Momentopname van een veld in beweging
Inventarisatie van de implementatie van het advies ‘Een goed begin’ van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte door de Inspectie voor de Gezondheidszorg november 2011
Individuele terugkoppeling Naam Ziekenhuis te plaats
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
Inhoudsopgave
Inleiding
3
1. Aantal ziekenhuizen dat verloskundige zorg verleent
4
2. Samenwerkingspartners in de eerste lijn
5
3. Verloskundig Samenwerkingsverband
7
4. Deelname Perinatale Registratie Nederland
10
5. Deelname Perinatale Audit Nederland
12
6. Parallelle actie in geval van acute situatie
14
7. Acute zorg: 7 x 24 uur start behandeling binnen 15 minuten,
17
bij baring 1:2 bewaking en 1:1 begeleiding 8. Bereikbaarheid acute verloskunde
20
9. Vervolg
22
Literatuur
23
2
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
Inleiding In januari 2010 bracht de multidisciplinaire Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte het advies ‘Een goed begin’ uit. Dit advies beschrijft aanbevelingen om ‘het aantal maternale en perinatale sterftegevallen als gevolg van substandaard factoren in de zorg in vijf jaar te halveren’. Het stuurgroepadvies wordt door alle betrokken partijen gedragen.1 In 2012 en 2013 voert de inspectie een themaonderzoek uit naar de kwaliteit en veiligheid van de zorg rond de geboorte in eerste en tweede lijn. Hierop vooruitlopend verrichtte zij, mede op verzoek van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), mevrouw E.I. Schippers, een inventariserend onderzoek naar de voortgang die ziekenhuizen boeken bij het invoeren van een aantal kernaanbevelingen uit het advies ‘Een goed begin’. Dit betrof enerzijds aanbevelingen waarvan het veld heeft aangegeven dat zij uiterlijk 1 januari, respectievelijk 1 juli 2012 ingevoerd zouden zijn; anderzijds een inventarisatie van de mate waarin ziekenhuizen al voldeden aan de in het advies voorgestelde aangescherpte ‘bevallingsnormen’ (15 minuten norm, 1:2 bewaking en 1:1 begeleiding). In dit kader zond de inspectie uw ziekenhuis op 31 augustus 2011 een vragenlijst, die in de periode september-november 2011 is ingevuld. Alle 92 ziekenhuizen die verloskundige zorg leveren hebben de vragenlijst ingevuld. Op 29 februari 2012 heeft de inspectie u per brief de rapportage van de geaggregeerde gegevens van alle ziekenhuizen toegestuurd.2 Het bleek dat eind 2011 de aangescherpte ‘bevallingsnormen’ in veel ziekenhuizen op korte termijn niet haalbaar waren, maar dat het veld met de normen waaraan in januari respectievelijk juli van 2012 voldaan moet zijn, goed op weg was. Wel bleken er – soms grote - verschillen te bestaan tussen ziekenhuizen in de mate waarin deze aanbevelingen waren geïmplementeerd. Spiegelrapportage In de voorliggende spiegelrapportage kunt u de door uw ziekenhuis gegeven antwoorden vergelijken met het landelijke beeld van de in totaal 92 ziekenhuizen die verloskundige zorg verlenen. De terugkoppeling bevat dezelfde onderdelen als de vragenlijst. Bij elk onderdeel staat omschreven wat de norm is, wat de door uw ziekenhuis aangeleverde antwoorden zijn en wat het landelijke beeld is. Bij sommige onderdelen wordt verdiepingsinformatie gegeven van initiatieven of uitwerkingen die ziekenhuizen aanleverden in de toelichtingen bij de vragenlijst. Vervolgens wordt per onderdeel aangegeven wat het oordeel van de inspectie is en –indien van toepassing - welke acties er van uw ziekenhuis nodig zijn.
3
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
1. Aantal ziekenhuizen dat verloskundige zorg verleent
1.1
Het landelijke beeld op 1 november 2011
In Nederland waren in november 2011 89 ziekenhuizen die verloskundige zorg verleenden, drie daarvan verleenden volledige verloskundige zorg op meer dan één locatie. Omdat de zorg op deze locaties op onderdelen verschilde, zijn deze apart in de navolgende resultaten weergegeven, dit resulteert in 92 locaties voor volledige verloskundige zorg. 54 ziekenhuizen hadden zowel locaties waar volledige verloskundige zorg werd verleend als locaties waar alleen poliklinische zorg werd verleend. Figuur 1. Ziekenhuislocaties met verloskundige zorg
Locaties waar volledige of poliklinische zorg wordt verleend 12
aantal locaties
10
Aantal locaties waar alleen poliklinische verloskundige zorg wordt verleend
8 6 4
Aantal locaties waar de volledige verloskundige zorg wordt verleend
2 0 Ziekenhuizen
4
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
2. Samenwerkingspartners in de eerste lijn
Norm Het ziekenhuis sluit een toelatingsovereenkomst af met de eerstelijns verloskundigen en verloskundig actieve huisartsen die gebruik maken van verloskundige faciliteiten in het ziekenhuis. Bronnen -
NVOG-Nota Algemene Kwaliteitsnormen3
-
Modelovereenkomst ziekenhuis – verloskundige NVZ en KNOV4
-
Verloskundig Vademecum5
2.1
De door u verstrekte informatie
verloskundigenpraktijken maken gebruik van de verloskundige faciliteiten in uw ziekenhuis. Uw ziekenhuis heeft een schriftelijk vastgelegde toelatingsovereenkomst met individuele verloskundigen van de verloskundigenpraktijken. verloskundig actieve huisartsen maken gebruik van de verloskundige faciliteiten in uw ziekenhuis Uw ziekenhuis heeft schriftelijk vastgelegde toelatingsovereenkomst met verloskundig actieve huisartsen.
2.2
Het landelijke beeld op 1 november 2011
Het aantal eerstelijns partners dat gebruikt maakt van de verloskundige faciliteiten in het ziekenhuis verschilt sterk per ziekenhuis (figuur 2). Figuur 2. Eerstelijns samenwerkingspartners
Aantal 1elijns partners dat gebruik maakt de verloskundige faciliteiten in het ziekenhuis? Aantal VAH en V-praktijken
30 25 20 aantal VAH dat gebruik maakt van het ziekenhuis
15 10 5 0
Ziekenhuizen
Aantal VLK dat gebruik maakt van het ziekenhuis
5
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
6
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
Schriftelijk vastgelegde toelatingsovereenkomst met alle individuele verloskundigen: 72 ziekenhuizen hadden met alle verloskundigen een schriftelijke toelatingsovereenkomst. Van de overige twintig ziekenhuizen gaven twee aan deze met een deel van de verloskundigen te hebben en achttien ziekenhuizen hadden deze (nog) niet.
Schriftelijk vastgelegde toelatingsovereenkomst met alle individuele verloskundige actieve huisartsen: Zeventien ziekenhuizen gaven aan dat er verloskundig actieve huisartsen zijn die gebruik maken van de faciliteiten in het ziekenhuis. Tien van hen hadden met alle verloskundig actieve huisartsen een schriftelijke toelatingsovereenkomst, de overige hadden deze niet of het is onbekend of zij deze hadden. Alle ziekenhuizen die nog niet met alle eerstelijns professionals een toelatingsovereenkomst hadden, gaven aan dat zij deze op 1 juli 2012 wel hebben.
2.3
Oordeel van de inspectie en te nemen acties
Uw ziekenhuis voldoet aan deze norm. Er is op dit onderdeel
nadere actie van uw ziekenhuis nodig.
7
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
3. Verloskundig Samenwerkingsverband
Norm Alle ziekenhuisregio’s hebben een expliciet en functionerend Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV) vóór 1 juli 2012. Elke betrokken professional participeert verplicht in een VSV. Minimaal in het VSV vertegenwoordigd zijn alle professionals die samen lokaal de zorg rond zwangerschap en geboorte leveren, gebaseerd op het werkgebied van het ziekenhuis. Bronnen -
Advies Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte6
-
Definities 24/7 Acute Verloskunde en andere normen uit het Advies ‘Een goed begin’7
3.1
De door u verstrekte informatie
Uw ziekenhuis heeft
‘expliciet en functionerend” Verloskundig
Samenwerkingsverband De volgende professionals zijn in uw VSV vertegenwoordigd: □
gynaecologen / obstetrisch professionals
□
kinderartsen
□
eerstelijns verloskundigen
□
verloskundig actieve huisartsen
□
kraamzorginstellingen
□
anders,
De volgende doelen van een VSV, zoals genoemd op pagina 32 van het Advies van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, zijn ook in de doelstellingen van uw VSV opgenomen (al dan niet in andere bewoordingen): 1. Afstemming realiseren en vertrouwen opbouwen en onderhouden tussen locale en regionale professionals
2. Regionaal implementeren en locaal uitvoeren van landelijk vastgestelde multidisciplinaire protocollen en kaders
3. Voorkómen van zorgverleners-delay, door een vloeiende samenwerking tussen alle professionals
4. Uitwisselen van informatie over iedere zwangere op basis van de intake, geboorteplan en dossier 5. Andere doelen, namelijk
8
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
3.2
Het landelijke beeld op 1 november 2011
Een ‘expliciet en functionerend’ Verloskundig Samenwerkingsverband: 84 ziekenhuizen (91 procent) gaven aan een expliciet en functionerend VSV te hebben. In alle VSV’s zijn eerstelijns verloskundigen en gynaecologen/obstetrisch professionals vertegenwoordigd. In de meeste VSV’s nemen kinderartsen deel. Kraamzorgorganisaties en verloskundig actieve huisartsen zijn veel minder vertegenwoordigd (figuur 3). Figuur 3. Deelnemers aan het VSV
Deelnemers aan VSV aantal ziekenhuizen (n=84)
0
20
40
60
80
Gynaecologen/obstretisch professionals Kinderartsen Eerstelijns verloskundigen
ja nee
Verloskundig actieve huisartsen
nvt Kraamzorginstellingen
missing
Doelen VSV: Bijna alle VSV’s hadden de eerste drie in het advies beschreven doelen opgenomen in de doelstellingen van hun VSV. Een kwart van de ziekenhuizen had het uitwisselen van informatie over iedere zwangere opgenomen als doelstelling van hun VSV (figuur 4). Figuur 4. Doelen van het VSV
Doelen VSV aantal ziekenhuizen (n=84)
0
20
40
60
80
1) Afstemming realiseren en vertrouwen opbouwen en onderhouden tussen locale en regionale professionals 2) Regionaal implementeren en locaal uitvoeren van landeljk vastgestelde multidisciplinaire protocollen en kaders 3) Voorkomen van zorgverleners-delay, door een vloeiende samenwerking tussen alle professionnals 4) Uitwisselen van informatie over iedere zwangere op basis van de intake, geboorteplan en dossier
ja nee missing
Alle ziekenhuizen die nog geen VSV hadden, gaven aan dit op 1 juli 2012 wel te hebben.
9
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
Verdiepingsinformatie op basis van de inventarisatie De meeste ziekenhuizen hadden nog andere deelnemers aan het VSV dan de reeds genoemde:
(O&G) verpleegkundigen, vertegenwoordigers van het management, echoscopisten en lactatiedeskundigen. Tweederde van de ziekenhuizen gaf aan dat hun VSV ook nog andere doelen heeft, uitgaande van een (al dan niet expliciet vastgelegde) missie en visie over kwaliteit en samenwerking: -
Bespreken casuïstiek ten behoeve van onderwijs en kwaliteitsbevordering
-
Multidisciplinaire trainingen en deskundigheidsbevordering voor individuele professionals en voor het team)
-
Uitwisselen van informatie over de praktijkvoering (prestatie-indicatoren, jaarverslagen)
-
Gezamenlijke voorlichting
-
Het realiseren van een elektronisch patiëntendossier
-
Integrale verloskundige zorgverlening, ontschotting, taakherschikking
-
Ontwikkelen visie voor de regio
-
Vaststellen protocollen
-
Ontwikkelen zorgpad voor afstemming 1e/2e/3e lijn
Ook werd het VSV vaak genoemd in het kader van de perinatale audit en het uitwerken van aanbevelingen uit de audit (zie hoofdstuk 5) en in het kader van de parallelle actie (zie hoofdstuk 6). Uit de inventarisatie blijkt derhalve dat het begrip ‘expliciet en functionerend’ op verschillende wijze wordt geïnterpreteerd en vormgegeven.
3.3
Oordeel inspectie en te nemen actie
Uw ziekenhuis voldoet
aan de norm dat een ziekenhuis een Verloskundig
Samenwerkingsverband heeft. De veldpartijen hebben bepaald dat op 1 juli 2012 alle ziekenhuizen een VSV moeten hebben. De inspectie verwacht derhalve dat ook uw ziekenhuis Het begrip ‘een expliciet en functionerend VSV’ vraagt om nadere uitwerking van de veldpartijen. Het ontwikkelen van minimumcriteria voor de inrichting van een VSV is ook één van de doelstellingen van het College Perinatale Zorg.8 Aandachtspunten De inspectie vraagt uw aandacht voor de in het Stuurgroepadvies genoemde deelnemers en doelstellingen van een VSV.
10
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
4. Deelname Perinatale Registratie Nederland
Norm De Perinatale Registratie Nederland moet een volledige dekking hebben en is daarom verplicht voor alle professionals die betrokken zijn bij de perinatale zorg. Deelname van alle kinderartsen, gynaecologen, verloskundigen en verloskundig actieve huisartsen vóór 1 juli 2012. Bronnen -
Advies Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte9
-
Definities 24/7 Acute Verloskunde en andere normen uit het Advies ‘Een goed begin’10
4.1
De door u verstrekte informatie
De obstetrisch professionals in uw ziekenhuis nemen De obstetrisch professionals gebruiken hiervoor de
deel aan de PRN. dataset van de PRN.
zwangerschappen en bevallingen in de tweede en/of derde lijn in uw ziekenhuis
worden in de PRN geregistreerd. De pediatrisch professionals in uw ziekenhuis nemen
deel aan de PRN, voor de
registratie van de neonatale zorg. De pediatrisch professionals gebruiken hiervoor de
nieuwe dataset van de PRN.
kinderen onder zorg van de pediatrische professional in de tweede en/of derde lijn
in uw ziekenhuis worden in de PRN geregistreerd.
4.2
Het landelijke beeld op 1 november 2011
Deelname aan de PRN door obstetrisch professionals: In 88 ziekenhuizen (96 procent) namen obstetrisch professionals deel aan de PRN (figuur 5). 32 hiervan registreren de verloskundige zorg in de nieuwe PRN dataset (figuur 6). De overige registreren in de ‘oude’ LVR-2 dataset. In 85 ziekenhuizen is de dekking van de registratie 100% van de zorggevallen. Deelname aan de PRN door pediatrische professionals: Bij 57 ziekenhuizen (63 procent) namen de pediatrische professionals deel aan de PRN, voor de registratie van neonatale zorg (figuur 5). 46 hiervan registreren de neonatale zorg in de nieuwe dataset van de PRN (figuur 6). In 51 ziekenhuizen is de dekking van de registratie 100% van de zorggevallen.
11
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
Figuur 5. Deelname en dekking PRN
deelname en dekking Perinatale Registratie Nederland
aantal ziekenhuizen (n=92)
0
20
40
60
80
deelname obstetrisch professionals
deelname pediatrisch professionals
ja
deelnemend ziekenhuis heeft 100% dekking verloskundige zorg in PRN
nee
deelnemend ziekenhuis heeft 100% dekking neonatale zorg in PRN
onbekend /nvt
Figuur 6. Perinatale en neonatale registratie
perinatale en neonatale registratie aantal ziekenhuizen (n=92) 0
20
40
60
registreert in nieuwe dataset
registratie obstetrisch professionals
registreert in oude dataset (LVR-2/LNR) registreert maar onbekend welke dataset gebruikt wordt registreert niet/ onbekend
registratie pediatrisch professionals
4.3
80
Oordeel van de inspectie en te nemen acties
Uw ziekenhuis voldoet aan de norm dat alle door uw ziekenhuis verleende verloskundige zorg wordt geregistreerd. Uw ziekenhuis voldoet aan de norm dat alle door uw ziekenhuis verleende neonatale zorg wordt geregistreerd. Er is op dit onderdeel
nadere actie van uw ziekenhuis nodig.
Aandachtspunt De inspectie vraagt uw aandacht voor de implementatie van de nieuwe dataset van de PRN.
12
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
5. Deelname Perinatale Audit Nederland
Norm Alle perinatale professionals nemen verplicht deel aan de Perinatale Audit Nederland. Alle ziekenhuizen / VSV’s nemen deel aan de Perinatale Audit Nederland vóór 1 januari 2012. De primaire deelnemers aan de perinatale audit zijn verloskundig actieve huisartsen, verloskundigen, gynaecologen, kinderartsen en pathologen. Soms nemen ook verpleegkundigen, ambulancepersoneel, klinisch genetici, anesthesisten en/of microbiologen deel. Bronnen -
Advies Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte11
-
Definities 24/7 Acute Verloskunde en andere normen uit het Advies ‘Een goed begin’12
-
Stichting PAN13
5.1
De door u verstrekte informatie
Uw ziekenhuis neemt deel aan de perinatale audit. De volgende professionals nemen deel aan de auditbesprekingen: □
gynaecologen / arts-assistenten
□
klinisch verloskundigen
□
kinderartsen
□
eerstelijns verloskundigen
□
verloskundig actieve huisartsen
□
pathologen
□
anders, namelijk
Uw ziekenhuis heeft een structuur om te waarborgen dat de aanbevelingen van de auditbesprekingen worden geïmplementeerd:
5.2
Het landelijke beeld op 1 november 2011
Deelname van het ziekenhuis aan de Perinatale Audit Nederland: Alle 92 ziekenhuizen die verloskundige zorg aanbieden nemen ook deel aan de Perinatale Audit Nederland. Gynaecologen, kinderartsen en eerstelijns verloskundigen zijn bij alle ziekenhuizen in de audit vertegenwoordigd (figuur 7). Pathologen en klinisch verloskundigen bijna altijd en de verloskundig actieve huisartsen meestal. 79 ziekenhuizen hebben een structuur om te waarborgen dat aanbevelingen uit de audit geïmplementeerd worden. Ziekenhuizen die nog geen structuur hebben om te waarborgen dat aanbevelingen uit de audit geïmplementeerd worden, gaven aan dat zij deze structuur wel op 1 juli 2012 hebben.
13
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
Figuur 7. Professionals die aan de audit deelnemen
Professionals in de audit 0
20
40
aantal ziekenhuizen (n=92)
60
80
Gynaecologen / arts-assistenten Klinisch verloskundigen Kinderartsen Eerstelijns verloskundigen Verloskundig actieve huisartsen Pathologen
ja nee nvt missing
Verdiepingsinformatie op basis van de inventarisatie Veel ziekenhuizen noemden ook andere deelnemers aan de perinatale audit, al dan niet standaard of op indicatie: (O&G) verpleegkundige, neonatologie verpleegkundige, manager, radioloog, OK personeel, ambulance personeel, microbioloog, de eigen huisarts van patiënte, en andere medische specialisten in geval van comorbiditeit. De elementen die ziekenhuizen noemden voor een structuur om te waarborgen dat de aanbevelingen van de auditbesprekingen worden geïmplementeerd, waren: -
De uitkomsten van de audit worden in een SMART-aanbeveling vertaald.i
-
Alle professionals koppelen direct terug naar hun eigen achterban.
-
De (voortgang van) acties en afspraken staat expliciet op de agenda van de volgende auditbijeenkomst.
-
Er wordt per aanbeveling een eerstverantwoordelijke aangewezen voor uitwerking en terugkoppeling op volgende werkbijeenkomst.
-
Aanbevelingen worden besproken in het VSV / werkgroepen binnen VSV en vertaald in lokale protocollen of een (multidisciplinaire) training.
-
Het lokale auditteam dat de auditbijeenkomsten voorbereidt, bespreekt de audit na met de manager patiëntveiligheid / de kwaliteitscommissie.
5.3
Oordeel van de inspectie en te nemen acties
Uw ziekenhuis voldoet aan de norm van deelname aan de Perinatale Audit Nederland. Er is op dit onderdeel nadere actie van uw ziekenhuis nodig. Aandachtspunten De inspectie vraagt uw aandacht voor de samenstelling van de auditgroep.
i
SMART = Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden
14
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
6. Parallelle actie in geval van acute situatie Norm In het geval van een acute levensbedreigende situatie thuis geeft de eerstelijns professional de indicatie tot verwijzen duidelijk door aan de obstetrisch professional in het ziekenhuis, zodat in specifieke situaties parallel de benodigde acties kunnen worden opgestart (klaarzetten OK team, oproepen kinderarts of anesthesioloog). Lokaal moeten binnen het Verloskundig Samenwerkingsverband de levensbedreigende condities benoemd en geëvalueerd worden op basis waarvan de verloskundige vanuit de thuissituatie een indicatie aan de gynaecoloog behoort te geven om de acute zorg in het ziekenhuis op te starten. Bronnen -
Advies Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte14
-
Brief minister Schippers aan NVZ en NVOG15
-
Definities 24/7 Acute Verloskunde en andere normen uit het Advies ‘Een goed begin’16
6.1
De door u verstrekte informatie
In uw VSV zijn
schriftelijke afspraken gemaakt bij welke levensbedreigende
condities een parallelle actie in het ziekenhuis geïndiceerd is. In uw ziekenhuis zijn
schriftelijke afspraken gemaakt welke functionarissen in uw
ziekenhuis de indicatie tot het opstarten van een parallelle actie kunnen stellen. In uw ziekenhuis zijn
schriftelijke afspraken gemaakt hoe het proces van het
opstarten van een parallelle actie (dus voordat betreffende patiënte in het ziekenhuis is) dient te worden georganiseerd. In uw VSV zijn
schriftelijke afspraken gemaakt hoe het inzetten van de parallelle
actie bij een levensbedreigende conditie geëvalueerd wordt.
6.2
Het landelijke beeld op 1 november 2011
De minister van VWS heeft in haar brief van 9 juni aan het veld
12
expliciet uitgesproken dat zij
verwacht dat het veld met het formaliseren van de parallelle actie aan de slag zou gaan. Bijna een kwart van de ziekenhuizen had op 1 november een formeel systeem voor parallelle actie (figuur 8). In veel ziekenhuizen bestond in de praktijk wel een of andere vorm van parallelle actie in geval van acute situaties, maar informeel, afhankelijk van ad hoc beslissingen en personen, en niet vastgelegd. Volgens hun opgave zullen vrijwel alle ziekenhuizen in juli 2012 een structuur voor een parallelle actie in geval van een acute situatie hebben vastgelegd, inclusief de evaluatie daarvan.
15
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
Figuur 8. Parallelle actie
Afspraken over paralle actie Aantal ziekenhuizen (n=92)
0
20
40
60
80
Afspraken over bij welke levensbedreigende condities parallelle actie nodig is Afspraken over welke functionarissen de indicatie voor het opstarten van parallelle actie kunnen stellen Afspraken over hoe het proces van parallelle actie moet worden georganiseerd Afspraken over hoe het inzetten van parallelle actie geevalueerd wordt
ja nee onbekend
Verdiepingsinformatie uit de toegezonden protocollen De inspectie heeft de ziekenhuizen gevraagd hun protocol parallelle actie, indien aanwezig, op te sturen. In de ontvangen protocollen parallelle actie waren de onderstaande elementen in wisselende mate opgenomen. Het protocol: Is multidisciplinair, besproken met en geaccordeerd door de volgende disciplines 1. ROAZ/ambulancedienst 2. VSV/Verloskundigen eerste lijn 3. Gynaecoloog 4. Verloskundige tweede lijn/arts verloskamer (AIOS/ANIOS) 5. Kinderarts 6. Anesthesioloog 7. Leiding OK Bevat structuur: 1. Heeft de protocolstructuur en –lay-out van het ziekenhuis (bijvoorbeeld DKS) met een overzichtelijke (boom-)structuur naast een verklarende toelichting 2. Met een begin- en einddatum 3. Met geformaliseerd akkoord van de verschillende disciplines. Is duidelijk over de wijze van communicatie: 1. Code-naam bij levensbedreigende acute situatie (bv.: “code rood”, “superspoed”). 2. Beschrijft gestructureerde overdrachtsmethodiek (bv. SPAR, SBAR, ABCD) 3. Bevat de relevante telefoonnummers 4. Is duidelijk in de taaktoewijzing: beschrijft wie wat doet in een spoedsituatie. Benoemt aspecten van training en opleiding (acute situatietraining PA) voor het team Heeft een gestructureerd evaluatiemoment. Bevat soms opvallende elementen: Regelt ook “stand-by-aanwezigheid” op de achtergrond (OK/anesthesist) bij mogelijk nietlukkende kunstverlossing/vaginale baring gemelli/stuit.
16
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
6.3
Oordeel van de inspectie en te nemen acties
Uw ziekenhuis voldoet
aan de norm dat er vastgelegde afspraken moeten zijn voor
de indicaties, het opstarten en het evalueren van een parallelle actie in geval van een acute situatie. De veldpartijen hebben bepaald dat op 1 juli 2012 alle VSV's een vastgelegde structuur voor parallelle actie, inclusief evaluatie van deze structuur, hebben. De inspectie verwacht derhalve dat ook uw ziekenhuis . De inspectie verwacht op 1 juli 2012 een verantwoordingsrapportage over de stand van zaken van (onderdelen van) deze norm. Daarin geeft u aan of uw ziekenhuis op die datum een structuur en voor parallelle actie heeft (en voorziet in evaluatie daarvan) en zo niet, waarom u nog niet aan de norm voldoet, wanneer u wel aan de norm voldoet en welke stappen u onderneemt om dit te realiseren.
17
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
7. Acute zorg: 7 x 24 uur start behandeling binnen 15 minuten, bij baring 1:2 bewaking en 1:1 begeleiding
Normen Bij potentieel levensbedreigende situaties moet de benodigde medisch specialistische behandeling binnen 15 minuten kunnen worden gestart. Bij een hoog risico bevalling in het ziekenhuis is de professionele bewaking en behandeling in de verhouding van één obstetrisch professional
ii
per twee vrouwen.
Een bevallende vrouw wordt niet alleen gelaten; één op één begeleiding van de bevalling van hoog-risicozwangeren door O&G verpleegkundigen of kraamverzorgenden (afhankelijk van het risico profiel). Bronnen 17
-
Advies Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte
-
Nota Praktijknormen Klinische Verloskunde NVOG18
-
Definities 24/7 Acute Verloskunde en andere normen uit het Advies ‘Een goed begin’19
Opmerkingen van de inspectie bij het uitvragen van deze normen in augustus 2011: De praktijk staat in veel ziekenhuizen ver af van de norm door onvoldoende personele beschikbaarheid en middelen. In afwachting van een landelijk implementatieplan handhaaft de inspectie deze normen nog niet in de ziekenhuizen. De inspectie verwacht wel een alerte bewaking en begeleiding en op elkaar afgestemde samenwerking en continuïteit van zorg.
7.1
De door u verstrekte informatie
U gaf aan dat de verloskundige zorg in uw ziekenhuis op 1 november 2011 zodanig georganiseerd was dat een alerte bewaking en begeleiding, op elkaar afgestemde samenwerking en continuïteit van zorg 24 uur per dag
gewaarborgd is.
U heeft beschreven hoe de zorg op de drie ‘bevallingsnormen’ (7 x 24 uur start behandeling binnen 15 minuten, 1:2 bewaking en 1:1 begeleiding) in uw ziekenhuis georganiseerd is. Dit is de basis voor de beschrijving van het landelijke beeld.
ii
Obstetrisch professional: gynaecoloog, geautoriseerde arts-assistent of klinisch verloskundige
18
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
7.2
Het landelijke beeld op 1 november 2011
7 x 24 uur start behandeling binnen 15 minuten: In 87 ziekenhuizen is continu een arts of klinisch verloskundige aanwezig ten behoeve van de bewaking en behandeling van de barende vrouw. In elf ziekenhuizen is 24 uur per dag, 7 dagen per week (24/7) de dienstdoend gynaecoloog, een OK-team en een kinderarts aanwezig. Daarnaast is in 53 ziekenhuizen de gynaecoloog binnen 15 minuten aanwezig; bij 21 ziekenhuizen is binnen 15 minuten een OK team paraat (figuur 9). In figuur 10 zijn de gegevens van figuur 9 nogmaals, maar dan cumulatief weergegeven. De kolom aan de rechterzijde betreft ontbrekende gegevens; het is onbekend in welke categorie de betreffende professionals vallen. Figuur 9. Beschikbaarheid van medisch personeel
beschikbaarheid medisch professional 90
Aantal ziekenhuizen
80 70 60
gynaecoloog
50
anesthesioloog
40
OK-team
30
arts-ass pediatrie
20
kinderarts
10 0 24/7 in huis
< 15 min aanwezig
< 20 min aanwezig
< 30 min aanwezig
missing
Figuur 10. Beschikbaarheid medisch personeel cumulatief
beschikbaarheid medisch professional (cumulatief) 90
Aantal ziekenhuizen
80 70 60
gynaecoloog
50
anesthesist
40
OK-team
30
arts-ass pediatrie
20
kinderarts
10 0 24/7 in huis
< 15 min aanwezig
< 20 min aanwezig
< 30 min aanwezig
missing
19
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
1:2 bewakingsnorm: 21 ziekenhuizen geven aan (vrijwel altijd) aan de 1:2 bewakingsnorm te voldoen. 23 voldoen meestal aan de norm, behoudens bij extreme piekdrukte. De helft van de ziekenhuizen voldoet regelmatig niet aan deze norm. 1:1 begeleidingsnorm: Negen ziekenhuizen geven aan (vrijwel altijd) aan de 1:1 begeleidingsnorm te voldoen. Achttien voldoen meestal aan de norm, behoudens bij extreme piekdrukte. Driekwart van de ziekenhuizen voldoet regelmatig niet aan deze norm. Verantwoorde verloskundige zorg: Driekwart van de ziekenhuizen gaf aan dat hoewel zij niet voldeden aan de aangescherpte normen, ze wel kwalitatief verantwoorde zorg boden. Deze ziekenhuizen gaven aan de continuïteit van kwalitatief hoogwaardige zorg te borgen door onder andere de 24/7 bezetting van de verloskunde door een obstetrisch professional, de op korte termijn beschikbaarheid van gynaecoloog, anesthesist, kinderarts en OK-team, alsmede de mogelijkheid van thuis-beoordeling van het CTG door de gynaecoloog. Een kwart van de ziekenhuizen noemde deze borging niet-optimaal en gaven aan dat aan de voorgestelde normen nog niet volledig kan worden voldaan.
7.3
Oordeel van de inspectie en te nemen acties
In opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) is onderzoek verricht naar de kwalitatieve, personele en organisatorische consequenties van de voorgestelde aangescherpte normen. 20 In een brief aan de Tweede Kamer (1 maart 2012)21 en een daarop volgend debat heeft minister Schippers op basis van dit rapport aangegeven dat het onverkort invoeren van de aangescherpte bevallingsnormen niet mogelijk isiii. De inspectie zal derhalve vooralsnog niet handhaven op deze aangescherpte ‘bevallingsnormen’. De bestaande normen rond de bevalling (zoals onder andere weergegeven in de Nota Praktijknormen Klinische Verloskunde van de NVOG22) gelden onverkort en zullen worden gehandhaafd.
iii
Uit de brief van minister Schippers aan de Tweede Kamer, 1 maart 2012: “(…) Duidelijk is evenwel ook geworden dat drie bevallingsnormen forse problemen geven bij de implementatie en slechts tegen hoge kosten en opleiding van veel extra personeel dat moeilijk beschikbaar is op een steeds krapper wordende arbeidsmarkt, kunnen worden bereikt. Daarnaast knellen ook de volumenormen in de kleine ziekenhuizen. Daarbij zal onverkorte handhaving van deze normen leiden tot een verlies aan bereikbaarheid van de verloskundige zorg. Het is niet duidelijk of deze nadelen in voldoende mate worden gecompenseerd door gezondheidswinst. Ik stel mij voor over een periode van vijf jaar alsnog te bezien of invoering wenselijk is. Ik zal ook in overleg gaan met het College Perinatale Zorg om een en ander verder vorm te geven.(…)”
20
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
8. Bereikbaarheid acute verloskunde
Norm Deelnemers aan het regionale overleg acute zorgketen kunnen alleen (tijdelijk) stoppen met functies op een bepaalde locatie als de 45 minuten norm om een ziekenhuis te bereiken, niet in gevaar komt. De aanrijtijd voor het bereiken van acute zorg, te weten 45 minuten, is uitgangspunt voor de beschikbaarheid van acute verloskundige zorg. Bronnen Beleidsregels Wet Toelating Zorginstellingen23 Brief minister Schippers aan NVZ en NVOG24 Bereikbaarheidsanalyse 201125
8.1
De door u verstrekte informatie
Uw ziekenhuis neemt deel aan het regionaal overleg acute zorgketen (ROAZ) In de plannen van uw ziekenhuis om te voldoen aan de normen van het Advies van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte (of om andere redenen), is sprake van lateralisatie / concentratie van de verloskundige zorg, of van afstoting van de verloskundige zorg door uw ziekenhuis in de nabije toekomst: nee Bij (mogelijke) toekomstige lateralisatie / concentratie van de verloskundige zorg, of van afstoting van de verloskundige zorg door uw ziekenhuis in de nabije toekomst komt in de (mogelijke) nieuwe situatie de bereikbaarheidsnorm van 45 minuten in de regio in gevaar: nvt De plannen van uw ziekenhuis voor (mogelijke) toekomstige lateralisatie / concentratie van de verloskundige zorg, of van afstoting van de verloskundige zorg in de nabije toekomst zijn ingebracht in het Regionaal Overleg Acute Zorg: nvt
8.2
Het landelijke beeld op 1 november 2011
Deelname aan Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ): 88 ziekenhuizen nemen deel aan het ROAZ. Lateralisatie/ concentratie van zorg: De helft van de ziekenhuizen gaf in november 2011 aan dat zij geen plannen voor lateralisatie of concentratie van de verloskundige zorg hadden. In vier ziekenhuizen was dat omdat concentratie al een feit was; acht ziekenhuizen sloten concentratie uit omdat de bereikbaarheid van de verloskundige functie hierdoor in het geding zou komen. Een deel van deze ziekenhuizen spreekt wel met omliggende ziekenhuizen over nauwere samenwerking ten aanzien van protocollering en uitwisseling bij krapte in personele (O&Gverpleegkundige) bezetting. De andere helft van de ziekenhuizen gaf aan dat plannen voor lateralisatie of concentratie van de verloskundige zorg onderwerp van gesprek zijn. In een deel van de gevallen ging het hierbij om preliminaire besprekingen en waren er geen concrete plannen.
21
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
Van de ziekenhuizen met plannen voor mogelijke concentratie gaf de helft aan dat de bereikbaarheid hierbij niet in het geding komt, en een derde dat de bereikbaarheid een knelpunt kan worden. De overige ziekenhuizen met plannen voor mogelijke concentratie spraken zich hier niet over uit. Plannen inbrengen in het Regionaal Overleg Acute Zorg: 24 ziekenhuizen hadden de plannen van een (mogelijke) toekomstige lateralisatie/concentratie van de verloskundige zorg, of van afstoting van de verloskundige zorg, ingebracht in het ROAZ of zijn dat voornemens te doen.
8.3
Opmerkingen van de inspectie
Uit recente inspectiebezoeken en andere contacten blijkt dat voor sommige ziekenhuizen of regio’s de situatie sinds november 2011 is gewijzigd. Zo geven bijvoorbeeld enkele ziekenhuizen aan, in afwijking van wat ze in november rapporteerden, inmiddels wel of niet meer na te denken over concentratie of afstoting van verloskundige zorg. De inspectie wijst er op dat het ROAZ, in geval van een voorgenomen verandering in de levering van verloskundige zorg, een belangrijk gremium is om gezamenlijk, met alle partijen, te bezien hoe de verloskundige zorg in een bepaalde regio verantwoord kan worden vormgegeven.
22
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
9. Vervolg Openbaarmaking In februari 2012 ontving u de geaggregeerde rapportage van de gegevens van alle ziekenhuizen. De geaggregeerde rapportage is tevens naar de minister van VWS gezonden, die deze openbaar heeft gemaakt.21 Gezien het doel van de voorliggende individuele rapportage (het geven van spiegelinformatie) wordt deze niet actief openbaar gemaakt. Verantwoordingsrapportage De inspectie verwacht op 1 juli 2012 van uw ziekenhuis een verantwoordingsrapportage over de in dit rapport aangegeven onderdelen. De normen waarover verantwoording wordt gevraagd zijn door het veld samengesteld en van een datum voorzien. Deze normen zijn voor de inspectie leidend voor haar toezicht. Indien een ziekenhuis op 1 juli 2012 nog niet aan de benoemde normen voldoet, zal de inspectie, afhankelijk van de kwaliteit en tijdigheid van de door u voorgenomen activiteiten, handhavende maatregelen inzetten. Toetsing op de werkvloer Het inventariserende onderzoek waarover in dit document is gerapporteerd, is een onderdeel van het Thematoezicht Geboortezorg van de inspectie. In 2012 voert de inspectie een soortgelijke inventarisatie uit in de eerstelijns verloskunde, zowel bij verloskundigen als bij verloskundig actieve huisartsen. Vervolgens toetst de inspectie de gegeven antwoorden zowel in de eerste als in de tweede lijn aan de praktijk. Daarvoor worden eind 2012 en in 2013 inspectiebezoeken gebracht aan een steekproef van verloskundige samenwerkingsverbanden. Daarin zullen, naast de thema’s uit de voorliggende inventarisatie, ook de andere thema’s uit het Stuurgroepadvies aan de orde komen. De inspectie zal voor dit onderzoek naast de betreffende professionals ook ouders betrekken. De bezoeken zullen van tevoren worden aangekondigd. De inspectie sluit het Thematoezicht Geboortezorg af in één afsluitende rapportage. De inspectie zal het veld steeds op de hoogte houden van de deelbevindingen. De voorliggende (individuele) rapportage is daar een voorbeeld van.
23
Momentopname van een veld in beweging. Individuele terugkoppeling over de normen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, april 2012
Literatuurlijst
1
Advies Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte. Een goed begin. Veilige zorg rond zwangerschap
en geboorte, 2010. http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2009/12/30/een-goed-begin-veilige-zorg-rond-zwangerschap-engeboorte.html 2
Bevindingen en conclusies van de inventarisatie naar de stand van zaken rond de implementatie
van het Advies van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte in ziekenhuizen in Nederland op 1 november 2011. Kopie van nota, verzonden aan de minister van VWS drs E.I. Schippers 16 februari 2012 3
NVOG-Nota Algemene Kwaliteitsnormen. Utrecht, 2005
4
Modelovereenkomst ziekenhuis – verloskundige. NVZ en KNOV, Utrecht / Bilthoven, 2003
5
Verloskundig Vademecum, Diemen 2003
6
Advies Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, pagina 32 en 63
7
Definities 24/7 Acute Verloskunde en andere normen uit het Advies ‘Een goed begin’, bijlage bij
brief minister Schippers aan NVZ en NVOG (9 juni 2011), paragraaf 6 8
Commissie Perinatale Zorg. Plan van aanpak, februari 2012. http://www.collegepz.nl/organisatie
9
Advies Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, pagina 63, 66 en 67 en 73
10
Definities 24/7 Acute Verloskunde en andere normen uit het Advies ‘Een goed begin’, bijlage bij
brief minister Schippers aan NVZ en NVOG (9 juni 2011), paragraaf 7 11
Advies Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, pagina 67 en 73
12
Definities 24/7 Acute Verloskunde en andere normen uit het Advies ‘Een goed begin’, bijlage bij
brief minister Schippers aan NVZ en NVOG (9 juni 2011), paragraaf 8 13
Stichting PAN. www.perinataleaudit.nl
14
Advies Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, pagina 48, 49, 52, 72
15
Brief minister Schippers aan NVZ en NVOG, 9 juni 2011
16
Definities 24/7 Acute Verloskunde en andere normen uit het Advies ‘Een goed begin’, bijlage bij
brief minister Schippers aan NVZ en NVOG (9 juni 2011), paragraaf 3 17
Advies Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte, pagina 48, 49, 52, 61, 72
18
Nota Praktijknormen Klinische Verloskunde NVOG, 2009
19
Definities 24/7 Acute Verloskunde en andere normen uit het Advies ‘Een goed begin’, bijlage bij
brief minister Schippers aan NVZ en NVOG (9 juni 2011), paragraaf 2, 4 en 5 20
24/7 acute verloskunde in het ziekenhuis. Kwalitatieve, personele en organisatorische
consequenties in beeld. KPMG Plexus, 2012 21
Brief minister Schippers aan Tweede Kamer; reactie rapporten acute zorg en verloskunde, 1
maart 2012, http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/vws/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2012/03/01/kamerbrief-over-rapporten-over-de-acute-zorg-enverloskunde.html 22
Nota Praktijknormen Klinische verloskunde, NVOG, 2009
23
Beleidsregels Wet Toelating Zorginstellingen, 18 september 2009
24
Brief minister Schippers aan NVZ en NVOG, 9 juni 2011
25
Bereikbaarheidsanalyse 2011, RIVM. http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-
publicaties/rapporten/2011/07/18/onderzoeksverslag-bereikbaarheidsanalyse-2011.html
24