WESTVOORNE
Middeldijk/Moolhoek Rockanje BESTEMMINGSPLAN
Middeldijk/Moolhoek Rockanje Westvoorne bestemmingsplan identificatie
planstatus
identificatiecode:
datum:
status:
NL.IMRO.0614.bpMiddeldMoolh‐0100
09‐07‐2015 25‐08‐2015 19‐11‐2015 10‐05‐2016
concept voorontwerp ontwerp vastgesteld
projectnummer:
061400.20150665 opdrachtleider:
R.A. Sips
Delftseplein 27b
aangesloten bij:
RBOI - Rotterdam postbusbv150 Delftseplein 27b 3000 AD Rotterdam Postbus 150 T: 010-20 18 555 3000 AD Rotterdam telefoon (010) E-mail: 201
[email protected] 55 E-mail:
[email protected]
© Rho Adviseurs bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van Rho Adviseurs bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.
3
Inhoudsopgave Toelichting
Hoofdstuk 1
Inleiding
7
1.1
Inleiding
7
1.2
Ligging plangebied
7
1.3
Geldend bestemmingsplannen
7
1.4
Leeswijzer
8
Hoofdstuk 2
Plangebied en voorgenomen ontwikkeling
2.1
Inleiding
2.2
Beschrijving huidige situatie
2.3
9
9
9
Beschrijving voorgenomen ontwikkeling
10
2.4
Ruimtelijke kwaliteit
11
Hoofdstuk 3
Beleidskader
13
3.1
Inleiding
13
3.2
Rijksbeleid
13
3.3
Ruimtelijk beleid provincie
14
3.4
Gemeentelijk beleid
15
3.5
Conclusie
15
Hoofdstuk 4
Juridische planbeschrijving
17
4.1
Inleiding
17
4.2
Planvorm
17
4.3
Plansystematiek
17
Hoofdstuk 5
Sectorale onderzoeken
19
5.1
Inleiding
19
5.2
Milieueffectrapportage
19
5.3
Archeologie en cultuurhistorie
19
5.4
Beeldkwaliteit en welstand
20
5.5
Bodem
20
5.6
Ecologie
21
5.7
Water
25
5.8
Wegverkeerslawaai
27
5.9
Milieuhinder en omliggende functies
27
5.10
Luchtkwaliteit
28
5.11
Externe veiligheid
29
5.12
Kabels en leidingen
30
Hoofdstuk 6
Uitvoerbaarheid
31
6.1
Inleiding
31
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
4
6.2
Economische uitvoerbaarheid
31
6.3
Handhaving
31
Hoofdstuk 7
Overleg en inspraak
33
7.1
Inleiding
33
7.2
Overleg artikel 3.1.1 Bro
33
7.3
Inspraak
34
7.4
Ambtshalve aanpassingen voorontwerpbestemmingsplan
34
Bijlagen toelichting
Bijlage 1
Verkennend bodemonderzoek
Bijlage 2
Overlegreacties
Regels
41
Hoofdstuk 1
Inleidende regels
43
Artikel 1
Begrippen
43
Artikel 2
Wijze van meten
47
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
49
Artikel 3
Bedrijf
49
Artikel 4
Bedrijventerrein
51
Artikel 5
Groen
53
Artikel 6
Wonen
54
Artikel 7
Waarde ‐ Archeologie
56
Hoofdstuk 3
Algemene regels
59
Artikel 8
Antidubbeltelregel
59
Artikel 9
Algemene bouwregels
60
Artikel 10
Algemene gebruiksregels
61
Artikel 11
Algemene afwijkingsregels
62
Artikel 12
Algemene wijzigingsregels
63
Artikel 13
Overige regels
64
Hoofdstuk 4
Overgangs‐ en slotregels
65
Artikel 14
Overgangsrecht
65
Artikel 15
Slotregel
66
Bijlagen regels
Bijlage 1
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
Bijlage 2
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Bedrijventerreinen'
Bijlage 3
Te slopen bebouwing
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
Toelichting
7
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Inleiding Dit bestemmingsplan betreft de uitbreiding van het bedrijf Motoport en het onmogelijk maken van een lpg‐verkooppunt bij het tankstation aan de Middeldijk 8. Het betreft naast het tankstation zelf ook percelen op het bedrijventerrein, waarop de contour staat ingetekend. Het bedrijf Motoport is gevestigd aan de Moolhoek 6 in Rockanje. De uitbreiding van het bedrijf is niet mogelijk binnen het vigerende bestemmingsplan. Daarom wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld, waarin ook de LPG‐verkoop van het naburige perceel onmogelijk wordt gemaakt en, ter compensatie van de uitbreiding van het bedrijf, de woonbestemming langs de Middeldijk wordt vergroot.
1.2 Ligging plangebied Het plangebied ligt aan de noordoostkant van Rockanje. Het bedrijf Motoport is gevestigd op het bedrijventerrein Moolhoek. De omvang van het plangebied is ongeveer 1,2 hectare. In paragraaf 2.2 is de huidige situatie in het plangebied uitgebreider beschreven.
1.3 Geldend bestemmingsplannen De bestaande groenstrook en bedrijfsgronden liggen binnen het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Westvoorne'. Dit bestemmingsplan is vastgesteld door de gemeenteraad op 20 maart 2012 en nadien in werking getreden en onherroepelijk geworden. De bedrijfsgronden zijn herzien door het bestemmingsplan 'Actualisatie bedrijventerreinen Westvoorne 2014', vastgesteld op 8 juli 2014 en nadien onherroepelijk in werking getreden. De overige gronden liggen binnen het bestemmingsplan 'Dorpsgebied Rockanje Noord'', dat is vastgesteld op 19 februari 2013 en nadien in werking is getreden en onherroepelijk is geworden. Op de navolgende afbeelding is een uitsnede van de geldende bestemmingsplannen weergegeven met in rode lijnen de globale contouren van het plangebied van het voorliggende bestemmingsplan.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
8
1.4 Leeswijzer Deze toelichting is als volgt opgebouwd: hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de huidige en toekomstige situatie in het plangebied; het relevante ruimtelijke beleidskader is beschreven in hoofdstuk 3. Daarbij is toegelicht op welke manier dit bestemmingsplan past binnen de beleidskaders van de diverse overheden; hoofdstuk 4 beschrijft de juridische opzet van dit bestemmingsplan; het onderzoek dat voor dit bestemmingsplan is uitgevoerd komt in hoofdstuk 5 aan de orde; op de economische uitvoerbaarheid en het aspect handhaving wordt in hoofdstuk 6 ingegaan; hoofdstuk 7 bevat de samenvatting en toelichting op het gevoerde overleg met de andere overheden en een toelichting op de maatschappelijke uitvoerbaarheid.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
9
Hoofdstuk 2 Plangebied en voorgenomen ontwikkeling
2.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft de huidige situatie in het plangebied en geeft een toelichting op de voorgenomen ontwikkeling. In de laatste paragraaf is de landschappelijke inpassing gemotiveerd.
2.2 Beschrijving huidige situatie Bestaande feitelijke situatie De Moolhoek is een kleinschalig bedrijventerrein dat aan de oostzijde van de kern Rockanje ligt. Het terrein is aan het einde van de jaren ’70 in ontwikkeling gebracht ten behoeve van plaatselijk gevestigde bedrijven. De uitgifte van gronden heeft zich tot eind jaren ’80 geleidelijk voorgedaan. De Middeldijk betreft een straat met voornamelijk woonbebouwing met hier en daar andere functies. Het tankstation is één van deze andere functies in de Middeldijk. Hier is lange tijd LPG verkocht. Het verkooppunt is gesaneerd en het tankstation is nu in gebruik als onbemand tankstation. Op de navolgende afbeelding is het globale plangebied van dit bestemmingsplan (rode lijnen) geprojecteerd op een luchtfoto van de bestaande situatie. In paragraaf 2.3 is tevens een figuur opgenomen met de huidige situatie.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
10
Planologische mogelijkheden Op grond van de geldende bestemmingsplannen is het op het bedrijfsperceel, binnen het daarvoor opgenomen bouwvlak, toegestaan bebouwing op te richten. Gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; het bouwperceel mag voor 80% bebouwd worden waarbij de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen ten hoogste 9 m bedraagt. Op het perceel is geen bedrijfswoning toegestaan. Binnen de groenstrook (waar de uitbreiding is beoogd) is geen bebouwing toegestaan. Op de gronden met de bestemming Bedrijf waar nu de uitbreiding is voorzien geldt een goothoogte van 6 m en een bouwhoogte van 8 m. Op de als Bedrijf bestemde gronden tussen het tankstation en Middeldijk 18 zijn woondoeleinden niet toegestaan. Het vigerende bestemmingsplan maakt LPG‐verkoop nog mogelijk terwijl de omgevingsvergunning inmiddels zodanig is aangepast dat het gesaneerde LPG‐verkooppunt niet meer mogelijk is. Milieuregels maken opnieuw vergunnen van een verkooppunt voor LPG bovendien niet mogelijk. De planologische situatie moet hiermee in overeenstemming worden gebracht.
2.3 Beschrijving voorgenomen ontwikkeling Uitbreiding bedrijf Motoport Het bedrijf Motoport wil uitbreiden in zuidwestelijke richting. De gronden waarop de uitbreiding betrekking heeft hebben de bestemming Groen en Bedrijf. Op navolgende afbeelding is de huidige en toekomstige situering weergegeven. De uitbreiding betreft 740 m2 (bvo) op de begane grond en 680 m2 (bvo) op de verdieping.
Wegbestemmen van lpg‐verkoop Het tankstation, gevestigd op het adres Middeldijk 8, beschikt niet meer over een lpg‐tank. Door milieuregels kan LPG‐verkoop ook niet opnieuw mogelijk worden gemaakt. In het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Westvoorne' is wel een veiligheidscontour opgenomen met betrekking tot de lpg‐tank. De gronden waarvoor deze veiligheidszone is opgenomen worden meegenomen in dit bestemmingsplan. De veiligheidszone wordt verwijderd van deze percelen. De vigerende rechten worden overgenomen.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
11
Functiewijziging bedrijfsgronden naar woonbestemming De gemeente vindt de uitbreiding van Motoport alleen wenselijk als dit gepaard gaat met een kwaliteitsverbetering. Vanwege de overige bebouwing aan de Middeldijk die voornamelijk uit woningen bestaat, is het gewenst dit woonachtige karakter te versterken. De kwalitatieve verbetering behelst het wegbestemmen van dit deel van het bedrijfsperceel en het daarvoor in de plaats verbreden van de woonbestemming ter plaatse van de Middeldijk 18, zonder dat aan de woning fysieke bouwmogelijkheden worden toegevoegd. Verkeer en parkeren Het bedrijf ontsluit op de Moolhoek. Deze sluit ten zuiden van het plangebied aan op de Kerkweg. Vanaf het T‐kruispunt Moolhoek ‐ Kerkweg wordt in noordoostelijk richting ontsloten richting de Molendijk, welke mede de verdere ontsluiting verzorgt van en naar de provinciale weg N496. Vanaf het T‐kruispunt Moolhoek ‐ Kerkweg wordt in westelijke rinchting ontsloten richting de Middeldijk. Deze weg leidt in zuidelijke richting naar de Nieuwe Achterweg. Ook deze voorziet in de verdere ontsluiting van en naar de N496. Vanaf de Middeldijk en de Nieuwe Achterweg kan tevens de kern van Rockanje worden bereikt. De Molendijk en Nieuwe Achterweg kennen buiten de bebouwde kom een maximum snelheid van 60 km/h. De overige genoemde wegen hebben binnen de bebouwde kom een snelheid van 50 km/h. Het fietsverkeer wordt, met uitzondering van de Nieuwe Achterweg afgewikkeld binnen dezelfde verkeersruimte als het gemotoriseerd verkeer. Hier ontbreken fietsvoorzieningen. Het plan voorziet in de uitbreiding van het bestaande bedrijf met 1.420 m2 bruto vloeroppervlak (bvo). Deze ontwikkeling wordt grotendeels gerealiseerd binnen de bestaande bedrijfsbestemming. De ontwikkeling is binnen deze bestemmingslegging reeds mogelijk, Slechts de uitbreiding die plaatsvindt binnen de groenbestemmings zal planologisch leiden tot een mogelijke verkeerstoename en parkeerbehoefte. De uitbreiding binnen de groenbestemmings is echter dermate beperkt dat dit niet zal leiden tot een daadwerkelijke toename van het aantal verkeersbewegingen en parkeerbehoefte. Tevens wordt een deel van de huidige bedrijfsbestemming omgezet naar een woonbestemming zonder extra bouwmogelijkheden. Planologisch wordt hiermee potentiële verkeersgeneratie en parkeerbehoefte ingeperkt ten opzichte van de bestaande situatie. Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de ontwikkeling niet zal leiden tot een significante verkeerstoename en parkeerbehoefte.
2.4 Ruimtelijke kwaliteit Landschappelijke inpassing Op een deel van de gronden van de uitbreiding is het mogelijk een bedrijf te vestigen. Tussen dit deel en het bestaande pand van Motoport ligt een groenstrook. Door de aanwezigheid van de groenstrook is een bestemmingsplanprocedure nodig om de uitbreiding fysiek te verbinden aan het bestaande pand op de Moolhoek. De gemeente vindt dit aanvaardbaar zolang de situatie aan de Middeldijk een fysieke verbetering kent. Dit wordt beoogd door de woonbestemming langs de Middeldijk te vergroten. Om een goede overgang te creëren richting de Middeldijk krijgt de uitbreiding een beperkte hoogte (6/8) ten opzichte de bestaande mogelijkheden (6/10). Borging en afspraken De afspraken over de uitbreiding van het bedrijf zijn vastgelegd in een anterieure exploitatieovereenkomst die is gesloten tussen de gemeente en de betrokken grondeigenaar. In de overeenkomst is vastgelegd dat het project conform de welstandsadvisering wordt uitgevoerd. De eigenaar verplicht zich verder dat het project landschappelijk wordt ingepast conform beplantingsplan (realisatie, instandhouding en onderhoud) waarbij de groenstrook uiterlijk 2 maanden nadat het project bouwkundig is opgeleverd in zijn geheel moet zijn gerealiseerd. Het is de eigenaar niet toegestaan het project te ontsluiten via de Middeldijk. Het gehele bedrijf dient ontsloten te worden via de Moolhoek.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
12
In de overeenkomst is tot slot opgenomen dat bij een eventuele (gedeeltelijke) overdracht van het eigendom van de gronden de bepalingen uit de overeenkomst via een kettingbeding aan de rechtsopvolgers worden doorgelegd. Wanneer afspraken uit de overeenkomst niet worden nageleefd kan de gemeente, naast het vorderen van naleving van de overeenkomst, ook boetes opleggen aan de eigenaar. Hiermee is een extra zekerheid ingebouwd tot nakoming van de gemaakte afspraken. Met het sluiten van de exploitatieovereenkomst bestaat voldoende zekerheid over de daadwerkelijke uitvoering van de ontwikkeling op het perceel . Gevolgen (woon)omgeving Een deel van de als bedrijf bestemde gronden langs de Middeldijk wordt omgezet naar een woonbestemming (zonder bouwmogelijkheden). Dit is om de ruimtelijke kwaliteit te kunnen bewaken. Ter plaatse van de bestaande woningen zal sprake zijn van een goed woon‐ en leefklimaat (zie ook hoofdstuk 5).
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
13
Hoofdstuk 3 Beleidskader
3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het relevante ruimtelijke beleidskader beschreven. Achtereenvolgens komt het rijksbeleid, het provinciale beleid en het gemeentelijke beleid aan bod. Het beleid van het waterschap is verwerkt in de watertoets, die in hoofdstuk 5 bij de sectorale onderzoeken is opgenomen.
3.2 Rijksbeleid Het rijksbeleid voor de ruimtelijke ordening is vastgelegd in de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (maart 2012). Het Rijk streeft naar een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Om dit te bereiken is een aanpak geformuleerd die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Bij deze aanpak gaat het Rijk uit van vertrouwen, heldere verantwoordelijkheden en eenvoudige regels. Zo ontstaat er ruimte voor maatwerk en initiatieven van burgers en bedrijven. Vertrouwen in medeoverheden is de basis voor het bepalen van verantwoordelijkheden, regelgeving en rijksbetrokkenheid. De gemeente is de overheid die het dichtst bij de burger staat en in eerste instantie zorg draagt voor een veilige en leefbare woon‐ en werkomgeving. Bij de inrichting van de ruimte gaat het om de ruimtelijke ontwikkeling van stad en platteland in brede zin, waarbij onder meer de belangen van mobiliteit, milieu, natuur, water, economie en wonen worden afgewogen. Het Rijk kiest drie doelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028): Het vergroten van de concurrentiekracht door het versterken van de ruimtelijk‐ economische structuur van Nederland; Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid van Nederland, waarbij de gebruiker voorop staat; Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte heeft het Rijk verder dertien zogenaamde 'nationale belangen' geformuleerd. Deze nationale belangen geven aan voor welke onderwerpen het Rijk verantwoordelijk is en waarvoor zij resultaten wil bereiken. De ontwikkelingen die in dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt zijn van zo'n kleine schaal dat deze geen invloed hebben op de nationale belangen.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
14
3.3 Ruimtelijk beleid provincie Provinciale structuurvisie en programma Ruimte Het relevante provinciale beleid is vastgelegd in de structuurvisie Ruimte en Mobiliteit (juli 2014). Bij deze structuurvisie hoort een programma Ruimte (juli 2014) Een belangrijk uitgangspunt in de structuurvisie is het beter benutten en opwaarderen van wat er is. De uitbreiding van een bestaand bedrijf op een bedrijventerrein past binnen dat uitgangspunt. Het plangebied is ook aangeduid als bebouwde ruimte. Daarnaast wordt de juridische situatie afgestemd op de feitelijke situatie (lpg‐tank). In de structuurvisie zijn de gronden aangeduid als 'stads‐ en dorpsrand' en 'zeekleipolder'. Een van de richtpunten is binnen de zeekleipolder is dat de bebouwing zich concentreert in of bij compacte kernen, niet in het open middengebied van de polders. Ontwikkelingen aan de stads‐ of dorpsrand dragen bij aan het realiseren van een rand met passende overgangskwaliteit. De ontwikkeling past binnen deze richtpunten. Provinciale verordening Naast de structuurvisie heeft de provincie ook de verordening Ruimte 2014 vastgesteld (juli 2014). In deze verordening staan de algemeen verbindende regels waaraan een gemeentelijk bestemmingsplan moet voldoen. De verordening bevat een aantal regels welke relevant zijn voor dit bestemmingsplan. In Artikel 2.1.3, lid 1 is opgenomen dat een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een bedrijventerrein bedrijven toe laat uit de hoogst mogelijke milieucategorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten passend bij de omgeving van het bedrijventerrein, waarbij rekening wordt gehouden met toekomstige ontwikkelingen die zijn opgenomen in een onherroepelijk bestemmingsplan of het Programma ruimte. Onderhavig plan betreft een zeer beperkte uitbreiding van een bedrijventerrein specifiek bedoeld voor een bestaand bedrijf. Voor de gronden van de uitbreiding wordt aangesloten bij de regeling zoals opgenomen voor het huidige bedrijf, met uitzondering van de bouwhoogte in verband met de overgang naar de woonbebouwing. In artikel 2.1.4 zijn regels voor detailhandel opgenomen. In principe is detailhandel alleen toegestaan binnen de centra. In lid 3 zijn uitzonderingen opgenomen voor detailhandel buiten centra. Onder andere detailhandel in motoren is toegestaan en detailhandel ondergeschikt aan een beroep aan huis of aan een ambachtelijk of dienstverlenend bedrijf, met een assortiment dat aansluit op de hoofdbestemming is toegestaan. De regling van dit bestemmigsplan sluit aan op de regels uit de Verordening. Op grond van artikel 2.2.1, eerste lid, van de verordening kan in een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling worden voorzien wanneer deze past binnen de aard en schaal van het gebied en voldoet aan de richtpunten van de kwaliteitskaart. Het plangebied is door de provincie niet aangewezen als gebied met een specifieke waarde (categorie 2) of bijzondere kwaliteit (categorie 1). Alle ruimtelijke ontwikkelingen in dit gebied moeten bijdragen aan de instandhouding en versterking van de gebiedskenmerken en de ruimtelijke kwaliteit zoals die door de provincie is geformuleerd. Opgemerkt wordt dat in deze geen sprake is van een gebiedsvreemde ontwikkeling. Het betreft de uitbreiding van een bestaand bedrijf en het planologisch vastleggen van de feitelijke situatie. De ontwikkeling past binnen de aard en schaal van het gebied. Conclusies Gelet op de hierboven gegeven toelichting wordt geconcludeerd dat het voorliggende bestemmingsplan voldoet aan het door de provincie in haar structuurvisie Ruimte en Mobiliteit, verordening Ruimte 2014 en programma Ruimte vastgelegde beleid.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
15
3.4 Gemeentelijk beleid Omgevingsvisie Westvoorne 2030 (in voorbereiding) Eind 2014 is gestart met de concrete voorbereiding van het proces om te komen tot de omgevingsvisie. In het eerste half jaar van 2015 is, in samenwerking met inwoners, ondernemers en andere geïnteresseerden, gewerkt aan de opstelling van een ontwerpvisie. Het versterken van het woonkarakter (door bedrijfsgronden in te ruilen voor een verbreding van de woonbestemming) van de Middeldijk en het bieden van ontwikkelmogelijkheid voor een lokaal bedrijf passen goed binnen het gemeentelijk beleid.
3.5 Conclusie Het voorliggende bestemmingsplan past binnen het relevante beleid van de diverse overheden. Zoals beschreven draagt het plan bij aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
16
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
17
Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving
4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de juridische opzet van het bestemmingsplan. Er wordt ingegaan op de gekozen planvorm en de toegepaste plansystematiek wordt toegelicht.
4.2 Planvorm Er is gekozen voor een gedetailleerde planvorm, waarbij de functies direct zijn vastgelegd op hun locatie. Hierdoor kunnen op basis van dit bestemmingsplan de relevante omgevingsvergunningen worden verleend. De gekozen planvorm biedt hiermee duidelijkheid aan alle betrokkenen. Inhoudelijk is aansluiting gezocht bij de regeling in de vigerende bestemmingsplannen. De planregels zijn opgesteld met inachtneming van de regels uit de Wet ruimtelijke ordening en de bijbehorende wettelijke regelingen. De plansystematiek is in overeenstemming met de verplicht toe te passen Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012).
4.3 Plansystematiek Verbeelding De verbeelding is de kaart waarop te zien is welke bestemming voor welke gebieden geldt. Alle functies in dit bestemmingsplan zijn apart bestemd, waardoor het direct mogelijk is om op de verbeelding te zien welke bestemmingen aan de gronden binnen het plangebied zijn gegeven. In dit plan wordt gebruikgemaakt van bestemmingsvlakken en bouwvlakken. Het bestemmingsvlak geeft aan waar een bepaald gebruik is toegestaan. Een gebruik betekent niet altijd dat er ook mag worden gebouwd. Het bouwvlak is een gebied dat op de verbeelding is aangeven waarvoor de mogelijkheden om gebouwen te bouwen in de regels zijn aangegeven. Regels Begrippen en wijze van meten Het artikel Begrippen definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen. Het artikel Wijze van meten geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte en dergelijke van bouwwerken worden gemeten of berekend. Alle begrippen, waarin maten en waarden voorkomen, worden in dit artikel verklaard. Voor beide artikelen geldt dat een deel van de formuleringen bindend is voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Bestemmingsregels In de bij de verbeelding horende regels zijn de bestemmingsomschrijving, de bouwregels en de gebruiksregels en de afwijkings‐ en wijzigingsbevoegdheden te vinden.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
18
Bedrijf Dit betreft de gronden van het tankstation. De rechten uit het vigerende bestemmingplan worden overgenomen met uitzondering van de lpg‐verkoop. Bedrijventerrein Dit betreft de gronden binnen het bedrijventerrein Moolhoek waarop de veiligheidszone van de lpg tank ligt. Deze veiligheidszone wordt in dit bestemmingsplan uit het plan gehaald. De overige rechten blijven behouden. Dit betreft tevens de gronden van de uitbreiding. Om een geleidelijke overgang van het bedrijventerrein naar de woonomgeving te creëren krijgen deze gronden een specifieke goot‐ en bouwhoogte van 6 en 8 meter. Er is een voorwaardelijke verplichting opgenomen voor de sloop van 2 panden. Groen De bestemming Groen is gegeven aan beeld‐ of structuurbepalend groen. Het gaat dan om gronden die in gebruik zijn als plantsoenen, bermen, speelvoorzieningen en voet‐ en fietspaden. Kleinere 'snippers' groen zijn opgenomen in de bestemming Verkeer. Wonen Een deel van de bestemming Wonen heeft in het vigerende bestemmingsplan reeds een woonbestemming. Voor dit perceel verandert er niets. Het nieuwe deel dat de bestemming Wonen heeft in dit plan krijgt geen bouwrechten (geen bouwvlak). Waarde ‐ Archeologie De bestemming 'Waarde ‐ Archeologie' is een dubbelbestemming. Binnen het plangebied is sprake van 2 verschillende soorten van archeologische verwachtingen en waarden. Om deze (mogelijke) archeologische sporen te beschermen, is op de betreffende gronden de dubbelbestemming Waarde ‐ Archeologie van toepassing. De regeling is overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan. Algemene regels In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. In dit bestemmingsplan zijn de vigerende algemene regels overgenomen. De uitsluiting van aanvullende werking bouwverordening zijn niet meer opgenomen. In de bouwregels is daarvoor een algemene parkeerregeling opgenomen. Overgangs‐ en slotregel In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs‐ en slotregel aan de orde. De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro). De slotregel bevat de titel van het plan.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
19
Hoofdstuk 5 Sectorale onderzoeken
5.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat de motivering van het bestemmingsplan voor de diverse relevante omgevingsaspecten. Voor enkele zaken is een uitgebreidere beschrijving als bijlage bij de toelichting opgenomen. In dit hoofdstuk wordt dan alleen een korte samenvatting van het uitgevoerde onderzoek gegeven. Uit de sectorale onderzoeken blijkt dat het bestemmingsplan voldoet aan de relevante wet‐ en regelgeving.
5.2 Milieueffectrapportage Toetsingskader In onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het bestemmingsplan planmer‐plichtig, projectmer‐plichtig of mer‐beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Daarnaast moet het bevoegd gezag bij de activiteiten die niet aan de bijbehorende drempelwaarden voldoen, nagaan of sprake kan zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG‐richtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden hebben betrekking op: de kenmerken van de projecten; de plaats van de projecten; de kenmerken van de potentiële effecten. Onderzoek en conclusies Het bestemmingsplan omvat feitelijk niet meer dan de uitbreiding van een bestaand bedrijf. Het gaat dus om een zeer kleinschalige ontwikkeling in vergelijking met de drempelwaarden uit het Besluit m.e.r.. Gelet op de kenmerken van de aanpassing van het bestemmingsplan en de kenmerken van de potentiële effecten treden geen negatieve milieugevolgen op. Voor het merendeel van de gronden is sprake van een verbetering van de (potentiële) gevolgen op het milieu. Dit blijkt ook uit het onderzoek van de verschillende milieuaspecten die in de volgende paragrafen is opgenomen. Voor het bestemmingsplan is dan ook geen mer‐procedure of mer‐beoordelingsprocedure noodzakelijk conform het Besluit m.e.r..
5.3 Archeologie en cultuurhistorie Beleidskader De gemeente Westvoorne onderschrijft de uitwerking van het 'Verdrag van Malta': behoud van het archeologische erfgoed waar mogelijk en documentatie waar nodig. Hierbij wordt aangesloten op het rijks‐ en het provinciale beleid. Westvoorne heeft op 22 april 2008 een gemeentelijk archeologisch beleid vastgesteld, waarvan de Archeologische Waarden‐ en Beleidskaart (AWK) een belangrijk instrument vormt. De kaart toont de archeologische waarden en verwachtingen binnen Westvoorne en geeft aan hoe de gemeente daarmee wenst om te gaan.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
20
In de momenteel voor het plangebied geldende bestemmingsplannen is een dubbelbestemming ter bescherming van de mogelijk aanwezige archeologische waarden opgenomen. De AWK is het achterliggende beleidskader voor de motivering van die dubbelbestemming. Het wettelijk kader voor de bescherming van (archeologische) monumenten en de aanwijzing van beschermde stads‐ of dorpsgezichten is vastgelegd in de Monumentenwet 1988. Onderzoek en conclusies Voor het plangebied geldt een redelijk hoge tot hoge archeologische verwachting (gebiedscategorie B en C), waarbij archeologisch onderzoek verplicht is bij ingrepen en werkzaamheden dieper dan 50 cm (categorie B) en 80 cm (categorie C). De geldende bestemmingsplannen bevatten reeds een dubbelbestemming waarmee de bescherming van de archeologische waarden is geborgd. Het geldende beschermingsregime voor de mogelijke archeologische waarden is ook in het voorliggende bestemmingsplan opgenomen. Zodoende kan, bij een concrete planuitwerking, eventueel noodzakelijk archeologisch onderzoek worden gevraagd. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt heeft de bestaande bebouwing en inrichting binnen het plangebied geen bijzondere waarde. In de directe omgeving bevinden zich geen aangewezen monumenten of beschermde gezichten. De beoogde wijziging betekent geen negatieve inbreuk op het bestaande beeld van de omgeving. Het beeld vanuit de Middeldijk wordt juist verbeterd door het vergroten van de woonbestemming. Daarnaast verdwijnt een deel van de aanwezige bedrijfsbebouwing en worden de mogelijkheden voor exploitatie van een LPG‐verkooppunt ongedaan gemaakt. De bescherming van mogelijke archeologische waarden binnen het plangebied is gewaarborgd door middel van een dubbelbestemming. Het aspect cultuurhistorie vraagt verder geen nader beschermingsregime in het bestemmingsplan.
5.4 Beeldkwaliteit en welstand In deze paragraaf worden de effecten beschreven voor de aspecten beeldkwaliteit en welstand. De landschappelijke inpassing is beschreven in paragraaf 2.4. Voor het plangebied wordt geen afzonderlijke beeldkwaliteitparagraaf (bedoeld als aanvulling op de gemeentelijke Nota ruimtelijke kwaliteit) vastgesteld. Voor de toetsing van bouwplannen in het plangebied wordt de geldende gemeentelijke Nota ruimtelijke kwaliteit van toepassing verklaard. Over de ontwikkeling is overeenstemming bereikt met de commissie voor ruimtelijke kwaliteit. In de gesloten privaatrechtelijke overeenkomst is vastgelegd dat de plannen conform deze welstandsadvisering worden uitgevoerd.
5.5 Bodem Normstelling en beleid Op grond van het Bro dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Voor een nieuw geval van bodemverontreiniging geldt, in tegenstelling tot oude gevallen (voor 1987), dat niet functiegericht maar in beginsel volledig moet worden gesaneerd. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur te worden gerealiseerd op bodem die geschikt is voor het beoogde gebruik.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
21
Onderzoek en conclusies De ontwikkeling voorziet in de uitbreiding van het bedrijf Motoport. Deze ontwikkeling vindt plaats op gronden met de vigerende bestemming 'Bedrijf' en 'Groen'. Hierbij is sprake van een functieverandering naar 'Bedrijventerrein'. Voor de locatie is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (bijlage 1). Op basis van de onderzoeksresultaten wordt geconcludeerd, dat de hypothese "verdacht" voor bodemverontreiniging wordt bevestigd. De locatie wordt geschikt geacht voor de beoogde bedrijfsbestemming. Hiervoor is geen aanvullend onderzoek nodig.
5.6 Ecologie Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora‐ en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie (Verordening Ruimte) ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur de uitvoering van het plan niet in de weg staan. Beoogde ontwikkelingen Het bestemmingsplan voorziet in uitbreiding van het bedrijf en de aanleg van een nieuwe groenstrook. Hiervoor moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd: verwijderen beplanting; bouwrijp maken; bouwwerkzaamheden. Normstelling Provinciale Verordening Het rijksbeleid ten aanzien van de bescherming van soorten (flora en fauna) en de bescherming van de leefgebieden van soorten (habitats) is opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). De uitwerking van dit nationale belang ligt bij de provincies. De bescherming van gebieden die deel uitmaken van de EHS, alsmede de bescherming van beschermde landschapselementen en belangrijke weidevogelgebieden, is geregeld via de provinciale Verordening Ruimte. Wanneer er ruimtelijke ontwikkelingen in gebieden plaatsvinden die onderdeel zijn van de EHS of van beschermde landschapselementen en in belangrijke weidevogelgebieden, geldt het nee, tenzij‐principe. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet compensatie plaatsvinden, wanneer er effecten optreden. Flora‐ en faunawet Voor de soortenbescherming is de Flora‐ en faunawet (hierna Ffw) van toepassing. Deze wet is gericht op de bescherming van dier‐ en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. De Ffw bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier‐ en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings‐ of vaste rust‐ en verblijfsplaatsen. De wet maakt hierbij een onderscheid tussen 'licht' en 'zwaar' beschermde soorten en soorten waarvoor een vrijstelling geldt als volgens een door de minister goedgekeurde gedragscode wordt gewerkt en de activiteit te karakteriseren is als bestendig beheer, onderhoud of gebruik of ruimtelijke inrichting of ontwikkeling. Voor zover deze vrijstelling niet van toepassing is, bestaat de mogelijkheid om van de verbodsbepalingen ontheffing te verkrijgen van het Ministerie van Economische Zaken. Voor de zwaar beschermde soorten wordt deze ontheffing slechts verleend, indien: er sprake is van een wettelijk geregeld belang; er geen alternatief is; geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient in het geval van zwaar beschermde soorten of broedende vogels overtreding van de Ffw voorkomen te worden door het treffen van maatregelen, aangezien voor dergelijke situaties geen ontheffing kan worden verleend.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
22
Met betrekking tot vogels hanteert het Ministerie van Economische Zaken de volgende interpretatie van artikel 11: De verbodsbepalingen van artikel 11 beperken zich bij vogels tot alleen de plaatsen waar gebroed wordt, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te doen zijn, én slechts gedurende de periode dat er gebroed wordt. Er zijn hierop echter verschillende uitzonderingen, te weten: Nesten die het hele jaar door zijn beschermd Op de volgende categorieën gelden de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Ffw het gehele seizoen. 1. Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust‐ en verblijfplaats (voorbeeld: steenuil). 2. Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: roek, gierzwaluw en huismus). 3. Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: ooievaar, kerkuil en slechtvalk). 4. Vogels die jaar in jaar uit gebruikmaken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (voorbeeld: boomvalk, buizerd en ransuil). Nesten die niet het hele jaar door zijn beschermd In de 'aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten' worden de volgende soorten aangegeven als categorie 5. Deze zijn buiten het broedseizoen niet beschermd. 5. Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het hele jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. De soorten uit categorie 5 vragen soms wel om nader onderzoek, ook al zijn hun nesten niet jaarrond beschermd. Categorie 5‐soorten zijn namelijk wel jaarrond beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. De Ffw is voor dit plan van belang, omdat bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan moet worden onderzocht of deze wet de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Natuurbeschermingswet 1998 Uit het oogpunt van gebiedsbescherming is de Natuurbeschermingswet 1998 van belang. Deze wet onderscheidt drie soorten gebieden, te weten: a. door de minister van EZ (voormalig Ministerie van EL&I/LNV) aangewezen gebieden, zoals bedoeld in de Vogel‐ en Habitatrichtlijn; b. door de minister van EZ (voormalig Ministerie van EL&I/LNV) aangewezen beschermde natuurmonumenten; c. door Gedeputeerde Staten aangewezen beschermde landschapsgezichten. De wet bevat een zwaar beschermingsregime voor de onder a en b bedoelde gebieden (in de vorm van verboden voor allerlei handelingen, behoudens vergunning van Gedeputeerde Staten of de Minister van EZ). De bescherming van de onder c bedoelde gebieden vindt plaats door middel van het bestemmingsplan. De speciale beschermingszones (a) hebben een externe werking, zodat ook ingrepen die buiten deze zones plaatsvinden verstoring kunnen veroorzaken en moeten worden getoetst op het effect van de ingreep op soorten en habitats. Hetzelfde geldt voor de ecologische doelen van de beschermde natuurmonumenten (b), voor zover deze gebieden niet overlappen met Natura 2000. Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan moet worden onderzocht of het plan effecten heeft op de gebieden beschermd onder de Natuurbeschermingswet 1998. Indien significant negatieve effecten niet kunnen worden uitgesloten moet worden gezocht naar oplossingen in de vorm van mitigerende maatregelen of aanpassingen van het plan. Zijn na verwerking hiervan significant negatieve effecten nog
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
23
steeds niet uit te sluiten dan kan het plan alleen doorgang vinden als: sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard; geen alternatieven voorhanden zijn; resterende effecten worden gecompenseerd. Onderzoek Gebiedsbescherming Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur‐ of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000. Het plangebied maakt ook geen deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het dichtstbijzijnde gebied ligt ten noorden van de kern Rockanje. Uit de kaart van het Natuurbeheerplan blijkt dat in het plangebied geen beschermde landschapselementen aanwezig zijn. Het Natura 2000‐gebied Voornes Duin ligt circa 1,1 km ten westen van het plangebied. Het Voornes Duin is aangewezen in het kader van de Vogel‐ en Habitatrichtlijn. De ligging van het plangebied ten opzichte van de beschermde natuurgebieden is op navolgende afbeelding weergegeven (bron: geo‐loket provincie Zuid‐Holland).
Doordat het plangebied geen deel uitmaakt van de EHS worden negatieve effecten uitgesloten. Vanwege de afstand tot Natura 2000 en de kleinschalige aard van de ontwikkeling worden areaalverlies, versnippering, verandering van de waterhuishouding en verstoring op voorhand uitgesloten. De beperkte uitbreiding van het bedrijf heeft hoogstens een zeer beperkte verkeersgeneratie tot gevolg. Doordat het verkeer zich vanuit het plangebied naar het oosten afwikkelt, van Natura 2000 af, leidt de ontwikkeling niet tot een toename van de stikstofdepositie in het Voornes Duin. Negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen worden uitgesloten. De Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie staan de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg. Soortenbescherming De huidige ecologische waarden zijn vastgesteld aan de hand van foto's van het plangebied, algemene ecologische kennis en verspreidingsatlassen/gegevens (onder andere Ravon, www.verspreidingsatlas.nl en www.waarneming.nl). Vogels In de groenstrook komen tuin‐ en struweelvogels voor. Hier zijn soorten als koolmees, roodborst, winterkoning en merel aanwezig. De beplanting is ongeschikt voor vogels met vaste verblijfplaatsen.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
24
Zoogdieren Het plangebied biedt geschikt leefgebied aan algemeen voorkomende, licht beschermde soorten als mol, egel, huisspitsmuis, veldmuis en konijn. De groenstrook maakt mogelijk deel uit van het foerageergebied van vleermuizen. In het plangebied ontbreekt het aan geschikte bomen of bebouwing voor vaste verblijfplaatsen. Ook doorgaande lijnstructuren die kunnen fungeren als vaste vliegroute ontbreken. Amfibieën Algemene amfibieën als bruine kikker, bastaardkikker en gewone pad kunnen gebruik maken van het plangebied als schuilplaats in struiken en onder stenen. Gezien de aanwezige biotopen komen hier geen zwaarder beschermde soorten voor. Overige soorten Er zijn, gezien de aanwezige biotopen, geen beschermde vaatplanten, vissen, reptielen en/of bijzondere insecten of overige soorten te verwachten op de planlocatie. Deze soorten stellen hoge eisen aan hun leefgebied; het plangebied voldoet hier niet aan. In navolgende tabel staat aangegeven welke beschermde soorten er binnen het plangebied (naar verwachting) aanwezig zijn en onder welk beschermingsregime deze vallen (niet limitatief). Nader onderzoek nodig Vrijstellingsrege‐li tabel 1 mol, egel, huisspitsmuis, veldmuis nee ng Ffw en konijn bruine kikker, gewone pad en de bastaardkikker Ontheffingsrege‐li tabel 2 ‐ nee ng Ffw tabel 3 bijlage 1 AMvB ‐ nee bijlage IV HR alle vleermuizen (foeragerend) nee vogels cat. 1 t/m 4 ‐ nee Het bestemmingsplan voorziet in uitbreiding van het bedrijf. De benodigde werkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling kunnen leiden tot aantasting van te beschermen natuurwaarden. Er is geen ontheffing nodig voor de tabel 1‐soorten van de Ffw omdat hiervoor een vrijstelling geldt van de verbodsbepalingen van de Ffw. Uiteraard geldt wel de algemene zorgplicht. Dat betekent dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving. Tijdens werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Verstoring van broedende vogels is verboden. Overtreding van verbodsbepalingen ten aanzien van vogels wordt voorkomen door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. In het kader van de Ffw wordt geen standaardperiode gehanteerd voor het broedseizoen. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Indien de werkzaamheden uitgevoerd worden op het moment dat er geen broedgevallen (meer) aanwezig zijn, is overtreding van de wet niet aan de orde. De meeste vogels broeden overigens tussen 15 maart en 15 juli (bron: website vogelbescherming). De groenstrook dient op grond van het voorgaande dan ook buiten het broedseizoen te worden verwijderd. Doordat de verwijdering slechts tijdelijk van aard is en in de omgeving voldoende alternatieve verblijfplaatsen en foerageermogelijkheden aanwezig zijn, treden negatieve effecten op broedvogels en vleermuizen niet op.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
25
Gezien de bovenstaande conclusies staat de Flora‐ en faunawet, met inachtneming van de voorgestelde maatregelen, de uitvoering van het plan niet in de weg. Conclusie De voorgenomen ontwikkeling leidt niet tot negatieve effecten op beschermde natuurgebieden of beschermde soorten. Het aspect ecologie vormt dan ook geen belemmering voor de uitvoering van het plan.
5.7 Water Waterbeheer en watertoets De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Hollandse Delta, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits‐ en waterkwaliteitsbeheer. Namens de initiatiefnemer is het waterschap Hollandse Delta geïnformeerd over het plan door gebruik te maken van de Digitale Watertoets. Deze is uitgevoerd op 18‐06‐2015. Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap nader wordt behandeld. Europa: Kaderrichtlijn Water (KRW) Nationaal: Nationaal Waterplan (NW) Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) Waterwet Provinciaal: Provinciaal Waterplan Provinciale Structuurvisie Verordening Ruimte Waterschapsbeleid In het Waterbeheerplan 2009‐2015 staat hoe Hollandse Delta het waterbeheer in het werkgebied in de komende jaren wil uitvoeren. Daarbij gaat het om betaalbaar waterbeheer met evenwichtige aandacht voor veiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit, duurzaamheid en om het watersysteem als onderdeel van de ruimtelijke inrichting van ons land. Het Waterbeheerplan beschrijft de uitgangspunten voor het beheer, de ontwikkelingen die de komende jaren verwacht worden en de belangrijkste keuzen die het waterschap moet maken. Daarnaast geeft het Waterbeheerplan een overzicht van maatregelen en kosten. De maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn onderdeel van het plan. Uit het oogpunt van waterkwaliteit moet schoon hemelwater bij voorkeur worden afgekoppeld en direct worden geloosd op oppervlaktewater. Dit vermindert de vuiluitworp uit het gemengde rioolstelsel en verlaagt de belasting van de afvalwaterzuivering. Bij een toename van aaneengesloten verhard oppervlak van 500 m² of meer moet voor de versnelde afstroom van hemelwater een vergunning worden aangevraagd in het kader van de Keur. Voor een toename aan verhard oppervlak moet 10% van deze toename worden gecompenseerd in de vorm van open water binnen het peilgebied waarin de verharding toeneemt.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
26
Huidige situatie Algemeen Het plangebied bestaat uit huidige bedrijfsbebouwing en een groenstrook. De bodem ter plaatse van het plangebied bestaat uit zavel met homogeen profiel. Er sprake van grondwatertrap IV. Dat wil zegen dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand meer dan 0,4 m beneden maaiveld ligt en de gemiddelde laagste grondwaterstand varieert tussen de 0,8 en 1,2 m beneden maaiveld. Waterkwantiteit Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Op enige afstand ten zuiden van het plangebied is wel oppervlaktewater aanwezig. Dit betreft een wegsloot met een beschermingszone van 5 m. Binnen deze zone gelden beperkingen voor bouwen en aanleggen om onderhoud aan de watergang mogelijk te houden. Het plangebied is niet gelegen binnen deze beschermingszone. Veiligheid en waterkeringen Het plangebied is niet gelegen binnen de kern‐ of beschermingszone van een waterkering. Afvalwaterketen en riolering Het plangebied is aangesloten op het gemeentelijke rioolstelsel. Toekomstige situatie Algemeen De beoogde ontwikkeling voorziet in de uitbreiding van het bestaande bedrijf. Daar tegenover staat dat bestaande bebouwing wordt gesloopt. Daarnaast is in de vigerende situatie ook reeds 600 m2 aan bebouwing toegestaan. De toename verharding is minimaal. Waterkwantiteit Toename in verharding dient gecompenseerd te worden. Bij een toename van aaneengesloten verhard oppervlak van 500 m² of meer moet voor de versnelde afstroom van hemelwater een vergunning worden aangevraagd in het kader van de Keur. Dit is bij voorliggend plan niet het geval. Afvalwaterketen en riolering Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden: hemelwater vasthouden voor benutting, (in‐) filtratie van afstromend hemelwater, afstromend hemelwater afvoeren naar oppervlaktewater, afstromend hemelwater afvoeren naar RWZI. Watersysteemkwaliteit en ecologie Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem is het van belang om duurzame, niet‐uitloogbare materialen te gebruiken, zowel gedurende de bouw‐ als de gebruiksfase. Veiligheid en waterkeringen De ontwikkeling heeft geen invloed op de waterveiligheid in de omgeving. Waterbeheer Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het waterschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de "Keur". Dit is voor dit plan niet van toepassing.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
27
Conclusie De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.
5.8 Wegverkeerslawaai Beoogde ontwikkeling Binnen het bestemmingsplan is de uitbreiding van het bedrijf voorzien en de functiewijziging van bedrijfsgronden naar de bestemming 'Wonen'. Binnen deze woonbestemming wordt geen bouwrecht opgenomen. Van de realisatie van nieuwe woningen en daarmee nieuwe geluidgevoelige functies is zodoende geen sprake. Onderzoek en conclusie Binnen het plan worden geen nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt. Tevens biedt het plan geen mogelijkheid tot aanleg van nieuwe wegen en/of fysieke wijzigingen aan bestaande wegen. Akoestisch onderzoek kan dan ook achterwege blijven. Het aspect wegverkeerslawaai staat de ontwikkeling niet in de weg.
5.9 Milieuhinder en omliggende functies Beleid en Normstelling In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen: ter plaatse van de woningen een goed woon‐ en leefmilieu kan worden gegarandeerd; rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven. Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruik gemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. Voor elke bedrijfsactiviteit is de maximale richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies aangegeven op grond waarvan de categorie‐indeling heeft plaatsgevonden. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Bij een gemengd gebied kan gebruik worden gemaakt van kleinere richtafstanden. De Staat van Bedrijfsactiviteiten is gebaseerd op de VNG‐publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009). Onderzoek en conclusie De beoogde ontwikkeling bestaat uit de uitbreiding van het bedrijf Motoport en een functieverandering van 'bedrijf' naar 'wonen' ten westen van Motoport. In de directe omgeving zijn vooral bedrijven aanwezig. Direct ten zuid‐ oosten van het plangebied zijn enkele woningen aanwezig. Vanwege de ligging nabij diverse bedrijven wordt dit gebied gezien als gemengd gebied. Voor het uit te breiden bedrijf geldt op basis van de VNG‐publicatie een richtafstand van 10 m ten opzichte van woningen in een gemengd gebied. Binnen de beoogde woonbestemming, grenzend aan Motoport, zijn geen woningen aanwezig. De dichtstbijzijnde woningen zijn gelegen op circa 10 m. Hiermee wordt voldaan aan de genoemde richtafstand. Door het saneren van de LPG‐verkoop geldt voor het tankstation een richtafstand van 10 m. In het bestemmingsplan wordt voldaan aan deze afstand doordat het bouwvlak (binnen de woonbestemming) op grotere afstand dan 10 m ligt. Geconcludeerd kan worden dat ter plaatse van de bestaande woningen sprake zal zijn van een goed woon‐ en leefklimaat.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
28
5.10 Luchtkwaliteit Beleid en Normstelling In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een ruimtelijk plan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens rekening gehouden met de luchtkwaliteit. Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). Dit onderdeel van de Wet milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar‐ en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in de volgende tabel weergegeven. In onderstaande tabel zijn de grenswaarden van de maatgevende stoffen Wm weergegeven. Stof Toetsing van Grenswaarde Stikstofdioxide Jaargemiddelde concentratie 40 µg/m³ (NO2) Uurgemiddelde concentratie Max. 18 keer p.j. Meer dan 200 µg/m³ Fijn stof (PM10) Jaargemiddelde concentratie 40 µg/m³ 24‐uurgemiddelde concentratie Max. 35 keer p.j. Meer dan 50 ìg / m³ Fijn stof (PM2,5) Jaargemiddelde concentratie 25 µg/m³ Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit onder andere uitoefenen indien de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden of de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht. Besluit niet in betekenende mate In dit Besluit niet in betekenende mate is bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden: een project heeft een effect van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10 (= 1,2 µg/m³); een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen bij één ontsluitingsweg en 3.000 woningen bij twee ontsluitingswegen, kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlak van niet meer dan 100.000 m2 bij één ontsluitingsweg en 200.000 m2 bij twee ontsluitingswegen. Onderzoek en conclusie De beoogde ontwikkeling leidt niet tot een significante verkeerstoename. Het effect op de luchtkwaliteit bedraagt dan ook in geen geval meer dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarden voor PM10 en NO2. Op het plan is daarom het besluit nibm van toepassing. Toetsing aan de grenswaarden kan achterwege blijven. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is een indicatie van de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied gegeven. Dit is gedaan aan de hand van de monitoringstool (www.nsl‐monitoring.nl) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. Hieruit blijkt dat in 2015 de jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide en fijn stof ruimschoots onder de grenswaarden uit de Wet milieubeheer zijn gelegen. De concentraties luchtverontreinigende stoffen direct langs de Middeldijk en Molendijk (maatgevende wegen nabij het plangebied) bedragen 20,3 µg/m³ voor NO2, 21,4 µg/m³ voor PM10 en 13,4 µg/m³ voor PM2,5. Het aantal overschrijdingsdagen van de 24‐uur gemiddelde concentratie PM10 bedraagt 9,4 dagen. Omdat direct langs deze wegen aan de grenswaarden wordt voldaan, zal dit ook ter plaatse van het plangebied het geval zijn. Concentraties luchtverontreinigende stoffen nemen
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
29
immers af naarmate een locatie verder van de weg ligt. Daarom is ter plaatse van het hele plangebied sprake van een aanvaardbaar leefklimaat.
5.11 Externe veiligheid Beleid en normstelling Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk: bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid; vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door buisleidingen. Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt. Risicorelevante inrichtingen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Op basis van het Bevi geldt voor het PR een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Beide liggen op een niveau van 10‐6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan deze normen worden voldaan, ongeacht of het een bestaande of nieuwe situatie betreft. Het Bevi bevat geen norm voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied van de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR geldt daarbij als oriëntatiewaarde. Onderzoek en conclusie Uit de professionele risicokaart blijkt dat binnen het plangebied een risicovolle inrichting aanwezig is, namelijk het tankstation Argos met LPG‐installatie aan de Middeldijk 8. De verkoop van LPG is hier gestopt waardoor ook de risicocontouren die een LPG‐installatie met zich meebrengt worden verwijderd. Hierdoor vormt het tankstation geen belemmering meer voor de externe veiligheidssituatie in het plangebied. Verder vindt er in de directe omgeving van het plangebied geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de weg, het spoor, het water of door buisleidingen. Geconcludeerd wordt dat het plan voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid staat de boogde ontwikkeling niet in de weg.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
30
5.12 Kabels en leidingen Afwegingskader Planologisch relevante leidingen en hoogspanningsverbindingen moeten in een ruimtelijk plan worden gewaarborgd. Ook moet rond dergelijke leidingen rekening worden gehouden met zones waarbinnen mogelijke beperkingen gelden. Planologisch relevante leidingen zijn leidingen waarin de producten worden vervoerd: gas, olie, olieproducten, chemische producten, vaste stoffen/goederen; aardgas met een diameter groter of gelijk aan 18”; defensiebrandstoffen; warmte en afvalwater, ruwwater of halffabrikaat voor de drink‐ en industriewatervoorziening met een diameter groter of gelijk aan 18 inch. Onderzoek en conclusies Er zijn geen planologisch relevante buisleidingen, hoogspanningsverbindingen of straalpaden aanwezig binnen het plangebied of in de directe nabijheid. Dit betekent dat het aspect kabels en leidingen de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
31
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
6.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een korte toelichting gegeven op de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Naast de economische uitvoerbaarheid wordt ook ingegaan op de handhaving van het bestemmingsplan.
6.2 Economische uitvoerbaarheid Met de eigenaar van het bedrijf Motoport is een anterieure exploitatieovereenkomst gesloten. Met deze overeenkomst is sprake van een volledig kostenverhaal, waardoor het niet nodig is om een exploitatieplan vast te stellen. De gesloten exploitatieovereenkomst bevat specifieke informatie in relatie tot de financiële belangen van de betrokken grondeigenaar. Deze informatie is alleen van belang voor de afspraken tussen gemeente en grondeigenaar en wordt daarom aangemerkt als vertrouwelijk. De gemeente is niet als grondeigenaar betrokken bij de bestemmingswijziging. Tevens vindt de sanering van het bedrijf plaats voor rekening en risico van de betrokken grondeigenaar. De financiële aspecten vormen geen belemmering voor de uitvoering van het plan.
6.3 Handhaving Het college van burgemeester en wethouders is het bevoegd gezag voor de handhaving van het bestemmingsplan. Zoals blijkt uit jurisprudentie heeft de gemeente een beginselplicht tot handhaving. In de loop van de jaren '90 is in de gemeente Westvoorne de handhaving steeds meer tot ontwikkeling gekomen. Dit werd mede ingegeven door het besef dat grote delen van de gemeente landschappelijk zeer kwetsbaar gebied is waarin strikt gehandhaafd moet worden. In het Beleidsplan toezicht en handhaving (geactualiseerd in 2014) is het handhavingsbeleid voor ruimtelijke ordening en bouwen neergelegd. In het beleidsplan wordt aangegeven op welke wijze de gemeente Westvoorne handhavend optreedt tegen overtredingen van de regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en bouwen. Het formuleren en vaststellen van het handhavingsbeleid biedt onder andere meer duidelijkheid (intern en extern), bevordert de rechtszekerheid en voorkomt rechtsongelijkheid. Het plan vormt een beleidsmatige onderlegger voor een jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma is een schriftelijke vastlegging van alle uit te voeren handhavingsactiviteiten in het aankomende jaar. Handhavingsmiddelen De gemeente heeft verschillende instrumenten tot haar beschikking om handhavend op te treden. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen bestuursrechtelijke, privaatrechtelijke en strafrechtelijke instrumenten. De bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen staan in het Beleidsplan toezicht en handhaving centraal.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
32
De bestuursrechtelijke instrumenten kunnen onderverdeeld worden in preventieve en repressieve instrumenten. Preventieve instrumenten hebben tot doel het begaan van overtredingen te voorkomen. Hierbij moet niet alleen worden gedacht aan het houden van gedegen toezicht, maar onder andere ook aan het tijdig actualiseren en handhaafbaar houdenvan bestemmingsplannen en het verstrekken van juiste informatie en gerichte voorlichting aan inwoners en eigenaren. Met behulp van repressieve instrumenten kan worden opgetreden tegen geconstateerde overtredingen. De gemeente is bijvoorbeeld bevoegd een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te leggen om te bewerkstelligen dat de strijdige situatie wordt beëindigd.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
33
Hoofdstuk 7 Overleg en inspraak
7.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten van het gevoerde overleg beschreven.
7.2 Overleg artikel 3.1.1 Bro In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro is afstemming nodig met de vooroverlegpartners. De ontvangen overlegreacties zijn als bijlage 2 bij de toelichting van dit bestemmingsplan gevoegd. In deze paragraaf staat kort een samenvatting van de reacties gegeven en is aangegeven hoe de reacties eventueel in het plan zijn verwerkt. Veiligheidsregio Rotterdam‐Rijnmond (VRR) Het voorontwerp van het bestemmingsplan is aan de VRR toegestuurd. De VRR heeft hierop aangegeven dat met betrekking tot dit plan geen relevante externe veiligheidsaspecten zijn geconstateerd. Waterschap Hollandse Delta Het voorontwerp van het bestemmingsplan is aan het Waterschap Hollandse Delta toegestuurd. Het Waterschap heeft hierop aangegeven dat ten behoeve van het bestemmingsplan de digitale watertoets is uitgevoerd. Het bestemmingsplan voldoet aan de waterstaatkundige uitgangspunten. Provincie Zuid‐Holland Het voorontwerp van het bestemmingsplan is aan de Provincie toegestuurd. De Provincie heeft hierop aangegeven dat met betrekking tot dit plan strijdigheid met de verordening geconstateerd is: 1. de ondergeschikte detailhandel in artikel 4.3 onder f en zoals opgenomen in artikel 9.2a, onder 5 zijn in strijd met het gestelde in artikel 2.1.4 lid 3 uit de verordening. Alleen ondergeschikte detailhandel in ter plaatse vervaardigde goederen bij een productiebedrijf zijn toegestaan. 2. In artikel 1 dient een omschrijving van het begrip 'detailhandel in volumineuze goederen' te worden toegevoegd in overeenstemming met artikel 2.1.4 lid 3, onder a van de verordening. Reactie gemeente: 1. akkoord, in de genoemde artikelen wordt opgenomen dat alleen ter plaatse vervaardigde goederen verkocht mogen worden. 2. akkoord, in artikel 1 wordt het begrip 'detailhandel in volumineuze goederen' opgenomen conform artikel 2.1.4 lid 3, onder a van de verordening. Aanvullend wordt in overeenstemming met artikel 2.1.4, lid 5 van de verordening nevenassortiment bij detailhandel mogelijk gemaakt in artikel 4.1.1, onder b. Overigens is de detailhandel in volumineuze goederen nu direct mogelijk gemaakt op het betreffende perceel. Conclusies Het bestemmingsplan is aangepast naar aanleiding van de vooroverlegreactie van de provincie.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
34
7.3 Inspraak Het voorontwerpbestemmingsplan heeft van 17 september tot en met 28 oktober 2015 ter inzage gelegen in het kader van de inspraakprocedure. Het voorontwerpbestemmingsplan kon gedurende deze periode in het gemeentehuis, via de gemeentelijke website en via RO‐online (www.ruimtelijkeplannen.nl) worden geraadpleegd. Gedurende deze periode van zes weken zijn belanghebbenden in de gemeente in de gelegenheid gesteld om een reactie te geven op het voorontwerpbestemmingsplan. Er zijn binnen de aangegeven periode geen inspraakreacties ingediend.
7.4 Ambtshalve aanpassingen voorontwerpbestemmingsplan Op verzoek van de eigenaar is de voorwaardelijke sloopverplichting voor bouwen nu gekoppeld aan start van de bouw. De eigenaar wil (om hinder voor omwonenden te beperken en vanuit veiligheidsredenen) de te slopen gebouwen tijdens de bouw van de uitbreiding gebruiken om materiaal en materieel op te slaan. In het voorontwerpbestemmingsplan is abusievelijk het tankstation wegbestemd. Bedoeld was om alleen de verkoop van lpg weg te bestemmen. In het ontwerpbestemmingsplan is voor het tankstation de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' opgenomen. Daarnaast zijn enkele kleine tekstuele aanpassingen verwerkt die geen gevolgen hebben voor de bestemmingsregeling.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
bijlagen bij de Toelichting
37
Bijlage 1 Verkennend bodemonderzoek
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
38
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
RAPPORT C15-027-O Verkennend bodemonderzoek ter plaatse van de Middeldijk 18 te Rockanje.
Capelle aan den IJssel, IJssel 30 maart 2015
CAPELLE A/D IJSSEL Essebaan 7 2908 LJ Capelle a/d IJssel Postbus 333 2910 AH Nieuwerkerk a/d IJssel T. 010 2582300 AMERSFOORT Nijverheidsweg-Nrd 98V 3812 PN Amersfoort Postbus 1547 3800 BM Amersfoort T. 033 460 00 10
APPINGEDAM
Opdrachtgever:
Boormeester: Protocol: Rapportage: Controle:
MotoPort Rockanje Moolhoek 6 3235 XK Rockanje
D. Straatman BRL SIKB 2000-2001/2002 2000 ing. M. Brochard ir. G.J. Meijers
Kanaalweg 1 9902 AX Appingedam T. 059 669 36 00
www.arnicon.nl
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING EN DOEL VAN HET ONDERZOEK................................................................ 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Doel van het onderzoek Kwaliteitswaarborg en onafhankelijkheid Rapportage
1 1 1 1
2. RESULTATEN VOORONDERZOEK ................................................................................ 2 2.1 Inleiding 2.2 Resultaten 2.3 Hypothese
2 2 4
3. ONDERZOEKSOPZET ..................................................................................................... 5 4. RESULTATEN BODEMONDERZOEK .............................................................................. 6 4.1 Veldwerk 4.2 Chemisch-analytisch onderzoek
6 6
5. SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ...............................................11 5.1 Samenvatting 5.2 Conclusies 5.3 Aanbevelingen
BIJLAGEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Regionale overzichtskaart Detailtekeningen Boorstaten Analysecertificaten grond Analysecertificaten grondwater Toetsingswaarden BoToVa Toetsingen Besluit Bodemkwaliteit Arnicon groep, kwaliteitswaarborg en onafhankelijkheid
Rapport C15-027-O / 30-03-15 / Middeldijk 18 te Rockanje
11 11 12
1. INLEIDING EN DOEL VAN HET ONDERZOEK 1.1
Inleiding
Door MotoPort Rockanje te Rockanje is aan Arnicon de opdracht verstrekt tot uitvoering van een verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 ter plaatse van de Middeldijk 18 te Rockanje. Voor de situering van de onderzoekslocatie wordt verwezen naar bijlagen 1 en 2. De locatie heeft een totale oppervlakte van circa 2.200 m2. Er staan een woning en een aantal bijgebouwen. De aanleiding tot het onderzoek is de voorgenomen aankoop van het perceel. 1.2
Doel van het onderzoek
Het doel van het verkennend bodemonderzoek is inzicht te verkrijgen of en in hoeverre het voormalige, dan wel het huidige gebruik van de locatie geleid kan hebben tot verontreiniging van de bodem. Het onderzoek wordt zodanig uitgevoerd, dat een milieuhygiënische beoordeling kan worden gegeven ten aanzien van het (toekomstige) gebruik van de locatie. Het bepalen van de omvang van een eventueel aan te treffen verontreiniging valt buiten het kader van het verkennend onderzoek. 1.3
Kwaliteitswaarborg en onafhankelijkheid
Kwaliteitswaarborg De Arnicon Groep en haar medewerkers zijn sinds 2007 door Rijkswaterstaat Leefomgeving/ Bodem+ (Ministerie van Infrastructuur en Milieu) erkend voor het verrichten van diensten vallend onder diverse BRL SIKB protocollen waarmee wordt voldaan aan de wet en regelgeving KWALIBO. De Arnicon Groep is eveneens gecertificeerd voor de kwaliteits- en veiligheidsnormen zoals gesteld in de ISO 9001:2008 en VCA*(*). Onafhankelijkheid De Arnicon Groep en haar medewerkers zijn op geen enkele wijze gelieerd aan de opdrachtgever en/of eigenaar van de onderzoekslocatie. De Arnicon Groep heeft geen enkel (financieel) belang bij het weergeven van de resultaten van het onderzoek. Voor meer informatie over de kwaliteitswaarborg en onafhankelijkheid wordt verwezen naar bijlage 8. 1.4
Rapportage
In dit rapport worden achtereenvolgens de resultaten van het vooronderzoek (hoofdstuk 2), de onderzoeksopzet (hoofdstuk 3) en de resultaten van het bodemonderzoek (hoofdstuk 4) beschreven. Het rapport wordt afgesloten met de conclusies van het onderzoek en de (eventuele) aanbevelingen, die daaruit voortvloeien (hoofdstuk 5).
Rapport C15-027-O / 30-03-15 / Middeldijk 18 te Rockanje
1
2. RESULTATEN VOORONDERZOEK 2.1
Inleiding
Voorafgaand aan het bodemonderzoek is informatie verzameld over het vroegere en huidige gebruik van de locatie en de directe omgeving. Het vooronderzoek is uitgevoerd conform de Nederlandse norm NEN 5725, "Bodem – Landbodem – Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek", januari 2009. 2.2
Resultaten
Locatiebeschrijving De locatie wordt kadastraal aangeduid als gemeente Rockanje, sectie C, nrs. 4559 en 4560. De locatie is gelegen in het noordoosten van Rokanje, op de grens van wonen en bedrijven. De locatie heeft een oppervlakte van ongeveer 2.200 m2. Er staan een woning en een aantal bijgebouwen. De opdrachtgever is voornemens na de aankoop van de percelen aan de achterzijde (noordoostelijke gedeelte) uit te breiden en een stuk showroom aan te bouwen.
Foto 1: noordelijke gedeelte van het perceel
Foto 2: smalle gedeelte perceel
Historisch gebruik Voor zover bekend hebben zich in het verleden op de locatie geen bodembedreigende activiteiten voorgedaan. De straat waaraan de woning ligt, lijkt al rond 1850 te zijn bebouwd (bron: watwaswaar.nl). Op het perceel ten noordwesten van de onderzoekslocatie, deels aangrenzend, is een garagebedrijf met tankstation gevestigd, de Middeldijk 8. De eerste terug te vinden (revisie)vergunning is afgegeven in 1994, waarna diverse wijzigingen hebben plaatsgevonden. De inrichting is nog in gebruik. Aan de Middeldijk 5 heeft K. van der Knaap en Zn, een burgerlijk- en utiliteitsbouwbedrijf gevestigd gezeten in de periode 1943-1951 (circa 75 m ten noordwesten van de onderzoekslocatie). Aan de Middeldijk 12 heeft W.B. Peters, een burgerlijk- en utilitieitsbouwbedrijf gevestigd gezeten in de periode 1956-1958 (exacte ligging onbekend, niet bekend bij kadaster). Aan de Middeldijk 38 heeft C. Mand, een slachthuis, gevestigd gezeten vanaf 1908 tot een onbekende datum (exacte ligging onbekend, niet bekend bij kadaster).
Rapport C15-027-O / 30-03-15 / Middeldijk 18 te Rockanje
2
Brandstoftanks Uit de bodeminformatiekaart van de DCMR is niet naar voren gekomen (bestand geraadpleegd d.d. 5-3-2015) dat op de locatie onder- of bovengrondse brandstoftanks aanwezig zijn (geweest). Bij het tankstation aan de Middeldijk 8 liggen sinds 1989-1990 diverse ondergrondse brandstoftanks. Het gaat hierbij om diverse soorten brandstof. Drie tanks zijn in respectievelijk 1996, 2008 en 2011 opgevuld met zand. De overige vijf tanks zijn waarschijnlijk nog in gebruik. Daarnaast staat een huisbrandolietank (HBO) geregistreerd bij de woning. Sinds 1965 ligt aan de Middeldijk 10 een bovengrondse HBO-tank van 1.250 liter. Ondergrondse infrastructuur Onder het maaiveldniveau is de volgende infrastructuur te verwachten als kabels, leidingen en riolering. Ophogingen/slootdempingen Op basis van oud kaartmateriaal lijkt er geen sprake te zijn geweest van sloten ter plaatse van de onderzoekslocatie. Gezien het feit dat de percelen al rond 1850 bebouwd zijn, lijkt het niet waarschijnlijk dat er voor het bouwrijpmaken gebruik is gemaakt van gebiedsvreemd materiaal (bron: watwaswaar.nl). Maaiveldverhardingen De locatie is gedeeltelijk verhard met tegels en klinkers. Daarnaast is er in de tuin een vijver aanwezig. Terreininspectie Het hieraan voorafgaande is mede gebleken bij de visuele inspectie van de locatie d.d. 13 maart 2015. Voor het overige zijn geen bijzonderheden naar voren gekomen. Asbest Voor zover bekend valt op de locatie geen asbesthoudend materiaal op of in de bodem te verwachten. Actief bodembeheer De DCMR heeft “Bodemkwaliteitskaart en Bodembeheerplan Albrandswaard, Bernisse, Brielle, Krimpen aan den IJssel, Westvoorne en Rozenburg” (mei 2006) opgesteld. De locatie is gelegen op de grens van de zones lintbebouwing en oude kernen en industrie/bedrijven. Wat betreft de gebiedstypen ligt de locatie op de grens van de gebieden G2 en G2H, wat inhoudt dat de bodem in de bovengrond (0,0-0,5 m-mv) licht verontreinigd, respectievelijk heterogeen licht verontreinigd is. Voor de ondergrond is de locatie gelegen op de grens van de gebieden aangemerkt met G1, schoon, en G2H, licht verontreinigd heterogeen. Bodemonderzoek In de interactieve bodemkaart van DCMR staan geen onderzoeken vermeld van de onderzoekslocatie en de nabije omgeving. Er is echter wel een rapport in het bezit van de huidige bewoner:
Rapport C15-027-O / 30-03-15 / Middeldijk 18 te Rockanje
3
1)
Rapport inzake verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740. Middeldijk 18 en ongenummerd, kadastraal perceel C 4560, 3265 XD Rockanje, de BodemOnderZoeker BV, projectnr. BOZ-6171, juni 2007. Het onderzoek is uitgevoerd in kader van de aanvraag van een bouwvergunning. De onderzoekslocatie betreft het zuidwestelijke gedeelte van de onderhavig onderzoekslocatie. Zintuiglijk zijn geen bijzonderheden waargenomen, ook geen asbest. Uit de analyseresultaten is gebleken dat zowel de grond als het grondwater slecht licht verontreinigd.
Bodemopbouw De holocene deklaag heeft een dikte van meer dan 6 m en is opgebouwd uit slecht doorlatende klei- en veenlagen, maar ook zandlagen. De freatische grondwaterspiegel kan worden aangetroffen op een diepte van circa 0,5 m-mv. Toekomstige bestemming Op de locatie is de uitbreiding ten behoeve van de nieuwe eigenaar gepland. 2.3
Hypothese
Op basis van de beschikbare informatie wordt de locatie vanuit het oogpunt van bodemverontreiniging beschouwd als verdacht in verband met diffuse bodembelasting, waarbij wordt uitgegaan van een heterogene verontreiniging met zware metalen, PAK en minerale olie (in verband met het tankstation op het aangrenzend perceel) op schaal van monsterneming. De locatie wordt als niet-asbestverdacht aangemerkt.
Rapport C15-027-O / 30-03-15 / Middeldijk 18 te Rockanje
4
3. ONDERZOEKSOPZET Onderzoeksprotocol Ondanks de hypothese “verdacht” is uitgegaan van de onderzoeksopzet voor onverdachte locaties (ONV), zoals omschreven in de NEN 5740 “Bodem – Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek – Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond”, januari 2009. Met deze opzet worden voldoende boringen en analyses uitgevoerd om de algemene bodemkwaliteit vast te stellen. De te verwachten verontreinigingen maken deel uit van het standaard analysepakket. Algemeen Met behulp van een Edelmanboor zijn verspreid over de locatie boringen verricht tot een diepte van tenminste 1,0 m-mv (gezien de hypothese verdacht). Een aantal boringen is doorgezet tot 0,5 m beneden de grondwaterstand, maar minimaal tot 1 m-mv. Tijdens de uitvoering van de boringen is het opgeboorde bodemmateriaal zintuiglijk beoordeeld en geclassificeerd en zijn er boorbeschrijvingen gemaakt. Van de diepere boringen is er één afgewerkt met een peilbuis (zie tabel 1). Deze peilbuis is geplaatst aan de kant van de onderzoekslocatie waar het tankstation en de tank op nummer 10 nabij gelegen is. Er zijn mengmonsters samengesteld uit de toplaag en ondergrond ten behoeve van analyse op het in de NEN 5740 omschreven analysepakket voor grondmonsters (zie tabel 1). Bij het samenstellen van mengmonsters zijn maximaal 6 grondmonsters gemengd. Ten behoeve van het omrekenen van de gemeten gehalten naar de gehalten voor de standaardbodem (10% humus, 25% lutum) zijn de gehalten organische stof en lutum bepaald. De bemonstering van de peilbuis is een week na plaatsing uitgevoerd. Het aan de peilbuis onttrokken grondwatermonsters zijn onderzocht op het in de NEN 5740 omschreven analysepakket voor grondwater (zie tabel 1). De pH en het geleidingsvermogen van het grondwater zijn in het veld gemeten. Boor en analyseprogramma In tabel 1 is het boor- en analyseprogramma gegeven in de vorm van aantallen uitgevoerde boringen en analyses. TABEL 1: BOOR- EN ANALYSEPROGRAMMA Plaats
Verspreid over de locatie
Aantal boringen
Minimale diepte (m-mv)
Waarvan met peilbuis
Analyses grond
Analyses grondwater
9
1,0
-
2 x STAP-1
-
3
1,0*
1 (n)
1 x STAP-1
1 x STAP-W
Opmerkingen
-
*boring tot 0,5 m beneden de grondwaterstand (n) = bovenzijde filter tenminste 0,5 m-gws STAP-1= standaardpakket grond inclusief organische stof en lutum: 9 zware metalen, PAK (10 VROM), PCB’s (som 7) en minerale olie (C10-C40) STAP-W= standaardpakket grondwater: 9 zware metalen, vluchtige aromaten (BTEXN+styreen), vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen (VOCl; 16 st. inclusief vinylchloride), chloorbenzenen, bromoform en minerale olie
Rapport C15-027-O / 30-03-15 / Middeldijk 18 te Rockanje
5
4. RESULTATEN BODEMONDERZOEK 4.1
Veldwerk
Veldwerk Het veldwerk is op 13 maart 2015 uitgevoerd door D. Straatman (erkende veldwerker SIKB 2000 – 2001) van Arnicon B.V. Daarbij zijn verspreid over de locatie twaalf handboringen verricht (de boringen nrs. 01 t/m 12). De boringen zijn uitgevoerd met een Edelmanboor. Het boorgat van boring 10 is benut voor de plaatsing van een peilbuis (peilbuis 10). De situering van de boringen is weergegeven op bijlage 2. Tijdens het veldwerk is gebleken dat de toplaag tot een diepte van circa 1,0 m-mv hoofdzakelijk bestaat uit zand. De ondergrond bestaat tot de geboorde einddiepte uit klei. Echter is ter plaatse van boring 10 tot de geboorde einddiepte zand aangetroffen. De grondwaterstand is tijdens de uitvoering van de boringen waargenomen op een diepte van 0,5 m-mv. Voor een meer nauwkeurige weergave van het bodemprofiel wordt verwezen naar bijlage 3. Zintuiglijke waarnemingen grond Bij zintuiglijk onderzoek zijn geen afwijkingen waargenomen aan het opgeboorde bodemmateriaal. Er is geen asbestverdacht materiaal aangetroffen in het opgeboorde bodemmateriaal. Grondwater De bemonstering van het grondwater is uitgevoerd op 20 maart 2015 door Dorus Straatman van Milieukundig en geotechnisch adviesbureau Arnicon B.V. (erkend veldwerker SIKB 2000 - 2002). In tabel 2 is een overzicht gegeven van de peilbuisgegevens en zintuiglijke waarnemingen en metingen aan het grondwater. TABEL 2: PEILBUISGEGEVENS Peilbuis nr.
Filterdiepte (m-mv)
Grondwater- Troebelheid stand (m-mv) (NTU)
Zuurgraad (pH)
Geleidingsvermogen (µS/cm)
Zintuiglijke waarnemingen
10
1,2-2,2
0,89
7,0
990
-
4
Afwijkingen van de protocollen Het veldwerk is uitgevoerd onder procescertificaat van de BRL SIKB 2000. Er zijn geen afwijkingen. 4.2
Chemisch-analytisch onderzoek
Meng- en analyseprogramma Het meng- en analyseprogramma voor de onderzochte grond(meng)monsters en grondwatermonsters is weergegeven in tabel 3. In deze tabel corresponderen de monsternummers met de boringnummers en zijn de dieptetrajecten aangegeven, waaruit de monsters afkomstig zijn. Tevens is in deze tabel de samenstelling van de monsters vermeld.
Rapport C15-027-O / 30-03-15 / Middeldijk 18 te Rockanje
6
TABEL 3: (MENG-) EN ANALYSEPROGRAMMA GROND EN GRONDWATER Plaats
(Meng-) Boring / peilbuis nummers met Hoofdbestanddeel/- Analyses monster- (filter-) diepte in cm-mv bijmenging grond (1) code
Analyses grondwater (1)
verspreid over de locatie
MM1
01 (0-50) 02 (0-50) 03 (0-50) 05 (0-50) 09 (0-50) 11 (0-50) 12 (0-50)
Zand
STAP-1
-
MM2
04 (0-50) 06 (0-50) 07 (0-50) 08 (0-50) 10 (0-50)
Zand
STAP-1
-
MM3
01 (50-100) 03 (50-100) 06 (50-100) 09 (50-100) 10 (50-100) 11 (50-100)
Zand
STAP-1
-
Pb 10
(120-220)
-
-
STAP-W
(1) zie hoofdstuk 3 voor de samenstelling van analysepakketten
Het chemisch-analytisch onderzoek is uitgevoerd door ALcontrol Laboratories te Hoogvliet en de analysecertificaten zijn bijgevoegd als bijlage 4 (grond) en 5 (grondwater). ALcontrol B.V. is geaccrediteerd volgens de door de Raad van Accreditatie gestelde criteria voor testlaboratoria conform ISO/IEC 17025:2005 en erkend door Rijkswaterstaat Leefomgeving/ Bodem+ (Ministerie van Infrastructuur en Milieu) voor 'Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek' (AS SIKB 3000). Toetsingskader De resultaten zijn conform BoToVa voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013 (Staatscourant 27 juni 2013, nr. 16675) en voor de achtergrondwaarde aan het Besluit bodemkwaliteit (Staatscourant 20 december 2007, nr. 247). Op bijlage 6 zijn de toetsingswaarden weergegeven voor de standaardbodem (10% organische stof, 25% lutum). Om de mate van verontreiniging aan te geven, wordt de volgende terminologie gehanteerd: • niet verhoogd: gehalte lager dan of gelijk aan de Achtergrondwaarde (AW) of de Streefwaarde (S) • licht verhoogd: gehalte hoger dan de Achtergrondwaarde of de Streefwaarde, maar lager dan de tussenwaarde (½{AW+I} of ½{S+I}) • matig verhoogd: gehalte hoger dan of gelijk aan de tussenwaarde, maar lager dan de Interventiewaarde (I) • sterk verhoogd: gehalte hoger dan of gelijk aan de Interventiewaarde Analyseresultaten Aan de hand van de analyseresultaten (zie bijlagen 4 en 5 voor de certificaten) en de voor grond omgerekende gehalten zijn de tabellen 4 en 5 samengesteld. Naast de gemeten en omgerekende gehalten zijn hierin de overschrijdingen van de achtergrondwaarde (AW), de streefwaarde (S), de interventiewaarde (I) of de toetsingswaarde voor nader onderzoek aangegeven.
Rapport C15-027-O / 30-03-15 / Middeldijk 18 te Rockanje
7
TABEL 4: GROND (gehalten in mg/kg d.s.) Monstercode Samenstelling boring + diepte (cm-mv)
MM1 01 (0-50) 02 (0-50) 03 (0-50) 05 (0-50) 09 (0-50) 11 (0-50) 12 (0-50) or br
MM2 04 (0-50) 06 (0-50) 07 (0-50) 08 (0-50) 10 (0-50)
81.3
--
--
79.9
--
--
78.9
--
--
4.3
--
--
3.5
--
--
1.8
--
--
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem)(% vd DS) 13
--
--
8.8
--
--
14
--
--
45 0.34 4.9 26 0.08 52 <0.5 12 120
94.3 0.499 9.88 41.8 0.102 70.9 0.35 22.3 206
*
49 <0.2 4.9 18 0.12 50 <0.5 14 110
76 0.204 7.45 26.3 0.144 64.4 0.35 20.4 162
-----------
-----------
0.02 0.29 0.08 0.67 0.39 0.38 0.27 0.41 0.28 0.31
-----------
-----------
2.58
*
3.1
3.1
*
droge stof(gew.-%) organische stof (gloeiverlies)(% vd DS)
METALEN barium+ cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
33 <0.2 4.4 19 0.07 34 <0.5 12 82
53.8 0.189 7.02 27 0.0841 42.9 0.35 18.3 120
or
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen 0.02 --<0.01 fenantreen 0.13 --0.22 antraceen 0.30 --0.05 fluoranteen 0.48 --0.55 benzo(a)antraceen 0.33 --0.33 chryseen 0.39 --0.34 benzo(k)fluoranteen 0.31 --0.22 benzo(a)pyreen 0.39 --0.36 benzo(ghi)peryleen 0.28 --0.25 indeno(1,2,3-cd)pyreen 0.31 --0.25 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) 2.94 2.94 * 2.577
br
* *
MM3 01 (50-100) 03 (50-100) 06 (50-100) 09 (50-100) 10 (50-100) 11 (50-100) or br
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds) 4.9
11.4
4.9
14
4.9
24.5
MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40
32.6
<20
40
<20
70
<20
* *
TOETSING: blanco het gehalte is kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde of lager dan de bepalingsgrens -geen toetsingswaarde voor opgesteld * het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde
Rapport C15-027-O / 30-03-15 / Middeldijk 18 te Rockanje
8
TABEL 5: GRONDWATER (gehalten in µg/l) Peilbuis Filterstelling (m-mv)
10 1,2-2,2
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
<15 0.24 <2 <2.0 <0.05 <2.0 6.1 <3 <10
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) styreen
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 <0.2
*
---
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen <0.02 interventie factor polycyclische aromatische koolwaterstoffen 0.0002 GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan <0.2 1,2-dichloorethaan <0.2 1,1-dichlooretheen <0.1 cis-1,2-dichlooretheen <0.1 -trans-1,2-dichlooretheen <0.1 -som (cis,trans) 1,2dichloorethenen (0.7 factor) 0.14 dichloormethaan <0.2 1,1-dichloorpropaan <0.2 1,2-dichloorpropaan <0.2 1,3-dichloorpropaan <0.2 som dichloorpropanen (0.7 factor) 0.42 tetrachlooretheen <0.1 tetrachloormethaan <0.1 1,1,1-trichloorethaan <0.1 1,1,2-trichloorethaan <0.1 trichlooretheen <0.2 chloroform <0.2 vinylchloride <0.2 tribroommethaan <0.2 MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40
<50
TOETSING: blanco het gehalte is kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde of lager dan de bepalingsgrens -geen toetsingswaarde voor opgesteld * het gehalte is groter dan de streefwaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde
Rapport C15-027-O / 30-03-15 / Middeldijk 18 te Rockanje
9
Interpretatie Uit tabel 4 blijkt dat in de grond zware metalen en PAK zijn aangetroffen boven de achtergrondwaarde. Uit tabel 5 blijkt dat in het grondwater een licht verhoogde concentratie molybdeen is aangetroffen. Voor het overige zijn in de onderzochte grond- en grondwatermonsters geen verhoogde concentraties aangetoond. De bodemkwaliteit op de locatie komt overeen met de verwachte bodemkwaliteit in de zone grens lintbebouwing en oude kernen en industrie/bedrijven. De aangetoonde licht verhoogde gehalten voor zware metalen en PAK kunnen derhalve worden beschouwd als verhoogde achtergrondgehalten. Werken in of met verontreinigde grond Bij het werken in of met licht tot sterk verontreinigde grond is in de meeste gevallen CROW publicatie 132 van toepassing en dient bij de uitvoering gewerkt te worden volgens gezamenlijk afgesproken veiligheids- en gezondheidsregels. Om te bepalen volgens welke klasse gewerkt dient te worden, zijn de analyseresultaten van de grond getoetst aan de maximale waarde voor wonen en de interventiewaarde uit het Besluit bodemkwaliteit en de Circulaire, beide vallend onder de Wet bodembescherming. De volgende drie categorieën worden op basis van de mate van bodemverontreiniging onderscheiden: De waarde voor wonen wordt niet overschreden; er is geen veiligheidsklasse van toepassing. De waarde voor wonen wordt overschreden, maar gehalten zijn lager dan de interventiewaarde; de basisklasse is van toepassing. De interventiewaarde wordt overschreden; de T&F-klasse is van toepassing en de specifieke T&F-klasse dient te worden bepaald. De T staat voor toxiciteit en kent nog een onderverdeling in 1T, 2T en 3T, waarbij 3T het hoogste veiligheidsregime heeft. De F staat voor brandbaar en kent een onderverdeling in 1F en 2F. De geanalyseerde grond(meng)monsters van onderhavig bodemonderzoek zijn aanvullend getoetst aan het Besluit bodemkwaliteit en deze toetsingen zijn toegevoegd aan bijlage 7. Uit de toetsing blijkt voor mengmonster 2 (de bovengrond op het noordelijke gedeelte van de onderzoekslocatie) de basisklasse van toepassing is. Dit is gebaseerd op het gehalte aan zink. Op basis van de afgeleide basisklasse dienen onder andere de volgende zaken bij aanvang dan wel tijdens de grondwerkzaamheden geregeld te zijn: V&G-plan; DLP’er op het werk; Afzettingen verontreinigde zone; Metingen; Persoonlijke beschermingsmiddelen. Voor de volledige eisen wordt verwezen naar de CROW publicatie 132 (december 2008). Voor de overige grond geldt dat geen veiligheidsklasse van toepassing is.
Rapport C15-027-O / 30-03-15 / Middeldijk 18 te Rockanje
10
5. SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 5.1
Samenvatting
Aanleiding Door MotoPort Rockanje te Rockanje is aan Arnicon de opdracht verstrekt tot uitvoering van een verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 ter plaatse van de Middeldijk 18 te Rockanje. De locatie, met een totale oppervlakte van circa 2.200 m2. Er staan een woning en een aantal bijgebouwen. De aanleiding tot het onderzoek is de voorgenomen aankoop van het perceel. De opdrachtgever is voornemens na de aankoop van de percelen aan de achterzijde (noordoostelijke gedeelte) uit te breiden en een stuk showroom aan te bouwen. Vooronderzoek en hypothese Op basis van de beschikbare informatie wordt de locatie vanuit het oogpunt van bodemverontreiniging beschouwd als verdacht in verband met diffuse bodembelasting, waarbij wordt uitgegaan van een heterogene verontreiniging met zware metalen, PAK en minerale olie (in verband met het tankstation op het aangrenzend perceel) op schaal van monsterneming. De locatie wordt als niet-asbestverdacht aangemerkt. Verkennend bodemonderzoek Tijdens het veldwerk is gebleken dat de toplaag tot een diepte van circa 1,0 m-mv hoofdzakelijk bestaat uit zand. De ondergrond bestaat tot de geboorde einddiepte uit klei. Echter is ter plaatse van boring 10 tot de geboorde einddiepte zand aangetroffen. De grondwaterstand is tijdens de uitvoering van de boringen waargenomen op een diepte van 0,5 m-mv. Bij zintuiglijk onderzoek zijn geen afwijkingen waargenomen aan het opgeboorde bodemmateriaal. Er is geen asbestverdacht materiaal aangetroffen in het opgeboorde bodemmateriaal. Uit laboratoriumonderzoek is gebleken dat de grond licht verontreinigd is met zware metalen en PAK. Voor het overige zijn in de grond en in het grondwater geen verontreinigingen aangetroffen. Betrouwbaarheid De onderzoeksresultaten worden representatief geacht voor de bodemkwaliteit van de locatie. Voor de betrouwbaarheid van het onderzoek wordt verwezen naar bijlage 8. 5.2
Conclusies
Op basis van de onderzoeksresultaten wordt geconcludeerd, dat de hypothese "verdacht" voor bodemverontreiniging wordt bevestigd. Echter is er geen aanvullend onderzoek nodig. De locatie wordt geschikt geacht voor de beoogde bedrijfsbestemming. Op basis van de verkregen onderzoeksgegevens wordt voor mengmonster 2 (de bovengrond op het noordelijke gedeelte van de onderzoekslocatie) bij grondwerkzaamheden op basis van de CROW publicatie 132 een veiligheidsklass, zijnde de basisklasse afgeleid. Dit is gebaseerd op het gehalte aan zink.
Rapport C15-027-O / 30-03-15 / Middeldijk 18 te Rockanje
11
5.3
Aanbevelingen
Eventuele afvoer van grond dient plaats te vinden conform de regelgeving in het Besluit bodemkwaliteit. Aanbevolen wordt om eventueel vrijkomende grond op de locatie her te gebruiken. Voor hergebruik als bodem binnen de locatie is het Besluit bodemkwaliteit niet van toepassing. Aan hergebruik van licht verontreinigde grond zijn beperkingen verbonden. Wanneer grond van de locatie vrijkomt en elders wordt toegepast, dient in principe te worden gehandeld conform het Besluit bodemkwaliteit. Indien grond vrijkomt is de gemeente waar de grond wordt toegepast bevoegd gezag ten aanzien van de bestemming van de grond.
Rapport C15-027-O / 30-03-15 / Middeldijk 18 te Rockanje
12
BIJLAGE 1 Regionale overzichtskaart
Bijlage bij rapport C15-027-O / Middeldijk 18 te Rockanje
onderzoekslocatie
geprojecteerd op de BRT Achtergrondkaart Bron: PDOK / NGR
Middeldijk 18 te Rockanje C15-027-O Bijlage: 1
BIJLAGE 2 Detailtekeningen
Bijlage bij rapport C15-027-O / Middeldijk 18 te Rockanje
BIJLAGE 3 Boorstaten
Bijlage bij rapport C15-027-O / Middeldijk 18 te Rockanje
Pagina 1 / 2
Boring: 01
Boring: 02
13-03-2015
13-03-2015 0
0
groenstrook Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, brokken klei, geen olie-water reactie, grijsbruin
1 50
50
Zand, matig fijn, zwak siltig, brokken klei, geen olie-water reactie, bruingrijs
groenstrook Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, geen olie-water reactie, grijsbruin
1 50
50
2
Zand, matig fijn, matig siltig, geen olie-water reactie, bruingrijs 2
100
100
0
0
100
100
Boring: 03
Boring: 04
13-03-2015
13-03-2015 0
0
groenstrook Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, geen olie-water reactie, grijsbruin
1 50
50
Zand, zeer fijn, matig siltig, geen olie-water reactie, bruingrijs
50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, geen olie-water reactie, licht bruingrijs
2 100
Klei, matig siltig, laagjes zand, grijsblauw
groenstrook Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, brokken klei, geen olie-water reactie, grijsbruin
1
2
100
0
0
100
100
3
150 4 200
200
Boring: 05
Boring: 06
13-03-2015
13-03-2015 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, brokken klei, geen olie-water reactie, grijsbruin
1 50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, geen olie-water reactie, licht bruingrijs
2
100
groenstrook
100
Projectnaam: MIddeldijk 18 Rockanje
0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, brokken klei, geen olie-water reactie, grijsbruin
1 50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, geen olie-water reactie, licht bruingrijs
2
100
groenstrook
100
Projectcode: C15-027
Pagina 2 / 2
Boring: 07
Boring: 08
13-03-2015
13-03-2015 0
0
groenstrook Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, geen olie-water reactie, grijsbruin
1 50
50
Zand, zeer fijn, matig siltig, geen olie-water reactie, bruingrijs
50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, geen olie-water reactie, licht bruingrijs
2 100
Klei, matig siltig, laagjes zand, grijsblauw
groenstrook Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, brokken klei, geen olie-water reactie, grijsbruin
1
2
100
0
0
100
100
3
150 4 200
200
Boring: 09
Boring: 10
13-03-2015
13-03-2015 0
0
groenstrook Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, brokken klei, geen olie-water reactie, grijsbruin
1 50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, geen olie-water reactie, licht bruingrijs
2 100
100
0
0
groenstrook Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, geen olie-water reactie, grijsbruin
1 50
50
Zand, zeer fijn, matig siltig, grijsblauw 2
100 3
150 4
200 5
Boring: 11
Boring: 12
13-03-2015
13-03-2015 0
0
groenstrook Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, geen olie-water reactie, grijsbruin
1
50
0
0
50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, geen olie-water reactie, licht bruingrijs
2 100
Projectnaam: MIddeldijk 18 Rockanje
100
groenstrook Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, brokken klei, geen olie-water reactie, grijsbruin
1
2
100
220
100
Projectcode: C15-027
Legenda (conform NEN 5104) grind
klei
geur
Grind, siltig
Klei, zwak siltig
Grind, zwak zandig
Klei, matig siltig
geen geur zwakke geur matige geur sterke geur
Grind, matig zandig
Klei, sterk siltig
Grind, sterk zandig
Klei, uiterst siltig
Grind, uiterst zandig
Klei, zwak zandig
uiterste geur
olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig
Klei, sterk zandig
zand
uiterste olie-water reactie
p.i.d.-waarde >0
Zand, kleiïg
>1 >10 Zand, zwak siltig
>100
leem
>1000
Zand, matig siltig
Leem, zwak zandig
>10000
Zand, sterk siltig
Leem, sterk zandig
monsters geroerd monster
Zand, uiterst siltig
overige toevoegingen
ongeroerd monster
zwak humeus
veen Veen, mineraalarm
matig humeus
overig bijzonder bestanddeel
Veen, zwak kleiïg
sterk humeus
Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand
Veen, sterk kleiïg
zwak grindig
Veen, zwak zandig
matig grindig
Veen, sterk zandig
sterk grindig
Gemiddeld laagste grondwaterstand slib
water
peilbuis blinde buis
casing
hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand
bentoniet afdichting
filter
BIJLAGE 4 Analysecertificaten grond
Bijlage bij rapport C15-027-O / Middeldijk 18 te Rockanje
Analyserapport
ARNICON BV Mw. M. Brochard Postbus 333 2910 AH NIEUWERKERK A/D IJSSEL
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer Rapport-verificatienummer
ALcontrol B.V. Correspondentieadres Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Blad 1 van 6
: Middeldijk 18 Rockanje : C15-027 : 12117243, versienummer: 1 : VHXTLIWA
Rotterdam, 20-03-2015
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project C15-027. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol B.V., gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 6 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
R. van Duin Laboratory Manager
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
ARNICON BV Mw. M. Brochard Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 6
Analyserapport Middeldijk 18 Rockanje
Orderdatum 13-03-2015 Startdatum 13-03-2015 Rapportagedatum 20-03-2015
C15-027 - 1
12117243
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001 002 003
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
MM1 01 (0-50) 02 (0-50) 03 (0-50) 05 (0-50) 09 (0-50) 11 (0-50) 12 (0-50) MM2 04 (0-50) 06 (0-50) 07 (0-50) 08 (0-50) 10 (0-50) MM3 01 (50-100) 03 (50-100) 06 (50-100) 09 (50-100) 10 (50-100) 11 (50-100)
Analyse
Eenheid
Q
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten
gew.-% g g
S S S
81.3 <1 geen
79.9 <1 geen
78.9 <1 geen
organische stof (gloeiverlies)
% vd DS
S
4.3
3.5
1.8
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS
S
13
8.8
14
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
S S S S S S S S S
33 <0.2 4.4 19 0.07 34 <0.5 12 82
45 0.34 4.9 26 0.08 52 <0.5 12 120
49 <0.2 4.9 18 0.12 50 <0.5 14 110
0.02 0.13 0.30 0.48 0.33 0.39 0.31 0.39 0.28 0.31 2.94
<0.01 0.22 0.05 0.55 0.33 0.34 0.22 0.36 0.25 0.25 2.577
0.02 0.29 0.08 0.67 0.39 0.38 0.27 0.41 0.28 0.31 3.1
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kgds S fenantreen mg/kgds S antraceen mg/kgds S fluoranteen mg/kgds S benzo(a)antraceen mg/kgds S chryseen mg/kgds S benzo(k)fluoranteen mg/kgds S benzo(a)pyreen mg/kgds S benzo(ghi)peryleen mg/kgds S indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S (0.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds PCB 52 µg/kgds PCB 101 µg/kgds PCB 118 µg/kgds PCB 138 µg/kgds PCB 153 µg/kgds PCB 180 µg/kgds som PCB (7) (0.7 factor) µg/kgds
S S S S S S S S
001
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4.9
1)
1)
002
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4.9
1)
1)
003
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4.9
1)
1)
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
ARNICON BV Mw. M. Brochard Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 6
Analyserapport Middeldijk 18 Rockanje
Orderdatum 13-03-2015 Startdatum 13-03-2015 Rapportagedatum 20-03-2015
C15-027 - 1
12117243
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001 002 003
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
MM1 01 (0-50) 02 (0-50) 03 (0-50) 05 (0-50) 09 (0-50) 11 (0-50) 12 (0-50) MM2 04 (0-50) 06 (0-50) 07 (0-50) 08 (0-50) 10 (0-50) MM3 01 (50-100) 03 (50-100) 06 (50-100) 09 (50-100) 10 (50-100) 11 (50-100)
Analyse
Eenheid
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
Q
S
001
<5 <5 <5 <5 <20
002
<5 <5 <5 <5 <20
003
<5 <5 <5 <5 <20
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
ARNICON BV Mw. M. Brochard Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Analyserapport Middeldijk 18 Rockanje C15-027 12117243
- 1
Blad 4 van 6
Orderdatum 13-03-2015 Startdatum 13-03-2015 Rapportagedatum 20-03-2015
Monster beschrijvingen
001
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
002
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
003
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten 1
De sommatie na verrekening van de 0.7 factor voor <-waarden volgens BoToVa.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
ARNICON BV Mw. M. Brochard Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5 van 6
Analyserapport Middeldijk 18 Rockanje
Orderdatum 13-03-2015 Startdatum 13-03-2015 Rapportagedatum 20-03-2015
C15-027 12117243
- 1
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
droge stof
Grond (AS3000)
gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies) lutum (bodem) barium
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
cadmium kobalt koper kwik
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
lood
Grond (AS3000)
molybdeen nikkel zink naftaleen fenantreen antraceen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indeno(1,2,3-cd)pyreen pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 factor) totaal olie C10 - C40
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Grond: Gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465 en gelijkwaardig aan NEN-EN 15934. Grond (AS3000): conform AS3010-2 en gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465 Conform AS3000 en conform NEN 5709 Idem Grond/Puin: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010 Conform AS3010-4 Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036). Idem Idem Idem Conform AS 3010-5 en conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN-ISO 16772) Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036). Idem Idem Idem Conform AS3010-6 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Conform AS3010-8 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Conform prestatieblad 3010-7 Gelijkwaardig aan NEN-EN-ISO 16703
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001 001 001 001 001 001
Y5203612 Y5203609 Y5203623 Y5203781 Y5204756 Y5203619 Y5203632
13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015
13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015
ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
ARNICON BV Mw. M. Brochard Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 6 van 6
Analyserapport Middeldijk 18 Rockanje
Orderdatum 13-03-2015 Startdatum 13-03-2015 Rapportagedatum 20-03-2015
C15-027 12117243
- 1
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
002 002 002 002 002 003 003 003 003 003 003
Y5203899 Y5203892 Y5204768 Y5203903 Y5203613 Y5203611 Y5203627 Y5203896 Y5203894 Y5203614 Y5204755
13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015
13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015 13-03-2015
ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
BIJLAGE 5 Analysecertificaten grondwater
Bijlage bij rapport C15-027-O / Middeldijk 18 te Rockanje
Analyserapport
ARNICON BV Mw. M. Brochard Postbus 333 2910 AH NIEUWERKERK A/D IJSSEL
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer Rapport-verificatienummer
ALcontrol B.V. Correspondentieadres Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Blad 1 van 5
: MIddeldijk 18 Rockanje (gw) : C15-027 : 12120283, versienummer: 1 : 1IFIXL9V
Rotterdam, 30-03-2015
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project C15-027. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol B.V., gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 5 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
R. van Duin Laboratory Manager
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
ARNICON BV Mw. M. Brochard Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Analyserapport MIddeldijk 18 Rockanje (gw)
Orderdatum 20-03-2015 Startdatum 20-03-2015 Rapportagedatum 30-03-2015
C15-027 12120283
Blad 2 van 5
- 1
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater (AS3000)
10-1-1 10 (120-220)
Analyse
Eenheid
Q
001
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S S S S S S S S S
<15 0.24 <2 <2.0 <0.05 <2.0 6.1 <3 <10
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) styreen
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S S S S S S S
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 <0.2
1)
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen µg/l S <0.02 GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan µg/l S 1,2-dichloorethaan µg/l S 1,1-dichlooretheen µg/l S cis-1,2-dichlooretheen µg/l S trans-1,2-dichlooretheen µg/l S som (cis,trans) 1,2µg/l S dichloorethenen (0.7 factor) dichloormethaan µg/l S 1,1-dichloorpropaan µg/l S 1,2-dichloorpropaan µg/l S 1,3-dichloorpropaan µg/l S som dichloorpropanen (0.7 µg/l S factor) tetrachlooretheen µg/l S tetrachloormethaan µg/l S 1,1,1-trichloorethaan µg/l S 1,1,2-trichloorethaan µg/l S trichlooretheen µg/l S chloroform µg/l S vinylchloride µg/l S tribroommethaan µg/l S
<0.2 <0.2 <0.1 <0.1 <0.1 0.14 <0.2 <0.2 <0.2 <0.2 0.42
1)
1)
<0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.2 <0.2 <0.2 <0.2
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
ARNICON BV Mw. M. Brochard Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Analyserapport MIddeldijk 18 Rockanje (gw)
Orderdatum 20-03-2015 Startdatum 20-03-2015 Rapportagedatum 30-03-2015
C15-027 12120283
- 1
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater (AS3000)
10-1-1 10 (120-220)
Analyse
Eenheid
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
Q
S
Blad 3 van 5
001
<25 <25 <25 <25 <50
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
ARNICON BV Mw. M. Brochard Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Analyserapport MIddeldijk 18 Rockanje (gw) C15-027 12120283
- 1
Blad 4 van 5
Orderdatum 20-03-2015 Startdatum 20-03-2015 Rapportagedatum 30-03-2015
Monster beschrijvingen
001
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten 1
De sommatie na verrekening van de 0.7 factor voor <-waarden volgens BoToVa.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
ARNICON BV Mw. M. Brochard Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5 van 5
Analyserapport MIddeldijk 18 Rockanje (gw)
Orderdatum 20-03-2015 Startdatum 20-03-2015 Rapportagedatum 30-03-2015
C15-027 12120283
- 1
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
barium
Grondwater (AS3000)
cadmium kobalt koper kwik lood
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
molybdeen nikkel zink benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) styreen naftaleen 1,1-dichloorethaan 1,2-dichloorethaan 1,1-dichlooretheen cis-1,2-dichlooretheen trans-1,2-dichlooretheen som (cis,trans) 1,2dichloorethenen (0.7 factor) dichloormethaan 1,1-dichloorpropaan 1,2-dichloorpropaan 1,3-dichloorpropaan som dichloorpropanen (0.7 factor) tetrachlooretheen tetrachloormethaan 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen chloroform vinylchloride tribroommethaan totaal olie C10 - C40
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) Idem Idem Idem Conform AS3110-3 en conform NEN-EN-ISO 17852 Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) Idem Idem Idem Conform AS3130-1 Idem Idem Idem Idem Conform AS3130-1 Conform AS3130-1 Conform AS3110-4 Conform AS3130-1 Idem Idem Idem Idem Idem
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Conform AS3110-5
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001 001
B1318397 G8722636 G8722637
20-03-2015 20-03-2015 20-03-2015
20-03-2015 20-03-2015 20-03-2015
ALC204 ALC236 ALC236
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
BIJLAGE 6 Toetsingswaarden BoToVa
Bijlage bij rapport C15-027-O / Middeldijk 18 te Rockanje
Toetsingswaarden voor standaardbodem (10% humus, 25% lutum. Het betreft gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven Toetsingswaarden
AW
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
0,60 15 40 0,15 50 1,5 35 140
1/2(AW+I)
I
6,8 102 115 18 290 96 68 430
920 13 190 190 36 530 190 100 720
20 0,20 3,0 5,0 0,050 10 1,5 4,0 20
40
0,35
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa) 1,5 21 POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (0.7 BoToVa)(µg/kgds) MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40
AW 1/2(AW+I) I RBK
20
510
1000
190
2595
5000
RBK eis
4,9 35
achtergrondwaarde gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde interventiewaarde Tabel 1 (rapportagegrenzen), Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012).
De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsingswaarden zijn van toepassing op het standaard bodem type 10% humus en 25% lutum.
Bijlage bij rapport C15-027-O / Middeldijk 18 te Rockanje
Toetsingswaarden voor grondwater (as3000) Het betreft gehalten in µg/l tenzij anders aangegeven. Toetsingswaarden
S
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
50 0,40 20 15 0,050 15 5,0 15 65
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen xylenen (0.7 BoToVa) styreen
338 3,2 60 45 0,18 45 152 45 432
I
625 6,0 100 75 0,30 75 300 75 800
RBK
20 0,20 2,0 2,0 0,050 2,0 2,0 3,0 10
15 504 77 35 153
30 1000 150 70 300
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN (PAK) naftaleen 0,01 35 Interventie factor PAK
70 1
0,020
900 400 10 1000 20 80 80 80 80 40 10 300 130 500 400 5,0 630
0,20 0,20 0,10 0,20 0,14 0,20 0,20 0,20 0,42 0,10 0,10 0,10 0,10 0,20 0,20 0,20 0,20
GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan 1,2-dichloorethaan 1,1-dichlooretheen dichloormethaan som (cis,trans) 1,2- dichloorethenen (0.7 BoToVa) 1,1-dichloorpropaan 1,2-dichloorpropaan 1,3-dichloorpropaan som dichloorpropanen (0.7 BoToVa) tetrachlooretheen tetrachloormethaan 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen chloroform vinylchloride tribroommethaan MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40
S 1/2(S+I) I RBK
0,20 7,0 4,0 0,20 6,0
1/2(S+I)
7,0 7,0 0,01 0,01 0,01 0,80 0,80 0,80 0,80 0,01 0,01 0,01 0,01 24 6,0 0,01
454 204 5,0 500 10 40 40 40 40 20 5,0 150 65 262 203 2,5
50
325
600
streefwaarde gemiddelde van streef- en interventiewaarde interventiewaarde Tabel 1 (rapportagegrenzen), Staatscourant nr. 22335 (02-11-2012).
Bijlage bij rapport C15-027-O / Middeldijk 18 te Rockanje
0,20 0,20 0,20 0,21 0,20
50
BIJLAGE 7 Toetsingen Besluit Bodemkwaliteit
Bijlage bij rapport C15-027-O / Middeldijk 18 te Rockanje
Toetsing volgens BoToVa, module T.1-Beoordeling kwaliteit van grond en bagger bij toepassing op of in de bodem (Toetsversie 2.0.0, toetskader BBK, SIKB versie 12.0.0, toetsingsdatum: 23-03-2015 - 09:43)
Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie
Middeldijk 18 RockanjeMiddeldijk 18 RockanjeMiddeldijk 18 Rockanje C15-027 C15-027 C15-027 MM1 MM2 MM3 Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Altijd toepasbaar Klasse industrie Klasse wonen
Analyse
Eenheid AR
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies)
% g g %
BT
BC
81.3 81.3 <1 Geen 4.3 4.3
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem)
% vd DS 13
METALEN barium+ cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
33 <0.2 4.4 19 0.07 34 <0.5 12 82
BT
BC
79.9 79.9 <1 Geen 3.5 3.5
13 53.8 0.189 7.02 27 0.0841 42.9 0.35 18.3 120
AR
-<=AW <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kg 0.02 0.02 fenantreen mg/kg 0.13 0.13 antraceen mg/kg 0.30 0.3 fluoranteen mg/kg 0.48 0.48 benzo(a)antraceen mg/kg 0.33 0.33 chryseen mg/kg 0.39 0.39 benzo(k)fluoranteen mg/kg 0.31 0.31 benzo(a)pyreen mg/kg 0.39 0.39 benzo(ghi)peryleen mg/kg 0.28 0.28 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kg 0.31 0.31 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor)mg/kg 2.94 2.94 WO
AR
BT
BC
78.9 78.9 <1 Geen 1.8 1.8
8.8
8.8
45 0.34 4.9 26 0.08 52 <0.5 12 120
94.3 0.499 9.88 41.8 0.102 70.9 0.35 22.3 206
<0.01 0.22 0.05 0.55 0.33 0.34 0.22 0.36 0.25 0.25 2.577
0.007 0.22 0.05 0.55 0.33 0.34 0.22 0.36 0.25 0.25 2.58 WO
14 -<=AW <=AW WO <=AW WO <=AW <=AW IN
14
49 <0.2 4.9 18 0.12 50 <0.5 14 110
76 0.204 7.45 26.3 0.144 64.4 0.35 20.4 162
-<=AW <=AW <=AW <=AW WO <=AW <=AW WO
0.02 0.29 0.08 0.67 0.39 0.38 0.27 0.41 0.28 0.31 3.1
0.02 0.29 0.08 0.67 0.39 0.38 0.27 0.41 0.28 0.31 3.1
WO
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 factor)
ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4.9
1.63 1.63 1.63 1.63 1.63 1.63 1.63 11.4
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 <=AW 4.9
2 2 2 2 2 2 2 14
<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 <=AW 4.9
3.5 3.5 3.5 3.5 3.5 3.5 3.5 24.5
<=AW
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
<5 <5 <5 <5 <20
8.14 8.14 8.14 8.14 32.6
-<5 -<5 -<5 -<5 <=AW <20
10 10 10 10 40
-<5 -<5 -<5 -<5 <=AW <20
17.5 17.5 17.5 17.5 70
----<=AW
Monstercode 12117243-001 12117243-002 12117243-003
Monsteromschrijving MM1 01 (0-50) 02 (0-50) 03 (0-50) 05 (0-50) 09 (0-50) 11 (0-50) 12 (0-50) MM2 04 (0-50) 06 (0-50) 07 (0-50) 08 (0-50) 10 (0-50) MM3 01 (50-100) 03 (50-100) 06 (50-100) 09 (50-100) 10 (50-100) 11 (50-100)
Legenda Verklaring kolommen AR Resultaat op het analyserapport BT Berekend toetsresultaat (omgerekend naar standaard bodem). Bij organische stof en lutum staan de voor de toetsing gebruikte waarden. BC Toetsoordeel Verklaring toetsingsoordelen Geen toetsoordeel mogelijk -Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing --Interventiewaarde ontbreekt, zorgplicht van toepassing # Verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat + De normen voor barium zijn ingetrokken. Indien er sprake is van verhoogde bariumgehalten ten opzichte van de natuurlijke achtergrond als gevolg van een antropogene bron, kan dit gehalte door het bevoegd gezag worden beoordeeld op basis van de voormalige interventiewaarde voor barium van 625 mg/kg d.s (waterbodem) en de interventiewaarde voor landbodem van 920 mg/kg (landbodem). <=AW Kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde WO Wonen IN Industrie >I Groter dan interventiewaarde >(ind)I INEV (Indicatieve interventiewaarde) wordt overschreden som IW Interventiewaarde wordt overschreden door som fractie interventiewaarde > 1 (interventie factor) >1 ^ Enkele parameters ontbreken in de som NT>I Niet toepasbaar of groter dan interventiewaarde NT Niet toepasbaar BT/BC gemiddelde op basis van standaard bodemtype (humus 10% en lutum 25%) gem
Normenblad Toetskeuze: T.1: Beoordeling kwaliteit van grond en bagger bij toepassing op of in de bodem
Analyse
Eenheid AW Wo Ind
METALEN cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
0.6 15 40 0.15 50 1.5 35 140
1.2 35 54 0.83 210 88 39 200
4.3 190 190 4.8 530 190 100 720
I
13 190 190 36 530 190 100 720
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN pak-totaal (10 van VROM) (0.7 mg/kg 1.5 6.8 40 40 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (0.7 factor) ug/kg MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40
mg/kg
20
40 500 1000
190 190 500 5000
* Indicatief niveau voor ernstige verontreiniging Legenda normenblad AW = Achtergrondwaarden WO = Maximale waarden bodemfunctieklasse wonen IND = Maximale waarden bodemfunctieklasse industrie I = Interventiewaarden Normen en definities http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/bodem-ondergrond/bbk/instrumenten/botova/downloads
BIJLAGE 8 ARNICON GROEP, KWALITEITSWAARBORG EN ONAFHANKELIJKHEID Arnicon Groep De volgende werkmaatschappijen maken deel uit van de Arnicon groep: • Milieukundig en Geotechnisch Adviesbureau Arnicon BV; • Arnicon Projecten BV; • Arnicon Ecoloss BV; • Arnicon Services BV; • Archeomedia BV. Kwaliteitswaarborg De Arnicon Groep en haar medewerkers zijn sinds 2007 door Rijkswaterstaat Leefomgeving/ Bodem+ (Ministerie van Infrastructuur en Milieu) erkend voor het verrichten van diensten vallend onder de volgende BRL SIKB protocollen: • Partijkeuring grond i.h.k.v. het Besluit bodemkwaliteit (BRL SIKB 1000-1001) • Milieukundig bodemonderzoek (BRL SIKB 2000-2001/2002/2003) • Locatie inspectie en monsterneming asbest in bodem (BRL SIKB 2000-2018) • Milieukundige begeleiding en verificatie bij bodemsanering conventionele methoden (BRL SIKB 6000-6001) Hiermee voldoet de Arnicon Groep aan de wet en regelgeving KWALIBO, die sinds 2007 van kracht is. KWALIBO houdt onder andere in dat bodemintermediairs door Rijkswaterstaat Leefomgeving/ Bodem+ erkend moeten zijn voor het verrichten van hun werkzaamheden. Voor het verkrijgen en behouden van de benodigde certificaten moet het werk zowel in voorbereiding en uitvoering als oplevering conform de eisen van de BRL worden uitgevoerd en moet het uitvoerend personeel voldoen aan gestelde opleidings- en ervaringseisen. De Arnicon Groep is gecertificeerd voor de kwaliteits- en veiligheidsnormen zoals gesteld in de NEN-EN-ISO 9001:2008 en VCA*(*). Het chemisch-analytisch onderzoek wordt uitbesteed aan een laboratorium dat is geaccrediteerd volgens de door de Raad van Accreditatie gestelde criteria voor testlaboratoria conform ISO/IEC 17025:2005. Het onderhavige onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gangbare inzichten en richtlijnen. Bij ieder bodemonderzoek wordt gestreefd naar een optimale representativiteit. Een dergelijk onderzoek is echter per definitie gebaseerd op een beperkt aantal boringen en analyses. Daardoor blijft het mogelijk dat er lokale afwijkingen in de samenstelling van grond en/of grondwater aanwezig zijn, welke tijdens het onderzoek niet naar voren zijn gekomen. Verder wordt er op gewezen dat het uitgevoerde bodemonderzoek een momentopname is. Beïnvloeding van de bodemkwaliteit zal ook plaats kunnen vinden na de uitvoering van dit onderzoek, bijvoorbeeld door aanvoer van grond van elders. Arnicon acht zich niet aansprakelijk voor eventueel uit bovengenoemde afwijkingen voortvloeiende schade of gevolgen. Naarmate er een langere tijd is verlopen na uitvoering van het onderzoek, dient meer voorzichtigheid te worden betracht bij het gebruik van dit rapport.
Bijlage bij rapport C15-027-O / Middeldijk 18 te Rockanje
Onafhankelijkheid De Arnicon Groep is op geen enkele manier gelieerd aan de opdrachtgever en/of eigenaar van de onderzochte locatie. De Arnicon Groep heeft geen (financieel) belang bij het weergeven van de resultaten van het onderzoek. Verklaring functiescheiding Hierbij verklaart ondergetekende dat het veldwerk van onderhavig bodemonderzoek onafhankelijk van de opdrachtgever is uitgevoerd conform de eisen van de BRL SIKB 2000. Protocol 2001 Naam boormeester en erkende veldwerker : D. Straatman
Handtekening :
Protocol 2002 Naam boormeester en erkende veldwerker : D. Straatman
Handtekening :
Bijlage bij rapport C15-027-O / Middeldijk 18 te Rockanje
39
Bijlage 2 Overlegreacties
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
40
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
Regels
43
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel 1
Begrippen
1.1 plan het bestemmingsplan Middeldijk/Moolhoek Rockanje met identificatienummer NL.IMRO.0614.bpMiddeldMoolh‐0100 van de gemeente Westvoorne. 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen. 1.3 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.4 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.5 aan‐ en uitbouw een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw. 1.6 achtererf de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan. 1.7 archeologisch deskundige een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige op het gebied van archeologie. 1.8 archeologisch onderzoek onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt. 1.9 archeologische waarde de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden. 1.10 bebouwing een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 1.11 bedrijf een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
44
1.12 bedrijfs‐ of dienstwoning een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein. 1.13 bedrijfsvloeroppervlakte de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten. 1.14 beroepsmatige activiteiten in een woning het in een woning door een bewoner, al dan niet in samenwerking met anderen, op beroepsmatige wijze verlenen van diensten op administratief, medisch, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermede naar de aard gelijk te stellen beroep dat door zijn aard en omvang zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon‐ en leefmilieu in de directe omgeving. 1.15 bestaande afstands‐, hoogte‐, inhouds‐ en oppervlaktematen afstands‐, hoogte‐, inhouds‐ en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet/Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.16 bestaande bouwwerken bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of nog kunnen komen en met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet/Wet algemene bepalingen omgevingsrecht . 1.17 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak. 1.18 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.19 bevoegd gezag het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 1.20 bijgebouw een niet voor bewoning bestemd vrijstaand, in ruimtelijk en functioneel opzicht van de hoofdbouwmassa te onderscheiden gebouw, ten dienste van de functie van de hoofdbouwmassa. 1.21 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.22 bouwgrens de grens van een bouwvlak. 1.23 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
45
1.24 bouwperceelgrens een grens van een bouwperceel. 1.25 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten. 1.26 bouwvlakgrens een grens van een bouwvlak. 1.27 bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.28 dakkapel een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst. 1.29 dakopbouw een constructie ter vergroting van een gebouw die zich boven de dakgoot bevindt en deels boven de oorspronkelijke nok uitkomt, waarbij de onderzijden van de constructie in een of meerdere dakvlakken van het dak zijn geplaatst. 1.30 detailhandel in volumineuze goederen detailhandel in auto’s, boten, caravans, motoren, scooters, zwembaden, buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano’s, surfplanken, tenten, grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen en brand‐ en explosiegevaarlijke goederen; 1.31 erfbebouwing aan‐ of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen. 1.32 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.33 hoofdgebouw een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken. 1.34 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten het in een woning door een bewoner, al dan niet in samenwerking met anderen, op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, zoals een kapsalon, een nagelstudio of een hoefsmid, waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past en de aard en omvang van de activiteiten zodanig zijn dat deze geen onevenredige afbreuk doen aan het woon‐ en leefmilieu in de directe omgeving. 1.35 nutsvoorzieningen voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
46
1.36 overkapping een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak. 1.37 peil a. In het geval van gebouwen: 1. indien de afstand van een gebouw tot de kant van de openbare weg meer dan 5 m bedraagt: de afgewerkte begane grondvloer met een maximum van 30 cm boven de gemiddelde hoogte van het aansluitende terrein, vóór het eventueel bouwrijp maken van dit terrein; 2. indien de afstand van een gebouw tot de kant van de openbare weg ten hoogste 5 m bedraagt: de afgewerkte begane grondvloer met een maximum van 30 cm boven de gemiddelde hoogte van de kruin van de weg, ter plaatse van het bouwwerk. b. In het geval van bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 1. indien de afstand van het bouwwerk tot de kant van de openbare weg meer dan 5 m bedraagt: de gemiddelde hoogte van het aansluitende terrein, vóór het eventueel bouwrijp maken van dit terrein; 2. indien de afstand van het bouwwerk tot de kant van de openbare weg ten hoogste 5 m bedraagt: de gemiddelde hoogte van de kruin van de weg, ter plaatse van het bouwwerk. 1.38 voorgevel de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt. 1.39 voorgevelrooilijn de lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan. 1.40 woning een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden. 1.41 zijerf de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor‐ en achtergevel.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
Artikel 2
47
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 afstand de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn. 2.2 bouwhoogte van een antenne‐installatie a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne‐installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne‐installatie; b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne‐installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne‐installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne‐installatie. 2.3 bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.4 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren. 2.5 goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.6 inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.7 oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
48
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
49
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3
Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven uit ten hoogte categorie B.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' (bijlage 1); b. bedrijfswoningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' bedrijfswoningen zijn uitgesloten; c. kantoren, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'kantoor uitgesloten' kantoren zijn uitgesloten; d. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' is tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van lpg, met daarbij behorende andere detailhandel toegestaan; e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad‐ en losvoorzieningen. 3.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 3.2.1 Gebouwen en overkappingen a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte; d. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m; e. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwvlak ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (h)' aangegeven oppervlak van het bouwvlak. Indien geen oppervlakte is aangegeven, geldt dat het bouwvlak geheel bebouwd mag worden; f. de afstand van gebouwen en overkappingen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m; 3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m. 3.3 Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. de opslag en verkoop van vuurwerk is niet toegestaan; b. opslag van goederen buiten het bouwvlak is niet toegestaan; c. binnen het bouwvlak is opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 3 m niet toegestaan;
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
50
d.
met uitzondering van het bepaalde in lid 3.1, onder d is detailhandel uitsluitend toegestaan als ondergeschikt onderdeel van de bedrijfsfunctie als bedoeld in lid 3.1, onder a, met dien verstande dat: 1. het ter plaatse vervaardigde goederen betreft bij een productiebedrijf; 2. het assortiment gerelateerd aan de bedrijfsvoering betreft bij een ambachtelijk of dienstverlenend bedrijf.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
Artikel 4
51
Bedrijventerrein
4.1 Bestemmingsomschrijving 4.1.1 Algemeen De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven met bedrijfsactiviteiten in de categorie 1, 2 en/of 3.1 die zijn genoemd in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijventerreinen (bijlage 2) ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1', alsmede daarmee naar aard en omvang vergelijkbare bedrijven of inrichtingen; b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus' is tevens detailhandel in volumineuze goederen toegestaan, waarvan de verkoop in woon‐ en winkelwijken ongewenst is, met dien verstande dat het woon‐ en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast en er geen onaanvaardbare leegstand ontstaat elders. Bij de detailhandel in volumineuze goederen is tevens verkoop van nevenassortiment toegestaan onder de volgende voorwaarden: 1. ten hoogste 20% van het netto verkoopvloeroppervlak wordt voor de verkoop van het nevenassortiment gebruikt, en 2. het nevenassortiment past bij het hoofdassortiment. en tevens voor: c. kantoren ondergeschikt aan en als niet zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf ten hoogste 50% met een maximum van 500 m² bedrijfsvloeroppervlakte mag bedragen; d. bestaande bedrijfswoningen uitsluitend op de gronden zonder de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'; e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, verkeer, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad‐ en losvoorzieningen. 4.1.2 Uitzondering a. onverminderd het bepaalde onder 4.1.1 zijn geluidzoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen niet toegestaan; b. bedrijfswoningen zijn uitgesloten ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'. 4.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 4.2.1 Voorwaardelijke verplichting Binnen zes maanden na start bouw van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding ‐ 1' moeten alle gebouwen zoals aangegeven in bijlage 3 geheel zijn gesloopt. 4.2.2 Gebouwen en overkappingen a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. het bouwperceel mag voor 80% bebouwd worden; c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' aangegeven goothoogte; d. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; 4.2.3 Bestaande bedrijfswoningen a. het bestaande aantal bedrijfswoningen per bouwperceel mag niet worden vergroot; b. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 600 m3; c. per bedrijf mag ten hoogste 1 bedrijfswoning aanwezig zijn; d. bij vervangende nieuwbouw wordt de nieuwe bedrijfswoning voor ten minste 50% op de bestaande locatie van de bedrijfswoning gebouwd, zodanig dat de woning niet op een kleinere afstand van de
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
52
e.
bestemmingsgrens met de bestemming 'Verkeer' wordt gesitueerd; de vervanging of uitbreiding van de bedrijfswoning mag de bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van omringende functies niet beperken.
4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 9 m; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 m; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m. 4.3 Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. de bedrijfswoning mag uitsluitend bewoond worden door een persoon, wiens huisvesting daar verband houdt met de bedrijfsbestemming, het bedrijfsmatig gebruik en de bedrijfsvoering van het gebouw op het terrein waarbij het bedrijfsvloeroppervlak tenminste 100 m2 bedraagt; b. opslag van goederen buiten het bouwvlak is niet toegestaan; c. binnen het bouwvlak is opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 3 m niet toegestaan; d. kantoren ondergeschikt aan en als een niet zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering zijn alleen toegestaan wanneer de bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf ten hoogste 50% met een maximum van 500 m² bedraagt; e. de opslag en verkoop van vuurwerk is niet toegestaan; f. met uitzondering van het bepaalde in lid 4.1.1 onder b is detailhandel uitsluitend toegestaan als ondergeschikt onderdeel van de bedrijfsfunctie als bedoeld in lid 4.1.1, onder a, met dien verstande dat: 1. het ter plaatse vervaardigde goederen betreft bij een productiebedrijf; 2. het assortiment gerelateerd aan de bedrijfsvoering betreft bij een ambachtelijk of dienstverlenend bedrijf. 4.4 Afwijken van de gebruiksregels Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a. lid 4.1.1 om bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 4.1.1 genoemd, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, technische voorzieningen of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de in lid 4.1.1 genoemde categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; b. lid 4.1.1 om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals in lid 4.1.1 genoemd; c. lid 4.1.1 om zelfstandige kantoren toe te staan met een maximum van 250 m2 met dien verstande dat voldaan wordt aan de parkeernorm; d. lid 4.3 sub e alsmede 4.1.1 voor het opslaan en verkopen van consumentenvuurwerk indien er vanuit brandveiligheid en milieu geen bezwaren bestaan; met dien verstande dat risicovolle inrichtingen en geluidszoneringsplichtige inrichtingen niet zijn toegestaan. 4.4.1 Bedrijfswoningen Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' wordt toegevoegd indien: a. afwijkend feitelijk gebruik van de (vergunde) woning hiertoe aanleiding geeft, of; b. de vergunde, maar nog niet gerealiseerde woning, niet binnen 3 jaar na inwerkingtreding van het bestemmingsplan alsnog is gerealiseerd, of; c. de eigenaar hier om verzoekt.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
53
Artikel 5
Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals fiets‐ en voetpaden, speelvoorzieningen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, straatmeubilair en water. 5.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de oppervlakte van gebouwen zoals bedoeld onder a bedraagt ten hoogste 25 m² per gebouw; c. de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers‐ of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 3 m.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
54
Artikel 6
Wonen
6.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen daaronder begrepen beroepsmatige activiteiten en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water. 6.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 6.2.1 Algemeen Hoofdgebouwen a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. de voorgevel van hoofdgebouwen wordt over een lengte van ten minste 40% van de voorgevel in of op een afstand van ten hoogste 5 m van de naar de openbare weg gekeerde bestemmingsgrens gebouwd; c. het bestaande aantal woningen per bouwperceel mag niet worden vergroot; d. hoofdgebouwen worden als volgt gebouwd: 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': vrijstaand; e. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' aangegeven goothoogte; f. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; g. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen en dakopbouwen, met dien verstande dat: 1. de breedte van dakkapellen aan de voor‐ of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;uhb8 2. de breedte van dakkapellen aan de achterzijde van het hoofdgebouw gelijk mag zijn aan de breedte van het dakvlak; 3. de breedte van dakopbouwen gelijk mag zijn aan de breedte van het dakvlak; Erfbebouwing h. erfbebouwing wordt ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn gebouwd; i. aan‐ en uitbouwen worden op ten minste 10 m afstand tot de bestemming Bedrijf gebouwd; j. erfbebouwing wordt op ten minste 10 m afstand tot de bestemming Bedrijf gebouwd; k. de goothoogte van erfbebouwing, geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m; l. de bouwhoogte van erfbebouwing, geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 5 m; m. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m; n. de hoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn bedraagt 1,25 m; o. de hoogte van erfafscheidingen elders bedraagt 2 m; p. de hoogte van toegangshekken/‐palen als onderdeel van de erfafscheiding bedraagt ten hoogste 2,5 m over een breedte van ten hoogste 4 meter. q. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
55
6.2.2 Vrijstaande woningen Ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' gelden daarnaast de volgende regels: a. het gezamenlijk oppervlak van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste 150 m²; deze oppervlakte mag worden vergroot tot ten hoogste 400 m², met dien verstande dat het totale grondoppervlak van gebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 35% van het totale oppervlak van de bij de woning behorende gronden met de bestemming 'Wonen'; b. de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte van 4 m mag worden overschreden door een dak met een platte afdekking, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 6 m bedraagt; c. de afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m; d. in afwijking van het bepaalde in lid 6.2.1 onder i. bedraagt de bouwhoogte van erfbebouwing, geen overkappingen zijnde, ten hoogste 6 m, indien de afstand tot de zij‐ en achterperceelsgrens ten minste 3 m bedraagt. 6.3 Afwijken van de bouwregels 6.3.1 Hoogte erfafscheidingen Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1, onder p, om toegangshekken / ‐ palen met een maximum hoogte van 2,5 m over een grotere breedte dan 4 m toe te staan, met dien verstande dat: a. afwijken uitsluitend mogelijk is voor toegangshekken / ‐palen aan de voorzijde van een bouwperceel; b. de breedte van het bouwperceel ten minste 20 m bedraagt; c. de maximum hoogte van 2,5 m als bedoeld in lid 2.1. onder c mag worden toegestaan over ten hoogste 20% van de breedte van het bouwperceel, met een maximum van 10 m. 6.4 Specifieke gebruiksregels Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels: a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning is niet toegestaan; b. beroepsmatige activiteiten en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, met dien verstande dat: 1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft; 2. het oppervlak in gebruik voor beroepsmatige activiteiten of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten van hoofdgebouwen en bijgebouwen, ten hoogste 50 m² bedraagt; 3. ten behoeve van de activiteiten wordt voorzien in aanvullende parkeergelegenheid; 4. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer; 5. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd aan de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit gerelateerde en daaraan ondergeschikte detailhandel. c. paardenbakken zijn niet toegestaan.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
56
Artikel 7
Waarde ‐ Archeologie
7.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde ‐ Archeologie' aangewezen gronden zijn ‐ behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) ‐ mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. 7.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 1 m; b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag ‐ met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels ‐ uitsluitend worden gebouwd, indien: 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld; 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige; c. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering; 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde ‐ 1': een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 100 m² en/of waarvoor geen bouwwerkzaamheden (waaronder begrepen: heien en het slaan van damwanden) worden verricht die dieper reiken dan 0,5 m beneden het maaiveld ; 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde ‐ 3': een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 200 m² en/of waarvoor geen bouwwerkzaamheden (waaronder begrepen: heien en het slaan van damwanden) worden verricht die dieper reiken dan 0,8 m beneden het maaiveld. 7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden 7.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde ‐ Archeologie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, aan te leggen of werkzaamheden uit te voeren : a. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen; c. het graven en/of verbreden van sloten, vijvers en andere wateren; d. het verlagen of verhogen van het waterpeil; e. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
57
7.3.2 Uitzondering op het verbod Het verbod van lid 7.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden: a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde ‐ 1': een oppervlakte beslaan van ten hoogste 100 m² en/of niet dieper reiken dan 0,5 m beneden maaiveld; b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde ‐ 3': een oppervlakte beslaan van ten hoogste 200 m² en/of niet dieper reiken dan 0,8 m beneden maaiveld; c. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 7.2 in acht is genomen; d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan; e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd; f. normaal beheer en onderhoud betreffen; g. worden uitgevoerd in bestaande weg‐ en leidingcunetten. 7.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken en werkzaamheden, zoals in lid 7.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien: a. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld; b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige. 7.4 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken van de bestemming Waarde ‐ Archeologie geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien: a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
58
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
59
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Artikel 8
Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
60
Artikel 9
Algemene bouwregels
9.1 Voldoende parkeergelegenheid a. een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden. b. bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van op dat moment van toepassing zijnde beleidsregels bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid. c. bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie. 9.2 Bestaande maten a. Voor een bouwwerk, dat krachtens een bouwvergunning of omgevingsvergunning voor het bouwen op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands‐, hoogte‐, inhouds‐ en oppervlaktematen afwijken van de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat: 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden; 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden. b. Ingeval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt. c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing. 9.3 Overschrijding bouwgrenzen De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door: a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt; b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt; c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt. 9.4 Overkappingen, luifels en overstekken Indien een gebouw voorzien is van een overkapping, wordt het oppervlak onder deze overkapping mede als oppervlakte van het gebouw berekend, met dien verstande dat deze bepaling niet van toepassing is op overkappingen, luifels en dakoverstekken met een diepte van minder dan 1 m. 9.5 Ondergrondse gebouwen Ondergrondse gebouwen mogen worden gebouwd op alle gronden waar ingevolge de bestemming gebouwen toelaatbaar zijn, met dien verstande dat het bebouwingsoppervlak van ondergrondse gebouwen uitsluitend wordt meegerekend bij het bebouwingsoppervlak van bovengrondse gebouwen, indien en voor zover ze niet onder een bovengronds gebouw gelegen zijn.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
Artikel 10
61
Algemene gebruiksregels
10.1 Bijzonder gebruiksverbod a. Het is in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor: 1. het storten c.q. lozen en/of het opslaan van bagger, grondspecie, puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen; 2. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, containers, oude en nieuwe bouwmaterialen, voer‐ en vaartuigen, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen hiervan, afval, puin, zand, grind en brandstoffen; 3. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens; 4. paardenbakken; 5. het opslaan van mest; b. onverminderd het bepaalde sub a is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken als seksinrichting en voor detailhandelsdoeleinden, voor zover zulks niet expliciet is toegestaan ingevolge de bestemmingsbepalingen; c. het is toegestaan om woningen ten behoeve van bed & breakfast te gebruiken indien daarvoor maximaal 1 kamer binnen de woning wordt aangewend. 10.2 Uitzonderingen bijzonder gebruiksverbod Het in lid 10.1 sub a bepaalde is niet van toepassing op: a. het (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden; b. opslag van goederen in het kader van de in het plan toegestane bedrijfsvoering; c. het plaatsen van onderkomens overeenkomstig het bepaalde in de gebruiksbepalingen binnen de bestemmingsbepalingen in hoofdstuk 2 van deze regels; d. het opslaan of storten van afvalstoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van de gronden en de watergangen; e. de stalling van één toercaravan op de bij een woning behorende grond gelegen naast of achter de woning.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
62
Artikel 11
Algemene afwijkingsregels
11.1 Afwijkingsregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor: a. het oprichten van niet voor bewoning bestemde gebouwen en andere bouwwerken ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een bovengrondse grondoppervlakte van ten hoogste 20 m² en een goothoogte van ten hoogste 4 m; b. afwijkingen van maten met ten hoogste 15%; c. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bouwvlak mag niet met meer dan 10% worden vergroot. De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken. 11.2 Bed and breakfast en gastenverblijven Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in Hoofdstuk 2 voor het gebruik van bijbehorende bouwwerken en/of het oorspronkelijke hoofdgebouw als gastenverblijf of bed & breakfast indien wordt voldaan aan de op moment van aanvraag van toepassing zijnde 'beleidsregel Bed and Breakfast en Gastenverblijven'.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
Artikel 12
63
Algemene wijzigingsregels
12.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
64
Artikel 13
Overige regels
Werking wettelijke regelingen De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
65
Hoofdstuk 4 Overgangs‐ en slotregels
Artikel 14
Overgangsrecht
14.1 Overgangsrecht bouwwerken Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; b. het bevoegd gezag kan in afwijking van het eerste lid eenmalig een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%; c. het onder lid a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 14.2 Overgangsrecht gebruik Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan. 14.3 Persoonsgebonden overgangsrecht a. in afwijking van het gestelde onder 14.2 is het gebruik als woning zonder bedrijf en het gebruik als zelfstandig kantoor uitsluitend door de heer G.C. van Zweeden en mevrouw J.J.P. Vermeulen toegestaan op het perceel Moolhoek 14 en op de verbeelding aangeduid als gebiedsaanduiding 'overige zone ‐ persoonsgebonden overgangsrecht 5'; b. het persoonsgebonden overgangsrecht, zoals verwoord onder a, eindigt zodra: 1. de genoemde persoon komt te overlijden; 2. het eigendom van het betreffende perceel vervreemdt; 3. de woning niet langer door de genoemde persoon wordt bewoond.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
66
Artikel 15
Slotregel
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Middeldijk/Moolhoek Rockanje'.
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
bijlagen bij de Regels
69
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
70
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' < > = cat. e.d. kl. n.e.g.
niet van toepassing of niet relevant kleiner dan groter gelijk aan categorie en dergelijke klasse niet elders genoemd
o.c. p.c. p.o. b.o. v.c. u d w j
opslagcapaciteit productiecapaciteit productieoppervlak bedrijfsoppervlak verwerkingscapaciteit uur dag week jaar
1
2
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
SBI-1993
SBI-2008
01
01
-
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW
014
016
0
Dienstverlening ten behoeve van de landbouw:
014
016
2
- algemeen (onder andere loonbedrijven), b.o < 500 m²
B1
014
016
4
- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m²
B1
15
10, 11
-
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
151
101,102
0
Slachterijen en overige vleesverwerking:
151
101
6
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m²
B2
1552
1052
2
Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m²
B1
1581
1071
1
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, chargeovens, v.c. < 7.500 kg meel/week
B1
1584
10821
0
Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
1584
10821
3
- cacao- en chocoladefabrieken, vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m²
B1
1584
10821
6
- suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m²
B1
1593 t/m 1595
1102 t/m 1104
Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke
B1
17
13
174, 175
139
Vervaardiging van textielwaren
B2
176, 177
139, 143
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
B2
18
14
181
141
Vervaardiging kleding van leer
182
141
Vervaardiging van kleding en –toebehoren (exclusief leer)
20
16
-
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN DERGELIJKE
203, 204, 205
162
1
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m²
B2
205
162902
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
B1
22
18
2222.6
18129
2223
1814
A
Grafische afwerking
2223
1814
B
Binderijen
B1
2224
1813
Grafische reproductie en zetten
B1
2225
1814
Overige grafische activiteiten
B1
223
182
Reproductiebedrijven opgenomen media
24
20, 21
-
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN
2442
2120
0
Farmaceutische productenfabrieken:
2442
2120
2
- verbandmiddelenfabrieken
26
23
-
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN
2612
2312
Glas-in-lood-zetterij
B1
2615
231
Glasbewerkingsbedrijven
B2
262, 263
232, 234
0
Aardewerkfabrieken:
262, 263
232, 234
1
- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
267
237
0
Natuursteenbewerkingsbedrijven:
267
237
2
- indien p.o. < 2.000 m²
B2
2681
2391
Slijp- en polijstmiddelen fabrieken
B2
VNG-nr.
CATEGORIE
OMSCHRIJVING
-
-
-
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT B2 C
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
B1 A
A
C
B1
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
3
SBI-1993
SBI-2008
28
25, 33
281
251, 331
1a
- gesloten gebouw, p.o. < 200 m²
B2
284
255, 331
B1
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m²
B2
2852
2562, 3311
2
Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m²
B2
287
259, 331
B
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m²
B2
30
26, 28, 33
-
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
26, 28, 33
A
Kantoormachines- en computerfabrieken, incl. reparatie
33
26, 32, 33
-
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
33
26, 32, 33
A
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke
36
95/32
-
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361
9524
2
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m²
362
321
Fabricage van munten, sieraden en dergelijke
B1
363
322
Muziekinstrumentenfabrieken
B1
3661.1
32991
Sociale werkvoorziening
B1
40
35
-
40
35
C0
Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
40
35
C1
- < 10 MVA
40
35
D0
Gasdistributiebedrijven:
40
35
D3
- gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A
40
35
D4
- gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C
40
35
E0
Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
40
35
E2
- blokverwarming
41
36
-
41
36
B0
Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
41
36
B1
- < 1 MW
45
41, 42, 43
-
BOUWNIJVERHEID
45
41, 42, 43
3
Aannemersbedrijf of bouwbedrijf met werkplaats, b.o. < 1.000 m²
B1
453
432
Bouwinstallatie algemeen (exclusief spuiterij)
B1
453
4321
Elektrotechnische installatie
B1
50
45, 47
501, 502, 504
451, 452, 454
5020.4
45204
5020.5
45205
Autowasserijen
B1
503, 504
453
Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
B1
51
46
-
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
5121
4621
0
Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders
5134
4634
Groothandel in dranken
C
5135
4635
Groothandel in tabaksproducten
C
5136
4636
Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk
C
5137
4637
Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen
C
VNG-nr.
CATEGORIE
OMSCHRIJVING
-
-
VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES/TRANSPORTMIDDELEN)
B1
A
PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER B1 A B1 B1
WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER B1
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven (exclusief plaatwerkerij of spuiterij)
B
B1
Autobeklederijen
B1 A
4
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
SBI-1993
SBI-2008
514
464, 46733
5148.7
46499
0
Groothandel in vuurwerk en munitie:
5148.7
46499
1
- consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton
5153
4673
0
Groothandel in hout en bouwmaterialen:
5153
4673
1
- algemeen: b.o. > 2.000 m²
5153
4673
2
- indien b.o. <= 2.000 m²
5153.4
46735
4
Zand en grind:
5153.4
46735
6
- indien b.o. <= 200 m²
5154
4674
0
Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
5154
4674
1
- algemeen: b.o. > 2.000 m²
5154
4674
2
- indien b.o. <= 2.000 m²
5156
4676
518
466
518
466
Groothandel in machines en apparaten, opp < 2.000 m², exclusief machines voor de bouwnijverheid
519
466, 469
Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden en dergelijke)
52
95
527
952
60
49
6022
493
6024
494
603
495
63
52
6321
5221
64
53
641
531, 532
71
77
711
7711
Personenautoverhuurbedrijven
712
7712, 7739
Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's)
C
713
773
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
C
72
62
-
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72
62
A
Computerservice- en informatietechnologiebureaus en dergelijke
72
58, 63
B
Datacentra
73
72
-
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
732
722
74
63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82
7481.3
74203
VNG-nr.
CATEGORIE
OMSCHRIJVING
Groothandel in overige consumentenartikelen
2
-
C
A
VERVOER OVER LAND Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks), b.o. < 1.000 m²
B1 C B1
DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER B1
POST EN TELECOMMUNICATIE C
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek -
B1
REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN
Post- en koeriersdiensten -
C B1 C
Caravanstalling -
B1
C
Pomp- en compressorstations van pijpleidingen -
C B1
Groothandel in machines en apparaten, opp >= b.o. 2.000 m², exclusief machines voor de bouwnijverheid
Taxibedrijven 1
C
Groothandel in overige intermediaire goederen
Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen) -
C
B2
A B1
A
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
Foto- en filmontwikkelcentrales
C
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
7484.4
82992
90
37, 38, 39
9001
3700
93 9301.3
OMSCHRIJVING CATEGORIE
SBI-2008 VNG-nr.
SBI-1993
Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke
A
MILIEUDIENSTVERLENING B
Rioolgemalen
96
-
OVERIGE DIENSTVERLENING
96013
A
Wasverzendinrichtingen
SBI 93/08/SvB f maart 2012
5
B1
B1
71
Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Bedrijventerreinen'
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
72
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
OMSCHRIJVING
0 1 3 4 5 6 7
151 152 152 152 152 152 152 1531 1531 1531 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1541 1541 1541 1542 1542 1542 1543 1543 1543 1551
108 102 102 102 102 102 102 1031 1031 1031 1032, 1039 1032, 1039 1032, 1039 1032, 1039 1032, 1039 1032, 1039 104101 104101 104101 104102 104102 104102 1042 1042 1042 1052
8 0 2 3 4 5 6 0 1 2 0 1 2 3 4 5 0 1 2 0 1 2 0 1 2 0
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN Slachterijen en overige vleesverwerking: - slachterijen en pluimveeslachterijen - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m² - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m² - loonslachterijen - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² Visverwerkingsbedrijven: - conserveren - roken - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m² - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m² - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² Aardappelprodukten fabrieken: - vervaardiging van aardappelproducten - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² Groente- en fruitconservenfabrieken: - jam - groente algemeen - met koolsoorten - met drogerijen - met uienconservering (zoutinleggerij) Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: - p.c. < 250.000 t/j - p.c. >= 250.000 t/j Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten: - p.c. < 250.000 t/j - p.c. >= 250.000 t/j Margarinefabrieken: - p.c. < 250.000 t/j - p.c. >= 250.000 t/j Zuivelprodukten fabrieken:
CATEGORIE
GEVAAR
GELUID
10, 11 101, 102 101, 102 101 101 101 101 101, 102
STOF
15 151 151 151 151 151 151 151
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GROOTSTE AFSTAND
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
100 300 100 50 30 50
0 0 0 0 0 0
100 100 100 50 50 50
50
0
50
200 300 300 100 50
0 0 10 10 10
100 C 50 C 50 C 50 30
30 0 30 30 10
200 300 300 D 100 50
4.1 4.2 4.2 3.2 3.1
300 50
30 10
200 C 50
50 R 50 R
300 50
4.2 3.1
50 50 100 300 300
10 10 10 10 10
100 100 100 200 100
10 10 10 30 10
100 100 100 300 300
3.2 3.2 3.2 4.2 4.2
200 300
30 50
100 C 300 C Z
30 R 50 R
200 300
4.1 4.2
200 300
10 10
100 C 300 C Z
100 R 200 R
200 300
4.1 4.2
100 200
10 10
200 C 300 C Z
30 R 50 R
200 300
4.1 4.2
C C C C
50 R 50 R 50 R 30 10 10 10
C C C C C
100 D 300 100 50 50 50 50
3.2 4.2 3.2 3.1 3.1 3.1 3.1
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
10821 10821 10821 1073 1083 1083 108401 1089 1089 1089 1089
2 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² 4 - Suikerwerkfabrieken met suiker branden 5 - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² Deegwarenfabrieken 0 Koffiebranderijen en theepakkerijen: 2 - theepakkerijen Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden Vervaardiging van overige voedingsmiddelen Bakkerijgrondstoffenfabrieken 0 Soep- en soeparomafabrieken: 1 - zonder poederdrogen
3.2 4.2 4.2 3.2 2
300 200 200 D
4.2 4.1 4.1
30 R 50 R
200 300
4.1 4.2
30 30 50 R 30
300 200 300 200
4.2 4.1 4.2 4.1
10 30 30
30 100 100
2 3.2 3.2
50 50 50 10
30 30 R 30 R 10
100 300 100 50
3.2 4.2 3.2 3.1
10 30 30 50
30 50 50 50
10 10 30 50 R
100 200 200 D 200
3.2 4.1 4.1 4.1
10
50
10
100
3.2
GEVAAR
CATEGORIE
1584 1584 1584 1585 1586 1586 1587 1589 1589.1 1589.2 1589.2
0 1 2
GROOTSTE AFSTAND
0 0
0 1 2 0 3 5 6
100 300 300 100 30
GELUID
1051 1051 1051 1052 1052 1061 1061 1061 1061 1062 1062 1062 1091 1091 1091 1091 1092 1071 1071 1071 1072 1081 10821
STOF
3 4 5 1 2 0 1 2
- melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j - overige zuivelprodukten fabrieken Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² Meelfabrieken: - p.c. >= 500 t/u - p.c. < 500 t/u Grutterswarenfabrieken Zetmeelfabrieken: - p.c. < 10 t/u - p.c. >= 10 t/u Veevoerfabrieken: - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water - mengvoeder, p.c. < 100 t/u - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u Vervaardiging van voer voor huisdieren Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens - v.c. >= 7500 kg meel/week Banket, biscuit- en koekfabrieken Suikerfabrieken: Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
1551 1551 1551 1552 1552 1561 1561 1561 1561 1562 1562 1562 1571 1571 1571 1571 1572 1581 1581 1581 1582 1583 1584
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
50 100 50 50 10
0 0 50 0 0
100 300 300 100 30
200 100 50
100 50 100
300 C Z 200 C 200 C
100 R 50 R 50
200 300
50 100
200 C 300 C Z
300 200 300 200
100 50 100 100
200 200 300 200
30 100 100
10 30 10
100 300 100 50
30 30 30 30
100 200 200 200 100
C C Z C C
C C C Z C
30 C 100 C 100 C
50 50 50 50 0
R R R R
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
300 200 300
50 50 30
50 50 200 C
50 R 30 30
300 200 300
4.2 4.1 4.2
200 300 300 300 10
30 50 30 50 0
200 300 100 100 100
30 50 50 30 50
200 300 300 300 100
4.1 4.2 4.2 4.2 3.2
200
30
30
200
4.1
10
50
100
30
100
3.2
10 10 50 10 100 0
10 30 0 0 30 10
100 300 50 50 200 50
0 50 10 10 10 10
100 300 50 50 200 50
3.2 4.2 3.1 3.1 4.1 3.1
30 50
0 10
50 10
0 10
50 50
3.1 3.1
300 50 50
30 10 10
100 30 50
10 10 10
300 50 D 50
4.2 3.1 3.1
0
50
100
50 R
100
3.2
GELUID
GEVAAR
CATEGORIE
2 - met poederdrogen Bakmeel- en puddingpoederfabrieken Destilleerderijen en likeurstokerijen 0 Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: 1 - p.c. < 5.000 t/j 2 - p.c. >= 5.000 t/j Bierbrouwerijen Mouterijen Mineraalwater- en frisdrankfabrieken - VERWERKING VAN TABAK Tabakverwerkende industrie - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL Bewerken en spinnen van textielvezels 0 Weven van textiel: 1 - aantal weefgetouwen < 50 2 - aantal weefgetouwen >= 50 Textielveredelingsbedrijven Vervaardiging van textielwaren Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging kleding van leer Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) Lederfabrieken Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) Schoenenfabrieken - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. Houtzagerijen 0 Houtconserveringsbedrijven:
GROOTSTE AFSTAND
1089 1089 110101 110102 110102 110102 1105 1106 1107 12 12 120 13 13 131 132 132 132 133 139 1393 139, 143 14 14 141 142, 151 15 15 151, 152 151 152 16 16 16101 16102
STOF
1589.2 1589.2 1591 1592 1592 1592 1596 1597 1598 16 16 160 17 17 171 172 172 172 173 174, 175 1751 176, 177 18 18 181 183 19 19 191 192 193 20 20 2010.1 2010.2
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
C C C C
50 C
Z
R R R R
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
1 - met creosootolie 2 - met zoutoplossingen Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 0 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 - VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN Vervaardiging van pulp 0 Papier- en kartonfabrieken: 1 - p.c. < 3 t/u 2 - p.c. 3 - 15 t/u 3 - p.c. >= 15 t/u Papier- en kartonwarenfabrieken 0 Golfkartonfabrieken: 1 - p.c. < 3 t/u 2 - p.c. >= 3 t/u - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Drukkerijen van dagbladen Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) - AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN Aardolieraffinaderijen A Smeeroliën- en vettenfabrieken B Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie C Aardolieproduktenfabrieken n.e.g. Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN 0 Vervaardiging van industriële gassen: Kleur- en verfstoffenfabrieken 0 Anorg. chemische grondstoffenfabrieken: 1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" A0 Organ. chemische grondstoffenfabrieken: A1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"
GELUID
16102 16102 1621 162 162 17 17 1711 1712 1712 1712 1712 172 17212 17212 17212 58 58 1811 1812 19 19 19201 19202 19202 19202 201, 212, 244 20 20 2011 2012 2012 2012 20141 20141
STOF
2010.2 2010.2 202 203, 204, 205 203, 204, 205 21 21 2111 2112 2112 2112 2112 212 2121.2 2121.2 2121.2 22 22 2221 2222 23 23 2320.1 2320.2 2320.2 2320.2 233 24 24 2411 2412 2413 2413 2414.1 2414.1
AFSTANDEN IN METERS
30 30 30 30 30
50 50 100 100 50
10 10 10 0 0
200 50 100 100 50
4.1 3.1 3.2 3.2 3.1
100
200 C
50 R
200
4.1
50 100 200 30
30 50 100 30
50 200 300 100
R R R R
50 200 300 100
3.1 4.1 4.2 3.2
30 50
30 30
100 C 200 C Z
30 R 30 R
100 200
3.2 4.1
30 30
0 0
100 C 100
10 10
100 100
3.2 3.2
1500 50 300 300 10
100 0 0 0 10
200
0
100 300
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
200 10 100 0 0
200
C C Z C Z C
1500 C Z 100 100 200 100
30 50 100 30
1500 30 50 50 1500
R R R R
1500 100 300 300 D 1500 D
6 3.2 4.2 4.2 6
200 C
200 R
200 D
4.1
30
300 C
300 R
300 D
4.2
10
200 C
300 R
300 D
4.2
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
23 231 231
0 1 0 1
0 1 A B 0 1 2 0 1 2 3 -
Methanolfabrieken: - p.c. < 100.000 t/j - p.c. >= 100.000 t/j Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.): - p.c. < 50.000 t/j Landbouwchemicaliënfabrieken: Verf, lak en vernisfabrieken Farmaceutische grondstoffenfabrieken: - p.c. < 1.000 t/j Farmaceutische produktenfabrieken: - formulering en afvullen geneesmiddelen Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken Parfumerie- en cosmeticafabrieken Lijm- en plakmiddelenfabrieken: - zonder dierlijke grondstoffen Fotochemische produktenfabrieken Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF Rubberbandenfabrieken Loopvlakvernieuwingsbedrijven: - vloeropp. < 100 m2 - vloeropp. >= 100 m2 Rubber-artikelenfabrieken Kunststofverwerkende bedrijven: - zonder fenolharsen - met fenolharsen - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen
- VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN 0 Glasfabrieken: 1 - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j
0 0
200 C 300 C Z
100 R 200 R
200 300
4.1 4.2
300
0
200 C
100 R
300
4.2
300
30
200 C
300 R
300 D
4.2
200
10
200 C
300 R
300
4.2
50 300 300
10 100 30
50 200 C 50 C
50 R 100 R 50 R
50 300 300
3.1 4.2 4.2
100 50 50 200 300
10 10 10 30 30
100 100 50 100 C 300 C
50 50 50 200 200
100 100 50 200 D 300
3.2 3.2 3.1 4.1 4.2
300
50
300 C
100 R
300
4.2
50 200 100
10 50 10
30 100 50
30 50 R 50 R
50 200 100 D
3.1 4.1 3.2
200 300 50
50 50 30
100 100 50
100 R 200 R 30
200 300 50
4.1 4.2 3.1
30
30
100
100
3.2
GEVAAR
100 200
GELUID
CATEGORIE
26 261 261
B0 B1 B2 0 1 0
GROOTSTE AFSTAND
20141 20141 20141 20149 20149 202 203 2120 2110 2120 2120 2041 2042 2052 2052 205902 205903 205903 2060 22 22 221101 221102 221102 221102 2219 222 222 222 222 23
STOF
2414.1 2414.1 2414.1 2414.2 2414.2 242 243 2441 2441 2442 2442 2451 2452 2462 2462 2464 2466 2466 247 25 25 2511 2512 2512 2512 2513 252 252 252 252 26
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
30
R R R R
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
50 R 30 10
300 300 50
4.2 4.2 3.1
100 200 200
30 30 100 R
100 200 200
3.2 4.1 4.1
200
200
30 R
200
4.1
30
200
200
30 R
200
4.1
10 10
100 100
200 300
30 30
200 300
4.1 4.2
10 30 50
50 200 50
100 300 100
30 30 30
100 300 100
3.2 4.2 3.2
10 30
50 200
100 300
Z
10 10
100 300
3.2 4.2
10 30
50 200
100 300
Z
100 300
3.2 4.2
10 10 10 10
30 30 100 30
100 50 300 50
0 0 10 10
100 D 50 300 50 D
3.2 3.1 4.2 3.1
300
100
100
30
300
4.2
100 200
200 100
300 C Z 100 C
30 50
300 200
4.2 4.1
GELUID
GEVAAR
CATEGORIE
2 - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j 3 - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j Glasbewerkingsbedrijven 0 Aardewerkfabrieken: 2 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW A Baksteen en baksteenelementenfabrieken B Dakpannenfabrieken 0 Cementfabrieken: 0 Kalkfabrieken: 1 - p.c. < 100.000 t/j 0 Gipsfabrieken: 1 - p.c. < 100.000 t/j 0 Betonwarenfabrieken: 1 - zonder persen, triltafels en bekistingtrille 2 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d 0 Kalkzandsteenfabrieken: 1 - p.c. < 100.000 t/j 2 - p.c. >= 100.000 t/j Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 0 Betonmortelcentrales: 1 - p.c. < 100 t/u 2 - p.c. >= 100 t/u 0 Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips: 1 - p.c. < 100 t/d 2 - p.c. >= 100 t/d 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven: 1 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 2 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² 3 - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j Slijp- en polijstmiddelen fabrieken A0 Bitumineuze materialenfabrieken: A1 - p.c. < 100 t/u B0 Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol): B1 - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j B2 - overige isolatiematerialen
GROOTSTE AFSTAND
231 231 231 232, 234 232, 234 233 233 2351 235201 235201 235202 235202 23611 23611 23611 23612 23612 23612 2362 2363, 2364 2363, 2364 2363, 2364 2365, 2369 2365, 2369 2365, 2369 237 237 237 237 2391 2399 2399 2399 2399 2399
STOF
261 261 2615 262, 263 262, 263 264 264 2651 2652 2652 2653 2653 2661.1 2661.1 2661.1 2661.2 2661.2 2661.2 2662 2663, 2664 2663, 2664 2663, 2664 2665, 2666 2665, 2666 2665, 2666 267 267 267 267 2681 2682 2682 2682 2682 2682
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
30 300 10
100 100 30
300 C Z 100 50
30 30 50
50 200 200
30
Z
50 R 200 R
OMSCHRIJVING
28 281 281 281 281 281 2821 2821 2822, 2830 284 284 284 2851 2851 2851 2851
25, 31 251, 331 251, 331 251, 331 251, 331 251, 331 2529, 3311 2529, 3311 2521, 2530, 3311 255, 331 255, 331 255, 331 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311
0 1 1a 2 3 0 1 A B B1 0 1 10 11
Minerale produktenfabrieken n.e.g. Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur VERVAARDIGING VAN METALEN Ruwijzer- en staalfabrieken: - p.c. >= 1.000 t/j IJzeren- en stalenbuizenfabrieken: Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen: - p.o. < 2.000 m2 Non-ferro-metaalfabrieken: - p.c. < 1.000 t/j Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.: IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen: - p.c. < 4.000 t/j Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen: - p.c. < 4.000 t/j VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) Constructiewerkplaatsen: - gesloten gebouw - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2 Tank- en reservoirbouwbedrijven: - p.o. < 2.000 m2 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: - algemeen - stralen - metaalharden
50 100 200
50 50 100
100 200 300
50 30 50
1500
1000
30
30
300
100
100
100
Z
1500 C Z
3.2 4.1 4.2
1500
6
30
300
4.2
300
30 R
300
4.2
50
300 C
30 R
300
4.2
100
50
300 C
30 R
300
4.2
30 30 30 50
30 30 50 200
100 50 200 300
30 10 30 30
100 50 200 300
3.2 3.1 4.1 4.2
30 30 10 50 30
50 30 30 30 30
300 200 200 100 50
30 R 30 30 30 10
300 200 200 100 D 50 D
4.2 4.1 4.1 3.2 3.1
50 30 30
50 200 50
100 200 100
50 30 50
100 200 D 100 D
3.2 4.1 3.2
Z
300 R
100 D 200 300
CATEGORIE
GEVAAR
C D0 D1 0 2 0 0 1 A0 A1 B0 0 1 0 1 -
GELUID
2399 2399 2399 24 24 241 241 241 243 243 244 244 244 2451, 2452 2451, 2452 2453, 2454 2453, 2454 25
STOF
2682 2682 2682 27 27 271 271 272 273 273 274 274 274 2751, 2752 2751, 2752 2753, 2754 2753, 2754 28
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GROOTSTE AFSTAND
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
OMSCHRIJVING
GELUID
100 50 100 100 30 50 50 100 30 10 10
30 50 50 50 50 10 10 50 30 30 30
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 50
50 R 30 R 50 50 30 30 30 50 R 50 30 10
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 50
30 30 30
50 30 30
200 100 50
30 30 10
200 100 50
4.1 3.2 3.1
30 50 50
30 30 30
100 200 300
30 30 30
100 D 200 D 300 D
3.2 4.1 4.2
30
10
30
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie Schakel- en installatiemateriaalfabrieken Elektrische draad- en kabelfabrieken Accumulatoren- en batterijenfabrieken Lampenfabrieken Koolelektrodenfabrieken
200 200 100 100 200 1500
30 10 10 30 30 300
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d.
30
0
12 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 A0 A1 B B
- lakspuiten en moffelen - scoperen (opspuiten van zink) - thermisch verzinken - thermisch vertinnen - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) - anodiseren, eloxeren - chemische oppervlaktebehandeling - emailleren - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) Overige metaalbewerkende industrie Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: - p.o. < 2.000 m2 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2
0 1 2 3 A -
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2 - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
-
CATEGORIE
STOF
2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561,3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2562, 3311 2562, 3311 259, 331 259, 331 259, 331 259, 331 27, 28, 33 27, 28, 33 27, 28, 33 27, 28, 33 27, 28, 33 28, 33 26, 28, 33 26, 28, 33 26, 28, 33 26, 27, 33 26, 27, 33 271, 331 271, 273 273 272 274 2790 26,33 26, 33 261, 263, 264, 331
GEUR
2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2852 2852 287 287 287 287 29 29 29 29 29 29 30 30 30 31 31 311 312 313 314 315 3162 32 32 321 t/m 323
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GROOTSTE AFSTAND
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
Z
30 30 200 100 30 1000 C Z
50
10
50 50 100 R 50 300 R 200 R
30
D D
D D
3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.1
30
2
200 200 200 D 100 300 1500
4.1 4.1 4.1 3.2 4.2 6
50 D
3.1
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
0 1 2 3 0 1 2 0 1
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: - houten schepen - kunststof schepen - metalen schepen < 25 m Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: - algemeen - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven: - zonder proefdraaien motoren Rijwiel- en motorrijwielfabrieken Transportmiddelenindustrie n.e.g.
- VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. 1 Meubelfabrieken 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 Fabricage van munten, sieraden e.d. Muziekinstrumentenfabrieken Sportartikelenfabrieken Speelgoedartikelenfabrieken Sociale werkvoorziening
CATEGORIE
30 301, 3315 301, 3315 301, 3315 301, 3315 302, 317 302, 317 302, 317 303,3316 303, 3316 309 3099 31 31 310 9524 321 322 323 324 32991
GROOTSTE AFSTAND
35 351 351 351 351 352 352 352 353 353 354 355 36 36 361 361 362 363 364 365 3663.1
GEVAAR
Fabrieken voor gedrukte bedrading - VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven 1 - p.o. < 10.000 m2 2 - p.o. >= 10.000 m2 Carrosseriefabrieken Aanhangwagen- en opleggerfabrieken Auto-onderdelenfabrieken -
GELUID
2612 26, 32, 33 26, 32, 33 26, 32, 33 29 29 291 291 291 29201 29202 293 30
STOF
3210 33 33 33 34 34 341 341 341 3420.1 3420.2 343 35
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
50
10
50
30
50
3.1
30
0
30
0
30
2
100 200 100 30 30
10 30 10 10 10
30 100 50
200 C 300 Z 200 200 100
30 50 30 30 30
30 50 100
50 100 200
50 50
30 30
100 300
200 D 300 200 200 100
4.1 4.2 4.1 4.1 3.2
10 50 R 30
50 100 200
3.1 3.2 4.1
30 30 R
100 300
3.2 4.2
50 30 30
30 10 30
200 100 100
30 30 R 30
200 100 100 D
4.1 3.2 3.2
50 0 30 30 30 30 0
50 10 10 10 10 10 30
100 10 10 30 50 50 30
30 0 10 10 30 30 0
100 D 10 30 30 50 50 30
3.2 1 2 2 3.1 3.1 2
Z
R R R R
OMSCHRIJVING
40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 41 41 41 41 41 41 41 41 45 45
35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 36 36 36 36 36 36 36 36 41, 42, 43 41, 42, 43
B1 B2 C0 C1 C2 C3 C4 D0 D1 D5 E0 E1 A0 A2 B0 B1 B2 B3 -
VOORBEREIDING TOT RECYCLING Puinbrekerijen en -malerijen: - v.c. < 100.000 t/j Rubberregeneratiebedrijven Afvalscheidingsinstallaties PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe) - kerncentrales met koeltorens bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe: - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: - < 10 MVA - 10 - 100 MVA - 100 - 200 MVA - 200 - 1000 MVA Gasdistributiebedrijven: - gascompressorstations vermogen < 100 MW - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: - stadsverwarming WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER Waterwinning-/ bereiding- bedrijven: - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: - < 1 MW - 1 - 15 MW - >= 15 MW BOUWNIJVERHEID
30
10
50
30
30 300 200
100 50 200
300 100 300 C
10
10
500 C
100 50
50 50
100 100
0 0 0 0
0 0 0 0
30 50 100 300
0 0
0 0
300 C 50 C
30
10
100 C
10
0
0 0 0
0 0 0
10 50 R 50
1500
50 D
300 300 300
1500 D
CATEGORIE
GEVAAR
A0 A1 B C A0 A4 B0
GELUID
32999 38 38 383202 383202 383202 383202 35 35 35 35 35
STOF
Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
3663.2 37 37 372 372 372 372 40 40 40 40 40
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GROOTSTE AFSTAND
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
3.1
4.2 4.2 4.2
6
30 R 30 R
100 100
3.2 3.2
10 30 50 50
30 50 100 300
2 3.1 3.2 4.2
300 50
4.2 3.1
50
100
3.2
50 C
30
50
3.1
30 C 100 C 300 C
10 10 10
30 100 300
2 3.2 4.2
C C C C Z
100 50 R
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
CATEGORIE
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Groothandel in vrachtauto's (incl. import) A Autoplaatwerkerijen C Autospuitinrichtingen - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING 0 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur 1 of meer Grth in bloemen en planten Grth in levende dieren Grth in huiden, vellen en leder Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën Grth in dranken Grth in tabaksprodukten Grth in suiker, chocolade en suikerwerk Grth in koffie, thee, cacao en specerijen Grth in overige voedings- en genotmiddelen Grth in overige consumentenartikelen 0 Grth in vuurwerk en munitie: 1 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 2 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 5 - munitie 0 Grth in vaste brandstoffen: 1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 0 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen: 1 - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 3 - tot vloeistof verdichte gassen Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)
GROOTSTE AFSTAND
4621 4622 4623 4624 46217, 4631 4632, 4633 4634 4635 4636 4637 4638, 4639 464, 46733 46499 46499 46499 46499 46711 46711 46712 46712 46712 46713
Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²
GEVAAR
5121 5122 5123 5124 5125, 5131 5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5148.7 5148.7 5148.7 5148.7 5151.1 5151.1 5151.2 5151.2 5151.2 5151.3
0 1 2 3 -
GELUID
41, 42, 43 41, 42, 43 41, 42, 43 41, 42, 43 45, 47 45, 47 451 45204 45204 46 46 4621
STOF
45 45 45 45 50 50 501 5020.4 5020.4 51 51 5121
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
10 10 10 0
30 30 30 10
100 50 50 30
10 10 10 10
100 50 50 30
3.2 3.1 3.1 2
10 10 50
10 30 30
100 100 30
10 10 30 R
100 100 50
3.2 3.2 3.1
30
30
50
30 R
50
3.1
100 10 50 50 30 10 0 10 10 30 10 10
100 10 10 0 10 0 0 0 10 10 10 10
50 R 0 0 0 50 R 50 R 0 0 0 0 10 10
300 30 100 50 50 50 30 30 30 30 30 30
4.2 2 3.2 3.1 3.1 3.1 2 2 2 2 2 2
10 10 0
0 0 0
30 30 30
10 50 30
30 50 30
2 3.1 2
10
50
50
30
50
3.1
50 50 100
0 0 0
50 50 30
300 Z 30 100 C 30 30 30 30 30 30 30 30 30
V V
200 R 300 R 50
200 D 300 D 100
4.1 4.2 3.2
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
0 Grth in metaalertsen: 1 - opslag opp. < 2.000 m2 Grth in metalen en -halffabrikaten 0 Grth in hout en bouwmaterialen: 1 - algemeen: b.o. > 2000 m² 2 - algemeen: b.o. <= 2000 m² 4 zand en grind: 5 - algemeen: b.o. > 200 m² 6 - algemeen: b.o. <= 200 m² 0 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: 1 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 2 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² Grth in chemische produkten Grth in kunstmeststoffen Grth in overige intermediaire goederen 0 Autosloperijen: b.o. > 1000 m² 1 - autosloperijen: b.o. <= 1000 m² 0 Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m² 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² 0 Grth in machines en apparaten: 1 - machines voor de bouwnijverheid 2 - overige Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. - VERVOER OVER LAND Bus-, tram- en metrostations en -remises Touringcarbedrijven 0 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² 1 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m² Pomp- en compressorstations van pijpleidingen - DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER 0 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen: 2 - stukgoederen 7 - tankercleaning
GELUID
46721 46721 46722, 46723 4673 4673 4673 46735 46735 46735 4674 4674 4674 46751 46752 4676 4677 4677 4677 4677 466 466 466 466, 469 47 49 493 493 494 494 495 52 52 52241 52241 52241
STOF
5152.1 5152.1 5152.2 /.3 5153 5153 5153 5153.4 5153.4 5153.4 5154 5154 5154 5155.1 5155.2 5156 5157 5157 5157.2/3 5157.2/3 518 518 518 519 60 60 6021.1 6023 6024 6024 603 63 63 6311.1 6311.1 6311.1
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
30 0
300 10
300 100
10 10
300 100
4.2 3.2
0 0
10 10
50 30
10 10
50 30
3.1 2
0 0
30 10
100 30
0 0
100 30
3.2 2
0 0 50 30 10 10 10 10 10
0 0 10 30 10 30 10 30 10
50 30 30 30 30 100 50 100 50
10 0 100 R 30 R 10 30 10 10 10
50 30 100 D 30 30 100 50 100 D 50
3.1 2 3.2 2 2 3.2 3.1 3.2 3.1
0 0 0
10 10 0
100 50 30
10 0 0
100 50 30
3.2 3.1 2
0 10 0 0 0
10 0 0 0 0
100 100 100 50 30
0 0 30 30 10
100 D 100 100 50 30 D
3.2 3.2 3.2 3.1 2
0 300
30 10
300 C 100 C
300 D 300
4.2 4.2
C C C C C
100 R 200 R
OMSCHRIJVING
52242 52241 52242 52242 52242 52242 52242 52102, 52109 52109 5221 53 53 531, 532 61 77
71 712 713 714 72 72 72
77 7712, 7739 773 772 62 62 58, 63
74
63, 69tm71, 73,74,77,78, 80tm82
74 747 7481.3 7484.3 90 90 9001 9001
63, 69tm71, 73,74,77,78, 80tm82 812 74203 82991 37, 38, 39 37, 38, 39 3700 3700
0 1 10 2 3 5 7 A B 2 -
Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart: - containers - tankercleaning - stukgoederen - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 Distributiecentra, koelhuizen Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)
POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten A Telecommunicatiebedrijven VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE - GOEDEREN Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE B Datacentra
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GELUID
STOF
6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6312 6312 6321 64 64 641 642 71
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
CATEGORIE
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
0 300 0 30 50 50 30 0 10
10 10 10 200 300 300 10 0 0
300 100 100 300 200 300 50 C 30 C 100 C
50 200 50 30 50 50 50 10 30
0 0
0 0
30 C 10 C
0 0
10 10 10
0 0 10
0
0
30 C
50 10 50
10 0 30
30 30 C 200 C
30 10 50 R
50 D 30 200
3.1 2 4.1
200
10
100 C
10
200
4.1
50 50 30
R R R R R
10 10 10
0
300 300 100 D 300 300 300 50 D 30 100
30 10
50 D 50 D 30 D
30
4.2 4.2 3.2 4.2 4.2 4.2 3.1 2 3.2
2 1
3.1 3.1 2
2
-
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING Reinigingsbedrijven voor gebouwen Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten
- MILIEUDIENSTVERLENING A0 RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks: A1 - < 100.000 i.e.
OMSCHRIJVING
A2 B A B C A0 A2 A3 A4 A5 A6 A7 B C0 C3 C4 C5 A B
- 100.000 - 300.000 i.e. rioolgemalen Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. Gemeentewerven (afval-inzameldepots) Vuiloverslagstations Afvalverwerkingsbedrijven: - kabelbranderijen - verwerking radio-actief afval - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) - oplosmiddelterugwinning - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW - verwerking fotochemisch en galvano-afval Vuilstortplaatsen Composteerbedrijven: - belucht v.c. < 20.000 ton/jr - belucht v.c. > 20.000 ton/jr - GFT in gesloten gebouw
OVERIGE DIENSTVERLENING Wasserijen en strijkinrichtingen Tapijtreinigingsbedrijven Chemische wasserijen en ververijen A Wasverzendinrichtingen
GEVAAR
GELUID
300 30 50 30 200
10 0 30 30 200
200 C Z 10 C 50 50 300
10 0 10 30 R 30
100 0 50 100 300 10 300
50 10 10 0 200 10 200
30 200 C 30 10 300 C Z 30 300
10 1500 10 30 R 50 30 R 10
100 200 200
100 200 50
100 100 100
30 30 30 0
0 0 0 0
50 C 50 30 30
CATEGORIE
3700 3700 381 381 381 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 96 96 96011 96011 96012 96013
STOF
9001 9001 9002.1 9002.1 9002.1 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 93 93 9301.1 9301.1 9301.2 9301.3
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GROOTSTE AFSTAND
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
300 30 50 50 300
4.2 2 3.1 3.1 4.2
100 1500 50 100 D 300 D 30 300
3.2 6 3.1 3.2 4.2 2 4.2
10 30 100 R
100 200 200
3.2 4.1 4.1
30 30 30 R 0
50 50 30 30
3.1 3.1 2 2
73
Bijlage 3 Te slopen bebouwing
Rho adviseurs voor leefruimte
061400.20150665
Te slopen bebouwing Middeldijk
Verbeelding
Plangebied plangrens
Enkelbestemmingen B BT G W
Bedrijf Bedrijventerrein Groen Wonen
Dubbelbestemmingen WR-A
(swr-1)
BT
(swr-3)
Waarde - Archeologie
Gebiedsaanduidingen
9
5
overige zone - persoonsgebonden overgangsrecht 5
Functieaanduidingen (-bw)
(-bw) (dhv)
(-bw)
(-k)
5 (swr-1) (swr-3) (vm)
WR-A
bedrijf tot en met categorie 3.1 bedrijfswoning uitgesloten detailhandel volumineus kantoor uitgesloten specifieke vorm van waarde - 1 specifieke vorm van waarde - 3 verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg
Bouwvlakken bouwvlak
B
(-bw)
(-k) (-bw) (vm)
Bouwaanduidingen
6
h
10
850 9
(swr-3) [sba-1]
(swr-1)
[sba-1]
(swr-3)
[vrij]
BT (dhv)
Maatvoeringen h
6
850
8 (dhv)
(vm) (-bw) (-k)
B G
(swr-3) 6
maximum bebouwd oppervlak (m2)
9
maximum bouwhoogte (m)
6
maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)
10
(swr-1)
W
specifieke bouwaanduiding - 1 vrijstaand
Westvoorne
G
10
Middeldijk / Moolhoek, Rockanje
[vrij]
(swr-1)
N
BESTEMMINGSPLAN project
061400.20150665
formaat
A3
vastgesteld
10-05-2016
schaal
1:1000
ontwerp
19-11-2015
kaart
1/1
voorontwerp
25-08-2015
getekend
P. Fijneman
concept
09-07-2015
idn
NL.IMRO.bpMiddeldMoolh-0100
w www.rho.nl e
[email protected]