Enkele overdenkingen na 35 jaar actief werken in en 55 jaar ervaring met de houtverwerkende sector Cees Dilweg Randoe Suriname N.V. Het Surinaamse Bos en zijn Hout Waarom hout? Of zoals vroeger op Moll’s zagerij, “Houdt U bij Hout” stond. Wel, omdat hout er altijd zijn zal. Mits we er op een verantwoorde manier mee om gaan is hout is een ’altijd aanwezige’ grondstof uit ‘hernieuwbare’ bron: ons bos als renewable resource ! Bij mijn tochten door de Caribische regio werd en word ik dan ook nog steeds geconfronteerd met hardhoutproducten waar Suriname “Caricom beroemd” mee werd. Vanwege wetenschap, vakmanschap, kunde en doorzettingsvermogen van LBB, Bruynzeel, Wijma, en tal van anderen is veel bekend over hout en de houtverwerking in Suriname. Monsanto, Busropan, de Vries, Vergo, Randoe en Peet, stuk voor stuk mensen en bedrijven die met hout eindproducten maakten en maken, geschoeid op industriële leest. Vooral Geurt Peet, als enige meester-meubelmaker in Suriname, had veel invloed binnen de Stichting Industriele ontwikkeling Suriname (SIOS), Randoe en natuurlijk zijn eigen bedrijf. Het wilde wel lukken met het werken met hout en de kansen ook, maar samenwerking ontbrak het aan op een echt Surinaamse wijze werd de weg naar samenwerking niet gevonden. Samen inkopen, scholing en dus kennisoverdracht ontbrak helemaal! Welke weg bewandelde men in de jaren ‘50 en ‘60 van de vorige eeuw met als gevolg onze beroemdheid in eigen regio en waarom de neergang in de jaren erna? Om dit proces goed te begrijpen laat ik de lezer eerst kennismaken met de technische aspecten van houtinkoop, -verwerking en meubelfabricage. Houtbeschrijving Om de dynamiek van planken te begrijpen dien je te weten hoe een boom groeit. De ankers zijn de wortels die de boom rechtop houden, diep de grond ingroeien en mineraal vocht absorberen. Dit sap wordt omhoog gezogen door de buitenste laag van het hout, het cambium dat net onder de schors zit, naar de bladeren waar het vocht verdampt. De bladeren absorberen kooldioxide en met behulp van de zon vormen zij die om tot voedingsstoffen. Dit proces kennen we als fotosynthese. Kenmerken van ons hout De cellen in het cambium transporteren de eerste jaren sap en daarna worden zij getransformeerd tot de “ruggengraat” van de boom. Het zijn eerst met elkaar verbonden buisjes die later verharden, als naar buiten toe nieuw cambium gevormd wordt, tot kernhout, waarin ook weer dwars, straalcellen om alles te voeden. De verhouding spint en kernhout blijft vrijwel het hele leven van de boom gelijk. In de kern kunnen delen afsterven en de boom doen sterven of vergroeiingen geven, die het hout zo karakteristiek maken. Niemand wil “spint” en dat maakt dat bomen netto voor meer dan 50% afval kunnen zijn. Samen met het water in de cellen komt dan per ton (1.000 kg.) nat hout slechts tussen de 100 tot 300 kilo bruikbaar hout bij de meubelmaker. Het voert te ver om nerf, nerftextuur, nerfconsistentie, nerfrichting en tekening te bespreken in dit kader. Wel zijn zij allemaal deel van de “gewildheid” of de functionaliteit van de planken die we uit de stammen hebben gezaagd.
1
Hoe droogt hout Gelukkig leeft hout niet meer nadat het gezaagd is, maar het werkt wel. Ook weer gelukkig, krimpt het niet noemenswaardig in de lengterichting, maar wel in de dikte en in de breedte, maar ook hier weer niet in gelijke mate. Het werken van het hout, of dat nu buigen, krimpen of zwellen is, komt door het aanpassen aan de omgeving waarin dat hout zich bevindt. Hout houdt zich namelijk consequent aan de biologie en de natuurkunde eigenschappen die het heeft, altijd! Weinig mensen weten dat al eeuwen lang bosbouwers met hun houtblokken in feite vooral veel water naar de zaagmolen dragen. Hout kan namelijk meer dan 100 % water bevatten t.o.v. het totaal gewicht en een gemiddelde stam van 3.500 kg. gemakkelijk 1½ ton ofwel 1.500 liter water. Voor het verder verwerken van het hout is dat water erg lastig. Hout moet daarom altijd eerst drogen voordat het, volgens norm, verder verwerkt kan worden. Vroeger zag je dan ook stapels hout staan naast het Saramaccadoorsteek kanaal, bij Bruynzeel en anderen. Vandaag de dag is dit een heel zeldzaam gezicht geworden. Hout buiten of afgedekt laten drogen in de wind (AD = Air Dry) is een kapitaalsintensieve handeling. Zeker als je bedenkt dat van dit hout slechts 40 tot 35 % benut kan worden voor genormeerde houtverwerking of meubelfabricage. Toch is het drogen van hout voor verdere verwerking noodzakelijk, waarbij AD drogen vaak zelf onvoldoende is. Het drogen in de buitenlucht wordt dan ook vaak gevolgd door het geforceerd drogen van hout in droogkamers (KD = Kiln Dry). Dit resulteert in het zogenaamde KD hout met een relatieve vochtigheidsgraad van 12 tot 8 %. In het vochtige Surinaamse klimaat komt de droging meestal niet onder de 16 tot 18 %. Krimp, sterkte en zwelling Nu krijgen wij kort met biologie en natuurkunde te maken en ook een beetje chemie voor de geïnteresseerde. Bruynzeel had, net als de anderen, bovenop de met stapellatten voor tussenruimte, om verdamping te bevorderen, gestapelde pakketten hout, zware gewichten. Eronder stond het hout op kolommen of neuten om de lucht onderaan af te voeren. Hiermede werd een relatief goedkoop natuurkundig, biologisch drogingproces op gang gebracht. De lucht speelt tussen de planken en neemt vocht in zich op, waardoor die lucht zwaarder wordt en omlaag zakt en onderaan weg kan, omdat het daar open is. Nieuwe lucht wordt “aangezogen” en het proces gaat dag en nacht, maar overdag sneller, door, tot het hout en de lucht een evenwicht ofwel “Equilibrium” hebben bereikt met de omgeving. In Suriname is het hout zo, afhankelijk van de houtsoort, op constructie doeleinden rijpheid, na 4 tot 7 maanden. De krimp zal dan bij bouwen minimaal zijn, de sterkte op redelijk niveau en zwelling ook weer minimaal zijn. En nog belangrijker, je werkt volgens de landelijke normen van het bouwbesluit. Bij een controle kan het ministerie van Openbare Werken bouwactiviteiten stopzetten bij een controle stopzetten, indien onder de norm met het aangewend hout wordt gewerkt. Nu wordt hout vaak “nat” uit de zagerij gezaagd, kletsnat getransporteerd, opgestapeld, en niet opgelat, waardoor het niet goed kan drogen en smoort, schimmelwerking krijgt en rot of op zijn minst zwakker blijft dan nodig. Bovendien gaat het bij gebruik krimpen, gemakkelijk rotten en is het hout, nat als het is, een lekkernij voor schimmels, zwammen, insecten en termieten. Een van de redenen waarom goed onderhouden pakketwoningen van Bruynzeel uit de jaren ‘50 en ’60 nu nog steeds staan in Suriname en op tal van de Eilanden is dat er gewerkt is met goed gedroogd hout. Het hout was met zorg verwerkt, gedroogd, eventueel kamergedroogd en dan geschaafd en daardoor dus ook veel sterker. Gedroogd hout kan meer dan 2 keer zo sterk worden op buig en breekkrachten door de verdichting die bij droging en kunstmatige droging optreed. Chemie
2
AD of “lucht gedroogd” hout, als bovenomschreven, is niet klaar voor binnengebruik of gebruik in “Air Conditioned” omstandigheden. Ruik je hout, dan is het nat en komen water met chemische houtbestanddelen nog vrij in de lucht. Hout dat nog naar hout ruikt, mits geen vernis of verf lucht, is te nat! Daarvoor moet het nog kamer gedroogd of kunstmatig gedroogd worden! Een nog zorgzamer proces waarvoor in Suriname in diverse sessies tientallen mensen werden opgeleid in de achter ons liggende jaren via de EU en haar Centre for Development of Enterprises (CDE). Of die “chemie” gewerkt heeft is onduidelijk, maar bij het drogen moet het hout in een, met een groot woord, hout laboratorium, in een oventje, haar nat en drooggewicht vastgesteld worden. Dit moet met elke partij of “batch” te drogen hout vrij nauwkeurig gebeuren waarbij de waarden, zonder de chemische bestanddelen van het hout aan te tasten, bepaald worden. Een kort maar erg belangrijk proces! Verhit men de chemische bestanddelen ook weg uit het hout dan is de meting van onwaarde, omdat men het water, liever nog, het vochtgehalte van het hout, naar een bepaald percentage wil brengen en niet natter, noch droger dan nodig. Is het te nat dan geeft lijmen en vernissen zeker problemen, bovendien zal het hout krimpen en lijmverbindingen gaan daardoor los of nog erger het hout zal scheuren. Bovendien trekt het schimmel en fungus aan die op hun beurt weer insecten aantrekken, die hout en doen rotten en het opvreten. Te droog of te snel gedroogd en men vermorst energie, het hout kan “versponzen” of te ver drogen, met onnodige krimp en droogscheuren tot gevolg. Bij gebruik zal het kunnen opzwellen waardoor er ernstige problemen met het hout zullen ontstaan. Bijgaand plaatje van gezwollen te droog hout voor de omgeving. De eis van de directie lag daar “te hoog”. Zwelt het in een vochtiger omgeving of klimaat op dan dat waarin het gefabriceerd is, dan vallen de samengestelde delen snel weer uit elkaar in losse delen door de krimp of zwelkrachten, die onherroepelijk ontstaan. Zo wordt goedkoop duurkoop. Schadelijke stoffen Bij het verwerken van hout zijn er schadelijke stoffen in het hout die vrijkomen bij zagen, schaven en verdere verwerking. De deskundige en de ervaringsdeskundigen weten welke stoffen en chemische bestanddelen irriteren. Kwasibita zagen en schuren is een voorbeeld van irriterende stoffen in hout. Na “sealen” met lak of verfstoffen is de toplaag vergrendeld en heeft de consument, bij het juiste relatieve vochtpercentage, er geen last van. Nogmaals, hout dat je ruikt, is niet geschikt voor binnengebruik, want het is te nat en dampt water en chemische bestanddelen uit. De houtkap Er is reeds in diverse publicaties geschreven over concessies en duurzame houtkap en wij gaan er dan ook vanuit dat dit toen en nu goed gemonitored blijft en niet wishful thinking is. Het houtkap gebeuren zal, anders dan vroeger, een duurzaam karakter moeten hebben, zodat hout voor altoos te verkrijgen is en roofbouw, zoals o.a. op Virola, (dat trouwens ook veel verbrandde, in de jaren ‘60 door zwampbranden in het droge veen) voor tri-, en multiplex en Bruinhart voor palen, waardoor die bomen niet uit konden groeien tot volle wasdom en zeer schaars zijn geworden. Duidelijk is dan ook dat voor de prospector en de bomen selectie van de te kappen stammen landschap en machinekennis noodzakelijk is om te weten wat voor opstanden aan hout men kan verwachten in ons zeer heterogene bos. Er kunnen van een bepaalde houtsoort soms, en dat is biologisch natuurlijk, 3 of 4 bomen van die houtsoort, op een hectare staan. Het tropenbos staat vol bomen, maar niet vol bomen van een bruikbare, laat staan van één zelfde soort. Niet elk landschap leent zich voor elk type trekker of skidder en houtloaders en trucks, waardoor er verschillende manieren van uitsleep en transport zijn om zodoende bodemcompactie en erosie te voorkomen in de dunne tropenbos “topsoil”. Het zorgvuldig laden van de vrachtauto’s om de veiligheid en de vernietiging van wegen te voorkomen was en is altijd, breed sociaal, actueel.
3
De houtzagerij Een houtzagerij is weer een aparte discipline binnen het houtgebeuren, dat een speciaal eigen artikel waard is. In het kort komt het erop naar dat elke houtzagerij een schone en gedisciplineerde indruk dient te maken. Een smerig ziekenhuis duidt op slechte leiding en niet voorbeeldige zorg, net zoals een vieze kazerne, duidt op een slechte discipline. Oud heeft per definitie niets te maken met slecht onderhoud of verwaarlozing. Het product uit een schone omgeving is veel beter dan dat uit een vuile opslag of slecht onderhouden werkplaats of fabriek.
Blokkennis bij het zagen Kort gezegd; hoe de spanning uit het blok te zagen en hoe de mooiste en meest rendabele zaagwijze te plegen. Door ervaring zien wat de beste zaagwijze is van een aangeboden blok hout. Zaagkennis Raamzagen die alleen “dosse” zagen of bandzagen die makkelijk of minder makkelijk het blok “omgooien” waardoor geheel “dosse”, gewoon, radiaal, kwartiers of biljet-gezaagd kan worden, ten slotte kan ook gekozen worden voor het wat duurdere zagen voor maximaal radiaal oppervlak. Sawdoctors De mensen die de zagen beheren, opspannen, slijpen of opnieuw vertanden. De kwaliteit van het gezaagde hout ligt bij hun betrokkenheid en bij de staat waarin de machines verkeren die dat slijp en laswerk moeten doen. Het belangrijke werk dat zij doen heeft ook met de veiligheid van de operatie te maken. Nauwkeurigheid en constante werkwijze met schone, goed onderhouden machines is noodzakelijk om goede kwaliteit te hebben en te houden. Voor- en na opslag Telkens is de voor- en na opslag van de stam en het gezaagde hout van groot belang om aan de eerder omschreven kwaliteit van het hout te blijven werken. Het gebrek hieraan maakt dat veel houthandelaren ervoor kiezen om rondhout te verschepen en de werkgelegenheid en deskundigheid daar te houden. Hiermede het bronland een ontwikkeling onthoudend of omdat het bronland de interesse, die meer investering kost in mens, materiaal, gebouwen en machines niet wil of kan stimuleren. Kort, nog voor de volledigheid, de volgende zeer belangrijke voor zich sprekende zaken. Hygiëne en hout Hout gaat rotten en trekt insecten aan als het nat is, net als een hamburger met cola, mensen. Droog is het als droge beschuit eten en krijgen schimmels en insecten geen natte smering erbij, dus laten zij het staan en gaan opzoek naar natter hout. Overigens is hygiëne in huis ook van doorslaggevend belang voor kwaliteitsresultaat. Te vaak wordt gedacht dat het weten ook maakt dat het gebeurt. Niets is minder waar, dan dat het een levenslang durende controle op disciplinair handhaven van hygiëne en zorg voor schoonheid en kwaliteit blijft! Handel en opslag in gezaagd hout De handel gooit maar al te vaak het hout op een hoop en geeft daarmee onbewust te kennen dat het hout geen waarde heeft, sterker nog het hout wordt al liggend steeds minder waard, want het deformeert door vocht, schimmel en insecten op de plek waar het ligt. Nog sneller als het “gewoon” in het zand vol met allerlei kansen op aantasting ligt! Het is onbegrijpelijk dat bij zo veel ondernemingen het hout ligt te vergaan voor het verwerkt wordt door onwetendheid of veel erger niet willen weten, dat iets meer aandacht kwaliteit betekent voor het eindproduct.
4
De houtverwerking De groeiwijze “maakt het hout”. De nerfrichting, de zaagwijze, alsmede de droging zorgen voor vormvastheid. De planken moeten recht geschaafd worden en dat kan alleen door, na goede droging, goed te vlakken. De vlakke planken kunnen daarna door elke machine op vorm gebracht worden. Niet gevlakte planken zijn meestal “heel even krom” en als er niet “gevlakt” wordt weet elke houtboer, dat elke bewerking daarna de kromheid door laat blijven bestaan. Is het hout niet goed droog dan kan het ook daarna nog krom trekken op vier manieren: scheuren, komvormig, bolvormig of als een propeller gebogen. Dit kan sterk of nauwelijks waarneembaar zijn, maar het maakt wel de verbindingen of het oppervlak minder degelijk. Houtkennis Weten van en over hout komt met de jaren. Een leergierig mens kan er trouwens zijn hele leven mee bezig zijn en ontdekt dan steeds lang niet alles te weten over hout. Herkenning van hout en determineren zijn twee verschillende zaken. Ceder en witte ceder en Don ceder van elkaar onderscheiden is ervaring maar ook kennis. De leek zal het nooit zien. Het vertrouwen is op de leverancier gesteld en die dient wel te weten wat hij of zij aanbied. Verwerkingskennis Waneer is het vlak en recht en goed droog? Wanneer is het kwartier, dosse, wardraad of rustig of “nerveus” hout? Nerveus een uitdrukking voor hout dat onmiddellijk reageert op omgevingsveranderingen door te “trekken”. Welke houtsoort is bij welke relatieve vochtigheidsgraad wel of niet te verven of te vernissen. Normering Normen volgens Caricom regulering komen eraan en normen hebben in het bouwbesluit altijd al bestaan. Houden wij ons eraan of is het voor het nageslacht en niet voor “ons”. Duurzaam “GROEN” en milieu vriendelijk komen niet uit de lucht vallen maar is een langzaam proces.
ENKELE CONCLUSIES In tegenstelling tot overige grondstoffen is hout een uniek product. Hout lééft en is daarmee de enige grondstof die we oneindig kunnen oogsten vanuit een zichzelf steeds weer vernieuwende natuurlijke hulpbron, het bos, mits we dit op een verantwoorde en duurzame wijze exploiteren. Echter, juist omdat hout lééft is het een materiaal met bijzondere en soort-specifieke eigenschappen. Werken met hout vereist dan ook veel vakmanschap en ervaring. Slechts enkelen hiervan zijn genoemd in dit artikel. Over de 55 jaar erin, en de 35 jaar ermee werkend, valt natuurlijk nog veel meer te schrijven. Echter, nog meer schrijven zal niet alleen de omvang van dit artikel te buiten gaan, ook zal het ons verlies aan houtvakmanschap verder bevestigen. Houtvakmanschap en ervaring, welke in het Suriname van vandaag zeldzaam zijn geworden. Hoe komt het toch dat ons Surinaamse hout haar eens zo prominente positie in de regio is verloren? Wat ging er mis? Zoals in dit artikel beschreven, hebben veranderende inzichten en technische ontwikkelingen rondom houtoogst, transport, opslag, drogen en verwerking zich in rap tempo opgevolgd. Suriname heeft hiervan onvoldoende kunnen profiteren. Terwijl dit voor een belangrijk deel te verklaren is door een gebrek aan grondstof, hout, ten tijde van de binnenlandse onrust, hebben we die periode (tot 1994) inmiddels toch alweer ver achter ons gelaten. Waarom is het ons niet gelukt om in de 15 jaren (na 1995) onze leidende positie in de regio weer te heroveren?
5
Ik denk dat één van de belangrijkste redenen hiervan is dat het herstel van de houtsector zich vanaf het midden van de jaren ’90 vooral heeft gericht op de ‘grootschalige’ oogst van rondhout. Suriname had behoefte aan ‘snel en gemakkelijk’ geld verdienen, liefst dollars. De toenmalige regering zag hiertoe mogelijkheden middels het uitgeven van grote houtkapvergunning (concessies) aan van origine Aziatische houtkapbedrijven. Zij richtten zich volledig op de oogst en export van rondhout. Gedachte hierachter was dat dit ‘snelle geld’ niet kon worden verdiend door de Surinaamse houtindustrie, zij misten immers het kapitaal voor spoedig herstel van hun bedrijvigheid en infrastructuur. Echter, niet alleen werden hiermee de ‘eigen’ Surinaamse houtoogst bedrijven buiten spel gezet maar ook de volledige houtverwerkende bedrijven. Gevolg van dit gevoerde beleid is dat veel kennis en kunde van hout verloren zijn gegaan waardoor niet alleen het Surinaamse vakmanschap is verdwenen, maar waardoor ons hout ook z’n leidende positie kwijt is geraakt in de Caribische regio ….. en herstel is nog niet in zicht. Natuurlijk zijn er initiatieven van zowel individuele bedrijven als organisaties, zoals het eerder genoemde CDE, gericht op het herstel van vakmanschap binnen de sector. Maar dergelijke initiatieven zijn absoluut onvoldoende en slechts ‘een druppel op een gloeiende plaat’ als niet gelijktijdig het overheid beleid de houtsector steunt in haar herstel. Nu de Caribische regio samenwerkt in de Caricom Single Market Economy (CSME) zou Suriname zich weer zonder handelsbelemmeringen de positie moeten kunnen verwerven die zij eens had als hét ‘houtland’ in de regio. Bos en hout zijn er immers nog steeds ……Waar een wil is, is een weg! Wel kan geconcludeerd worden dat de houtsector telkens onvoldoende kan scoren doordat de “knowhow” te sporadisch voorkomt, de techniek beter aangestuurd kan en zou moeten worden, maar dat geldt eigenlijk voor veel sectoren. Als het wel kon in de tijd van Bruynzeel, Wijma en vele anderen, die Suriname in, wat nu de Caricom heet, de beste naam op houtgebied wisten te geven, zal nu met incentives aan deze sector de export weer opgang moeten zijn te krijgen want het is een “renewable” grondstof en niet zoals goud, olie en bauxiet een eindige delfstof. In Europa en de VS is hout goud. Waarom? Het is mooi, het zal er altijd zijn, maar vereist houttechnologie en deskundigheid. Doorzettingsvermogen en geen hossel mentaliteit. Azië en Afrika zijn bijna leeg gezaagd! Zuid Amerika kan de wereld niet van stammen maar van producten voorzien, gemaakt van hout, waarvan de meerwaarde hier eraan kan en moet worden toegevoegd, zoals dat al decennia eerder gebeurde. Het gebeurde in de schaduw van delfstoffen en aardolie, maar met enige goede wil zal het nu wel weer moeten en kunnen. Dat kan de hosselaar te lang duren, maar de planologen en duurzame werkers, met een serieuze instelling, zullen er, zoals ook nu het geval is honderden jaren lang mee kunnen werken op een winstgevende wijze. BSH bestond 50 jaar. Randoe nu al bijna 10 jaar langer en met volharding is het een bron van werk en inkomsten voor onafzienbare tijd.
Weer.....Waar een wil is, moet toch ook een weg zijn?
6