Naar de school van de toekomst
1
Voorwoord Voor u ligt het Strategisch Beleidsplan 20112015 van Stichting Archipel. Dit beleidsplan is nadrukkelijk gericht op de toekomst en geeft een antwoord op de trends en ontwikkelingen die zich in de maatschappij voordoen en die gevolgen hebben voor onze scholen. Denk daarbij aan: meer werkende ouders, meer ICT, maatwerk voor kinderen, de positie van de leerkracht en de wensen van ouders. Het vorige beleidsplan (Strategisch Beleid 20072011) werd gemaakt in de periode vlak na de fusie van de openbare scholen in Brummen, Voorst en Zutphen tot de nieuwe Stichting Archipel. Het was een periode waarin de nieuwe organisatie nog vorm moest krijgen en waarin de lumpsum in het primair onderwijs werd ingevoerd. Dat beleidsplan bevatte dan ook veel elementen die een relatie hadden met deze ontwikkelingen. 2
3
Nu, in 2011, is de situatie aanzienlijk gewijzigd. Van de redelijk stabiele omstandigheden in 2007 is weinig meer over. Er is in toenemende mate sprake van bezuinigingen door de rijksoverheid, daarnaast heeft Archipel al enkele jaren te kampen met een teruglopend leerlingenaantal. De marges zijn daardoor bijzonder krap geworden. Toch kijken we vooruit en werken we aan ‘de school van de toekomst’. Een school die bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen, zodat ze straks succesvolle volwassenen zijn. Mensen die kritisch kunnen denken, goed kunnen samenwerken, creatief zijn, zichzelf kennen en oog hebben voor anderen. Met professionele medewerkers, moderne hulpmiddelen, maatwerk voor kinderen en samenwerking met verschillende organisaties willen we dit bereiken. Sjaak Scholten, Henk Mulder College van Bestuur
Inhoud Voorwoord Inhoud Zo kwam dit plan tot stand 7 Strategisch Beleid 2011-2015 9 Missie 9 Visie 9 Uitgangspunten 10 Doel 1 Onderwijs in de 21ste eeuw 11 Doel 2 Voorbereiding op vervolgonderwijs 11 Doel 3 Onderwijs is maatwerk 12 Doel 4 Doel- en opbrengstgericht werken 13 Doel 5 Goede band met ouders 14 Doel 6 Ontwikkeling tot eductief centrum 15 Doel 7 Positieve, klantvriendelijke sfeer 16 Doel 8 Financieel gezond 17
4
5
Trends & ontwikkelingen
19
Onderwijs in de 21ste eeuw 19 Maatschappelijke ontwikkelingen 20 Maatwerk voor ieder kind 20 Positie van de leerkracht 21 Resultaten en verantwoording 22 Financiën 23
Colofon
Zo kwam dit plan tot stand Bij de voorbereidingen van dit Strategische Beleidsplan werden zoveel mogelijk mensen uit verschillende geledingen van Archipel betrokken. In 2010 werd aan de schooldirecteuren gevraagd drie belangrijke ontwikkelpunten te noemen. Ook werden feitenmateriaal en trends & ontwikkelingen in de maatschappij onder de loep genomen (lees meer hierover vanaf pagina 19). Op basis van deze input formuleerde het College van Bestuur een aantal richtinggevende uitspraken. Op 17 november 2010 vond een conferentie plaats waar zo’n 50 mensen aan deelnamen. Zij gaven hun visie op de ontwikkeling van het nieuwe beleidsplan. Het was een zeer succesvolle en inspirerende bijeenkomst.
6
7
Het College van Bestuur heeft de uitkomsten van de conferentie, in samenwerking met de werkgroep Organisatieontwikkeling, omgezet in een concept Strategisch Beleidsplan. Vooraf was afgesproken dat het plan aan een aantal voorwaarden moest voldoen. Het moest kind- en onderwijsgericht zijn en vooral kort en kernachtig. Daarnaast ook doelen opbrengstgericht en inspelen op de toekomst. Verder diende er voldoende aandacht te zijn voor medewerkers, ouders en maatschappij. Begin 2011 werd het plan afgerond en goedgekeurd door de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) en de Raad van Toezicht. Daarna werd het in de organisatie verspreid. In deze uitgave leest u het resultaat.
Strategisch Beleid 2011-2015
8
9
Alle ideeën zijn samengevat in de volgende missie, visie en uitgangspunten en er zijn acht doelstellingen geformuleerd, voorzien van indicatoren die de doelstellingen concretiseren en bijdragen aan het behalen ervan. De uitvoering van het Strategisch Beleid is in handen van het College van Bestuur (CvB), de scholen, de werkgroepen en de stafmedewerkers. De scholen verwerken de doelstellingen in hun schoolplannen. Daarnaast kent Archipel diverse werkgroepen die bestaan uit schooldirecteuren, één lid van het CvB en soms een interne of externe adviseur. Dat kan een GMR-lid zijn, een deskundige leerkracht, een stafmedewerker of een externe deskundige. Plannen die door een werkgroep gemaakt worden, gaan soms terug naar het directieoverleg, soms naar de GMR en worden goedgekeurd door het CvB. Doordat in iedere werkgroep één van de leden van het CvB als adviseur zitting heeft, loopt die besluitvorming meestal vlot.
Missie De scholen van Archipel stimuleren kinderen zich te ontwikkelen tot succesvolle deelnemers aan de maatschappij van de toekomst. Visie Kinderen afkomstig van scholen van Archipel zijn succesvol in het vervolgonderwijs en in de maatschappij van de toekomst doordat zij: • gemotiveerd leren en kritisch denken • effectief communiceren • goed kunnen samenwerken • verantwoordelijke burgers zijn, met oog voor culturele verschillen • creatief zijn, en daarbij nieuwe technologie kunnen inzetten • flexibel zijn • inzicht hebben in de eigen persoon en zich kunnen inleven in de ander • gelukkig zijn
Uitgangspunten Wij gaan er vanuit dat: • alle kinderen kunnen leren, maar dat zij verschillen in capaciteiten, tempo en leerstijl. • hoge verwachtingen en een uitdagende, innovatieve, technologisch vooruitstrevende leeromgeving noodzakelijk zijn voor het leersucces van alle kinderen. • wij kinderen leren zelf de verantwoordelijkheid te nemen voor hun ontwikkeling en resultaten. • vertrouwen, wederzijds respect en open en eerlijke communicatie nodig zijn voor effectieve samenwerking. • bestuurlijke kaders nodig zijn zodat de scholen zich onderling vergelijkbaar en consistent ontwikkelen. • doelen SMART geformuleerd zijn. • regelmatige feedback vanuit ouders en omgeving verbetering ondersteunt.
Doel 1 De scholen van Archipel bieden onderwijs passend bij de 21ste eeuw, dat voldoet aan visie en uitgangspunten van de stichting. Indicatoren 1. Het schoolplan 2011-2015 bevat een beschrijving van de ontwikkeling die de school in de periode 2011-2015 zal doormaken. 2. Uiterlijk in 2015 zijn de scholen voorbereid op en in staat tot het bieden van 21ste eeuw onderwijs. 3. Uiterlijk in 2015 zijn de leerkrachten voorbereid op en in staat tot het bieden van 21ste eeuw onderwijs. 4. Het schoolplan 2011-2015 bevat een beschrijving van de rol die technologie (ICT) hierbij zal spelen. 5. Het schoolplan 2011-2015 bevat een beschrijving van de rol die de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen hierbij zal spelen. 10
11
1
Het College van Bestuur ziet erop toe dat het schoolplan van iedere school aansluit op het Strategisch Beleid van Archipel. De werkgroep Personeel zorgt ervoor dat er een scholingsplan ligt dat past bij het Strategisch Beleid. Hetzelfde geldt voor de werkgroep ICT: zij draagt zorg voor beleidsplan ICT in het kader van ‘onderwijs in de 21ste eeuw’.
Doel 2 Kinderen die de school na groep 8 verlaten zijn optimaal voorbereid op het vervolgonderwijs. Indicatoren 1. Alle kinderen verlaten de school in 2015 op minimaal het taal referentieniveau 1F. * 2. Zoveel mogelijk kinderen verlaten de school op taal referentieniveau 1S. * 3. Kinderen in groep 8 voldoen in 2015 aantoonbaar aan de in de visie genoemde criteria.
4. Kinderen in leerjaar 1 van het vervolgonderwijs zijn tevreden over de wijze waarop zij op het vervolgonderwijs zijn voorbereid.
2
Iedere school heeft haar eigen taalbeleid, toch werkt de werkgroep Taal/Lezen aan een Taalbeleidsplan. Dat plan wordt zo gemaakt dat iedere school het op haar eigen manier kan inzetten. Het Taalbeleidsplan geeft aan wat je als school minimaal moet doen en geeft richtlijnen maar het draagt ook suggesties aan en maakt gebruik van ervaringen van andere scholen. Zo hoeft niet iedereen het wiel opnieuw uit te vinden; een voordeel van samenwerken in één stichting.
* Het gewenste niveau van leerlingen, in elke fase van hun opleiding, is in referentieniveaus vastgelegd. Kijk op www.taalenrekenen.nl voor meer informatie.
3
Doel 3 Onderwijs op Archipelscholen is maatwerk, in het bijzonder na de invoering van passend onderwijs in 2012.
De werkgroep Passend Onderwijs en Excellentie schrijft een beleidsplan wat aansluit op de landelijke ontwikkelingen en de plannen van het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School (WSNS). De tevredenheid van kinderen en ouders wordt één keer per twee jaar gemeten door middel van een tevredenheidsonderzoek. Samen met de tevredenheid van medewerkers, de resultaten van de kinderen en kengetallen van bijvoorbeeld financiën wordt het kwaliteitsonderzoek Airview samengesteld. Airview geeft in één oogopslag een goed beeld van de situatie van de betreffende school.
Indicatoren 1. Ieder kind ontvangt passend onderwijs. 2. De scholen van Archipel staan open voor alle kinderen en verzorgen thuisnabij onderwijs. 3. Er is in 2012 afstemming met het speciaal onderwijs en met de samenwerkingsverbanden WSNS op welke wijze ondersteuning in het regulier onderwijs zal plaatsvinden. 4. Kinderen zijn tevreden over het geboden onderwijs; zij scoren gemiddeld minimaal 3,4 op een schaal van 4, bij het tevredenheidsonderzoek. 5. Ouders zijn tevreden over het geboden onderwijs; zij scoren op dit specifieke onderdeel gemiddeld minimaal 3,4 op een schaal van 4, bij het tevredenheidsonderzoek. 12
13
Doel 4 Bestuur, scholen, leerkrachten en leerlingen werken doel- en opbrengstgericht. Indicatoren 1. Scholen vallen vanaf 2012 allen onder het basisarrangement van de inspectie. 2. In 2015 beschrijven scholen, leerkrachten en leerlingen het onderwijs in termen van leerdoelen en –opbrengsten. 3. De opbrengsten voldoen minimaal aan de normen van de inspectie.
4
Als een school goed presteert, valt zij onder het basisarrangement van de inspectie en is er één keer per vier jaar controle. Word je als zwak beoordeeld, dan krijg je vaker controle en moet er gewerkt worden aan verbetering. Archipel wil dat voorkomen door zelf resultaatgerichte afspraken te maken en metingen te doen. Als je planmatig werkt, kan je niet ‘overvallen’ worden door slechte resultaten. De controle van de inspectie is controle in de verticale lijn. In de toekomst willen we ook naar ‘controle’ op horizontaal niveau: scholen visiteren elkaar, kijken bij elkaar ‘in de keuken’. Dat biedt ook mogelijkheden voor onderwijskundige uitwisseling.
Doel 5 Scholen van Archipel hebben een goede band met ouders.
Doel 6 Om de ontwikkeling van kinderen te optimaliseren groeien de Archipelscholen uit tot een educatief centrum of Sterrenschool.
Indicatoren 1. Ouders zijn tevreden over de school; zij scoren gemiddeld minimaal 3,4 op een schaal van 4, bij het tevredenheidsonderzoek. 2. Ouders worden betrokken bij beleidsontwikkelingen in school en bestuur. 3. Ouders worden betrokken bij activiteiten in de school. 4. Er zijn voldoende communicatiemogelijkheden, ook voor tweerichtingsverkeer.
Indicatoren 1. In 2015 zijn minimaal 5 Archipelscholen uitgegroeid tot een volwaardig educatief centrum/Sterrenschool. 2. In 2015 vertonen minimaal 10 andere Archipelscholen minimaal 2 van de 5 sterren van de Sterrenschool. 3. De overige scholen rapporteren in 2015 over de wijze waarop zij elementen van educatief centrum/Sterrenschool in de volgende planperiode kunnen implementeren. 4. In 2015 is een systeem ontwikkeld waarmee de meerwaarde van educatief centrum/ Sterrenschool kan worden bepaald.
5
Archipel hecht veel waarde aan de mening van ouders. Op alle scholen zijn veel ouders actief, bijvoorbeeld als hulp bij uitstapjes, activiteiten en evenementen. Ook zijn er ouders die zitting nemen in de medezeggenschapraad. We blijven proberen die band te verstevigen. Met de GMR willen wij bijvoorbeeld een klankbordgroep instellen om op zo’n manier met ouders in gesprek te gaan over het beleid. De werkgroep ICT heeft ook speciale aandacht voor de communicatie met ouders.
14
15
6
Scholen verschillen onderling. De ene school is al langer bezig met de ontwikkeling in de richting van het educatief centrum dan de andere. Maar op alle scholen is er behoefte aan samenwerking tussen onderwijs en opvang, die ontwikkeling gaat gewoon door. In een educatief centrum ga je een of meerdere stappen verder en is er sprake van inhoudelijke samenwerking. Zaken als: andere lestijden, schoolvakanties open of ouders die zelf vakanties kunnen kiezen, horen daar ook bij.
Doel 7 In alle scholen heerst een positieve, klantvriendelijke en op resultaten en samenwerking gerichte werksfeer. Indicatoren 1. Medewerkers zijn tevreden over hun werksituatie; zij scoren gemiddeld minimaal 3,4 op een schaal van 4, bij het tevredenheidsonderzoek. 2. Medewerkers zijn actief participant in een samenwerkend team. 3. Medewerkers hebben hoge verwachtingen van zichzelf, van hun leerlingen en van hun collega’s. 4. Medewerkers zijn hoog gekwalificeerd en dragen zorg voor regelmatige professionele ontwikkeling. 5. Medewerkers worden in de gelegenheid gesteld noodzakelijke scholing te volgen.
7
Doel 8 Archipel is financieel gezond; de beschikbare middelen worden efficiënt en effectief ingezet, uitgaande van het principe ‘geld volgt beleid’.
Archipel streeft naar een professionele ontwikkeling van haar medewerkers. Door scholing is er differentiatie in functies mogelijk, bijvoorbeeld taal- of rekencoördinator, taalspecialist, interne cultuurcoördinator (ICC’er), specialist op het gebied van handelingsgerichte procesdiagnostiek (HGPD’er), remedial teacher of intern begeleider (IB’er). Deze mogelijkheden kunnen stimulerend en motiverend werken waardoor medewerkers met meer plezier naar hun werk gaan en beter in hun team functioneren. De houding van medewerkers naar ‘de potentiële klant’ is ook belangrijk. De werkgroep Organisatieontwikkeling onderzoekt hoe de klantvriendelijkheid verbeterd kan worden.
Indicatoren 1. De jaarlijkse begroting is taakstellend. 2. De kengetallen voldoen aan landelijke benchmarks. 3. In 2015 beschikt Archipel over een in omvang beperkt, toekomstbestendig scholenbestand.
8
Door krimp in de regio, door teruglopende leerlingaantallen en bezuinigingen van de overheid is de druk op de begroting groot. De werkgroep Financiën en Beheer zorgt voor een sluitende begroting maar er zit weinig rek in. 85% van de kosten betreffen het personeel, een ander groot deel wordt door huisvesting opgeslokt. Er is dus weinig ruimte over.
16
17
Trends & ontwikkelingen In de maatschappij zijn allerlei trends en ontwikkelingen te bespeuren. Wij vinden het belangrijk dat je als school of als scholengroep rekening houdt met deze ontwikkelingen en goed afweegt of je er al dan niet op in wilt spelen. Zo ja, wat zijn dan de gevolgen voor het onderwijs dat je biedt? Tijdens de eerder genoemde conferentie passeerden diverse onderwerpen de revue. Hieronder leest u op welke manier de verschillende onderwerpen besproken zijn en welke conclusies Archipel daaruit getrokken heeft. Onderwijs in de 21ste eeuw De laatste decennia is er ontzettend veel veranderd in de maatschappij, ook op het gebied van onderwijs. Dat vraagt een andere aanpak en andere vaardigheden van de leerkracht. Maar ook van leerlingen worden andere dingen verwacht. Kinderen van nu zijn de volwassenen van 2030; 18
19
mensen die hun studie afgerond hebben, die aan het werk zijn, een gezin stichten, volop in het leven staan. Wat hebben zij nu nodig om dat straks te kunnen? Waar leiden we hen voor op? Lessen zoals we die van oudsher kennen -in keurige rijen in de klas, luisterend naar de juf of meesterkomen steeds minder vaak voor. Dat betekent niet dat basiskennis zoals rekenen, taal en lezen niet gegeven wordt maar de manier waarop verandert enorm. De lessen zijn meer individueel gericht, de kinderen werken vaker zelfstandig en het gebruik van technologie neemt toe. ICT en nieuwe media zijn de sleutel tot toekomstige ontwikkelingen in het onderwijs. De meeste kinderen groeien op met ICT en hebben thuis computers en andere digitale middelen tot hun beschikking. Deze middelen zijn ook in het onderwijs niet meer weg te denken. De volwassenen van de toekomst hebben naast (technologische) kennis ook behoefte
aan vaardigheden zoals samenwerken en zelfstandigheid: zelf oplossingen zoeken. Wij vinden het ook belangrijk kinderen te stimuleren zodat zij hun talenten ontwikkelen, niet alleen op cognitief maar ook op creatief gebied. Maatschappelijke ontwikkelingen Hier doelen we op een veranderd levensritme van ouders: ouders die beiden werken, arbeidsparticipatie van vrouwen, verhoging van de AOW-leeftijd waardoor opa’s en oma’s langer doorwerken en niet op de kleinkinderen kunnen passen. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor zowel onderwijs als kinderopvang. Er is behoefte aan maatwerk; afstemming van onderwijs en opvang, zodat arbeidsparticipatie voor beide ouders mogelijk is. Het integraal kindcentrum, de sterrenschool en, zoals wij het noemen, het educatief centrum spelen daarop in. Deze samenwerkingsverbanden bieden onderwijs, kinderopvang en naschoolse activiteiten aan, die zowel op praktisch als pedagogisch gebied op elkaar afgestemd zijn.
centraal. Dus niet kijken naar de problemen, maar naar de mogelijkheden. Toch kan het voor een school of voor de leerkracht zwaar zijn één of meer zorgleerlingen in de groep te hebben. Enige ondersteuning is wenselijk maar door de bezuinigingen o.a. op het rugzakbudget is daarvoor minder geld beschikbaar. Daar komt nog bij dat, door landelijk beleid, de regio van het samenwerkingsverband waaraan Archipel deelneemt groter is geworden, dat er door herverdeling van gelden minder geld voor deze regio beschikbaar is en dat de indicatiestelling verandert. Ook voor andere leerlingen, die niet tot de zorgleerlingen gerekend worden, is er behoefte aan maatwerk: afstemming van het onderwijs op de individuele ontwikkeling, het kiezen van eigen leerroutes en meer zelfsturing. Er zal meer gebruik gemaakt gaan worden van technologie en de rol van de leerkracht verschuift.
Vaak wordt er samengewerkt met diverse organisaties op het gebied van sport, cultuur en natuur en wordt het aanbod aangevuld met zorg en opvoedingsondersteuning. Een andere ontwikkeling die zowel onderwijs als opvang raakt is de wens om achterstanden te voorkomen. Er gaan stemmen op om de groep 2 tot 4-jarigen beter voor te bereiden op het basisonderwijs. Op diverse plaatsen zijn er proefprojecten gestart om deze kinderen een programma aan te bieden dat ervoor moet zorgen dat zij niet met een achterstand de basisschool binnenkomen. Hiervoor wordt veel samengewerkt met peuterspeelzalen en kinderopvang. In onze educatieve centra is er al veel aandacht voor de aansluiting van de peutergroep op de kleutergroep. Groepsleidsters en leerkrachten werken daarin nauw samen. Maatwerk voor ieder kind Passend onderwijs staat al enkele jaren op het programma. Bij passend onderwijs staan de kansen op de beste ontwikkeling voor elke zorgleerling
20
21
Positie van de leerkracht Al enige tijd is er meer aandacht voor de positie van de leerkracht. Het actieplan LeerKracht is daar een voorbeeld van. Daarin wordt o.a. gesteld dat het beroep van leraar weer een professie met aanzien moeten worden, dus compleet met een beroepsvereniging en register van leraren. Er is ook aandacht (en geld) voor scholing, bijvoorbeeld voor een hogere kwalificatie of specialisatie. En er is een betere beloning, bijvoorbeeld voor leerkrachten die extra opgeleid zijn en een voortrekkersrol vervullen binnen de school. Op dit moment volgen veel Archipelleerkrachten de opleiding Taal- en rekencoördinator. Deze opleiding geeft de aanzet tot meer doel- en opbrengstgericht gedrag, juist in de basisvakken. Wij willen binnen Archipel de professionaliteit van onze leerkrachten nog verder ontwikkelen. We stimuleren onze medewerkers zich te blijven ontwikkelen en verwachten van hen dat ze bijblijven op hun vakgebied.
Resultaten en verantwoording Doel- en opbrengstgericht werken is een belangrijk aandachtspunt in het (primair) onderwijs. In de brochure ‘Opbrengsten, maak er wat van’ stelt de Inspectie van het Onderwijs dat opbrengstgericht werken vooral zijn vruchten afwerpt wanneer het breed gedragen wordt; niet alleen door de leerkrachten en de directie, maar ook door het bestuur van de school. Ook Archipel is van mening dat doel- en opbrengstgericht werken in alle lagen van de organisatie doorgevoerd moet zijn. Voor leerkrachten is het belangrijk de doelen die ze willen behalen vooraf te stellen. Zo word je geen slaaf van de methode maar gebruik je uit de methode dat wat je nodig hebt. Opbrengstgerichte leerkrachten hebben hoge verwachtingen van leerlingen en stellen daarom ambitieuze doelen. Zo dragen zij bij aan betere prestaties. De resultaten van kinderen worden door middel van het leerlingvolgsysteem in kaart gebracht. Toch dienen toetsen niet alleen als resultaatmeting. Ze hebben voor de leerkracht ook een diagnostische functie:
Financiën Onze financiën zijn van afhankelijk van de leerlingaantallen. Maar, onze scholen zijn gevestigd in een krimpregio, we hebben te maken met dalende leerlingaantallen en door bezuinigingen van de overheid daalt ons budget. Het komt erop neer dat we meer moeten doen met minder.
Wat moet ik als leerkracht anders doen? Wat heeft het kind nog nodig? Opbrengstgerichte scholen hebben hun kwaliteitszorg goed op orde. Dit is van groot belang, want bijna alle elementen van de kwaliteitszorg hebben een positief effect op de leerresultaten. Daarnaast dient het schoolplan van iedere school doel- en opbrengstgericht te zijn. Ook het bestuur werkt doel- en opbrengstgericht. Dat wordt o.a. zichtbaar in dit Strategisch Beleidsplan. Daarnaast is het bestuur een actieve gesprekspartner van de scholen. Zo wordt met iedere school het schoolplan besproken en is er veel aandacht voor de resultaten van de tevredenheidsen kwaliteitsonderzoeken. Voor alle lagen in de organisatie geldt dat er sprake is van een kritische opstelling naar zichzelf en naar elkaar. Er is een open, proactieve houding naar ‘de klant’, dat wil zeggen dat er goed geluisterd wordt naar de behoeften van kinderen en de wensen van ouders. 22
23
Colofon Naar de school van de toekomst
is een uitgave van Stichting Archipel, Zutphen Redactie en vormgeving: Coppes & Communicatie, Zutphen december 2011
www.archipelprimair.nl
24