MINISTERIE VAN ONDERWIJS & VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU
UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2007 VAK : NEDERLANDS - TEKSTBEGRIP DATUM : WOENSDAG 04 JULI 2007 TIJD : 07.45 – 09.15 UUR LET OP: DEZE TAAK BESTAAT UIT EEN 1 TEKST + 35 ITEMS.
GLOBALISERING De hoop en de vrees I
II
III
IV
V
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35
(1544 woorden) In december 1999 werd een vergadering van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in Seattle verstoord door rellen. De politie gebruikte traangas, rubberkogels en pepperspray om de orde te herstellen. Ten slotte werden honderden betogers gearresteerd. De aanleiding tot de zogenaamde Battle of Seattle was een reeks zorgen over het verlies van banen, het milieu en sociaal onrecht. Maar om het simpel te zeggen: de demonstranten vreesden het effect van globalisering op mensen en op de planeet. Hun vrees is niet afgenomen. Sinds 1999 zijn de antiglobaliseringsdemonstraties groter en feller geworden. In sommige gevallen proberen wereldleiders hun topconferenties nu in geïsoleerde gebieden te houden waar het betogers niet zal meevallen om de gang van zaken te verstoren. Uiteraard ziet niet iedereen globalisering als een bedreiging. Hoewel sommigen globalisering veroordelen als de moeder van alle kwaad in de wereld, wordt ze door anderen toegejuicht als het wondermiddel voor de meeste wereldproblemen. “Globalisering” is de term die sommigen gebruiken om de groeiende onderlinge afhankelijkheid van mensen en landen aan te duiden. Het tempo waarin dat proces ruwweg verloopt, is het afgelopen decennium aanzienlijk versneld, grotendeels door de enorme vooruitgang in de technologie, die een revolutie heeft teweeggebracht in de communicatie. De toegang tot mensen en informatie is bijna overal ter wereld sneller, goedkoper en makkelijker geworden. In die periode zijn de vijandige blokken van de Koude Oorlog nagenoeg verdwenen, zijn handelsbarrières geheel of gedeeltelijk weggenomen, zijn de grootste financiële markten van de wereld geïntegreerd en is reizen goedkoper en gemakkelijker geworden. Die groeiende wereldwijde integratie heeft een hele reeks consequenties gehad – op economisch, politiek, cultureel en milieugebied. Helaas zijn sommige van die consequenties negatief. In het Human Development Report 1999 van de Verenigde Naties werd uitgelegd: “De levens van mensen overal ter wereld zijn dieper, intenser en rechtstreekser met elkaar verbonden dan ooit. Dat opent veel nieuwe mogelijkheden tot goede en slechte ontwikkelingen.” Het rapport wijst er eveneens op dat globalisering “een enorm potentieel biedt om in de 21ste eeuw de armoede uit te bannen.” De reden voor dit optimisme is de spectaculaire groei van de welvaart die de globalisering met zich heeft meegebracht. Wereldwijd gezien heeft het gemiddelde gezin nu een driemaal zo groot inkomen als vijftig jaar geleden. Critici wijzen er echter op dat gemiddelden - vooral mondiale* gemiddelden - misleidend zijn. In veel gebieden is het inkomen van gezinnen de afgelopen vijftig jaar helemaal niet gestegen, terwijl het loon van anderen nu een veelvoud is van dat van vijftig jaar geleden. Sommige analytici zien nog een voordeel van globalisering: ze denken dat landen daardoor minder geneigd zullen zijn oorlog te voeren. Door meer communicatie over en weer tussen mensen kan ook de solidariteit verbeterd worden. Enkele mensenrechtenorganisaties * mondiaal = de hele wereld betreffend
VI
VII
VIII
IX
X
XI
36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90
hebben de mogelijkheden van het Internet kunnen aanboren om hun zaak effectief te bevorderen. Zo werd het internationale verdrag van 1997 waarbij landmijnen werden verboden ten dele bereikt door het gebruik van e-mail om wereldwijd allerlei sympathiserende groepen te mobiliseren. Ondanks deze positieve resultaten vrezen mensen nog steeds dat de nadelige effecten van globalisering zwaarder wegen dan de voordelen ervan. De grootste reden tot bezorgdheid over globalisering is vermoedelijk de verdeling van de rijkdom die nooit erg eerlijk is geweest, maar door de economische globalisering is die kloof tussen rijk en arm verbreed. Het is waar dat enkele ontwikkelingslanden geprofiteerd blijken te hebben van hun integratie in de economie. Deskundigen voeren aan dat in de afgelopen tien jaar het aantal mensen dat in India onder de armoedegrens leeft, gedaald is van 39 tot 26 procent, en dat Azië in zijn geheel een dergelijke verbetering heeft beleefd. Uit een onderzoek blijkt dat in 1998 slechts 15 procent van de Oost-Aziatische bevolking van $1 per dag leefde, tegenover 27 procent tien jaar daarvoor. Het mondiale beeld is echter niet rooskleurig. In Afrika beneden de Sahara en in enkele minder ontwikkelde gebieden is het inkomen de afgelopen dertig jaar zelfs gedaald. “De internationale gemeenschap tolereert dat bijna drie miljard mensen – bijna de helft van de hele mensheid – moet leven van $2 of minder per dag in een ongekend rijke wereld”, verklaart Kofi Annan, de vorige secretaris-generaal van de VN. Terwijl de rijkdom ontegenzeglijk toegenomen is, is ze geconcentreerd geraakt in minder handen en minder landen. Het nettovermogen van de 200 rijkste mensen op aarde overtreft nu het totale inkomen van veertig procent van de wereldbevolking – meer dan 2,4 miljard mensen. En terwijl de lonen in rijke landen blijven stijgen, hebben tachtig straatarme landen in de afgelopen tien jaar in feite een daling van het gemiddelde inkomen gezien. Mensen tobben ook over hun baan. Zowel banen als inkomens zijn onzekerder geworden, doordat internationale fusies en felle concurrentie bedrijven ertoe dwingen hun werkzaamheden strakker aan te pakken. Het aannemen en ontslaan van werknemers op basis van de geldende marktbehoeften lijkt logisch voor een bedrijf dat erop uit is meer winst te maken, maar het ruïneert het leven van mensen. Met de globalisering van de geldmarkten heeft nog een destabiliserende factor zijn intrede gedaan. Het komt voor dat internationale investeerders grote bedragen aan ontwikkelingslanden lenen maar hun kapitaal later plotseling terugeisen als de economische vooruitzichten slechter worden. Gebeurt dit massaal, dan kan het ene land na het andere in een economische crisis raken. Door de monetaire crisis in Oost-Azië in 1998 verloren dertien miljoen mensen hun baan. In Indonesië bleek zelfs bij de werknemers die hun baan behielden de koopkracht van hun loon gehalveerd te zijn. De brede inkomenskloof tussen rijk en arm scheidt mensen en zelfs landen van elkaar. Niet lang geleden was het fortuin van de rijkste man in de Verenigde Staten groter dan het totale nettovermogen van ruim 100 miljoen van zijn landgenoten. De globalisering heeft ook de groei bevorderd van rijke multinationale ondernemingen die de wereldmarkt voor bepaalde producten vrijwel hebben overgenomen. In 1998 bijvoorbeeld beheersten slechts tien ondernemingen 86 procent van de telecommunicatiemarkt, die goed is voor € 295 miljard. De economische macht en invloed van deze multinationals overtreft vaak die van regeringen en, zoals Amnesty International onder de aandacht brengt, “mensenrechten en het arbeidsrecht staan niet hoog op hun agenda.” Mensenrechtenorganisaties maken zich begrijpelijkerwijs zorgen over de concentratie van de rijkdom in de handen van een bevoorrechte kleine minderheid. En dankzij de televisie weten de straatarmen 20 procent maar al te goed hoe hun rijke tegenhangers leven, terwijl zij nauwelijks kans zien om hun eigen lot te verbeteren. Het is duidelijk dat dit onrecht veel onrust en frustratie zaait. Nog een terrein van bezorgdheid betreft het botsen van culturen en de verbreiding van materialistische waarden. De uitwisseling van denkbeelden is een belangrijk onderdeel van de globalisering en niets symboliseert dit verschijnsel duidelijker dan het Internet. Helaas wordt het Internet niet alleen gebruikt voor verbreiding van nuttige informatie, cultuur en handel. Sommige websites promoten pornografie, racisme, gokken en nog veel meer andere negatieve elementen voor de samenlevingen. Op enkele wordt zelfs specifiek uiteengezet hoe je zelf een bom kunt maken. Op Internet heb je de mogelijkheden met een paar muisklikken binnen je bereik. En tot slot is een fundamentele reden tot bezorgdheid het milieu. De economische
91 92 93 XII 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 XIII 104 105 106 107 108 109 110 111 112 XIV 113 114 115 116 117 118 119
globalisering is gestimuleerd door marktkrachten die veel meer geïnteresseerd zijn in winsten dan in bescherming van de planeet. Binnen een decennium zal iedereen dan wel milieubewust zijn maar dan zal er niets meer over zijn om te verdedigen. Zoals veel menselijke projecten is ook globalisering zowel nuttig als schadelijk gebleken. Ze heeft sommigen economische voordelen gebracht en een tijdperk van mondiale communicatie ingeluid. Niettemin zijn de rijken en machtigen er meer bij gebaat dan de armen en behoeftigen. En allerlei criminelen hebben de voordelen van globalisering doeltreffender weten te benutten dan regeringen. Door de globalisering zijn de problemen die al in onze onvolmaakte wereld bestonden grotendeels verergerd. In plaats van een oplossing voor de moeilijkheden in de wereld te bieden, is globalisering een deel van het probleem geworden. De maatschappelijke verdeeldheid is groter geworden en de frustratie toegenomen. Overal ter wereld worstelen regeringen om zich de voordelen van de globalisering ten nutte te maken en tegelijk hun burgers tegen nadelige gevolgen ervan te beschermen. Zoals Kofi Annan al uiteenzette, zou de werkelijk geslaagde globalisering het leven verbeteren van elke bewoner van de global neighbourhood. Maar wat we de afgelopen jaren hebben gezien, voldoet lang niet aan dat ideaal. Mensenrechten en sociale billijkheid zijn ver achtergebleven bij de technische en materiële vooruitgang. Het voornaamste probleem is dat economische globalisering wordt ingegeven door de wens geld te verdienen. Het winstmotief houdt zelden rekening met de armen en de minder bevoorrechten of met de langetermijnbehoeften van de planeet. “Een ongereguleerde wereldeconomie gedomineerd door ondernemingen die geld als hun enige norm erkennen, is tegelijk instabiel en in feite verarmt de mensheid erdoor.” Het lijkt onwaarschijnlijk dat regeringen de wereldeconomie zullen kunnen reguleren op een manier waardoor aan de sociale gerechtigheid wordt voldaan. Tot dusver hebben regeringen met de oplossing van elk mondiaal probleem moeite gehad – of dat nu de wereldwijde criminaliteit, de opwarming van de aarde of de mondiale armoede is. “Er is collectieve actie nodig om de wereldbelangen te beschermen”, legt Annan uit, “maar in de huidige geglobaliseerde wereld zijn de mechanismen die ons voor mondiale actie ter beschikking staan nauwelijks meer dan embryonaal.”
5
1 Zie regel 2. “verstoord door rellen”. Wat was de reden hiervoor?
Zie regel 7-8. ... de antiglobaliseringsdemonstraties worden feller ... Ze worden feller, omdat
A B C D
de vergadering van de WTO het geweld van de politie bezorgdheid over de globalisatie de arrestatie van honderden betogers
2
A de vrees bestaat, dat ze hun conferenties in onbereikbare gebieden houden. B omdat men globalisering als een bedreiging blijft zien. C de bevolking geen geloof heeft in de wereldleiders. D de leiders niet overal welkom zijn.
Hier volgen twee beweringen uit alinea I: I
De Battle of Seattle is een bijnaam die de betogers aan de WTO gaven.
II De demonstratie was gericht tegen de WTO, de politie en de globalisering. A B C D
I is juist. II is juist. I en II zijn allebei juist. I en II zijn allebei onjuist.
6 Zie regel 16. “... een revolutie ...” Die revolutie is teweeggebracht door A B C D
de communicatie. de globalisatie. het tempo van het proces. de technologie.
7 3 Zie regel 7. Hun vrees is niet afgenomen.
Lees alinea III. Wat is niet juist over de globalisering?
Hun verwijst naar ...
Door globalisering
A B C D
A zijn mensen overal ter wereld gemakkelijker te bereiken. B is het reizen simpeler en goedkoper geworden. C zijn vijandige blokken van de Koude Oorlog aangewakkerd. D zijn obstakels voor de handelsmarkten weggenomen.
de politie de mensen op aarde de honderden betogers de demonstranten
4 Lees de beide beweringen en zeg of ze waar zijn. I
Alinea I en II horen bij elkaar en zouden samen één alinea kunnen vormen.
II Alinea I handelt over de Battle of Seattle, in alinea II is er sprake van verdeelde meningen. A B C D
I is juist. II is juist. I en II zijn allebei juist. I en II zijn allebei onjuist.
8 Lees alinea III en zeg of de beweringen waar zijn of niet. I
De afhankelijkheid van mensen onderling en die van landen wordt steeds groter.
II De alinea noemt voordelen van de globalisering. A B C D
I is juist. II is juist. I en II zijn allebei juist. I en II zijn allebei onjuist.
14
9 Zie regel 14. “... ruwweg ...” ; dit woord geeft aan
Lees de volgende twee zinnen:
A B C D
1. de zin van regel 35-37: “Enkele ... bevorderen.” 2. de zin van regel 37-39: “Zo werd ... mobiliseren.”
dat het tempo met geweld wordt versneld. hoe de globalisering in grote lijnen verloopt. de enorme vooruitgang in de technologie. de revolutie in de communicatie.
10 Zie regel 22-23. “Helaas zijn ... negatief”.
Bij deze twee zinnen gaat het om: A B C D
een bewering een voorbeeld een bewering een voorbeeld
Deze zin geeft de mening van: A B C D
de critici. de demonstranten. de VN. de schrijver.
15 Zie de ondertitel: “De hoop en de vrees”. Beide worden genoemd in
11 Zie regel 26-27: “ ... een enorm ... bannen”.
A B C D
Dit is een uitspraak van A B C D
WTO. het Human Development Report. critici. de schrijver.
De zin: “Helaas ... negatief” (regel 22-23) kan gekoppeld worden aan de zin “De levens ... ooit.” (23-25) “Dat opent ... ontwikkelingen.” (25-26) “In veel gebieden ... gestegen, ... (30-31) “... terwijl ... geleden.” (31-32)
13 Hoe kan je de inhoud van alinea IV het beste weergeven? A B C D
alinea I alinea III alinea VI alinea VIII
16
12
A B C D
+ een bewering + een bewering + een voorbeeld + een voorbeeld
de aanpak van globalisering de gevolgen van globalisering de kritiek op globalisering twijfels over globalisering
Welk verband bestaat er tussen alinea V en de eerste zin van alinea VI? A Er is sprake van een tegenstelling. B Ze vormen samen een opsomming. C In alinea V staan beweringen en in alinea VI voorbeelden daarvan. D Alinea V is een citaat is en VI geeft de voorbeelden.
17 Zie alinea VI. De alinea begint met de woorden: “De grootste reden tot bezorgdheid” (regel 42) De alinea bespreekt verder A B C D
alleen negatieve effecten in India. alleen negatieve effecten in Oost-Azië. positieve effecten in Azië. negatieve effecten in Azië.
22
18 Uit regel 44-48 kunnen we de volgende conclusie trekken: A Oost-Azië is meer vooruit gegaan dan India. B India is procentueel meer vooruitgegaan dan Oost-Azië. C India en Oost-Azië zijn op dezelfde voet vooruitgegaan. D Je kunt geen conclusie trekken, omdat je het aantal inwoners niet weet. 19
Zie de zin in regel 66-67. “Gebeurt ... raken”. Hoe komt het dat de ontwikkelingslanden in zo een crisis raken? Dat komt A doordat geldmarkten in problemen raken. B door geleend kapitaal dat niet volgens afspraak afgelost kan worden. C door onjuiste fusies die ze zijn aangegaan. D doordat investeerders hun geld onverwachts terugvorderen.
Hieronder staan twee beweringen over de regels 46-48. Zijn ze juist? I
1988: In Oost-Azië leeft 27% van de bevolking van $1 per dag.
II 1998: 85% van de bevolking leeft van meer dan $1 per dag. A B C D
I is juist. II is juist. I en II zijn allebei juist. I en II zijn allebei onjuist.
23 Zie de zin in regel 78: “Mensenrechtenorganisaties ... begrijpelijkerwijs”. Wat is zo begrijpelijk? A Dat ze hun stem laten horen. B Dat ze opkomen voor gelijke rechten van de mens. C De bezorgdheid over de invloed van televisie die onrust en frustratie zaait. D De bezorgdheid over de invloed van de multinationals en de ongelijke verdeling van de welvaart.
20 Welk verband bestaat er tussen alinea VI en VII? A Beide alinea’s gaan over bezorgdheid die er is. B Beide alinea’s geven voorbeelden van ontwikkelde landen. C Alinea VII noemt de gevolgen van alinea VI. D Ze vormen een tegenstelling met elkaar.
24 Waar zou alinea X het best kunnen staan? A B C D
na alinea IV na alinea V na alinea VII na alinea VIII
21 Zie alinea VII. Kofi Annan verklaart dat de internationale gemeenschap niet veel doet om verandering in de situatie te brengen. Uit welk zinsgedeelte kun je dat afleiden? A B C D
De internationale ... tolereert ... (regel 50) ... bijna ... mensheid ... (regel 51) ... moet leven ... dag ... (regel 51) ... in een ... wereld, ... (regel 52)
25 Als ik let op de woorden “ook” (regel 58), “nog” (regel 63) en “Nog” (regel 83), dan kan ik de volgende conclusie trekken: De alinea’s VI-XI vormen A B C D
een reeks voordelen. een opsomming. een soort herhaling. een combinatie van voor- en nadelen.
30
26 Wat is niet juist?
Vul het ontbrekende in. Zie alinea XII. Deze alinea geeft ... van het globaliseringsproces.
De tekst noemt als algemene voordelen van globalisering
A B C D
A B C D
oplossingen voor de problemen de voordelen de slechte gevolgen een voorstel over verbetering
31
27 Lees regel 116-119 Daar staat: “Er is collectieve actie nodig” , maar volgens Kofi Annan A is actie niet mogelijk. B zijn hulpmiddelen voor actie nog in een beginstadium. C beschikt men niet over voldoende hulpmiddelen. D heeft de wereld geen zin in bescherming.
verkleining van de kloof tussen arm en rijk. vermindering van oorlogen. verbetering van solidariteit. betere handelsvoorzieningen.
Wat is een positief gevolg van de globalisering? A het milieu wordt beter beschermd B grote toename van de welvaart over de hele wereld C kleinere maatschappelijke ongelijkheid D grotere communicatiemogelijkheden
32 28 Wat zou de aanleiding tot het schrijven van deze tekst kunnen zijn? A De WTO onder de aandacht brengen van het grote publiek. B Aandacht vestigen op de vergroting van problemen door globalisatie. C Het hardhandig optreden van de politie bij betoging. D Aandacht vestigen op de integratie van multinationals.
Lees de beweringen en zeg of ze juist zijn of niet. Ze staan in verband met de titel. I
De algemene gedachte die in deze tekst wordt uitgedrukt is pessimistisch en heeft te maken met vrees.
II Het slot van de tekst bevat evenwel een optimistische verwachting en drukt hoop uit. A B C D
29
I is juist. II is juist. I en II zijn allebei juist. I en II zijn allebei onjuist.
33
In deze tekst zijn verschillende meningen over globalisering verwerkt.
De kern van deze tekst loopt vanaf
Welke groep hieronder heeft zijn mening niet gegeven?
A B C D
A B C D
analytici critici regeringen mensenrechtenorganisaties
alinea II tot en met X. alinea II tot en met XII. alinea III tot en met X. alinea III tot en met XI.
35
34 Ik kan de kern in twee blokken verdelen. De scheiding valt na A B C D
alinea V alinea VI alinea VII alinea VIII
Zijn de beweringen hieronder juist zijn of niet? I
De inleiding van de tekst wordt gevormd door alinea I en II.
II Het slot wordt gevormd door de alinea’s XII tot en met XIV A B C D
I is juist. II is juist. I en II zijn allebei juist. I en II zijn allebei onjuist.