Structurele samenwerking van sportverenigingen in de westhoek van Schouwen Duiveland

Structurele samenwerking van sportverenigingen in de westhoek van Schouwen Duiveland Inleiding Op initiatief van de verenigingen V.V. Renesse, ZSC ’62 en DFS bekijken afgevaardigden van die clubs de mogelijkheid om te komen tot een duurzame samenwerking op het gebied van jeugdvoetbal. Na een aantal gezamenlijke sessies in het voorjaar van 2011 is dit een analyse over de mogelijkheid tot samenwerking. Deze samenwerking moet duurzaam van aard zijn en minder vrijblijvend dan soortgelijke initiatieven in het verleden. Zowel voor de stuurgroep als voor de diverse werkgroepen hebben de deelnemende verenigingen afgevaardigden aangewezen (zie bijlage 1). De samenwerking heeft behalve voordelen ook nadelen. Het grote voordeel van de keuze van deelnemers is dat bij deze deelname het westelijk deel van Schouwen is vertegenwoordigd. Daartegenover staat dat de afstanden tussen de accommodaties van de deelnemers groter worden dan bij een twee aan twee samenwerking.

Doelstelling De doelstelling van de samenwerking is dat door samenwerking van de verenigingen we waarborgen dat de jeugd van Schouwen Duiveland (westhoek) de voetbalsport kan blijven beoefenen in de nabijheid van zijn woonplaats. Bij deze doelstellingen horen ook voorwaarden. De belangrijkste daarvan is dat de clubs alle drie hun zelfstandigheid behouden. Achterliggende gedachte hiervan is het behouden van de sociale cohesie van de dorpen en dan vooral voor de jeugd. Voor de jeugd is de sportvereniging een belangrijke (zo niet de belangrijkste) ontmoetingsplaats in de dorpen. Het clubhuis moet de functie van verzamelpunt/ plaats van sportactiviteiten blijven.

Historie Het initiatief om te komen tot samenwerking is niet nieuw. In de afgelopen jaren is al diverse malen getracht voorwaarden te scheppen om onze (jeugd) leden te laten samenspelen. Deze samenwerkingsverbanden waren steeds gebaseerd op het oplossen van acute problemen in een bepaalde leeftijdsklasse: Hoe kunnen we, ondanks een tekort aan leden in de leeftijdsklasse toch de leden in die leeftijdsklasse aan een competitie laten meedoen. Na verloop van tijd, als de nood geweken was, stopte het samenwerkingsverband en ging ieder voor zich verder. Op naar het volgende probleem. Deze samenwerking kende verscheidene vormen: 1. Samenwerking op voetbaltechnisch vlak bij nood van (één van) de verenigingen 2. Voetbal bij vereniging A / Training bij vereniging B 3. Voetbal en training bij één vereniging

2

Samenwerking jeugdvoetbal Westhoek Schouwen Duiveland m.i.v. seizoen 2012 -2013

De ervaringen waren over het algemeen positief. De jeugd zag de voordelen. Zij kenden elkaar al van de middelbare school en vriendschappen van de school zetten zich voort in de sportbeoefening. Dat er geen duurzaamheid in samenwerking was, is niemand te verwijten; de afspraken hadden een incidenteel karakter en de looptijd was beperkt.

Aanleiding De verschillende verenigingen hebben een goede aanwas van leden in de leeftijd van 6 tot 10 jaar. De D’s, E’s en F’s kunnen voldoende spelers op de been brengen (ook al door de mogelijkheid te spelen met zeventallen). Bij de C’s begint de bemanning van de elftallen op problemen te stuiten. De oorzaken voor de terugloop zijn divers. Wij noemen hier: 

Minder kinderen door achterblijvende woningbouw;



Leden haken af op 13e / 14e jaar door andere interesses en teruglopende sportiviteit, mede door de puberteit;



Andere sporten bereikbaar. Zaalsporten en individuele sporten komen in het vizier. Bij deze sporten zien we in deze leeftijdsklasse juist een toename van leden.



Elektronisch vermaak. (Spel)computers bieden een afleiding die minder energie kost en waar de jongeren toch hun uitdagingen in vinden.



Benodigd aantal spelers (14 per team) niet haalbaar. Als maar n et het aantal benodigde spelers gehaald wordt is er bij een enkele afzegging al een probleem met de bezetting. De keuze aan de vereniging is dan om óf dispensatiespelers in te zetten, óf met een onvolledige bezetting te spelen. Beide noodmaatregelen ervaren de jongeren als niet prettig en knagen aan hun motivatie.



De kwaliteit en het enthousiasme van de trainers dreigt terug te lopen. Het kan een oorzaak of een gevolg zijn dat trainers afhaken. Het afnemende enthousiasme van de jeugd maakt het trainen niet aantrekkelijker. Als dit leidt tot een afnemende energie bij de trainers dan heeft dat zijn weerslag weer op de groep. Kortom een negatieve spiraal.



Werk in de weekenden voor de jeugd. Baantjes om zakgeld te verdienen op de zaterdag nemen toe in populariteit.



Door scholen buiten de regio is de focus van de jeugd op de andere regio gericht. Als op latere leeftijd de jeugd verder moet reizen en eventueel op kamers gaat, brokkelt de binding met het dorp en daarmee ook met de vereniging af.



Beleving van voetbal neemt af. Het fanatisme in de sport wordt minder. Bij niets doen belanden we in een negatieve spiraal.



Positieve verschijnselen versterken elkaar, maar dat geldt ook voor een negatieve tendens; bij negatieve ontwikkelingen is verder afglijden een reëel gevaar. 3


Prognose voor komende jaren bij niet ingrijpen Ervaringen uit het verleden en beschouwingen van het heden geven een beeld tot nu toe, maar zijn geen maatstaf voor toekomstige ontwikkelingen. Toch hebben die ook een voorspellende werking naar de toekomst. Een trend heeft de neiging door te zetten, tenzij er een abrupte breuk is (te voorzien) de zogenaamde trendbreuk. Wij voorzien deze niet. Minder aanwas van leden, minder vrijwilligers, een verdere opkomst andere sporten en bezigheden is een reëel toekomstbeeld. Natuurlijk zijn en blijven er altijd jongeren die hun passie in de voetbalsport blijven vinden. De vraag is of zij bij niet ingrijpen ook voor onze verenigingen behouden blijven. We voorzien een verarming van de kwaliteit, mede omdat de talentvolle spelers elders hun heil zullen gaan zoeken, hetzij bij andere verenigingen op het eiland, hetzij bij talentinitiatieven als JOVZ e.d. Als we dit niet willen laten gebeuren zullen we iets moeten doen!

Oplossingsrichting Onze oplossing is tweeledig: samenwerken en vernieuwen. Samenwerking is het centrale thema van deze notitie en komt hierna ruimschoots aan bod. Met alleen samenwerken, komen we er niet; we lossen dan slechts een deel van onze problemen op.

Vernieuwing We zullen ook zaken anders moeten aanpakken en op een vernieuwende (lees aan de tijd aangepaste) wijze te werk moeten gaan om aantrekkelijk te blijven voor onze doelgroepen en nieuwe doelgroepen in hun behoeften aan te spreken. Voor de recreatieve groepen is dat het bieden van meer dan voetbal alleen. De clubs kunnen dat individueel aanpakken door hun sociale functie binnen de gemeenschap verder uit te bouwen. Voor de prestatieve jeugd is het samenwerkingsverband een aanknopingspunt aangezien voor hen de voldoening komt uit presteren. Bij vernieuwende ideeën kunnen we denken aan: 

Het opzetten van een voetbalschool, aangepast aan het niveau van deze groep. Het initiatief van DFS kan hiertoe verder worden verbreed, waardoor ook de oudere jeugd wordt uitgedaagd om mee te doen



Het verbreden van het aantal specifieke trainingen. Een keeperstrainer is bij veel verenigingen al een geaccepteerd fenomeen. Door specialistische trainingen te gaan verzorgen voor andere posities in het veld (spitsen, verdedigers, middenvelders), al dan niet ineen voor verschillende leeftijdsklassen, kan de kwaliteit worden opgekrikt en neemt ongetwijfeld het plezier in het voetbal toe.

4




Niet alleen de techniek is belangrijk, maar ook een goede kennis van de spelregels en van tactische concepten verhoogt de spelvreugde. Spelregelavonden en gastsprekers over tactiek zijn een aangename aanvulling op de trainingsprogramma’s.



Een gezamenlijke analyse van een (prof)wedstrijd (nationaal of internationaal) laat de spelers met elkaar praten over voetbal; een aspect dat steeds belangrijker wordt.



Het gezamenlijk aantrekken van trainers.

Voordelen van samenwerking Het aangaan van een samenwerkingsverband heeft voordelen voor zowel de verenigingen als de spelers. Naast de macro voordelen als het voortbestaan en de verhoging van de kwaliteit onderkennen we ook nog voor de verenigingen: 

Jeugd blijft ook als toekomstige senior behouden voor de verenigingen in de westhoek. Indien we de jeugd nu laten weglopen, komen zij zeker niet meer als senior terug bij de bron vereniging. De nieuwe entiteit heeft immers geen senior afdeling!



De beleving neemt toe door een gerichte training en onderlinge competitie, in wedstrijden en bij trainingen. De trainingen hoeven bij de prestatieve jeugd niet meer afgestemd te worden op de mindere, recreatieve spelers en andersom bij de recreatiegroepen niet meer op de betere spelers. Hierdoor zal uiteindelijk iedereen het beter naar de zin hebben.



Efficiënte inzet van afnemend aantal vrijwilligers. Het aantal vrijwilligers neemt af. Daardoor vragen we van de overblijvers steeds mee met als gevolg een hogere belasting en weer afnemend aantal. Om deze spiraal te doorbreken werkt de samenwerking drukverlagend voor het legioen aan goedwillende en veel tijd investerende vrijwilligers.



Kostenvoordeel ivm opleiding staf. Opleidingskosten zijn voor de verenigingen onontbeerlijk. Een samenwerking smeert de kosten uit over een grotere groep (overigens is daarvoor een samenwerking zoals hier beoogd niet persé noodzakelijk). Het zelfde geldt voor het delen van de kosten van trainers.



Mogelijke aanvulling van de eigen staf met betaalde trainers van buitenaf.

5


Voor de leden heeft de samenwerking ook nog een aantal specifieke voordelen naast de hiervoor genoemde die de leden in hun sporten natuurlijk ook zullen ervaren. 

De mogelijkheid om te sporten in de omgeving blijft behouden. Weliswaar zal het niet altijd mogelijk zijn in het eigen dorp te blijven sporten, maar wel dichtbij. Aangezien de gerechtvaardigde veronderstelling is dat meerdere spelers vanuit een vereniging in een team zullen gaan spelen, blijft die cohesie behouden.



We voorkomen dat er onvolledige elftallen in de wei staan. Het is nu helaas bij verschillende teams al zo dat bij een enkele afzegging een team onvolledig is. Het is frustrerend als je keer op keer moet spelen in een gemankeerd elftal. De resultaten zullen er dan ook zeker naar zijn.



Maximeren mogelijkheden tot prestatieve en recreatieve teams. Het spelen met gelijkgestemden en kwalitatief gelijkwaardige spelers verhoogt het spelplezier. Noch het altijd op de tenen lopen, noch het altijd uitblinker zijn is een bevredigende uitdaging. Door deze mogelijkheid om de niveaus te differentiëren kan ieder op zijn eigen niveau sporten.

Nadelen van samenwerking Er zijn weinig maatregelen die we kunnen treffen die louter voordelen hebben. Bij het nemen van een besluit over de toekomst menen we ook de nadelen in kaart te moeten brengen. Ook hier maken we een onderscheid tussen de nadelen voor de verenigingen en de nadelen voor de spelers. We voorzien dat de verenigingen vooral zullen aanlopen tegen: 

Frustraties bij bestuur en leiders door verandering van het verwachtingspatroon. Als je je bindt aan een vereniging en daarin veel tijd investeert doe je dat met een (ideaal)beeld. Of dat nu is de leefbaarheid in je dorp te behouden, de kinderen uit de buurt te faciliteren of het bijdragen aan de mogelijke profcarrière van je kinderen, er ligt altijd een doel ten grondslag aan je inspanningen. Door een samenwerking verdwijnt dat doel deels (er komt wel wat anders voor terug overigens)



Binding met de club wordt minder voor (jeugd)bestuurders en spelers. Iedereen moet in een groter verband gaan denken. Dat is niet voor iedereen weggelegd.



Weglopen van leden. Er ontstaan in een (duurzaam) samenwerkingsverband andere bindingen en vriendschappen. Die kunnen er toe leiden dat spelers na hun juniorentijd kiezen voor hun vriendschap in plaats van voor hun oorspronkelijke vereniging. Soms zal dat in het voordeel van de ene vereniging uitvallen, soms in het voordeel van de andere. Behalve aan vriendschappen kan een keuze ook liggen aan de mogelijkheden om in een bepaalde klasse te kunnen gaan spelen of op zaterdag dan wel zondag. Zolang dat een keuze is van de speler is, moet je dat accepteren. Ook nu al!

6




Het is mogelijk dat huidige leden persé geen deel willen uitmaken van een samenwerkingsverband, om welke reden dan ook. Een vertrek naar een andere vereniging kan dan het gevolg zijn. Dat is vervelend, maar het overkomt ons. Daar tegenover kunnen we stellen dat we, als we niets doen, met hetzelfde fenomeen te kampen krijgen, zij het om een andere reden.

Nadelen voor de leden kunnen ook aan het samenwerkingsverband kleven. In onze beleving wegen de voordelen hier ruimschoots tegenop, maar uiteindelijk is het de speler die de afweging zal maken. Als nadelen die de sporter kan ervaren noemen we hier: 

Niet meer om de hoek voetballen. Niet iedereen kan op de huidige locatie blijven spelen. De afstand tot de thuisbasis zal groter zijn, met alle gevolgen voor de verplaatsing van dien.



Spelers worden afhankelijker van ouders voor vervoer (nu kun je nog met de fiets; als de afstand groter wordt is dat niet altijd meer mogelijk). Voor een aantal ouders zal dit geen bezwaar zijn; anderen zijn hierover zeker niet positief. Overigens gaan veel jeugdleden nu ook al vanuit hun woonplaats naar school in Zierikzee op de fiets, in ieder geval een grotere afstand.

De samenwerking moet gericht zijn op minimale nadelen, doch iedere vorm zal nadelen met zich brengen. Het is de uitdaging om deze te minimaliseren. Een andere insteek is dat we moeten zorgen dat de voordelen ruimschoots de nadelen overtreffen. Al voldoen we naar ons inzicht aan deze doelstelling, dan nog zal iedereen daarover zijn eigen licht laten schijnen.

Missies van de verenigingen De missies van de verenigingen zijn lang niet altijd als zodanig omschreven. We praten natuurlijk niet over beursgenoteerde ondernemingen, maar over een vereniging met het doel dat deze (sportieve) ontspanning biedt aan de leden. Een van de verenigingen omschreef de huidige missie zelfs schertsend met: ‘zorgen dat we overleven’. De rode draad voor alle deelnemende verenigingen is: 

Clubgebouw is een (gezellige en veilige) ontmoetingsplaats en dat moet zo blijven



Prestatief hoort bij de sport, maar verlies het recreatieve aspect niet uit het oog



De vereniging is een sporten activiteitencentrum voor de kern

De missies die van de verschillende vereniging ter tafel zijn geweest, zijn onderling niet strijdig, hooguit verschillen sommige accenten. In een samenwerkingsverband zal er ook iets als een missie, doelstelling geformuleerd moeten worden. Dat kan een samenstel zijn van de huidige missies (zie boven), aangevuld met enkele specifieke aspecten voor de samenwerking: 

Overleving van het voetbal in de westhoek. We willen voorkomen dat er een uitstroom van jongeren komt naar andere delen van de gemeente resp. naar buiten de gemeente om de voetbalsport te gaan beoefenen. 7




Een keuze van de leden om prestatief dan wel recreatief te voetballen. Binnen het samenwerkingsverband moet het mogelijk zijn om zowel recreatief als prestatief te sporten. Voor het prestatieve team is een instelling en begaafdheid nodig die gerelateerd is aan de te leveren prestatie. Iedereen die dat wenst kan in een recreatief team spelen, ook de begaafde sporter die niet prestatief wenst te spelen.



Bevorderen van de samenwerking tussen de verschillende kernen. Spelers kennen elkaar veelal van de scholen. Dat brengt met zich dat zij elkaar ook buiten schoolverband ontmoeten. Op dit moment gebeurt dit nog niet zoveel tijdens het sporten. In de samenwerking zal deze ontmoeting veelvuldig gaan plaatsvinden.



Beter presteren door een bundeling van krachten op een bereikbaar niveau voor alle spelers.

Op welke gebieden werken we samen De samenwerking is gericht op jeugdleden in de junioren A, B, en C. Dit betreft zowel jongens als meisjes. Wellicht is het in de toekomst ook mogelijk de breedtesport in de opzet te betrekken. Omwille van de spoedige start en het gebrek aan kennis van de breedtesport kiezen we ervoor deze thans nog buiten beschouwing te laten.

Structuur Het samenwerkingsverband kent geen eigen leden. Iedereen die speelt is lid van één van de deelnemende verenigingen. Ledenwerving gebeurt niet vanuit het samenwerkingsverband. Mochten zich leden aanmelden dan verwijst het samenwerkingsverband hen naar de resp. verenigingen. Als leden van het samenwerkingsverband zijn slechts de deelnemende verenigingen aan te merken. Sociale activiteiten worden georganiseerd door de resp. verenigingen. Zij zijn er voor de binding van de leden met de eigen vereniging. In gezamenlijkheid kunnen wel spelgerelateerde activiteiten worden opgezet (voetbalschool, spelregelavonden, wedstrijdanalyses). Het moge duidelijk zijn dat hierin zeker ook een sociaal en gezelligheidsaspect zit, maar de link met voetbal is het voornaamste. Hierbij verdient genoemd te worden dat het een noodzaak is dat de kantines van de verenigingen op trainingsavonden geopend zijn voor spelers en begeleiders cq ouders Mocht een vereniging voor onverwachte en niet alleen op te lossen problemen komen te staan dan kan de samenwerking bijspringen. Als er voldoende vrijwilligers zijn dan is de tweede zorg het bevorderen van de deskundigheid. Door het verzorgen van interne opleidingen (scheidsrechters, grensrechters, leiders, trainers) brengen we het niveau van deze vrijwilligers op het vereiste peil.

8


Structuur en aansturing Anders dan bij een incidentele samenwerking, moet er bij een structurele samenwerking sprake zijn van een geformaliseerde structuur. Deze structuur moet als basis dienen voor de samenwerking en om inzichtelijk te maken waar de verantwoordelijkheden van de een ophouden en die van de ander beginnen. Uiteindelijk komen wij tot een volgend voorstel:

Het juniorenvoetbal wordt ondergebracht in een nieuwe Stichting/Vereniging met een nieuwe naam (gesuggereerd is FC Westhoek). Het bestuur van deze stichting/vereniging bestaat uit 3 leden (1 per deelnemende vereniging) en een onafhankelijk voorzitter. De spelers zijn leden van de verenigingen in de A, B en C leeftijd. De nieuwe vereniging/stichting heeft derhalve zelf geen leden! Mocht gekozen worden voor een vereniging dan zijn de leden de deelnemende verenigingen. Na de juniorentijd stromen de spelers terug naar de vereniging van herkomst. De nieuwe entiteit bepaalt de waarden en normen waaraan de leden zich dienen te houden. De stichting/vereniging wordt gefinancierd door de deelnemende verenigingen. Ons voorlopig voorstel is dat iedere vereniging een bedrag per ingebrachte junior bijdraagt plus een begeleider/vrijwilliger per … leden. De spelers blijven hun contributie aan hun huidige vereniging betalen en deze vereniging bepaalt zelf de hoogte van de contributie. Het niet af te dragen bedrag kan de vereniging aanwenden voor de eigen sociale en verenigingsactiviteiten. De hoogte van de bijdrage zal in een later stadium door een financiële commissie, in samenhang met een begroting, worden berekend en uiteindelijk door de resp. ledenvergadering worden vastgesteld.

9


Te verwachten vragen Het is te verwachten dat er aan het begin, maar ook in de loop van het project, talrijke vragen gesteld zullen worden. Deel zullen deze vragen een informerend karakter hebben, maar ook sluiten we niet uit dat de vorm van vraagstelling gebruikt gaat worden om het project een halt toe te roepen. Vooruitlopend op de te verwachten vragen hebben we een inventarisatie gemaakt van te verwachten vragen, onderverdeeld in emotionele, praktische en toekomstgerichte onderwerpen. Emotionele vragen en antwoorden De zorg over het voortbestaan van de eigen vereniging zal zeker een item zijn. In de voorgestane opzet blijven de verenigingsstructuren in stand. Leden van de vereniging van nu, blijven dat ook bij de samenwerking. Sociale activiteiten van de verenigingen blijven belangrijk (worden misschien nog wel belangrijker!). De verenigingen zullen wellicht wel wat meer moeite moeten doen om de jeugdleden aan zich te binden, maar je eigen vereniging blijft je eigen vereniging. Een item is dat jeugdleden wellicht afhaken omdat de afstand van huis naar vereniging (speelveld) groter wordt. Het is onmiskenbaar dat afstanden groter worden en dat leden dat minder prettig zullen vinden. Het is goed hierbij te bedenken dat bij niet samenwerken de afstanden nog groter zullen worden. Voor de deelnemende verenigingen staat de toekomst van het jeugdvoetbal op het spel. De opzet die we aan het voorbereiden zijn is niet gebaseerd op luxe. Het is zeer noodzakelijk om deze weg in te slaan voor de continuïteit van het jeugdvoetbal! Uiteraard zijn we wel aan het verkennen welke mogelijkheden er zijn om van de afstand minder/geen breekpunt te maken. De jeugd van de kernen is aan elkaar gehecht en vormt een dorpseenheid. Bij een samenwerking komen ook andere jongeren in de teams en kan deze eenheid verwateren. Op de middelbare scholen komen de jongeren elkaar ook iedere dag tegen en de onderlinge afstanden zijn op deze leeftijd kleiner dan we vermoeden. In de loop der jaren is de binding meer en meer gebaseerd op de gemeenschappelijke school en op het gemeenschappelijke uitgaansleven dan op het dorp. De rivaliteit tussen de dorpen is in onderlinge wedstrijden natuurlijk nog wel aanwezig, maar doet geen afbreuk aan vriendschappen die op school zijn ontstaan. Het is goed te bedenken dat de samenwerking een aanstekelijke werking zal hebben. De binding van school en uitgaan krijgt met de gezamenlijke sport een derde dimensie. Als we er in slagen een aantal kwalitatief goede (niet alleen speltechnisch maar ook samenbindend) teams neer te zetten zal dit ook ten goede komen aan verdraagzaamheid van de jongeren en aan de samenwerking van de dorpen in de toekomst. Met elkaar in plaats van tegen elkaar is het motto!

10


Praktische vragen Er zijn vele praktische vragen die in dit stadium niet kunnen (en willen) beantwoorden. We kunnen ze niet beantwoorden omdat daarvoor bij de afgevaardigden onvoldoende kennis in huis is. Er zijn trainers en leiders, deskundige vrijwilligers en professionele bestuurders die allen op hun eigen gebied meer ter zake doende kennis in huis hebben dan wij. Vragen van dien aard schuiven we dan ook door naar de uitwerkingsfase, startend in augustus 2011. We willen enkele vragen niet beantwoorden omdat de antwoorden, hoe die ook luiden, een voedingsbodem zijn voor emoties die het primaire proces verstoren. Natuurlijk is van belang waar een elftal gaat thuisspelen, onder welke naam aan de competitie wordt deelgenomen en in welk shirt de jeugd gaat spelen. Vervoer naar het ‘andere’ veld is een belangrijke vraag evenals de vraag wie de contacten met de bond gaat onderhouden. Voordat we daadwerkelijk van start gaan zullen op deze en vele andere praktische vragen antwoorden geformuleerd moeten worden. We roepen iedereen op om vragen van deze aard bij ons neer te leggen. Niet dat we ze direct kunnen beantwoorden, maar wel om deze tzt op de goede plaats te kunnen neerleggen. Een praktische vraag waarop wel op korte termijn duidelijkheid moet komen is de duur van de lopende sponsorcontracten. Welke contracten lopen nog door na het seizoen 2011 – 2012 en willen de sponsors doorgaan als de jeugd niet meer uitsluitend uit het eigen dorp voortkomt. Wat voorop moet staan bij deze operatie dat ze moet leiden tot een verhoging van de kwaliteit (speltechnisch, sociale cohesie en spelvreugde) bij de spelers en het kader. Toekomstgerichte vragen De doelstelling is en blijft dat de jeugd voor het voetbal tot en met de senioren voor het voetbal behouden blijft. Daarbij ligt het voor de hand dat de A junioren doorstromen naar de senioren van de eigen vereniging. Als de eerste teams van de deelnemende verenigingen in verschillende klassen uitkomen (2e, 3e, 4e zaterdag en vijfde zondagvoetbal) zou het zo maar kunnen dat jeugdleden voor een andere vereniging kiezen als ze over gaan naar de senioren. Dat zal niet anders zijn dan nu. Er is zeker een angst dat deze stap de eerste is in de richting van het samengaan van de verenigingen. Hierop kunnen we thans slechts aangeven dat dit niet de doelstelling is van deze operatie. Of dit scenario er in de toekomst al dan niet zal komen, kunnen wij niet voorzien. Onze doelstelling is de jeugd voor de voetbalsport te behouden door hen de mogelijkheid te bieden op Schouwen te blijven spelen. Zoals eerder aangegeven is onze aanpak er niet vanuit luxe, maar vanuit noodzaak. We voorzien bij het uitblijven van acties dat dit het einden voor een aantal (jeugd)verenigingen zal zijn! Een vraag die later zeker beantwoord moet worden is hoe we omgaan met het inpassen van jeugdspelers in eerste teams. De belangen die we daarbij in het oog moeten houden zijn evident (ontwikkeling speler versus belang van de club), maar waar de prioriteit moet liggen zal uit de discussie met de besturen en het jeugdkader en niet te vergeten de spelers moeten blijken.

11


Duur van het project Hoewel we ervan overtuigd zijn dat dit project niet anders dan een succes zal zijn, menen we er goed aan te doen op voorhand een evaluatiemoment in te bouwen en een kritische termijn te definiëren. Het is onmiskenbaar dat een project van deze omvang de tijd gegund moet worden om zich te bewijzen. Ook is het duidelijk dat je lopende het traject moet bezien of je op de juiste weg bent en of je nog steeds appelleert aan je oorspronkelijke doelstelling. Als dat niet zo is moet er een weg openstaan om verbeteringen in te brengen en in een uiterste geval uit de samenwerking te stappen, met alle gevolgen van dien voor alle deelnemers. Wij stellen voor een eerste evaluatie te houden na 2 jaar functioneren en na 3 jaar deze evaluatie in de verschillende besturen voor (dis)continuering te agenderen.

Uitwerking diverse onderdelen Financiën De inkomsten van de FC Westhoek bestaan uit inkomsten uit sponsorgelden en uit contributies. Hiermee beginnen we niet met een blanco situatie. Er zijn diverse sponsorcontracten afgesloten voor de jeugdelftallen. De contributies liggen voor de verenigingen DFS, SV Renesse en ZSC ’62 vast voor de jeugdleden. De FC Westhoek heeft daar op zich niets mee van doen, ware het niet dat de verenigingen uit hun contributie-inkomsten een bijdrage aan de FC Westhoek moeten doneren. Wellicht leidt dit tot aanpassing van de contributies bij één, enkele of alle verenigingen. Sponsorcontracten De jeugdsponsorcontracten lopen in het algemeen af, of zijn voor een volgend seizoen om te zetten. De bedragen van de sponsoring per team liggen nu alle rond de € 150 per team. Deze opbrengsten dekken nog maar nauwelijks de kosten van shirts. Het streven is er op gericht om één grotere (regionale) sponsor aan ons te binden voor een hogere bijdrage om meer dan alleen de shirts te financieren. FC Westhoek kan vermelding in programmaboekjes, nieuwsbrieven en wellicht reclameuitingen langs de velden worden aangeboden. Ook sponsoravonden en netwerkbijeenkomsten (B2B) behoren tot de mogelijkheden. Na fiattering van de voorstellen tot samenwerking in FC Westhoek vormen we een sponsorcommissie uit deskundigen van de drie verenigingen. Contributies De contributies van DFS en ZSC’62 liggen rond de € 100 per lid per jaar ; SV Renesse ligt daar met gemiddeld € 65 aanzienlijk onder. De bijdragen van de verenigingen aan de FC Westhoek bestaan uit een bedrag per lid per jaar. Als we ervan uitgaan dat alle kosten, verbonden aan lidmaatschap van de KNVB, wedstrijdgelden van de KNVB en bijkomende kosten door de FC Westhoek gedragen zullen worden betekent dit, afgaand op de voorlopige begroting (zie hierna), dat de verenigingen een bedrag van € 50 per jaar afdragen aan de FC Westhoek. Het restant van de contributie-inkomsten blijft bij de resp. clubs om verenigings-overheadkosten te dekken.

12


Afleggen verantwoording De FC Westhoek functioneert als een zelfstandige eenheid. Het bestuur van de FC legt verantwoording af aan de besturen van de afzonderlijke verenigingen. Het bestuurslid van de FC dat verbonden is aan de vereniging verwoordt de verantwoording namens de FC aan zijn eigen bestuur. De besturen van de verenigingen leggen alle verantwoording af aan de eigen ledenvergaderingen. Risocoparagraaf De risico’s van de FC zijn deels financieel, deels gelieerd aan gedrag. De financiële risico’s (bestuursaansprakelijkheid, blessurerisico’s met bijkomende medische kosten en risico’s bij vervoeren van leden) kunnen door verzekeringen worden afgedekt. Aan gedrag gelieerde risico’s zijn niet te verzekeren maar wel te beperken door het verplicht stellen van bijvoorbeeld een verklaring omtrent het gedrag van alle medewerkers van de FC te eisen.

13


Raming kosten FC Westhoek Bij de onderstaande begroting gaan we uit van 100 leden, een bijdrage van € 50 per jaar per lid van de verenigingen en het deelnemen aan de competitie van 7 teams. Begroting 2012 – 2013 UITGAVEN OPRICHTINGSKOSTEN INSCHRIJVING KNVB AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING JEUGDTRAINERS OPLEIDINGEN REISKOSTEN MATERIAALKOSTEN TEAMGEBONDEN BUDGETTEN WEDSTRIJDKOSTEN KLEDING COMMUNICATIE REPRESENTATIE BESTUURSKOSTEN KANTOOR

250 PM PM 3.000 1.000 2.500 <> 2.000 700 2.000 1.000 250 <> <> 12.700

INKOMSTEN KLEDINGSPONSORS CONTRIBUTIES KLEINE SPONSOREN AKTIVITEITEN JEUGD DIVERSE

2.000 5.000 3.500 1.500 700

12.700

De begroting van FC Westhoek wordt vastgesteld door het besuur van de FC en ter goedkeuring voorgelegd aan de besturen van de verenigingen. Aansprakelijkheidsverzekering wordt betaald door de verenigingen; Indien de FC deze verzekering moet gaan betalen zal de bijdrage van de verenigingen met een bedrag per lid worden verhoogd. Reiskosten zijn berekend voor vervoer door ouders, gebaseerd op € 0,20 per km. Het streven is een sponsor te vinden voor uitwedstrijden buiten de gemeente die deze kosten voor zijn rekening neemt. De kosten van kleding en sponsoropbrengsten van kledingsponsors vallen tegen elkaar weg. Materiaalkosten, bestuurskosten en kantoorkosten worden verdeeld over de verenigingen aangezien in roulatie bij iedere vereniging wordt getraind/gespeeld. Bij dreigende tekorten stelt de penningmeester van de FC Westhoek de verenigingsbesturen op de hoogte. Onverhoopte tekorten aan het eind van een jaar worden naar rato van het aantal ingebrachte leden over de clubs verdeeld.

14


Juridische Zaken en reglementen De Juridische vorm die is aangeraden door de Notaris is een Stichting. Aangezien een stichting geen leden kent zal iedereen die een functie vervult waarvoor een lidmaatschap van de KNVB is vereist lid moeten zijn van één van de deelnemende verenigingen en uitgeleend worden aan de FC. Dat geldt zowel voor (nieuwe) spelers als voor leiders, scheidsrechters,trainers, officials en commissieleden. Van welke vereniging men lid wordt staat eenieder vrij. (vrijheid van vereniging). Bij een vraag van een aankomend lid van welke vereniging hij het best lid kan worden is de geografische woonplaats leidend. Lopende verzekering van verenigingen blijven voor de spelers bij hun oorspronkelijke vereniging lopen. Daartoe is het wel noodzakelijk dat het bestuur van de FC zich buigt over de afstemming van deze verzekeringen. Mocht het noodzakelijk zijn dat de verzekeringen worden overgenomen door de FC dan zullen de verenigingen naar rato bijdragen in de kosten van de premies. De FC ontvangt een bijdrage per speler per jaar van de verenigingen. Bij wanbetaling van een lid is de vereniging verantwoordelijk voor de incasso van de contributie. Als een speler door de vereniging wordt geroyeerd vervalt daarmee automatisch zijn speelgerechtigdheid bij de FC. Het bestuur van de Stichting is ten alle tijden bevoegd een speler vanwege wangedrag tijdelijk te schorsen voor een periode van maximaal 3 maanden. Indien er een langere schorsing wordt voorgesteld of als er voor de FC aanleiding is de samenwerking met een speler te beëindigen vanwege zwaarwegende argumenten treedt het stichtingsbestuur onverwijld in overleg met het betreffende verenigingsbestuur. Boetes vanwege verwijtbaar wangedrag of het staken van een wedstrijd zullen in rekening worden gebracht bij de veroorzakers. Boetes tengevolge van niet opkomen van een team worden ten laste gebracht van het teamgebonden budget. Indien een begrotingsoverschrijding dreigt worden de verenigingsbesturen hiervan onverwijld in kennis gesteld door de Penningmeester. Organisatie De Stichting FC Westhoek kent een Raad van Toezicht en een dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur regelt de dagelijkse gang van zaken in de Stichting en neemt uit dien hoofde de besluiten die noodzakelijk zijn voor het waarborgen van de voortgang. De Raad van Toezicht staat op afstand en laat zich geregeld (3x per jaar) informeren over de gang van zaken. Bij het oplossen van conflicten is de RvT aangewezen als bemiddelaar en in laatste instantie als knopendoorhakker. Boven de RvT staan de besturen van de verenigingen.

15


Raad van Toezicht In de Raad van Toezicht hebben de voorzitters van de deelnemende verenigingen zitting. Zij kunnen zich laten vertegenwoordigen door een derde. De procedure om te komen tot het aanwijzen van zo’n derde is een zaak van de verenigingen. Tot de taken van de RvT behoren: 

Controle op het beleid van de Stichting



Verantwoordelijk voor de evaluatie



Bemiddelaar bij diepgaande conflicten

De leden van de RvT hebben van hun vereniging het mandaat om naar eer en geweten hun taken uit te voeren met een verantwoording achteraf aan de besturen van de verenigingen. Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur bestaat uit 4 leden en een onafhankelijke voorzitter. Het wordt benoemd door de besturen van de resp. verenigingen. De functies die vervuld worden zijn: 

Voorzitter: bij voorkeur onafhankelijk; is technisch voorzitter van het bestuur, heeft representatieve taken en onderhoudt de contacten met de pers.



Penningmeester: Regelt alle zaken met een financiële betrokkenheid. Is zowel verantwoordelijk voor de inkomsten (verenigingen, sponsors) als uitgaven. Staat in nauw contact met overheden als het gaat om subsidies.



Secretaris: is verantwoordelijk voor de verslaglegging van het bestuur, rapportage naar de RvT en de contacten met de KNVB. De secretaris vervangt de voorzitter bij een eventuele afwezigheid.



Facilitair bestuurslid: Heeft zicht op de dagelijkse gang van zaken en de praktische samenwerking tussen de drie clubs.



Bestuurslid Technische Zaken: Coördineert de inbreng van trainers en begeleiders en neemt bij tegenstrijdige voorstellen besluiten. Heeft contacten met de spelleiders, interne scouts en onderhoudt de contacten met de verenigingen als het gaat over de inbreng van pupillen bij de FC Westhoek.

De bestuursleden kunnen zich laten ondersteunen door kleine werkgroepen die zich bezighouden met deeltaken. In alle gevallen is het zo dat de inbreng van deze werkgroepjes slechts door toedoen van het bestuurslid in de vergadering van het Dagelijks Bestuur kunnen worden geagendeerd.

16


Technisch Beleid Voor het technisch beleid is een inventarisatie gemaakt van onderwerpen die in een later stadium (na besluitvorming door de ledenvergaderingen van de verenigingen) moeten worden uitgewerkt. In deze fase volstaan we met een opsomming van onderwerpen (met een summiere toelichting) die vóór de daadwerkelijke start (1 juli 2012) geregeld moet zijn. 

Doelstellingen verduidelijken De werkgroep gaat in op de waarden en normen die gaan gelden in de FC Westhoek. In een opsomming lijkt dit op het intrappen van open deuren, maar niets is minder waar. Zij vormen de basis voor iedere vereniging.



Het technisch deel van de organisatie en de technische verantwoordelijkheden Er is een verschil tussen de verantwoordelijkheden van de hoofdtrainer(s) en de trainers en begeleiders van de teams. Deze verantwoordelijkheden moeten vooraf aan eenieder duidelijk zijn om misverstanden te voorkomen. Duidelijk moet zijn waar verantwoordelijkheid van de één ophoudt en die van de ander begint.



Aanstelling en selectie van trainers Los van de selectie van spelers en/of speelsters is het ook van belang dat er zorgvuldig naar de selectie van trainers gekeken wordt. Selectie vindt plaats op basis van de volgende argumenten:   

Behaalde diploma’s; Aantal jaren ervaring als trainer/coach; Aantal jaren voetbalervaring.

Wanneer op basis van bovenstaande argumenten geen duidelijke keuze gemaakt kan worden ligt de uiteindelijke keuze bij hoofd jeugdopleidingen, in overleg met het bestuur van de FC Westhoek. Mochten er meer trainers zijn dan plaatsen is het goed te bedenken dat vrijwilligers vaak lastig te vinden zijn. Belangrijk is dan dat bij meerdere kandidaten er een transparante keuze gemaakt kan worden volgens de statuten van de Fusievereniging. Uiteindelijk moeten we met transparantie meer draagvlak te creëren voor de gemaakte en te maken keuzes. 

Trainingsaspecten Alle elftallen van de Fusievereniging zullen 2x in de week gaan trainen, zeker bij de hoogste jeugdelftallen zal dit niet anders kunnen zijn. Mocht er bijvoorbeeld bij de C3 te weinig animo zijn om 2x in de week te trainen, dan zal er gekeken kunnen worden naar een mogelijkheid om dit op te lossen, door bijvoorbeeld 1x in de week te gaan trainen of door combinatietrainingen met andere elftallen.

17


Naast de algemene trainingen zullen er ook een aantal specifieke trainingen worden opgezet. o

Keepers trainingen Voor keepers is het belangrijk dat zij ook een goede keepers training zullen krijgen, speciaal gericht op hen. Een keeper leert daar erg veel van. Daarom zullen er keepers trainingen plaats vinden, die op regelmatige basis terug zullen keren.

o

Techniek trainingen

Ook zullen er regelmatig techniek trainingen plaats vinden, dit om de junioren meer balgevoel te laten krijgen. Op een techniek training zullen spelers veel met een bal bezig zijn, en op een andere manier dan dat zij normaal op een training bezig zijn met een bal. o

Training van coach 1e elftal

Junioren kijken over het algemeen op tegen een speler of trainer uit een selectie elftal. Daarom is een training van een coach van 1 van de 3 eerste elftallen een welkome afwisseling, waar de junioren weer veel van kunnen leren.



Dilemma’s 

Vergoedingen hoofd jeugdopleidingen / betaling andere trainer Kwaliteit kost geld! Door betalingen mogen echter nooit scheve verhoudingen ontstaan. Betalingen moeten in relatie staan tot kwaliteiten en competenties en moeten transparant tot stand komen.

 Keuze locatie De keuze van de locatie is een belangrijk item. Om het half jaar door rouleren van de verschillende elftallen kan een goede keuze zijn. Zo krijgen alle verenigingen de verschillende elftallen onder hun hoede. Wel zal het zo moeten zijn dat ten minste één van de hoogste jeugdelftallen (C1, B1 of A1) op de verenigingen actief zullen zijn.  Verhouding vrijwilligers / spelers Er zal een bepaalde verhouding moeten zijn tussen het aantal spelers dat een vereniging inbrengt en het aantal vrijwilligers dat daar tegenover staat. Het is moeilijk te bepalen hoe deze verhouding zal moeten zijn, en op basis waarvan deze verhouding berekend zal worden. Ook dit valt onder de werkgroep organisatie, die hier een beter beeld van zullen hebben dan dat wij dat hebben op het moment.

18




Doorstroom A's naar senioren

Nadat de junioren de verschillende jeugdelftallen doorlopen hebben en klaar zijn om door te stromen naar de senioren, zal er een keuze gemaakt moeten worden door de spelers zelf. Natuurlijk zijn zij nog lid van hun eigen vereniging, maar het kan zo zijn dat zij de keuze maken om bij één van de andere verenigingen te gaan spelen. Hoewel we dat niet als wenselijk zien, zal er in de praktijk niets aan te doen zijn.



Selectiebeleid Binnen het selectiebeleid kan er onderscheid gemaakt worden tussen 3 hoofdstromen: o o o

Binnenkomst; Selectie D-pupillen eigen vereniging naar Fusievereniging; Doorstroming; Selecties C-, B- en A-junioren; Vertrek; Doorstroming senioren

Doel van selecteren Afhankelijk van het aantal teams per leeftijdsgroep worden een of meerdere teams beschouwd als prestatieteams. De doelstelling is om in ieder geval het hoogste team per leeftijdsgroep als prestatieteam te beschouwen. Hiervoor is belangrijk zaak dat er met aandacht voor het individu, zorgvuldig en transparant geselecteerd wordt. Met het selecteren van jeugdspelers wordt beoogd om iedere jeugdspeler de mogelijkheid te bieden om op zijn/haar niveau plezier te hebben en zich verder te ontwikkelen als voetballer.

Uitgangspunten selecteren: o Het spelen van voetbal op je eigen spelniveau is leuker en leerzamer, dan wekelijks onder of boven je niveau te moeten spelen. Belangrijk is dat een speler voldoende uitdaging en plezier heeft. Het is niet uitgesloten dat spelers vervroegd doorgeschoven worden om de uitdaging te vergroten. Ook hier geldt aandacht voor individu, zorgvuldig en transparant. o Er zal rekening worden gehouden met de fysieke en geestelijke kwaliteiten en eigenschappen van de speler. o Jeugdspelers die zich tijdens het seizoen sterk ontwikkelen krijgen de kans om in een hoger team c.q. een hogere afdeling te gaan trainen en spelen. o Bij niet-selectieteams kan, naast kwaliteitscriteria en ontwikkeling ook worden ingedeeld naar eigen voorkeur (woonplaats, voorkeur spelers, voorkeur ouders). Selectie vindt over het algemeen plaats op basis van: o o o o 19

Voetbalkwaliteiten; Trainingsinzet; Gedrag en motivatie; Volgens het selectiemodel Samenwerking jeugdvoetbal Westhoek Schouwen Duiveland m.i.v. seizoen 2012 -2013

Per fase (binnenkomst, doorstroming en vertrek) zijn er een aantal aandachtspunten te benoemen. De aandachtspunten worden kort benoemd in de volgende paragraven. Hoofd jeugdopleidingen In elke fase zal het hoofd jeugdopleidingen een belangrijke stem hebben in het bepalen van de selecties. Het hoofd jeugdopleidingen dient bij voorkeur geen ‘verleden’ te hebben bij een van de ‘moederverenigingen’ om een onafhankelijke keuze te kunnen maken.

Binnenkomst; Selectie eerstejaars C-junioren Met de selectie van eerstejaars C-junioren wordt bedoeld de selectie van de tweedejaars Dpupillen van de 3 eigen verenigingen die in aanmerking komen voor doorstroming naar de Fusievereniging. Elk kalenderjaar zullen er nieuwe D-pupillen de Fusievereniging binnen treden. Voorafgaande aan binnentreden dient er al een globale scouting te zijn geweest van de nieuwe leden (volgens het selectiemodel). Hierbij is er per aankomend lid een globaal profiel opgesteld. Op basis van het globale profiel kan in het voorjaar een voorlopige selectie samengesteld worden voor het volgende voetbalseizoen. Om de definitieve selecties vast te stellen organiseren we voor de nieuwe eerstejaars C-junioren en de tweedejaars C-junioren een gezamenlijk, onderling toernooi. Het toernooi heeft naast een sportief doel ook een zeer belangrijk sociaal doel/aspect. Op het onderlinge kennismakings- en selectietoernooi kan aan de hand van de voorlopige selectielijst en de globale profielen per lid een ‘definitieve’ selectie worden samengesteld. Definitief betekent niet voor het gehele seizoen, zie ook de algemene uitgangspunten voor selecteren.

Doorstroming; Selectie C-, B-, en A-junioren De doorstroming van C-junioren naar B-junioren en B-junioren naar A-junioren verloopt volgens het selectiemodel.

Vertrek; Doorstroming senioren De doorstroming van A-junioren naar senioren gebeurt in op basis van leeftijd. In sommige gevallen (veel kwaliteit, veel motivatie) kan het voorkomen dat A-junioren eerder in aanmerking komen voor doorstroming naar de senioren, hetzij incidenteel hetzij permanent. o Incidentele doorstroming. Een lid van de FC Westhoek mag alleen uitkomen voor een senioren elftal van de ‘moedervereniging’. Hierbij geldt een belangrijke voorwaarde, het jeugdteam van de Fusievereniging heeft prioriteit en deze doorstroming kan alleen na overleg met de desbetreffende (jeugd)trainer(s)

20


o Permanente doorstroming. Het kan voorkomen dat een jeugdlid vanwege gebrek aan uitdagingen vervroegd permanent door wil stromen naar de senioren. Voorzover dit al wenselijk is, geldt wel een belangrijke voorwaarde, aandacht voor het individu. Elk lid is er een, voorkomen dient te worden dat een lid stopt met voetballen of bij een andere vereniging (anders dan de ‘moederverenigingen’) gaat voetballen.

Selectiemodel Hieronder volgt een aanzet voor het selectiemodel dat geldt voor alle leeftijdsgroepen.

stap

Wie

wanneer

1

Uitreiken evaluatieformulieren aan trainers en leiders

Hoofd jeugdopleiding

eind november

2

Invullen evaluatieformulieren

Trainers/leiders

voor kerst

3

Grove, eerste inschatting in indeling teams. Opstellen gerichte scoutingopdrachten


medio januari

4

Uitvoeren scoutingopdrachten

Trainers/leiders

januari maart

5

Uitreiken tweede evaluatieformulieren aan trainers en leiders


eind februari

6

Invullen evaluatieformulieren

Trainers/leiders

eind maart

7

Concept inschatting in indeling teams. Opstellen gerichte scoutingopdrachten


begin april

8

Algemene bijeenkomst trainers/leiders/hoofd jeugdopleiding bespreking concept selecties

Allen

medio april

9

Op basis van de resultaten van de bijeenkomst (stap 8) vaststellen definitieve selectie ***.


mei

***

21

Omschrijving

Voor de eerstejaars en tweedejaars C-junioren wordt ook een kennismakings- en selectietoernooi georganiseerd.


Mogelijk kan in de loop van de jaren minder strak omgegaan worden met het selectiemodel. Zeker in het begin van de FC Westhoek passen we het selectiemodel strikt toe om de doelstellingen (aandacht voor individu, zorgvuldig en transparant) te bewaken. De volledige tekst en inhoud van de inbreng van de technische commissie zullen ter hand gesteld worden van het bestuur van de FC Westhoek met het verzoek deze door te geleiden naar de te vormen technische commissie.

Communicatie Het neerzetten van een plan en het opzetten van een organisatie kunnen niet zonder daarvoor draagvlak te hebben bij de betrokkenen. Bij het verwerven van draagvlak is de communicatie met de ‘binnenwereld en buitenwereld’ van groot belang. Het leggen en onderhouden van contacten met ouders en spelers is vanaf nu een prioriteit. Op korte termijn gaat een collectief schrijven uit via de bestanden van de verenigingen. Ook al omdat de spelers lid blijven van hun huidige vereniging zal dit gebeuren uit naam van en met het logo van de vereniging. Deze werkgroep legt de voorstellen voor de communicatie voor aan het bestuur van de Stichting (voorlopig: stuurgroep). De tekst wordt vastgesteld en aangeboden aan de besturen. Hen wordt verzocht voor verspreiding zorg te dragen. De werkgroep adviseert om de informatie te verstrekken via de sites van de verenigingen, per mail en door het uitreiken c.q. ter beschikking hebben in de kantines. Om tot een gedragen besluit te komen op de ledenvergaderingen zullen we het proces kernachtig uitleggen en de ouders ervan overtuigen dat hun aanwezigheid en stem bij het vormen van de FC van groot belang is. Een goede manier om zaken ‘tussen de oren’ te krijgen is de weg via de pers. Het moment waarop de pers benaderd zal worden is altijd arbitrair. Wij kiezen er vooralsnog voor om de communicatie via de pers pas te laten ingaan na het akkoord van de ledenvergaderingen. Pas op dat moment zetten we ook grootschalig de informatie via sites en internet in. Interne communicatie is, naarmate de omvang van het spelersbestand toeneemt en de locaties verder van elkaar liggen, kwetsbaar. Afgesproken communicatiemomenten merken we aan als bindend. De werkgroep communicatie heeft ideeën over het nader bepalen van de naam van de stichting. De stuurgroep tilt dit naar een latere fase waarvoor de regie bij het nieuwe bestuur ligt. Alsdan komen ook essentiële zaken als de keuze van clubkleuren aan de orde.

22


FC WESTHOEK

Werkgroep Organisatie: Michel Fennet – SV Renesse Tony Warrenaar - DFS Emiel Dalebout – SV Renesse Sander Vaane – ZSC62 Stuurgoep : Ed Adelaar – DFS Hans Erkelens – ZSC62 Frans Dudok – SV Renesse Gerard Verhoek – ZSC62 Michel Fennet – SV Renesse Ton Croné – DFS

Werkgroep Techniek: Gerard Verhoek - ZSC 62 Cor Monster – DFS Krispijn de Jonge – Renesse Jos Kristelijn - ZSC 62

Werkgroep Communicatie: Juridische en regeltechnische zaken: Hans Erkelens - ZSC62 André Reijnhout - DFS Tom Petiet - ZSC62 Ron Segboer – SV Renesse

Ed Adelaar – DFS Jeroen Dalebout – DFS Ron Segboer – SV Renesse Maarten Kempen – SV Renesse Justin Vaane – ZSC62 Werkgroep Financiën: Frans Dudok - Renesse Sabine Adelaar – DFS Arno de Jonge - ZSC62

Correspondentieadres: Ringdijk 4 4322TC Scharendijke 06 -1251.7888 [email protected]

23


Structurele samenwerking van sportverenigingen in de westhoek van Schouwen Duiveland

Recommend Documents