MUSEUM JAN CUNEN JAARVERSLAG 2011
2
INHOUD
Voorwoord 1 Collectie 1.1 Depot 1.2 Collectieonline.nl 1.3 Aanwinsten 1.4 Bruiklenen 2 Publieksbereik 2.1 Tentoonstellingen & Educatie 2.2 Overige educatieve activiteiten
6 6 7 8 15
17 18 56
3 Marketing & Communicatie 59 3.1 Digitale communicatie 60 3.2 Grafische richtlijnen 62 3.3 Pers 63 3.4 Communicatiemiddelen per tentoonstelling 64 3.5 Conclusie en aanbevelingen 66 4 Bijlagen 67 4.1 Personeelssamenstelling 67 4.2 Adviescommissie 67 4.3 Stichting Vrienden Museum Jan Cunen 68 4.4 Bezoekersaantallen 69
Colofon 70
3
4
Voorwoord
2011 was een opmerkelijk jaar. Aan de ene kant was Museum Jan Cunen in de media zichtbaarder dan ooit, vooral door het project van de Duitse kunstenaar Ottmar Hörl, waarin 150 gouden ossenkoppen het centrum van Oss sierden. Aan de andere kant noopte de economische crisis en de daaruit voortvloeiende bezuinigingen van de Gemeente Oss, het museum een aantal bezuinigingsmaatregelen te nemen. De verhuizing van het museum naar het Bergossterrein werd in de ijskast gezet, de gratis zondagmiddagrondleidingen zijn geschrapt en in de programmering en begroting voor de komende jaren is het mes gezet. In dit kader is ook begonnen met het treffen van voorbereidingen voor het heffen van entree en het voeren van de Museumkaart vanaf 2012.
2011 was ook het jaar waarin de laatste tranche van ‘het miljoen’ - de meerjarige subsidie van de Provincie Noord-Brabant - werd uitgekeerd. Een groot aantal projecten werd afgerond en verschillende projectmedewerkers die op tijdelijke basis voor het museum werkten, vonden vaste banen buiten het museum. Sommige projecten bleken zo succesvol, dat is besloten hiermee door te gaan. Een voorbeeld is collectieonline.nl, de website van Museum Jan Cunen en Stadsarchief Oss, waarin een steeds groter deel van de collectie virtueel wordt ontsloten.
zelf onthuld op de dag van zijn aftreden en het hangt nu in de galerij met burgemeestersportretten tegen over de raadzaal in het gemeentehuis van Oss. Bij de portretten zijn QR-codes geplaatst die verwijzen naar de betreffende teksten in collectieonline.nl. In 2011 heeft Museum Jan Cunen meegewerkt aan het landelijke project Museale Verwervingen van de Nederlandse Museumvereniging. Het doel van het project was om de herkomst van objecten verworven in de periode voorafgaand, tijdens en direct na de Tweede Wereld Oorlog na te gaan, om mogelijke verdacht bezit op te sporen. Naar het zich laat aanzien, is de Osse collectie rechtmatig verkregen.
Op het gebied van collectiebehoud en -beheer konden in 2011 de beide calamiteiten uit 2009 en 2010 naar volle tevredenheid worden afgerond. Het depot, waarvan de beveiliging op alle gebieden is geoptimaliseerd, is gereed gemaakt voor de terugkeer van de volledige collectie in 2012. De collectie is in de loop van het jaar aangevuld met maar liefst 18 objecten, waaronder twee negentiende-eeuwse stillevens van Piet Meiners en prachtige foto’s van Scheltens & Abbenes en Henk Wildschut, die tevens een portret van burgemeester Herman Klitsie maakte. Het portret werd door Herman Klitsie
Met de Social Media is een goede start gemaakt. Op Facebook en LinkedIn is Museum Jan Cunen zeer actief, Twitter slaat minder aan bij de museummedewerkers. De tentoonstellingen werden dit jaar ook zeer positief besproken in de pers, waarbij vooral de tentoonstellingen Betoverende landschappen en Made in Oss veel aandacht kregen. Een van de hoogtepunten van dit jaar was de aanwezigheid van de Ambassadeur
van de Verenigde Staten en die van Jan Marijnissen en Jan van Loon bij de uitbundige opening van deze tentoonstelling die een samenwerking betrof tussen Museum Jan Cunen en het Stadsarchief . Het museum werd ook dit verslagjaar ondersteund door de Adviescommissie van Museum Jan Cunen en Stichting Vriendenkring Museum Jan Cunen. Museum Jan Cunen en het Stadsarchief werden gezamenlijk bezocht door ruim 33.000 bezoekers, die gebruik konden maken van het vernieuwde museumcafé. Hierna volgt het Inhoudelijk Jaarverslag 2011 van Museum Jan Cunen en het Stadsarchief in 2 losse delen. Omdat museum en stadsarchief integraal deel uitmaken van de Dienst Gemeentebedrijven van de Gemeente Oss en ze derhalve geen eigen jaarrekening kennen, verwijzen we voor de financiën naar het jaarverslag van de Gemeente Oss. Nicolette Bartelink directeur
5
1 COLLECTIE
Museum Jan Cunen beheert een rijke en gevarieerde collectie beeldende kunst van de 19de eeuw tot heden, met uitzondering van de periode van het interbellum. De hedendaagse kunst is vooral vanaf de jaren ’80 van de 20ste eeuw tot nu goed vertegenwoordigd. De collectie streekhistorische objecten is ondergebracht in het Stadsarchief Oss, waar zich uiteraard veel archivalia en documentatie over de regio bevindt. De kern van de collectie werd door stadsarchivaris Jan Cunen (1884-1940) bijeengebracht. Vanaf het begin van de jaren ’30 van de 20ste eeuw verzamelde hij onder meer portretten van Osse industriëlen en burgemeesters, religieuze objecten en klederdrachten. De bodemvondsten die in 1933 werden opgegraven op de Osse Hei,
1.1 Depot
Vanwege de verbouwing van het gemeentehuis werd in 2007 het kunstdepot in de kelder van het gemeentehuis, geheel ontruimd. De collectie werd extern, in een goed beveiligd kunstdepot opslagen. In november 2009 werd een deel van de schilderijencollectie in dat externe depot door aanzienlijke lekkage getroffen. Gezien de omvang van de calamiteit is de schade gelukkig tot een minimum beperkt gebleven en zijn in 2011 de laatste restauraties uitgevoerd. Van alle meer dan 200 getroffen objecten is uiteindelijk slechts 1 object, een lithografie van Carel Willink, total loss verklaard. De zorgvuldige wijze van verpakking in met karton afdekte frames, heeft ervoor gezorgd dat het water werd opgenomen door het verpakkingsmateriaal, waardoor de objecten zelf werden beschermd. Het geheel kon in 2011 worden
6
waaronder het befaamde Vorstengraf, gaven de collectie in wording een breder karakter. In de jaren ’50 werd de museale verzameling uitgebreid met beeldende kunst en werd de fraaie collectie negentiende-eeuwse schilderkunst aangelegd. Vanaf 1980 kwam de nadruk vooral te liggen op aankopen van hedendaagse kunst.
afgesloten, en dat geldt ook voor de calamiteit die het eigen depot in 2010 trof. Voor de tweede maal in de geschiedenis van het museum werd een deel van de collectie bedreigd door een lekkage, maar dankzij het snelle en adequate reageren van de, inmiddels ervaren, museummedewerkers bleef de schade aan de collectie beperkt. De herstelwerkzaamheden zijn in 2011 afgerond.Ondanks hergebruik van de transportframes en de nu optimale inrichting, kampt het museum noga altijd met ruimtegebrek in het depot. Daarom wordt extra circa 35 m2 depotruimte extern gehuurd.
1 collectie
1.2 Collectie Online
De collectie vormt de ruggengraat van het museum en het archief en behoort daarom idealiter permanent virtueel toegankelijk te zijn.
Om dit mogelijk te maken is in 2010 de website www.collectieonline.nl gelanceerd. Vanuit de collectieregistratiesoftware Adlib XPlus worden regelmatig gegevens geëxporteerd die, via het door Cit ontwikkelde softwareprogramma Collection Connection, in Collectie Online worden getoond en doorzoekbaar worden gemaakt. In 2011 is veel tijd en geld geïnvesteerd in de content, waardoor eind 2011 188 kunstwerken en objecten, 54 historische foto’s en ansichtkaarten en 2.252 publicaties met publieksbeschrijvingen waren te vinden op Collectie Online. Daarnaast is aandacht besteed aan de functionaliteit van de website. In de eerste helft van 2011 zijn de functies met betrekking tot de zoekrelevantie, thematische zoekingangen en social media geïmplementeerd. Bovendien is er een extra zoekbestand ‘Beeldcollectie’ toegevoegd aan zowel Adlib XPLus als aan Collectie Online. Het historisch beeldmateriaal heeft zo een duidelijke plaats gekregen binnen beide systemen. Verder is er een zogenaamde ‘collectie link’ aangebracht, waardoor bezoekers van de website kunnen worden 1 collectie
doorgelinked naar soortgelijke objecten in andere museale collecties. De meest in het oog springende aanpassing van de website betreft de omgeving Mijn Collectie Online, waarin de bezoeker zijn favoriete objecten van Museum Jan Cunen kan bijeenbrengen, printen en e-mailen. Ten behoeve van Collectie Online zijn in dit jaar 700 objecten digitaal gefotografeerd. Vanwege de enorme hoeveelheid digitale opslagruimte die nodig is, heeft de gemeente Oss het museum de mogelijkheid geboden, om aan te sluiten bij het project Archivering op Blue-Ray. De website Collectie Online trok in 2011, ondanks de nog bescheiden content, in totaal 3209 bezoekers die gemiddeld 5,5 minuut besteedden. Het project is daarmee dusdanig succesvol dat het structureel is opgenomen in het reguliere activiteitenbudget. In 2012 zullen de gewenste zoekmethoden (verfijnen en geavanceerd zoeken) worden geïmplementeerd. Hiervoor zal deels de vormgeving van de site worden aangepast.
7
1.3 Aanwinsten
In 2011 is de collectie gegroeid door middel van 5 schenkingen en 13 aankopen. 19De eeuwse kunst Piet Meiners (1857-1903) Stilleven met Chinees beeldje, pistool en schedel, 1883 Olieverf op doek, 25,3 x 32,4 cm JC 2387 Aankoop met steun van de Provincie Noord-Brabant Piet Meiners (1857-1903) Stilleven met waterlelie en waterplompen, 1885 Olieverf op paneel, 31,5 x 11,8 cm JC 2388 Aankoop met steun van de Provincie Noord-Brabant Met steun van Erfgoed Brabant heeft Museum Jan Cunen twee stillevens van Piet Meiners (1857-1903) kunnen verwerven. Daarmee is een begin gemaakt met het opvullen van een hiaat in de kerncollectie 19de-eeuwse kunst, waarin zich tot voor kort slechts één ander stilleven bevond. De twee
Piet Meiners
aangekochte stillevens van Meiners tonen beide een verschillend aspect van de ontwikkelingen in de late 19de eeuw: Stilleven met waterlelie en waterplompen, 1885 laat de invloed van het realisme zien (door de keuze van een enkele bloemsoort), terwijl Stilleven met Chinees beeldje, pistool en schedel, 1883 de invloed van de Japanse houtsneden en oosterse kunst toont. Beide stillevens hebben bovendien een bijzondere herkomst: ze komen uit de collecties van respectievelijk de kunstenaar Willem Bastiaan Tholen en die van kunstenaar/connaisseur Hendricus Petrus Bremmer, die het schilderij ook publiceerde in Moderne Kunstwerken in 1908. Op 46-jarige leeftijd kwam de wat eenzelvige, teruggetrokken Meiners door een tragisch ongeval om het leven. Enkele maanden ervoor, in mei 1903 had deze “Tachtiger”, na lang aandringen van zijn kunstenaarsvrienden Willem Witsen (1860-1923) en Willem Bastiaan Tholen (1860-1931), zijn eerste solotentoonstelling in de Rotterdamse Kunstkring. De tentoonstelling werd zeer goed ontvangen: gerenommeerde kunstcritici als Albert Plasschaert uitten zich bijzonder lovend over Meiners’ verfijnde stillevens, eigenzinnige landschappen en intieme figuurstukken. Veel van zijn werk is ontstaan op zijn atelier in Ewijckshoeve, een landgoed bij Lage Vuursche, het buiten van de familie Witsen. Door Meiners’ vroegtijdig overlijden werd zijn succes echter in de kiem gesmoord. Ondanks de bescheiden monografie die in 1953 over hem verscheen, is de kunstenaar ten onrechte op de achtergrond geraakt.
Stilleven met Chinees beeldje, pistool en schedel, 1883
8
1 collectie
hedendaagse kunst Pieter Engels Semi static light movement, 1963. Hout, aluminium, 199 x 101 x 15 cm JC 2368 Schenking van de kunstenaar Pieter Engels Herstelde stoel, 1964 Hout, metaal, 80 x 43 x 50 cm JC 2369 Schenking van de kunstenaar Pieter Engels Project for an Electric suicide piece (Electric suicide piece, male), 1968 Hout, formica, metaal, leer, 50 x 209 x 260 cm JC 2370 Schenking van de kunstenaar Pieter Engels Double crossed ‘CARRY ON’, 1996 Hout, aluminium, 200 x 170 x 10 cm JC 2371 Schenking van de kunstenaar
In december 2010 opende in Museum Jan Cunen de overzichtstentoonstelling Pieter Engels. The rrrols-royce among artists. Directe aanleiding was een aantal werken die zich in de collectie van het museum bevonden. Gecombineerd met het feit dat Engels in deze regio is geboren (Rosmalen), op de academie heeft gezeten (Den Bosch) en het feit dat de thematiek van zijn werk weer bijzonder actueel is, deed het museum besluiten aandacht aan Engels te besteden. De succesvolle samenwerking met Engels resulteerde in een aankoop en vier schenkingen van de kunstenaar. Het museum heeft in 2010 een sleutelstuk uit de jaren zestig van Engels aangekocht, getiteld Bad constructed canvas (hommage à Engels). Ook in het nu door de kunstenaar geschonken Herstelde stoel staat deconstructie centraal. De geschonken kunstwerken geven uitdrukking aan de tijdsgeest en de thema’s van de jaren zestig. Met deze werken wordt dan ook een belangrijk hiaat, de meer conceptuele kunst uit de jaren ‘60 en ‘70, in de collectie opgevuld.
Pieter Engels
Herstelde stoel, 1964
1 collectie
9
David Bade Wannabe On, 2010 Olieverf op doek, 200 x 300 cm JC 2386 Aankoop met steun van de Provincie Noord-Brabant
Vergankelijkheid is een belangrijk begrip binnen Bades oeuvre: niet alleen gebruikt hij veel wegwerpmaterialen, soms is het zelfs onduidelijk of een tentoongesteld werk wel af is of niet en zelden blijft een sculptuur precies zoals hij bij een eerdere presentatie was. Hergebruiken, toe- en samenvoegen, ingrijpen en veranderen, zijn sleutelwoorden in Bades kunstenaarspraktijk. Kunstwerken ontstaan associatief, vanuit anekdotes, persoonlijke ervaringen en inzichten en ze komen organisch tot stand. Het maakproces maakt een wezenlijk onderdeel uit van het werk, dat na een tentoonstelling soms simpelweg uit elkaar wordt gehaald en eventueel opnieuw opgebouwd kan worden voor een volgende presentatie. Museum Jan Cunen werkt al sinds 1998 veel samen met David Bade en bezit enkele sculpturen van deze succesvolle kunstenaar. Toch streefde het museum naar een meer 10
representatief overzicht van zijn oeuvre. Daarom is een schilderij op groot formaat aangekocht: Wannabe On dat onderdeel is van een veelheid werken, Wannabe getiteld. Wannabe On is gebaseerd op een gedicht van Toon Tellegen, getiteld Nee, of in het Engels vertaald No. De omkering van No tot On komt weer terug in de titel. Zoals al Bades werk is dit schilderij op zeer associatieve wijze tot stand gekomen. Verschillende motieven uit het gedicht, zoals een Teletubbie (die Bade kennelijk associeert met de typische Nee-fase van peuters) en een manfiguur komen voor in het schilderij. Evenals in zijn sculpturen voegt Bade al deze elementen op een losse, maar niet vrijblijvende wijze samen, waarbij hij de formele kwaliteiten en de spanning in compositie zwaar laat meewegen. Hoewel een eenduidige betekenis moeilijk te vatten is, roept het schilderij een rijkdom van associaties op. Voor het doorlopende project MJCTV (MuseumJanCunenTV), waarin door middel van korte films van maximaal 3 minuten inzicht wordt geboden in de werkwijze en inspiratiebronnen van een kunstenaar, is ook het ontstaan van Wannabe On vastgelegd. In de film zien we Bade, op de voor hem typerende enthousiaste manier een workshop geven aan een aantal studenten. De accenten die hij hier legt zeggen veel over zijn eigen kunstenaarspraktijk en trekken de beschouwer direct de sfeer in van Bades wereld. Deze beelden zijn versneden met scènes uit zijn atelier in Zaandam waarin hij meer vertelt over zijn werkwijze.
1 collectie
Harmen de Hoop For Free! – Rotterdam, 2005 Fotoprint, 130 x 180 cm JC 2390 Aankoop met steun van de Provincie Noord-Brabant Harmen de Hoop Carel Visser / Harmen de Hoop Nijmegen, 2006 Fotoprint, 130 x 180 cm JC 2391 Aankoop met steun van de Provincie Noord-Brabant
Harmen de Hoop
For Free! - Rotterdam, 2005
Vanaf begin jaren ‘90 doet Harmen de Hoop ingrepen in de openbare ruimte om ons te confronteren met de ongeschreven regels en gewoonten in onze samenleving. Het zijn vaak onopvallende ingrepen, die een vervreemdend effect hebben op de argeloze beschouwer. Met minimale middelen, vaak niet meer dan enkele woorden, gaf De Hoop een heel nieuwe betekenis aan een schijnbaar geordende, maar in werkelijkheid gefragmenteerde, stedelijke samenleving. Deze woordwerken vormen een sleutelrol in De Hoops oeuvre. For Free, Rotterdam, 2005 is een foto van een Rotterdams straatbeeld, waarin De Hoop een
bordje Gratis plaatste op een bundel stoeptegels. Het roept daardoor direct vragen op over het eigendomsrecht van bouwmaterialen. De Hoop werkt niet alleen met tekst, maar bewerkt ook bestaande beelden in de openbare ruimte, die hij ‘opgeleukt’ met ballonen, maskers, stickers en vlaggen, zodat ze weer opnieuw de aandacht trekken. Door deze toevoegingen stelt hij de functie van de beelden (autonome beelden, maar ook oorlogsmonumenten) ter discussie. Daarnaast roepen zijn ingrepen associaties op met het bekladden of vernielen van kunst. Met dit ‘updaten’ geeft De Hoop ook commentaar op de ‘spektakelcultuur,’ het idee dat kunst niet te moeilijk en zwaar mag zijn, maar juist leuk, vrolijk en makkelijk te begrijpen moet zijn. Carel Visser/ Harmen de Hoop is een foto van een bronzen, abstracte sculptuur van Carel Visser waar Harmen de Hoop gele smiley stickers op heeft geplakt. Enerzijds is het contrast tussen de sobere, weloverwogen vormen van het beeld en de uitbundige, schreeuwerige stickers enorm, anderzijds is de vormovereenkomst tussen de rondingen van de sculptuur en die van de stickers opvallend. Liefhebbers van Vissers werk zullen deze ingreep waarschijnlijk ervaren als heiligschennis. De Hoop heeft hier enerzijds het bijna sacrale aura van abstracte kunst willen ontheiligen, maar ook het accent willen leggen op de pretcultuur waarin wij leven. Omdat De Hoops werkwijze zo’n essentieel onderdeel uitmaakt van zijn werk, maar dat proces in eerste instantie niet direct zichtbaar is voor de beschouwer heeft het museum De Hoop gevraagd in een korte film (van maximaal 3 minuten) dat proces te tonen. In de MJCTV-film zal de zoektocht naar een plek en vorm van een ingreep centraal staan.
1 collectie
11
Scheltens & Abbenes Baluster # 4, 2010 Baryta FB print in walnut wood boxframe, 100 x 75 cm. JC 2381 Aankoop met steun van de Provincie Noord-Brabant Scheltens & Abbenes Rag Rug # 3, 2011 Baryta FB print in walnut wood boxframe, 150 x 112 cm. JC 2380 Aankoop met steun van de Provincie Noord-Brabant
rijk gedecoreerde antieke Delfts blauwe balustervaas, maar in werkelijkheid gaat het om een goedkope plastic kelk, waarin gordijnen en tafellakens weerkaatsten. Het lijkt alsof de beker zelf is verfraaid met handgeschilderde bloemmotieven, terwijl het de weerspiegeling van goedkope industriële stoffen met veelgebruikte decoratieve patronen betreft.
Scheltens & Abbenes Avalanche, 2003 Enduraflex print mounted between dibond and perspex and hangingframe, 124,5 x 170 cm. JC 2382 Aankoop met steun van de Provincie Noord-Brabant In 2012 zal de eerste museale overzichtstentoonstelling van Scheltens & Abbenes Unfolded in Museum Jan Cunen plaatsvinden. Naar aanleiding hiervan heeft Museum Jan Cunen drie fotowerken verworven, die samen een representatief beeld schetsen van hun kunstenaarspraktijk. De werken passen binnen de museale collectie van jonge fotografen die in een vroeg stadium van hun carrière door het museum zijn gescout. Het kunstenaarsduo Maurice Scheltens en Liesbeth Abbenes staat bekend om hun perfect ogende foto’s die de indruk wekken met de computer gemaakt te zijn, maar in werkelijkheid het resultaat zijn van het nauwgezet in beeld brengen van objecten. Scheltens & Abbenes bouwen complete installaties om dat éne perfecte fotomoment te realiseren. Vaak worden daarbij relatief goedkope materialen gebruikt, die op de foto’s ogen als exclusieve producten. De mogelijkheden die fotografie biedt om illusies te creëren, worden door hen intensief onderzocht en uitgebuit. Zo lijkt Baluster # 4 een foto te zijn van een 12
Scheltens & Abbenes Baluster # 4, 2010
Rag Rug # 3 is een foto van een tapijt, een soort voddenkleed dat uit verschillende lappen bestaat. Het is ambachtelijk gemaakt door Abbenes, maar heeft een hedendaagse uitstraling. Dit komt door het kleurgebruik, dat zich beperkt tot zwart-wit, en door de aangebrachte decoratie. Avalanche doet denken aan de stillevens uit de Gouden Eeuw, alleen zijn de kleuren op de foto van Scheltens & Abbenes wel erg fel en de vormen te plat. Dat is niet ontstaan tijdens het digitaal bewerken van het beeld, maar door het uitknippen van diverse plaatjes van vruchten, groenten en bloemen waarvan een driedimensionale collage is gemaakt. Ook bij Scheltens & Abbenes is opdracht gegeven om een film te maken voor MJCTV. 1 collectie
Henk Wildschut Exterieur Calais, februari 2009 Fotoprint, 120 x 95 cm JC 2383 Aankoop met steun van de Provincie Noord-Brabant Henk Wildschut Exterieur Calais, januari 2006 Fotoprint, 120 x 95 cm JC 2384 Aankoop met steun van de Provincie Noord-Brabant Henk Wildschut Interieur Duinkerke, april 2010 Fotoprint, 120 x 150 cm JC 2385 Aankoop met steun van de Provincie Noord-Brabant Henk Wildschut Portret van Burgemeester H.W.M. (Herman) Klitsie Fotoprint, 120 x 90 cm JC 2378 Aankoop
Henk Wildschut
Exterieur Calais, februari 2009
Documentairefotograaf Henk Wildschut is vooral bekend door zijn foto’s van groepen mensen die niet erg zichtbaar zijn in de samenleving,
zoals bijvoorbeeld zeelieden en havenarbeiders. In 2011 won hij de Dutch Doc Award met het project Shelter, waarin Wildschut de tijdelijke schuilplaatsen van vluchtelingen vastlegde. Vooral in Calais, waar illegalen soms maandenlang bivakkeren in de hoop de oversteek naar Engeland te maken, fotografeerde Wildschut de zelf gebouwde onderkomens van de vluchtelingen, die merkwaardig genoeg veel esthetische kwaliteit hebben. Het museum stelt zeer veel belang in het oeuvre van Wildschut, omdat het zich erg goed leent om een maatschappelijke discussie op te roepen. Zijn thema’s communiceren sterk en stellen ons in staat om een intensief, sociaal- en maatschappelijk ingebed educatief programma te ontwikkelen. Bovendien vormen de foto’s een zeer waardevolle aanvulling op de collectie hedendaagse fotografie met werk van ‘jonge’ hedendaagse fotografen als Viviane Sassen, Martine Stig en Elspeth Diederix, vanwege het maatschappelijke engagement. Op een van de foto’s is een met touwen en zeildoeken opgetrokken hutje te zien dat grotendeels verborgen ligt achter bomen. Het beeld verscheen in 2006 in het Volkskrant Magazine bij een reportage over de honderden asielzoekers in Calais. Het tentenkamp daar was het eerste dat Wildschut voor zijn langdurige onderzoek naar de verblijfplaatsen van illegale immigranten in Europa bezocht. Via de Kanaaltunnel proberen immigranten al vele jaren de oversteek te maken van Calais naar Dover. Voor de grote vluchtelingenstromen richtte het Rode Kruis in 1999 een opvangkamp op, dat na een paar jaar op verzoek van de Britse regering weer werd gesloten. Desalniettemin verblijven er nog altijd vluchtelingen in het gebied. Voor MJCTV wordt in 2012 een film gemaakt waarin het proces van Wildschut en zijn drijfveren inzichtelijk worden.
1 collectie
13
Ottmar Hörl Bullock, 2011 Goudgespoten kunststof 75 x 75 x 53 cm jc 2379 Aankoop met steun van de Provincie Noord-Brabant Ottmar Hörl La vache qui rit, 2002 Goudgespoten kunststof 62 x 62 x 64 cm jc 2392 Schenking van de kunstenaar De Duitse kunstenaar Ottmar Hörl, die eerder in Athene, Berlijn en Wittenberg grootschalige stedelijke projecten ontwikkelde, vervaardigde in opdracht van Museum Jan Cunen in 2011 de installatie Bullock. Het betrof 150 gouden Ossenkoppen die gedurende de tentoonstelling Made in Oss. Van vee tot MSD aan de gevels van de binnenstad hingen. De keuze voor Hörl lag voor de hand vanwege zijn industriële werkwijze en het gebruik van industriële materialen. Over de installatie in Oss zei Hörl: Steden zijn flexibele en beweeglijke ruimtes. De openbare ruimte eist een taal die door zoveel mogelijk mensen wordt begrepen. Om die reden heb ik voor mijn installatie in Oss ook gekozen voor een sculpturale bewerking van het heraldische motief uit het stadswapen. Het gaat een relatie aan met de geschiedenis,cultuur en de mensen van Oss. Gedurende één maand zullen de inwoners en bezoekers van de gemeente Oss deel uitmaken van de enscenering. Hun kijken, ontdekken en beoordelen is een levendige en belangrijke aanvulling op mijn installatie.
Ottmar Hörl Bullock, 2011
14
1 collectie
1.4 Bruiklenen
Kortdurende uitgaande bruiklenen
Centraal Museum, Utrecht Robbie Cornelissen, What’s happen to the boy, 1999. Tekening Museum De Fundatie, Heino/Wijhe Thérèse Schwartze, Portret van Maria Swane-Jurgens, 1911. Olieverf op doek Nationaal Fietsmuseum Velorama, Nijmegen Wikkel Blue Band veredelde magarine
Stadsmuseum LeidschendamVoorburg Samuel Verveer, Huizen en een wipmolen bij een sluisje, 1859. Olieverf op paneel Hooghuis Lyceum, Locatie West (Museumschool), Oss 29 werken, waaronder 2 tekeningen van Paul Klemann en 2 fotoprints van Jon Naar
Het Valkhof, Nijmegen Harrie Gerritz, Elementair Huis, 1991. Acrylverf op linnen
Samuel Verveer
Huizen en een wipmolen bij een sluisje, 1859
langdurig uitgaande bruiklenen Mgr. Van de Boer Stichting, Oss Jos Pauels, Portret van Mgr. Van de Boer, 1926. Olieverf op doek. Hooghuis Lyceum, Locatie West, Oss Cora Westerink, De Schreeuw. Acrylverf op doek
Bezoekerscentrum Land van Ravenstein, Ravenstein 5 objecten, waaronder de sabel en de baret van zouaaf Kolonel I.M.P.A. Wils.
Raadhuis, voormalige gemeente Ravenstein Gerard van der Heijden, Portret van zouaaf Kolonel I.M.P.A. Wils, 1911. Olieverf op doek. 1 collectie
15
16
1.5 Collectie registratie
1.6 Museale verwervingen
In 2011 is een aanvang gemaakt met het doorzoeken van het oud papieren museum archief, om ontbrekende gegevens in de collectieregistratie aan te vullen, mede in het kader van het project Museale verwervingen (zie 1.6). Gezien de strekkende meters van dit archief zal het project ook in 2012 nog worden voortgezet. In het kader van Collectie Online zijn de trefwoorden binnen het ollectieregistratiesysteem opgeschoond en aangevuld. Daarnaast is veel tijd besteed aan de standplaatsregistratie van de collectie, na terugkeer in het depot. Tot slot is eind 2011 de collectie beeldende kunst opnieuw getaxeerd door de heer Jan Pieter Six, beëdigd taxateur.
Voor het landelijke project ‘Museale verwervingen vanaf 1933’ werden Nederlandse musea gevraagd antwoord te geven op de vraag of zich in hun collecties voorwerpen bevinden waarvan de herkomstgeschiedenis verwijst naar onvrijwillig bezitsverlies van de oorspronkelijke eigenaars als direct gevolg van het nazi-regime, van 1933 tot het einde van de Tweede Wereldoorlog. Het kon daarbij gaan om roof, confiscatie, gedwongen verkoop of andere verdachte omstandigheden. Museum Jan Cunen heeft vanzelfsprekend meegewerkt aan dit onderzoek. In 2011 is onderzoek gedaan naar alle objecten die tussen 1933 en 1970 door het museum zijn verworven. De herkomstgegevens die het onderzoek heeft opgeleverd, zijn opgenomen in het registratiesysteem en waar relevant in Collectie Online vermeld.
1 collectie
2 PUBLIEKSBEREIK
In 2011 is opnieuw een enorm gevarieerd aanbod gerealiseerd van tentoonstellingen en educatieve projecten. Educatie, collectievorming en presentatie zijn op elkaar afgestemd en in het museum is voor iedere bezoeker, van jong tot oud, op elk moment educatief aanbod beschikbaar. Naast educatief aanbod dat speciaal is ontwikkeld voor en afgestemd op tentoonstellingen, bestaat er ook aanbod dat tentoonstellingsonafhankelijk is. Waar andere kunstmusea belang hechten aan educatie, is educatie voor Museum Jan Cunen een primaire taak. Dat komt tot uitdrukking in de omvang en het doel van de educatieve activiteiten. Deze gaan samen met een open en onderzoekende houding naar een sterkere maatschappelijke museale verankering. Kenmerkend zijn de intensieve samenwerking met het (lokale) onderwijs, de multidisciplinaire werkwijze en het belang dat wordt gehecht aan de rol van de kunstenaar – ook bij de educatie. Binnen alle educatieve projecten wordt aandacht besteed aan de inspiratiebronnen en werkwijze van de kunstenaar. Dit resulteert ook in het steeds opnieuw inrichten van een aparte ruimte in het museum: de Bovenkamer, waarin letterlijk de inspiratiebronnen van de kunstenaar die op dat moment een tentoonstelling heeft, worden getoond. In het langlopende project MJCTV wordt in korte films de inspiratie en werkwijze
2 PUBLIEKSBEREIK
van de kunstenaar getoond. Deze films zijn ook beschikbaar via youtube.com/museumjancunen en collectieonline.nl De doelgroepen bovenbouw Basisonderwijs en Voortgezet Onderwijs weten de weg naar het museum al lang goed te vinden. In 2011 is verder gegaan met de ontwikkeling van een speciaal programma voor onderbouw Basisonderwijs en het bereiken van HBO (kunstacademie) studenten. Dit laatste door het organiseren van events als Ik blijf liever binnen met discussie en masterclasses die op maat werden gemaakt. Daarnaast hebben we voor kunst- en cultuuropleidingen meer lezingen en activiteiten rondom de educatie binnen Museum Jan Cunen georganiseerd. Onder anderen Minorgroepen CMV en de Summerschool van de Master Kunsteducatie van de Fontys Hogeschool Tilburg kregen een kijkje achter de schermen van de educatie afdeling van Museum Jan Cunen.
17
2.1 TENTOONSTELLINGEN In 2011 zijn er 7 tentoonstellingen gerealiseerd. De tentoonstellingen op de 2e verdieping zijn & EDUCaTIE groter van omvang dan de presentaties op de 1e verdieping (bel-etage). Tweemaal werden beide verdiepingen gebruikt voor een tentoonstelling: de solo van Pieter Engels the rrrolls-royce among artists en de tentoonstelling Made in Oss. Van vee tot MSD. De semi-permanente installatie getiteld Pizzeria Vasari. Een persoonlijke kunstgeschiedenis van Gijs Frieling, die eind 2010 werd geschilderd door Frieling met zes assistenten werd in 2011 onderwerp van tal van activiteiten: een boek voor volwassenen en adolescenten, een stickerspel voor 8-14 jarigen, een theatervoorstelling voor kinderen vanaf 4 jaar, een DJ-workshop voor leerlingen van
18
het Voortgezet Onderwijs en een gedichtenwedstrijd en de Ingreep door de Wintertuin als poëziecreator. Hieronder volgt een korte beschrijving van iedere tentoonstelling met daarbij tevens een beschrijving van activiteiten op het gebied van publieksbereik en educatie, gekoppeld aan de tentoonstelling.
2 PUBLIEKSBEREIK
pieter engels the rrrolls-royce among artists 12 DECEMBER 2010 27 FEBRUARI 2011
2 PUBLIEKSBEREIK
19
PIETER ENGELS
Deze tentoonstelling bood een overzicht van het werk van de Nederlandse kunstenaar Pieter Engels (1938) waarin de nadruk werd gelegd op de periode 1960-1975. Pieter Engels nam in de jaren zestig een voortrekkersrol in met zijn kunstpraktijk.
In de tentoonstelling gaven sculpturen, werk op papier, films, foto’s, installaties, drukwerk, mail art en documentatie een gelaagd en levendig beeld van Engels’ unieke kunstproductie. Zo richtte hij in 1964 EPO, Engels Product Organisation op, waarmee hij zichzelf niet als kunstenaar, maar als directeur van dit bedrijf manifesteerde. Hij vervaardigde geen kunst maar prototypes, die hij in een showroom tentoonstelde. Met EPO stelde Engels niet alleen waarden als uniciteit en authenticiteit en het idee van kunst als individuele expressie aan de kaak, maar ironiseerde hij ook het 20
marktmechanisme dat zo’n belangrijk aspect vormt van het kunstapparaat. Na EPO richtte Pieter Engels nog een aantal organisaties op, als ENIO, Engels New Interment Organisation in 1967, waarin hij nieuwe, luxueuze methodes in de uitvaartbranche aanbood en in 1967 ETI (FRISBB) Engels Third Institute for Subcultural Brainbuilding. Voor dit instituut voerde Engels ontkenningsprojecten uit, in 1971 bood Engels bijvoorbeeld Het Koninkrijk der Nederlanden zijn levenslange staking als beeldend kunstenaar aan voor een bedrag van fl. 25.000.000,-. 2 PUBLIEKSBEREIK
PIETER ENGELS PUBLIEKSBEREIK / EDUCATIE
Bij de tentoonstelling is een bijzondere catalogus uitgegeven in samenwerking met Uitgeverij d’Jonge Hond. De publicatie bestaat uit een interview en essays van Manon Braat en Fleur Junier, en een literair verhaal van de Belgische romanschrijver Paul Mennes. ISBN 078-90-89102-05-8. Daarnaast werd in de tentoonstelling Twitter ingezet om direct met de kunstenaar te communiceren. De korte teksten van Pieter Engels leenden zich hier goed voor. Er moest wel een aantal technische problemen overwonnen worden. Verder hebben er verschillende projecten voor zowel het Voorgezet Onderwijs als het Hoger Onderwijs plaatsgevonden bij deze tentoonstelling. Herstelde betekenis Op 25, 26 en 27 januari 2011 hebben drie eerstejaars Havo klassen van Het Hooghuis locatie TBL de tentoonstelling van Pieter Engels
2 PUBLIEKSBEREIK
bezocht. Om kennis te maken met zijn werk kregen de leerlingen een interactieve rondleiding door de tentoonstelling. Ook maakten de leerlingen een aantal zelfstandige opdrachten en mochten ze een vraag aan Pieter Engels stellen via Twitter. Het bleef niet alleen bij kijken en vragen stellen, alle nieuwe inzichten werden meteen toegepast in een workshop. De grafisch vormgevers van Sinds 1416 daagden de leerlingen ter plekke uit om opvallende afbeeldingen en tekstfragmenten uit een berg van kranten en tijdschriften te knippen. Het doel was om een collage te maken waarin een nieuwe combinatie tussen tekst en beeld ontstond. De opdracht: Creëer nieuwe verhalen. Schep nieuwe betekenissen. Kijk met andere ogen. Het leverde scherpe, verrassende en soms humorvolle collages op, volledig in de geest van Pieter Engels.
21
PIETER ENGELS PUBLIEKSBEREIK / EDUCATIE
Engels is geen Frans Om 19:30 uur verzamelden een vijftigtal kunstacademiestudenten uit Den Bosch, Breda, Arnhem en Enschede in Museum Jan Cunen om op een verrassende manier misleid te worden. Bij binnenkomst werden de programmaboekjes door een gorilla uitgedeeld. Vervolgens werden op originele wijze welkomsthapjes uitgedeeld. Een wandelende tafel op iemands rug vormde hierbij geen uitzondering. Voor muzikale verwarring zorgde gameboy muzikant Gijs Gieskes. Ter verdieping op het beeldend werk van Pieter Engels kon iedereen aansluiten bij een rondleiding door zijn tentoonstelling. Special guest van de avond was Pieter Engels zelf. Om 20:30 uur verzamelden alle studenten in de Trouwzaal voor het ‘grote Pieter Engels debat’. De Vlaamse schrijver Paul Mennes introduceerde Pieter Engels op bijzondere wijze door zijn kortverhaal ‘De fragmentering’ uit de catalogus tentoonstelling Pieter Engels. the rrrols-royce among artists voor te dragen. Vervolgens barstte er een vurige discussie los naar aanleiding van stellingen als ‘kunst moet laagdrempelig zijn’. Dit debat werd geleid door kunstacademie student Daniël Nijveld. Studenten vroegen zich af wanneer kunst dan
22
eigenlijk hoogdrempelig werd. Eén van de studenten sloot het debat prachtig af: ik denk dat ik kijk met dezelfde ogen als iemand anders, ik ben geen kunstkenner, maar ik denk dat wij hetzelfde zien. De avond werd feestelijk afgesloten met muziek van DJ Djooz uit zijn Spinkit. In de middag voorafgaand aan het kunstevent werden er ter verdieping drie verschillende workshops gegeven. Deze workshops waren op inschrijving en boden op actieve wijze een verdieping op het veelzijdige beeldend werk van Pieter Engels. Er was een performance workshop door performance- en beeldend kunstenaar Linda Molenaar, een ‘hoe kan ik als kunstenaar commercieel denken’ workshop door account manager Niels Buijs en een muzikale workshop door gameboy muzikant Gijs Gieskes.
2 PUBLIEKSBEREIK
MJCTV2 korte filmpjes bij werken uit de collectie 13 MAART 2011 5 JUNI 2011
2 PUBLIEKSBEREIK
23
MJCTV2
In september 2009 is het meerjarige project MuseumJanCunenTV van start gegaan. MJCTV is een project waarbij hedendaagse kunstenaars bij eigen werk uit de collectie van Museum Jan Cunen in samenwerking met een professionele filmmaker, een informatieve, maar vooral ook creatieve korte film maken. De films bieden hierdoor een uniek inzicht in de fascinaties en verbeelding van de kunstenaars en de totstandkoming van kunstwerken uit de collectie. De films werden voor het eerst getoond in een collectiepresentatie in 2009 waarin de werken waar de films op waren gebaseerd samenkwamen. In 2011 is een tweede serie films gereed gekomen, die werd gelanceerd tijdens de tentoonstelling MJCTV2. De volgende kunstenaars werkten mee aan het project: Barend van Hoek, Marc Nagtzaam, Ronald Ophuis, Karin van
24
Dam, Elspeth Diederix, Paul de Reus en Pieter Engels. In de tentoonstelling MJCTV2 kreeg elke kunstenaar een zaal toegewezen. Naast het werk uit de collectie van het museum werd de zaal aangevuld met (nieuw) werk van de kunstenaar. De film was met een gratis te lenen iPod te bekijken op zaal. Vanaf het moment dat deze tentoonstelling was afgelopen is deze serie films, evenals de eerste serie van 6 films permanent te zien op onze website www.collectieonline.nl
2 PUBLIEKSBEREIK
MJCTV2 PUBLIEKSBEREIK / EDUCATIE
Het hoofd van de kunstenaar Museum Jan Cunen heeft voor het OKVO menu 2010-2011 een educatief programma ontwikkeld voor groep 7 van het basisonderwijs bij de tentoonstelling MJCTV2, korte filmpjes door kunstenaars. 66 klassen namen deel aan dit project. Eerst maakten de leerlingen kennis met mevrouw Pintar. Dit is een veelbelovende kunstenaar, maar helaas treffen we haar op een moment dat ze zonder inspiratie is. Maar wat is dat eigenlijk inspiratie? Tijd om de tentoonstelling MJCTV2 te bekijken. Iedere kunstenaar die hierin werk toonde, heeft een filmpje gemaakt over zijn of haar werkwijze en/of inspiratiebronnen. De leerlingen gingen een aantal filmpjes bekijken en maakten aan de hand van vier begrippen: contrast, compositie, gevoel en materiaal spelenderwijs kennis met het werk van de verschillende kunstenaars. Met behulp van hun eigen inspiratie voerden ze enkele opdrachten uit, waarbij ze net als Elspeth Diederix keken naar plastic materiaal. Welke functies kunnen een plastic bekertje allemaal nog meer hebben? Tenslotte gingen de leerlingen in de trouwzaal op zoek naar de
2 PUBLIEKSBEREIK
inspiratiebronnen van Gijs Frieling en werd het programma afgesloten met een spannende quiz. De winnaars ontvingen een speciaal cadeau van mevrouw Pintar: een zakje met inspiratie, die ze dankzij de tentoonstelling had gekregen.. Met dit afwisselende programma beogen we het begrip inspiratie bij de leerlingen meer inhoud te geven. Iedere kunstenaar heeft zijn eigen inspiratiebronnen die soms heel letterlijk terugkomen in de kunstwerken. Door de vier begrippen contrast, compositie, gevoel en materiaal in ons programma centraal te zetten maken leerlingen tevens kennis met beeldaspecten in de kunst.
25
MJCTV2
26
2 PUBLIEKSBEREIK
2 PUBLIEKSBEREIK
27
BETOVERENDE LANDSCHAPPEN HOLLANDSE MEESTERS UIT DE 19DE EEUW 20 MAART 2011 19 JUNI 2011
28
2 PUBLIEKSBEREIK
BETOVERENDE LANDSCHAPPEN
De tentoonstelling Betoverende landschappen toonde werken van vroeg negentiende-eeuwse kunstenaars als Pieter Gerardus van Os (17761839) en Hendrik Voogd (1786-1839). Daarnaast waren romantische landschappen te zien van onder anderen Barend Cornelis Koekkoek (1803-1862), Fredrik Marinus Kruseman (1816-1882) en Andreas Schelfhout (1787-1870). Uiteraard ontbraken de landschappen uit de bloeiperiode van de negentiendeeeuwse landschapsverbeelding niet: de prachtige impressionistische werken van de schilders van de Haagse School, waaronder Willem Roelofs (18221897), Jan Hendrik Weissenbruch (1824-1903) en de gebroeders Maris. De presentatie was samengesteld uit de collecties van het Groninger Museum en Museum Jan Cunen.
BETOVERENDE LANDSCHAPPEN PUBLIEKSBEREIK / EDUCATIE
2 PUBLIEKSBEREIK
Bij deze tentoonstellingen zijn zeer veel rondleidingen voor volwassenen gegeven, zowel door professionele museumdocenten als de conservator zelf. Daarnaast hebben we ook enkele lunchrondleidingen georganiseerd voor onze naaste collega’s van de Gemeente Oss. 29
MADE IN OSS. VAN VEE TOT MSD 26 juni 2011 20 november 2011
30
2 PUBLIEKSBEREIK
MADE IN OSS
De collectie van Museum Jan Cunen bevat een aantal objecten, die aan het industriële verleden van Oss herinneren. De laatste decennia waren deze objecten nauwelijks opgenomen in de tentoonstellingsprogrammering, terwijl er met zekere regelmaat vraag naar was vanuit het publiek.
Mede in het kader van Onder de Sheddaken. Businessplan Museum Jan Cunen in Bergoss 2012-2014, het businessplan voor het museum in een nieuwe fysieke omgeving, ontstond de wens tot het maken van een proefopstelling, aangezien op deze nieuwe locatie ruimte zou zijn dit deel van de collectie een vaste plek te geven. Hoewel het op veel plekken in de stad niet meer te zien is, is Oss de bakermat van een aantal belangrijke internationale bedrijven die tot op de dag van vandaag bestaan. Deze bedrijven zijn begonnen als kleine (eenmans)bedrijfjes, steeds verder gegroeid en meestal ook uit Oss vertrokken. De tentoonstelling Made in Oss. Van vee tot MSD vertelde het unieke verhaal van de industriële geschiedenis van Oss en omgeving vanaf het eind van de 19de eeuw tot aan nu. Deze geschiedenis werd niet
2 PUBLIEKSBEREIK
alleen verteld door middel van objecten, foto’s, en filmpjes, ook de mensen die bij de verschillende bedrijven hebben gewerkt kwamen aan het woord. De rode draad in de tentoonstelling was de concurrentiestrijd, die zich in Oss afspeelde tussen de verschillende bedrijven die dicht bij elkaar waren gevestigd.
31
MADE IN OSS
Ze beconcurreerden elkaar, maar brachten elkaar daardoor ook tot grote hoogten: bij de margarine-industrie Jurgens en Van den Bergh, bij de vleesverwerkende industrie Hartog en Zwanenberg en op het gebied van de tapijtindustrie Desso en Bergoss. De grote industrieën werden uitgebreid uitgelicht, maar ook de kleinere bedrijven kregen aandacht in de tentoonstelling. Tentoonstelling De tentoonstellingsinrichting bestond uit verschillende onderdelen. Ten eerste was er een metalen buis, zoals die ook wordt gebruikt voor de luchtventilatie in gebouwen, die in de hele tentoonstelling aanwezig was en de tentoonstelling een industrieel karakter gaf. Op, in en aan deze buis werden op verschillende manieren objecten tentoongesteld en werd informatie gegeven. Ten tweede waren er muurschilderingen, gemaakt door de
MADE IN OSS PUBLIEKSBEREIK / EDUCATIE
32
Opening tentoonstelling Made in Oss Ter gelegenheid van de tentoonstelling was er op de dag van de opening een voorbezichtiging voor genodigden, waarna de opening voor het grote publiek plaatsvond in het Jan Cunenpark. De opening bestond uit verschillende onderdelen: openingsmoment met wethouder Jan van Loon, Jan Marijnissen en de Ambassadrice van de Verenigde Staten in Nederland, tevens lid van de familie Hartog en een optreden van Muziekvereniging Hartog. Verder waren er die middag marktkraampjes, picknicktafels omtrent de verschillende industrieën als ontmoetingsplek, kinderactiviteiten, muziek van de Big Band Ravenstein/Mix of Music, Dichtersbent Oss en de Buurtbank van Erfgoed Brabant. De opening was een succes met veel bezoekers, goede organisatie en goede samenwerking met verschillende partijen uit Oss.
kunstenaar Zenk One. In iedere zaal was een muurschildering aangebracht die een belangrijk stukje uit het verhaal dat in de desbetreffende zaal werd verteld, illustreerde. Ten slotte waren er ook een groot aantal objecten, die aan de muur waren bevestigd. Dit waren affiches, ander reclamemateriaal en patroontekeningen van tapijten. Naast Museum Jan Cunen was er ook een aanverwante presentatie in het Stadsarchief Oss. In het stadsarchief ging het voornamelijk om de veranderingen in de stad door de jaren heen. Hoe zagen de oude fabrieken eruit en wat is er nu nog van te zien. In de tentoonstelling waren naast objecten uit de eigen collectie ook bruiklenen te zien van Unilever Nederland, MSD, drukkerij Acket, Ossfloor B.V., transportbedrijf Vos en het Boerenbondmuseum.
Activiteiten voor individueel publiek Bij de tentoonstelling verscheen de gelijknamige publicatie Made in Oss in samenwerking met Uitgeverij Waanders met een tekst van Jos Peeters en Anka van Voorthuijsen, met bijdragen van Aafke de Bruijn en Martine Eerelman en een voorwoord van Nicolette Bartelink. Bij de tentoonstelling Made in Oss. Van vee tot MSD hebben vele activiteiten plaatsgevonden. Om het overzichtelijk te houden hiernaast slechts een opsomming.
2 PUBLIEKSBEREIK
MADE IN OSS PUBLIEKSBEREIK / EDUCATIE
Ga-Loss-Doe-Boekje, een boekje met veel weetjes en kleine opdrachten waarmee kinderen van 8-14 jaar zelf de tentoonstelling konden bekijken. Concurrentiespel-tafel, hier konden bezoekers in de tentoonstelling een spel over de concurrentiestrijd in Oss spelen (afgeleid van ganzenbord). Filmpjes ex-medewerkers over werken in de fabrieken in Oss en de concurrentiestrijd. Deze werden goed ontvangen en het maken ervan leverde veel draagvlak op bij de Osse bevolking. Rabobank ledenactie, een arrangement bestaande uit museumbezoek met rondleiding, stadwandeling met gids, bezoek Stadsarchief met begeleiding, koffie/thee en flesje Spa Blauw. De belangstelling hiervoor was enorm. Zomerworkshop grafitti met Zenk One (kinderen 8-12 jaar). Waarbij kinderen eerst samen met de kunstenaar zijn werk gingen bekijken en vervolgens onder zijn leiding zelf aan de slag gingen. Zomerworkshop animatie (kinderen 8-12 jaar). Hier gingen kinderen animatiefilmpjes maken geïnspireerd op de tentoonstelling
2 PUBLIEKSBEREIK
Rondleidingen, hier was grote belangstelling voor, vooral van mensen uit Oss, families en bedrijven die aandacht kregen in de tentoonstelling. Bedrijfsarrangementen, deze bestond uit een aantal bouwstenen, rondleiding in het museum, koffie / thee in het museum, stadswandeling door Maaslandgilde inclusief bezoek Stadsarchief, lunch/borrel in hotel De Weverij, goodiebags, die naar eigen interesse en voorkeur samengesteld konden worden. Buurtbank in samenwerking met Erfgoed Brabant. Op 5 zondagmiddagen konden (ex)medewerkers van industrieën die aan bod kwamen in de tentoonstelling hun persoonlijke verhaal kwijt over het wel en wee in de fabriek. De resultaten zijn te zien op www.buurtbankbrabant.nl
33
MADE IN OSS PUBLIEKSBEREIK / EDUCATIE
Onderwijs Educatief medewerker Annemarie Schamp heeft met alle middelbare scholen in Oss contact gezocht om de tentoonstelling en mogelijke activiteiten te komen presenteren. Naar aanleiding hiervan hebben op drie scholen gesprekken plaatsgevonden. Alle drie de scholen hebben met een aantal groepen programma’s afgenomen. Het hooghuis loc. TBL heeft met drie groepen (2de jaars) als onderdeel van het wijkproject een rondleiding gekregen door de tentoonstelling en hebben vervolgens het project Zaagtandverband uitgevoerd van het stadsarchief dat over de tapijtindustrie van Oss gaat. Daarbij gingen ze in het Bergosskwartier zoeken naar sporen uit het verleden en hoe de geschiedenis deel uitmaakt in de opbouw van de huidige wijk.
34
Het Hooghuis loc. De Bongerd en loc. De Singel zijn in totaal met met 11 klassen (2de en 3de jaar) geweest. De groep kreeg een interactieve rondleiding en ging zelf aan de slag met het Ga-Loss-Doe Boekje. Het Maaslandcollege heeft op eigen gelegenheid met drie groepen (economie tweetalig) de tentoonstelling bezocht. Na een korte introductie vanuit het museum zijn ze vervolgens zelf met het Ga-Loss- Doe-Boekje de tentoonstelling gaan bekijken. 16 groepen van het Hooghuis Zuid
2 PUBLIEKSBEREIK
MADE IN OSS PUBLIEKSBEREIK / EDUCATIE
en West kregen eerst een interactieve rondleiding door de tentoonstelling en gingen vervolgens in de educatieve ruimte van het museum in kleine groepjes animaties maken over de concurrentiestrijd. Van 20 oktober – 20 november heeft op het Hooghuis loc. Zuid een industrieel weefgetouw uit Duitsland gestaan. Twee ex-medewerkers van Bergoss en Desso hebben verschillende presentaties gegeven. De leerlingen van de school hebben in kleine groepjes onder lestijd uitleg gekregen over de werking van het weefgetouw. Voor volwassenen waren er 2 zondagmiddagen waarop zij het weefgetouw in werking konden zien. Deze zijn goed bezocht met in totaal meer dan 130 bezoekers.
2 PUBLIEKSBEREIK
Twee kleutergroepen van Basisschool ’t Ven uit Rosmalen hebben de tentoonstelling bezocht. Ze hebben verschillende opdrachten gedaan en de tentoonstelling bekeken. De bloemetjes en ruitjeswedstrijd (bovenbouw basisonderwijs), een digitaal lespakket voor het onderwijs over de tapijtindustrie, met daarbij een tekenopdracht met prijsvraag. Museumschatjes (bovenbouw basisonderwijs) is een project van Erfgoed Brabant waarbij klassen gratis en zelfstandig met lesmateriaal een museum gaan bezoeken.
35
MADE IN OSS
36
2 PUBLIEKSBEREIK
2 PUBLIEKSBEREIK
37
overgangszones bij made in oss:
Het project overgangszones is ontstaan vanuit de wens een verbinding te creëren tussen presentaties van lokale geschiedenis en beeldende kunst. Deze overgangszones of ‘crossovers’ kunnen in verschillende vormen worden gerealiseerd. Bijvoorbeeld beeldend kunstenaars werken in opdracht historische thema’s uit, ‘verwerken’ streekhistorische objecten of historisch fotomateriaal in nieuwe installaties of maken een thematische keuze uit de streekhistorische collectie, die wordt getoond in samenhang met hun eigen werk. Door nieuwe beelden te introduceren, wordt op een meer associatieve wijze informatie aangeboden, die de bezoeker kan verleiden tot een andere blik en nieuwe fascinaties. Door deze manier van presenteren kan lokale geschiedenis een actuele en meer dan lokale betekenis en uitstraling krijgen
38
en andersom – beeldende kunst wordt ingebed in een lokale en historische context en er vindt kruisbestuiving plaats in beide richtingen. Bij de tentoonstelling Made in Oss. Van vee tot MSD werden drie overgangszones gemaakt:
2 PUBLIEKSBEREIK
overgangszone 1: Luuk bouwman donker oss 2 oktober 2011 8 januari 2012
2 PUBLIEKSBEREIK
39
LUUK BOUWMAN
Op 29 september 2011 ging de lang verwachte documentaire Donker Oss in de Groene Engel in première. De film werd een aantal malen vertoond in de Groene Engel en trok daarna nog wekenlang volle zalen in Museum Jan Cunen. Waardoor is de Osse criminaliteit ontstaan? Die vraag wordt in de documentaire vanuit veel verschillende perspectieven benaderd: van commentaren uit de sensatiepers tot de criminologie, tot de herinneringen van (kinderen van) betrokkenen. Ingegeven door een persoonlijke fascinatie heeft regisseur Luuk Bouwman – zelf geboren in Oss – uitvoerig research gedaan naar het Osse verleden. Het onderzoek leidde onder andere tot in North Dakota in de Verenigde Staten, waar de nazaten van de in Oss beruchte ‘Baron’ wonen, onder anderen de familie van Berkom (verdacht van grafschennis op het graf van de vermoorde Hoekman). Dit project kan een groot succes genoemd worden. Er kwamen enorm veel bezoekers af op de film, zo’n vijfduizend en de reacties waren uiterst positief. Ook in de pers werd
40
de première van de film Donker Oss goed opgepikt. Één Vandaag besteedde ruim aandacht aan de documentaire, die in dezelfde periode plaats vond als de première van de speelfilm De bende van Oss van regisseur André van Duren. Ook het Nederlands Filmfonds was zo te spreken over de documentaire dat zij een bijdrage hebben gedoneerd, zodat de film nog professioneler kan worden afgemonteerd en in 2013 onderdeel zal vormen van verschillende documentaire filmfestivals. Kijk voor meer informatie over de documentaire op www.donkeross.nl.
2 PUBLIEKSBEREIK
OVERGANGSZONE 2: Ottmar hörl bullock 26 juni 2011 26 juli 2011
2 PUBLIEKSBEREIK
41
Ottmar hörl
Al in 2010 startte de samenwerking tussen Museum Jan Cunen en de Duitse kunstenaar Ottmar Hörl (Nauheim, 1950). Opdracht was een installatie te ontwikkelen als overgangszone bij de tentoonstelling Made in Oss. Van vee tot MSD. Ottmar Hörl maakte in het centrum van Oss een installatie bestaand uit 150 levensgrote gouden ossenkoppen. Deze kunstwerken werden vanaf 26 juni 2011 gedurende enkele weken getoond aan de gevels van gebouwen in het centrum, waar mogelijk aan de gevels van industriegebouwen van vroeger en nu. De ossenkoppen symboliseren de betere financiële tijden die de industrie in Oss hopelijk tegemoet gaat. Het was voor Museum Jan Cunen en de gemeente Oss de eerste keer dat er zo grootschalig een sociaal kunstproject werd georganiseerd. Ottmar Hörl is van mening dat kunstwerken inspiratie en levendigheid moeten uitstralen van het hier en nu. Het is dan ook niet de eerste keer dat de kunstenaar zo grootschalig te werk gaat. Al eerder was er werk van hem te zien in München, Berlijn en Athene. Zijn sculpturen, die vaak levensgroot zijn, maken vooral veel indruk door de grote hoeveelheid ervan. Zo zette hij in Neurenberg - de geboorteplaats van Albrecht Dürer- maar liefst 7000 groene replica’s van Dürers bekende haas in de stad. Hij veranderde het centrum van de stad in een groen gebied van maar liefst 2.500 m2. De keuze voor de beeltenis van de beelden heeft vaak een belangrijke symbolische waarde. In Athene bijvoorbeeld koos hij voor de uil, het teken van de godin Athene, in Berlijn koos hij voor de beer uit de Berlijnse vlag. Deze grootscheepse projecten zijn kenmerkend voor Hörl’s werk. In Oss trok de installatie met ossenkoppen veel belangstelling, onder andere via de media, met name het Brabants dagblad en DTV maar in een later stadium ook de Telegraaf en het Parool. Veel publiciteit ging uit naar het stelen van
42
een aantal ossenkoppen. In overleg met de kunstenaar werd het project daarom eerder dan gepland gestopt. In Oss en daarbuiten is een aantal van de ossenkoppen aangekocht door enthousiaste bedrijven en particulieren. Er is zelfs een exemplaar verscheept naar Canada, waar een geboren Ossenaar een slagerij heeft. In het Brabants Dagblad zal in 2012 een rubriek volgen waarin interviews gehouden worden met de trotse bezitters van een gouden ossenkop. Naar aanleiding van dit project kregen we het verzoek van Speciaalbierbrouwerij Oijen om de ossenkop af te beelden op een speciaalbier. De kunstenaar was enthousiast over dit voorstel. Op de opening werd het speciaalbier geschonken.
2 PUBLIEKSBEREIK
OVERGANGSZONE 3: Marion verboom work on paper 26 juni 2011 20 november 2011
2 PUBLIEKSBEREIK
43
Marion verboom
Om ook in de tentoonstelling binnen het museum een overgangszone te creëren is de keuze gevallen op de Franse kunstenaar Marion Verboom (1983). Haar werk omvat sculpturen, foto’s en tekeningen, werken die veelal doen denken aan maquetteachtige vormen en utopische eclectische constructies, die bestaan uit een hybride samensmelting van architectonische en kunsthistorische stijlen. Deze tentoonstelling, getiteld Work on paper richtte zich enkel op haar tekeningen. In haar tekeningen is Verboom in staat om individuele architectonische vormen te isoleren, te bestuderen en samen te brengen tot een nieuw geheel. De gefragmenteerde compositie van deze individuele vormen kunnen dan ook gelezen worden als suggesties voor bouwpakketten, waarbij het aan de aanschouwer is om vanuit deze individuele vormen nieuwe mentale projecties van utopische urbane systemen te creëren. Deze openheid en vraag om hernieuwde betekenisvorming is een terugkerend element in al Verbooms werken. Een hernieuwde betekenis die veelal balanceert tussen pure geometrische
44
vorm, kunsthistorische herkenning en utopische architectuur. Ook in 2011 reageerden de bezoekers positief op de bijdragen van hedendaagse kunstenaars in de tentoonstelling. Dat bleek bij regelmatige navraag en ook ongevraagd uit de enthousiaste reacties in het gastenboek.
2 PUBLIEKSBEREIK
REQUIEM VOOR VINCENT II, OTTMAR HÖRL 26 JUNI 2011 25 NOVEMBER 2011
2 PUBLIEKSBEREIK
45
REQUIEM VOOR VINCENT II
In de tentoonstelling Requiem voor Vincent II verwees Ottmar Hörl naar de zonnebloemen van Vincent van Gogh. Hij maakte in 2005 foto’s in een zonnebloemenveld, door op een ronddraaiend wiel een camera te plaatsten. Hij zegt er het volgende over: De fotoconcepten ontstaan uit het idee dat ikzelf bij het maken van een foto de onzekere factor ben. Ik fotografeer altijd iets dat ik al ken of dat me vertrouwd is. Ik wilde een foto maken die ik nog niet kende. De Lego sculpturen uit 2006 wekten de indruk vreemde energiebronnen te zijn, een soort UFO’s; ze hebben een eigen aura van rust. Maar kunnen Lego steentjes wel ‘bouwmateriaal’ voor beelden zijn? Hörl zegt: Als beeldhouwer is het mijn doel om materiaal dat een vaste betekenis heeft zo te gebruiken dat die oorspronkelijke betekenis wordt veranderd. In 2009 begon Ottmar Hörl met de
46
serie Annotations, reproducties van overbekende schilderijen waaraan hij een element toevoegt. Het zijn wat hem betreft niet ‘overschilderingen’, maar eerder aanpassingen aan onze tijd. Zijn stelling is dat we veel schilderijen alleen uit museumcatalogi en van ansichtkaarten kennen. In de stellingen met nepcactussen uit 2011 speelt Hörl met de spanning tussen het natuurlijke en het kunstmatige. Je ziet meteen dat de cactussen nep zijn, maar toch is het moeilijk om eraf te blijven, om niet te checken of de stekels pijn doen. De cactussen maken duidelijk dat tegenwoordig bijna alles wat door de natuur gemaakt is reproduceerbaar is.
2 PUBLIEKSBEREIK
PIZZERIA VASARI GIJS FRIELING T/M DECEMBER 2012
2 PUBLIEKSBEREIK
47
PIZZERIA VASARI
Voor Museum Jan Cunen vervaardigde Gijs Frieling de muurschildering Pizzeria Vasari in de trouwzaal van het museum. Deze vormt een persoonlijke kunstgeschiedenis met kunstwerken en bronnen waar Frieling door geïnspireerd is. Zijn werk is een vloeiend geheel van diverse inspiraties en interpretaties geworden. Hij citeert kunstenaars die hij persoonlijk bewondert van Cézanne en Hugo van der Goes tot Hirschorn en Gilbert & George en refereert tevens aan science fiction films als Avatar en Terminator II. Hij volgde hiermee de kunstenaar Fransje Killaars op wiens werk vanaf 2009 te zien was in dezelfde ruimte. Frieling (1966) refereert vaak aan de wereld om hem heen. Hij laat zich inspireren door andere kunstenaars, kunsthistorische thema’s, religieuze rituelen, filosofie, films en literatuur. Pizzeria Vasari is op een intuïtieve manier tot stand gekomen, zo is een nieuwe kijk op onze kunstgeschiedenis ontstaan, die hij aan de ene kant verpersoonlijkt, maar aan de andere kant universeel maakt. Het werk kent een groot ornamenteel en ambachtelijk karakter. Frieling ontwikkelde een eigen beeldtaal waarin het gebaar en beweging van het
48
schilderen zelf een belangrijke plaats inneemt. Belangrijk is ook het tijdelijke karakter van een muurschildering die na verloop van tijd weer verdwijnt. Het oproepen van een bepaalde sfeer vormt een essentieel element van het werk. Het moet een ervaring zijn voor de bezoeker. Of zoals hij het zelf beschrijft: Ik wil dat mensen zich welkom voelen en alles rustig kunnen bekijken, tegelijkertijd wil ik een gevoel van onuitputtelijkheid oproepen.
2 PUBLIEKSBEREIK
PIZZERIA VASARI PUBLIEKSBEREIK / EDUCATIE
Documentaire Om het bijzondere werkproces en de totstandkoming van de muurschildering Pizzeria Vasari vast te kunnen leggen hebben we filmer Alan Boom gevraagd dit proces vast te leggen om er een film van te maken. Gijs Frieling beschouwt de totstandkoming van de muurschildering, die zes weken in beslag nam als een essentieel onderdeel van het werk. In de film is te zien hoe Gijs en assistenten eerst verschillende onderlagen aanbrengen om vervolgens de aanzet voor de eerste voorstellingslaag aan te brengen. Met grote concentratie word er laag over laag gewerkt. Deze beelden worden versneden met beelden van een interview met Gijs Frieling waarin hij dieper ingaat op zijn inspiratiebronnen en beweegredenen. De film is te zien in de Trouwzaal zelf, zodat bezoekers direct toegang hebben tot deze achtergrondinformatie. Boek Museum Jan Cunen had de sterke wens om het unieke project Pizzeria Vasari in een publicatie vast te leggen. De twee belangrijkste redenen daarvoor waren: - het voor de ‘eeuwigheid’ vastleggen
2 PUBLIEKSBEREIK
van een niet permanent project - Het duiden van de rijkdom aan (kunsthistorische) referenties die de muurschildering rijk is. De eerste helft van het boek bestaat uit overzichtsfoto’s van de muurschilderingen die worden afgewisseld met detailopnames. Daarnaast zijn er foto’s opgenomen van de kunstenaar en zijn assistenten aan het werk. Ook bevat het eerste deel een interview van kunstcriticus Manon Braat met Gijs Frieling. In het tweede deel van het boek worden de referenties geduid. Naast het beeld wordt in een korte tekst nog meer achtergrondinformatie geboden. De Ingreep Ieder jaar organiseert Museum Jan Cunen een Ingreep in samenwerking met literair productiehuis De Wintertuin uit Nijmegen. Hierbij worden dichters en/of schrijvers gevraagd in poëzie of literatuur te reageren op de tentoonstelling, in dit geval, Pizzeria Vasari. Dit mondt uit in een ‘schaduwcatalogus’ en in een bijzondere middag, waar het werk wordt voorgedragen en er veel moois valt te beleven voor liefhebbers van beeldenden kunst en literatuur en poëzie.
49
Lezing in samenwerking met de Vrije Academie Docente drs. Frederike Upmeijer van de Vrije Academie gaf een lezing in het museum. Een unieke lezing, want de luisteraar bevond zich ín het kunstwerk. Upmeier ging vanuit kunsthistorisch perspectief dieper in op de persoonlijke kunstgeschiedenis van Frieling. Wonderbeeld Speciaal voor kinderen van 4- 7 jaar jaar is de theatervoorstelling ‘Wonderbeeld’ ontwikkeld. Het decor van deze voorstelling is de muurschildering Pizzeria Vasari. De voorstelling gaat over een kunstenaar die prachtig kan schilderen. Wanneer hij alles heeft geschilderd wat er op de wereld bestaat, wil hij méér. Hij besluit een beeld te maken. Hij weet alleen niet dat dit beeld zijn leven volledig op zijn kop zet. Tijdens de voorstelling bekijken de kinderen de bijzondere muurschilderingen van Gijs Frieling met andere ogen en wordt hun eigen fantasie geprikkeld. De voorstelling is gemaakt door de Rotterdamse theatermaker Maarten Bakker die veel op locatie theater voor kinderen en jongeren maakt. Stickerspel voor kinderen Een sticker- en opdrachtenvel met diverse doe- en kijkopdrachten ontwikkeld voor kinderen tussen
50
de 8 en 12 jaar. Ze gaan echt ín het kunstwerk aan de slag met het stickervel, een kijk- en vergelijkopdracht en maken een eigen stripverhaal. O Sole Mio - Podcast Met dit programma worden jongeren van bovenbouw VMBO/HAVO/ VWO uitgedaagd om een muzikale compositie te maken bij een fragment uit de muurschildering. De muurschildering van Gijs Frieling kan worden gezien als een collage van zijn eigen inspiratiebronnen. Zoals zijn helden uit de kunstgeschiedenis en science fiction films. De jongeren gaan de muurschildering eerst zelf bekijken en vervolgens onder begeleiding van een museumdocent bespreken wat er allemaal te zien is, welke verhalen worden verteld en welke sferen er aanwezig zijn. Daarna krijgen ze een filmpje te zien waarin Gijs Frieling vertelt hoe belangrijk muziek is bij zijn werk en door welke muziek hij zich laat inspireren. Tijdens de workshop kiezen de jongeren een detail van de muurschildering dat hen aanspreekt en gaan ze onder leiding van een professionele DJ in groepjes een collage maken van liedjes van hun eigen muzikale helden middels het programma GarageBand. Na de workshop keert de groep terug naar
de trouwzaal om daar de composities te beluisteren en te bespreken bij de muurschildering. Overig Klassen CKV van het Mondriaancollege bezochten Pizzeria Vasari op eigen gelegenheid, daarbij ondersteund door materiaal dat door hun eigen docent is ontwikkeld. Tevens maakte Pizzeria Vasari dit jaar onderdeel uit van het OKVO programma voor het basisonderwijs en de theaterklas van het Mondriaan College maakte in kleine groepjes een scène bij details uit de muurschildering. Deze presenteerden ze op 7 juni in de Trouwzaal.
2 PUBLIEKSBEREIK
jeanne oostingprijzen 2011 9 oktober 2011 8 januari 2012
2 PUBLIEKSBEREIK
51
jeanne oosting prijzen
Sinds 1970 worden er jaarlijks twee prestigieuze prijzen uitgereikt door de Jeanne Oosting Stichting. Een voor de figuratieve schilderkunst en een voor de figuratieve aquarelleerkunst. Naar aanleiding van de prijsuitreiking van 2011 vond de tentoonstelling dit maal plaats in Museum Jan Cunen. Winnaars waren Sara van der Heide voor haar aquarellen en Ad Gerritsen voor zijn schilderkunst. De jury, die dit jaar bestond uit kunstenaars Erik Mattijssen, Ronald Ophuis en Natasja Kensmil, was onder de indruk van de vele onopgesmukte portretten van Ad Gerritsen en van Van der Heides geëngageerde zoektocht naar de betekenis die beelden hebben in onze tijd.
52
2 PUBLIEKSBEREIK
harmen de hoop 4 december 2011 26 februari 2012
2 PUBLIEKSBEREIK
53
Harmen de hoop
Harmen de Hoop (1959) doet kleine, op het eerste gezicht vaak onopvallende ingrepen in de openbare ruimte, die een vervreemdend effect hebben op de argeloze voorbijganger. Een verkeersbord dat een snelheidslimiet van 45 aangeeft, een plukje onkruid op de stoep waar een bordje ‘water geven’ bij staat, bronzen beelden die door De Hoop zijn ge-updatet met smiley stickers, ballonnen, vlaggen of maskers. Zijn werk is vaak licht en humoristisch van toon. Toch kaart hij serieuze zaken aan: Ik wil niet zomaar grappig zijn, het gaat om de absurdheid van het bestaan. De tentoonstelling Harmen de Hoop bood een overzicht van vijftien jaar kunstenaarspraktijk. Met behulp van foto’s, drukwerk, installaties, film en geluid wordt zijn werk in het museum getoond.
54
2 PUBLIEKSBEREIK
Harmen de hoop PUBLIEKSBEREIK / EDUCATIE
Vreemde spreuken In december 2011 hebben vijf eerstejaars havo klassen van Het Hooghuis, locatie Titus Brandsma Lyceum de tentoonstelling van Harmen de Hoop bezocht. Na een interactieve rondleiding door de tentoonstelling gingen de leerlingen zelf aan de slag met de grafisch vormgevers van Sinds 1416 uit Arnhem. Zij daagden de leerlingen uit om met bestaande woorden en zinnen uit kranten, nieuwe reclamespreuken te maken met een vreemde betekenis, geïnspireerd op de kunstwerken van Harmen de Hoop. Museum Jan Cunen heeft samen met de vormgevers de vijf beste ‘woordspelingen’ geselecteerd. Om het project nog beter aan te laten sluiten bij de tentoonstelling en het vervreemdende effect van de reclamespreuken te vergroten, waren deze vanaf 12 januari 2012 gedurende 2 weken op spandoeken te zien in het stadion van FC Oss. Met behulp van posters in het stadion, op de toiletten en in de kantine werd duidelijk gemaakt, welke achtergrond deze bijzondere spandoeken hadden. De leerlingen kregen tevens vrijkaartjes, waardoor ze zelf ook de spandoeken in het stadion konden bewonderen. 2 PUBLIEKSBEREIK
Artwijs Artwijs is een debat programma voor middelbare scholieren over beeldende kunst. Het is een landelijk educatief product speciaal ontwikkeld voor kunstmusea. Dit keer werd Artwijs uitgevoerd bij werk van Harmen de Hoop en hedendaagse beeldende kunst in het algemeen. Het Hooghuis locatie TBL heeft met 9 klassen HAVO/VWO deelgenomen aan dit programma. In het museum werden de leerlingen in kleine groepjes bij de tentoonstelling van Harmen de Hoop met prikkelende stellingen uitgedaagd hun mening over hedendaagse kunst te verwoorden. Artwijs eindigde met een groot debat op school, waar naast stellingen over werk van Harmen de Hoop ook meer algemene stellingen over hedendaagse kunst aan de orde kwamen. Deze stellingen werden in korte uitdagende filmpjes voorgedragen door bekende Nederlanders als Sarah Kroos, Daphne Bunskoek en Eddy Zoe. Het debat stond onder de bezielende leiding van Willem Alkema (presentator van RTV Oost en programmamaker bij de VPRO).
55
2.2 overige educatieve activiteiten
Muziek- en cultuurfestival Muze Misse Performances en rondleidingen in het museum en het park 3 juli 2011 Muze Misse is al jaren een zeer succesvol gratis muziek- en cultuurfestival dat in het begin van de zomer plaatsvindt in het Jan Cunenpark achter het museum. Ook dit jaar was het weer een drukte van belang, met vele duizenden bezoekers. Speciaal voor dit festival opende het museum haar deuren aan de parkkant, waardoor toegang tot het museum rechtstreeks vanaf het festivalterrein mogelijk was. Vele festivalgangers wisten het museum te vinden. Op het programma stond: • Gratis theatervoorstelling voor kinderen tussen de 4 en 10 jaar door het hele museum • Gratis kunstactiviteit in het park aansluitend bij de tentoonstelling Made in Oss.Van vee tot MSD • Doorlopend gratis rondleidingen op zaal voor bezoekers. Veel mensen gaven aan dit erg prettig te vinden om zo meer inzicht te krijgen in de tentoonstellingen en activiteiten van het museum • Kijkopdrachten voor kinderen onder begeleiding van museumdocenten • Zie ook www.muzemisse.nl
56
Popstijl 4 september 2011 Voor Popstijl, een middag in het Jan Cunenpark voor kinderen tot 12 jaar, had Ingrid Friesen een workshop ontwikkeld. De kinderen konden doorlopend meewerken aan een heel lange tekening geïnspireerd op de tentoonstelling Made in Oss. Van vee tot MSD. Op zaal stond een museumdocent om kinderen te begeleiden bij het bekijken van de tentoonstelling. Open monumentendag 10 en 11 september 2011 De villa waarin Museum Jan Cunen is gehuisvest, werd in 1888 gebouwd voor de Osse industrieel Arnold van den Bergh, een van de grondleggers van het huidige Unilever. Op zaterdg en zondag werden er gratis rondleidingen georganiseerd door het gebouw en de tentoonstelling Made in Oss. Van vee tot MSD. Op zondag vond de première plaats van de theatervoorstelling Wonderbeeld, die gemaakt is bij de schildering Pizzeria Vasari. Ken de kunstenaar In samenwerking met Muzelinck, centrum voor de kunsten is een reeks workshops gegeven aan leerlingen VMBO- praktijkonderwijs van Het Hooghuis locatie De Singel. In drie periodes van zes weken gingen steeds acht leerlingen van het 2e en 3e leerjaar aan de slag. Inzet was om met het museum en haar medewerkers én de praktijk van het kunstenaarschap kennis te maken. Door middel van museumbezoek, atelierbezoek en workshops passeerden verschillende kunstvormen en kunstenaars de revue die in een presentatiemarkt voor ouders en medeleerlingen nog eens werden nabesproken. Dit alles met het doel kennis te maken met diverse kunstdisciplines en hiermee actief aan de slag te gaan, om zo waardering te krijgen voor wat een ander maakt.
2 PUBLIEKSBEREIK
Museumschool De Museumschool is een langlopend project dat ieder schooljaar plaatsvindt in speciale museumlokalen van Het Hooghuis locatie West. Als voorbereiding krijgen leerlingen VMBO van de richting Vorm en Ambacht, twee maanden lang één dag in de week les van de directeur en conservator van het museum, de behoud- en beheermedewerker, de educatief medewerker en technisch medewerker. In de lokalen die in januari 2010 waren ingericht, zijn in 2011 workshops gegeven door modeontwerper Bas Kosters en door beeldend kunstenaar Erwin Dijkhoff. De lokalen zijn daarna in 2011 opnieuw ingericht door een groep van 9 leerlingen in samenwerking met de kunstenaars Paul Klemann, Rieneke de Vries en Daniël Nijveld. Het thema van de tentoonstellingen was Identiteit. Gratis zondagmiddagrondleidingen Onder druk van de bezuinigingen 2 PUBLIEKSBEREIK
zijn vanaf maart 2011 de gratis zondagmiddagrondleidingen gestopt. VWO Research Leerlingen VWO uit de eerste klassen van het Mondriaancollege hebben uitleg gekregen van de conservator over onderzoek doen in een museum. Ter afsluiting van het project hebben de leerlingen temidden van de schildering van Pizzeria Vasari hun eigen onderzoek gepresenteerd. Educatie (doorlopend) De Bovenkamer. Dit is een ruimte in het museum die zicht biedt op de gedachte- en/of belevingswereld van de kunstenaar(s) die op dat moment in het museum exposeren. De Bovenkamer wordt ingericht door de kunstenaar zelf en heeft hierdoor per tentoonstelling een andere vorm en uitstraling. Naast getoonde inspiratiebronnen (films, boeken en/of afbeeldingen) van de kunstenaar, wordt er soms gekozen om interviews met de kunstenaars 57
te tonen of ontwerpschetsen van de totstandkoming van de werken of de opbouw van de tentoonstelling. Goed gemutst Kunsthoeden met kijk- en doe opdrachten. Voor ouders met kinderen in de leeftijd 8-12. Deze opdrachten worden per tentoonstelling aangepast. Fotospeurtocht Een speurtocht door het gebouw waarbij kinderen veel te weten komen over de geschiedenis van het gebouw. Voor ouders met kinderen in de leeftijd van 8-12. Het hoofd van de kunstenaar Een kunst-stripboek met begeleidende les voor bovenbouw van het basisonderwijs. Lijnkijken Een spelvorm om kunstwerken intensiever te bekijken en te leren om verschillende beeldaspecten te
58
herkennen en te benoemen. Zowel voor kinderen als voor volwassenen. Kijkwijzer Deze wordt bij elke tentoonstelling ontwikkeld oor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Door middel van kijk- en eigen meningvragen worden leerlingen uitgedaagd de tentoonstelling intensiever te bekijken. De antwoorden kunnen worden gebruikt voor een CKVverslag. Gratis als hand out mee te nemen. Zaalteksten Gratis hand out ter verdieping op de tentoonstellingen. Kunstrelatietest Hiermee kun je testen hoe goed je op de hoogte bent van de voorkeuren op het gebied van kunst van degene met wie je het museum bezoekt. Rondleidingen Bij elke tentoonstelling op aanvraag te boeken.
2 PUBLIEKSBEREIK
3 marketing & communicatie
De afdeling Communicatie van Museum Jan Cunen kijkt met behulp van het jaarverslag terug op het jaar 2011. Het verslag biedt een overzicht van de ingezette communicatiemiddelen en de merkbare invloeden hiervan. Diverse resultaten zijn onderbouwd door gegevens uit de bezoekersregistratie van zowel het museum als de internetsite www.museumjancunen.nl. Dankzij de subsidie van de Provincie Noord-Brabant was er in het jaar 2011 voldoende budget voor diverse communicatiedoeleinden. We zijn hier efficiënt mee omgegaan door de middelen zo effectief mogelijk in te zetten en tegelijkertijd te investeren in de toekomst. De huisstijl is verder doorontwikkeld in de communicatieuitingen. Het gebruik van social media is naar een hoger niveau gebracht in samenwerking met Communicatiebureau Mr. Harder uit Amsterdam.
3 marketing & communicatie
59
3.1 digitale communicatie
Website De website is het meest effectieve communicatiemiddel van Museum Jan Cunen. Het beheer is eenvoudig en kost weinig tijd, maar het bereik is groot. Afgelopen jaar is er veel aandacht besteed aan de promotie van de site. Met resultaat: het aantal bezoeken is met 15,03% gestegen t.o.v. het jaar 2010. Actief beheer heeft ertoe geleid dat bezoekers van de site tijdig de gewenste informatie kunnen raadplegen. Daarnaast is er veel afwisseling van informatie op zowel de homepage als de onderliggende pagina’s. Dit houdt de site voor de bezoeker interessant en afwisselend waardoor de site vaker geraadpleegd is dan voorheen.
Rapportage websitebezoek Google Analytics Vergelijking periode 4 december 2010 4 december 2011 met de periode 3 dec. 2009 - 3 december 2010: Het dashboard laat duidelijk de ºpieken en dalen van het websitebezoek zien. Hieruit is op te maken dat er aan het begin en einde van een tentoonstelling een stijging is in het aantal bezoeken. Voorbeeld: Made in Oss. Van vee tot MSD. Start: 26 juni 2011, 122 bezoeken tot zelfs 148 op 29 juni. Einde: 20 november 2011, 131 bezoeken. Dit is een flinke stijging t.o.v. het gemiddelde aantal bezoeken van 75,4 per dag.
Dashboard
1 januari t/m 4 december 2011
60
3 marketing & communicatie
Bovenstaand de meest geraadpleegde pagina’s. Duidelijke favorieten zijn de homepage en de algemene informatiepagina. Dit is te verklaren door de informatie over de openingstijden, entree en eerstvolgende evenementen van het museum die daar te vinden zijn.
3 marketing & communicatie
61
daagse kunst -w den he
lw.collectieon ww lin
19de - eeuwse
en
w.collectieon ww lin
daagse kunst -w den he
seumjancune .mu n.n ww
le.n
daagse kunst -w den he
w.collectieon ww lin
le.n
19de - eeuwse
en daagse kunst -w den he
seumjancune .mu n.n ww
l-
seumjancune .mu n.n ww
l-
le.n
19de - eeuwse
en
62
w.collectieon ww lin
Het brieflogo is aangepast met een aantal nieuwe gegevens waaronder www.collectieonline.nl en de tekst ‘entree gratis’ is verwijderd vanwege de entreeprijzen die vanaf 2012 geheven worden.
seumjancune .mu n.n ww
l-
De huisstijl zoals terug te vinden op de site, in brief- en geschenkpapier en op de enveloppen is in 2010 ontworpen door ontwerpbureau Sinds 1416. In 2011 is daar een uitbreiding op gekomen in de vorm van logostickers in vier gekleurde varianten voor op de cadeauverpakking van geschenken uit de museumwinkel. Deze kleuren zijn niet officieel in de huisstijl opgenomen, maar enkel voor dit product gekozen.
en
3.2 grafische richtlijnen
Inmiddels heeft het Facebook-account Jan Cunen 1420 vrienden en het account Museum Jan Cunen heeft 360 ‘likes’, wat veel meer waarde heeft dan het aantal vrienden van Jan Cunen. De ‘likers’ zijn oprecht geïnteresseerden die ook regelmatig reageren op Facebookberichten van het museum en de nieuwsitems en evenementen in de gaten houden. Momenteel worden er dagelijks updates gedaan op Facebook en Twitter. Vooral op Twitter moet het aantal berichten (tweets) fors omhoog, willen we meer aandacht krijgen van potentiële volgers en daarmee bezoekers van het museum. Met minimaal tien tweets per dag bereik je pas het nodige aantal twitteraars om herkenbaarheid te genereren. Ook zorgt dit ervoor dat je in zoekmachines hoger in de lijst komt te staan.
19de - eeuwse
Het communicatiebureau Mr. Harder is gespecialiseerd op het gebied van social media. Museum Jan Cunen heeft het bureau ingeschakeld om de trendontwikkeling op dit gebied in de gaten te houden en de meest nieuwe trends die nuttig zijn voor het museum door te spelen. Er vond in 2011 tweewekelijks een online overleg plaats waarin de laatste ontwikkelingen werden besproken. Hierdoor is het gebruik van QR-codes door het museum toegenomen. En maken we meer en effectiever gebruik van Twitter en Facebook voor de promotie van
tentoonstellingen met behulp van acties, fotomateriaal en meer interactie met de volgers/vrienden van Museum Jan Cunen. Er is in 2011 meer tijd in het beheer van de social media pagina’s gestoken, wat zich terugverdient in grotere naamsbekendheid van het museum.
le.n
Social media In 2010 is de basis gelegd voor het gebruik van social media. Afgelopen jaar is dit uitgebreid met actieve accounts bij o.a. Foursquare en MIMOA (mi modern architecture). Dit zijn sites gericht op de vindbaarheid van het museum. Als men in Oss inlogt op een van de sites, laten deze Apps automatisch de locatie van het museum zien en geven ze meer informatie over bijvoorbeeld het museumgebouw.
3 marketing & communicatie
3.3 pers
Free Publicity Dit is één van de belangrijkste communicatiekanalen van het museum. Het onderhouden van perscontacten en het goed bijhouden van de persverzendlijst is dan ook van grote waarde. In 2011 is er gemiddeld één persbericht per week verstuurd. Vooral lokale en regionale pers is aangeschreven, vanwege het lokale karakter van onder andere de tentoonstelling Made in Oss. Van vee tot MSD. Dit heeft ook nieuwe bezoekers de weg naar het museum doen vinden. Op landelijk gebied was de aandacht er betrekkelijk minder voor het museum. Opvallend was dat de diefstal van meerdere ossenkoppen wél de landelijke pers haalde in tegenstelling tot diverse tentoonstellingen (waaronder de installatie van de gouden ossenkoppen) die deze aandacht meer verdiend hadden. Het contact met de lokale en regionale pers is de afgelopen jaren versterkt en er is een goede band ontstaan waardoor journalisten en fotografen ook zelf het museum benaderde voor nieuwsitems. Ook dit heeft zijn vruchten afgeworpen in 2011. De activiteiten en tentoonstellingen in het museum kregen zowel in de kranten als op tv veel aandacht. Meeliftend op de publiciteit van de film De Bende van Oss heeft de documentaire Donker Oss erg veel (nieuwe) bezoekers naar het museum gebracht.
kun je gratis evenementen toevoegen aan de kalender. Op de site van het Nationaal Historisch museum kun je tentoonstellingen promoten die aansluiten op de vooraf bepaalde thema’s van de site, bijvoorbeeld ‘het gezinsleven in de jaren ‘30’. Advertising Tegen betaling zijn er diverse communicatiemiddelen ingezet. Het grootste deel bestaat uit advertenties in kranten, daarnaast zijn er straatabri’s en stationsabri’s ingezet. Ook is er veel drukwerk verspreid onder de vaste contactpersonen van het museum. Veelal bestaande uit uitnodigingen, posters en kaarten. Een ander soort van promotie is het aanbieden van onze activiteiten op de 50-plus informatiemarkt in Oss. Samen met het Stadsarchief hebben we hier een kraam gehuurd. Het hoofddoel hiervan is het vergroten van bekendheid van het museum in de gemeente. Met zo’n 37.690 45-plussers (44,8% van de totale bevolking) in de Gemeente Oss is dit een belangrijke doelgroep om actief te benaderen.
De perslijst van Museum Jan Cunen is dit jaar weer volledig geüpdate met nieuwe, relevante adressen van onder andere tijdschriften en tv-omroepen en diverse bestaande contacten zijn juist aangepast. Daarnaast heeft er een uitbreiding plaatsgevonden met adressen van regionale middelbare scholen tot landelijke universiteiten. Museum Jan Cunen heeft daarnaast meer aan promotie gedaan op gratis sites waaronder www.centrumoss.nl en de site van het Nationaal Historisch Museum. Op de eerstgenoemde site 3 marketing & communicatie
63
3.4 communicatie middelen per tentoonstelling
Hieronder een lijst met ingezette communicatiemiddelen per tentoonstelling en de meest opvallende reacties hierop. Voordeel in 2011 was het ruime budget, met de tentoonstelling Made in Oss. Van vee tot MSD als grootste project. Dit is terug te zien in het aantal communicatiemiddelen, maar ook in de positieve gevolgen hiervan met betrekking tot bezoekersaantallen en reacties van (regionale) pers. Van een aantal middelen hadden we meer verwacht, denk aan het Ga-loss-doe-boekje, het gedichtenboekje en de ansichtkaarten van Zenk One. De diverse media die gebruikt zijn, hebben wel direct geholpen in de bekendheid van de tentoonstelling. Net als de hoeveelheid en tijdsduur van de ingezette communicatie-/ promotiemiddelen. Betoverende landschappen - 19de eeuwse collectie Persberichten Uitnodigingskaarten Banners Opvallend: Bezoekersaantallen site stijgen. Veel geboekte rondleidingen. Onderwerp spreekt enorm aan. Veel interesse vanuit regionale pers, inclusief filmpje DTV Veel interesse nationale pers. MJCTV Persberichten Uitnodigingskaarten Banners Opvallend: Bezoekersaantallen site stijgen Interesse vanuit regionale pers Made in Oss. Van vee tot MSD Persberichten Banners Stationabri’s
64
Straatabri’s Posters Uitnodigingskaarten Uitnodiging (gevouwen) Algemene folder tentoonstelling Folder groepsarrangementen Katern in Brabants Dagblad Ga-loss-doe-boekje Gedichtenboekje Ansichtkaarten Zenk One Stickers Advertentie in Ondernemersbelang, septembereditie Social media (Twitter, Facebook) Boek Made in Oss. Van vee tot MSD Stressballen (varkens met logo) Social media (Twitter, Facebook) Website Opvallend: Bezoekersaantallen site stijgen Veel reacties op katern Onderwerp spreekt enorm aan Veel interesse vanuit regionale pers Positieve reacties vanuit educatie
3 marketing & communicatie
Overgangszones (Ottmar Hörl en Marion Verboom) Persberichten Uitnodigingskaarten Tentoonstellingskaarten/flyers Folder locaties Folder Ottmar Hörl Verkoop kunstwerken Ottmar Hörl Verkoop boek Ottmar Hörl Social media (Twitter, Facebook, Foursquare) Website Opvallend: Geen aandacht van landelijke pers bij het plaatsen van koppen, wel bij diefstal van koppen Reacties op twitter-oproep naar aanleiding van gestolen koppen Positieve reacties van Ossenaren en ondernemers (vervolgactie Makelaar) Verkoop beelden loopt goed Veel interesse vanuit regionale pers Donker Oss Persberichten Posters Flyers Uitnodigingsbrief voor première Social media (Twitter, Facebook) Website
3 marketing & communicatie
Opvallend: Erg veel bezoekers en positieve reacties. Verkoop dvd loopt goed. Veel interesse vanuit de regionale pers. Jeanne Oostingprijs (Ad Gerritsen en Sarah van der Heide) Persberichten Uitnodigingskaarten Uitnodiging (gevouwen) Social media (Twitter, Facebook) Website Opvallend: Niet veel bezoekers. Nauwelijks reacties van bezoek en/of pers Harmen de Hoop Persberichten Uitnodigingskaarten Banners Posters Flyers Social media (Twitter, Facebook) Website Opvallend: Niet veel bezoekers bij de opening Weinig reacties van bezoek en/of pers Wel positieve reacties vanuit educatie
65
3.5 conclusie en aanbevelingen voor 2012
In 2011 waren de belangrijkste veranderingen en resultaten op het gebied van marketing en communicatie: Actief beheer heeft ervoor gezorgd dat het aantal bezoeken op www.museumjancunen.nl met 15,03% is gestegen t.o.v. het jaar 2010. De homepage wordt het meeste bezocht. Door de samenwerking met communicatiebureau Mr. Harder is het gebruik van QR-codes door het museum toegenomen. En maken we meer en effectiever gebruik van Twitter en Facebook. De inzet van Twitter en Facebook moet echter nog frequenter. Er is daarnaast veel meer interactie nodig om mensen te blijven interesseren voor het museum binnen het sociale netwerk.
kunnen betekenen in de promotie van een tentoonstelling. Alleen een kritisch onderzoek kan echter het daadwerkelijke bereik van media aantonen en of mensen hierdoor echt geprikkeld raken om een bezoek te brengen aan het museum of dat het andere factoren betreft. Daarnaast is het belangrijk om alert te blijven op de ontwikkelingen op het gebied van social media. Al wordt de doelgroep er niet direct mee bereikt, de bekendheid van het museum zal er zeker baat bij hebben, wat uiteindelijk ook bezoekers en media-aandacht oplevert.
Ontwerpbureau Sinds 1416 heeft stickers voor het museum ontworpen. Ook is het logo aangepast voor 2012. Het krijgen van free publicity is per tentoonstelling en medium verschillend. De lokale en regionale pers nemen in de meeste gevallen de berichtgeving van het museum wel op in hun medium. Landelijk krijgt het museum weinig aandacht, 19de-eeuwse kunst doet het wel goed. Gratis websites worden meer gebruikt voor promotiedoeleinden. Het resultaat hiervan is echter (nog) niet gemeten.
MJCTV2
Korte films bij werKen uit de collectie OPENING ZONDAG 20 MAART 2011 – 15.00 UUR
De veelvoudige en langdurige inzet van communicatiemiddelen bij de tentoonstelling Made in Oss. Van vee tot MSD. en de documentaire Donker Oss heeft veel (nieuwe) bezoekers getrokken. Uiteraard is het thema en het lokale karakter van de tentoonstelling evenals de promotie rondom de film De Bende van Oss de meest voor de hand liggende oorzaak van het grote succes.
MJCtV2
Vooral de tentoonstelling Made in Oss. Van vee tot MSD toont duidelijk aan wat communicatiemiddelen 66
3 marketing & communicatie
4. bijlagen
Op het personele vlak bracht 2011 een aantal veranderingen met zich mee. Vanwege de subsidies van de Provincie Noord-Brabant was een aantal tijdelijke parttime medewerkers werkzaam.
4.1 personeels samenstelling Directie Drs. Nicolette Bartelink Tentoonstellingen, onderzoek en collectie Drs. Marjan van Heteren, conservator Drs. Fleur Junier, conservator Drs. Nikkie Herberigs, projectmedewerker (tijdelijke aanstelling) Drs. Merel van den Nieuwenhof, projectmedewerker (tijdelijke aanstelling) Drs. Jos Peeters, projectmedewerker (tijdelijke aanstelling) Collectiebeheer Marianne Nouwen, medewerker collecties en tentoonstellingen Educatie Aafke de Bruijn, educator Karin Schipper, educator (tijdelijke aanstelling) Drs. Janneke Gilsing, educator en projectmedewerker (tijdelijke aanstelling)
4.2 ADVIESCOMMISSIE
4 bijlagen
Daniël Nijveld, stagiaire educatie (oktober 2010 februari 2011) Maaike Delver, stagiaire educatie (september 2010 juli 2011) Marketing & Communicatie Sarah Puozzo, (tijdelijke aanstelling) Drs. Saskia Meijs (tijdelijke aanstelling) Bedrijfsvoering Drs. Karina Mamikonjan Sjannie Waalen (tijdelijke aanstelling) Technische dienst Henk Kobussen, medewerker technische dienst Leo van den Heuvel, medewerker technische dienst (op oproepbasis) Ton van Schadewijk, medewerker technische dienst (op oproepbasis) Secretariaat Ans de Mol, medewerker secretariaat
De Adviescommissie van Museum Jan Cunen fungeert als klankbord voor de directie en adviseert gevraagd en ongevraagd het College van B&W over alle zaken die het museum betreffen.
Receptie Johanna de Bruyne, receptioniste en telefoniste Willie Ploegmakers, receptioniste en telefoniste Ans Kersten, receptioniste en telefoniste Weekendmedewerkers Kyra de Grauw, gastvrouw Ton van Schadewijk, gastheer Angela Schuitenmaker, gastvrouw Sjannie Waalen, gastvrouw Floor Wagemakers, gastvrouw Museumdocenten Ernie Bossman Lonneke Burgers Sofie Fest Monique van Holten Merel van den Nieuwenhof Annemarie Schamp Marie-Louise van Schinkel Els Smeets Mieke Soree Yolanda Versteegen Ingrid Friesen Kitty Kweens De Adviescommissie bestond in 2011 uit de leden: Pieter de Dreu Kelly van Gessel Frank Lubbers (voorzitter) Melissa de Vreede
67
4.3 STICHTING VRIENDEN MUSEUM JAN CUNEN
Bestuurszaken Samenstelling van het bestuur: Theo Janssen (voorzitter) Margriet Mineur (secretaris) Frits Prijs (penningmeester) Jacques Willemen (notulist) Frans Bruna (lid) Ninka ten Bosch (lid) Aantal leden Het aantal leden bedroeg in 2011: 220. Bestuursvergaderingen Naast de vele informele contacten is het bestuur 6 maal bijeen geweest: 0501, 16-02, 20-04, 15-06, 31-08, 09-11. Hoofdthema’s in de bestuursvergaderingen • De groei van het aantal en de betrokkenheid van de Vrienden bij het museum.º • Communicatie naar de Vrienden. • Relatie Vrienden – Museum Jan Cunen • Organisatie Vriendenmiddag, resp. • Avonden • Organisatie één- , meerdaagse kunst reizen Op de website van het museum presenteert zich ook de Vriendenkring. Samen met de afdeling communicatie wordt hieraan vorm gegeven. De Vriendenmiddagen en -avonden, welke op 10 januari, 26 juni en 14 september plaatsvonden, trokken respectievelijk 25, 50 en 40 deelnemers.
68
Excursies Onder redelijke belangstelling vond zaterdag 16 april de voorjaarsexcursie naar het Groninger museum plaats. 35 vrienden hebben een 4 daags bezoek aan Nancy en Metz gebracht. Charles Bastings verzorgde de introductie avond op 29 september. Het zeer gevarieerd programma van Art Nouveau met (glas)kunst en architectuur en het bezoek aan het Centre Pompidou in Metz oogstte veel waardering. Een blijvend aandachtspunt is de vraag hoe de Vrienden te betrekken bij de activiteiten van de Stichting, alsook het werven van nieuwe Vrienden. Gedacht wordt om de Service Clubs bij onze activiteiten te betrekken, alsmede om een bedrijfslidmaatschap mogelijk te maken. Hierdoor zal meer financiële armslag voor de Vrienden ontstaan. Dit laatste is dringend gewenst gezien de bezuinigingen van de Gemeente Oss en het doel van de Vrienden om de collectie in stand te houden en mogelijk uit te breiden. De samenwerking met de directie en medewerkers van het museum was ook dit jaar weer bijzonder goed en constructief. Theo Janssen voorzitter
4 bijlagen
4.4 BEZOEKERS AANTALLEN 2009
2010
2011
Primair Onderwijs
1.573
2.516
1.916
Voortgezet onderwijs VMBO HAVO VWO CKV individueel* (VMBO/HAVO/VWO)
2.857
4.888
3.914
Museum Jan Cunen
HBO Begeleiders Rondleidingen Individueel Subtotaal Stadsarchief Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs Individueel Subtotaal Totaal
2.358 250 422 1.858
3.096 543 275
300
163 520 1.149
185 577 700
17.108 21.838
18.190 27.426
18.831 26.123
1.572 672
1.769 293
5.953 8.197
6.119
5.514 7.576
30.035
33.545
33.699
Websites Museumjancunen.nl Stadsarchiefoss.nl Ossecanon.nl Collectieonline.nl
27.024 9.460 6.198 3.209
* De individuele CKV bezoeken zijn in 2011 opgenomen bij bezoekers individueel.
4 bijlagen
69
4.4 COLOFON
Tekst Nicolette Bartelink, Aafke de Bruijn, Janneke Gilsing, Marjan van Heteren, Fleur Junier, Saskia Meijs, Jos Peeters, Karin Schipper Fotografie Peter Cox, Eindhoven Liza Wolters Afdeling educatie Museum Jan Cunen Vormgeving Sinds 1416 Reprografie Gemeente Oss
70
4 bijlagen
71