JAARVERSLAG 2012
Voorwoord Het is roerig in Hulpverlenings- en Welzijnsland. Nieuwe uitstroomprofielen, herdefiniëring van taken en functies, nieuwe protocollen en beslisbomen. Landelijk zijn de ontwikkelingen rond de transities in volle gang en is de onzekerheid merkbaar bij instellingen en gemeentes en niet in het minst bij de politiek. Afstemming regionaal vindt meer en meer plaats, maar de ervaring is dat het nodige onduidelijk blijft terwijl de data van invoering met rasse schreden dichterbij komen. Soms vindt er uitstel plaats, maar duidelijk is wel dat het doorgaat. De Vereniging Nederlandse Gemeenten, de MO Groep en andere grote organen beleggen studiedagen, symposia en congressen. Het aanbod is overweldigend. Ook binnen de gemeente Bunschoten wordt hard gewerkt aan de komende transities. Een van de centrale uitgangspunten: Lokaal wat LOKAAL kan. Dat past bij De Boei. De Boei is sterk overtuigd van een lokaal gericht en herkenbaar werk. Teveel is duidelijk geworden dat de grote schaal hulpverlening en welzijn onpersoonlijk, afstandelijk en vooral bureaucratisch maakt. Dat wil De Boei niet. Wij willen dichtbij mensen, dichtbij behoefte en vraag uitkomen. In alle dynamiek en soms hectiek van ontwikkelingen en meningen is dat de koers waarop De Boei steevast vaart. En daar geloven we in. Namens de Raad van Bestuur,
A. Rebergen, voorzitter
W. Kamphuis, lid
Jaarverslag 2012
1
Inleiding Verantwoording afleggen van wat wij als De Boei doen, hoort bij een transparante bedrijfsvoering. De Boei gaat uit van haar kernkwaliteiten o.a.: TOEGANKELIJK en AANWEZIG. Die toegankelijkheid willen we in alle geledingen van De Boei laten terugkeren. Toegankelijk voor de burger, voor de subsidieverstrekker, voor de eindafnemer, voor de leverancier, voor de vrijwilliger, de mantelzorger en voor de medewerkers zelf. Dat betekent ook dat er in 2013 kritisch gekeken wordt naar de manier van verslaglegging en de formulering van prestatieafspraken. Centrale vraag: wat willen we bereiken, wat willen we zien bewegen en veranderen in de maatschappij en hoe doen en verantwoorden we dat. Cijfers zeggen veel over de kwantiteit, maar weinig over de kwaliteit. Het jaarverslag (de MT rapportages) zal direct worden afgestemd met de prestatieafspraken, conform de velden binnen de Wmo.
Kenmerkend voor 2012 Welzijn Nieuwe Stijl De beeldvorming rond Welzijn en Hulpverlening is zich meer en meer gaan richten op de behoeften van de individuele burger. De burger staat centraal. We moeten ‘van verzorgingsstaat naar participatiestaat’. Uitgangspunt: iedereen moet meedoen. Dus ook meedoen aan het eigen welbevinden. Burgers moeten uitgaan van hun eigen kracht en de mogelijkheden die de directe omgeving (buurt, familie, vrienden) biedt om in dat welbevinden te voorzien. Niet uitgaan van het recht op een voorziening, maar uitgaan van eigen mogelijkheden en compenseren wat nodig is. Een prima gedachte, het geeft de verantwoording terug aan degene waar deze hoort. Het roept ons op naar elkaar om te zien en voor elkaar in staan. Het doet een beroep op onze vermogens ons eigen leven in te richten en die ander te ondersteunen in het hare/zijne. Ook een mooie uitdaging voor verengingen en kerken. In de praktijk van ons werk misschien wel wat lastiger. Waarom? Wij, als professional, moeten ook om in dat denken. We mogen niet meer uitgaan van onze deskundigheid en die inzetten voor wat wij goeddunken voor die ander, maar de ‘klant is koning’ en regeert. De klant voert de regie en de professional beeldhouwt en regisseert de zorg erom heen. Slechts in hoge uitzondering zal specialistische hulp worden ingezet. Tegelijkertijd is het niet nieuw voor ons. Juist in de hulpverlening en juist in het welzijnsdenken zit basaal de gedachte om de mogelijkheden van die ander aan te boren, te versterken en te bestendigen. Wel zullen we meer inzetten op vroeg signalering. Hoe zien we eerder wat er gaande is, hoe weten we eerder wat nodig en gewenst is en wat kunnen we preventief doen om erger te voorkomen. In deze visie zit ook iets dubbels. Er wordt te naïef uitgegaan van eigen kracht en eigen mogelijkheden. Er wordt te lichtvaardig omgesprongen met ‘systemen’ en mensen, die dermate beschadigd, kapot en misbruikt zijn waardoor er helemaal geen sprake is of kan zijn van eigen kracht. Mensen die schreeuwen om hulp of in nog ergere gevallen al helemaal niet meer kunnen of durven te schreeuwen. Die groep neemt toe, gezien de ontwikkelingen op het terrein van Huiselijk Geweld, schuldhulp - en verslavingsproblemen. En er dienen zich nieuwe kwetsbare groepen aan. Licht verstandelijk gehandicapten, psychiatrische patiënten en verzorgingsbehoeftige thuiswonende ouderen. Daarbij zijn er meer en meer mensen die bungelen aan de rand van een bestaansminimum met alle gevolgen van dien. De druk op mantelzorg is voor een aanzienlijk deel al veel te hoog en er zijn nog veel te weinig vrijwilligers die juist die ‘zorg’ kant kunnen ondersteunen. Kwetsbare groepen zijn juist gebaat bij een doortastende hand die wordt toegestoken.
Jaarverslag 2012
2
Het is dat evenwicht dat De Boei wil blijven bewaken. Niet weggooien wat goed was omwille van de verandering. Teveel ‘kinderen’ zijn al met het badwater weggespoeld. Dat willen we voorkomen. Houden wat goed is, verbeteren wat beter kan en innoveren wat nodig is. In 2012 is de tendens voortgezet met trainingen, veranderingen in de organisatie, ontwikkelen van nieuwe diensten en dit zal in de komende jaren worden doorgezet. Daarin heeft De Boei een eigen visie en die zal ze niet onder stoelen of banken steken. Die visie is gebaseerd op deskundigheid, jarenlange (lokale) ervaring en hart voor de zaak. Interne organisatie De Boei heeft een duidelijke interne structuur. Deze is grotendeels voortgekomen uit de twee organisaties die ten grondslag liggen aan De Boei. Een hulpverlenend deel (Algemeen Maatschappelijk Werk) en een welzijnsdeel (Welzijn Ouderen, Vrijwilligers en Mantelzorg). Deze zien we nog sterk terug in de huidige afdelingsstructuur. Samen met het personeel is in 2012 gewerkt aan een nieuwe, op de toekomst gerichte structuur. Met het Jongerenwerk is een nieuw beleidsplan opgesteld wat toewerkt naar een nieuw uitstroomprofiel gericht op de Jeugdzorgwerker, die in de nieuwe situatie, waarbij een deel van de Jeugdzorg in de gemeente zal komen te liggen, adequaat en deskundig kan handelen. Het Jongerenwerk is veel meer op straat zichtbaar geworden en zal blijven werken aan een nog grotere zicht- en merkbaarheid. Inzet: voorkomen van risicovol gedrag bij jongeren en risicovol, hinderlijk, overlast gevend gedrag van jongeren signaleren en, in samenwerking met de diensten binnen Openbare Orde en Veiligheid, aanpakken. Trainingen op het gebied van weerbaarheid, agressieregulatie, pestgedrag en verslavingen zijn in 2012 uitgebreid en meer en meer scholen doen een beroep op het Jongerenwerk om situaties op scholen aan te pakken of trainingen te verzorgen. In 2012 is duidelijk geworden dat het aantal mensen dat een beroep doet op het AMW structureel toeneemt. Met uitzondering van de maanden februari en mei zijn de aanmeldingen structureel hoger dan de 4 voorafgaande jaren. In totaal zijn er 375 nieuwe aanmeldingen geweest. In 2012 is ook gestart met een spreekuur op Eemdijk, om ook daar zichtbaarder te zijn. In 2013 zal deze dienstverlening worden geëvalueerd. Met de professionals is een traject gestart om de ontschotting vorm te geven. Een Breed MT, afdeling overstijgend, werkt aan nieuwe structuren en diensten en een denktank heeft alle ruimte om met nieuwe initiatieven te komen. Tegelijkertijd wordt de Klankbordgroep (vrijwilligers) geraadpleegd en is er directe verbintenis met de Wmo Raad om de afstemming met wat nodig is en geboden kan worden te optimaliseren. Stagiaires houden zich bezig met nieuwe vormen van hulpverlening en komen met een rapport over Internethulpverlening op basis waarvan De Boei nieuw beleid zal voeren. Binnen het CJG is het project van de herinrichting en digitalisering van de Netwerken bijna afgerond en is er een aanbod gerealiseerd bij verloskundigen om (aankomende) ouders met het CJG bekend te maken. Ook binnen de regio Eemland vindt er steeds meer afstemming plaats met de CJG’s en ontstaat er een gezamenlijke visie op de toekomst. Daarbij is een uitgebreide evaluatie in gang gezet van het functioneren van CJG. In 2012 is opnieuw gebleken dat de vraag voor Opvoedondersteuning ver uitstijgt boven datgene wat aangeboden kan worden. De goeie relatie met Peuterspeelzalen en Kinderdagverblijven en het Basisonderwijs werpt nadrukkelijk vruchten af en de doorverwijzing uit eerstelijnsvoorzieningen neemt toe. In 2012 ontving het CLIP de gemeenteprijs en ontving daarmee de eer die zij ook verdient. Ook in 2012 zetten enthousiaste vrijwilligers zich in om ruim 800 vragen op het terrein van belastingen, huur, schulden etc. op te vangen, te beantwoorden en door te verwijzen. In het kader van hulp- en klussendienst werden 90 mensen geholpen door vrijwilligers en nog eens 90 mensen door vrijwilligers geholpen met persoonsalarmering. Tevens zijn gesprekken gevoerd met Voedsel Focus Amersfoort (voedselbank) om afstemming tussen de eerste lijn en hen te verbeteren. De twee Jaarverslag 2012
3
Diaconale noodfondsen zijn samengevoegd tot een Diaconaal Interkerkelijk Noodfonds om zodoende nog beter te kunnen afstemmen en mensen te kunnen helpen. Ruim 500 bezoeken zijn afgelegd aan 75 plussers en het Alzheimer Café ontving bijna 300 gasten. Samen met de gemeente is gestart met de herinrichting van het Vrijwilligersbeleid. Met de wetenschap dat er in de (nabije) toekomst meer vraag zal zijn voor zorgvrijwilligers worden de beschikbare middelen daarvoor heroverwogen. In 2012 is de Beursvloer van start gegaan. Een laagdrempelig initiatief waarbij ondernemers, zorgaanbieders, banken etc. elkaar met een gesloten beurs diensten aanbieden. Met een waarde van € 51.000 werden er matches gemaakt. Een bemoedigende start om op door te bouwen. Het bovenstaande is zo maar een greep uit wat er is ontwikkeld en werd gerealiseerd. Dat er niet wordt stilgezeten, is wel duidelijk. Externe organisatie De Boei is niet zomaar een organisatie voor welzijn en hulpverlening. Wat De Boei kenmerkt, is haar aanwezigheid in de lokale gemeenschap. We geloven sterk in die herkenbaarheid van onze instelling en daarmee van onze medewerkers binnen die gemeenschap. Zien geeft vertrouwen en vertrouwen verlaagt de drempel om beroep te doen op ondersteuning en hulp. De Boei kan dat, in tegenstelling tot veel grotere en regionale partners, bieden. Outreachend werk, werk achter de voordeur, aanwezig zijn in het leven van mensen vraagt AANWEZIGHEID, VERTROUWEN en CONTINUITEIT. Dat kunnen wij bieden. We hebben mensen in dienst die bekend zijn met de burgers, met de dynamiek van de gemeenschap en met (collega’s uit) het netwerk van instellingen en organisaties. Onze medewerkers kennen mensen uit het verenigingsleven en uit kerken. Ontegenzeglijk nodig om achter de voordeur te kunnen komen. Samen met de IKOB is het Jongerenwerk aan de slag gegaan met de invulling van een nieuwe themabijeenkomst rond jongeren – seks – trouw. Met ’s Heerenloo wordt gewerkt aan de training van vrijwilligers en medewerkers rond signalering. Maar ook met de gemeente vindt structureel overleg plaats. Kwartaaloverleg rond CJG, transities, Jongerenwerk, Vrijwilligers en subsidies. Halfjaarlijks worden de Managementrapportages besproken en op bestuurlijk niveau vonden er gesprekken plaats rond beleid en toekomst. Er is nauw overleg met de HdsH uit Barneveld. Een soortgelijke organisatie in een soortgelijke dynamiek. Er is veel kennisuitwisseling op bestuurlijk niveau en producten worden samen ontwikkeld en geëvalueerd. Ook met Stichting De Binding (Wijk bij Duurstede) vinden regelmatig overleggen plaats. CJG’s in Barneveld, Veenendaal, Baarn, Soest, Leusden, Woudenberg, Amersfoort en Ede werden bezocht. Opvallend daarin is dat er een soortgelijke problematiek wordt gedeeld. De ‘spontane’ inloop is minimaal. Via telefoon, mail en website wordt het CJG wel gevonden. Gelukkig wordt ook ervaren dat de doorverwijzing vanuit de eerste lijn (artsen etc.) en de samenwerking met scholen positief ontwikkelt. Financiën Het jaar 2012 is afgesloten met een negatief resultaat van € 20.564,-. Dit bedrag is onttrokken aan de algemene reserve c.q. egalisatiereserve. Het negatieve resultaat heeft vooral te maken met het feit dat de gemeente Bunschoten in het kader van bezuinigingen het beschikbare subsidiebudget in 2012 heeft verlaagd met 5%. Terwijl de structurele lasten (loon- en huisvestingskosten) stijgen. Daarbij is al enige tijd de tendens door de gemeente ingezet om de beschikking van het voorafgaande jaar als uitgangspunt te nemen voor een nieuwe beschikking en niet de door De Boei opgestelde begroting.
Jaarverslag 2012
4
Tevens is conform de Algemene Subsidieverordening 2011 bepaald dat de som van de algemene reserve en de egalisatiereserve niet hoger mag zijn dan 10% van de structurele inkomsten per jaar. Overschrijdingen van de reserves zijn derhalve aangewend om het ontstane tekort op de begroting aan te vullen. Toekomst Wij willen als dynamische organisatie meebewegen met de ontwikkelingen in de samenleving zonder daarbij de grond onder onze voeten kwijt te raken. Zonder de verbinding met onze professie los te laten. Want: een professional is dat niet zomaar. Maatschappelijke Hulpverlening en Welzijnswerk is een vak wat zijn sporen in de loop van de jaren heeft verdiend. De Boei wil dit blijven ontwikkelen en versterken. We zien dat er weer gesproken wordt over ‘de burger’ in plaats van ‘de cliënt’. Dat bepaalt onze blikrichting. Het maakt voor ons opnieuw duidelijk waar wij ons als De Boei op richten: op alle burgers van de gemeente Bunschoten in het bijzonder en op burgers in het algemeen waarbij we merken dat ze gebruik willen maken van ons deskundige aanbod. Burgers die zoveel als mogelijk zelfstandig de regie over het eigen leven zouden moeten kunnen voeren. En als dat (tijdelijk) niet lukt of als die regievoering in het nauw dreigt te komen, zullen onze professionals tijdig signaleren, adviseren, inventariseren, zorg coördineren en initiëren, hulp bieden en verwijzen. Dat aanbod kan gericht zijn op het individu of op de groep, maar gaat uit van één gedachte: ER OP AF!
Jaarverslag 2012
5