CO LO F O N © St. I ntraval Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail
[email protected] www.intraval.nl Kantoor Groningen: St. Jansstraat 2C Telefoon 050 - 313 40 52 Fax 050 - 312 75 26
Kantoor Rotterdam: Goudsesingel 68 Telefoon 010 - 425 92 12 Fax 010 - 476 83 76
Oktober 2012 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. A. Kruize, S. Biesma, B. Bieleman O p d r a c h t g e v e r Gemeente Enschede/ Gemeente Almelo/ WOON Opm a a k M. Haaijer Om s l ag E. Cusiel Dru k Copy-Copy Groningen
Monitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2012
m e t i n g e n 2 0 0 6 - 2 0 11
A. Kruize S. Biesma
T e k s t
ISBN
978 90 8874 134 0
B. Bieleman
1. Inleiding
De wijze waarop de twee centrumgemeenten Almelo en Enschede, de maatschappelijke opvang willen vormgeven, staat beschreven in het Twents Kompas. De aanpak richt zich op het voorkómen van dak- en thuisloosheid, het verminderen van het aantal daklozen, doorstroming naar een zo zelfstandig mogelijk bestaan, het verbeteren van de kwaliteit van leven van de gehele doelgroep en het verminderen van overlast. Het Twents Kompas is een uitwerking van een deel van de prestatievelden 7, 8 en 9 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) die gezamenlijk het terrein van de maatschappelijke zorg vormen. De vrouwenopvang en huiselijk geweld, ook onderdeel van deze prestatievelden, worden niet meegenomen in het Twents Kompas. Centrumgemeenten Almelo en Enschede en WoON hebben onderzoeks- en adviesbureau INTRAVAL opdracht gegeven om de doelgroepen uit de prestatievelden 7, 8 en 9 van de Wmo te monitoren. Hiervoor worden van op de doelgroepen gerichte activiteiten gegevens verzameld bij de volgende instellingen: Leger des Heils; Humanitas Onderdak Twente (HODT); Jarabee; Tactus Verslavingszorg; politie; woningcorporaties; Mediant; Zorggroep Manna; en Regionale Instelling voor Begeleiding op het gebied van Wonen, Werk en Welzijn (RIBW). De verzamelde gegevens worden gepresenteerd in verschillende factsheets. In deze factsheet wordt ingegaan op de dak- en thuisloosheid, inclusief de zwerfjongeren- en de chronische verslavingsproblematiek. In de factsheet Begeleid wonen en bemoeizorg wordt aandacht besteed aan cliënten die begeleiding bij het wonen en/of bemoeizorg ontvangen, terwijl in de factsheet Huisuitzetting en preventie wordt ingegaan op het aantal huisuitzettingen, de inspanningen van de woningcorporaties om huisuitzetting te voorkomen en de kenmerken en achtergronden van uitgezette huurders. Daarnaast zijn er nog twee andere factsheets, te weten de factsheet Veelplegers Twente waarin de ontwikkelingen van de Twentse veelplegers worden gevolgd en de factsheet Huiselijk geweld Twente waarin aandacht wordt besteed aan de (geregistreerde) verdachten en slachtoffers van huiselijk geweld. Aangezien voor Enschede al langere tijd de gegevens op deze manier worden verzameld en gepresenteerd wordt in deze factsheet voor Enschede ook van eerdere jaren (vanaf 2006) gegevens opgenomen. Voor Twente en Almelo wordt alleen aandacht besteed aan de gegevens over 2010 en 2011.
2. CIMOT Om meer grip te krijgen op het gebruik van en de in- en uitstroom binnen de maatschappelijke opvang wordt gewerkt met de centrale intake voor maatschappelijke opvang Twente (CIMOT). Het gaat om een intake voor alle Twentse opvangvoorzieningen. Nadat iemand zich gemeld heeft bij een opvanginstelling wordt deze melding doorgegeven aan het CIMOT. De centrale intake moet bevorderen dat plaatsen in de maatschappelijke opvang toegankelijk zijn voor cliënten die aangewezen zijn op opvang. Tegelijkertijd moet het de doorstroom naar meer structurele huisvesting en begeleiding vergroten. Er wordt op toegezien dat individuele trajectplannen worden opgesteld. Regiobinding speelt hierbij een belangrijke rol, gebleken is dat de kans op een succesvol traject groter is als mensen binding met de regio hebben. Factsheet Dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2012
1
Tabel 1 Achtergrondgegevens CIMOT meldingen 2010 en 2011 2010 Geslacht Man Vrouw Totaal Herkomst Enschede Hengelo Regiogemeenten Enschede Almelo Regiogemeenten Almelo Overig Nederland Onbekend Totaal Leeftijd Jonger dan 20 jaar 20 – 29 jaar 30 – 39 jaar 40 – 59 jaar 60 jaar of ouder Totaal
2011
n 781 148 929
% 84 16 100
n 425 195 620
% 69 31 100
527 283
57 30
297 73
48 12
5
1
54
9
75 2 8 26 929
8 0 1 3 100
82 17 32 65 620
13 3 5 10 100
40 351 225 274 39 929
4 38 24 30 4 100
57 174 154 214 21 620
9 38 25 35 3 100
• In 2011 staan in totaal 620 personen geregistreerd bij het CIMOT, 425 (69%) mannen en 195 (31%) vrouwen (tabel 1). In 2010 lag dit aantal met 929 (781 (84%) mannen; 148 (16%) vrouwen) beduidend hoger. • Van de bij het CIMOT geregistreerde personen komt het grootste deel in beide jaren uit Enschede (57% in 2010 en 48% in 2011). Het deel dat afkomstig is uit Hengelo is gedaald van 30% in 2010 naar 12% in 2011. Het deel afkomstig uit de regiogemeenten van Enschede is daarentegen gestegen van 1% in 2010 naar 9% in 2011. Ook het deel waarvan de herkomst onbekend is, is gestegen: van 3% in 2010 naar 10% in 2011. • In beide jaren behoort bijna twee vijfde (38% in 2010 en 2011) tot de leeftijdscategorie 20 tot en met 29 jaar, terwijl een kwart (24% in 2010 en 25% in 2011) in de categorie 30 tot en met 39 jaar valt en drie tiende (30% in 2010) tot ruim een derde (35% in 2011) in de categorie 40 tot en met 59 jaar.
Uitgezette huurders Huisuitzetting is één van de oorzaken van dak- en thuisloosheid. Mensen worden door woningcorporaties, particuliere verhuurders, ouders of partner uitgezet. Er zijn alleen gegevens bekend van het aantal huisuitzettingen van woningcorporaties. • In 2011 zijn in heel Twente 267 huurders uit hun woning gezet door een woningcorporaties, in 2010 ging het om 270 huurders. • Van de 270 in 2010 uitgezette huurders is nagegaan of zij in 2011 voorkomen in de registraties van de opvangvoorzieningen. Dit blijkt voor tien personen het geval te zijn: drie zijn bekend bij één van de T-teams; twee bij TOV; twee bij de Kortdurende Opvang van het Leger des Heils; twee bij 24uursopvang van HODT; en één bij Kamer met Kansen van HODT.
2
INTRAVAL
• De overige huurders hebben deels een nieuwe woning gevonden bij een andere corporatie, zijn (tijdelijk) bij familie of vrienden gaan wonen, terwijl van het grootste deel onbekend is waar ze zijn gebleven.
3. Daklozen Onder daklozen worden personen gerekend die in één jaar tijd minimaal tien nachten hebben doorgebracht in de nachtopvang, kortdurende opvang of crisisopvang.
Aanbod In totaal beschikken de instellingen in Twente in 2011 over een capaciteit van 62 tot 73 plekken in opvangvoorzieningen voor daklozen (tabel 2). Aangezien niet alle daklozen gelijktijdig op enig moment gebruik maken van een opvangplek, hoeft de capaciteit van de voorzieningen niet gelijk te zijn aan het minimum aantal daklozen dat zich in een jaar tijd in Twente bevindt. Tabel 2 Capaciteit opvangvoorzieningen daklozen
Almelo HODT Nachtopvang HODT crisisopvang De Wonne Nachtopvang Totaal Enschede Leger des Heils KDO De Wonne nachtopvang Winternoodopvang Totaal
Capaciteit 5-7 2 1 8-10
25-30 4-8 25 54-63
Twente Voor het berekenen van het minimumaantal daklozen in Twente is gebruik gemaakt van de bestanden van de nachtopvang van HODT in Almelo en de Kortdurende Opvang van het Leger des Heils in Enschede. Daarnaast zijn uit de politieregistraties (Tobias en BPS/BVH1) de daklozen handmatig geselecteerd. • Het aantal daklozen in Twente is tussen 2010 en 2011 sterk gedaald, namelijk van 293 naar 230 (tabel 3). Deze daling doet zich met name voor in Enschede, waar het aantal daklozen is afgenomen van 201 in 2010 naar 147 in 2011. • Een verklaring voor deze daling in Enschede is het feit dat het aantal opvangplaatsen bij het Leger des Heils met 45 is verminderd.
In het kader van een landelijke uniformisering zijn alle politiekorpsen in de loop van 2009 overgestapt op de Basisvoorziening Handhaving (BVH). Deze overstap is niet geheel vlekkeloos verlopen, waardoor de gegevens tussen 23 juni (datum waarop politie Twente is overgestapt) en 31 december 2009 niet volledig betrouwbaar zijn. De politie heeft daarom alleen gegevens tot en met 23 juni uit het BPS aangeleverd. De cijfers van de politie zijn geëxtrapoleerd naar jaarcijfers. De gegevens over 2010 en 2011 afkomstig uit het BVH zijn volgens de politie wel weer betrouwbaar.
1
Factsheet Dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2012
3
Tabel 3 Minimum aantal daklozen Twente, 2010 en 20112 Almelo
Enschede
Hengelo
2010 Minimum Nachtopvang/KDO Politie Overlap
Regiogemeenten Almelo
75 38 50 13
2 2 0
201 120 102 21
8 5 4 1
Overige regiogemeenten Enschede 12 11 1 -
2011 Minimum Nachtopvang/KDO Politie Overlap
63 31 45 13
7 7 -
147 93 66 12
9 1 9 1
4 4 -
Twente 293 171 157 35
230 125 131 26
Almelo en regiogemeenten Voor het berekenen van het minimum aantal daklozen in Almelo zijn de personen geselecteerd die in de bestanden van de nachtopvang van HODT en de politie (Tobias en BVH) voorkomen (tabel 4). Tabel 4 Minimum aantal daklozen in Almelo, 2010 en 2011 Minimum 2010 2011
75 63
HODT Nachtopvang 38 31
Politie
Overlap
50 45
13 13
• Het aantal daklozen in Almelo is tussen 2010 en 2011 gedaald van 75 naar 63. Zowel bij de nachtopvang als bij de politie is er sprake van een lichte daling. De overlap ligt in beide jaren op 13. Tabel 5 Leeftijd en geslacht daklozen Almelo, 2010 en 2011 2010 Leeftijd 12 - 19 jaar 20 - 29 jaar 30 - 39 jaar 40 - 59 jaar 60 jaar of ouder Totaal
N 4 14 20 33 4 75
Geslacht Man Vrouw Totaal
64 11 75
% 5 19 27 44 5 100
85 15 100
2011 n 11 15 32 5 63
58 5 63
% 0 17 24 51 8 100
92 8 100
• Het deel van de daklozen in Almelo dat behoort tot de leeftijdscategorie 40 tot 59 jaar is tussen 2010 en 2011 gestegen van 44% naar 51%. De gemiddelde leeftijd is dan ook toegenomen van 39 jaar in 2010 naar 44 jaar in 2011 (tabel 5). • In 2011 is 92% van de daklozen in Almelo een man, in 2010 geldt dit voor 85%. 2 In de regiogemeenten zijn geen opvangvoorzieningen voor daklozen. Daardoor worden hier weinig daklozen geregistreerd.
4
INTRAVAL
Enschede en regiogemeenten Voor het berekenen van het minimum aantal daklozen in Enschede en haar regiogemeenten zijn de personen geselecteerd die in de bestanden van de Laagdrempelige/Kortdurende Opvang (nachtopvang van het Leger des Heils) en de politie (Tobias en BVH) voorkomen (figuur 1). Figuur 1 350 300 250 200 150 100 50 0
Minimum aantal daklozen in Enschede (inclusief regiogemeenten), 2006 – 2011 299
267 212 176
256
148
154
103
63
39
2006
2007 Minimum
92 49 2008 LO/KDO
293 221 224 117 48 2009 Politie
136 107 22 2010
160 94 79 13 2011
Overlap
• In 2011 verblijven in totaal ten minste 160 daklozen in Enschede. Dit is duidelijk het laagste aantal sinds de start van de monitor. • Het aantal daklozen dat gebruik maakt van de Laagdrempelige/Kortdurende Opvang is tussen 2006 en 2008 gestegen van 176 naar 256. Dit aantal is vanaf 2009 weer gedaald naar respectievelijk 224 in 2009, 136 in 2010 en 94 in 2011. De daling tussen 2010 en 2011 komt (mede) door de verandering van capaciteit. Het aantal plaatsen in de KDO is vanaf oktober 2010 gedaald van 70 naar 25 plaatsen (en vijf instroomplaatsen). • In 2011 hebben in totaal 121 unieke personen gebruik gemaakt van de KDO. • Het aantal daklozen dat bekend is bij de politie is tussen 2006 en 2011 gedaald van 154 naar 79. • Van de daklozen die gebruik maken van de kortdurende opvang is (nog slechts) één op de twaalf daklozen bekend bij de politie, in 2010 ging het om één op de tien. In de jaren daarvoor varieert dit van één op de vier in 2006 tot één op de zes in 2008 en 2009. • Van de 12 daklozen die in 2011 in de registraties van de politie voorkomen met als adres het Leger des Heils komen zeven ook daadwerkelijk in de registraties van het Leger des Heils voor. • Van de 66 daklozen die wel bekend zijn bij de politie, maar niet bij de KDO komen 33 voor in de registraties van de afdeling sociale verslavingszorg van Tactus. Bij 15 van hen staat alcohol als hoofdmiddel geregistreerd, bij 11 heroïne en bij vier cocaïne. Uit de registraties van Tactus Verslavingszorg blijkt tevens dat geen van hen beschikt over stabiele huisvesting.
Factsheet Dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2012
5
Tabel 6 Leeftijd en geslacht daklozen Enschede, 2010 en 2011 2010 Leeftijd 12 - 19 jaar 20 - 29 jaar 30 - 39 jaar 40 - 59 jaar 60 jaar of ouder Onbekend Totaal Geslacht Man Vrouw Totaal
2011
N 5 41 62 96 16 1 221
% 2 19 28 43 7 1 100
n 3 21 55 75 6 160
% 2 13 34 47 4 0 100
195 26 221
88 12 100
131 29 160
82 18 100
• In 2011 is 82% van de daklozen in Enschede een man, in 2010 geldt dit voor 88% (tabel 6). • De gemiddelde leeftijd van de daklozen in Enschede ligt zowel in 2011 als in 2010 op 41 jaar.
Winternoodopvang Van 12 november 2011 tot en met 8 april 2012 was tijdens de vorst de winternoodopvang in Enschede geopend, in totaal 87 nachten. Deze noodopvang had een capaciteit van 25 bedden. • Uit de ontvangen gegevens van de Winternoodopvang blijkt dat 88 unieke personen in de winter van 2011/2012 gebruik hebben gemaakt van deze voorziening. Het aantal nachten dat zij daar hebben doorgebracht loopt uiteen van 1 tot en met 71, het gemiddeld aantal nachten ligt op acht. • Van de 88 unieke personen die gebruik hebben gemaakt van de Winternoodopvang, komen 12 tevens voor in de registratie van de KDO van het Leger des Heils, terwijl 19 voorkomen in de registraties van de afdeling sociale verslavingszorg van Tactus. De overige 58 personen zijn niet bekend bij de opvangvoorzieningen voor daklozen. • Er is een harde kern van negen personen die veelvuldig gebruik hebben gemaakt van de winternoodopvang.
Conclusies • Het aantal daklozen in Twente is tussen 2010 en 2011 gedaald, namelijk van 293 naar 230. Deze daling doet zich met name voor in Enschede, waar het aantal daklozen is afgenomen van 201 in 2010 naar 147 in 2011. • Deze daling wordt mogelijk mede veroorzaakt door de verandering in de capaciteit van het Leger des Heils. • Van de 147 daklozen in Enschede in 2011 komen 54 alleen voor in de registraties van de politie. Een deel (33) van hen is wel bekend bij Tactus Verslavingszorg. Van deze groep zou nagegaan moeten worden of zij op de wachtlijst van een woonvoorziening staan.
6
INTRAVAL
4. Thuislozen Onder thuislozen worden personen verstaan die gebruik hebben gemaakt van de opvang van een sociaal pension of 24-uursopvang.
Aanbod In totaal beschikken de instellingen in Twente in 2011 over een capaciteit van 112 plekken in opvangvoorzieningen voor thuislozen (tabel 7). De capaciteit hoeft overigens niet gelijk te zijn aan het aantal thuislozen, aangezien een deel van deze groep kan doorstromen naar bijvoorbeeld zelfstandig wonen met begeleiding. Tabel 7 Capaciteit opvangvoorzieningen thuislozen Capaciteit Almelo HODT 24-uursopvang Totaal
20 20
Enschede Leger des Heils LIBW HODT 24-uursopvang Enschede HODT 24-uursopvang Hengelo Totaal
55 18 19 92
Twente Voor het berekenen van het minimum aantal thuislozen in Twente is gebruik gemaakt van de gegevens van de LIBW van het Leger des Heils en de 24-uursopvang van HODT. Tabel 8 Minimum aantal thuislozen Twente, 2010 en 20113 Almelo 2010 2011
57 69
Regiogemeenten Almelo -
Enschede
Hengelo
91 101
36 38
Overige regiogemeenten Enschede -
Twente 184 199
• Het minimum aantal thuislozen in Twente is tussen 2010 en 2011 toegenomen van 184 naar 199 (tabel 8). Een mogelijke verklaring voor deze toename kan zijn dat de doorstroom vanuit de opvangvoorzieningen voor daklozen is verbeterd of dat er sprake is van een kortere verblijfsduur in de 24-uursopvang. • Zowel in Almelo als in Enschede is sprake van een toename in het minimum aantal thuislozen tussen 2010 en 2011.
In de regiogemeenten zijn geen opvangvoorzieningen voor daklozen. Daardoor worden in de regiogemeenten weinig daklozen aangetroffen.
3
Factsheet Dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2012
7
Almelo en regiogemeenten In Almelo en haar regiogemeenten kunnen de thuislozen gebruik maken van de 24-uursopvang van HODT. Tabel 9 Leeftijd en geslacht thuislozen Almelo, 2010 en 2011 2010
2011
Leeftijd 12 - 19 jaar 20 - 29 jaar 30 - 39 jaar 40 - 59 jaar 60 jaar of ouder Onbekend Totaal
n 3 8 11 25 1 9 57
% 5 14 19 44 2 16 100
n 2 6 24 21 3 13 69
Geslacht Man Vrouw Totaal
42 15 57
74 26 100
51 18 69
% 3 9 35 30 4 19 100
74 26 100
• In 2011 hebben 69 thuislozen gebruik gemaakt van de 24-uursopvang van HODT, in 2010 lag dit aantal nog op 57 (tabel 9). • De verblijfsduur is tussen beide jaren afgenomen van gemiddeld 167 dagen in 2010 naar gemiddeld 143 dagen in 2011. Met andere woorden: de toename lijkt te maken te hebben met een kortere verblijfsduur. • In beide jaren is bijna drie kwart (74%) van de thuislozen in Almelo een man. • In 2011 behoort ruim een derde (35%) tot de leeftijdscategorie 30 tot en met 39 jaar; in 2010 behoorde 19% tot deze categorie.
Enschede en regiogemeenten Voor het berekenen van het minimum aantal thuislozen in centrumgemeente Enschede is gebruik gemaakt van de gegevens van LIBW van het Legers des Heils en de 24-uursopvang van HODT in Enschede (figuur 2). De 24-uursopvang van het Leger des Heils is van karakter veranderd. De mensen die hier verblijven zijn inmiddels allemaal geïndiceerd voor beschermde woonplek. Zij wachten op de komst van de nieuwe wooncomplexen in de Leliestraat/Minkmaatstraat en de nieuwbouw aan de Zenderenbrink. • In 2011 verblijven in totaal ten minste 101 thuislozen in Enschede. In de voorgaande jaren lag dit aantal enigszins lager (87 in 2008, 77 in 2009 en 91 in 2010; figuur 2). • Het aantal thuislozen dat gebruik maakt van de opvang van HODT varieert tussen 2008 en 2011 van 37 in 2010 tot 48 in 2008. In 2011 (en 2009 ) ligt het aantal op 43. • De gemiddelde verblijfsduur bij HODT is gestegen van 161 dagen in 2008 naar 222 dagen in 2011. In 2010 lag de gemiddelde verblijfsduur met 240 dagen nog hoger. • Het aantal personen dat gebruik heeft gemaakt van de 24-uursopvang van het Leger des Heils is tussen 2008 en 2011 toegenomen van 39 naar 59. Deze toename is vooral te verklaren doordat 50 kortdurende opvangplaatsen aan de Molenstraat zijn omgezet in 24 plaatsen beschermd wonen. In 2008 en 2009 hebben de gegevens alleen betrekking op het sociaal pension De Borgh aan de C.J. Snuifstraat (30 plaatsen). • In 2011 komen slechts zeven van de 101 thuislozen voor in de registraties van de politie. 8
INTRAVAL
Figuur 2
Minimum aantal thuislozen in Enschede, 2008 – 2011
120 101 100
91
87 77
80 60 40
59
54
48
43
39
43
37
34
20 0
0
0
1
2008
2009
2010
2011
0
HODT
Leger des Heils
Overlap
Minimum
• In 2011 behoort twee vijfde (41%) van de thuislozen tot de leeftijdscategorie 40 tot en met 59 jaar, terwijl ruim een kwart (27%) tussen de 30 en 39 jaar is (tabel 10). • Doordat een groot deel van de thuislozen wacht op een woning in één van de te realiseren wooncomplexen is het deel langer dan een jaar in de opvangvoorziening verblijft toegenomen van 36% in 2008 naar 52% in 2011. Tabel 10 Leeftijd en verblijfsduur thuislozen Enschede, 2008 - 2011 2008
2009
2010
2011
Leeftijd 12 - 19 jaar 20 - 29 jaar 30 - 39 jaar 40 - 59 jaar 60 jaar of ouder Onbekend Totaal
n 2 14 21 39 10 1 87
% 2 16 24 45 11 1 100
n 4 12 27 26 8 77
% 5 16 35 34 10 0 100
n 1 9 27 38 16 91
% 1 10 30 42 18 0 100
n 14 27 41 19 101
% 0 14 27 41 19 0 100
Verblijfsduur < 3 maanden 3 – 6 maanden 6 – 12 maanden > 12 maanden Totaal
18 15 23 31 87
21 17 26 36 100
10 12 24 31 77
13 16 31 40 100
17 29 17 28 91
19 32 19 31 100
19 12 17 53 101
19 12 17 52 100
In 2011 zijn tevens gegevens aangeleverd over de problematiek en de leefsituatie voorafgaand aan de plaatsing in de 24-uursopvang. • Uit tabel 11 blijkt dat ongeveer een kwart (23%) kampt met verslavingsproblemen, terwijl ruim twee vijfde (43%) psychosociale problemen heeft. • Twee vijfde (43%) van de thuislozen was voordat zij gebruik maakten van de 24-uursopvang zwervend of maakte gebruik van de kortdurende opvang.
Factsheet Dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2012
9
Tabel 11 Problematiek en voorgaande leefsituatie thuislozen Enschede, 2011 2011 Problematiek Verslaving Psychosociaal Psychiatrisch Overig Totaal
n 23 44 30 4 101
% 23 43 30 4 100
Voorgaande woonsituatie Maatschappelijke opvang Zelfstandig wonen Zwervend Overig Totaal
24 20 44 13 101
24 20 43 13 100
Hengelo Ook in Hengelo heeft HODT een sociaal pension. Tabel 12 Cliënten sociaal pension HODT Hengelo, 2009, 2010 en 2011 2009 12 - 19 jaar 20 - 29 jaar 30 - 39 jaar 40 - 59 jaar 60 jaar of ouder Onbekend Totaal
n 7 11 17 9 1 1 46
Geslacht Man Vrouw Totaal
31 15 46
2010 % 15 24 37 20 2 2 100
67 33 100
n 8 15 7 5 1 36
23 13 36
2011 % 22 42 19 14 3 0 100
64 36 100
n 3 19 9 5 1 1 38
30 8 38
% 8 50 24 13 3 3 100
79 21 100
• Tussen 2009 en 2011 is het aantal personen dat gebruik heeft gemaakt van het sociaal pension in Hengelo gedaald van 46 in 2009 naar 38 in 2011 (tabel 12). Een mogelijke verklaring voor deze daling is de toename in het aantal verblijfsdagen van gemiddeld 135 in 2009 naar 191 in 2011. In 2011 is bij zes personen de verblijfsduur langer dan negen maanden. • In 2011 behoort de helft tot de leeftijdscategorie 20 tot en met 29 jaar, terwijl in 2009 en 2010 respectievelijk een kwart (24%) en ruim twee vijfde (42%) tot deze leeftijdscategorie behoorde (tabel 12). De gemiddelde leeftijd is zowel in 2011 als in 2009 32 jaar. In 2010 lag de gemiddelde leeftijd met 29 jaar enigszins lager. • Het percentage mannen is gestegen van 67% in 2009 en 64% in 2010 naar 79% in 2011.
10
INTRAVAL
Conclusies • Het minimum aantal thuislozen in Twente is tussen 2010 en 2011 toegenomen van 184 naar 199. Een verklaring hiervoor is de toename van het aantal 24-uurs plaatsen ten koste van het aantal kortdurende opvang plaatsen. • De verblijfsduur in de opvangvoorzieningen neemt toe. In Enschede is het deel dat langer dan een jaar verblijft gestegen van 36% in 2008 naar 52% in 2011. Officieel zou de maximale verblijfsduur in een opvangvoorziening overigens negen maanden moeten zijn.4
5. Zwerfjongeren Zwerfjongeren zijn jongeren die dakloos of thuisloos zijn en meerdere problemen hebben. Ook de jongeren (vanaf 14 jaar) die zonder hun ouders in de opvang verblijven vallen onder deze definitie.
Aanbod In Twente zijn drie specifieke voorzieningen voor zwerfjongeren: Het Thuislozen Team (T-team) van Jarabee, met een team in Almelo, Hengelo en Enschede (ambulante hulp); de Twentse Opvang Voorziening (TOV); en Kamers met Kansen. De laatste twee zijn van HODT en bevinden zich in Enschede (tabel 13). Tabel 13 Capaciteit voorzieningen zwerfjongeren
Almelo Jarabee T-team Totaal Enschede HODT Twentse Opvangvoorziening HODT Kamers met Kansen Jarabee T-team Enschede Jarabee T-team Hengelo Totaal
Capaciteit 25 25
13 7 50 25 95
Twente Voor het berekenen van het minimum aantal zwerfjongeren in 2010 en 2011 zijn jongeren (tot 23 jaar) meegenomen die in die jaren gebruik hebben gemaakt van opvangvoorzieningen of hulpverleninginstellingen specifiek gericht op dak- en thuisloze jongeren. Daarnaast zijn jongeren tussen de 14 en 23 jaar meegenomen die (zonder hun ouders) gebruik hebben gemaakt van opvangvoorzieningen voor volwassenen zoals de Kortdurende Opvang van het Leger des Heils en de nachtopvang van HODT in Almelo. In tabel 14 staan de aantallen weergegeven.
4
Dit geldt overigens niet voor het Leger des Heils, daar verblijft men tot dat de nieuwbouw is gerealiseerd.
Factsheet Dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2012
11
Tabel 14 Zwerfjongeren Twente, 2010 en 2011 Almelo 2010 2011
51 35
Regiogemeenten Almelo 6 7
Enschede
Hengelo
140 130
59 75
Regiogemeenten Enschede 21 5
Twente 277 252
Almelo en regiogemeenten • In 2011 zijn minimaal 35 zwerfjongeren op enig moment aanwezig geweest in Almelo, in 2010 ging het nog om 51 zwerfjongeren (tabel 14). • In de regiogemeenten is het aantal zwerfjongeren ongeveer gelijk gebleven; zes in 2010 tegenover zeven in 2011. Tabel 15 Leeftijd en geslacht zwerfjongeren Almelo, 2010 en 2011 2010
2011
Leeftijd < 19 jaar 19 - 20 jaar 21 - 22 jaar Totaal
n 6 32 19 57
% 11 56 33 100
n 5 21 16 42
Geslacht Man Vrouw Onbekend Totaal
34 23 57
60 40 0 100
21 18 3 42
% 12 50 38 100
50 43 7 100
• In beide jaren behoort het grootste deel (56% in 2010; 50% in 2011) van de zwerfjongeren tot de leeftijdscategorie 19-20 jaar (tabel 15). • Het percentage mannen is afgenomen van 60% in 2010 naar 50% in 2011.
Enschede en regiogemeenten In tabel 16 wordt een overzicht gegeven van het aantal zwerfjongeren in Enschede en haar regiogemeenten. Tabel 16 Zwerfjongeren Enschede, 2009, 2010 en 2011 2009 2010 2011
Enschede 156 140 130
Hengelo 52 59 75
Regiogemeenten 6 21 5
Totaal 214 220 210
• Het aantal zwerfjongeren in Enschede en haar regiogemeenten bedraagt in 2011 minimaal 210: 130 in Enschede, 75 in Hengelo en vijf in de regiogemeenten (tabel 16). • Het minimum aantal zwerfjongeren is tussen 2009 en 2011 in Enschede gedaald, terwijl het in Hengelo in dezelfde periode is toegenomen. De overige regiogemeenten laten een wisselend beeld zien; tussen 2009 en 2010 is sprake van een stijging, terwijl het aantal tussen 2010 en 2011 weer is gedaald. De verklaring voor deze ontwikkelingen is niet bekend.
12
INTRAVAL
Tabel 17 Leeftijd en geslacht zwerfjongeren Enschede, 2010 en 2011 2010
2011
Leeftijd < 19 jaar 19 - 20 jaar 21- 22 jaar Totaal
n 37 70 113 220
% 17 32 51 100
n 41 92 77 210
Geslacht Man Vrouw Onbekend Totaal
134 78 8 220
61 35 4 100
122 69 19 210
% 19 44 37 100
58 33 9 100
• Wat betreft het geslacht doen zich nauwelijks ontwikkelingen voor, in beide jaren is het merendeel (61% in 2010; 58% in 2011) man (tabel 17). • In 2011 behoort ruim twee vijfde (44%) van de zwerfjongeren tot de leeftijdscategorie 19-20 jaar, terwijl in 2010 de grootste groep (51%) tot de leeftijdscategorie 21-22 jaar behoorde.
Conclusies • Het aantal zwerfjongeren in Twente is tussen 2010 en 2011 gedaald van 277 naar 252. • Deze daling wordt met name veroorzaakt door een daling van het aantal zwerfjongeren in Almelo, Enschede en de regiogemeenten van Enschede. In Hengelo is daarentegen sprake van een stijging. De redenen voor deze ontwikkelingen zijn niet bekend.
6. Chronische verslaafden Op basis van de gegevens van de politie (HKS5) en de verslavingszorg (Tactus Verslavingszorg) is het minimum aantal (ofwel het geregistreerde aantal) opiaatverslaafden berekend. Opiaatverslaafden gebruiken (vrijwel) dagelijks heroïne en/of methadon. Methadon is een medicijn dat door artsen wordt voorgeschreven als vervanging van heroïne.
Twente In 2011 ligt het minimum aantal opiaatverslaafden in Twente met 556 wat hoger dan in 2010, toen het om een minimum aantal van 540 ging (tabel 18). Deze lichte stijging komt met name door het toenemende aantal opiaatverslaafden in Hengelo en de andere regiogemeenten van Enschede. Tabel 18 Opiaatverslaafden Twente, 2010 en 2011 Almelo 2010 2011
118 112
Regiogemeenten Almelo 51 55
Enschede
Hengelo
299 283
45 70
Regiogemeenten Enschede 27 36
Twente 540 556
In het Herkenningssysteem (HKS) zijn de processen-verbaal opgenomen. Uit dit systeem zijn de verdachten met gevarenclassificatie “harddrugsverslaafd” geselecteerd.
5
Factsheet Dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2012
13
Almelo en regiogemeenten In tabel 19 zijn de minimumaantallen opiaatverslaafden voor Almelo in 2010 en 2011 weergegeven. Tabel 19 Opiaatverslaafden Almelo, 2010 en 2011 2010 Almelo Tactus Politie Overlap Minimum
85 53 20 118
2011
Regiogemeenten 30 28 7 51
Almelo 83 46 17 112
Regiogemeenten 32 29 6 55
• In 2011 zijn minimaal 112 opiaatverslaafden op enig moment aanwezig geweest in Almelo, in 2010 ging het om 118 opiaatverslaafden (tabel 19). • Van de 83 Almelose cliënten van Tactus verslavingszorg in 2011 nemen twee cliënten deel aan het programma heroïneverstrekking onder medisch toezicht in Enschede.
Enschede en regiogemeenten In figuur 3 zijn de ontwikkelingen tussen 2006 en 2011 in het minimum aantal opiaatverslaafden voor Enschede weergegeven. Figuur 3 350
Minimum aantal opiaatverslaafden Enschede, 2006-2011 331 284
300 250 200
211
194
50
297
134 44
50
299
283
226
211
213
170
150 100
303
212
135
125
112
114
49
39
43
2009
2010
2011
35
0 2006
2007
Minimum
2008
Tactus verslavingszorg
Politie
Overlap
• Het minimum aantal opiaatverslaafden is tussen 2006 en 2011 gedaald van 331 naar 283 (figuur 3). • Sinds 2006 is het aantal opiaatverslaafden dat bekend is bij de drugshulpverlening redelijk stabiel en ligt rond de 200. • Van de 212 Enschedese cliënten van Tactus verslavingszorg in 2011 nemen 22 deel aan het programma heroïneverstrekking onder medisch toezicht. • Het aantal opiaatverslaafden dat bekend is bij zowel de politie als bij Tactus verslavingszorg varieert tussen 2006 en 2011 van 35 (in 2008) tot 50 (in 2006). In 2011 ligt dit aantal op 43. • Het percentage cliënten van Tactus die niet bekend zijn bij de politie, loopt uiteen van 76% in 2006 tot 84% in 2008. In 2011 ligt dit percentage op 80%. 14
INTRAVAL
• In 2011 zijn 71 personen alleen bij de politie bekend als drugsverslaafd, terwijl ze (volgens de registraties) geen contact hebben met Tactus verslavingszorg of één van de overige instellingen. • Naast deze opiaatverslaafden komen in 2011 in het registratiesysteem van de afdeling sociale verslavingszorg van Tactus verslavingszorg 86 personen voor waarbij cocaïne als eerste middel staat geregistreerd, 69 met cannabis als eerste middel en vier met GHB. In 2010 lagen deze aantallen op respectievelijk 109, 64 en één.
Conclusies • Het aantal opiaatverslaafden is in Twente tussen 2010 en 2011 licht gestegen. Deze stijging doet zich met name voor in de regiogemeenten. In de centrumgemeenten is het aantal redelijk stabiel (Almelo) gebleven of zelfs licht gedaald (Enschede). • Een beperkt deel van de opiaatverslaafden is zowel bekend bij de verslavingszorg als de politie.
Factsheet Dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2012
15
BIJLAGE 1. Landelijke definities In de door de centrumgemeenten opstelde kompassen zijn voor de landelijke vergelijkbaarheid en monitoring een aantal definities opgesteld. Deze definities wijken enigszins af van de definities die hiervoor in deze factsheet zijn gehanteerd. Het gaat hierbij om de definities van de volgende groepen: dreigend daklozen; feitelijk daklozen; residentieel daklozen; en zwerfjongeren. Hieronder worden voor de volledigheid de landelijke definities weergegeven.
Dreigend daklozen Dreigend daklozen zijn personen die dreigen dakloos te worden als gevolg van huisuitzetting, ontslag uit detentie of beëindiging van verblijf in een zorginstelling. Ook personen die woonbegeleiding ontvangen, maar zonder deze begeleiding niet zelfstandig kunnen wonen worden tot de dreigend (of potentieel) daklozen gerekend. Voor het berekenen van het minimum aantal dreigend daklozen zijn de personen meegenomen die woonbegeleiding ontvangen of uit hun huurwoning zijn gezet.
Feitelijk daklozen Feitelijk daklozen zijn mensen die niet beschikken over een eigen woonruimte en die voor een slaapplek tenminste één nacht (in de maand) waren aangewezen op buiten slapen ofwel overnachten in de open lucht en in overdekte openbare ruimten (portieken, fietsenstallingen, stations, winkelcentra of een auto). Ook personen, die binnen slapen bij passantenverblijven van de maatschappelijke opvang, inclusief eendaagse noodopvang, of binnen slapen bij vrienden, kennissen of familie zonder vooruitzichten op een slaapplek voor de daaropvolgende nacht, behoren tot de feitelijk daklozen. Aangezien uitsplitsing naar maand niet mogelijk is, zijn voor het berekenen van het minimum aantal feitelijk daklozen de personen geteld die tien nachten of meer hebben doorgebracht in een opvangvoorziening.6 Opvangvoorzieningen zijn voorzieningen waar een maximale verblijfsduur van negen maanden wordt gehanteerd.7
Residentieel dakloos Residentieel daklozen zijn personen die als bewoner staan ingeschreven bij instellingen voor maatschappelijke opvang. Het gaat onder meer om internaten, sociale pensions, particuliere woonvoorzieningen gericht op semi-permanente bewoning door daklozen, commerciële pensions en kamerverhuurbedrijven waar voornamelijk daklozen wonen. Het gaat hierbij om de gegevens van de volgende voorzieningen: Kortdurende Opvang van het Leger des Heils (Enschede); Nachtopvang van HODT (Almelo); 24-uursopvang HODT (Almelo, Enschede, Hengelo); crisisopvang HODT (Hengelo). 7 Voorzieningen waar langer dan negen maanden mag worden verbleven worden als residentiële voorziening beschouwd. Personen die in zo’n voorziening verblijven worden volgens de landelijke definities tot residentieel daklozen gerekend, personen die zelfstandig wonen met begeleiding tot de dreigend daklozen. 6
16
INTRAVAL
Voor het berekenen van het minimum aantal residentieel daklozen zijn de personen meegenomen die verblijven in een 24-uursvoorziening (alle cliënten LIBW en Tactus 24uurswoonvoorziening).
Zwerfjongeren Zwerfjongeren zijn jongeren tot 23 jaar die feitelijk of residentieel dakloos zijn met meervoudige problemen. Daarbij hoort de kanttekening dat jongeren die met hun ouders in de opvang verblijven niet onder deze definitie vallen. Voor het berekenen van het minimum aantal zwerfjongeren zijn jongeren (tot 23 jaar) meegenomen die gebruik hebben gemaakt van opvangvoorzieningen of hulpverleningstellingen gericht op dak- en thuisloze jongeren. Het gaat hierbij om de gegevens van de volgende voorzieningen: Twentse Opvang Voorziening (TOV) en Kamers met Kansen. Daarnaast zijn jongeren tussen de 14 en 23 jaar meegeteld die (zonder hun ouders) gebruik hebben gemaakt van opvangvoorzieningen voor volwassenen zoals de Kortdurende Opvang van het Leger des Heils. De jongeren die contact hebben met het T-team behoren niet tot de landelijke definitie van zwerfjongeren.
Aantallen Voor de berekening van de aantallen per doelgroep volgens de landelijke definities is gebruik gemaakt van de gegevens die zijn verzameld in het kader van deze monitor. In tabel 1 staan de aantallen voor Twente per doelgroep weergegeven voor de jaren 2008 tot en met 2011. Vanaf 2010 wordt een onderscheid gemaakt tussen centrumgemeenten en regiogemeenten. Tabel 1 Aantallen volgens landelijke definities, 2008 - 2011 Almelo Dreigend daklozen Feitelijk daklozen Residentieel daklozen Zwerfjongeren
2010 52 88 15
Almelo en regiogemeenten 2008 131 92 23 22
2009 93 41 3 11
2010 65 88 19
2011 94 81 11
RegioEnschede en gemeenten regiogemeenten 2010 2011 2010 2011 2010 2011 2008 2009 2010 2011 313 410 54 45 32 71 201 303 399 526 142 132 27 73 12 283 210 181 205 152 190 115 132 152 190 93 59 17 23 5 1 116 109 115 83 Enschede
Dreigend daklozen Feitelijk daklozen Residentieel daklozen Zwerfjongeren
2011 64 80 10
Regiogemeenten 2010 2011 13 30 1 4 1
Hengelo
Twente Dreigend daklozen Feitelijk daklozen Residentieel daklozen Zwerfjongeren
2008 332 375 138 138
2009 396 251 135 120
2010 464 269 152 134
Factsheet Dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2012
2011 620 286 190 94
17
Figuur 1 Ontwikkelingen feitelijk daklozen, residentieel daklozen, zwerfjongeren en dreigend daklozen 2010
2011 74 feitelijk daklozen 51 residentieel daklozen
269 feitelijk daklozen 34 dreigend daklozen 110 uit zicht 182 nieuwe feitelijk daklozen 2 feitelijk daklozen 152 residentieel daklozen
122 residentieel daklozen 4 dreigend daklozen 24 uit zicht 68 nieuwe residentieel daklozen 11 dreigend daklozen
134 zwerfjongeren
69 zwerfjongeren 54 uit zicht 25 nieuwe zwerfjongeren 8 feitelijk daklozen 9 residentieel daklozen
464 dreigend daklozen
173 dreigend daklozen 271 uit zicht 447 nieuwe dreigend daklozen
2. Aantal instellingen De door de instellingen verstrekte gegevens zijn gekoppeld en verwerkt in één geanonimiseerd databestand. In totaal hebben in 2011 1.172 unieke personen uit Twente behorend tot de groep dak- en thuislozen en opiaatverslaafden contact gehad met de instellingen (tabel 2). Het merendeel (85%) van de doelgroep heeft in 2011 contact gehad met één instelling.
18
INTRAVAL
Tabel 2 Aantallen bekend bij instellingen, 2011 Almelo Bekend bij één instelling Bekend bij twee instellingen Bekend bij drie instellingen Bekend bij vier instellingen Bekend bij vijf instellingen
Totaal
n 198 52 3 253
% 78 20 12 0 0 100
Regiogemeente n % 58 89 7 11 0 0 0 65 100
Enschede n 526 91 11 1 629
% 84 14 2 0 0 100
RegioTwente gemeenten % n % n % 94 44 94 994 85 6 2 4 162 14 0 1 2 15 1 0 0 1 0 0 0 0 100 47 100 1.172 100
Hengelo n 168 10 178
Factsheet Dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2012
19
APPENDIX In deze factsheet worden de belangrijkste resultaten weergegeven van de Twentse monitor. De Twentse monitor komt voort uit de Enschedese monitor en de Overijsselse monitor. Er is dit jaar gekozen voor een Twentse monitor waarbij de gemeenten Enschede en Almelo en WoON als gezamenlijke opdrachtgever fungeren. Centrumgemeente Enschede heeft in 2010 onderzoeks- en adviesbureau INTRAVAL opdracht gegeven de doelgroepen uit de prestatievelden 7, 8 en 9 van de Wmo te monitoren.8 Dit is een vervolg op de monitor dak- en thuislozen en verslaafden die INTRAVAL sinds 2002 voor de gemeente Enschede uitvoert. De nieuwe monitor moet inzicht geven in de ontwikkelingen van de verschillende doelgroepen uit het Twents Kompas. Naast gegevens over Enschede worden tevens gegevens verzameld over de (zeven) regiogemeenten van Enschede, te weten: Borne; Dinkelland; Haaksbergen; Hengelo; Hof van Twente; Losser; en Oldenzaal. Daarnaast heeft INTRAVAL in 2009 en 2010, in samenwerking met I&O Research, de Overijsselse dak- en thuislozen monitor uitgevoerd. Deze monitor, die in opdracht van WoON, de provincie Overijssel en de centrumgemeenten van Overijssel heeft plaatsgevonden, geeft inzicht in de omvang van de doelgroepen dreigend daklozen, feitelijk daklozen, residentieel daklozen en zwerfjongeren. De activiteiten die hiervoor zijn verricht vertonen een grote overlap met de activiteiten die voor de monitoren in de centrumgemeente Enschede plaatsvinden. Verschillen zijn dat voor Enschede bredere doelgroepen worden gevolgd, gegevens bij meer instellingen worden opgevraagd en gedetailleerdere achtergrondinformatie over de doelgroepen wordt weergegeven. Voor de Overijsselse monitor was sprake van een toevoeging in de vorm van het aantal huisuitzettingen bij de woningcorporaties. In 2011 heeft geen derde meting van de Overijsselse monitor plaatsgevonden, terwijl eind 2011 is besloten ook geen meting in 2012 te laten uitvoeren. WoON stelt het echter wel op prijs wanneer in ieder geval voor de regio Twente een vervolgmeting plaatsvindt. Ook de centrumgemeente Almelo heeft behoefte aan actuele gegevens over de doelgroepen in Almelo en haar regiogemeenten (Hellendoorn, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden). Daarbij willen zij graag aansluiten bij hetgeen voor Enschede wordt verzameld en gerapporteerd. Dit betekent dat er een Twentse monitor wordt uitgevoerd met een uitbreiding van de te monitoren doelgroepen. Concreet houdt dit in dat er gegevens verzameld worden over de dak- en thuislozen, de opiaatverslaafden, de cliënten van bemoeizorg en begeleid wonen, de zwerfjongeren en de huurders die uit hun huis zijn gezet door corporaties in de regio Twente.
Met uitzondering van de vrouwenopvang en huiselijk geweld. Gegevens over huiselijk geweld worden in het kader van de Monitor huiselijk geweld Twente verzameld. Deze monitor wordt eveneens door INTRAVAL in opdracht van de centrumgemeente Enschede uitgevoerd.
8
20
INTRAVAL
CO LO F O N © St. I ntraval Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail
[email protected] www.intraval.nl Kantoor Groningen: St. Jansstraat 2C Telefoon 050 - 313 40 52 Fax 050 - 312 75 26
Kantoor Rotterdam: Goudsesingel 68 Telefoon 010 - 425 92 12 Fax 010 - 476 83 76
Oktober 2012 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. A. Kruize, S. Biesma, B. Bieleman O p d r a c h t g e v e r Gemeente Enschede/ Gemeente Almelo/ WOON Opm a a k M. Haaijer Om s l ag E. Cusiel Dru k Copy-Copy Groningen
Monitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2012
m e t i n g e n 2 0 0 6 - 2 0 11
A. Kruize S. Biesma
T e k s t
ISBN
978 90 8874 134 0
B. Bieleman