MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU
UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2008 VAK : NEDERLANDS-TEKSTBEGRIP DATUM: DONDERDAG 03 JULI 2008 TIJD : 07.45 – 09.15 UUR DEZE TAAK BESTAAT UIT 2 TEKSTEN EN 40 VRAGEN. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
TRIPLE-EX 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
I Een dicht bos van kale bomen die kronkelend naar de hemel reiken. Verwilderde bloemen langs een smal slingerpad. En aan het eind van dat pad een groot wit landhuis: Villa Ockenrode. Sinds tien jaar biedt het statige pand een onderkomen aan 33 verslaafden. Ze mogen er twaalf maanden wonen in het kader van het programma Triple-Ex. Met als doel dat ze na afloop van die periode ‘drie keer ex’ zijn: ex-verslaafd, ex-crimineel en ex-werkloos. II En ondanks de landelijke omgeving is dit geen vakantiejaar, want Triple-Ex betekent keihard werken aan jezelf. Al is het maar omdat dat de enige manier is om uit de gevangenis te blijven. De rechter kan verslaafde criminelen namelijk voor de keuze stellen: óf Triple-Ex, óf de cel. En wie er op Ockenrode de kantjes van afloopt of bij de steekproefsgewijze urinecontroles op drugsgebruik wordt betrapt, wordt zonder pardon weggestuurd. Maar dat gebeurt niet vaak, want eenmaal hier, zijn de meeste bewoners al snel gewonnen voor het idee dat het met een beetje goeie wil kan om ‘drie keer ex’ te worden. III David (31) is een van die bewoners. Hij zit hier nu negen maanden en ja, knikt hij met een flauwe glimlach, het gaat goed. Vijftien jaar lang was David verslaafd. „Hasj, wiet, xtc, cocaïne, heroïne, methadon…”, somt hij op. „Het begon met blowen en snuiven, tijdens het stappen. Daarna raakte ik aan de base, coke die je rookt, maar daarvan werd ik paranoïde. Toen ben ik bruin gaan gebruiken. Heroïne.” IV Hoe hij van ‘onschuldige’ partydrugs naar het zware spul afgleed? „Een traumatische ervaring,” antwoordt David ontwijkend. Maar oké, als ik het per se wil weten: „We waren wat mensen aan het pesten, ik en mijn beste vriend. Gewoon, beetje gedoe. Maar ze gaven hem een duw en hij kwam onder een auto. Dat beeld raakte ik maar niet kwijt. Ik sliep slecht, ging blowen, en mijn ouders hadden niks in de gaten. Al mijn vrienden gebruikten het, ik kom uit een wijk waar dat heel gewoon was”. De laatste vier jaar dat hij drugs gebruikte, had hij trouwens geen vrienden meer. „Ik was een eenling geworden. En daarvóór kon je eigenlijk ook niet van vriendschap spreken, je belazerde elkaar voornamelijk.” Twee jaar heeft hij in totaal gevangen gezeten, korte strafjes en één langere, vooral wegens diefstal. In de gevangenis hoorde hij goede verhalen over Triple-Ex en dus zorgde hij ervoor dat hij hier terechtkon. Ver van zijn ‘vrienden’ én zijn ouders. Ook dat laatste doelbewust: „Ik was nog erg afhankelijk van hen, dat was te makkelijk. Daarom wilde ik de regio uit. Ik wil straks ook in Den Haag blijven, proberen hier een nieuw leven op te bouwen.” V Want een nieuw leven beginnen kàn, heeft Triple-Ex afgelopen decennium bewezen. Maar liefst 43 procent van de deelnemers aan dit Haagse programma blijft na afloop clean. Oké, dat betekent dat 57 procent terugvalt in zijn of haar verslaving. Maar zelfs dan: 70 procent valt
34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78
niet terug in de criminaliteit. Dat zijn ongekende cijfers in deze branche: elders in de verslavingszorg blijft het succespercentage doorgaans op 20 steken. Geen wonder dat Ockenrode regelmatig bezocht wordt door binnen- en buitenlandse delegaties. Want ook elders op de wereld is er geen programma dat beter scoort. Niet dat het afdelingshoofd Van Bijnen dat weet, tenminste. VI Wat het geheim van Triple-Ex is? „We vormen geen therapeutische maar een praktische gemeenschap,” antwoordt Van Bijnen. „Sommige verslavingsprogramma’s zitten erg op de psychologische toer. Wij hameren er vooral op dat een cliënt zijn alledaagse zaken op orde krijgt. Als iemand binnenkomt, kijken we meteen: heb je schulden? Dan zorg je ervoor dat je in een schuldhulpverleningsprogramma komt. Ben je dakloos? Dan schrijf je je nù in voor de huisvesting. Hoe staat het met je eventuele partner of kinderen: wil je het contact aanhalen onder begeleiding van een therapeut? Ook dat kan.” VII Maar het belangrijkste programmapunt, zeker in tijd uitgemeten, is wel het leerwerktraject. Zeven dagdelen per week gaan de cliënten naar ‘het Filiaal’ aan de overkant van de grote weg, waar ze een begin maken met een vakopleiding naar keuze. Het aanbod omvat onder andere hout & metaal, metselen & stukadoren, verzorging en milieu-onderhoud. De meeste verslaafden hebben geen voltooide opleiding en nauwelijks werkervaring. Zo hebben ze na een jaar Triple-Ex in ieder geval een opstapje naar de arbeidsmarkt. Wie hier weggaat, heeft een stageplek of vrijwilligerswerk geregeld. Sommigen hebben zelfs al een baan, of gaan een opleiding doen. David koos voor het horecatraject. Op de gok, want gekookt had hij nog nooit. Maar het was raak. „Koken geeft me rust en dat is goed, want ik ben vrij zenuwachtig van mezelf,” vertelt hij. Zijn eerste triomf heeft hij al gevierd – onlangs heeft hij zijn ouders een maaltijd voorgeschoteld. Even zit hij helemaal stil als hij zegt: „Vijftien jaar lang heb ik alles verpest en nu kon ik iets laten zien." Ook binnen Triple-Ex scoort David met zijn pas ontdekte talent. Hij is ‘voorman’ geworden van de mensen die het horecatraject volgen. Dat houdt onder andere in dat hij leiding geeft aan de keukenploeg, die iedere dag voor de 33 bewoners kookt. VIII En na dit jaar? Ik heb via de Sociale Dienst een koksopleiding aangevraagd en wil daarna in een keuken van een instelling werken,’ antwoordt David. „Voor een restaurantkeuken moet ik eerst wat sterker in mijn schoenen staan. In de horeca ligt de werkdruk hoger en wordt veel gedronken, heeft mijn leraar me verteld. Van zo’n leven moet ik eerst maar even verre blijven.” Inderdaad, over dat soort dingen gaat het ook op het Filiaal. Triple-Ex richt zich vooral op de gezonde aspecten van de cliënten. „Je ziet ook echt dat mensen na een maand of zes in het programma meer kunnen hebben. Ze verdragen dan situaties waarop ze vroeger zouden hebben gereageerd met drugsgebruik.” IX Eens in de zoveel maanden blijkt een ‘Gesloten Huis’-periode nodig: „Als de ‘bajescultuur’* hier te veel de overhand krijgt en het gewoon wordt om een grote bek op te zetten, en vooral stoer te doen. De enige manier om dat te corrigeren, is door alle programmaonderdelen buiten de deur stop te zetten. Oók het leer-werktraject. We richten ons dan een paar weken volledig op het groepsproces. Drie gespreksgroepen per dag, dan wordt het wel een beetje kiezen of delen.” Voor David betekende het een doorbraak. „Net voor die periode had ik een conflict met een medebewoner die mij ook bedreigde. Die jongen is eruit gezet, maar voor mij was het toch aanleiding om te gaan kijken naar mijn aandeel in het geheel. Ik dreef het op de spits, ik was niet anders gewend. Buiten móét het zo. Iets wat ik niet wil, doe ik niet. Zo reageerde ik mijn hele leven al. Nu niet meer. Ik kan beter met conflicten omgaan, bespreek dingen eerder en ik kom afspraken na. Dat wordt hier erg belangrijk gevonden.” * ‘bajescultuur’= gewoonten/regels die in de gevangenis onder gevangenen ontstaan
79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92
X Hij zit nu dan ook in de voorlaatste fase– de ‘open’ fase– van zijn verblijf en mag sinds kort alleen de deur uit. ‘Op planning gaan’ heet dat binnen Triple-Ex, want zulke uitstapjes worden van tevoren uitgebreid doorgenomen en gepland. Wat gebeurt er met je als je door je oude buurt loopt of rijdt? En hoe reageer je als je bekenden uit het drugscircuit tegen het lijf loopt? „Ik weet nu wat ik dan zal zeggen: dat ik gestopt ben. Ik dacht eerst dat ik ze zou negeren, maar dan kan dat weer een conflict worden. Dus nu zal ik gewoon zeggen dat ik niet meer gebruik,” antwoordt David. XI Hoe zijn leven er over een paar jaar uit zal zien? „Gewoon normaal, met een baan en een huisje. Verantwoordelijkheid kunnen dragen en als het even meezit een gezin.” Een eerste stap in zijn nieuwe bestaan heeft David onlangs al gezet: hij heeft zich aangemeld voor een voetbalclub, een ‘burgerclub’, niet therapeutisch. Dat hoort erbij, in de laatste fase van Triple-Ex. Een alledaagse vrijetijdsbesteding vinden waarin je ‘normale’ mensen tegenkomt. „Onze cliënten moeten ook weer leren functioneren buiten deze beschermende omgeving waarin hun probleem centraal staat, want in de buitenwereld is niet iedereen gesteld op praten over jezelf.” Anne Pek Naar een artikel uit Psychologie-Magazine April 2006
3
1 Alinea I. De belangrijkste informatie die wij in deze alinea terugvinden is, dat A Villa Ockenrode een groot landhuis is dat er nogal verwilderd uitziet. B de villa gebruikt wordt om verslaafden op het rechte pad te brengen. C er meer aandacht besteed moet worden aan verslaafden. D er reeds 10 jaar met verslaafden geëxperimenteerd wordt in villa Ockenrode. 2 Lees r. 1 - 2. „Een dicht ... Ockenrode”. Met welke andere woorden worden deze regels verderop kort en bondig omschreven?
Zie de zin in r. 7 „Al is ... omdat, dat ... Het woordje dat verwijst naar A B C D
het landelijke milieu. het kiezen voor Ockenrode. het vakantiejaar. het werken aan jezelf. 4
Lees de beweringen. Zijn ze waar of niet? I In alinea II staat dat iedere veroordeelde kan kiezen tussen de cel en Triple-Ex.
Met de woorden
II In dezelfde alinea staat ook dat er voor Triple-Ex gekozen wordt, hoewel men daar streng is als het om de regels gaat.
A B C D
A B C D
het statige pand (r. 3). een onderkomen (r. 3). landelijke omgeving (r. 6). vakantiejaar (r. 6)
I is juist. II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn beide onjuist.
9
5 Tijdens het Triple-Ex programma moet je aan bepaalde eisen voldoen.
Lees de beweringen. Zijn ze juist? I
Wat hoort er niet bij? A B C D
Bereid zijn aan jezelf te werken. Geen drugs gebruiken. De kantjes aflopen. Wilskracht tonen. 6
Welk leesteken kan de punt vervangen achter het woord „blijven” (r. 8) ? A B C D
een uitroepteken een gedachtestreepje (−) een dubbele punt een vraagteken 7
Lees r. 10: „ ... zonder pardon ... ”
II De vraag die in r. 18 gesteld wordt over het zware spul wordt niet beantwoord. A B C D
van de leiding van de medebewoners van de rechter van een verslaafde 8
Wie is/zijn er aan het woord in alinea III? A B C D
David David en een interviewer David en een medewerker de interviewer
I is juist. II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn beide onjuist. 10
Welk verband bestaat er tussen alinea III en IV? A B C D
IV is een vervolg van III. IV is de uitwerking van III. Het gaat om twee voorbeelden. Ze vormen een tegenstellling. 11
Zonder pardon van wie? A B C D
De woordgroep „onschuldige” partydrugs (r. 18) verwijst naar de opsomming „Hasj ... (r. 14 -15)
Wat is de kerngedachte van alinea IV? A David wil zijn verhaal niet vertellen. B David somt verschillende soorten drugs op. C Hoe David ertoe kwam drugs te gebruiken en zijn wil tot correctie. D Wat de gevolgen van drugsgebruik zijn en hoe je ervan afkomt. 12 Hieronder volgen twee beweringen. Zijn ze juist of niet? I David is voor het eerst in vijftien jaar drugsvrij. II David begon met harddrugs om daarna, partydrugs te gebruiken. A B C D
I is juist. II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn beide onjuist.
18
13 Zie r. 18 -19 „ ... een traumatische ervaring ... ” Die ervaring hield in, dat David A B C D
rookte, blowde en alles snoof wat hij vond. genoot van drugs tezamen met vrienden. door drugsgebruik geen echte vrienden had. zijn vriend kwijtraakte door een incident. 14
De eerste zin van alinea V luidt: „Want een nieuw leven beginnen kán ...” Wat volgt in de rest van deze alinea? A B C D
onnodig cijfermateriaal info over een buitenlandse delegatie bewijzen voor het welslagen een aantal scoringspercentages van soortgelijke programma’s
Zie r. 19: „ ... antwoordt David ontwijkend.” Waarom doet hij dat? A B C D
Lees r. 32 tot en met 35. „Maar liefst ... steken.”
Hij wil niet aan zijn drugsverleden denken. Hij wil de traumatische ervaring vergeten. Hij vindt de vraag niet correct. Hij vindt de interviewer een bemoeial. 15
Zie alinea III en IV. Deze alinea’s kan je het best omschrijven als A B C D
de vereenzaming van David. de toekomst van David. de jeugd van David. de keuzes van David. 16
Zie r. 28. „ Ik was ... hen ...” Hen verwijst naar A B C D
vrienden. vrienden en ouders. medegevangenen. ouders.
Als we het verhaal van David in alinea III en IV kritisch lezen, kunnen we zijn karakter op dat moment omschrijven in eigenschappen. Welke eigenschap is niet juist? avontuurlijk beïnvloedbaar afhankelijk verlegen
Welke conclusie trek je hieruit? A Het Haagse programma scoort niet altijd even goed. B Het Haagse programma is toch niet in staat verslaving tegen te gaan. C Triple-Ex boekt met ongeveer 20% successen in het hele land. D Triple-Ex boekt 23% meer succes dan overige programma’s. 20 „Oké ... verslaving.” (r. 32 - 33) Als ik achter Oké een aanvulling wil plaatsen, welk zinnetje zou daar dan staan? A B C D
... ik concludeer dat ... ik geef toe dat ... ik vraag me af, of ... ik vermeld dat 21
17
A B C D
19
In alinea V en VI staat het verslag van A B C D
Anne Pek. het afdelingshoofd. David. delegatieleden.
26
22 Zie r. 39. „ ... het geheim ... ”
Zie r. 64 - 65: Triple-Ex ... gezonde aspecten ... ”
Tot dat geheim behoort niet
Uit de alinea blijkt dat hiermee bedoeld wordt
A B C D
A B C D
de praktische aanpak. toezicht op zaken uit het dagelijks leven. de psychologische aanpak. het onderzoek naar schulden van de verslaafde.
innerlijke versterking. lichamelijk gezond zijn. hogere werkdruk aankunnen. buiten het Filiaal kunnen werken.
23 Welke kop kan boven alinea VII staan? A B C D
praktijkervaring horeca op stap gaan opleiding
27 Lees alinea X. We merken dat er verandering optreedt in Davids gedrag. Wat hoort er niet bij?
24 Zie r. 57: „Ook binnen ... ” Ook houdt in dat er eerder gescoord is.
A B C D
Over welk succesje gaat het dan? A de keuze van een stageplek B leiding te geven aan de kookploeg C bereiding van een speciale maaltijd voor zijn ouders D minder zenuwachtig gedrag te vertonen 25 Als je alinea VII goed leest, kun je 3 conclusies daaruit trekken. Welke conclusie is niet juist? A Verslaafden kunnen een beroep kiezen. B Het werktraject zorgt voor stageplekken. C Het program beperkt zich tot wie reeds een beroep had. D Het programma stimuleert verantwoordelijkheidsgevoel.
Hij heeft meer verantwoordelijkheidsgevoel. Hij heeft geleerd drugsvrienden te negeren. Hij kan beter omgaan met conflicten. Hij komt afspraken na. 28
I Een ‘Gesloten Huis’-periode (r. 68) betekent dat voor straf niemand op stage gaat II „Op planning gaan” (r. 80) betekent dat je zonder begeleiding buiten Ockenrode mag zijn. A B C D
I is juist. II is juist. I en II zijn beide juist. I en II zijn beide onjuist. 29
Wat is de kern van alinea X? A Voorbereiding op terugkeer naar de samenleving. B Het leren vermijden van conflicten. C Het aanleren om van drugs af te blijven. D Verleidingen kunnen weerstaan.
32
30 David zit in de voorlaatste fase. Hoe lang heeft hij nog te gaan?
Teksten worden met een bepaald doel geschreven.
A B C D
Welke uitspraak over deze tekst is juist?
4 maanden 3 maanden 2 maanden 1 maand 31
A B C D
Het gaat om informatie. Het gaat om ontspanning. De schrijver wil informeren en amuseren. De schrijver wil de lezer alleen overtuigen.
Wat staat er in de slotalinea? A B C D
een advies een belofte een samenvatting een toekomstplanning
Tekst II
DE STEM 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
I De Stem is opgericht in Suriname op 1 april 1997. Hoe is deze organisatie ontstaan? Aan het woord is de oprichter, de heer Lansdorf: „Ik droomde dat ik vele verslaafden in een grote loods zag liggen. Ze gebruikten drugs. Toen ik ze passeerde in mijn politie-uniform spraken ze mij aan, zonder vrees. Een jaar lang zocht ik naar een verklaring voor die droom, zonder resultaat.” II Vanwege zijn werk als politieman werd hij gestationeerd op de Centrale Markt. Op die post bracht men verslaafden naar hem toe die problemen veroorzaakten. Omdat hij wilde weten waar de verslaafden vandaan kwamen, werd hij op een keer op zijn verzoek naar een oude loods gebracht waar hij werd geconfronteerd met exact dezelfde situatie als in zijn droom. Hij begreep nu wat God van hem verwachtte maar wist alleen niet hoe hij de ‘opdracht’ moest uitvoeren. Ook daarop kwam antwoord. Met een tussenpoos van steeds twee weken, meldden drie verslaafden zich bij zijn huis aan om hulp. Ze werden opgevangen in de kerkruimte. En zo ontwikkelde het centrum zich. III De Stem is een Christelijk opvangcentrum voor verslaafden en beijvert zich om personen die door hun verslaving een levensbeheersend probleem hebben, op te vangen en te begeleiden. Het doel is ervoor te zorgen dat verslaafden zich goed voelen en de kans krijgen om weer optimaal te functioneren in de maatschappij. Deze visie is gebaseerd op de christelijke principes dat ieder mens waardevol is in de ogen van God en dat er genezing of redding is voor verslaafden door hun geloof. De begeleiding geschiedt op professionele wijze en laat ruimte voor Gods geest om iedereen daarbij te leiden. Verder wordt iedere cliënt in het opvangcentrum
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59
met respect behandeld om zo naastenliefde te ervaren. Het evangelie wordt de cliënten niet opgedrongen, zij zijn vrij de keus zelf te maken. IV In de begeleiding staat het arbeidsritme van de cliënt centraal, zodat hij na de therapie in staat is een dagtaak uit te voeren. Daarbij wordt de gelegenheid geboden een beroepsrichting te kiezen die door interne en externe trainingen de kans op een vlotte terugkeer in de maatschappij vergroot: als onderdeel van het resocialisatieproces wordt het hele behandelplan dan ook in samenwerking met de nieuwe gast opgesteld, waardoor betrokkenheid en motivatie beter gegarandeerd zijn. V Het begeleidingsplan is opgedeeld in drie fasen: de intake, analyse en diagnose waarbij wordt nagegaan wat de problematiek is en welke behandelpunten aan de orde zullen komen. Dan gaat de tweede fase in: de begeleidingsfase. Teneinde een passende begeleiding te realiseren wordt een proces doorlopen dat begint met het bijhouden van een eigen dagboek, gevolgd door stimuleren en optimaliseren van het verantwoordelijkheidsgevoel dat tot een groeiend verantwoordelijkheidsbesef moet leiden. Dat mondt weer uit in de toewijzing van verantwoordelijke taken: kameroudste worden, keukenvoorraad beheren, begeleiden van anderen naar de dokter, weekend-verlof. In een strak weekprogramma komen de bovengenoemde zaken aan de orde, waarbij gelet wordt op de discipline van op tijd opstaan en naar bed gaan. VI Tenslotte breekt de fase van resocialisatie aan: een fase van werk en training. Er zijn werkervaringsprojecten (Weps) die betrokkenen op het juiste spoor moeten brengen en houden. De externe projecten zijn bestemd voor cliënten die reeds aan resocialisatie toe zijn. Die gaan onder leiding van een „oudere” cliënt naar een bedrijf om daar beroepsgerichte werkzaamheden te verrichten (de wasserij, een cateringsbedrijf, een bouwploeg etc.) Wie daar nog niet aan toe is, komt terecht bij een interne Wep: bakkerij, stroopfabriekje, kippenteelt, onderhoud van terreinen en gebouwen, etc. VII Het proces duurt anderhalf jaar. De organisatie van het geheel is in handen van een manager, bijgestaan door een assistent-manager en een team van coördinatoren, begeleiders, groepswerkers en anderen. Er zijn 16 vaste medewerkers, één parttimer en 7 vrijwilligers. En de resultaten? Van 1997 tot 2006 waren er 1030 aanmeldingen, waarvan 388 een opname werden; van dit aantal werden 69 geresocialiseerd. Opvallend was dat de meeste cliënten die een afgerond program achter de rug hadden, niet terugvielen in hun oude gewoonte. De grote groep drop-outs lag bij de groep die slechts één tot drie maanden in therapie geweest was. VIII De Stichting bezit drie locaties: De Boerbuiten (opvangcapaciteit 30 mannen), Leiding (jongeren) en Copieweg (20 mannen), waar ook een afdeling voor vrouwen in aanbouw is. De inkomsten worden verkregen uit verplichte bijdragen van opgenomen cliënten en donaties. De overheid heeft via het Ministerie van Sociale Zaken de medische voorziening voor haar rekening genomen en betaalt de lonen voor vier medewerkers. Het ligt in de bedoeling om zoveel mogelijk zelfvoorzienend te worden door onder andere het opzetten van landbouw- en veeteeltprojecten. 33
In alinea I is de oprichter aan het woord. En in alinea II? A B C D
dezelfde persoon een verslaafde de verteller een politieman
34 Zie alinea I en II. De Stem is om verschillende redenen ontstaan. Welke reden hoort er niet bij? Ontstaan A door een droom. B door een ontmoeting met verslaafden. C door zijn beroep als politieman. D uit medelijden met 3 verslaafden.
39
35 „Ook daarop kwam antwoord” r. 11.
Gegevens uit alinea I en V van Triple-Ex.
Hij had al eerder antwoord gekregen op de vraag: A B C D
hoe hij het probleem moest oplossen. wat de opdracht inhield. waar de verslaafden vandaan kwamen. wat de droom inhield. 36
Zie het woordje ’opdracht’ (r. 10) Die opdracht houdt in: A B C D
als politieman naar de loods te gaan. verslaafden weer op het goede pad te brengen. de verklaring van zijn droom. opvangen van verslaafden. 37
Lees alinea VI Met welke alinea van Triple-Ex komt alinea VI van De Stem duidelijk overeen. A B C D
met alinea IV met alinea V met alinea VI met alinea VII 38
Wat is een verschil tussen De Stem en Triple-Ex? A B C D
De Stem kent geen begeleiding. De Stem heeft geen leer-werkproject. De Stem kent geen open-fase. De Stem heeft geen ‘Gesloten-Huis’ programma.
-
Het programma duurt 12 maanden(al. I) 43% van de deelnemers blijft clean. 70% valt niet terug in de criminaliteit. Andere verslavingsprogramma’s scoren 20%.
Vergelijk de gegevens hierboven met die van De Stem in alinea VII. Tot welke conclusie kom je? A De Stem scoort als andere verslavingsprogramma's ongeveer 20%. B De Stem heeft een kortere ontwenningsperiode. C De Stem heeft ook 43% resultaat. D Het percentage van 70% is bij De Stem ± 40%. 40 Het slot van deze tekst bevat A B C D
de geschiedenis van De Stem. een samenwerkingsplan. de huidige stand van zaken. het resultaat van de therapie.