Jaarverslag 2011 : PROject in de toekomst
Na 4 jaar werken worden we medio anno 2011 geconfronteerd met de volgende vragen: Waar staan we ? en Waar willen we naartoe? Aanleiding hiervan was een crisisperiode in het voorjaar nav een melding bij het parket m.b.t. het ouderschap van een cliënte, het begeleiden onze eerste zwangere vrouw, een agressie-incident en een diefstal, een schorsing, … Maw: onze kleinschaligheid lijkt zijn werkzame aspect te verliezen door de cliëntgroei en we worden geconfronteerd met de problemen eigen aan een grote(re) organisatie. Verder merken we dat - eens het gebruik van de cliënt meer op de achtergrond komt – er op allerlei andere gebieden/levensdomeinen veel schade is berokkend/opgelopen. Constatering: de zwaarte van het werk op PROject is vergelijkbaar met die van het MSOC Antwerpen, maar is toch anders: bij ons weegt voornamelijk de intensiteit en intimiteit van de begeleidingen. Toekomst: kwantiteit of kwaliteit (= de altijd aanwezige vraag op het MSOC Antwerpen). Feiten: (Te) beperkte ruimte en het werkzame aspect van kleinschaligheid. Alarm/crisis -> wat nu? De crisis werd naar voldoening opgevolgd en na de evaluatie werd gestart met een structureel 14dagelijks intern overleg. Dit was na jaren van organische groei het noodzakelijke begin van een formaliseringsperiode (met als startpunt onze eerste jaarlijkse teamdag in de zomer, die als doel had PROject te evalueren met een blik op de toekomst). Wat is het ideale scenario naar de toekomst toe? Binnen de huidige FTE wordt het maandmaximum van 80 contacten ondertussen vaak overschreden Met 10% meer werkuren vanaf 1 september zitten we hiermee goed. Deze bijkomende uren geven tijd en ruimte om PROject blijvend (theoretisch en inhoudelijk) te verdiepen en te onderbouwen. Tot eind 2012 (dwz op korte en middellange termijn, gelijklopend aan de huidige werkmiddelen termijn), willen we een status quo behouden qua schaalgrote. Welke criteria dienen we te hanteren om status quo te blijven? - niet actief ronselen van cliënten, maar (adem)ruimte blijven behouden - de groepen actief (her)verdelen - een herverdeling van de uren Visie: We overlopen de huidige werking adhv het artikel ‘Genderspecifieke hulpverlening aan drugsverslaafde vrouwen’ (gepubliceerd in het vaktijdschrift ‘VERSLAVING’, tijdschrift over verslavingsproblematiek, 7e jaargang, nummer 1, 2011, pp. 73-82) en kijken tegelijkertijd naar de toekomst: Veiligheid en kleinschaligheid We willen onze kleinschaligheid bewaren door een spreiding van de groeps- en consultatiemomenten: we streven naar een maximum van 6 à 7 cliënten per groep (idealiter zijn dit er slechts 5). Begin maart 2012 wijzigen we mede daarom de openingsuren, analoog aan het MSOC Antwerpen. Een opdeling van de bestaande (2) medische consultaties in 3, zal o.i. de intensiteit van de – te lange
– consultatietijd op dinsdag (ttz van 14u30 tot 19u) verminderen en tegelijk meer (adem)ruimte scheppen dmv het creëren van een 3de groep. We werven een 2de arts voor de consultatie-uren op woensdag, zodat de continuïteit van de consultaties beter verzekerd is. Nieuwe openings- en consultatie uren: Di: 17 – 19u: medische consultatie en groepsmoment Wo: 9u30 – 11u30: medische consultatie en groepsmoment met aansluitend 11u30 – 12u30: wekelijks structureel intern overlegmoment 14u – 17u: individuele counseling en coaching Vri: 10u – 12u: individuele counseling en coaching 14 – 16u30: medische consultatie en groepsmoment Op deze manier benutten we ten volle ons potentieel en blijven we op elk dagdeel beschikbaar. Laagdrempeligheid Het profiel van de cliënt is breed, de openingsuren zijn beperkt (drempelverhogend). Ook het voor het eerst binnenkomen in een groep werkt drempelverhogend. We proberen vanaf heden de cliënten op een ‘gepaste’ manier te introduceren en voor te stellen in de groep. Een intake/eerste kennismaking plannen we daarom beter op individuele basis. Geen inloop voor ‘niet cliënten’, wel inloop voor cliënten ikv de individuele noden en passend binnen de betreffende groep(samenstelling). Voorbeeldgedrag & De vrouw en haar relaties We blijven activiteiten op de agenda plaatsen, komend jaar zal dit vooral een zomeraanbod zijn en een (moeder-kind) activiteit in elke schoolvakantie, een ad hoc activiteit behoort tot de mogelijkheid. Activiteiten geven situatie-gerelateerde informatie en werken integratie-bevorderend. We krijgen een groter inzicht in het algehele functioneren (zeer leerrijk) en kunnen een voorbeeldfunctie aannemen. Continuïteit in zorg(traject) Hierbij streven we een blijvend actief engagement na. Ook hier voelen we voor een ‘status quo’ mét verdieping/uitpuring. We willen PROject verder bekendmaken en sensibiliseren (om adhv vertalingen (diversiteit/internationaal), facebook, een ge-up-date en vriendelijke website. We schrijven eventueel een tweede artikel (deze keer internationaal), onderbouwd met de existentiële approach. PROject als holistisch zorgsysteem In de reguliere gezondheidszorg staat de ziekte of de aandoening centraal en niet de mens (verzakelijking). Dat zorgsysteem richt zich voornamelijk op symptoombestrijding. Vanuit een holistische benadering worden klachten in een breder kader geplaatst. De mens functioneert door een wisselwerking op 4 verschillende levensdomeinen. De oorsprong van klachten wordt daarom niet alleen vanuit de fysieke dimensie beschouwd, maar ook vanuit een sociale, psychische en spirituele dimensie (dewelke doorgaans in die volgorde in de aandacht komen tijdens de levensloop, en die onlosmakelijk met elkaar verweven zijn). Zo is er in de loop van een mensenleven vooreerst aandacht voor een gezonde fysieke ontwikkeling. Daarbij worden basisbehoeften zoals voeding, kleding, onderdak, materiële veiligheid en comfort (voldoende) tegemoet gekomen. Toegepast op PROject blijft de belangrijkste ingangspoort de
gespecialiseerde medische consultatie. Maar de fysieke dimensie gaat bvb ook over het aanwenden van materie om uitdrukking te geven aan intenties: de ruimte waarin de cliënten ontvangen worden is een verwelkomende en huiselijke omgeving en drukt respect voor privacy uit. Er mag ook een zekere gulheid (koffie en koekjes) en schoonheid aanwezig zijn. In de zorg voor de materiële vormgeving wordt er zo - zonder woorden en op een basaal niveau - gecommuniceerd en is er een respectvolle afstemming op de noden waarmee de cliënten zich in de hulpverlening aandienen. Vervolgens is het noodzakelijk voor de overleving van mensen dat ze omringd zijn door soortgenoten, in een zorgdragende sociale omgeving. De sociale dimensie gaat over iemands plaats in de samenleving, relaties met anderen, sociale rollen, verbonden zijn met een netwerk van medemensen. Bij kennismaking met de spelregels van dit sociale netwerk geldt vooral: ‘woorden wekken, voorbeelden strekken’: mensen leren meer van wat ze zien en ervaren, dan dat ze wijzer worden door een verbale uitleg (cfr. modeling). Dit impliceert tevens een duidelijke begrenzing! De sociale dimensie is nooit vrij van spanningsvelden. Zo krijgen we in deze dimensie als ‘gastvrouw’ vaak te maken met tegenstrijdige verwachtingen die resulteren in ‘rolconflicten’ of ‘rolverwarring’. Vooral afstand en nabijheid, rol & kader zijn hierbij belangrijke thema’s. Verder ontdekken mensen dat ze een eigenheid hebben, dat ze een individu zijn met specifieke karakteristieken, waardoor ze zich kunnen onderscheiden van anderen. Binnen deze psychische dimensie opteren we voor counseling en (life)coaching (psychosociale hulpverlening): dit houdt in dat we de cliënt gedurende (herhaalde) relatief korte periodes, hulp en begeleiding bieden, bij het ZELF oplossen van hun sociaal-psychologische problemen (deze kunnen allerlei levensvraagstukken omvatten zoals verslaving, administratieve vragen, relatieproblemen, opvoedingshulp/ondersteuning, … maw het (herhaald) helpen met het vaststellen en bereiken van persoonlijke doelstellingen, uitgaande van de sterke kanten van de cliënt, rekening houdend met hun sociale context en meedenkend vanuit hun referentiekader. Tenslotte kunnen mensen ervaren dat ze deel zijn van een groter geheel waaraan ze constructief willen bijdragen: de spirituele dimensie. Hieraan ontlenen ze vaak zingeving en waarden die hun eigenbelangen overstijgen. Zin = betekenis. Zingeving = betekenisgeving ic inhoud geven aan het leven (in’vulling’) dmv doelen stellen die het (zelf)vertrouwen doen stijgen, dat op zijn beurt zorgt voor een stijgend (zelf)respect. Zingeving bevordert Zin’herstel’ -> Healing of Helen (dit als ‘curing’ of het genezen van de (spreekwoordelijke) wond, niet meer tot de mogelijkheid behoort). ‘(Existentieel) welzijn’ toont zich als een evenwichtige ontwikkeling in en over deze vier dimensies van menselijk bestaan. Het onderscheiden van bovengenoemde dimensies vormt slechts een accent in het richten van de aandacht, omdat ze met mekaar verbonden zijn of elkaar overlappen. (Bron: Leijssen, Mia) Als hulpverlener zijn we elk vertegenwoordigd (hebben expertise) in één van deze domeinen: de arts staat in voor de fysieke dimensie; de verpleegkundige helpt mensen vaak sociaal-(administratief) verder en de psychologe heeft aandacht voor de psychische dimensie; samen hopen we een overstijgend spiritueel effect te sorteren (of hebben we nog nood aan een pastor)
Enkele Cijfers Het aantal lopende begeleidingen blijft het belangrijkste evaluatiecriterium. We zien opnieuw een grote groei. Waar we bij opstart tussen 15 en 20 vrouwen per maand bereikten, is het aantal cliëntcontacten ondertussen ruim verviervoudigd. Een overzicht: Aantal jaarlijkse contacten (conform de RIZIV conventie) sinds opstart1 Aantal contacten met verwanten
Periode
Aantal contacten met cliënten
September - december 2007
79
5
2008
454
116
2009
700
141
2010
800
173
2011
954
170
Opkomst in 2011
clientcontacten
Januari
56
6
Februari
72
9
Maart
92
18
April
77
11
Mei
95
25
Juni
93
12
Juli
92
17
Augustus
73
25
September
82
12
Oktober
76
7
November
75
10
December
71
18
JAARTOTAAL
954
170
1
Contacten met verwanten
Naast de reële contacten met vrouwen en hun omgeving zijn er ook veelvuldige telefonische – en sporadisch e-mail contacten/consultaties en – hulpverleningsgesprekken.
Gedurende het jaar 2011 had PROject contact met 53 verschillende cliënten (van 10 verschillende origines) en de hun omringende familie/sociale- en hulpverleningsnetwerken. Er meldden zich 10 nieuwe cliënten. 83% van onze cliënten is moeder. Interne Organisatie Formalisering en officialisering van de werking (met behoud van ruimte om te experimenteren) Documenten (sjablonen, stempel, afsprakenkaartjes, folders (ook vertalingen ikv diversiteit), website, begeleidingsovereenkomst, apothekerscontract, intake, informatie-aanvragen, dossiervorming,… Sturing en Coördinatie: Een continue (in)formele evaluatie en (bij)sturing gebeurt aan de hand van (zelf)bevraging, autokritiek en een tweewekelijks intern overleg, ondersteund door een structurele halfjaarlijkse stuurgroep. De (niet-hiërarchische) coördinator van PROject brengt 6 wekelijks verslag en verantwoording uit aan de directie. Vanaf dit jaar zal een jaarlijkse teamdag plaatsvinden. Externe supervisie wordt geïnstalleerd vanaf 2012 (8x/jaar gedurende 2u). Verder vormen bijscholing, literatuurstudie en de gesprekken met cliënten, een onophoudelijke voedingsbron. Statuut PROject is - administratief technisch - een onderdeel (antenne) van het MSOC Antwerpen. Tegelijk is het – inhoudelijk - een autonome werking (deelwerking) van Free Clinic vzw, bepaald door directie & stuurgroep. Financiering PROject werd gedurende de eerste twee werkingsjaren (1 juli 2007 – 30 juni 2009) gefinancierd door het Federaal Fonds ter bestrijding van de Verslavingen. Vanaf 1 juli 2009 werd er continuering voorzien vanuit de Stad Antwerpen.