Een volledig dichtgegroeide uitgestoven laagte in de Meeuwenduinen.
Kop van Schouwen in beweging LIFE Duinen: Staatsbosbeheer herstelt dynamiek met EU-geld Han Sluiter en Kees van der Meer Op de kop van het Zeeuwse Schouwen ligt een bijzonder duingebied, met een breed scala aan zeer verschillende duintypen in een landschap dat al eeuwen in beweging is. Aan die interessante dynamiek dreigde een eind te komen. Maar Staatsbosbeheer grijpt in. De duinen van de Kop van Schouwen zijn van nature al eeuwen in beweging: zee en wind laten hun invloed gelden. Dat heeft geleid tot een gevarieerd landschap, met een grote diversiteit aan planten en de daarbij horende veelheid aan diersoorten. Maar de laatste tientallen jaren is die beweging sterk afgeremd, doordat stuivende duinen sneller dichtgroeien. Dat komt door luchtverontreiniging en het wegvallen van de invloed van konijnen door ziekten. Dezelfde factoren zorgen ervoor dat de bloemrijke duingraslanden overgroeid raken met hoge grassen en struiken. In de jaren zestig tot tachtig waren al veel natuurwaarden verloren gegaan door bebouwing en verdroging. Deze problemen hebben de variatie in het landschap en de rijkdom aan planten en diersoorten aangetast. Natuurherstel Vanaf begin negentiger jaren voert Staatsbosbeheer op de Kop van Schouwen maatregelen voor natuurherstel uit. Sinds het midden van de jaren negentig wordt dit breder aangepakt, door de Provincie Zeeland, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Waterschap de Zeeuwse Eilanden samen. Het gaat daarbij om een stelsel van maatregelen als plaggen, maaien, begrazen en maatregelen voor het herstel van het grondwatersysteem.
LIFE Duinen Omdat de structurele aanpak van luchtverontreiniging niet snel genoeg op gang komt en de konijnenpopulatie zich nog onvoldoende heeft hersteld, waren extra inspanningen noodzakelijk. De hier beschreven problemen doen zich in vrijwel alle Nederlandse duingebieden voor. Daarom heeft Staatsbosbeheer, met partners als onder andere Stichting Duinbehoud, in 2005 het project LIFE Duinen opgestart. Via de LIFE subsidieregeling ontving dit project financiële steun van de EU. LIFE Duinen omvat omvangrijke pakketten van herstelmaatregelen op acht plaatsen aan de Nederlandse kust. Zo ook op Schouwen, waar de maatregelen het vliegwiel van de reeds opgestarte gezamenlijke aanpak een extra slinger geven. Duinen, levend landschap Duinen ontwikkelen zich. Landwaarts gelegen binnenduingraslanden of vroongronden zijn ooit op een strand begonnen als embryonale duinen, of als strandvlakten die later ondergestoven zijn. Ze hebben zich daarna ontwikkeld tot witte stuivende duinen. Vervolgens zijn ze begroeid geraakt door elkaar opeenvolgende gemeenschappen van planten. Vanaf dat moment waren het grijze duinen of duingraslanden. De duingraslanden waren aanvankelijk kalkrijk, doordat er nog wel eens een laagje vers kalkrijk zand uit de nabijgelegen jongere witte duinen overheen stoof. Later lagen de witte duinen verder weg – nabijgelegen witte duinen veranderden langzamerhand in grijze duinen - en heeft het regenwater het kalk uit de bovenste grondlaag weggespoeld. Er groeien nu planten die daaraan aangepast zijn en we noemen het kalkarm duingrasland of binnenduingrasland. In de loop der tijden zijn mensen deze gronden gaan gebruiken door er hun vee te laten grazen. Ook dat heeft invloed gehad op de begroeiing. De gronden kwamen in het bezit van een grondheer of ‘vroon’ en zo zijn het uiteindelijk ‘vroongronden’ geworden. Een nieuw ontstaan stuifduin in de Meeuwenduinen.
Compleet duinsysteem De Kop van Schouwen is een van de weinige plekken waar de verschillende ontwikkelingsstadia van de duinen allemaal nog te zien en te beleven zijn. De kust en duinen van de Kop van Schouwen zijn robuust en compleet. Vanaf de overgang van het strand naar de eerste duinen tot aan de polder is een ingewikkelde lappendeken van kenmerkende kust- en duinecosystemen tot ontwikkeling gekomen. Geleidelijke overgangen (gradiënten) in de bodem van kalkrijk naar kalkarm, van betrekkelijk arm aan voedingsstoffen naar nog schraler, van vochtig naar droog en alle mogelijke combinaties daartussen, zorgen voor deze variatie in het landschap. Dynamiek Vanaf de dertiger jaren schuift een strandhaak in noordelijke richting langs de kust, embryonale duinen en afgesnoerde strandvlakten achter zich latend. Plaatselijk zijn de afgesnoerde strandvlakten door maaibeheer ontwikkeld tot soortenrijke duinvalleivegetaties (Buitenverklikker), plaatselijk ook tot heel soortenrijke duindoornstruwelen. Achter hoge primaire duinen en secundaire duinen, die tot de vijftiger jaren nog stoven, komen binnenduingraslanden of vroongronden voor met een geschiedenis vanuit de Middeleeuwen. De dynamiek heeft ervoor gezorgd dat het landschap zich plaatselijk verjongd heeft, terwijl het zich op andere plaatsen door heeft kunnen ontwikkelen. De duinzoom, de overgang van de duinen naar de polder, bestaat uit een kleinschalig landschap van natte duinbossen - onderdeel van landgoederen en voormalig kroondomein, afgewisseld met graslandjes en elzensingels. De duinzoom is ook de plaats waar Natura 2000‐gebied veel verspreide bebouwing en campings voorkomen. Natura 2000 is een netwerk van waardevolle natuurgebieden in de Europese Unie. Volgens de EU Habitatrichtlijn moeten de lidstaten hun meest waardevolle natuurgebieden aanwijzen als Natura 2000 gebieden. In het ontwerp aanwijzingsbesluit als Natura 2000‐gebied heeft de Kop van Schouwen een oppervlakte van 2250 hectare. Vanaf de duinvoet (de westelijke grens van het Natura 2000‐gebied) tot de polder, zijn de duinen op plaatsen bijna 4 km breed. Daarmee is het een van de grotere duingebieden van Nederland en kan het zich meten met de Kennemerduinen en het Provinciaal Noordhollands duinreservaat. In het ontwerp aanwijzingsbesluit worden vijftien habitattypen (levensgemeenschappen van planten en dieren) genoemd, die allen voortkomen uit de hierboven beschreven processen en de gradiënten die daarmee samenhangen. Uit een kartering van Van der Goes en Groot uit 2008 (G&G‐rapport 2008‐53) van de habitattypen van de Kop van Schouwen blijkt dat de habitattypen op meer dan 1500 hectare van de oppervlakte goed tot matig ontwikkeld voorkomen.
Het watersysteem Het robuuste natuurgebied de Kop van Schouwen laat zich zowel met grove penseelstreken schetsen als met de precisie en de details van een Hollandse Meester. Op het Verklikkerstrand zien we overgangen tussen plekken waar de wind nog volop vat heeft op het zand en waar het zand al door de eerste planten is vastgelegd. Tussen de embryonale duinen komen kleine meertjes voor met overgangen van zout naar zoet. In de grote en
Schema van de hydrologie van de binnenduingraslanden
hoge primaire en secundaire duincomplexen komen uitgestoven laagten voor die zich hebben ontwikkeld tot duinmeertjes en duinvalleien. De duinmeertjes en duinvalleien zijn afhankelijk van het toestromende grondwater en de plek in de duinen (jonge kalkhoudende duinen of oudere kalkarme secundaire duinen) kalkhoudend of kalkarm. Oorspronkelijk waterden de binnenduingraslanden vrijelijk naar zee af via een laagte en een doorbraak in de duinen (Palinxgat). In 1683 is deze slufter afgesloten met zanddijken en is een waterhuishouding ingericht richting de polder. Boeren hebben op deze nieuwe richting van afwateren ingespeeld met greppeltjes. De binnenduingraslanden van Schouwen worden het hele jaar door gevoed met kwelwater uit de omringende hoge duinen. Dit grondwater stroomt onder een hoogteverschil van vijf meter boven NAP aan de duinvoet af naar een meter boven NAP aan de rand van de duinen. Deels zoekt het grondwater een weg door het goeddoorlatende duinzand. Plaatselijk komt het grondwater via een stelsel van greppels en uitgestoven laagten aan de oppervlakte en vormt meertjes. De binnenduingraslanden zijn opgebouwd uit een mozaïek van duinheide, droge kalkarme en kalkhoudende duingraslanden, kruipwilgstruwelen, vochtige kalkhoudende en kalkarme duinvalleien, gebufferde duinmeertjes en plaatselijk zelfs aanzetten voor duinblauwgrasland. De grillige weg die het grondwater volgt is sturend voor de kwaliteit van de verschillende duinvegetaties. Langs de duinzoom is de druk van het grondwater het hoogst. Hier komen natte duinbossen voor.
Stuivende duinen Lange tijd was kleinschalig gebruik door de mens synoniem met complexe en diverse natuur. In de Kop van Schouwen ligt een groot duincomplex waar stormen uit het zuidwesten nog steeds vat op het zand hebben. Een deel van dit complex, de Meeuwenduinen (200 hectare) is in beheer bij Staatsbosbeheer. Het andere deel, het Zeepe (300 hectare), wordt door Natuurmonumenten beheerd. Hier wordt het zand van het strand en de primaire duinen landinwaarts geblazen. Het rolt als een wals over het achterliggende landschap. Dit landschapsvormende proces zorgt voor een subtiel opgebouwd en complex landschap van grootschalige stuifvlakten, verval van struwelen, kleine uitgestoven meertjes, de eerste ontwikkeling van fragiele korstmosvegetaties. Schreeuwerige zilvermeeuwen en kleine mantelmeeuwen broeden hier naast spotvogels en gekraagde roodstaarten. Bedreigingen Als het gaat om de bedreigingen verschilt de Kop van Schouwen niet van andere duingebieden in Nederland. In de duinen is in de zestiger, zeventiger en tachtiger jaren veel gebouwd. Er is een compleet nieuw dorp verrezen. Ook zijn campings fors uitgebreid. Een kleine beperkte drinkwaterwinning is uitgegroeid tot een bedrijf dat tienduizenden mensen van water moet voorzien. In de polders die aan de duinen grenzen is de landbouw intensiever geworden. Daarvoor zijn de polderpeilen verlaagd, waardoor de duinzoom verdroogt. Minder verstuiving De laatste jaren neemt de oppervlakte stuivend duin in de Kop van Schouwen af. De eerste fase waarop stuivend zand wordt vastgelegd is de vorming van een dun laagje algen in de eerste centimeters van het zand. Op deze teer gefixeerde duinzanden komt een vegetatie met zandzegge en kraakloof (een korstmos) tot ontwikkeling. De vegetatie bestaat grotendeels uit mossen en korstmossen. Het zand is nu verder vastgelegd. Alleen kleine hoeveelheden zand stuiven nog. Zowel het algenlaagje als deze eerste pioniervegetaties kunnen nog gemakkelijk verstoord worden, zodat de verstuiving weer op gang komt. Konijnen deden dat tot voor kort door te graven en te grazen. Betreding, bijvoorbeeld door grote grazers, kan verstuiving ook op gang houden. Als dit niet gebeurt, ontwikkelt zich vrij snel een vegetatie van zandzegge, duinsterretje en muurpeper, mogelijk samen met korstmossen. Het stuivende duin is dan veranderd in een droog duingrasland. Dit natuurlijke proces, waarbij stuivend duin wordt vastgelegd, verloopt de laatste tientallen jaren sneller. Luchtverontreiniging en konijnenziekten De belangrijkste oorzaken van bovengenoemde versnelling zijn luchtverontreiniging en konijnenziekten. Luchtverontreiniging zorgt ervoor dat er meer voedingsstoffen voor planten (stikstof) in de duinen terecht komen. De konijnenziekten hebben ervoor gezorgd dat de konijnenpopulatie in de Kop van Schouwen, net als in andere duingebieden, is ingestort en ook nu nog niet hersteld is. Konijnen bevorderden door hun gegraaf en gegraas de verstuiving en deze positieve invloed is nu grotendeels weggevallen. De lage konijnenstand en de luchtverontreiniging hebben ook een negatieve invloed op de natuurwaarden in de verdere stadia van zich ontwikkelende duinen. De kenmerkende open structuur verdwijnt. De soortenrijkdom van de eerste begroeiing van het vastgelegde duin, het duingrasland, neemt af. Het gebied raakt overwoekerd
door hoge grassen, voornamelijk duinriet, en struiken. Daardoor is de tapuit als broedvogel van de Kop van Schouwen als broedvogel verdwenen. Ingrijpende herstelmaatregelen Vanaf de jaren tachtig beseffen de Provincie Zeeland en Staatsbosbeheer dat behoud en herstel van de duinen van de Kop van Schouwen van groot belang zijn. De eerste herstelmaatregelen voerde Staatsbosbeheer al in het einde van de jaren tachtig uit. Dit omvatte onder andere het plaggen van verdroogde en verzuurde duinvalleien. Natuurmonumenten laat in het Zeepe al vanaf 1983 Shetlandpony’s grazen. Na 1995 werd het herstel op meerdere schaalniveaus uitgevoerd. Tientallen hectaren in de binnenduingraslanden werden geplagd en vrijgesteld door het verwijderen van opslag. Naast de vele duinvalleien die gemaaid werden, beweidde Staatsbosbeheer delen van de binnenduingraslanden met schapen, paarden en runderen. Steeds grotere oppervlaktes binnenduingraslanden werden begraasd. Hydrologisch herstel in de binnenduinen. Waardevol grondwater werd voorheen versneld afgevoerd om het bungalowdorp Nieuw‐Haamstede droog te houden. Nu wordt het opgevangen in uitgegraven laagten. Langzaam kan het grondwater in het zand wegzakken om elders weer aan de oppervlakte te komen (De Maire, Kop van Schouwen).
Binnenduingraslanden van de Kop van Schouwen. Kleine hoogteverschillen zorgen voor lokale grondwaterstromen. Plaatselijk komt kalkrijk grondwater aan de oppervlakte.
Herstel vroongronden De Provincie, de beheerders en het Waterschap hebben in deze periode projecten uitgevoerd om de hydrologie van de binnenduingraslanden te herstellen. Projecten die bedoeld waren om de wateroverlast rond de bebouwing in de duinen te voorkomen, werden gekoppeld aan projecten die de verdroging van de binnenduingraslanden moesten tegengaan. Inmiddels loopt een brede ondiepe “beek” door de binnenduingraslanden. Hierlangs wordt het water van de bebouwing van Nieuw Haamstede afgevoerd. Deze ondiepe waterloop komt uit op een stelsel van laagten, waar het water kan infiltreren in de zandbodem van de binnenduingraslanden en als grondwater zijn grillige weg kan vervolgen. Aaneensluiting binnenduingraslanden De Provincie heeft ook bereikt dat een weg van Renesse naar Burgh-Haamstede is verwijderd. De binnenduingraslanden zijn er weer aaneengesloten. Er wordt meer gebruik gemaakt van begrazing. Het water loopt minder snel weg, nu de sloten langs de voormalige weg verwijderd zijn. Het stroomt deels als oppervlaktewater, deels als grondwater onbelemmerd af in de richting van de duinzoom.
Particulier initiatief Ook particuliere eigenaren hebben het herstel van de duinen ter hand genomen. De stichting Behoud Open Duin heeft enkele hectaren struweel verwijderd en kleine duinmeren gegraven. Een aantal particulieren heeft een hek om hun gebied laten zetten. Dit gebeurde met financiering vanuit Programma Beheer http://www.natuurbeheer.nu/Subsidies/Provincie/Programma_Beheer_%28PSAN%2 9/. Deze particulieren hebben zich aangesloten bij een groot begrazingsprogramma van Staatsbosbeheer. Herstel met EU subsidie De aandacht voor de Kop van Schouwen is nog steeds groot. In 2005 is Staatsbosbeheer met een groot duinherstelproject begonnen. Het herstelproject van de Kop van Schouwen maakt deel uit van het veel grotere, landelijke herstelproject “Restoration of Dune habitats along the Dutch coast”, deels gefinancierd met Europese LIFE Nature-subsidie. Groot- en kleinschalig Aansluitend bij het karakter van de Kop van Schouwen zijn in het herstelproject grootschalige maatregelen uitgevoerd. Daaronder vallen het vergroten van begrazingsgebieden in de Meeuwenduinen en de binnenduingraslanden. Ook kleinschalige maatregelen behoren echter tot het herstelproject: het plaggen, maaien, verwijderen van struweel, lokaal afdammen van slootjes en het graven van poelen.
Tabel 1 Maatregelen van het LIFE herstelproject in de Kop van Schouwen.
Maatregelen op de Kop
Biester-
Binnenduin-
Ver-
veld
graslanden
klikker
(vroongronden)
van Schouwen Verwijderen van struikopslag
6 ha.
5 ha.
4 ha.
Chopperen *
8 ha.
6 ha.
4 ha.
Plaggen *
2 ha.
3 ha.
2 ha.
Maaien
2 ha.
2 ha.
4 ha.
Vergroting begrazingseenheid Verwijderen afwatering
30 ha.
81 ha. 10 ha.
* Plaggen: het verwijderen van de bovenste grondlaag met begroeiing. * Chopperen: het verwijderen vegetatie en humuslaag.
Kansrijke locaties In een gebied als de Kop van Schouwen moet een beheerder nauwkeurig opereren. Kostbare maatregelen, zoals plaggen of chopperen, moeten daar uitgevoerd worden waar de kansen voor herstel van een soortenrijke duinvalleivegetatie het grootst zijn. Uit eerdere projecten blijkt dat de ingrepen succesvol zijn op plaatsen waar de waterhuishouding nog intact is of zich onder invloed van eerdere genoemde maatregelen hersteld heeft. Ook het kalkgehalte in de bovenste bodemlaag is van belang voor het herstel. In de bovenste dertig centimeter onder het maaiveld moet het kalkgehalte hoger zijn dan 1%. Een regelmatige toestroom van grondwater tot vlak onder het maaiveld is hiervoor nodig. Tot slot moet de grondwaterstand in het groeiseizoen hoog genoeg zijn voor de kenmerkende duinplanten.
Voorbereidend onderzoek Nauwkeurig en trefzeker opereren, daarbij ook nog lettend op de financiële aspecten, stelt hoge eisen aan participanten aan het LIFE duinherstelproject. Het bestaat niet alleen uit het uitvoeren van maatregelen, maar ook uit voorbereidend onderzoek. Aansluitend op eerdere studies in de binnenduingraslanden heeft de Universiteit van Groningen de grondwaterstroom op een viertal locaties nauwkeuriger in beeld gebracht. Zie Nadere systeemanalyse Vroongronden op Schouwen 2007, A.P. Grootjans et.al. De grondwaterstanden zijn gemeten in een aantal raaien met grondwaterstandbuizen. Op dezelfde locaties zijn kalkprofielen gemonsterd. In een boorprofiel van meer dan anderhalve meter diep is om de twintig centimeter een kolom uit de boorprofiel van tien centimeter bemonsterd op kalkgehalte. Hiermee wordt de ontkalkingsdiepte per boorprofiel aangegeven. Vooral in de delen van de binnenduingraslanden waar regenwater infiltreert, is de ontkalkte laag dikker dan zestig centimeter. Dat is het binnenduingrasland wat grenst aan de waterscheiding en relatief hooggelegen is. Met dit onderzoek zijn kansrijke locaties gevonden voor het herstel van duinvalleivegetaties.
Uitdunning dennenbos Belangrijke zwaartepunten van de herstelmaatregelen in het kader van LIFE Duinen liggen in de Meeuwenduinen en de Boswachterij Westerschouwen. Het strak aangelegde karakter van de duinbebossing met zwarte dennen wordt geleidelijk veranderd door de randen van de boswachterij sterk uit te dunnen. Aan de westkant van de boswachterij is een viertal uitgestoven valleien helemaal vrijgemaakt van bomen en struiken.
Begrazing Meeuwenduinen In het kader van LIFE Duinen en in samenwerking met Natuurmonumenten worden de Meeuwenduinen samen met het Zeepe begraasd. Ongeveer 120 pony’s grazen nu in 500 hectare aaneengesloten duingebied. De dieren zullen het zand en de korstmosvegetaties in de valleien lostrappen en het duinriet begrazen.
Werkzaamheden Kop van Schouwen Uitdunnen t.b.v. loofbomen,
Boswachterij
Meeuwen-
Westerschouwen
duinen
40 ha.
bosranden lichten Duinvalleien vrijmaken van
12 ha.
opslag (zuidkant Boswachterij) Vergroten van
200 ha.
begrazingseenheid Tabel 2 Herstelmaatregelen van het LIFE herstelproject in de Kop van Schouwen (vervolg) Begrazingsonderzoek Grote valleien met uitsluitend wit zand en lange zuidhellingen zijn bijzondere plekken voor insecten. In de Meeuwenduinen komen bijzondere soorten loopkevers en bijen voor. Deze insecten kunnen in het losse zand eenvoudig gangen maken en zijn dus kwetsbaar voor vertrapping door grazers. Vóór de start van de begrazing van de Meeuwenduinen inventariseerden onderzoekers de insectenstand, het zogeheten 0-onderzoek. Daarna volgden zij de ontwikkeling van de insectenpopulatie in verschillende proefvlakken. Deze vlakken werden blootgesteld aan diverse begrazingsintensiteit om vast te stellen welk effect langdurige begrazing heeft. Omdat het Zeepe al vanaf 1983 begraasd wordt, is een optimale veldsituatie beschikbaar om de effecten van begrazing in open duinen te onderzoeken. Het onderzoek, waarin Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de stichting Bargerveen samenwerken, is gefinancierd door LIFE Duinen Eerste resultaten van het project Het project LIFEduinen zal dit jaar worden afgesloten. Na een jaar van voorbereidingen zijn de werkzaamheden in de Kop van Schouwen in 2006 tot en met zomer 2008 grotendeels uitgevoerd. Alleen de begrazing van de Meeuwenduinen is uitgesteld tot januari 2010, omdat meer tijd nodig was voor het 0-onderzoek naar insecten. Het begrazingsonderzoek wordt overigens voortgezet, ook nadat LIFE Duinen voltooid is. Plaggen en chopperen Om het succes van maatregelen als plaggen en chopperen in de binnenduinen vast te stellen is een periode van drie jaar na uitvoering (2006) te kort. Voor de keuze van de plaglocaties is gebruik gemaakt van de lessen die geleerd zijn bij onderzoek in de geplagde valleitjes (Monitoring Effectgerichte maatregelen Vroongronden op Schouwen H. Everts et.al. 1999). • Vanaf begin 1990 zijn door het plaggen van valleien de pioniervegetaties van zwakgebufferde milieus toegenomen. Het gaat hierbij om vegetaties van dwergbloem, liggend vetmuur, borstelbies en dwergzegge en een vegetatie van veelstengelige
•
•
•
•
waterbies. Binnen deze pioniervegetaties komt een aantal bijzondere soorten voor, zoals ondergedoken moerasscherm, liggend hertshooi, fraai duizendguldenkruid, drienervige zegge en armbloemige waterbies. De toename van oeverkruid en stijve moerasweegbree in de geplagde valleitjes duidt ook op hogere grondwaterstanden. In de periode van het begin van het plaggen zijn de valleien uitgekozen als plaglocatie waar moerasstruisgras, kruipwilg, zwarte zegge en duinriet toenamen. Op deze locaties is de toename van de invloed van regenwater ook te zien aan de stapeling van organisch materiaal in de bodem. Volledig herstel doet zich echter niet overal voor in de binnenduingraslanden. De meest spectaculaire ontwikkeling in de geplagde valleitjes vond plaats in de jaren 1998-2001. Dit was een natte periode. Grote delen stonden langdurig onder water. Mede hierdoor heeft een aantal basenminnende planten zoals parnassia, moeraswespenorchis, herfstbitterling, strandduizendguldenkruid zich kunnen vestigen. De echte schraallandgradiënt in de binnenduingraslanden van de Kop van Schouwen beslaat zones langs de hellingen die niet breder zijn dan een tot twee meter. Historische gegevens wijzen er sterk op dat schraalland tot het midden van de twintigste eeuw in de binnenduinen veel hoger op de gradiënt van de valleitjes voorkwam en waarschijnlijk ook een veel grotere oppervlakte besloeg dan nu. Geplagde valleitjes die hoog in de binnenduingraslanden lagen, herstellen het meest succesvol. De gebufferde vegetaties komen in valleitjes voor die dicht bij de waterscheiding in de binnenduingraslanden liggen. Hier werkt het doorstroomprincipe of het watervalsysteem het best en treedt er buffering in de valleitjes op door het kalkhoudende grondwater. Aanbeveling: grondwaterverhoging De herstelkansen voor gebufferde vegetaties in de Kop van Schouwen, zoals duinvalleivegetaties, maar ook duinblauwgrasland, worden versterkt door het verder verhogen van het freatisch grondwater. Hier ligt nog een opgave voor de betrokkenen bij het opstellen van het Natura 2000-beheerplan. Impulsen voor dynamiek Het project LIFE Duinen heeft, waar het gaat om dynamiseren van duinen, gezorgd voor een aantal stevige impulsen. Zo is de begrazingsoppervlakte van de binnenduingraslanden fors toegenomen. De vergrassing met duinriet wordt teruggedrongen als gevolg van jaarrondbegrazing door runderen. Dit is een beginstap om plaatselijk ook meer open duingebieden te creëren. De begrazing van de Meeuwenduinen en het Zeepe betekent een eerste aanzet om de duinen weer fors aan het stuiven te krijgen. Door de gedegen voorbereiding is het project onderdeel geworden van een landelijk onderzoek naar begrazing in de duinen. LIFE helpt herstel Het vliegwiel van het herstel van de Kop van Schouwen was al aan het draaien gebracht door de samenwerking tussen Provincie, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en het Waterschap Zeeuwse eilanden. LIFE Duinen heeft er een extra sterke slinger aan gegeven. Het internationaal waardevolle duingebied van de Kop van Schouwen verdient het om in het Natura 2000-beheerplan nog een extra ambitie op te nemen om het vliegwiel van herstel stevig door te laten draaien. Han Sluiter is ecoloog bij Staatsbosbeheer regio Zuid. Kees van der Meer is opzichter Kop van Schouwen bij Staatsbosbeheer.