1 200 overheidssites42. De 1 00 onderzochte sites zijn in vier groepen verdeeld: Nationaal niveau & overkoepelende organisaties (aantal = 1 5) Selectie: keuze van 1 5 nationale en/of overkoepelende organisaties, waaronder de Belastingdienst, de Informatie Beheer Groep, de Tweede Kamer en de Raad van State. Deze groep geeft een gevarieerd beeld van nationale overheidswebsite en sites met overheidsinformatie. De sites zijn gericht op alle burgers of verschillende groepen mensen in de Nederlandse samenleving. Ministeries (aantal = 13) Selectie: de websites van alle ministeries zijn onderzocht; Provincies (aantal = 12) Selectie: de websites van alle provincies zijn onderzocht; Gemeenten (aantal = 60) Selectie: de sites van alle provinciehoofdsteden zijn onderzocht. Vervolgens is per provincie een groep gemeenten geselecteerd die verschillend is in bevolkingsgrootte en samenstelling (van stedelijke- tot plattelandsgemeente). Er zijn op dit moment 443 gemeenten in Nederland.
42
Bron: http://advies.overheid.nl/nieuwsbrief/2004/05/26/239.Nieuwsbrief-Advies-Overheid-nlJaargang-5-nr-4-26
& Accessibility Monitor 2008
25
3.4
Resultaten 2008 en vergelijking met 2005 Bij de verwerking van de resultaten (Hoofdstuk 5) is specifiek gekeken naar: • Het percentage ontoegankelijke overheidssites, zowel op het niveau van de prioriteit 1 richtlijnen van Waarmerk drempelvrij.nl als op Webrichtlijnen niveau; • De meest voorkomende toegankelijkheidsproblemen; • Het type overheidssite waar bepaalde problemen zich het meest voordoen: op nationaal niveau, bij ministeries, provincies of gemeenten. Er is in hoofdstuk 5 een vergelijking gemaakt met de Accessibility Monitor van 2005. Het onderzoek uit 2004 is niet in deze vergelijking opgenomen. De resultaten van de Monitor van 2004 en 2005 lagen dicht bij elkaar. De Monitor van 2005 is als referentie genomen voor de Accessibility Monitor van 2008, omdat deze kort voor het kabinetsbesluit plaatsvond en hierdoor als nulmeting goed vergelijkingsmateriaal is voor dit onderzoek.
ê) Accessibility Monitor 2008
26
Hoofdstuk 4 Resultaten
Van de honderd overheidswebsites en sites met overheidsinformatie die zijn onderzocht voldeed 88% niet aan de Prioriteit 1 richtlijnen van het Waarmerk drempelvrij.nl, die de minimale eisen voor toegankelijkheid vormen. 12% Wel
Figuur 2: Overheidswebsites die voldoen aan onderzochte prioriteit 1 ijkpunten (2008) Vooral op de websites van de gemeenten (98%) en van de provincies (92%) zijn veel toegankelijkheidsproblemen gevonden. De ministeries trekken de score enigszins op met 46% volledig toegankelijke websites. Niveau
Prioriteit 1
Nationaal (15)
73%
Ministeries (1 3)
54%
Provincies (12)
92%
Gemeenten (60)
98%
Totaal (100)
88%
Tabel I: Percentages van ontoegankelijke overheidswebsites op het niveau van de minimale toegankelijkheidseisen van prioriteit I Ook zijn de overheidswebsites volgens een aantal richtlijnen uit de Webrichtlijnen van de Overheid onderzocht. Uit dit onderzoek bleek dat 98% van de websites niet aan alle onderzochte punten voldeed. Slechts 2 websites, van het Ministerie van Algemene Zaken en van Verkeer en Waterstaat, voldeden aan alle onderzochte punten.
& Accessibility Monitor 2008
27
2% Wel
Figuur 2: Overheidswebsites die voldoen aan onderzochte Webrichtlijnen (2008) Veel van de problemen die tijdens het onderzoek zijn aangetroffen zijn eenvoudig oplosbaar door het maken van kleine aanpassingen of hadden gemakkelijk kunnen worden voorkomen bij de bouw van de website. Binnen de uitgevoerde korte indicatieve scans is alleen gekeken op welke punten sites duidelijk niet voldeden. De problemen die zijn gevonden, zijn in categorieën gegroepeerd. Toegankelijkheid, gebruiksvriendelijkheid, vindbaarheid, technieken die direct kostenvoordelen opleveren en standaarden zijn onderzocht. Ook is specifieke informatie op de gemeentewebsites zoeken via Coogle als extra onderzoeksvraag onderzocht. Over het geheel scoren de ministeries het beste. Hoewel nog niet veel ministeries volledig toegankelijk zijn, komen wel op de websites van de ministeries op alle gebieden de minste problemen voor. Gebruiksvriendelijkheid is de categorie waar het beste wordt gescoord (57%). Verder wordt er weinig rekening gehouden met de richtlijnen, die zorgen voor een betere vindbaarheid (96%). Niveau
Toegankelijkheid
Cebruiksvriendelijkheid
Vindbaarheid
Kosten voordelen
Standaarden
Toegankelijkheid WR
Totaal
Nationaal (15)
73%
67%
100%
93%
93%
73%
100%
8%
69%
31%
54%
54%
85%
92%
83%
100%
83%
100%
83%
100%
Gemeenten (60) 98%
60%
100%
98%
100%
77%
100%
88%
57%
96%
87%
93%
74%
98%
Ministeries (1 3) 54% Provincies (1 2)
Totaal (100)
Tabel 2: Percentages ontoegankelijkheid van overheidswebsites per categorie
ê) Accessibility Monitor 2008
28
In de volgende paragrafen worden de verschillende categorieën uitgewerkt. Er wordt uitgelegd wat er onderzocht is en hoe op de verschillende onderzoeks punten gescoord werd door de verschillende organisaties.
4.1 Toegankelijkheid Op het gebied van toegankelijkheid zijn de 6 punten onderzocht, waarop in 2005 de meeste voorkomende problemen gevonden werden. In deze eisen voor toegankelijkheid zijn veel problemen gevonden, die vergelijkbaar zijn met de problemen die in 2005 werden gevonden. Sommige van de problemen zijn nu echter op minder websites aangetroffen (voor een vergelijking met de monitor van 2005 zie Hoofdstuk 5). Percentage websites waar het betreffende probleem voorkomt
Toegankelijkheidsprobleem
Tekstequivalenten (1.1)
78%
Scripts en applets (6.3)
68%
Taalwisselingen (4.1)
50%
Datatabellen (5.2 en 5.2)
66%
Leesbaar zonder style sheets (6.1)
47%
Frametitels (12.1)
22%
boom
Tabel 3: De meest problemen op het gebied van toegankelijkheid en het percentage websites waarop dit probleem voorkomt. De percentages van het aantal websites waar deze problemen zich voordoen zijn hoog. Elk probleem werpt een barrière op voor mensen met een functiebeperking en senioren.
êü Accessibility Monitor 2008
29
Op de volgende pagina's worden de meest voorkomende toegankelijkheidsproblemen besproken. De nummering van het W3C achter ieder van de punten verwijst naar de internationaal erkende Web Content Accessibility Guidelines versie 1 (WCAG 1.043) waar de richtlijnen met minimale eisen van vertaald zijn44.
4.1.1
Tekstequivalenten W3Cijkpunt
l.l45
£Êk /TT'
Met ijkpunt 1.1 wordt gekeken of er tekstequivalenten aanwezig zijn voor niet-tekstuele elementen. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan een alt-attribuut voor een afbeelding. Dit is een korte omschrijving van de afbeelding zodat mensen die de afbeelding niet kunnen zien ook op de hoogte zijn van de inhoud of functie ervan. Naast afbeeldingen zoals foto's gaat het onder meer om animaties en grafische representaties van tekst (bijvoorbeeld een plaatje van tekst). Het komt bijvoorbeeld voor dat de woorden in een menu om over een website te navigeren niet uit tekst bestaan, maar uit afbeeldingen met woorden. Zonder alt-attribuut of tekstueel equivalent is een dergelijk menu dus onbegrijpelijk voor mensen die de afbeeldingen niet kunnen zien. Het toekennen van tekstequivalenten aan niet-tekstuele elementen heeft grote voordelen. Wanneer bijvoorbeeld alle afbeeldingen voorzien zijn van alt-attributen kunnen blinden, slechtzienden en mensen met leesproblemen of cognitieve beperkingen via voorleessoftware toegang krijgen tot alle grafische informatie op de pagina's. Blinden of doofblinden kunnen de tekstequivalenten laten uitvoeren naar braille. Ook heeft dit grote voordelen voor de vindbaarheid door zoekmachines. Aan een video met geluid kan een tekstequivalent toegevoegd worden, zogenaamde captions. Doven, slechthorenden of mensen die moeite hebben om auditieve informatie te begrijpen, kunnen de tekstuele weergave van de audio lezen, of door hulpapparatuur laten omzetten naar gebarentaal of braille46. Bij 78% van de websites werden geen of onduidelijke tekstequivalenten voor niettekstuele elementen aangeboden. Dit probleem was het grootst bij de provincies (92%) en op gemeentelijk niveau (90%).
43 44 45 46
http://www.w3.org/TR/WCAC10/ Bron: http://www.w3c.nl/Vertalingen/2000/WAI-WEBCONTENT/WAI-WEBCONTENT-NL.html Een artikel over het gebruik van het alt-attribuut: http://www.accessibility.nl/internet/uitleg/ijkpunten/ ijkpuntl 1 Een artikel over toegankelijke audio- en videobestanden: http://www.accessibility.nl/internet/artikelen/ audiovideo
& Accessibility Monitor 2008
30
Nationaal
67%
Ministeries
23%
Provincies
92%
Gemeenten
90%
Tabel 4: Percentages van overheidswebsites Lever een tekstequivalent
die niet voldoen aan Ijkpunt
voor elk niet-tekstueel
1.1:
element.
4.1.2 Applets en scripts W3C ijkpunt 6.347
Een applet is een programmaatje, doorgaans geschreven in de programmeertaal Java, dat kan worden opgenomen in een webpagina. Scripts zijn stukjes programmacode die eveneens in webpagina's kunnen worden opgenomen; een voorbeeld is JavaScript. Met scripts en applets kan een webdesigner een pagina mooier of dynamischer maken. Een voorbeeld is een dynamisch menu. Voor een bezoeker die geen scripts kan gebruiken is het menu onbruikbaar wanneer zo'n menu niet toegankelijk is gebouwd of er geen alternatief wordt aangeboden. Het is belangrijk dat de informatie op zo'n pagina ook nog bereikbaar is voor mensen die, om wat voor reden dan ook, niet de mogelijkheid hebben deze scripts uit te voeren. Sommige mensen kunnen bijvoorbeeld de plug-ins niet downloaden of gebruiken browsers of hulpapparatuur die geen scripts ondersteunen. Er zijn ook organisaties waar de werknemers vanwege veiligheidsredenen geen scriptondersteuning hebben48. Op 68% van de websites werden pagina's aangetroffen die geheel of gedeeltelijk onbruikbaar waren wanneer applets, scripts of andere programma-objecten niet ondersteund worden. Websites van de provincies (92%) en gemeenten (75%) scoorden hierbij het slechtst. In veel gevallen zou het toegankelijk maken geen ingrijpende maatregel zijn geweest.
47 48
Een artikel over het gebruik van applets en scripts: http://www.accessibility.nl/internet/uitleg/ijkpunten/ ijkpunt63 Beveiligingsexperts raden steeds vaker aan om bepaalde functies uit te zetten. In juni 2004 bijvoobeeld geeft Microsoft het advies om de veiligheidsstand van Internet Explorer op maximaal te zetten en ook JavaScript uit te zetten. Dit vanwege een lek waar nog geen patch voor is. Zie het nieuwsartikel 'Browsergat in Internet Explorer kans voor concurrenten' op ZD Net www.zdnet.nl/news.cfm?id=37414 en 'Webbrowser flaw prompts warning' op BBC News World edition, 26 juni 2004: news.bbc.co.uk/2/hi/ technology/3840101 .stm
êi Accessibility Monitor 2008
31
Nationaal
60%
Ministeries
23%
Provincies
92%
Gemeenten
75%
Tabel 5: Percentages van overheidswebsites die niet voldoen aan Ijkpunt 6.3: Zorg ervoor dat pagina's bruikbaar zijn als scripts, applets of andere programmaobjecten niet worden ondersteund.
4.1.3 Taalwisselingen W3C ijkpunt
4.149
A ja
Het kan voorkomen dat binnen een pagina meerdere talen gebruikt worden, bijvoorbeeld Engels en Nederlands. Wanneer van de ene taal op de andere taal wordt overgegaan noemen we dat een taalwisseling. Visueel gehandicapten maken vaak gebruik van screenreaders. Een dergelijk programma leest de tekst op een website voor. Wanneer bijvoorbeeld een Nederlandse tekst één Engelstalige alinea bevat, kan de screenreader overgaan op de Engelse taal en Engelstalige uitspraak op voorwaarde dat de wisseling ervan in natuurlijke taal in de code is aangegeven. Niet alleen visueel gehandicapten maken gebruik van screenreaders. Ook bijvoorbeeld mensen met dyslexie maken hier gebruik van
50
Taalwisselingen in de natuurlijke taal binnen de pagina zijn bij 50% van de websites niet in de code aangegeven. Bij provincies was het percentage 83%. Het is hierdoor voor een screenreader niet mogelijk om de juiste taal te kiezen.
Nationaal
33%
Ministeries
31%
Provincies
83%
Gemeenten
52%
Tabel 6: Percentages van overheidswebsites die niet voldoen aan Ijkpunt 4.1: Geef duidelijke veranderingen aan in de natuurlijke taal van de documenttekst en van alle tekstequivalenten.
49 50
Een artikel over taalwisselingen: http://www.accessibility.nl/internet/uitleg/ijkpunten/ijkpunt41 Voor meer informatie over taalwisselingen, zie het artikel Taalwisselingen: Veranderingen in de natuurlijke taal op www.accessibility.nl/internet/artikelen/taalwisselingen
& Accessibility Monitor 2008
32
4.1.4 Opmaak van datatabellen W3C ijkpunt
5.15'
Datatabellen zijn tabellen met gegevens in cellen. De cellen staan in verband met de rij- en/of kolomkoppen. We onderscheiden drie soorten tabellen. Lay-out tabellen, eenvoudige datatabellen en complexe datatabellen. Het gaat hier alleen over de eenvoudige datatabel. Lay-out tabellen worden gebruikt om de indeling van een pagina te bepalen. De inhoud van een cel hoeft geen relatie tot een andere cel in dezelfde rij of kolom te hebben. Dit in tegenstelling tot een datatabel waarbij dergelijke relaties wel bestaan. Een complexe datatabel (Ijkpunt 5.252) heeft voor de kolom- en/of rijkoppen nog een extra niveau: een verdere detaillering van de kopinformatie. Bijvoorbeeld een tabel over financiën waarbij de kop inkomsten weer gesplitst wordt in 2003 en 2004. De tabellen die in dit hoofdstuk gebruikt worden voor de resultaten zijn voorbeelden van eenvoudige datatabellen. Maar veel eenvoudige datatabellen bevatten meer rijen en/of kolommen waardoor ze al minder overzichtelijk zijn. Iemand die blind is kan de tabel niet in één keer overzien. Wanneer datatabellen goed opgemaakt zijn kunnen blinden, slechtzienden en mensen met een cognitieve handicap de tabellen toch goed begrijpen. De relatie van een datacel met een rij- of kolomkop kan dan bijvoorbeeld met spraakuitvoer of braille correct uitgesproken worden. Op 66% van de websites zijn ontoegankelijke eenvoudige datatabellen aangetroffen. Bij 83% van de provincies werd dit probleem aangetroffen en bij 78% van de gemeenten. Datatabellen in PDF-documenten zijn buiten beschouwing gelaten. Vooralsnog zijn deze tabellen nog niet goed toegankelijk.
51 52
Een artikel over het opmaken van eenvoudige datatabellen: http://www.accessibility.nl/internet/ uitleg/ijkpunten/ijkpunt51 Een artikel over het opmaken van complexe datatabellen: http://www.accessibility.nl/internet/uitleg/ijk punten/ijkpunt52
& Accessibility Monitor 2008
33
Nationaal
33%
Ministeries
31%
Provincies
83%
Gemeenten
78%
Tabel 7: Percentages van overheidswebsites die niet voldoen aan Ijkpunt 5.1, Voor tabellen met data: geef rij- en kolomheaders aan.
4.1.5 Stylesheets W3C ijkpunt 6.1" Stylesheets (ook wel Cascading Style Sheets of CSS) zijn aparte bestanden of stukken code waarin de opmaak van een pagina of website wordt vastgelegd. Stylesheets kunnen gebruikt worden om de lay-out en vormgeving (kleurgebruik, lettergrootte, lettertype etc.) van een pagina te bepalen. Ook kunnen blokken (tekst, afbeeldingen etc.) gepositioneerd worden. De opmaak wordt meestal in een apart (CSS) bestand opgeslagen en kan voor elke pagina op een website worden gebruikt. Het gebruik van stylesheets vergroot de toegankelijkheid doordat opmaak en inhoud van elkaar gescheiden zijn. De pagina's moeten nog bruikbaar zijn wanneer de bijbehorende stylesheets niet gebruikt worden. Door de scheiding van inhoud en presentatie is het makkelijker voor een bezoeker van een website om de inhoud van een website gepresenteerd te krijgen zoals hij of zij dat wil. De inhoud van de pagina kan beter getransformeerd worden naar alternatieve in- en uitvoerapparatuur zoals een brailleleesregel, spraaksynthesizer of een speciale browser. Ondanks de voordelen van het gebruik van stylesheets (ook voor toegankelijkheid) dient men er rekening mee te houden dat bepaalde browsers en hulpapparatuur geen stylesheets ondersteunen. Bovendien willen sommige gebruikers hun eigen stylesheets gebruiken om bijvoorbeeld tekst beter te kunnen lezen. Er moet dus op gelet worden dat de website ook goed leesbaar is wanneer de stylesheets van de site niet gebruikt of ondersteund worden.
53
Een artikel over het gebruik van CSS: http://www.accessibility.nl/internet/uitleg/ijkpunten/ijkpunt61
5) Accessibility Monitor 2008
34
Problemen kunnen onder andere ontstaan wanneer afbeeldingen van tekst worden gebruikt met een transparante achtergrond, waarbij de tekst in het plaatje alleen leesbaar is wanneer deze op een contrasterende achtergrond kleur staat. Of wanneer linkkleuren worden gedefinieerd in een stylesheet, maar de achtergrondkleuren in de HTML-code. Wanneer de stylesheets dan worden uitgezet kan het voorkomen dat de links onleesbaar worden omdat ze de standaardkleur blauw krijgen en op een blauwe achtergrondkleur staan. Op 47% van de onderzochte websites werden toegankelijkheidsproblemen aangetroffen die met style sheets te maken hebben. Bij de provincies en gemeenten was dit zelfs respectievelijk 67% en 53%. De ministeries doen het hier opvallend goed, omdat bij geen van de websites toegankelijkheidsproblemen optreden met betrekking tot stylesheets.
Nationaal
47%
Ministeries
0%
Provincies
67%
Gemeenten
53%
Tabel 8: Percentages van overheidswebsites die niet voldoen aan Ijkpunt 6.1: Organiseer documenten zo dat ze zonder stylesheets gelezen kunnen worden.
4.1.6 Frametitels W3C ijkpunt
12.I54
Soms is een webpagina opgebouwd uit meerdere deelpagina's die in een zogenaamd frame worden getoond. Deze lay-out wordt beschreven in de moederpagina: de zogenaamde frameset-pagina. In de frameset moeten aan de verschillende frames titels worden gegeven: frame titels. Blinden en slechtzienden kunnen door middel van hulpapparatuur dan een overzicht opvragen van de frames op een website. Hiermee kunnen ze beter navigeren naar de informatie waarin ze geïnteresseerd zijn. Wanneer de frames geen titels hebben, navigeren gebruikers vaak tevergeefs naar frames die leeg zijn (gebruikt voor lay-out) of naar andere pagina's waarin ze geen belang hebben. Op 22% van alle onderzochte websites zijn frames aangetroffen die geen of onduidelijke titels hebben. Dit kwam vooral voor bij gemeenten (35%).
54
Een artikel over frametitels: http://www.accessibility.nl/internet/uitleg/ijkpunten/ijkpuntl 21
& Accessibility Monitor 2008
35
Nationaal
7%
Ministeries
0%
Provincies
0%
Gemeenten
35%
Tabel 9: Percentages van overheidswebsites die niet voldoen aan Ijkpunt 12.1: Geef elk frame een titel, zodat je de identificatie en navigatie van een frame vergemakkelijkt.
4.2
Gebruiksvriendelijkheid Gebruiksvriendelijkheid is een breed begrip. Op het gebied van gebruiksvriendelijkheid zijn in dit onderzoek specifiek 2 punten onderzocht die direct met toegankelijkheid te maken hebben. In de eerste plaats toetsen bordtoegankelijkheid. Slechts een klein deel van de onderzochte websites (20%) was niet toetsenbordtoegankelijk. De helft van de websites (50%) was niet schaalbaar. Toegankelijkheidsprobleem
A*
Percentage websites waar het betreffende probleem voorkomt
Toetsenbordtoegankelijkheid
20%
Schaalbaarheid van lettergrootte
50%
Tabel 10: De problemen op het gebied van gebruiksvriendelijkheid en het percentage websites waarop dit probleem voorkomt.
4.2.1 Toetsenbordtoegankelijkheid Toetsenbordtoegankelijkheid heeft te maken met apparaat-onafhankelijke toegang tot de informatie en functionaliteit van een webpagina55. Dit houdt in dat een website niet alleen met de muis te 'bedienen' moet zijn, maar ook met alternatieve vormen van invoer- of aanwijsapparaten. Naast het toetsenbord valt dan te denken aan een joystick of de stem. Voor blinden is dit essentieel want zij kunnen geen muis bedienen.
55
Een artikel over frametitels: http://www.accessibility.nl/internet/uitleg/ijkpunten/ijkpunt1 21
£) Accessibility Monitor 2008
36
In het algemeen zijn pagina's die interactie met het toetsenbord toelaten ook toegankelijk door middel van spraakinvoer of andere apparaten. Als een webpagina ook toegankelijk is door middel van het toetsenbord, kan de gebruiker naar verwachting tevens een ander invoerapparaat naar behoefte gebruiken. 20% van de onderzochte websites was niet volledig toegankelijk wanneer alleen het toetsenbord gebruikt werd. Dit probleem kwam met name voor bij websites van de provincies (33%) en bij gemeentewebsites (22%).
Nationaal
13%
Ministeries
8%
Provincies
33%
Gemeenten
22%
Tabel I1: Percentages van overheidswebsites die niet toegankelijk zijn wanneer slechts van het toetsenbord gebruik gemaakt wordt. 4.2.2
Schaalbaarheid van lettergrootte A ^
Wanneer geen absolute eenheden zijn gebruikt voor het opmaken van de lettergrootte, maar relatieve eenheden is de lettergrootte schaalbaar56. Dit
betekent dat de gebruiker, naar behoefte, de tekst op een website kan vergroten of verkleinen, zodat deze voor hem of haar leesbaar is. In de meeste browsers kan de gebruiker bijvoorbeeld de tekstgrootte verkleinen of vergroten met de CtrI-toets en het scrollwieltje van de muis of in het menu bij Beeld en dan Tekengrootte. Dit kan doorgaans alleen wanneer de lettergrootte op een webpagina in relatieve eenheden is vastgesteld. Op 50% van de websites waren de letters niet schaalbaar. De provincies scoorden het slechtst met 83% van de websites waarbij tekst niet schaalbaar was. De nationale websites waren 67% ontoegankelijk op dit punt. Bij alle ministeries was de tekst wel schaalbaar. Het aanbieden van een tekstvergrotings- of verkleiningsknop is geen acceptabele oplossing, wanneer de tekstgrootte toch is vastgezet. Bezoekers van een dergelijke website kunnen dan namelijk niet de tekstgrootte aanpassen zoals ze dat gewend zijn of zoals voor hen mogelijk is. Tekstvergrotingsknoppen zijn bovendien niet altijd toegankelijk. Daarnaast kan de tekst door middel van deze knoppen niet altijd zo sterk vergroot of verkleind worden als de gebruiker wenst.
56
Artikel over schaalbaarheid van letters: http://www.accessibility.nl/internet/artikelen/schaalbaar
ê) Accessibility Monitor 2008
37
Nationaal
67%
Ministeries
0%
Provincies
83%
Gemeenten
50%
Tabel 12: Percentages van overheidswebsites waarvan de lettergrootte nietschaalbaar is.
4.3
Vindbaarheid Ook voor overheidswebsites is het belangrijk dat informatie vindbaar is voor zoekmachines, aangezien veel mensen hier gebruik van maken bij het zoeken van informatie. Hier zijn drie punten onderzocht, die een belangrijke bijdrage leveren aan de vindbaarheid van informatie via zoekmachines: goed gebruik van kopregels, het tonen van leesbare, herkenbare en reproduceerbare URL's en het bovenaan plaatsen van de belangrijkste informatie in de broncode. Op alle drie de punten wordt slecht gescoord. Toegankelijkheidsprobleem
H1
I_I2
Percentage websites waar het betreffende probleem voorkomt
Correct gebruik kopregels
84%
Leesbare, herkenbare en reproduceerbare URL's
85%
Content bovenaan in code
83%
H3
Tabel 13: De problemen op het gebied van vindbaarheid en het percentage websites waarop dit probleem voorkomt.
ê) Accessibility Monitor 2008
38
4.3.1 Correct gebruik kopregels H-| H2
Een belangrijk onderdeel van een webpagina is het gebruik van kopregels. Kopregels op het internet lijken erg veel op de kopjes die in een boek voor H3 hoofdstukken en alinea's worden gebruikt. Om te beginnen wordt er gebruik gemaakt van een kop om het belangrijkste onderwerp van de pagina aan te geven (Hl). Een tweede laag van kopjes wordt gebruikt om de kopjes aan te geven die onder dit onderwerp vallen (H2). Onder deze laag kopjes vallen weer kopjes die subonderwerpen bevatten (H3) etc. Op deze manier ontstaat er een hiërarchie zoals in de kleine afbeelding naast deze paragraaf te zien is. Vaak worden bij het vormen van een dergelijke hiërarchie niveaus overgeslagen of wordt er in het geheel geen hiërarchie aangegeven. Ook worden soms kopregelelementen gebruikt voor opmaak. In beide gevallen worden kopregels incorrect gebruikt. Zoekmachines maken gebruik van kopregels om de relevantie en het belang van een bepaald onderwerp af te leiden. De kopregels worden direct gebruikt voor het bepalen van zoekresultaten. Wanneer kopregels niet op een correcte manier worden gebruikt zal de structuur van de pagina niet goed duidelijk worden. Zowel de websites op nationaal en gemeentelijk niveau als de websites op provincieniveau scoren slecht (respectievelijk 100%, 92% en 92%). Hier wordt op bijna geen enkele van de onderzochte sites de structuur van de pagina's duidelijk aangegeven met kopregels.
Nationaal
100%
Ministeries
23%
Provincies
92%
Gemeenten
92%
Tabel 14: Percentages van overheidswebsites waarbij kopregels niet correct worden gebruik of de hiërarchie van de pagina niet goed uitdrukken.
4.3.2 Leesbare, herkenbare en reproduceerbare URL's WWW Een URL (Uniform Resource Locator) is een adres van een pagina op een website. Het gebruik van duidelijke naamgeving voor een dergelijk adres is belangrijk om te zorgen dat het gemakkelijk te lezen, onthouden en herinneren is voor mensen. Ook zoekmachines maken gebruik van URL's bij het waarderen van informatie. Er dienen om deze redenen niet te veel vreemde tekens of getallen in voor te komen. ê) Accessibility Monitor 2008
39
Wanneer een URL duidelijk is gevormd geeft deze ook het niveau weer, waar de gebruiker zich bevindt. Wanneer een gebruiker bij een boekwinkel op zoek is naar een specifiek boek, zou de URL er als volgt uit kunnen zien: http://www.boekwinkel.nl/boeken/avontuur/specifiekboek Hierin is duidelijk het product, het genre en het specifieke boek te herkennen, lezen en reproduceren. Provinciesites (92%) en gemeentesites (95%) maken het minste gebruik van duidelijke URL's.
Nationaal
80%
Ministeries
38%
Provincies
92%
Gemeenten
95%
Tabel 15: Percentages van overheidswebsites waarvan de URL's niet leesbaar, herkenbaar of reproduceerbaar is.
4.3.3 Content bovenaan in code ^ ^ ^ j Het gedeelte van een webpagina, dat de daadwerkelijke informatie bevat, = wordt doorgaans de content genoemd. Hierin staat dus de feitelijke inhoud van een pagina. Zoekmachines lezen de code van een webpagina van boven naar beneden. Hierbij gaat een zoekmachine ervan uit dat de belangrijkste informatie van de pagina bovenin de code staat. Om deze reden is het belangrijk dat de content van de pagina bovenaan in de code geplaatst wordt, zodat de informatie die op de pagina staat als eerste gelezen wordt. Hierdoor zal de zoekmachine de informatie van de pagina altijd als belangrijkste deel van die pagina zien. Ook voor mensen die bijvoorbeeld gebruik maken van een brailleleesregel of een screenreader is het erg nuttig wanneer de content bovenaan staat, omdat er dan niet eerst door minder relevante informatie als een menu genavigeerd hoeft te worden, maar de belangrijke informatie als eerste gelezen kan worden. De meeste gemeenten (92%) plaatsen de content niet bovenaan in de code. Ook bij veel provinciewebsites (83%) en websites op nationaal niveau (80%) wordt dit niet gedaan.
ê) Accessibility Monitor 2008
40
Nationaal
80%
Ministeries
46%
Provincies
83%
Gemeenten
92%
Tabel 16: Percentages van overheidswebsites waarbij de content niet bovenaan in de code wordt geplaatst.
4.4
Kostenvoordelen Een belangrijk gevolg van het bouwen volgens de Webrichtlijnen van de Overheid is dat het forse kostenvoordelen op kan leveren. Er is een aantal aspecten onderzocht, die bij nieuwbouw direct kostenvoordelen tot gevolg hebben: scheiding van (X)HTML en CSS en het vermijden van tabellen voor lay-out. Percentage websites waar het betreffende probleem voorkomt
Toegankelijkheidsprobleem
Scheiding (X)HTML en CSS
79%
Layout tabellen
73%
Tabel 17: De problemen op het gebied van opmaak van pagina's en het percentage websites waar problemen op dit gebied voorkomen.
4.4.1
Scheiding (X)HTML en CSS Het is belangrijk bij toegankelijk bouwen dat informatie en functionaliteit gescheiden wordt van de opmaak van een website57. Dit kan grote kostenvoordelen tot gevolg hebben. Wanneer opmaak in een opmaak-bestand (CSS-bestand) geregeld wordt, kan de opmaak van een deel van website in één keer veranderd worden wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld bij de aanpassing van de huisstijl.
56
Artikel over schaalbaarheid van letters: http://www.accessibility.nl/internet/artikelen/schaalbaar
ê) Accessibility Monitor 2008
41
Dit maakt het onderhoud en aanpassen van de website eenvoudig, waardoor kosten bespaard kunnen worden. Er is nog een kostenvoordeel, omdat de code van een pagina enorm ingekort wordt. Nu hoeft immers de opmaak slechts één maal naar een gebruiker gestuurd te worden, in plaats van bij iedere pagina. Hierdoor wordt aanzienlijk bespaard op bandbreedte. Veel instanties zijn zich hiervan onvoldoende bewust en scheiden deze technieken niet consequent. Op 79% van de overheidswebsites wordt dit principe niet toegepast. Hierbij schieten met name gemeentewebsites (92%) en websites op nationaal niveau (87%) tekort. De ministeries doen het hier relatief goed, omdat in slechts 1 5% van de gevallen code en opmaak niet worden gescheiden.
Nationaal
87%
Ministeries
15%
Provincies
75%
Gemeenten
92%
Tabel 18: Percentages van overheidswebsites waarbij de (X)HTML code niet gescheiden is van de opmaak in een CSS-bestand.
4.4.2 Layout tabellen Het gebruik maken van tabellen om een pagina vorm te geven (layout) is een verouderde techniek. Tegenwoordig kan alle layout geregeld worden via CSS-bestanden. Voor layout tabellen geldt dan ook dat deze niet het principe volgen van het scheiden van inhoud en opmaak. Tabellen zijn bedoeld om relationele informatie weer te geven, vormgeving hoort thuis in een CSS-bestand. Gebruik maken van tabellen voor layout betekent een vergroting van het bandbreedtegebruik en het ingewikkeld maken van onderhoud, wat waarschijnlijk weer onnodige verhoging van de kosten tot gevolg heeft. Ook is het gebruik maken van tabellen voor layout hinderlijk voor mensen die bijvoorbeeld gebruik maken van screenreaders of brailleapparatuur. Zij navigeren moeilijker door een pagina wanneer deze is opgemaakt met tabellen. Er wordt helaas nog veel gebruik gemaakt van tabellen voor layout. Zeker gemeenten (88%) maken nog zeer veel gebruik van tabellen voor dit doel. Bij ministeries is te zien dat deze techniek niet veel meer wordt toegepast (23%). De meeste ministeries scheiden inhoud en layout op een correcte manier.
5) Accessibility Monitor 2008
42
Nationaal
60%
Ministeries
23%
Provincies
67%
Gemeenten
88%
Tabel 19: Percentages van overheidswebsites waarbij layout tabellen worden gebruikt.
4.5
Standaarden Standaarden staan centraal in het toegankelijk bouwen (zie Hoofdstuk 2.1). Standaarden zijn afspraken die gevolgd kunnen worden om een technisch goede website te bouwen, zonder dat de bouwer zich zorgen hoeft te maken over specifieke 'user agents' die de site gebruiken. Bovendien geldt dat, wanneer standaarden gevolgd worden, een website klaar is voor de toekomst en eventuele aanpassingen minder tijd kosten. Daarnaast worden standaarden ook gebruikt als uitgangspunt voor veel user-agents en hulpapparatuur. Ondanks het feit dat het volgen van standaarden zo'n belangrijk aspect is van het bouwen van een website wordt dit toch bij veel websites niet gedaan. 90% van de websites had geen correcte (X)HTML code. 75% van de websites had een opmaakbestand (CSS) dat niet correct was. Percentage websites waar het betreffende probleem voorkomt
Toegankelijkheidsprobleem
Valide (X)HTMLcode
90%
Valide CSS code
75%
Tabel 20: De problemen op het gebied van standaarden en het percentage websites waar problemen op dit gebied voorkomen.
Accessibility Monitor 2008
43
4.5.1
Valide (X)HTML code (X)HTML code vormt de basis van een webpagina. Hierin wordt alle informatie en functionaliteit vastgelegd. (X)HTML kan, net als Nederlands, beschouwd worden als een taal. Ook voor (X)HTML geldt dat er een grammatica is. Schrijvers van webpagina's dienen zich hieraan te houden. Het bouwen volgens deze grammatica is hiermee de basis voor het bouwen van websites en getuigt van vakmanschap. De grammatica bevat afspraken over hoe code opgemaakt moet worden. Door deze afspraken kan er voor bijvoorbeeld het ontwikkelen van hulpapparatuur of het ontwikkelen van andere apparaten uitgegaan worden van een bepaalde opmaak en structuur in de code. Het niet aan deze standaard en structuur houden heeft tot gevolg dat bijvoorbeeld apparatuur, software en zoekmachines lastig met de code kunnen omgaan. Ondanks het grote belang van correcte (X)HTML code voldoen veel websites niet aan de standaard. Websites op alle niveaus scoren zeer laag op deze eis. Alleen de ministeries (46%) scoren iets beter, hoewel ook deze score aan de magere kant is.
Nationaal
93%
Ministeries
46%
Provincies
92%
Gemeenten
98%
Tabel 21: Percentages van overheidswebsites waarbij de (X)HTML code niet gebruikt is volgens de standaard van het W3C.
4.5.2 Valide CSS code y V
Voor de code van CSS-bestanden, waarin de opmaak van een webpagina wordt geregeld, geldt vrijwel hetzelfde als voor (X)HTML code. CSS code
dient te voldoen aan de standaard die beheerd wordt bij het W3C, omdat dit een goed uitgangspunt biedt voor correcte weergave. Ook voor deze code geldt dat er door veel instanties niet volgens de specificaties van de CSS-standaard wordt gebouwd, wat afbreuk doet aan de kwaliteit van een website. 75% van de websites maakt gebruik van CSS-bestanden, waarvan de code niet correct is. De gemeenten (85%) en provincies (83%) scoren hier het laagst.
&) Accessibility Monitor 2008
44
Nationaal
60%
Ministeries
38%
Provincies
83%
Gemeenten
85%
Tabel 22: Percentages van overheidswebsites waarbij de CSS code niet gebruikt is volgens de standaard van het W3C.
4.6
Toegankelijkheid volgens Webrichtlijnen Aan een aantal eisen die in de prioriteit 1 richtlijnen worden gesteld worden in de strengere Webrichtlijnen zwaardere eisen gesteld. Twee van deze eisen zijn hier onderzocht: frames en taal. Percentage websites waar het betreffende probleem voorkomt
Töegankelijkheidsprobleem
Taal
70%
Frames
29%
Tabel 23: De problemen op het gebied van toegankelijkheid volgens de Webrichtlijnen en het percentage websites waarop dit probleem voorkomt.
4.6.1 Taal AS
In de prioriteit 1 richtlijnen wordt gesteld dat taalwisselingen aangegeven dienen te worden, zodat onder andere een screenreader weet in welke taalspraak aangeboden dient te worden. Voor een dergelijk programma is het echter ook noodzakelijk om te weten wat de basistaai van de pagina is. Daarom dient ook deze, naast de wisselingen in de natuurlijke taal, gespecificeerd te worden. Op veel pagina's (70%) zijn taalwisselingen of is de basistaai niet gespecificeerd in de code. Met name op de websites van de provincies (83%) is dit niet gedaan.
& Accessibility Monitor 2008
45
Nationaal
73%
Ministeries
54%
Provincies
83%
Gemeenten
70%
Tabel 24: Percentages van overheidswebsites waarbij de basistaai of taalwisselingen in de code niet zijn aangegeven.
4.6.2 Frames
B
Ook voor frames zijn de eisen van de Webrichtlijnen strenger dan de prioriteit 1 eisen. Omdat frames bijvoorbeeld navigatie en indexering van een pagina lastiger maken, mogen deze volgens de Webrichtlijnen niet meer gebruikt worden. Dit geldt voor zowel frames als framesets en i-frames.
Op een aantal pagina's (29%) wordt deze techniek nog gebruikt. Met name op de websites van gemeenten (42%) en websites op nationaal niveau (27%) komen nog frames voor. De ministeries en provincies gebruiken geen frames meer op hun website.
Nationaal
27%
Ministeries
0%
Provincies
0%
Gemeenten
42%
Tabel 23: De meest problemen op het gebied van toegankelijkheid volgens de Webrichtlijnen en het percentage websites waarop dit probleem voorkomt.
4.7
Extra onderzoeksvraag Naast de onderzochte eisen uit de Webrichtlijnen van de Overheid is er ook nog een aanvullende onderzoeksvraag gedefinieerd. Omdat veel mensen gebruik maken van een zoekmachine als Google is er onderzocht of specifieke informatie ook daadwerkelijk gevonden kan worden met behulp van deze zoekmachine. Er is onderzocht of er informatie gevonden kan worden over het aanvragen van een paspoort op de sites van de verschillende gemeenten. Via de zoe opdracht
ê) Accessibility Monitor 2008
46
'paspoort aanvragen gemeente ' is onderzocht hoe de betreffende gemeentelijke website door Coogle werd geïndexeerd. Bij een flink aantal gemeenten (30%) kwam een relevante link naar deze informatie niet voor in de eerste tien zoekresultaten en kon de informatie dan ook niet gevonden worden met een redelijke inspanning. Hierbij werd het vinden van de informatie via één tussenstap nog als redelijke inspanning beschouwd.
ê) Accessibility Monitor 2008
47
Hoofdstuk 5 Vergelijking resultaten 2005 & 2008
In dit hoofdstuk wordt een vergelijking gemaakt tussen de resultaten van de Accessibility Monitor 2005 en de resultaten van 2008. In het eerste deel worden de onderzochte prioriteit 1 ijkpunten van beide onderzoeken vergeleken. In het tweede deel worden de twee extra onderzoeksvragen uit 2005 vergeleken met de resultaten op deze twee punten in 2008.
5.1
Toegankelijkheid prioriteit 1 De Accessibility Monitor van 2005 toonde aan dat 96% van de overheidswebsites in 2005 ontoegankelijk was met betrekking tot de minimale prioriteit 1 eisen voor toegankelijkheid. In 2008, gemeten met de Accessibility Monitor 2008, is het percentage ontoegankelijke websites op dit niveau 88%. Op vrijwel alle punten is verbetering in de toegankelijkheid waarneembaar. Percentage overheidssites met dit probleem in: 2005 2008
Toegankelijkheidsprobleem
Tekstequivalenten (1.1)
87%
78%
Scripts en applets (6.3)
71%
68%
Taalwisselingen (4.1)
63%
50%
53%
66%
Leesbaar zonder stylesheets (6.1)
47%
47%
Frametitels (12.1)
35%
22%
boom
d»
Datatabellen (5.2 en 5.2)
Tabel 26: Toegankelijkheidsproblemen op prioriteit 1 niveau op overheidswebsites.
& Accessibility Monitor 2008
49
De daling van het percentage ontoegankelijke websites is vooral te danken aan de ministeries, die ten opzichte van 2005 vooruit gegaan zijn. Het percentage ministeries, dat nog niet volledig toegankelijk is, is gedaald naar 54%. Ook de websites op nationaal niveau zijn met een huidig percentage van 73% toegankelijker geworden. Vrijwel alle gemeenten en provincies voldoen nog steeds niet aan de minimale toegankelijkheidseisen. Hierdoor ligt veel informatie van de overheid op internet niet binnen het bereik van mensen met een functiebeperking en senioren maar zijn er ook potentiële veiligheidsrisico's en mogelijk hogere kosten voor beheer en onderhoud. Niveau
2005
2008
Nationaal
93%
73%
Ministeries
85%
54%
Provincies
100%
92%
Gemeenten
98%
98%
Totaal
96%
88%
Tabel 27: Percentages van ontoegankelijke websites
5.1.1
Tekstequivalenten Een verbetering op dit punt is te zien bij de ministeries, die in het gebruik van geen of verkeerde tekstequivalenten van 69% naar 23% flink vooruit zijn gegaan. Ook op nationaal niveau worden tekstequivalenten beter gebruikt. Gemeenten en provincies blijven achter met op respectievelijk 90% en 92% van de websites geen of geen goede tekstequivalenten. Niveau
2005
2008
Nationaal
93%
67%
Ministeries
69%
23%
Provincies
92%
92%
Gemeenten
88%
90%
Totaal
87%
78%
Tabel 28: Percentages van overheidswebsites waarbij geen of geen goede tekstequivalenten gegeven zijn bij niet-tekstuele elementen.
ê) Accessibility Monitor 2008
50
5.1.2 Scripts en applets Ook voor applets en scripts zijn de ministeries vooruit gegaan van 46% naar 23% ontoegankelijke websites door incorrect gebruik van scripts en applets. Hier is bovendien een lichte verbetering zichtbaar bij de websites op nationaal niveau. Het is opmerkelijk dat provincies hier achteruit zijn gegaan naar 92% en de gemeenten op dit punt vrijwel gelijk zijn gebleven. Niveau
2005
2008
Nationaal
87%
60%
Ministeries
46%
23%
Provincies
67%
92%
Gemeenten
73%
75%
Totaal
71%
68%
Tabel 29: Percentages van overheidswebsites die niet bruikbaar zijn, of waarbij onderdelen niet bruikbaar zijn, wanneer scripts en applets niet worden ondersteund.
5.1.3
Taalwisselingen A •&
Op de websites van provincies en gemeenten is het aantal sites waarop problemen met taalwisselingen voorkomen toegenomen of vrijwel gelijk gebleven. Op nationaal niveau zijn vaker taalwisselingen aangegeven (33%) net als bij de sites van ministeries (31%). Niveau
2005
2008
Nationaal
73%
33%
Ministeries
85%
31%
Provincies
75%
83%
Gemeenten
53%
52%
Totaal
63%
50%
Tabel 30: Percentages van overheidswebsites waarbij taalwisselingen niet zijn aangegeven.
5) Accessibility Monitor 2008
5.1.4 Eenvoudige datatabellen Op dit punt zijn opde websites van de ministeries (31%), provincies (83%) en gemeenten (78%) meer problemen gevonden dan in 2005. Naast het feit dat dit probleem vaak voorkomt, geldt dat vaak (complexe) datatabellen in PDF-bestanden opgenomen worden, zonder dat hiervoor een toegankelijk alternatief geboden wordt. Er dient dus aandacht besteed te worden aan zowel tabellen op de websites zelf, als in PDF-bestanden die op de website aangeboden worden. Niveau
2005
2008
Nationaal
33%
33%
Ministeries
15%
31%
Provincies
50%
83%
Gemeenten
67%
78%
Totaal
53%
66%
Tabel 31: Percentages van overheidswebsites waarbij datatabellen niet zijn opgemaakt.
5.1.5 Leesbaar zonder stylesheets •* Op dit moment zijn de websites van alle ministeries leesbaar zonder ^s stylesheets. Op nationaal niveau (47%) en bij websites van provincies (67%) is toegankelijkheid op dit punt echter achteruit gegaan. Ook bij de gemeenten blijft het het probleem bestaan. De indruk bestaat dat er bij veel sites gebruik gemaakt wordt van stylesheets, zonder dat hierbij gekeken is naar hoe bruikbaar documenten zijn wanneer bijbehorend stylesheets niet gebruikt of ondersteund worden. In de meeste gevallen gaat het om slecht toepassen van de standaarden. Niveau
2005
2008
Nationaal
20%
47%
Ministeries
15%
0%
Provincies
58%
67%
Gemeenten
58%
53%
Totaal
47%
47%
Tabel 32: Percentages van overheidswebsites die niet leesbaar zijn, of waarvan onderdelen niet leesbaar zijn, wanneer de bijbehorende stylesheets niet worden ondersteund.
& Accessibility Monitor 2008
52
5.1.6 Frametitels Problemen met onjuiste of ontbrekende frametitels komen volgens dit onderzoekveelmindervaak voor dan in 2005. Het aantal websites waarframes voorkomen zondereen (goede) frametitel is afgenomen van 3 5%naar 22%. Bij zowel ministeries als provincies komt dit probleem niet meer voor, wat een goede ontwikkeling is. Ookopnationaal niveau iserslechts eenenkele websitemetdit probleem. Gemeenten scoren echter relatief hoog, omdat frames op 35% van de websites niet goed opgemaakt worden. De Webrichtlijnen van de Overheid stellen overigens dat er helemaal geen frames meer gebruikt zouden mogen worden, zowel geen gewone frames, maar ook geen i-frames, omdat dit een sterk verouderde techniek is. Niveau
2005
200;
Nationaal
53%
7%
Ministeries
8%
0%
Provincies
25%
0%
Gemeenten
38%
35%
Totaal
35%
22%
Tabel 33: Percentages van overheidswebsites waarbij geen of geen goede frametitels zijn aangegeven.
5.2
Extra onderzoeksvragen Als extra onderzoeksvragen in 2005 werden validiteit van de (X)HTML code en toetsenbordtoegankelijkheid onderzocht. Hier wordt een vergelijking gemaakt tussen de resultaten uit 2005 en 2008.
5.2.1 Valide (X)HTML code (X)HTML code is de basis van een webpagina. Hierin wordt alle informaV functionaliteit vastgelegd. Helaas treden er op dit punt nog steeds v e e | p ro blemen op. In 2008 valt het aantal websites waarop problemen voorkomen iets lager uit dan in 2005, hoewel dit verschil beperkt is. Alleen de ministeries doen het hier significant beter (46%), wat betekent dat hier een betere en toegankelijker basis gehanteerd wordt voor de bouw van een website. tie en
& Accessibility Monitor 2008
53
Niveau
2005
2008
Nationaal
100%
93%
Ministeries
85%
46%
Provincies
100%
92%
Gemeenten
100%
98%
Totaal
98%
93%
Tabel 34: Percentages van overheidswebsites waarvoor geen valide (X)HTML code is gebruikt.
5.2.2 Toetsenbordtoegankelijkheid Voor alle websites geldt dat de toegankelijkheid bij bediening met het toetsenbord licht verbeterd is. Het aantal websites dat nog niet toetsenbordtoegankelijk is, is gedaald van 25% naar 20%. Dit heeft ook een positief effect op het gebruik door mensen met alternatieve vormen van invoer- of aanwijsapparaten. Vooral bij provincies (33%) en gemeenten (22%) is het percentage websites dat niet te bedienen is wanneer alleen het toetsenbord wordt gebruikt nog behoorlijk hoog. Niveau
2005
2008
Nationaal
20%
13%
Ministeries
15%
8%
Provincies
42%
33%
Gemeenten
25%
22%
Totaal
25%
20%
Tabel 35: Percentages van overheidswebsites die niet toegankelijk zijn wanneer alleen het toetsenbord gebruikt wordt.
ê) Accessibility Monitor 2008
54
Hoofdstuk 6
1.1.,
Conclusie
De overheid (Rijk, provincies, gemeenten en overige overheden) heeft naar schatting meer dan 1200 websites, waarvan er in dit onderzoek 100 zijn getoetst op toegankelijkheid en kwaliteit. Uit het onderzoek blijkt dat 88% van de onderzochte websites niet voldoet aan de minimale eisen voor webtoegankelijkheid. Dit is een verbetering ten opzichte van 2005, waar 96% van de websites nog ontoegankelijk was. De vooruitgang is vooral te danken aan de grote vooruitgang in kwaliteit van de websites van ministeries. Ook een aantal andere overheidswebsites op nationaal niveau zijn duidelijk verbeterd in de afgelopen driejaar. Het is opmerkelijk dat de toegankelijkheid van gemeentewebsites, ondanks het feit dat een deel van deze sites recent is vernieuwd, ten opzichte van driejaar geleden niet is verbeterd. Veel van deze websites zijn met inmiddels verouderde technieken gebouwd en voldoen volstrekt niet aan de minimale eisen voor toegankelijkheid. Opvallend is verder dat nagenoeg uitsluitend instanties aan de minimale eisen voor toegankelijkheid voldoen (1 2 websites) die tevens een Waarmerk drempelvrij.nl certificaat bezitten (11 websites). Er zijn dus bijna geen websites die zonder het middel van onafhankelijke controle een voldoende kwaliteitsniveau weten te behalen. De reden zou kunnen zijn een tekort aan (goede) controle door en aandacht bij de opdrachtgever of een gebrek aan kennis bij de bouwers van de sites. Het kabinetsbesluit van 30 juni 2006, waarin de Webrichtlijnen voor de Rijksoverheid verplicht werd gesteld, heeft duidelijk haar vruchten afgeworpen. Sites van de Rijksoverheid voldoen inmiddels in grote mate aan deze eisen die nog een stuk verder gaan dan enkel toegankelijkheid. Hoewel nagenoeg geen enkele site geheel voldoet wordt doorgaans een groot deel van de Webrichtlijnen in acht genomen. Websites van gemeenten en provincies voldoen echter volstrekt niet aan de Webrichtlijnen. Bovendien scoren ze op de afzonderlijke onderzoeksvragen ook zeer laag. Voldoen aan webstandaarden is een graadmeter voor kwaliteit. 90% van alle onderzochte websites gebruikt geen valide code (correcte grammatica voor de opbouw van een internetpagina). Dit is een lichte verbetering ten opzichte van 2005 waar 98% niet voldeed. Opvallend is hierbij het verschil tussen sites van de ministeries (46% voldoet niet) en gemeenten (98% voldoet niet). Nette en correcte code heeft in veel gevallen directe gevolgen voor de kosten voor onderhoud en beheer van een website maar ook voor bijvoorbeeld de werking in diverse typen browsers en hulpapparatuur, vindbaarheid in zoekmachines en performance.
ê) Accessibility Monitor 2008
55
Op 50% van de onderzochte websites waren teksten niet schaalbaar, ministeries uitgezonderd, zij waren hier foutloos. Niet-schaalbare tekst heeft tot gevolg dat bijvoorbeeld mensen met een visuele beperking de tekstgrootte niet zelf kunnen beïnvloeden (met behulp van CTRL + muiswiel). Steeds meer senioren maken gebruik van deze functionaliteit. Schaalbare tekst maakt het aanbieden van speciale grootletterversies van een webpagina overbodig. Spraak op websites door middel van een automatische voorleeshulp is een zeer nuttige ondersteunende functionaliteit voor diverse gebruikersgroepen (laaggeletterden, mensen met dyslexie, Nederlands als tweede taal, enz.). Deze functionaliteit is echter geen alternatief voor een goed toegankelijke website maar kan worden gezien als een nuttige extra dienst vanuit de aanbieder van de site. Van de 100 onderzochte websites maken er 21 gebruik van voorleessoftware. 1 9 daarvan voldoen echter nog niet aan de minimale eisen voor toegankelijkheid. De rijksoverheid ontwikkelt jaarlijks een aantal campagnewebsites. Om een goed vergelijk met de monitor van 2005 te kunnen maken zijn deze buiten de scope van het onderzoek gelaten. Het spreekt voor zich dat ook deze websites aan de webrichtlijnen moeten voldoen maar daarover kan op basis van het voor dit rapport uitgevoerde onderzoek geen uitspraak worden gedaan.
5) Accessibility Monitor 2008
56
Hoofdstuk 7
In het 'Visie en Actieprogramma Betere Publieke Dienstverlening' wordt veel verantwoordelijkheid bij koepelorganisaties neergelegd58. Tot op heden lijkt deze voor wat betreft toegankelijkheid van internetsites niet adequaat te zijn opgepakt. Het verdient de aanbeveling om de regie en controle op de kwaliteit en toegankelijkheid van overheidswebsites op centraal niveau te regelen. Er is op dit moment geen compleet en openbaar overzicht beschikbaar van alle websites van de overheid. Dit maakt het lastig om toezicht op de kwaliteit ervan te houden. Het zou goed zijn als de staatssecretaris van BZK, eerstverantwoordelijk voor overheidsdienstverlening en voor de coördinatie van de e-overheid, éénmaal per jaar zou rapporteren over de toegankelijkheid en kwaliteit van alle in gebruik zijnde overheidswebsites. Indien sites niet volledig voldoen aan de Webrichtlijnen, dient te worden verantwoord voor welk deel en waarom dit het geval is. In alle gevallen zou het toegankelijkheidsniveau prioriteit 1 van de internationale toegankelijkheidsrichtlijnen een harde ondergrens moeten zijn. Werken volgens standaarden is nog geen gemeengoed. Het ontbreekt nog duidelijk aan kennis bij veel organisaties en toeleveranciers. De Webrichtlijnen dienen een harde voorwaarde te zijn bij aanbesteding én oplevering van nieuwe overheidswebsites. De eisen die met de Webrichtlijnen aan websites van de rijksoverheid zijn gesteld hebben overduidelijk hun vruchten afgeworpen. De overige overheden zouden dit voorbeeld moeten volgen. Het is daarom zeer aan te bevelen de voorstellen in het NUP te accepteren. Op veel websites (90%) ontbreekt het aan kwaliteit omdat er niet volgens internetstandaarden wordt gewerkt. Bij het ontwikkelen van sommige websites wordt gekozen voor onnodige functionaliteit of legt men accenten verkeerd. Men investeert soms wel in additionele functionaliteiten als een grootletterversie terwijl de basis van een website niet goed is geïmplementeerd. In alle gevallen dient de prioriteit te liggen bij het kunnen voldoen aan de minimale eisen voor kwaliteit en toegankelijkheid. Er moet meer haast gemaakt worden met het in orde brengen van een aantal lopende internetprojecten met brede impact. Het centraal opgezette DigiD bijvoorbeeld is al bij een groot aantal organisaties uitgerold maar voldoet op dit moment nog niet aan de minimale eisen voor toegankelijkheid.
58
Bron: http://www.minbzk.nI/organisatie/staatssecretaris/l 1 3006/betere
5 ) Accessibility Monitor 2008
57
Internetprojecten worden door de overheid vaak voor een groot deel uitbesteed aan externe (communicatie) bureaus. De overheid moet bij de selectie van deze bureaus de kennis over Webrichtlijnen nadrukkelijk meewegen. Bij oplevering van een website ligt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit bij de overheid zelf, deze kan men niet naar een leverancier delegeren. Dit moet zowel informeel als in het proces worden geregeld. Gezien de slechte bouwkwaliteit van veel websites zou het goed zijn om de Webrichtlijnen tijdens opleidingen, ook in het reguliere ICT onderwijs, onder de aandacht te brengen. Ontoegankelijke websites ontstaan in het algemeen niet door onwil van de website-eigenaar. Soms wel door gebrek aan aandacht of kennis over het onderwerp, zowel aan de kant van opdrachtgever als leverancier. Dit kan enkel worden weggenomen door (nog) meer aandacht voor toegankelijkheid en internetstandaarden. Er dient een voorlichtingscampagne te komen voor iedereen die betrokken is bij de ontwikkeling van overheidswebsites.
<§> Accessibility Monitor 2008
58
Hoofdstuk 8
8.T
Gerelateerde online artikelen Online brochure In de online brochure is meer informatie te vinden over technieken om toegankelijk te bouwen volgens de eisen van Waarmerk drempelvrij.nl en Webrichtlijnen. www.accessibility.nl/internet/uitleg/ijkpunten Schaalbaarheid van tekst De schaalbaarheid van tekst speelt een rol bij mensen die behoefte hebben aan grotere of kleinere letters. Deze behoefte treedt vooral op bij mensen die slechtziend zijn of een motorische handicap hebben. www.accessibility.nl/internet/artikelen/schaalbaar Taalwisselingen: Veranderingen in de natuurlijke taal In dit artikel wordt uitgelegd wat bedoeld wordt met 'natuurlijke taal' en het aangeven van veranderingen hierbinnen. Ook wordt uitgelegd waarom dit belangrijk is en welke technieken hiervoor gebruikt worden. www.accessibility.nl/internet/artikelen/taalwisselingen Eisen voor video en audio (Webrichtlijnen, W3C, drempelvrij) Dit artikel laat zien wat de eisen voor video en audio op een website zijn en hoe deze bestanden aangeboden dienen te worden. www.accessibility.nl/internet/artikelen/audiovideo Toetsenbordtoegankelijkheid Een website hoort niet alleen met de muis te 'bedienen' te zijn, maar ook met alternatieve vormen van invoer- of aanwijsapparaten. Naast het toetsenbord valt dan te denken aan een joystick of de stem. www.accessibility.nl/internet/artikelen/toetsenbord Valide code en Webstandaarden Steeds vaker vallen de termen 'Webstandaarden' en 'valideren'. In dit artikel wordt beschreven wat hiermee bedoeld wordt en wat de relatie met toegankelijkheid is. www.accessibility.nl/internet/artikelen/valideenwebstandaarden Zoekmachine optimalisatie Omdat beter scoren in zoekmachines voor een groot deel te maken heeft met toegankelijkheid en kwaliteit van code worden in dit artikel 10 tips gegeven om beter te scoren in zoekmachines en ook nog beter toegankelijk te zijn. www.accessibility.nl/internet/artikelen/zoekmachine
êi Accessibility Monitor 2008
59
8.2
Algemeen Webrichtlijnen De internationale standaarden voor het bouwen van websites helpen een bouwer om een website te bouwen met hogere kwaliteit en toegankelijkheid. De Nederlandse overheid heeft deze standaarden handzaam samengebracht in een kwaliteitsmodel, genaamd de Webrichtlijnen. Dit zijn 125 kwaliteitseisen die helpen om betere overheidswebsites te bouwen. www.webrichtlijnen.nl Toetstool webrichtlijnen De Webrichtlijnen toetstool is een handig online hulpmiddel waarmee u snel kunt vaststellen of u voldoet aan de Webrichtlijnen. Omdat slechts ongeveer de helft van de richtlijnen met een automatisch instrument kunnen worden gemeten, is het raadzaam ook handmatig onderzoek uit te voeren. De tooi geeft duidelijk aan waar dat moet en maakt het ook mogelijk om in te voeren of een site al een drempelvrij.nl waarmerk bezit. www.webrichtlijnen.nl
Waarmerk drempelvrij.nl Het Waarmerk drempelvrij.nl is het kwaliteitsmerk waarmee toegankelijke websites in Nederland worden aangeduid. Wanneer een website voldoet aan de eisen van de Stichting Waarmerk drempelvrij.nl mag deze site het waarmerk (een groen logo) dragen. De Stichting Waarmerk drempelvrij.nl heeft als doelstelling de toegankelijkheid van Nederlandse websites te bevorderen voor iedereen, inclusief mensen met een functiebeperking en senioren. Hiervoor is een transparante regeling met logo's en heldere normen opgezet die door de Stichting beheerd wordt. www.drempelvrij.nl/waarmerk www.accessibility.nl/toetsing/waarmerkdrempelvrij Gebruikersonderzoek Om de mate van gebruiksvriendelijkheid van websites te onderzoeken heeft de Federatie Slechtzienden- en Blindenbelang, in samenwerking met de Stichting Accessibility, het gebruiksvriendelijkheidonderzoek ontwikkeld. www.gebruikersonderzoek.nl W3C ledereen die iets wil weten over webstandaarden kan een bezoek brengen aan de pagina's van het World Wide Web Consortium (W3C). Het W3C houdt zich bezig met het vaststellen van standaarden en technieken voor het Web. Dat doen zij in werkgroepen waarin alle belanghebbenden kunnen participeren. www.w3.org ê) Accessibility Monitor 2008
60
Het W3C Kantoor Benelux is gevestigd in het Centrum voor Wiskunde en Informatica in Amsterdam. Nederlandstalige website: www.w3c.nl
W3C Web Accessibility Initiative (WAI) Het Web Accessibility Initiative (WAI) is onderdeel van het W3C en de belangrijkste informatiebron voor toegankelijkheid. www.w3.org/WAI
8.3
Organisaties en websites waar u terecht kunt Stichting Accessibility www.accessibility.nl Advies Overheid.nl www.webrichtlijnen.nl Drempelvrij.nl www.drempelvrij.nl Axendo www.axendo.nl Stichting Lezen en schrijven www.lezenenschrijven.nl CC-Raad www.cg-raad.nl Viziris www.viziris.nl Stichting Bartiméus www.bartimeus.nl Nationaal Revalidatiefonds www.revalidatiefonds.nl
& Accessibility Monitor 2008
61
Bijlage I: Over de cijfers in dit onderzoek De Accessibility Monitor 2008 bestaat uit 100 indicatieve scans waarbij gekeken is op welke punten 100 overheidssites niet voldoen aan de Webrichtlijnen van de Overheid. Deze richtlijnen zijn opgezet op initiatief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in samenwerking met alle belanghebbenden. De richtlijnen zijn gebaseerd op de W3C prioriteit 1 en 2 ijkpunten van de Richtlijnen voor de Toegankelijkheid van Web Content (WCAG 1.0), aangevuld met een set extra richtlijnen voor toegankelijkheid en kwaliteit. Het is mogelijk dat bepaalde problemen wel bestaan op een website, maar tijdens de indicatieve scan niet zijn aangetroffen. Uit het onderzoek is niet met zekerheid op te maken aan welke richtlijnen de sites wèl voldoen; hiervoor is uitgebreider onderzoek nodig. Een formele inspectie volgens de norm van het Waarmerk drempelvrij.nl bestaat uit een uitgebreider onderzoek, waarbij per ijkpunt ook gekeken wordt naar overeenkomstige problemen en waarbij ook per ijkpunt gekeken wordt of de site wel voldoet. Hoewel Stichting Accessibility tevens geaccrediteerde webinspecties uitvoert, valt dit onderzoek vanwege de gebruikte methodologie van indicatieve scans niet onder de verleende accreditatie.
ê) Accessibility Monitor 2008
62
Bijlage II: Drempelvrij normdocument Webrichtlijnen van de Overheid Dit is een overzicht van de ijkpunten van het normdocument Webrichtlijnen. Deze norm bestaat uit de prioriteit 1 en 2 ijkpunten van WCAC 1.0 en aanvullende richtlijnen voor toegankelijkheid en kwaliteit van overheidswebsites (Overige Webrichtlijnen). Prioriteit 1 1.1 2.1
Lever een tekstequivalent voor elk niet-tekstueel element. Zorg ervoor dat alle informatie die met behulp van kleur wordt overgebracht ook beschikbaar is zonder kleur, bijvoorbeeld uit de context of uit de opmaak.
4.1 6.1 6.2 7.1
Geef duidelijk veranderingen aan in de natuurlijke taal van de documenttekst en van alle tekstequivalenten (bijvoorbeeld onderschriften). Organiseer documenten zo dat ze zonder stylesheets gelezen kunnen worden. Zorg ervoor dat equivalenten voor dynamische content worden geactualiseerd, als de dynamische content verandert. Geef het scherm geen gelegenheid om te flikkeren totdat user agents gebruikers in staat stellen flikkering te sturen.
14.1
Gebruikde duidelijkste en eenvoudigstetaal die zich leentvoorde content van een site.
1.2
Lever tekstlinks voor ieder actief gebied van een server-side image map.
9.1
Lever client-side image maps in plaats van server-side image maps behalve waar de gebieden niet kunnen worden gedefinieerd met behulp van een beschikbaar geometrisch model. Voor tabellen met data: geef rij- en kolomheaders aan.
5.1 5.2 12.1 6.3
1.3
Gebruik voor datatabellen met twee of meer logische niveaus van rij- of kolomheaders opmaak om data- en headercellen te associëren. Geef elk frame een titel zodat je identificatie en navigatie van een frame vergemakkelijkt. Zorg ervoor dat pagina's bruikbaar zijn, als scripts, applets of andere programma-objecten uitstaan of niet worden ondersteund. Als dit niet mogelijk is, lever dan equivalente informatie op een alternatieve toegankelijke pagina. Totdat user agents automatisch de tekst van een beeldspoor hardop kunnen voorlezen, kan je een auditieve beschrijving geven van de belangrijke informatie van het beeldspoor van een multimediapresen tatie.
ê) Accessibility Monitor 2008
63
1.4
11.4
Vooriederetijdgerelateerdemultimediapresentatie,bijvoorbeeldeen(animatie) film, kan je equivalente alternatieven synchroniseren (bijvoorbeeld onderschriften of auditieve beschrijvingen van het beeldspoor) met de presentatie Als je ondanks alle inspanningen geen toegankelijke pagina kan creëren, lever dan een link naar een alternatieve pagina die W3C-technologieën gebruikt, toegankelijk is, equivalente informatie (of functionaliteit) heeft en even vaak wordt geactualiseerd als de ontoegankelijke (oorspronkelijke) pagina.
Prioriteit 2 2.2 Zorg ervoordatcombinaties van voorgrond-en achtergrondkleurvoldoende contrast geven, als ze gezien worden door iemand met kleurenblindheid of als ze op een zwart-wit beeldscherm zijn te zien. 3.1 Als ereen geschikte opmaaktaal bestaat, gebruikdan lieveropmaakdan afbeeldingen om informatie over te brengen. 3.2 Creëer documenten die zich conformeren aan een gepubliceerde formele grammatica. 3.3 3.4
Gebruik style sheets om de layout en de presentatie te sturen. Cebruikliever relatieveeenheden dan absolute eenheden alsje in markuptalen waarden toekent aan attributen en eigenschappen in stylesheets.
3.5
Gebruik headerelementen om de documentstructuur over te brengen en gebruik ze volgens de specificatie. Maak lijsten en lijstelementen op de juiste manier op. Opmaakcitaten.Gebruikhetcitaat-elementnietomformatteringseffecten te bereiken, zoals inspringen. Zorg ervoor dat dynamische content toegankelijk is of lever een alterna-
3.6 3.7 6.5 7.2
7.4 7.5
10.1
11.1
tieve presentatie of pagina. Laat de content niet knipperen (i.e. verander de presentatie in een regelmatig tempo, zoals aan- en uitzetten) totdat user agents gebruikers in staat stellen het knipperen te sturen. Creëer geen periodiek zelfverversende pagina's totdat user agents de mogelijkheid bieden die zelfverversing te stoppen. Gebruik geen opmaak om pagina's automatisch te redirecten totdat user agents de mogelijkheid leveren om auto-redirect te stoppen. Con figureer in plaats daarvan de server om redirects uit te voeren. Totdat user agents gebruikers toestaan om het ongewild openen van nieuwe vensters uit te zetten, is het beter om geen pop-ups of andere vensters te laten verschijnen en het actuele venster niet te veranderen zonder de gebruiker daarover te informeren. GebruikW3C-technologieënalszebeschikbaarzijnengeschiktvooreen klus en gebruik de jongste versies als ze ondersteund worden.
& Accessibility Monitor 2008
64
11.2 12.3 13.1 13.2 13.3 13.4 5.3
5.4 12.2
Vermijd afgekeurde eigenschappen van W3C-technologieën. Verdeel grote blokken informatieonder in meerbeheersbaregroepen, waar dit natuurlijk en juist is. Identificeer duidelijk het doel van elke link Lever metadata om semantische informatie toe te voegen aan pagina's en sites. Geef informatie over de algemene layout van een site (bijvoorbeeld een site map of een inhoudsopgave). Gebruik navigatiemechanismen op een consistente wijze. Gebruik geen tabellen voor layout tenzij de tabel ook zinvol is bij linearisering. Leveranders, als de tabel geen betekenis heeft een gelijkwaardig alternatief (bijvoorbeeld een gelineariseerde versie). Als een tabel voor layout wordt gebruikt, gebruik dan geen structurele opmaak om visueel te formatteren. Beschrijf het doel van frames en hoe frames met elkaarte maken hebben, als het niet uit frametitels alleen blijkt.
10.2
Totdat useragentsexplicieteassociaties tussen labelsen formulierelementen ondersteunen, is het verstandig om bij alle formulier elementen met impliciet geassocieerde labels ervoorte zorgen dat de label netjes is gepositioneerd.
12.4 6.4
Associeer labels expliciet met hun besturingsmechanismen Zorg er in het geval van scripts en applets voor dat event handlers onafhankelijk zijn van het invoerapparaat. Vermijd beweging in pagina's totdat user agents gebruikers in staat stellen bewegende content te bevriezen. Maak programma-elementen als scripts en applets direct toegankelijk of compatibel met hulptechnologieën.
7.3 8.1 9.2 9.3
Zorg ervoor dat elk element dat zijn eigen interface heeft aangestuurd kan worden op een apparaatonafhankelijke manier. Specificeervoorscripts liever logischeevent handlers dan apparaatafhankelijke event handlers.
Overige Webrichtlijnen 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 9.4
Geef de voornaamste natuurlijke taal van een document aan. Het maken van een taalkeuze dient voor de bezoeker mogelijk te zijn op iedere pagina in de site. Gebruik voluit geschreven (tekstuele) links naar de taalvarianten. Schrijf links naar taalvarianten in hun corresponderende taal. Gebruik geen associaties met nationaliteiten voor taalkeuze. Links voor taalkeuze dienen op een duidelijke en consistente plaats in de navigatie van de site te staan. Creëer een logische volgorde van tabs door middel van links, formulierbesturing en objecten.
& Accessibility Monitor 2008
65
9.5
Ontzie het accesskey attribuut. Als toch besloten wordt dit attribuut toe te passen, gebruik het alleen op links die door de hele site onveranderd blijven (bijvoorbeeld hoofdnavigatie) en beperk de sneltoetscombi naties tot nummers.
9.7 11.5
Specificeer de UTF-8 karakterset voor webpagina's. Bij het aanpassen vaneen bestaande website: gebruikvan HTML4.01 of XHTML 1.0 alleen de Transitional variant als het gebruik van de Strict variant onmogelijk of onwenselijk is.
11.6
Bijhetbouwenvaneennieuwewebsite:gebruikvanHTML4.01 ofXHTML 1.0 uitsluitend de Strict variant.
12.5
Zet de inhoud van de pagina in de HTML broncode op volgorde van belangrijkheid. Gebruik het minimum aan tekstdat nodig is om te begrijpen waarde link naartoe leidt Links naar e-mailadressen: het e-mailadres waaraan het te versturen bericht is gericht dient zichtbaar te zijn in de linktekst. Links naar e-mailadressen: de URL in het href attribuut van een link naar een e-mailadres, mag alleen het mailto protocol en een e-mail adres bevatten.
13.11 13.13 13.14
1 3.1 5 13.16
13.1 7 13.18 13.19 14.4 14.7 5.3-WR 5.5 5.6 1 5.1
15.2
Pas geen technische maatregelen toe op de website om een e-mail adres te verhullen voor spam robots. Ga uiterst voorzichtig om met het publiceren van e-mail adressen van bezoekers van de website. Informeer de bezoeker over welke gegevens worden gepubliceerd op de site, of publiceer het e-mail adres van de bezoeker niet. Bij het aanbieden van downloadbare bestanden, informeer de bezoeker over hoe deze te downloaden en vervolgens te gebruiken. Serveer bestanden met het correcte MIME type. Gebruik voor iedere pagina een unieke, beschrijvende titel. Lever mechanismen die site-gerelateerde problemen voor bezoekers helpt, op te lossen. Schrijf korte, bondige tekst, waarin de belangrijkste boodschap bovenaan de pagina al wordt genoemd. Gebruik geen tabellen voor layout. Zie hieronder de (minder strenge) WCAG succescriteria voor ijkpunten 5.3 en 5.4 . Lever samenvattingen voor tabellen Lever afkortingen voor headerlabels. Als een bezoeker persoonlijke gegevens dient op te geven, laat deze dan weten wat er met die gegevens gedaan zal worden, bijvoorbeeld in de vorm van een privacyverklaring. Verg van een bezoeker via een formulier niet meer informatie op te geven dan noodzakelijk is voor het doel van het formulier. Houdt formulieren zo kort mogelijk en beperk het verplicht invullen van formuliervelden.
& Accessibility Monitor 2008
66
1 5.3 15.4 15.5 1 5.6 1 5.7
1 5.8 15.9 1 5.10 1 5.11 15.12 1 5.13
12.1-WR 13.12 9.6
3.8
3.9 3.10 3.11 3.12 4.2 14.5 14.6
Geef aan welke velden verplicht of optioneel zijn om in te vullen. Voorzie in alternatieve contactmogelijkheden, zoals adresgegevens, telefoonnummers of e-mailadressen, indien deze beschikbaar zijn. Laat de bezoeker weten wat er met het formulier na verzending gedaan zal worden. Geef de bezoeker de mogelijkheid tot archivering van zijn reactie Stuur de bezoeker na het invullen en versturen van een formulier een bevestiging dat zijn bericht is aangekomen bij de ontvanger (autoreply). Geef voorafgaande aan complexe formulieren de bezoeker een indruk van hoe groot het formulier is. Noem van te voren documenten die de bezoeker (eventueel) nodig heeft bij het invullen van het formulier. Voorzie formulieren van instructies voor de bezoeker waar nodig, met name bij de invoervelden waar ze toedoen. Voeg geen herstel (reset) knoppen toe aan een formulier Wees terughoudend met het gebruik van CSS voor invoervelden en formulierknoppen. Gebruik het tabindex attribuut om van de standaard tab-volgorde op formuliervelden af te wijken wanneer deze volgorde niet toereikend is voor correct gebruik van het formulier door toetsenbordgebruikers Gebruik geen frames. Maak het tabben naar links niet onmogelijk. Verwijder niet de focus rectangle rondom een link of de mogelijkheid tot focus op een link. In het geval dat belangrijke informatie via een gesloten standaard wordt aangeboden, dient men dezelfde informatie ook via een open standaard aan te bieden Gebruik het p (paragraph) element voor het aangeven van paragrafen. Gebruik niet het br (linebreak) element voor het scheiden van paragrafen. Gebruik het em (emphasis) en strong element voor het aangeven van nadruk. Gebruik het dfn (definition) element voor het aangeven van termen, elders gedefinieerd in een definitielijst. Gebruik het ins (insertion) en del (deletion) element voor het aangeven van regelmatige wijzigingen in de inhoud van een pagina. Vermijd het gebruik van het sup (superscript) en sub (subscript) element waar mogelijk. Specificeer de uitwerking van elke afkorting of van elk acroniem in een document waar die het eerst voorkomt. Produceer unieke, onveranderende URL's. URL's zijn leesbaar en herkenbaar.
& Accessibility Monitor 2008
67
Bijlage III: Extra onderzoeksvragen In de extra onderzoeksvragen is toetsenbordtoegankelijkheid onderzocht. Ook is gekeken naar zoekmachine optimalisatie via een Google zoekopdracht. Toetsenbordtoegankelijkheid Zijn menu-items, links en formulieren toegankelijk wanneer na het laden van de pagina uitsluitend het toetsenbord gebruikt wordt? Google zoekopdracht Is de gewenste informatie over het aanvragen van een paspoort, wanneer gezocht wordt op 'paspoort aanvragen gemeente ', te bereiken via de eerste 1 0 zoekresultaten?
é) Accessibility Monitor 2008
68
Bijlage IV: Accessibility Monitor 2008 Onderzoeksresultaten per ijkpunt per sector opgesplitst per niveau59. Onderzochte W3C prioriteit 1-ijkpunten van de Richtlijnen voor de Toegankelijkheid van Web Content (WCAC1.0) en Webrichtlijnen voor de Overheid
Percentage overheidswebsites dat niet voldoet aan genoemde richtlijnen - opgesplitst per niveau
~rö 03
c
W3C Nr. 1.1 6.3
4.1
5.1 6.1
12.1
3.4
3.5
59
o *->
Ijkpunt Toegankelijkheid Lever een tekstequivalent voor elk niet-tekstueel element. Zorg ervoor dat pagina's bruikbaar zijn als scripts, applets of andere programmaobjecten niet worden ondersteund. Geef duidelijk veranderingen aan in de natuurlijke taal van de documenttekst en van alle tekstequivalenten. Voor tabellen met data: geef rij- en kolom-headers aan. Organiseer documenten zo dat ze zonder style sheets gelezen kunnen worden. Geef elk frame een titel, zodat je de identificatie en navigatie van een frame vergemakkelijkt. Gebruiksvriendelijkheid Gebruik liever relatieve eenheden dan absolute eenheden als je in markuptalen waarden toekent aan attributen en eigenschappen in stylesheets. Vindbaarheid Gebruik header-elementen om de documentstructuur over te brengen en gebruik ze volgens de specificatie.
rö Z
ui O) ai *-> i/i
'c
ui O)
'u c •>
o CL
c
ai *->
c a> a>
E
a> U
rö rö 4—»
73%
54%
92%
98%
88%
67%
23%
92%
90%
78%
60%
23%
92%
75%
68%
33%
31%
83%
52%
50%
33%
31%
83%
78%
66%
47%
0%
67%
53%
47%
7%
0%
0%
35%
22%
67%
8%
83%
60%
57%
67%
0%
83%
60%
57%
100% 69%
100%
100% 96%
100% 23%
92%
92%
84%
De indicatieve scan is een kort onderzoek naar waar een site niet voldoet aan de toegankelijkheidsricht lijnen. Het kan zijn dat bepaalde problemen zich wel voordoen op een site, maar niet met een indicatieve scan niet zijn aangetroffen.
5) Accessibility Monitor 2008
69
W3C
Ijkpunt
Ministeries
Provincies
Gemeenten
Totaal
Percentage overheidswebsites dat niet voldoet aan genoemde richtlijnen - opgesplitst per niveau
Nationaal
Onderzochte W3C prioriteit 1-ijkpunten van de Richtlijnen voor de Toegankelijkheid van Web Content (WCAGl .0) en Webrichtlijnen voor de Overheid
R-pd. 4.6 en R-pd. 4.7
Gebruik vriendelijke URL's, die leesbaar en herkenbaar zijn. Zet een leesbare, uitbreidbare directory-structuur op.
80%
38%
92%
95%
85%
R-pd.6.2
Zet de inhoud van de pagina in de HTML broncode op volgorde van belangrijkheid.
80%
46%
83%
92%
85%
Kostenvoordelen
93%
31%
83%
98%
87%
Houd structuur en vormgeving zoveel mogelijk gescheiden: gebruik HTML of XHTML voor de structuur van de site en CSS voor de vormgeving ervan
87%
15%
75%
92%
79%
R-pd. 11.1 Gebruik tabellen voor het weergeven van relationele informatie en niet voor layout.
60%
23%
67%
88%
73%
93%
51%
100%
100% 93%
93%
46%
92%
98%
90%
60%
38%
83%
85%
75%
73%
54%
83%
77%
74%
R-pd.1.1
Standaarden R-pd.2.1
R-pd.2.6
Gebruik HTML 4.01 of XHTML 1.0 volgens de W3C specificaties voor de markup van overheidswebsites. Gebruik CSS Level-2.1 volgens de W3C specificatie voor het vormgeven van overheidswebsites Toegankelijkheid volgens webrichtlijnen
R-pd.15.6 en R-pd.15.7
Specificeer de basistaai van een pagina in de markup. Geef in de markup taaivariaties in de inhoud van pagina's aan.
73%
54%
83%
70%
70%
R-pd.2.5
Gebruik geen frames op overheidswebsites. Gebruik daarom ook niet van HTML 4.01 of XHTML 1.0 de Frameset variant.
27%
0%
0%
42%
29%
& Accessibility Monitor 2008
70
Bijlage IV: Onderzoekresultaten extra onderzoeksvragen
Provincies
Gemeenten
Totaal
Nr.
Ministeries
Nationaal
Overige onderzoekspunten: Percentage van websites die niet voldoen aan de extra onderzochte eisen.
33%
22%
20%
Toetsenbordtoegankelijkheid M.l
Zijn menu-items, links en formulieren toegankelijk wanneer na het laden van de pagina uitsluitend het toetsenbord gebruikt wordt?
13%
8%
Coogle zoekopdracht M.2
Is de gewenste informatie over het aanvragen van een paspoort, wanneer gezocht wordt met de zoekopdracht: n.v.t. n.v.t. n.v.t. 30%
paspoort aanvragen gemeente Te bereiken via de eerste 10 zoekresultaten?
ê> Accessibility Monitor 2008
71
n.v.t.
Bijlage VI: Onderzochte websites Er zijn 100 overheidswebsites en websites met overheidsinformatie onderzocht: • 1 5 op nationaal niveau • 1 3 ministeries • 1 2 provincies • 60 gemeenten Dit zijn op twee uitzonderingen na dezelfde organisaties als in 2005: Liemeer is door gemeentelijke herindeling opgegaan in de gemeente Nieuwkoop. Dit jaar is de website van deze nieuwe gemeente onderzocht. De website van de gemeente Noord Koggenland is niet bereikbaar en is vervangen door de gemeente Leischendam-Voorburg. 1. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
9. 10. 1 1. 12. 13. 14. 15.
2. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
9.
Nationaal niveau (inclusief overkoepelende websites) Belastingdienst Eerste Kamer Informatie Beheer Groep Kamer van Koophandel Koninklijk Huis Nationale Ombudsman Nederlands parlement Openbaar Ministerie Overheid.nl Politie Postbus 51 Raad van State Staatscourant Tweede Kamer Waterschappen
www.belastingdienst.nl www.eerstekamer.nl www.ib-groep.nl www.kamervankoophandel.nl www.koninklijkhuis.nl www.nationaleombudsman.nl www.parlement.nl www.openbaarministerie.nl www.overheid.nl www.politie.nl www.postbus51 .nl www. raadvan state. n I www.staatscourant.nl www.tweedekamer.nl www.waterschappen.nl
Ministeries Ministerie van Algemene zaken Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Buitenlandse Zaken (Buza) Ministerie van Defensie Ministerie van Economische Zaken (EZ) Ministerie van Financiën Ministerie van Justitie Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (0C&W)
^5) Accessibility Monitor 2008
72
www.minaz.nl www.minbzk.nl www.minbuza.nl www.mindef.nl www.minez.nl www.minfin.nl www.justitie.nl www.minlnv.nl www.minocw.nl
10. 11. 1 2. 1 3.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) Ministerie van Verkeer en Waterstaat (V&W) Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)
3.
Provincies
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Provincie Drenthe Provincie Flevoland Provincie Friesland Provincie Gelderland Provincie Groningen Provincie Limburg Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Holland Provincie Overijssel Provincie Utrecht Provincie Zeeland Provincie Zuid-Holland
4.
Gemeenten
1. 2.
Alkmaar Almere Amersfoort Amsterdam Apeldoorn Arnhem Assen Baarle-Nassau Bellingwedde Bergen op Zoom Bronckhorst Coevorden Den Haag Dordrecht Dronten Eindhoven Elburg Enschede
3. 4.
5. 6. 7. 8. 9. 10. 1 1. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
ê) Accessibility Monitor 2008
www.szw.nl www.verkeerenwaterstaat.nl www.minvws.nl www.vrom.nl
www.drenthe.nl www.flevoland.nl www.friesland.nl www.gelderland.nl www.provinciegroningen.nl www.limburg.nl www.brabant.nl www.noord-holland.nl www.overijssel.nl www.provincie-utrecht.nl www.zeeland.nl www.zuid-holland.nl
www.alkmaar.nl www.almere.nl www.amersfoort.nl www.amsterdam.nl www.apeldoorn.nl www.arnhem.nl www.assen.nl www.baarle-nassau.nl www.bellingwedde.nl www.bergenopzoom.nl www.bronckhorst.nl www.coevorden.nl www.denhaag.nl www.dordrecht.nl www.dronten.nl www.eindhoven.nl www.elburg.nl www.enschede.nl 73
19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60.
Groningen Grootegast Haarlem Heerenveen Hellendoorn Hoogeveen Kapelle Leeuwarden Lelystad Liemeer Loenen Loppersum Maasdriel Maastricht Middelburg Midden-Drenthe Mook en Middelaar Noord-Koggenland Noordoostpolder Noordwijkerhout Ommen Onderbanken Renswoude Rotterdam S Hertogenbosch Schouwen-Duivenland Sneek Staphorst Terneuzen Tholen Urk
Utrecht Veghel Venlo Vlieland Weert Westerveld Winschoten Wünseradiel Zeist Zijpe Zwolle
& Accessibility Monitor 2008
www.groningen.nl www.grootegast.nl www.haarlem.nl www.heerenveen.nl www.hellendoorn.nl www.hoogeveen.nl www.kapelle.nl www.leeuwarden.nl www.lelystad.nl www.liemeer.nl www.loenen.nl www.grootegast.nl www.maasdriel.nl www.maastricht.nl www.middelburg.nl www.middendrenthe.nl www.mookenmiddelaar.nl www.noorder-koggenland.nl www.noordoostpolder.nl www.noordwijkerhout.nl www.ommen.nl www.onderbanken.nl www.renswoude.nl www.rotterdam.nl www.denbosch.nl www.schouwen-duiveland.nl www.sneek.nl www.staphorst.nl www.terneuzen.nl www.tholen.nl www.urk.nl www.utrecht.nl www.veghel.nl www.venlo.nl www.vlieland.nl www.weert.nl www.gemeentewesterveld.nl www.winschoten.nl www.wunseradiel.nl www.zeist.nl www.zijpe.nl www.zwolle.nl
74
Bijlage VII: Over Stichting Accessibility Stichting Accessibility is het expertisecentrum voor toegankelijkheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen op het gebied van internet, software en elektronische toepassingen in Nederland maar ook daarbuiten. Ons doel is het informeren, enthousiasmeren en voorlichten van instellingen, bedrijven en overheidten aanzien van de manieren waarop zij het internet en internetbased multimedia toegankelijk kunnen maken voor iedereen, inclusief mensen met een functiebeperking. Accessibility doet onderzoek, o.a. naar de toegankelijkheid en kwaliteit van websites, digitale televisie en (online) games en applicaties en publiceren daarover. Verder toetsen wij voor het Waarmerk drempelvrij.nl, organiseren wij trainingen voor beleidsmakers, webbouwers en communicatiespecialisten, geven we voorlichting bij het opzetten van websites, colleges, voeren Expert Reviews uit en doen gebruikersonderzoek. Daarbij werken wij nauw samen met belangen- en cliëntenorganisaties. Accessibility is initiatiefnemer van het Waarmerk drempelvrij.nl en is als eerste sinds maart 2006 door de Raad van Accreditatie geaccrediteerd om drempelvrij.nl toetsingen uit te voeren voor drempelvrij.nl.
Financiering Accessibility ontvangt geen structurele financiering of (overheids)subsidie. Onderzoek en voorlichting zijn noodzakelijk, maar kosten veel geld. Onze activiteiten worden mogelijk gemaakt door de steun van fondsen als het Revalidatiefonds, Oogfonds, NSGK, Johanna Kinderfonds, VSB Fonds, Vereniging Bartiméus. Verder leveren veel bedrijven een bijdrage door deelname aan onze trainingen en afname van onze website-inspecties, of ondersteunen de stichting in natura of financieel. Daarnaast ontvangen wij facilitaire steun van stichting Bartiméus. Comité van Aanbeveling Het Comité van Aanbeveling van de Stichting Accessibility bestaat uit Wim Deetman (Raad van State), Jan Terlouw (o.a. oud-minister), Clemence Ross (directeur Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen, NISB), Jan Willem Dreteler (directeur Communicatie SNSReaal groep) en Wijnand Jongen (directeurvanThuiswinkel.org). Zij dragen de Stichting Accessibility een warm hart toe en steunen met hun lidmaatschap het onderzoeks- en voorlichtingswerk dat de Stichting Accessibility doet. Bestuur Het bestuur van Accessibility bestaat uit Aline Saers, Bernard de Vries Robles en Frank Roos.
& Accessibility Monitor 2008
75
Bijlage VIII: Over de auteurs Jesse Dijkman Jesse Dijkman is inspecteur bij Accessibility. Hij voert website-inspecties uit voor de Webrichtlijnen van de Overheid en het Waarmerk drempelvrij.nl. Daarnaast is hij docent en geeft hij interne en externe trainingen en presentaties aan bedrijven en overheden op het gebied van (toegankelijkheids)standaarden. Eric Velleman Eric Velleman is technisch directeur van Accessibility. Als Advisory Committee Member is hij actief in het W3C en werkt mee aan de ontwikkeling van diverse internationale (W3C) documenten ten aanzien van de toegankelijkheid. Als lid van de eAccessibility interim werkgroep adviseert hij de Europese Commissie op het gebied van de webtoegankelijkheid. Als coördinator van het WAB cluster werkt hij aan de Europese harmonisatie van toetsing van webtoegankelijkheid. Daarnaast is Velleman lid van een internationaal projectteam voor het Europees standaardisatie-comité CEN dat werkt aan het voorbereiden van Europese regels voor electronische aanbesteding en toetsing op het gebied van toegankelijkheid. Hij was initiatiefnemer en projectleider van het Waarmerk drempelvrij.nl en leidt op dit moment de normcommissie van het Waarmerk drempelvrij.nl. Velleman was in opdracht van drempelvrij en het Ministerie van BZK verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de drempelvrij Webrichtlijnen norm. Bij Accessibility leidt hij een team dat zich bezig houdt met alle aspecten van toegankelijkheid inclusief games, TV en multimedia. Velleman geeft internationaal lezingen en presentaties en neemt als expert deel aan totstandkoming van internationale standaarden en wet- en regelgeving. Ron Beenen Ron Beenen is programmamanager bij de Stichting Accessibility. Na 10 jaar werkzaam te zijn geweest als project- en accountmanager bij diverse internet- en telecombedrijven is hij sinds een aantal jaren bij Accessibility verantwoordelijk voor de inspectieactiviteiten en het trainingsprogramma.
ê) Accessibility Monitor 2008
76
In opdracht van:
CG-Raad Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland
vizins Financieel mede mogelijk gemaakt door:
revalidatiefonds Uitgevoerd door:
S)Accessibility
9"78
'837T 7