MULTIFUNCTIONEEL CENTRUM VERBLIJF, DAGOPVANG, BEGELEIDING KONINKLIJK ORTHOPEDAGOGISCH CENTRUM SINT-GREGORIUS BROEDERS VAN LIEFDE

MULTIFUNCTIONEEL CENTRUM VERBLIJF, DAGOPVANG, BEGELEIDING KONINKLIJK ORTHOPEDAGOGISCH CENTRUM SINT-GREGORIUS

BROEDERS VAN LIEFDE Jules Destréelaan 67 9050 Gentbrugge Tel. 09 210 00 00 • Fax 09 210 01 00 • IBAN BE84 4469 5035 9159 • BIC KREDBEBB E-mail [email protected] • Site www.sint-gregorius.be

De instelling behoort tot de vzw Provincialaat der Broeders van Liefde • Stropstraat 119 – 9000 Gent Erkend en gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap

Inhoudstafel Woord vooraf ____________________________________________________________________ p. 3 Hoofdstuk 1: Algemeen 1.1. Korte historiek ________________________________________________________________ p. 1.2. Organogram _________________________________________________________________ p. 1.3. Overzicht van de directie _____________________________________________________ p. 1.4. Grondplan van het centrum __________________________________________________ p.

4 5 7 7

Hoofdstuk 2: Algemene info: MFC-werking 2.1. Stelsels van opvang, begeleiding en behandeling _____________________________ p. 9 2.2. Afdelingswerking: een overzicht ______________________________________________ p. 9 2.3. Individuele handelingsplanning – begeleidingsteam ___________________________ p. 10 2.4. Begeleiding vanuit de leefgroepssituatie ______________________________________ p. 11 2.5. Psychische begeleiding en behandeling ______________________________________ p. 12 2.6. Therapeutische begeleiding en behandeling __________________________________ p. 13 2.7. Medische begeleiding en behandeling _______________________________________ p. 14 2.8. Samenwerking met het gezin _________________________________________________ p. 15 2.9. Vakantie- en weekendwerking, continue werking _____________________________ p. 16 2.10. Pastorale werking ___________________________________________________________ p. 17 Hoofdstuk 3: Wat als je je zoon/dochter inschrijft in het MFC 3.1. Inschrijving in het Vlaams Agentschap _________________________________________ p. 18 3.2. Protocol en Charter __________________________________________________________ p. 18 3.3. Financiële bijdrage voor ouders – facturatie ___________________________________ p. 18 3.4. Registratie van aan- en afwezigheden ________________________________________ p. 19 3.5. Familiale verzekering _________________________________________________________ p. 20 3.6. Vervoer ______________________________________________________________________ p. 20 3.7. Allerlei _______________________________________________________________________ p. 21 Hoofdstuk 4: Wat als er iets fout loopt? _____________________________________________ p. 24 Hoofdstuk 5: Inspraak en participatie van cliënten _________________________________ p. 25

Infobrochure MFC Sint-Gregorius, 01/09/2015

2

Woord vooraf

Beste ouders Beste verantwoordelijke

Van harte welkom in ons centrum! Deze brochure heeft als bedoeling je wegwijs te maken in het dagelijks reilen en zeilen van ons centrum. Natuurlijk kan ze ook door je zoon of dochter gelezen worden … het gaat tenslotte om hen! De brochure bestaat uit twee delen:  Deel 1: basisbrochure met alle praktische informatie.  Deel 2: bijlage met de namen van het begeleidingsteam van je kind. Deze wordt je half september opgestuurd, wanneer organisatorisch alles is afgestemd. Dit boekje probeert volledige informatie te verschaffen, al kunnen we hierin onmogelijk alles vertellen. In de loop van het werkjaar ontvang je daarom regelmatig bijkomende informatie vanuit het centrum (per post of meegegeven met jullie zoon/dochter). Ook op de Facebook-pagina van het KOC Sint-Gregorius(www.facebook.com/KOCsintgregorius) posten we wekelijks berichtjes omtrent grote en kleine gebeurtenissen die het leven op onze campus kleur geven. Een aanrader! Tenslotte willen we je van harte uitnodigen om al je vragen, ideeën en bedenkingen omtrent de dienstverlening door te geven aan de betrokken medewerkers. Met vriendelijke groeten en hopend op een aangename samenwerking! Namens het MFC-directieteam

Siska Van Houtte Pedagogisch directeur

Petra Matthys Adm.- logistiek directeur

Marnix Polfliet Agogisch directeur

Christa Heyse Algemeen directeur

Deze brochure kan je ook raadplegen op onze website www.sint-gregorius.be, onder “documenten”. Hier vind je ook andere documenten die onze werking beschrijven, zoals o.m. het Charter Collectieve Rechten en Plichten, procedures die opname, IHP, klachtbehandeling regelen e.d.


3

Hoofdstuk 1. Algemeen

1.1. KORTE HISTORIEK Sint-Gregorius werd gesticht door de Broeders van Liefde op 17 maart 1825 als één van de eerste scholen in België en Europa voor kinderen met een handicap. Aanvankelijk was er enkel een afdeling voor dove kinderen. In de loop van de geschiedenis heeft het aanbod zich verder ontwikkeld en zijn er naast dove kinderen ook andere doelgroepen opgenomen: - kinderen met een spraak-, taal- en leerstoornis (vanaf de jaren 1920); - kinderen met een neuro-motorische handicap (vanaf 1951); - kinderen en adolescenten met een gedrags- en emotionele problematiek (vanaf 1979): - en kinderen en adolescenten met autismespectrumstoornissen (vanaf 1997). Het Koninklijk Orthopedagogisch Centrum Sint-Gregorius heeft van in het begin een internationale uitstraling gekend. Verschillende wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van de opvoeding van kinderen met een ontwikkelingsprobleem werden mee bepaald door onderzoek in Sint-Gregorius. Deze oriëntatie op onderzoek, vernieuwing en programma-ontwikkeling is nog steeds aanwezig. Centraal in de doelstellingen en de werkvormen van het Koninklijk Orthopedagogisch Centrum Sint-Gregorius staan kwaliteit en engagement. Voor elk kind wordt nagegaan welke begeleidings- en onderwijsprogramma’s het best aangepast zijn. Hiervoor zijn veel specialisten aanwezig. Ouders spelen een belangrijke rol in de manier waarop moet gewerkt worden: ouders zijn de eerste verantwoordelijken in de opvoeding van hun kinderen. Bijna twee eeuwen na de stichting van Sint-Gregorius blijven medewerkers de geest van de stichting door de Broeders van Liefde trouw: engagement om kinderen met een bemoeilijkte ontwikkeling toch kansen tot emancipatie te geven. Dit engagement is christelijk geïnspireerd en wetenschappelijk onderbouwd. Het Koninklijk Orthopedagogisch Centrum Sint-Gregorius heeft een prachtige ligging in de Jules Destréelaan te Gentbrugge, volop tussen het groen en toch niet ver van de stad: ideaal voor de vorming en opleiding van jonge mensen die elk op hun eigen unieke wijze initiatief en verantwoordelijkheid moeten nemen in de wereld van morgen. Het huidige Koninklijk Orthopedagogisch Centrum Sint-Gregorius bestaat uit drie entiteiten: - een Multifunctioneel Centrum (MFC) met verblijf, schoolaanvullende dagopvang, schoolvervangende dagopvang (dagbesteding) en mobiele of ambulante begeleiding, - buitengewoon kleuter- en lager onderwijs (BuBaO), - buitengewoon secundair onderwijs (BuSO). Deze informatiebrochure gaat in de eerste plaats over de werking van het MFC. De centrale opdracht van het MFC is opvang, begeleiding en behandeling geven aan kinderen, jongeren en jongvolwassenen met een handicap.

1.2. ORGANOGRAM Het Koninklijk Orthopedagogisch Centrum is een dienstverleningscentrum voor onderwijs, opvoeding, begeleiding en behandeling. Om goed te functioneren, dit wil zeggen: om doeltreffend en doelgericht te zijn, is een goede organisatie nodig. Het organogram (op de volgende pagina) geeft in grote lijnen weer hoe de diensten en groepen medewerkers georganiseerd zijn, d.w.z. ten opzichte van wie hiërarchisch moet gerapporteerd worden. In dit organogram is zowel het MFC St.-Gregorius als het Orthoagogisch Centrum De Beweging opgenomen. Dit is een voorziening die zich richt tot volwassen personen met een handicap. Het MFC deelt met dit OC hetzelfde directieteam. Elk organogram is evenwel een momentopname. De organisatiestructuur dient immers dynamisch te zijn om een antwoord te kunnen bieden op de vragen van de omgeving, de cliënten en het personeel. Om je wegwijs te maken bij dit organogram bespreken we kort de belangrijkste hoofdlijnen van de MFC-organisatie: 1. Het MFC en beide scholen ressorteren onder de inrichtende macht Provincialaat der Broeders van Liefde. 2. Het MFC bestaat uit drie departementen: het pedagogisch departement, het logistiekadministratief departement en het algemene departement. 3. Binnen het pedagogisch departement wordt de zorg voor de jongeren georganiseerd binnen verschillende pedagogische afdelingen (verdeling op basis van zorggroepen). 4. Elke pedagogische afdeling (A, B, B-GOL, C-lager, C-sec, D) beschikt over eigen “middelen”: een multidisciplinair samengestelde personeelsgroep (onder begeleiding van een afdelingsteam) en eigen infrastructuur – hulpmiddelen. 5. Naast de afdelingswerking zijn er in het pedagogisch departement enkele centrale diensten die ondersteuning bieden aan alle afdelingen (medische dienst, nachtopvoeders). 6. Het logistiek–administratief departement bestaat uit verschillende diensten die ondersteuning bieden aan het zorgproces. 7. Het algemene departement – onder rechtstreeks leiding van de algemeen directeur – omvat algemeen ondersteunende diensten als pastoraal, informatica, preventie, … 8. Het MFC werkt intensief samen met de scholen (met evenwel een autonome werking) die gelegen zijn op de campus en met enkele externe reguliere scholen. Legende bij het organogram 

Een afdelingsteam (zie ook p. 9) zorgt voor de (bege)leiding van een pedagogische afdeling en is samengesteld uit volgende personen.



Per afdeling is er een afdelingscoördinator aangesteld.


5


6

1.3. OVERZICHT VAN DE DIRECTIE Zoals je merkt op het organogram bestaat de directie uit vier leden: een algemeen directeur en drie departementele directeurs. Op datum van 1 september 2015 nemen volgende personen nemen deze functies waar: 

algemeen directeur :

Christa Heyse,



administratief-logistiek directeur:

Petra Matthys,



pedagogisch directeur (voor MFC) :

Siska Van Houtte,



agogisch directeur (voor OC):

Marnix Polfliet.

De directie is bereikbaar via de directiemedewerkers: 09/210 00 00 of [email protected].

1.4. GRONDPLAN VAN HET CENTRUM Op volgend grondplan vind je een overzicht van de diverse gebouwen op onze campus. Ten gevolge van bouwwerken kan deze situatie tijdelijk wijzigen. De slaapgelegenheden bevinden zich (met uitzondering van sector V) op de eerste verdieping, en staan als dusdanig niet vermeld. De therapielokalen van de ergotherapeuten en de logopedisten bevinden zich op de eerste verdieping boven de grootkeuken en kineruimte. De burelen van de diverse afdelingsteamleden (orthopedagogen, psychologen, maatschappelijk assistenten, opvoeder - groepschefs) bevinden zich niet centraal, maar zijn zoveel mogelijk gegroepeerd in de omgeving van de betrokken leefgroepen. De leefgroepen zijn genummerd volgens de resp. afdeling en het bijbehorende leefgroepcijfer bvb. D10 staat voor leefgroep 10 binnen afdeling D (cf. 2.2). Grondplan 

Sector Z : leefruimtes 25, 28, Thuisbegeleidingsdienst Kwadrant, garages;





Sector Y : - Gelijkvloers: inkomhal, receptie, spreekkamers, leefruimte 14, feestzaal, grootkeuken, kinesitherapie, burelen AT afdeling B, leefgroep 30, kapel, medische dienst, leefruimtes 20, 21, 22, 23 en 24, pastorale dienst, magazijn, communiteit, leefruimte 29; - Verdieping: burelen paramedici, slaapkamers leefgroep 29; Sector X : het administratief gebouw;



Sector W : de sporthal, leefruimtes 32 en 33, Leefklas, wasserij, personeelscafetaria;



Sector V : leefruimtes 15, 17, 18 en 19, en nachtverblijven van deze leefgroepen;



Sector U : - gelijkvloers : leefruimtes 9, 10, 11, 12, 13 en 31; klassen, ateliers en turnzaal BuSO; - verdieping : nachtverblijven leefgroepen 9, 10, 11, 12, 13 en 31; klassen BuSO; nachtverblijven leefgroepen 22 en 32; Sector T : bakkerij, tuinbouw, ateliers van het observatiejaar en magazijnmedewerker, serres afdeling tuinbouw, technische dienst en tuindienst;

 

Sector S : stookplaats wasserij, serre OV 2 + observatiejaar, garage TD, garages, hoogspanningslokaal;



Sector R : de klassen BuBaO-school + containerklassen;



Sector Q : leefruimtes en nachtverblijven van leefgroepen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 26 en 27.


7

W X


Z

Q

R

Y

1

U

3

V

2

T S

Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de nieuwbouw voor BuBaO, school voor buitengewoon basis-onderwijs op onze campus. Nog in de loop van dit schooljaar zal BuBaO hier zijn intrek kunnen nemen.

8

Hoofdstuk 2. Algemene info - MFC-werking 2.1. STELSELS VAN OPVANG, BEGELEIDING EN BEHANDELING In het kader van Multifunctionele Centra wordt het aanbod van de voorziening zo soepel mogelijk ingezet om zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de ondersteuningsnoden van de jongeren en hun gezin of familiale context. Deze centra bieden soepele trajecten gebaseerd op verblijf, dagopvang en begeleiding. De trajecten met beschrijving van de modules, start- en einddatum, combinaties van modules,… worden vastgelegd in het protocol van verblijf, behandeling of begeleiding: 

Met verblijf wordt de nachtopvang in een residentiële context bedoeld, met inbegrip van de noodzakelijke permanentie, begeleiding en behandeling, desgevallend dus ook therapeutische interventies.



Met schoolaanvullende dagopvang wordt bedoeld: een aantal uren opvang overdag, zonder schoolvervangend karakter. Het gaat dus om de opvang buiten de schooluren, met inbegrip van de noodzakelijke permanentie, begeleiding en behandeling, en desgevallend ook therapeutische interventies.



Met schoolvervangende dagopvang (ook dagbesteding genoemd) wordt bedoeld: het aanbieden van schoolvervangende activiteiten. Het gaat dus om opvang binnen de schooluren, waarbij er een alternatief programma wordt aangeboden. Deze opvang dient aangeboden in samenwerking en in afstemming met een onderwijsinstelling.



Met begeleiding wordt vooral de ondersteuning van de context (thuissituatie) en de secundaire opvoedingsmilieus bedoeld. Het gaat in principe om mobiele begeleiding in de thuissituatie en het secundaire opvoedingsmilieu. Noot: Per volledig uur wordt een mobiele begeleiding geregistreerd. Een begeleidingsmoment kan dus bestaan uit meerdere begeleidingsuren. Mobiele begeleidingen die op de campus doorgaan van het KOC Sint-Gregorius (school en MFC) worden niet aangerekend. Begeleidingen buiten de campus (thuis of elders) worden steeds aangerekend maar beperkt tot één begeleiding per begeleidingsmoment. Enkel bij voltijds verblijf worden mobiele begeleidingen niet aangerekend. In elke andere situatie worden mobiele begeleidingen wel aangerekend.

Deze functies kunnen aangeboden worden in verschillende frequenties en met verschillende duur. Het MFC bepaalt in samenspraak met het cliëntsysteem welke functie op welk moment voor welke periode kan ingezet worden. Let wel: bij jongeren geplaatst via Bijzondere Jeugdzorg, dienen de nodige afspraken gemaakt met de plaatsende instanties (Jeugdrechtbank). De individuele dienstverleningsovereenkomst of IDO, die is opgenomen in het digitaal dossier, vermeldt in detail de functie(s) waarvan de cliënt op dat moment gebruik maakt.

2.2. AFDELINGSWERKING: EEN OVERZICHT Het MFC is ingedeeld in vier grote afdelingen (met subafdelingen) volgens zorggroep. Elke afdeling wordt (be)geleid door een afdelingsteam, bestaande uit één of meerdere orthopedago(o)g(en) (OP), één of meerdere maatschappelijk assistent(en) (MA), een opvoeder-groepschef (OG) en een mogelijke afvaardiging vanuit de paramedici. Infobrochure MFC Sint-Gregorius, 01/09/2015

9

Een overzicht: Naargelang de aard van de zorgen worden de gebruikers opgevangen in één van de zes volgende afdelingen: 

Afdeling A: Jongeren en adolescenten met een auditieve handicap;



Afdeling B: Kinderen, jongeren en adolescenten met een autisme-spectrumstoornis (ASS);



Afdeling B-GOL: Jongeren met ASS die gewoon onderwijs buiten de campus volgen (GOL staat voor: “Gewoon Onderwijs Leerlingen”), en jongeren met ASS die in het BuSO opleidingsvorm 4 volgen;



Afdeling C-lager: Kinderen met een gedrags- en/of een emotionele problematiek (GES) en/of een taalproblematiek die Buitengewoon Lager Onderwijs T3 volgen, en kleuterwerking GES en ASS;



Afdeling C-secundair: Jongeren met GES die Buitengewoon Secundair Onderwijs T3 volgen;



Afdeling D: Kinderen, jongeren en adolescenten met een neuro-motorische handicap.

De belangrijkste samenwerkingsverbanden wat betreft zorg voor kinderen en jongeren zijn: 

Het MFC Sint-Jozef te Zwijnaarde is onze partner in de zorg en biedt dienstverlening naar kinderen/jongeren met een mentale handicap welke uitermate complementair is met deze van het MFC Sint-Gregorius;



De dienst voor thuisbegeleiding Kwadrant is het resultaat van een samenwerking tussen de “MIGES-voorzieningen” (voorzieningen voor minderjarigen met GES) en richt zich tot de gezinnen van kinderen en jongeren met gedrags- en/of emotionele stoornissen.



Voor de zorggroep jongeren met een auditieve handicap wordt samengewerkt met het MFC Sint-Lievenspoort.



Tenslotte werkt het MFC Sint-Gregorius nauw samen met de scholen voor buitengewoon lager en secundair onderwijs die op dezelfde campus gelegen zijn, en scholen voor gewoon onderwijs in de buurt.

2.3. INDIVIDUELE HANDELINGSPLANNING - BEGELEIDINGSTEAM Binnen het Multifunctioneel Centrum hebben we een werking van individuele handelingsplanning (ook wel IHP genoemd). Dit wil zeggen dat we regelmatig rond elke jongere samen zitten met het ganse team. We plannen een IHP twee maal per jaar. Het team bestaat zowel uit mensen actief binnen de school als MFC-medewerkers. We spreken over een multidisciplinair team. Van dit team maken de opvoeder, leerkracht, therapeut en een lid van het afdelingsteam deel uit. Deze laatste is de IHP-coördinator. Ouders worden verwacht op deze bespreking. Zij worden ruim vooraf geïnformeerd over de plaats en het moment van bespreking en krijgen ook de kans zich op het gesprek voor te bereiden. Jongeren die het laatste jaar van hun opleiding in de BuSO-school voltooien, sluiten eveneens aan bij de bespreking. De jongeren bereiden het IHP voor samen met de individuele begeleider/opvoeder. Infobrochure MFC Sint-Gregorius, 01/09/2015

10

De bedoeling van een IHP is om samen te bespreken hoe het met de jongere gaat, om een goed beeld te vormen van wat hij/zij nodig heeft aan specifieke begeleiding, onderwijs en behandeling. Er worden afspraken gemaakt over de doelstellingen die men wil bereiken, over de manier waarop men dit wil bereiken, over wie wat gaat doen en dergelijke meer. Voor elke jongere wordt een begeleidingsplan uitgeschreven en uitgevoerd. Indien de ouders aanwezig zijn op de bespreking ontvangen zij een geschreven verslag van de bespreking. De jongeren nemen samen met de opvoeder het verslag van de bespreking door. Tussentijdse opvolging van de IHP-bespreking vindt zeer regelmatig plaats en daarin is de plaats van de IHP-coördinator fundamenteel. Het individuele handelingsplan van je zoon of dochter wordt gecoördineerd door de IHP-coördinator. De IHP-coördinator is iemand van het afdelingsteam (orthopedagoog, psycholoog, opvoeder-groepschef, maatschappelijk assistent). Je kan bij hem/haar altijd terecht voor vragen aangaande de specifieke begeleiding en behandeling van je zoon/dochter. In de loop van september ontvang je een overzicht van alle medewerkers die met jullie zoon/dochter werken (begeleidingsteam en afdelingsteam). Daarop staat eveneens vermeld wie de IHP–coördinator van het handelingsplan is.

2.4. BEGELEIDING VANUIT DE LEEFGROEPSITUATIE In elk van deze afdelingen vind je leefgroepen terug die meestal zowel jongeren in verblijf als in schoolaanvullende dagopvang begeleiden. Elke leefgroep wordt doorgaans geleid door drie opvoed(st)ers, met ondersteuning en begeleiding van een hoofdopvoeder en een opvoeder-groepschef. In de leefgroepen bouwen we samen met de kinderen en jongeren een aangenaam en veilig leefklimaat op door aandacht te hebben voor de werking binnen de groep, voor elk kind of jongere afzonderlijk, door een aangepast begeleidings- en ontspanningsprogramma (individueel en in groep), door duidelijke afspraken en leefregels. De dagindeling verloopt in een vast ritme van opstaan, wassen, ontbijten, zich klaar maken voor school, activiteiten volgen, vaardigheden inoefenen, studeren, vrije tijd, ... Binnen dit klimaat probeert de groepsleiding oog te hebben voor de noden van de kinderen. Binnen het leefgroepsteam wordt er zowel groepsgebonden als individueel gewerkt naar de aanwezige jongeren. Het systematisch individueel werken wordt opgenomen door de Individuele Begeleider (IB) bvb. ondersteunende gesprekken, begeleiden naar vrije tijd, … Binnen het leefgroepwerkplan wordt er beschreven welke doelstellingen worden nagestreefd en via welke methodieken deze uitgevoerd en geëvalueerd worden. Voorbeelden van doelstellingen zijn o.a.:  komen tot een leeftijdsaangepaste vrijetijdsinvulling;  volbrengen en slagen in de studies;  aanleren van gepaste sociale vaardigheden in conflictsituaties;  streven naar een zo hoog mogelijke zelfredzaamheid;  …


11

Groepsleiding, afdelingsteam, paramedici en leerkrachten werken zoveel mogelijk in teamverband. In samenspraak met het kind of de jongere zelf, de ouders en alle teamleden zoeken wij mogelijke antwoorden op problemen of noodsituaties. Binnen het centrum zijn er drie vormen van leefgroepen operationeel: 1.

continue leefgroep: leefgroep die gans het kalenderjaar open is (ook in weekenden vakantieperiodes);

2.

niet-continue leefgroep: leefgroep die open is gedurende het schooljaar van (zondagavond) maandagochtend tot vrijdagavond;

3.

weekendgroep: leefgroep die alle weekends (incl. verlengde weekends) open is.

Deze leefgroepen zijn als volgt verdeeld over de verschillende afdelingen: Afdeling A

Afdeling B

Afdeling B-GOL

Afdeling D

Afdeling C-lager

Afdeling C-secundair

Enkel week

3

8

4

9

4

4

Week én weekend

---

---

---

---

Spiegel (Scheldewindeke)

---

Enkel weekend

1 weekendgroep, gemeenschappelijk ingericht voor vier afdelingen

---

1 weekendgroep

2.5. PSYCHISCHE BEGELEIDING EN - BEHANDELING Binnen het MFC is psychosociale begeleiding van de jongeren een fundamenteel onderdeel van het begeleidingspakket. Met psychosociale begeleiding worden verschillende doelstellingen beoogd:  systematisch positieve aandacht geven aan de jongere;  ondersteuning geven van de jongere zijn/haar positief zelfbeeld;  stimuleren van positief gedrag;  de jongeren inzichten bijbrengen in problematische situaties;  impulscontrole;  … Deze psychosociale begeleiding wordt systematisch opgenomen door de individuele begeleider (IB) of aandachtsopvoeder. Waar mogelijk wordt dit intensiever opgenomen door de IHP-coördinator (zie 2.3.) of iemand van het afdelingsteam. Voor jongeren die nood hebben aan een meer diepgaande psychische begeleiding (psychotherapie) kan binnen de afdelingen een psychotherapeut de begeleiding op zich nemen. Dit zal echter enkel bij bepaalde specifieke vragen worden opgenomen (en nadat blijkt dat bovenstaande vormen van begeleiding onvoldoende invloed blijken te hebben), vermits het aanbod beperkt is. Samen met de ouders zoekt het begeleidend team naar een verklaring voor specifieke psychische of gedragsproblemen. De begeleiding en behandeling van ernstige psychische problemen vindt plaats onder supervisie van de psychiater.


12

Voor de begeleiding kan, na onderling overleg, ook samengewerkt worden met of verwezen worden naar een Centrum Geestelijke Gezondheidszorg in eigen buurt of gemeente of naar een gezinsbegeleidingscentrum, of naar een psychiater/psycholoog naar eigen keuze.

2.6. THERAPEUTISCHE BEGELEIDING EN BEHANDELING 

Inleiding Op het overzicht van het voltallig begeleidingsteam vind je de namen terug van de paramedici, die instaan voor de therapeutische begeleiding van je zoon of dochter. Dit overzicht ontvang je in september. Op basis van de dossiergegevens (vroegere onderzoeken, behandelingen…) en een eerste screeningsonderzoek wordt er beslist wie welke therapie krijgt. Elke therapeut stelt een therapieplan op per jongere, vanuit de vraag “met welke doelen voor ogen en via welke methodiek behandel ik deze jongere?"



Overzicht paramedici De paramedici zijn elk verbonden aan een pedagogische afdeling. Op het overzicht waarvan hierboven sprake staan ook de namen van de therapeuten die werkzaam zijn binnen elke afdeling.



Korte beschrijving van de diverse paramedische therapieën We beschrijven kort de mogelijke inhoud van de diverse therapieën. Ergotherapie Het therapeutisch handelingsplan kan volgende doelstellingen omvatten: o

het ondersteunen en verbeteren van rekenvoorwaarden en vaardigheden; het (denkend) handelen en het inzichtelijk aspect worden benadrukt;

o

nauwkeuriger en kritisch leren waarnemen;

o

het plangedrag systematisch inoefenen (in tijd, ruimte, zelfbeheersing, ...);

o

het ondersteunen van de schrijfmotoriek;

o

het stimuleren van het geheugen;

o

ADL-training (Activiteiten van het Dagelijks Leven) zoals zichzelf aan- en uitkleden, hygiëne, alleen kunnen eten en eenvoudige huishoudelijke activiteiten, …;

o

fysieke training zoals fijne vingermotoriek, grijpfunctie, enz.;

o

het inoefenen van deelvaardigheden van een complexe handeling;

o

het aanleren van zelfinstructie-technieken aan kinderen om zich te leren beheersen (o.a. bij kinderen met een ADHD-problematiek).

Er wordt eveneens aandacht geschonken aan de algemene leervoorwaarden, zoals aandacht, concentratie, taakspanning en opdrachtrijpheid.

Kinesitherapie De motorische en psychomotorische mogelijkheden van het kind worden onderzocht, zowel op het vlak van de grove als van de fijne motoriek. Infobrochure MFC Sint-Gregorius, 01/09/2015

13

Indien dit nodig blijkt, wordt daarna gewerkt aan het verbeteren van de verschillende functies zoals o.a. een beter lichaamsbesef, beheersen van de beweging en de houding, een beter inzicht in de ruimtelijke dimensies - een beter besef van de tijd - de concentratie enz. Bij kinderen met motorische moeilijkheden van de D-afdeling wordt met verschillende neurologische oefenmethoden gewerkt om de houdings- en bewegingsmogelijkheden op te drijven of te behouden. Ook het onderhouden en/of verbeteren van de ademhalingsfuncties is zeer belangrijk. Bij kinderen en adolescenten met gedrags- en emotionele problematiek is het hanteren van relaxatie- en ontspanningstechnieken een prioriteit. Logopedie Als ouder ben je begaan met de spraak- en taalontwikkeling van jouw kind. Misschien vraag je je af of de tussenkomst van een logopedist(e) al dan niet is aangewezen. Problemen met het spreken, de taal, het stemgebruik, het lezen en het schrijven mogen nooit afzonderlijk bekeken worden, maar dienen geplaatst in de algemene ontwikkeling van je kind. Aan de hand van onderzoeken bepaalt het logopedisch team of verdere specifieke begeleiding noodzakelijk is. Audiologie (vnl. binnen afdeling A) o o o o o

o

afstemmen hoortoestellen; gehooronderzoek; aanpassen individuele hulpmiddelen; opvolging cochleaire implant; voor fitting en in geval van defect van de spraakprocessor of andere uitwendige delen, word je verwezen naar het CI-fittingscentrum of het ziekenhuis waar de implantatie uitgevoerd werd; …

Verantwoordelijke hulpmiddelen (vnl. binnen afdeling D) o o o

aanpassen individuele hulpmiddelen; tegemoetkomingen naar hulpmiddelen (in samenwerking met maatschappelijk assistent); …

2.7. MEDISCHE BEGELEIDING EN BEHANDELING Binnen het MFC is er één centrale medische dienst, niet verbonden aan een specifieke afdeling. Een team van artsen onderzoekt op regelmatige basis de cliënten van het MFC. Indien de betrokken arts tijdens deze onderzoeken geen bijzonderheden vaststelt, dan zal je vanuit de medische dienst geen bericht ontvangen. Indien dit echter wel het geval is, wordt telkens een schrijven meegegeven met je zoon/dochter met vermelding van de vastgestelde diagnose en de verder te nemen stappen of adviezen inzake de verdere behandeling. Wanneer je kind ziek wordt en/of koorts maakt, kan het overdag verblijven op de medische dienst, of in de eigen individuele slaapkamer indien permanent toezicht niet hoeft en er geen besmettingsgevaar is. De huisarts komt regelmatig langs, onderzoekt je kind, stelt de diagnose vast en geeft een passende behandeling. Ouders worden zo vlug mogelijk op de hoogte gebracht. Indien gewenst kunnen de kinderen afgehaald worden. Infobrochure MFC Sint-Gregorius, 01/09/2015

14

In het geval de kinderen in het MFC blijven, mag men zeker dagelijks contact opnemen met de medische dienst om de evolutie van de ziekte te volgen. Indien medicatie tijdens het weekend verder moet ingenomen worden, zal het kind – indien gewenst - daarvan voorzien worden bij het verlaten van het MFC. Toch benadrukken we dat de vertrouwde omgeving van thuis de beste genezingsomstandigheden zijn. Bij een ongeval gaan we ongeveer gelijkaardig te werk. We trachten zo vlug mogelijk je kind te helpen en van zijn pijn te verlossen. Indien een arts aanwezig is in het MFC, dient hij de nodige zorgen toe. Wanneer geen dokter aanwezig is, gaan we hem opzoeken in het ziekenhuis. De nodige zorgen worden gegeven en de nabehandeling kan dan verder gebeuren in het MFC. Alle medicatie wordt voorzien vanuit de medische dienst. Dit betekent dat de medische dienst de medicatie aankoopt, beheert en verdeelt. Verbruikte medicatie wordt, aan inkoopprijs, gefactureerd aan de cliënt. Bij een ernstig ongeval waar operatief ingrijpen noodzakelijk is, wordt de ouders eerst om toestemming gevraagd. Bij hoogdringendheid en ingeval wij de ouders niet kunnen bereiken, wordt aan de algemeen directeur de toestemming gevraagd tot ingrijpen. Bij een schoolongeval worden alle medische kosten gedekt door de schoolverzekering. Ook de medische dienst vindt contact met het gezin belangrijk. Je kan steeds telefonisch contact opnemen met onze verpleegkundigen via 09/210 00 00. We vermelden hierbij ook dat, indien je kind op maandag ziek is en het gedurende dezelfde week terug genezen is, hij/zij toch naar school dient te komen (schoolplicht, behandelingen, ...)

2.8. SAMENWERKING MET HET GEZIN De ouders zijn doorgaans de eerste die belangrijke dingen kunnen meedelen over hun kind. Daarom vinden wij de samenwerking met het gezin noodzakelijk. Dikwijls zijn er ook broers of zussen, grootouders of andere familieleden die een zinvolle inbreng kunnen hebben in de opvoeding van de kinderen. Ook hieraan schenken wij veel aandacht. Gezinsleden zijn dan ook steeds welkom in ons centrum. Graag hebben we natuurlijk dat er vooraf een afspraak wordt gemaakt. Zo kunnen veel misverstanden vermeden worden (bijvoorbeeld dat betrokken maatschappelijk assistent of opvoeder op dat moment niet aanwezig is). Meermaals zal je ook worden uitgenodigd op meer formele momenten o.a.: o o o o o o o

regelmatige leefgroepcontacten: voorstelling werking, thema-avonden (bvb. vakantiewerking,…); thema-avonden vanuit de afdeling bvb. initiatieven naar volwassenenwerking, hulpmiddelen, …; individuele gesprekken; individuele Handelingsplanning (IHP); Brussendag (broers en zussen), familiedagen, …; oudercursussen; ….

Tevens kan je in de leefgroep terecht als je je zoon/dochter komt brengen of ophalen … Het zijn uitstekende gelegenheden om eens te praten met andere ouders en de begeleiders. Infobrochure MFC Sint-Gregorius, 01/09/2015

15

Vragen ter ondersteuning kan je ook steeds stellen aan de persoon van het begeleidingsof afdelingsteam die op regelmatige basis gesprekken heeft met jou als ouder. Volgende onderwerpen kunnen dan aan bod komen: o o o o o

praktische, materiële hulp; informatieve vragen m.b.t. problematiek; opvoedkundige vragen; hulp bij contacten met externe instanties; ….

Voor allerlei vragen kan je natuurlijk ook steeds terecht bij de maatschappelijk assistent(e) van de afdeling. Zij/hij neemt de coördinatie op zich wat betreft de samenwerking met het gezin. Daarnaast zijn er tenslotte ook heel wat feestelijke momenten waarop wij elkaar kunnen treffen: Open Dag, Eerste Communie, Vormsel, enz...

2.9. VAKANTIE- EN WEEKENDWERKING, CONTINUE WERKING Ook buiten de schooluren kan je beroep doen op de dienstverlening van onze voorziening en dit niet alleen dagelijks tijdens de naschoolse uren (vanaf 17u tot 22u) maar ook tijdens weekends en vakanties. 

Vakantiewerking Hierbij worden volgende principes gehanteerd: o

In principe verblijven de kinderen op zo'n momenten best in hun eigen, natuurlijke omgeving. Dan zijn ze immers thuis, bij hun eigen ouders of familie en vrienden. Dit betekent echter dat we vanuit het MFC zelf ook ondersteuning willen bieden bij het vinden van geschikte activiteiten tijdens weekends en vakanties in je eigen omgeving bvb. speelpleinwerking, jeugdbeweging, sportkamp, vakantiejob en dergelijke. Indien je daarbij begeleiding of informatie wenst, neem dan best contact op met de maatschappelijk assistent van de afdeling of de individuele begeleider van de leefgroep.

o

Voor sommige kinderen verloopt deze integratie in de eigen buurt moeilijk. Jammer genoeg is niet iedereen even bereid om kinderen te begeleiden die een speciale aanpak vergen. Bovendien beschikken niet alle verenigingen en diensten over de nodige deskundigheid. Ook hier is een belangrijke taak voor ons weggelegd.

o

Ook zijn er kinderen die tijdens de vakanties blijvende begeleiding nodig hebben, bvb. voor therapie, om de ouders tijdelijk even te ontlasten, om crisissen te begeleiden, of gewoon omdat ze verder gespecialiseerde begeleiding nodig hebben.

o

Voor kinderen die dus niet in hun eigen buurt of familie terecht kunnen, of voor die kinderen die verder gespecialiseerde begeleiding nodig hebben, of voor kinderen die er gewoon best eens uit zijn, bieden wij zelf een programma aan. Dit programma is erg gevarieerd en verschilt van afdeling tot afdeling.


16

o

De mogelijkheden zijn: - begeleiding op de campus (themagericht aanbod); - ondersteuning en begeleiding in de thuissituatie; - therapie (paramedisch); - crisisopvang en ondersteuning; - diverse kampen; - familiedagen. Voor de begeleiding van kinderen en jongeren op vakantiedagen wordt naast de wettelijke bijdrage aan de ouders een deelname gevraagd in de kosten van de activiteiten. Deze bijdrage is beperkt tot een maximum van € 1,80 per dag.

Deze vakantiewerking wordt binnen elke afdeling georganiseerd. Meer informatie ontvang je telkens tijdig voor vakantieperiodes. 

Weekendwerking Voor kinderen, jongeren en adolescenten vanuit alle doelgroepen is er weekendwerking met inbegrip van crisisopvang voorzien op de campus van Gentbrugge. Vragen rond weekendwerking kan je richten aan de maatschappelijk assistent(e) van de afdeling.



Continue leefgroepen Buiten 32 niet-continue leefgroepen op onze campus beschikt het MFC over 1 continue leefgroep buiten de campus: Spiegel (afdeling C-lager), Spiegel 11, 9820 Scheldewindeke, 09/362.53.54

2.10. PASTORALE WERKING Het uitbouwen van een pastorale werking voor een centrum als het onze betekent vooreerst op zoek gaan naar de cultuur en de leefwereld van jongeren vandaag. Het uitgangspunt is de vraag naar zingeving die nu nog bij de jongeren aanwezig is. En daarbij willen wij geloven in een positief beeld van de jongere. Onze verantwoordelijkheid om samen niet alleen een goede, maar de best mogelijke voorziening uit te bouwen, is uiteindelijk een dienst aan de gehele menswording van alle jongeren en medewerkers van ons KOC. Het is niet vanzelfsprekend om het christelijk geloof ter sprake te brengen op een school of MFC. Kerk en geloof worden kritisch benaderd door leerlingen en sommige medewerkers; de antwoorden op kritische en soms informatieve vragen zijn niet eenvoudig te geven. Daarom zullen wij ons steeds blijven vormen om te kunnen antwoorden wanneer zoekende jonge mensen ons vragen stellen. Anderzijds willen wij proberen om ons pastoraal aanbod in samenspraak met iedereen, ook de jongere, op te bouwen. Wij willen eigentijds zijn en over de christelijke waarden in een hedendaagse vorm getuigen. De pastoraal coördinator begeleidt en behartigt de pastorale werking, hierin bijgestaan door pastoor Jef Goethals en een pastorale stuurgroep. Er is een jaaraanbod voor de jongeren en/of medewerkers dat wij willen integreren in het volle leven van de campus met respect voor de persoonlijke keuzevrijheid van alle betrokkenen.


17

Hoofdstuk 3. Wat als je je zoon/dochter inschrijft in het MFC … belangrijke praktische informatie 3.1. INSCHRIJVING BIJ HET VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP Om een jongere met een handicap in te schrijven is er een ganse procedure ontwikkeld door het Agentschap Jongerenwelzijn. Er zijn een aantal voorwaarden gesteld. Een onafhankelijk multidisciplinair team maakt een uitgebreid verslag op voor de zgn. ‘Intersectorale Toegangspoort’. Op basis van dit verslag beoordeelt een indicatiestellingsteam of de jongere wel of niet mag genieten van verblijf, dagopvang of mobiele/ambulante begeleiding, en voor welke periode. Meer informatie kan je verkrijgen bij de maatschappelijk assistent(e).

3.2. PROTOCOL VAN VERBLIJF, BEHANDELING OF BEGELEIDING & CHARTER Twee documenten beschrijven de overeenkomst die we maken om je zoon/dochter met de best mogelijke dienstverlening te omringen: 

Het “Charter collectieve rechten en plichten” (kortweg: het Charter) gaat over alle afspraken tussen het MFC en àlle cliënten, zoals o.m. de doelstellingen van het verblijf, het dienstverleningsaanbod, het wijzigen of beëindigen van de opname, de kostprijs, regelingen i.v.m. collectieve en individuele inspraak e.d. In dit Charter kan niets individueel worden gewijzigd.



Het Protocol van Verblijf, Behandeling en/of Begeleiding is een individuele begeleidingsovereenkomst tussen jou en de directie van het MFC, en is dus een verfijning van het Charter. Hierin staat bvb. de aanvang en de duur van de dienstverlening, de persoonlijke bijdrage in de kosten, toestemmingen die je al dan niet geeft, …

Bij opname zullen wij je vragen om beide documenten voor akkoord te ondertekenen. Indien je omtrent het Charter of het Protocol vragen hebt, dan kan je steeds contact opnemen met de betrokken maatschappelijk assistent(e).

3.3. FINANCIËLE BIJDRAGE VOOR OUDERS – FACTURATIE A. De persoonlijke bijdrage Voor <21-jarigen wordt volgende berekeningswijze toegepast: -

Verblijf (tussen 18u en 8u30): maximum €11,41per dag.

-

Schoolaanvullende dagopvang (‘dagopvang’): maximum €5,25 per dag voor een volledige dag (≥4u), €2,62 voor een halve dag (<4u).

-

Schoolvervangende dagopvang (‘dagbesteding’): maximum €5,25 per dag voor een volledige dag (≥3u), €2,62 voor een halve dag (<3u)

-

Begeleiding: €5,00 per begeleiding met een maximum van 2 begeleidingen per dag.


18

-

Bij een combinatie van zorgvormen wordt een bovengrens van €16,66 per dag gerespecteerd.

Voor wie ouder is dan 21 jaar passen we volgende berekeningswijze toe: -

Verblijf (tussen 18u en 8u30): maximum €33,35 per dag.

-

Schoolaanvullende dagopvang (‘dagopvang’): maximum €9,52 per dag voor een volledige dag (≥4u), €4,76 voor een halve dag (<4u).

-

Schoolvervangende dagopvang (‘dagbesteding’): maximum €9,52 per dag voor een volledige dag (≥3u), €4,76 voor een halve dag (<3u)

-

Begeleiding: €5,00 per begeleiding met een maximum van 2 begeleidingen per dag.

-

Bij een combinatie van zorgvormen wordt een bovengrens van €33,35 per dag gerespecteerd.

Een afzonderlijke vergoeding wordt gevraagd voor niet-subsidieerbare kosten zoals kosten voor ontspanningsactiviteiten, transport, remgelden voor medicijnen enz. B.

Betalingsvoorwaarden

De facturatie van deze kosten gebeurt maandelijks onder de vorm van een kostennota. De kostennota wordt betaald binnen de 30 dagen te rekenen vanaf factuurdatum. Bij gebruik van de functie ‘verblijf’ wordt de Kas voor Kinderbijslag verwittigd. Vanaf de opname wordt een bedrag van 2/3 kinderbijslag rechtstreeks aan de voorziening gestort. Dit bedrag wordt beschouwd als een voorschot. De eventueel teveel betaalde kinderbijslag wordt teruggestort de eerste week van de maand die volgt op de facturatie. Voor verdere vragen kan je terecht bij:    

Isabelle De Mol Linda Hellinck Sylvie Vunck Monique Vereecken

Dit kan op tel. 09/210.00.00 of e-mail gregorius.mfc.clië[email protected]. C. Zakgeld Je bent vrij om je kind nog extra zakgeld mee te geven naar het centrum. Nu en dan zal je kind de gelegenheid hebben een versnapering of iets dergelijks te kopen of om zelf met zakgeld iets te kopen in de winkel of de stad. Eventueel kan in de leefgroep afgesproken worden om het zakgeld bij te houden om verlies of diefstal te voorkomen. Belangrijk is dat je het meegegeven zakgeld beperkt. Overleg met het begeleidingsteam is hier aangewezen.

3.4. REGISTRATIE VAN AAN- EN AFWEZIGHEDEN Zowel voor de functies “verblijf” als “dagopvang” vraagt het ministerie ons een geneeskundig attest (doktersbriefje) vanaf 3 dagen afwezigheid. Elke afwezigheid van 1 of 2 dagen dient ook gewettigd te worden door een briefje van de ouders met de reden van afwezigheid. Het maximum aantal afwezigheden van 48 uur of minder is echter beperkt tot 10 dagen per kwartaal. Omtrent afwezigheid willen we graag je aandacht vragen voor het volgende:


19



Afwezigheidsbewijsjes: gelieve deze in een omslag mee te geven met je kind of ze op te sturen naar de cliëntenadministratie (t.a.v. Isabelle De Mol, Sylvie Vunck of Linda Hellinck) en dit om onnodige telefoontjes na de facturatie te vermijden.



Gewijzigde ophaal-of terugbrengtijden: wanneer je je zoon of dochter anders dan afgesproken komt ophalen of terugbrengen willen we je vragen om telkens de maatschappelijk assistent(e) op de hoogte te brengen. Dit is van enorm belang voor een correcte facturatie naar de ouders en een goede registratie voor onze subsidiërende overheid.



MFC is niet hetzelfde als ‘de school’: gelieve daarom bij afwezigheid zowel het secretariaat van de school van je kind (BuBaO of BuSO) als de leefgroep van het MFC hiervan op de hoogte te brengen.

Dank bij voorbaat om deze aandachtspunten als ouder stipt op te volgen!

3.5. FAMILIALE VERZEKERING Het Charter voorziet dat een kind slechts kan opgenomen worden indien een familiale verzekering is afgesloten. Op het moment van de ondertekening van het Protocol zullen wij dan ook vragen om gegevens te bezorgen over de familiale verzekering die je zelf voor je kind hebt afgesloten (maatschappij en polisnummer).

3.6. VERVOER 

Met de schoolbus Wanneer je kind de dichtstbijzijnde school voor buitengewoon onderwijs bezoekt komt het in aanmerking voor gratis busvervoer. Bijna altijd kan dit van thuis uit, hoewel het soms nodig is een gemeenschappelijke plaats af te spreken waar je kind zal worden opgehaald. Leerlingenvervoer dient te worden aangevraagd via de school, waar de leerling op moment van de aanvraag reeds dient ingeschreven te zijn. Vanuit de school zal je worden geïnformeerd of je kind al dan niet in aanmerking komt. Indien dit zo is, zal je een ‘Reglement busvervoer voor ouders’ ontvangen, dat de algemene afspraken vermeldt. De bussen vertrekken op maandag, dinsdag om 16u30. Op woensdag kan men vertrekken om 12u of om 16u30, dit evenwel volgens een vaste regeling die met de coördinator busvervoer wordt afgesproken. Op donderdag en vrijdag wordt vertrokken om 15u30. Heb je nog vragen waarop het Reglement geen antwoord biedt, kan je je steeds wenden tot Koen Langendries, de buscoördinator, op 09/210 00 25 of email: [email protected]



Het gebruik van het openbaar vervoer Ons centrum is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Op +/- 1 km van het centrum zijn er bus- en tramhaltes die een goede verbinding geven met het SintPietersstation (o.a. tram 21 en bus 9). Bovendien is het gebruik van het openbaar vervoer voor vele jongeren een goede toepassing op zelfstandigheid en integratie. In sommige gevallen kan je kind de kosten van het openbaar vervoer recupereren. De vervoersmaatschappij De Lijn voorziet voor personen met een handicap die ingeschreven zijn in het Vlaams Agentschap, bus- en trampasjes die recht geven op gratis vervoer.


20



Het vervoer met eigen middelen Uiteraard kan je zoon /dochter ook met de fiets of bromfiets naar school komen. Hierbij vragen we erop toe te zien dat het vervoermiddel wettelijk in orde is (verzekering, lichten, ... ). Eens je kind op school is wordt de fiets/bromfiets op de afgesproken plaats achtergelaten tot hij/zij terug naar huis rijdt.

3.7. ALLERLEI 

Deelname aan buitenschoolse organisaties De kinderen en jongeren van het MFC kunnen nog steeds lid blijven van bv. een sportclub of jeugdbeweging in hun eigen buurt. Ook tijdens hun verblijf is het mogelijk dat zij deelnemen aan trainingen, lessen, .... van buitenschoolse organisaties. Indien dit voor je kind het geval is of er bepaalde wensen zijn, dient men contact op te nemen met de maatschappelijk assistent(e) van de afdeling. Gelieve dit steeds vooraf te bespreken.



Mee te geven kledij voor de functie “verblijf” Hieronder vind je een algemene lijst van kledij die het kind of de jongere dient mee te brengen. Vanuit de leefgroep kunnen nog andere specifieke vragen worden gesteld (via het contactschriftje, op het eerste leefgroepoudercontact, via een brief, ...). o ondergoed, voldoende om elke dag te kunnen verversen; o voldoende kledij, aangepast aan de weersomstandigheden; o spelkledij; o twee paar schoenen; o pantoffels; o jogging; o een linnenzak voor de vuile was; o toiletgerief (zeep, tandpasta, tandenborstel, kam); o zwemgerief; o laarzen; o een overjas/regenjas; o eventueel een dekbedovertrek ... o knuffeldiertjes zijn ok! We dringen erop aan alles zoveel mogelijk te naammerken, om verlies te voorkomen.



Enkele gedragsregels voor de jongere In deze infobrochure willen we kort enkele afspraken meegeven voor onze cliënten. In het Protocol dat bij inschrijving wordt opgemaakt, staan nog verdere afspraken (zie 3.2). o

We verwachten dat de kinderen en jongeren een net voorkomen hebben en zich niet uitdagend schminken of kleden. Ook opvallende haarkapsels en dito piercings of tattoos wensen we te vermijden. Let op: in de scholen kunnen hierrond andere gedragsregels gelden. Zie hiervoor het schoolreglement.

o

Het gebruik van persoonlijke elektronische apparatuur (GSM, Ipod, tablet, … ) is gebonden aan afspraken die binnen de afdeling en de leefgroep worden


21

gemaakt. Belangrijk om te weten is echter dat verlies en/of diefstal hiervan niet verzekerd is en zal dus ook niet worden vergoed!



o

Roken raden wij af maar mag binnen het MFC voor leerlingen vanaf de leeftijd van 16 jaar, mits toestemming van de ouders en enkel op de hiertoe voorziene plaatsen en momenten.

o

Het gebruik van, het onder invloed zijn van en/of het dealen van drugs wordt absoluut niet getolereerd. Er wordt streng gehandeld tegenover de jongeren die zich bezig houden met het aanzetten tot druggebruik van andere jongeren (tot een mogelijke doorverwijzing).

o

De medische dienst kan overgaan tot het afnemen van een urinetest bij een ernstig vermoeden van druggebruik (cfr. afspraken in het Protocol van Verblijf, Behandeling of Begeleiding).

Camerabewaking Onze campus is uitgerust met camera’s op volgende plaatsen: o

in alle slaapkamergangen;

o

in de tava-ruimten (TAVA betekent: Tijdelijke Afzondering Van Aandacht);

o

in de sporthalgangen;

o

aan de hoofdingang, de poort, en aan alle parkings en wegen op de campus.

Hiervoor werd een goedkeuring verkregen van de ‘commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer’ van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Door het werken met camerabewaking willen we de veiligheid en de integriteit van de cliënten beschermen alsook onze infrastructuur. Dit betekent dat er cameratoezicht is in de slaapkamergangen tussen 22u en 7u. Beelden uit de TAVA-ruimten zullen continu kunnen worden bekeken. Aan de poort en aan de hoofdingang zal er continu bewaking zijn. Ook in de sporthal zal er regelmatige bewaking voorzien worden. Beelden worden maximaal 14 dagen bewaard. Daarna worden ze overschreven door nieuwe opnames. 

Identiteitskaart Op de leeftijd van 12 jaar krijgt elke Belg automatisch een identiteitskaart uitgereikt door de dienst Bevolking van de gemeente van zijn hoofdverblijfplaats. Deze kaart bevat de gegevens die tot voor kort op de SIS-kaart stonden en is dus bij hospitalisatie of extern doktersconsult onontbeerlijk. Bovendien moeten jongeren vanaf de leeftijd van 15 jaar deze kaart ook bij zich hebben wanneer zij al dan niet in groep de campus verlaten. Om deze redenen dringen we erop aan dat onze cliënten deze kaart meebrengen naar de voorziening, waar ze deze ofwel zelf bijhouden, ofwel aan het leefgroepsteam in bewaring geven.



Communicatie 

Contactschrift

Ouders zijn steeds welkom. Een opname in de functie “verblijf” betekent niet dat er een week lang geen contacten mogen zijn. Integendeel, we proberen ouders geregeld op de hoogte te houden van de activiteiten binnen de afdeling of de leefgroep via oudercontacten en een contactschrift.


22

In dit contactschrift kunnen opvoed(st)ers allerlei dingen noteren over het programma in de leefgroep of bijzonderheden met betrekking tot je kind. Ook ouders kunnen dit contactschrift gebruiken om informatie of vragen door te geven. 

Telefoneren

In principe is je kind elke dag telefonisch via de centrale receptie bereikbaar tot 18u. De hoofdtelefoonnummers van de entiteiten in het KOC zijn: Entiteit MFC BuBaO BuSO

Telefoon 09/210 00 00 09/210 01 60 09/210 01 50

Fax 09/210 01 00 09/210 01 61 09/210 01 55

Onze telefooncentrale laat je echter toe om rechtstreeks naar de leefgroep van je zoon/dochter te telefoneren. Het telefoonnummer van elke leefgroep is samengesteld als volgt: 09/210 01 xx waarbij de xx achteraan wordt vervangen door de nummering van de leefgroep. Bvb.: Leefgroep B-01 heeft als tel. nr. 09/210 01 01 Leefgroep A-33 heeft als tel. nr. 09/210 01 33 Uitzondering is Leefgroep Spiegel: 09/362 53 54. ‘s Avonds zijn de kinderen ook vaak buiten voor een activiteit. Het is ook nuttig in de leefgroep te informeren naar het uur waarop kinderen studeren, wanneer het bedtijd is voor de jongste kinderen, zodat ze op die momenten niet te veel gestoord worden. Kinderen en jongeren kunnen via de leefgroep tegen betaling telefoneren. 

Faxen en skypen

Kinderen en jongeren met een gehoorstoornis kunnen gebruiken maken van het faxtoestel van hun afdeling (faxnummer is identiek aan telefoonnummer) of skypen via de PC van de leefgroep. 

Mailen en gebruik van sociale netwerksites

Kinderen / jongeren met een persoonlijk mailadres of een account op een sociale netwerksite (Facebook, MSN) kunnen ook via dit medium worden bereikt. Bedenk hierbij wel dat de PC waarover elke leefgroep beschikt ook door andere kinderen wordt gebruikt en dus met velen moet gedeeld worden. Sommige leefgroepen beschikken eveneens over een leefgroeps-account op Facebook om aanvullend en op een eigentijdse manier informatie met de jongeren te kunnen delen. Ook ouders kunnen zich hierop gerust aanmelden. 

Schrijven

En we zouden het bijna vergeten, maar ook schriftelijk kan je steeds contact opnemen met je kind. Een briefje of een kaart van mama of papa, nonkel of tante, kameraad of vriendin doet soms echt deugd, voor een verjaardag bijvoorbeeld. ! Vergeet niet op de omslag het leefgroepsnummer te vermelden: Aan.................................................. leefgroep .......... Multifunctioneel Centrum Sint-Gregorius Jules Destréelaan 67 9050 Gentbrugge Infobrochure MFC Sint-Gregorius, 01/09/2015

23

Hoofdstuk 4: Wat als er iets fout loopt? Jammer, maar ook wij zijn niet perfect en het kan dus gebeuren dat er iets fout loopt of dat je vindt dat er iets niet naar wens verloopt. Het is ook voor ons belangrijk om deze klachten, bedenkingen te leren kennen … Ze geven ons de mogelijkheid om ons aanbod te verbeteren. Wat kan of moet je als ouder of verantwoordelijke van je kind dan doen? Uitgangspunt: Probeer in de eerste plaats te denken dat het geluk van je zoon/dochter ook onze belangrijkste bekommernis is. Spreek daarom de betrokkenen zelf rechtstreeks aan om je opmerkingen en bedenkingen duidelijk te maken. Doe dit liefst zo snel mogelijk. Daarmee vermijd je dat de moeilijkheden zich opstapelen. Gesprek en samenwerking kunnen dan moeilijk worden of soms zelfs onmogelijk blijken. Schenkt dit rechtstreekse gesprek je geen voldoening, dan zegt onze klachtenprocedure welke verdere stappen kunnen worden ondernomen om alsnog tot overeenstemming te komen (zie ook Charter of website www.sint-gregorius.be). In het kort komt het hierop neer: Niveau 1: Richt je klacht mondeling of schriftelijk aan iemand van de begeleiding. Het afdelingsteam zal de klacht verder opnemen. Men tracht binnen de 30 dagen je klacht af te ronden. Niveau 2: Indien men er niet in slaagt tot een oplossing te komen of er volgens jou geen resultaten zijn, richt je klacht dan schriftelijk of via email aan de algemeen directeur, Christa Heyse. De directie zal binnen de 30 dagen na het indienen van de klacht schriftelijk meedelen welk gevolg aan de klacht wordt gegeven. Niveau 3: Indien ook dit antwoord geen voldoening schenkt, kan je je schriftelijk richten tot de Interne Klachtencommissie, die bestaat uit: 

de voorzitter van de Gebruikersraad, of een persoon aangeduid door deze raad. Mailadres: [email protected].



de gemandateerde van de raad van bestuur van de vzw Provincialaat der Broeders van Liefde, met adres: Provincialaat der Broeders van Liefde TAV Interne klachtencommissie van het MFC Sint-Gregorius Stropstraat 119 9000 Gent.

Indien de Klachtencommissie de klacht gegrond verklaart, moet de directie binnen de 30 dagen een gevolg geven aan de klacht. Niveau 4: Indien de afhandeling van de klacht je nog steeds geen voldoening schenkt, kunt je je tenslotte schriftelijk wenden tot het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, Sterrenkundelaan 30, 1210 Brussel. Infobrochure MFC Sint-Gregorius, 01/09/2015

24

Hoofdstuk 5. Inspraak en participatie van cliënten In onze voorziening is een adviesorgaan actief waar verwanten en directie elkaar kunnen beluisteren, kunnen bevragen en waar ze elkaar om advies kunnen vragen over tal van gemeenschappelijke bekommernissen. Dit orgaan heet “de gebruikersraad”, en vertegenwoordigt officieel alle verwanten. De wet bepaalt immers een aantal thema’s waarover cliënten en directie elkaar zeker moeten informeren - zoals bvb. de opnameprocedure, of resultaten van audits, of wijzigingen in het Charter, of ... Bij voorkeur zijn in de gebruikersraad de vier “zorggroepen” via hun ouders vertegenwoordigd. Hiermee bedoelen we kinderen of jongeren met: 

een auditieve handicap;



een autismespectrumstoornis (ASS),



een gedrags– of emotionele stoornis (GES)



of met een motorische handicap.

Welke ouders op dit moment aan dit overlegorgaan deelnemen vind je terug op onze website onder “gebruikersraad”. De jongeren zelf nemen niet deel, want zij hebben eigen kanalen tot overleg, nl. de “SNOV-werkgroepen” (Samen Nadenken Over Verbetering). Van hieruit wordt telkens aan de gebruikersraad verslag uitgebracht. Van de leden in deze gebruikersraad wordt gevraagd:  interesse in de wijze hoe we de zorg voor àlle kinderen en jongeren die ons zijn toevertrouwd vorm geven; 

zin om hierover met anderen in dialoog te gaan;



je engagement voor een viertal samenkomsten per jaar (19u30 - 22u).

Wat we bieden:  leerrijke bijeenkomsten in een niet al te grote groep, waar ieders mening telt; 

overleg rond thema’s die hetzij door de ouders hetzij door directie worden aangebracht, maar die steeds terdege voorbereid zijn;



informatie vanuit de organisatie uit allereerste hand;



zonodig ondersteuning door doventolk;



steeds ondersteuning door de kwaliteitscoördinator (agenda / ev. verslag / …)

Eén lid van de raad kan tweemaandelijks aansluiten bij een bijzondere vergadering van de Raad van Bestuur, het zgn. Centraal Advies Comité. Indien je nog een vraag hebt omtrent de werking van de gebruikersraad, of een suggestie hebt voor een bepaald thema, of je bent kandidaat om daadwerkelijk mee je schouders te zetten onder dit adviesorgaan, dan kan je contact opnemen met de voorzitter van de gebruikersraad, via mail: [email protected]. Voor info kan je ook telefonisch contact opnemen met het directiesecretariaat van het MFC Sint-Gregorius, via het nr. 09/210 00 00.


25

MULTIFUNCTIONEEL CENTRUM VERBLIJF, DAGOPVANG, BEGELEIDING KONINKLIJK ORTHOPEDAGOGISCH CENTRUM SINT-GREGORIUS BROEDERS VAN LIEFDE

Recommend Documents