Module Bodem Onderdeel van het milieubeleidsplan Gemeente Schouwen-Duiveland
Colofon Uitgever Teksten Redactie Foto’s Lay-out Drukwerk
: : : : : :
gemeente Schouwen-Duiveland 2010 afdeling Ruimte en Milieu Tekst- & Vertaalbureau Paula Koster (www.paulakoster.nl) afdeling Communicatie afdeling Facilitaire Ondersteuning
Vastgesteld tijdens de raadsvergadering van
Inhoud 1. Inleiding
5
1.1 Opbouw Milieubeleidsplan
5
1.2 Opbouw Module Bodem
5
2 Analyse
9
2.1 Begripsomschrijving /-afperking
9
2.2 Beleid & wet- en regelgeving
9
2.2.1 Europees
9
2.2.2 Landelijk
9
2.2.3 Provinciaal
12
2.2.4 Gemeentelijk
12
2.3 Nieuwe ontwikkelingen
13
2.3.1 Provinciaal
13
2.3.2 Gemeentelijk
13
2.4 Knelpunten
15
2.5 Kansen
16
3 Beleidsvisie 3.1 Duurzaamheidmatrix
19 19
4 Beleidsdoelstellingen
25
4.1. Strategische doelen tot 2030
25
4.2 Meetbare doelen periode 2010—2013
25
4.3 Monitoring (= observatie)
26
4.3.1 Meetpunten
26
4.3.2 Evaluatiemomenten
27
5 Uitvoeringsprogramma
29
6 Samenvatting
39
4
Inleiding
1
Een schoon milieu draagt bij aan de kwaliteit van het leven en is onmisbaar voor de gezondheid en veiligheid van de mens. Schouwen-Duiveland wordt gezien als een schoon, natuurrijk eiland waar rust, ruimte, stilte en duisternis nog volop aanwezig zijn. Economisch en toeristisch gezien zijn dit belangrijke kwaliteiten. Om deze en andere kernkwaliteiten van Schouwen-Duiveland te behouden en - waar dat nodig en mogelijk is - te verbeteren, is het belangrijk om kaders te stellen waarbinnen bestaande en nieuwe ontwikkelingen/activiteiten mogen plaatsvinden. De gemeente Schouwen-Duiveland geeft hiermee invulling aan het lokale milieubeleid. Daarmee behartigt de gemeente niet alleen de milieubelangen, maar levert zij ook een positieve bijdrage aan de werkgelegenheid, bedrijvigheid, recreatie en het toerisme op het eiland. De gemeente werkt haar lokale milieubeleid uit in een milieubeleidsplan. Hierin staat beschreven welke milieudoelen binnen welke periode moeten worden bereikt en op welke manier. Het geeft bedrijven en burgers houvast over wat zij in de toekomst aan maatregelen kunnen verwachten.
1.1
Opbouw Milieubeleidsplan
Het vakgebied milieu omvat verschillende onderwerpen. Door het grote aantal verschillende onderwerpen bestaat het risico dat het activiteitenpakket al snel onoverzichtelijk wordt. Daarom is er voor gekozen het nieuwe milieubeleidsplan per milieuonderwerp te beschrijven. Elk onderwerp wordt apart behandeld en bij elk onderwerp is er aandacht voor visie, doelstellingen en uitvoeringsprogramma. Zo’n apart geheel noemen we een module. Elke module heeft een looptijd van 4 jaar en binnen deze periode wordt gewerkt aan het bereiken van de gestelde doelen. De volgende modules vormen samen het nieuwe milieubeleidsplan: • Afval • Bodem • Energie & Klimaat • Externe Veiligheid • Geluid & Stilte • Geur, Veehouderijen & Bedrijven • Groen, Natuur & Landschap • Licht & Duisternis • Luchtkwaliteit • Milieu, Bedrijven & Zonering • Water De modeles Geluid & Stilte, Externe Veiligheid, Licht en Duisternis, Water, Milieu bedrijven en zoneringen, Luchtkwaliteit en Bodem zijn gereed. De kracht van een modulair milieubeleidsplan is dat de modules apart zijn vastgesteld, en zonodig apart kunnen worden aangepast aan de situatie van dat moment. Er hoeft niet te worden gewacht tot alle onderwerpen zijn uitgewerkt. Daardoor kan beleid sneller worden in- en uitgevoerd. Per module is er ook ruimte voor discussie en diepgang. Het proces en de inhoud van de verschillende milieuonderwerpen komen op die manier het best tot hun recht; er raken geen onderwerpen door tijdsdruk in de verdrukking. Het milieubeleid kan in overzichtelijke porties worden omschreven en de aanpak per module brengt duidelijkheid en rust in de uitvoering. Een onderwerp dat in de ene module niet aan bod komt, wordt op een later moment in een van de volgende modules opgepakt.
1.2
Opbouw Module Bodem
De module die voor u ligt omvat het langetermijnbeleid van de gemeente Schouwen-Duiveland voor het onderwerp Bodem. Die termijn betreft de periode tot 2030. Tijdens de uitwerking moeten de gewenste
5
resultaten zo scherp mogelijk in beeld blijven. Daarom worden in deze module ook de doelstellingen voor de periode 2010 – 2013 tot in detail omschreven. De module is als volgt opgebouwd:
Beleid & Wet en -regelgeving – Wat zijn de kaders waarbinnen we moeten blijven? Voor de uitvoering van het milieubeleid maakt de gemeente gebruik van bestaand beleid & wet- en regelgeving. Ongeveer 0% van het landelijke milieubeleid is een vertaling van eisen die vanuit de EU worden gesteld. Is de Europese regelgeving eenmaal vertaald in landelijke regelgeving, dan zijn we als gemeente verplicht hiermee te werken. Voor het onderwerp bodem bestaan er op Europees niveau weinig regels en wetten. Maar op landelijk niveau bestaat er juist veel wet- en regelgeving. Met name voor wat betreft bodemsanering. Dat betekent dat er voor de gemeente op dit vlak weinig ruimte is voor het ontwikkelen van eigen beleid. Maar bekijken we het onderwerp bodem in zijn algemeenheid, dan zien we dat er flink wat terreinen zijn waarvoor de landelijke overheid de gemeente nog vrij weinig regels heeft opgelegd. Hier heeft de gemeente dus duidelijk wel de mogelijkheid een eigen beleid te bepalen. Met deze module geven we hiertoe een invulling. In hoofdstuk 2 geven we aandacht aan bestaand bodembeleid en regelgeving.
Beleidsvisie – Wat is ons toekomstbeeld? Waar willen we naartoe werken? Een beleidsvisie ontstaat niet van vandaag op morgen en is niet vastomlijnd of onveranderlijk. In feite is het een zich stap voor stap ontwikkelend inzicht, waarbij tijdens een bepaalde periode gekeken wordt naar de problemen en kansen die zich voordoen. Het formuleren van een visie helpt bij het beantwoorden van vragen als Waar liggen de wensen, Welke zaken vragen nu om actie om een bepaald doel op de lange termijn te bereiken en Welke doelen bieden de meeste kansen en zijn beleidsmatig of politiek gewenst. Een beleidsvisie is een vast punt aan de horizon dat de gemeente helpt bij het bepalen van de juiste richting. De visie die voor deze module is geformuleerd, voldoet aan de principes van duurzame ontwikkeling. Bij duurzame ontwikkeling komen ecologische, economische en sociale belangen bij elkaar. Het is de bedoeling dat zowel de huidige als toekomstige generaties kunnen profiteren van onze inspanningen om zuinig om te gaan met onze planeet. Duurzame ontwikkeling houdt in dat de ecologische, economische en sociale belangen met elkaar in evenwicht zijn. Dit duurzaamheidprincipe noemen we ook wel de drie P’s, in het Engels Triple P: People (sociaal), Planet (ecologisch) en Profit/Prosperity (economisch). De gemeente Schouwen-Duiveland streeft naar harmonie tussen deze drie P’s; hier en nu in SchouwenDuiveland, maar ook in de rest van Zeeland en in Zuid-Holland. In hoofdstuk 3 is een beleidsvisie geformuleerd, waarbij de visie is afgezet tegen de duurzaamheidprincipes.
Doelstellingen - Wat willen we bereiken, en wanneer? Doelstellingen zijn nodig om een geformuleerde visie in praktijk te brengen. In de module wordt gewerkt met strategische en meetbare doelen. Strategische doelen zijn algemene langetermijn doelstellingen tot het jaar 2030. Meetbare doelen zijn resultaatgerichte doelstellingen die binnen een periode van 4 jaar worden uitgevoerd. Deze meetbare doelen helpen ons te bepalen of de genomen stappen ons dichterbij, of juist verder van ons doel af brengen. In Hoofdstuk 4 vertalen we de duurzame beleidsvisie naar strategische en meetbare doelen, inclusief een aantal meetpunten waarmee we de voortgang kunnen observeren.
Uitvoeringsprogramma – Wat gaan we doen om het doel te bereiken? Om de geformuleerde doelen te bereiken, moet er een aantal activiteiten worden opgestart en uitgevoerd. Het uitvoeringsprogramma geeft per thema een overzicht van deze activiteiten. Bij elke activiteit is aandacht voor het doel, de rol van de gemeente, de externe partijen waarmee de gemeente de activiteit
wil uitvoeren, het betreffende gebied en een tijdsplanning. In hoofdstuk 5 zijn de daadwerkelijke acties en maatregelen voor het behalen van de doelen uitgewerkt.
Samenvatting Hoofdstuk is een samenvatting van bovengenoemde hoofdstukken en biedt u als lezer in een oogopslag wat de hoofdlijnen zijn binnen de module Bodem.
Ontwatering slibdepot
Analyse
2
2.1 Begripsomschrijving /-afperking In deze module bespreken we het onderwerp bodem. We gebruiken de bodem om op te leven en van te leven. We bouwen er huizen op, leggen er wegen op aan, bewerken de bodem en gebruiken de grond. Daarnaast verbouwen we gewassen op de akkers en gebruiken we de bodem als (energie)opslagplaats. Kortom, de bodem speelt een rol bij alles wat we doen en is dus een belangrijke levensvoorwaarde. Daarom beschermen we de bodem tegen verontreinigende stoffen, gaan we voorzichtig om met kwetsbare gebieden en maken we de bodem als deze vervuild is zo goed mogelijk schoon. Maar het nieuwe bodembeleid van onze gemeente gaat veel verder dan alleen het aspect kwaliteit. Het idee is om het onderwerp bodem op zo veel mogelijk vlakken aandacht te geven. Dit doen we door het opstellen van een beleidsvisie waarin verschillende bodemthema’s een plaats krijgen. Afhankelijk van het belang voor onze gemeente gaan we meer of minder in op een bepaald bodemthema.
2.2 Beleid & wet- en regelgeving 2.2.1 Europees
Kaderrichtlijn Bodem Op dit moment maakt de bodembeschermende regelgeving binnen Europa nog deel uit van diverse wetten voor natuur en milieu. Een Kaderrichtlijn Bodem is in de maak, maar heeft momenteel binnen de EU nog onvoldoende draagvlak. In de kaderrichtlijn komen aparte regels voor bodembeheer. De Europese Unie onderscheidt acht belangrijke bedreigingen voor de Europese bodem: • Bodemverontreiniging • Erosie • Verzilting • Verlies van organische stof • Bodemafdekking • Afname van biodiversiteit • Overstromingen • Aardverschuivingen
Grondwaterrichtlijn In 200 is de Grondwaterrichtlijn vastgesteld. In deze richtlijn zijn kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen voor het grondwater vastgelegd, en dan vooral voor een aantal zogenoemde beschermde gebieden; Natura-2000 gebieden bijvoorbeeld, en gebieden waar drinkwaterwinning plaatsvindt. 2.2.2 Landelijk
Wet bodembescherming De Wet bodembescherming is het wettelijke raamwerk voor het bodembeleid. Op 1 januari 200 is deze wet gewijzigd. Reden daarvoor was het grote aantal verontreinigde locaties. Zonder aanpassing van het beleid zou het schoonmaken van de Nederlandse bodem nog zeker honderd jaar hebben geduurd. De nieuwe regels moeten er voor zorgen dat de problematiek rond bodemverontreiniging in ongeveer vijfentwintig jaar onder controle is. Dit kan worden bereikt door bodemsaneringen beter aan te laten
sluiten bij de maatschappelijke ontwikkelingen. Uiteindelijk moet er een effectiever bodembeleid ontstaan. De Wet Bodembeleid bestaat uit een drietal regelingen: 1. Een regeling voor de bescherming van de bodem. Daarin is de plicht voor veroorzakers opgenomen dat ze alles wat zij aan verontreiniging hebben bijgedragen ook weer moeten verwijderen 2. Een regeling voor de aanpak van bodemverontreiniging op het land 3. Een regeling voor de aanpak van bodemverontreiniging in de waterbodem Verder bevat de wet nog een uitgebreid financieel hoofdstuk. Daarnaast is aan de wet een aantal besluiten met algemene regels gekoppeld. Hiervan is het Besluit bodemkwaliteit een van de belangrijkste.
Besluit bodemkwaliteit Het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) en de bijbehorende Regeling bodemkwaliteit zijn sinds 1 juli 200 volledig van kracht. Het Besluit bodemkwaliteit stelt regels voor de toepassing van grond, baggerspecie en bouwstoffen in bodem of oppervlaktewater. Het besluit vervangt onder meer het Bouwstoffenbesluit. In tegenstelling tot andere besluiten beschrijft het Besluit bodemkwaliteit zowel algemene als specifieke beleidspunten. In de meeste situaties zal het algemene beleid afdoende zijn. Het specifieke beleid kan worden toegepast als er maatwerk noodzakelijk is. In het Besluit bodemkwaliteit staan onder andere algemene regels voor: • het verspreiden van baggerspecie op aangrenzende percelen • tijdelijke opslag • grootschalige bodemtoepassingen • kwaliteitsborging Het Besluit bodemkwaliteit heeft invloed op alle projecten waarbij grondverzet plaatsvindt. Bodemfunctie en bodemkwaliteit spelen een grote rol binnen het besluit. De informatie hierover moet worden vastgelegd op kwaliteits- en functiekaarten, met daarbij een nota bodembeheer.
Woningwet Ieder bouwproject krijgt te maken met de Woningwet. In de Woningwet staan diverse regels die verwijzen naar de ondergrond. Een van de belangrijkste regels is artikel . Dit artikel verwijst naar de bouwverordening, die voorschriften bevat voor het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem. Deze voorschriften hebben betrekking op het verrichten van bodemonderzoek naar de aard en de mate van verontreiniging. Heeft men vastgesteld dat de bodem ongeschikt is voor de bouw, dan zijn in de meeste gevallen saneringsmaatregelen noodzakelijk. Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) gaat de bouwvergunning over van de Woningwet naar de Wabo en wordt deze geïntegreerd in de omgevingsvergunning.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Net als bij de Woningwet bevat de WABO regels die ontwikkelingen op verontreinigde grond tegengaan. Een vergunning mag pas worden afgegeven als de bodem op de te ontwikkelen locatie daar geschikt genoeg voor is. Via artikel .2.c wordt de koppeling gemaakt met de Wet bodembescherming.
10
Wet milieubeheer De Wet milieubeheer (Wm) omvat algemene regels voor diverse onderwerpen, zoals: • stoffen en afvalstoffen • handhaving • openbaarheid van milieugegevens • beroepsmogelijkheden In de Wm staan de algemene regels voor het milieubeheer. Ook in de Wm worden meer specifieke regels uitgewerkt in besluiten. Een voorbeeld daarvan is het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (BARIM). Voorzieningen die bedrijven moeten treffen om de bodem te beschermen, zijn vooral gebaseerd op de Nederlandse richtlijn bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (NRB). De NRB ondersteunt de afwegingsprocedures rond mogelijke vormen van bodembescherming bij bodembedreigende bedrijfsactiviteiten. Op dit moment wordt de NRB geactualiseerd. De verwachting is dat de nieuwe NRB in het najaar van 2010 wordt gepubliceerd.
Opslag van bodembedreigende stoffen
Activiteitenbesluit (BARIM) Op 1 januari 200 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (BARIM) in werking getreden. Daaraan is een bijbehorende Regeling gekoppeld. Het voormalige Besluit opslaan in ondergrondse tanks (BOOT) is door de BARIM komen te vervallen. Voorschriften voor het opslaan van vloeibare brandstof en afgewerkte olie in (ondergrondse) opslagtanks hebben sinds 200 een plaats in het Activiteitenbesluit.
Landsdekkend beeld Het landsdekkend beeld is een gezamenlijk project van het Rijk, provincies en gemeenten. Doel is het in kaart brengen van alle aanwezige bodemverontreiniging in Nederland. Het project komt voort uit het derde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP3). Sinds 2004 maken provincies en gemeenten een inventarisatie van alle (mogelijk) verontreinigde locaties. Op basis hiervan onderneemt men actie om de verontreiniging te verwijderen. Spoedeisende locaties worden als eerste aangepakt. Uiterlijk 2030 moeten deze locaties zijn gesaneerd of in een beheersbare ofwel controleerbare situatie verkeren.
11
Convenant bodem In 200 is het Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties ondertekend. Het convenant moet leiden tot een duurzaam gebruik van de ondergrond, met behoud van de kwaliteit. Verder streeft men met het nieuwe bodembeleid naar een optimale samenwerking en afstemming tussen verschillende beleidsdoelen, voor onderwerpen als: • energie • water • biodiversiteit • bodem • ruimtelijke ontwikkeling Voor een aantal acties is het Rijk de partij die het initiatief neemt. De precieze invulling vindt meestal plaats op lokaal en regionaal niveau. 2.2.3 Provinciaal
Stimuleringsprogramma 2009 - 2013 In het stimuleringsprogramma krijgt duurzaam bodemgebruik een centrale rol. Dit wordt uitgewerkt in ‘t Zeeuws Bodemvenster. De missie van ‘t Zeeuws Bodemvenster is het op gang brengen van een effectief leerproces: we moeten leren duurzame afwegingen te maken bij de beleidsvorming en –uitvoering voor wat betreft bodem en ondergrond. We hebben het dan over beleid rond ruimtelijke planvorming en gebiedsgerichte projecten. 2.2.4 Gemeentelijk
Gemeentelijk milieubeleidsplan In het gemeentelijk bodembeleid staan voorschriften die zich richten op: • het verrichten en/of voorschrijven van bodemonderzoeken of toetsingen • het (laten) saneren van verontreinigingen Daarnaast staan er regels uit het “oude” gemeentelijk bodembeleid in voor het verwijderen of hergebruiken van verontreinigde grond. Het beleid richt zich vooral op het behouden/verkrijgen van een goede milieuhygiënische kwaliteit van bodem, grondwater en waterbodem. Dit moet gebeuren door middel van actief bodembeheer.
Landsdekkend beeld De gemeente heeft een bodem)programma vastgesteld. Met behulp van dit programma voert de gemeente het project Landsdekkend beeld uit. Die uitvoering varieert van het doen van historisch onderzoek tot het (laten) uitvoeren van saneringen.
Archeologiebeleid De gemeente heeft een archeologiebeleid opgesteld en vastgesteld. Bij de aanvraag van bouw-, sloop- en aanlegvergunningen kan de gemeente de betrokken partij onder andere vragen om een archeologisch onderzoek. Op een beleidskaart is voor de hele gemeente Schouwen-Duiveland vastgesteld in welke gebieden wel of geen onderzoek nodig is. De gegevens van de beleidskaart, maar ook oppervlaktenormen
12
zijn opgenomen in de Bestemmingsplannen; als aanvulling op de beleidskaart is per onderzoeksdeel vastgesteld bij welke oppervlakte archeologisch onderzoek verplicht is.
2.3 Nieuwe ontwikkelingen 2.3.1 Provinciaal
Zeeuws bodemvenster Op landelijk niveau richt de huidige werkvoorraad onderzoeken zich, zo blijkt, vooral op de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem. Toch klinkt steeds vaker het geluid dat ook andere bodemthema’s aandacht zouden moeten krijgen. Thema’s zoals bodemenergie, niet gesprongen explosieve, aardkundige waarden etc. Ook zou er binnen een, of tussen meerdere overheidsinstanties een betere afstemming moeten plaatsvinden over diverse bodemthema’s. Nu worden deze thema’s vaak versnipperd aangepakt. Er is weinig, en soms geen enkele samenhang. ‘t Zeeuws Bodemvenster gaat hierin verandering brengen. ‘t Zeeuws Bodemvenster wordt de motor achter de verbreding en verdieping van het bodembeleid en het ruimtelijke ordeningsbeleid. Dit moet leiden tot meer inzicht en een betere afstemming op bodemtechnisch gebied. Uiteenlopende instanties of bedrijven kunnen tegelijkertijd de wens hebben een bepaalde ruimte te gaan benutten. Ook moet worden bekeken of de kwaliteit van de ondergrond iets kan toevoegen aan de bovengrondse kwaliteiten. Een goed afgestemd, doortimmerd bodembeleid is de sleutel tot een duurzaam beheer en gebruik van de bodem. Om ‘t Zeeuws bodemvenster zo praktisch en toegankelijk mogelijk te maken, zet de provincie Zeeland een internetapplicatie op. Hierop zijn kaartmateriaal, factsheets en een duidelijke afwegingsmatrix te vinden, die ruimtegebruik en bodemthema’s tegen elkaar afzetten. ‘t Zeeuws Bodemvenster moet het voor belangstellenden zo aantrekkelijk mogelijk maken eens te bekijken hoe het er voor staat met de Zeeuwse bodem.
Omgevingsplan Zeeland 2006 - 2012 Het duurzaam gebruik van de bodem staat centraal in het hoofdstuk Bodemkwaliteit in omgevingsplan 200 - 2012. Daarmee sluit het omgevingsplan aan op het landelijke Convenant bodem; ook hierin staan de volgende punten centraal: • de brongerichte aanpak van verontreiniginglocaties • bodem(bio)diversiteit • het beter benutten van de ondergrond 2.3.2 Gemeentelijk
Besluit bodemkwaliteit In 200 is een begin gemaakt met de uitvoering van het Besluit bodemkwaliteit. Er is een startnotitie op- en vastgesteld. Bij de uitvoering van het besluit staat het samenstellen van nieuwe bodemfunctie- en bodemkwaliteitskaarten met een bijpassende nota bodembeheer op nummer 1. De kaarten plus de nota worden opgesteld volgens het Besluit bodemkwaliteit. Ze worden gebruikt als toepassingsnormering bij grondverzet.
13
Een vlotte uitvoering van het besluit Bodemkwaliteit zorgt er voor dat de in hoofdstuk 2.4 genoemde knelpunten onder Besluit bodemkwaliteit kunnen worden opgelost.
Baggerdepot / Landschapsterp Het op een verantwoorde manier bergen van baggerspecie is vaak een lastige opgave. De gemeente Schouwen-Duiveland realiseert voor dit doel samen met de provincie Zeeland en Waterschap Zeeuwse Eilanden een nieuw baggerdepot. Dit depot, vlakbij de Straalweg in Zierikzee, krijgt de vorm van een landschapsterp. Ongeveer 0.000m3 natte specie kan hier in de periode 2010 – 2020 definitief worden opgeslagen. Maar het depot heeft nog een aantal functies: • Geluidswal tussen bedrijventerrein en het natuur/cultuurlandschap ten zuiden daarvan • Landschappelijke inpassing: de terp onttrekt gedeeltelijk het zicht op het bedrijventerrein vanaf de Zeelandbrug • Recreatief: als de terp klaar is wordt hij wandelvriendelijk ingericht De aanleg van het baggerdepot valt binnen de kaders van het Besluit bodemkwaliteit (grootschalige bodemtoepassing).
Aanleg landschapterp Zierikzee
Uitwisseling bodemdata De kwaliteit van de bodem speelt een belangrijke rol als we het hebben over ruimtelijke ordening, civiele werken en de markt (d.w.z. burgers, bedrijven, makelaars, hypotheekverstrekkers en dergelijke). Om vragen naar de bodemkwaliteit goed te kunnen beantwoorden, moeten we inzicht hebben in de bodemkwaliteit van dat moment. Het is daarom van belang dat alle aanwezige bodeminformatie overzichtelijk wordt geordend in een zogenoemd bodeminformatiesysteem (BIS). Nu is het nog zo dat een deel van de digitale informatie een plaats krijgt in de gemeentelijke bodeminformatiesystemen en een deel in het provinciale bodeminformatiesysteem (Globis). Om deze onpraktische versnippering van digitale bodeminformatie te voorkomen, is een goed werkende uitwisseling tussen de decentrale overheden (provincie en gemeenten) nodig. Uitwisseling en gezamenlijk beheer van digitale bodeminformatie vraagt om spelregels, afspraken en veel discipline. In september 200 is door de projectgroep Beheer LDB fase 2 een beheerdocument opgesteld. Hierin zijn de spelregels en afspraken over het beheer vastgelegd. Het aspect discipline vraagt om een verantwoordelijke opstelling bij alle betrokken partijen. Dat zijn in dit geval 13 gemeentelijke en 1 provinciale organisatie. De gemeente Schouwen-Duiveland heeft het beheerdocument ondertekend. Maar het blijft niet bij de digitale uitwisseling van bodemgegevens tussen overheden; ook de informatieuitwisseling tussen overheden en adviesbureaus wordt gestimuleerd.
14
2.4 Knelpunten Knelpunten m.b.t. het “oude” gemeentelijk bodembeleid Het “oude” gemeentelijk bodembeleid richtte zich vooral op de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem, het grondwater en de waterbodem. Maar het onderwerp bodem heeft meer aspecten dan alleen deze. Vraagstukken op het gebied van bodemenergie, bodemdata, ondergrondse activiteiten enzovoort komen steeds vaker voor. Daarnaast zijn de (actie)punten van het vorige Milieubeleidsplan 2001 - 2004 (hoofdstuk 5.4.4) niet allemaal uitgevoerd. Zo is er bijvoorbeeld geen gemeentebreed bodembeleidsplan inclusief programma ontwikkeld. Ook heeft de gemeente nog geen inzicht in de bodemkwaliteit van de kernen.
Bodemsanering voormalige gasfabriek
Knelpunten m.b.t. Besluit bodemkwaliteit Door het in werking treden van het besluit Bodemkwaliteit zijn de volgende knelpunten binnen de gemeente ontstaan: • Het Besluit bodemkwaliteit is nog niet volledig ingevoerd binnen de gemeente. Hierdoor worden oude en nieuwe regelgeving naast elkaar toegepast. Dit leidt tot problemen “in het veld” • In plaats van de wettelijk verplichte bodemkwaliteit/functiekaart maakt de gemeente nog steeds gebruik van overgangsrecht • De huidige bodemkwaliteitskaart en het beheerplan uit 2003 zijn sterk verouderd, onvolledig en niet digitaal • Alleen het buitengebied en een aantal woonwijken zijn destijds opgenomen in de bodemkwaliteitskaart. De stads- en dorpskernen zijn niet gezoneerd (= niet onderzocht). Grond afkomstig uit deze niet-gezoneerde gebieden vormt een knelpunt. Op dit moment is deze namelijk vrijwel nergens toepasbaar. Dit houdt in dat elke partij grond of bagger die ergens anders wordt toegepast dan waar deze vandaan komt, moet worden onderzocht op kwaliteit. Dit brengt onderzoeksinspanning, maar vooral ook veel extra kosten met zich mee • Zonder de aanwezigheid van een functiekaart moet men altijd terugsaneren tot de achtergrondwaarde (= schoon). Het gevolg is dat er een uitgebreider sanering moet plaatsvinden dan feitelijk nodig is. Dit betekent geldverspilling, voor zowel overheden, bedrijven als particulieren
Knelpunten m.b.t. bodeminformatie Het systeem waarmee de gemeente de aanwezige bodeminformatie beheert, heet BIS4all. Dit systeem bevat momenteel nog niet alle bodemdata. Een groot deel is alleen nog als dossier in het archief aanwezig. Er is een aantal knelpunten: • Bodeminformatie is nog te veel versnipperd over bestanden, tabellen en dossiers. Daardoor is deze nog altijd niet snel toegankelijk voor iedereen
15
• •
Bodeminformatie is niet via een Geografisch informatiesysteem (GIS) ontsloten (weergave op een kaart) Er zijn problemen met het in- en exporteren van digitale bodeminformatie
Bodeminformatiesysteem
Knelpunten m.b.t. de kwaliteit van de ondergrond •
•
Ondergrondkwaliteit wordt onvoldoende of helemaal niet meegenomen bij planvorming: Er wordt in het begintraject van ontwikkelingen te weinig gebruikgemaakt van bodem(structuur) kaarten. De ervaring leert dat met name onvoldoende draagkracht en verzilting van de bodem een knelpunt kunnen vormen. Tijdig kennisnemen van de informatie in de bodemstructuurkaarten kan problemen voorkomen Ligging is vaak bepalend voor de locaties waar ontwikkelingen plaatsvinden: De locatie waar ontwikkelingen plaatsvinden wordt vaak bepaald door de ligging van het stuk grond. Er is echter onvoldoende oog voor de grondkwaliteit. Dit leidt ertoe dat de kosten van het bodembeheer als het bouwproject eenmaal gereed is flink kunnen oplopen. Bijvoorbeeld door (grond)wateroverlast, verzilting en verzakking van de grond
1
2.5 Kansen De gemeente wil met het nieuwe bodembeleid verder gaan dan alleen de milieuhygiënische aspecten. We willen het onderwerp bodem zo breed mogelijk benaderen. Dat betekent dat er ook aandacht moet zijn voor:
Draagkwaliteit Onderwerpen waaraan gedacht kan worden zijn: • koude/warmte-opslagmogelijkheden in kaart brengen en uitvoeren • ondergrondse activiteiten (riolering, kabels, leidingen, wegstructuur) • draagkwaliteit bij bouwactiviteiten
Informatiekwaliteit Onderwerpen die hieronder vallen zijn: • niet-ontplofte explosieven • ecologische diversiteit (kansenkaart opstellen voor mogelijkheden voor “groen”) • archeologie (verwerken in ontwikkelingen) • landschapsbeeld (aardkundige waarde meenemen in ontwikkelingen)
Regulatiekwaliteit Onderwerpen die hieronder vallen zijn: • een gezonde, schone bodem (aandacht voor humane en ecologische risico’s) • een evenwichtige bodem (aandacht voor waterhuishouding)
Productiekwaliteit Onderwerpen die hierbij ondergebracht kunnen worden zijn: • gewasproductie • drinkwatergebieden • delfstofwinning • geothermische energie De 4 hierboven genoemde kwaliteiten krijgen in de beleidsvisie in elk geval een plaats. Dat geldt niet voor alle daaronder vallende onderwerpen. Afhankelijk van het belang voor onze gemeente krijgen de verschillende kwaliteiten meer of minder aandacht.
Aanleg kabels en leidingen
1
Geograaf Frans Beekman, gepromoveerd op de historische geografie van de Kop van Schouwen: ‘Unieke geografische karakteristieken moeten, ook voor toekomstige generaties, behouden blijven’ ‘Schouwen-Duiveland heeft tal van historisch-geografische karakteristieken waarop we zuinig moeten zijn. Neem bijvoorbeeld het gebied bij Schuddebeurs. Daar loopt een zandige kreekrug; een plek waar de zee ooit is “ingebroken” en waar zich in de loop van de tijd zand heeft verzameld. Kreekruggen zijn van belang omdat er van nature zoet water voorkomt. In een gebied als Schouwen-Duiveland, met voornamelijk zout en brak water, is dat een zeldzaamheid en een voor de landbouw erg interessant gegeven. Ook het behouden waard zijn de randen van Schouwen-Duiveland met de fraaie stukken natuur van de inlagen. Deze zijn bij de watersnoodramp gespaard gebleven en bij de herverkaveling van 1955 - 1960 niet meegenomen. ‘Het hoger dan twee meter boven NAP liggend duingebied is eveneens bijzonder, omdat het bij stormvloeden nooit onder water is komen te staan. De landschappelijke situatie, de bodem incluis, is hier nog authentiek. Er staan bijvoorbeeld vrij oude bomen. Vanuit dit duingebied zakt zoet water de polder in, wederom van belang voor de landbouw. ‘Tussen Renesse en Haamstede doet zich een voor Nederland unieke situatie voor: de lage binnenduinen zijn onbebouwd gebleven en zelfs is een ooit aangelegde weg met daarnaast een oude trambaan weer verwijderd. De hoge Verklikkerduinen hebben een nog origineel reliëf en de grondwatersituatie is er volledig natuurlijk, zonder wateraanvoer van andere plaatsen. Stuk voor stuk zijn dit elementen die we moeten bewaken. ‘Natuurlijk bevinden we ons met z’n allen niet in een soort ontwikkelingsvacuüm waarin alles tot in lengte van dagen onveranderd moet blijven. Ook de herverkaveling, die het landschap destijds zo op zijn kop heeft gezet, heeft geleid tot een interessant landschap. Maar alert blijven op het voorkomen van onherstelbare fouten moeten we zeker. De geografie van Schouwen-Duiveland heeft voor inwoners en bezoekers unieke, aantrekkelijke karakteristieken. Die moeten, ook voor toekomstige generaties, behouden blijven.’
1
Beleidsvisie
3
De gemeente Schouwen-Duiveland heeft een redelijk beeld van de huidige milieuhygiënische bodemkwaliteit. Maar op de langere termijn zullen we het begrip bodem veel breder moeten benaderen. In de toekomst moeten alle bodemkwaliteiten al in de allereerste fase van ontwikkelingsplannen worden meegenomen. Daarbij moet er ook oog zijn voor andere aspecten dan het schoon zijn van de bodem. Door deze aanpak krijgen we al in een vroeg stadium zicht op eventuele belemmerende factoren, maar ook op kansen die de huidige bodem te bieden heeft. Onze bodem heeft veel kwaliteiten. Deze kwaliteiten zijn soms niet direct zichtbaar. Ook zijn ze niet overal gelijk. Daarom moet men bij ruimtelijke ontwikkelingen meer rekening houden met de bodemsituatie ter plaatse. Het maken van een bodeminventarisatie voordat een ontwikkeling van start gaat, geeft zicht op eventuele belemmeringen of kansen. Door belemmeringen in een vroeg stadium te signaleren, kunnen jarenlang drukkende kostenposten worden voorkomen. Vroegtijdige inventarisatie van de bodem maakt het ons ook mogelijk de ondergrond duurzaam te gebruiken, zonder dat de kwaliteit van die ondergrond wordt aangetast. Zaken die bij een inventarisatie aan de orde komen zijn: • De draagkwaliteit van de bodem Aspecten als draagkracht voor bouw, koude/warmte-opslag, draagkracht van de bodem voor rioleringen e.d. • De informatiekwaliteit van de bodem Aspecten zoals archeologie, cultuurhistorische betekenis, diversiteit landschapsbeeld, aardkundige waarden, ecologische diversiteit • De regulatiekwaliteit van de bodem Aspecten zoals gezonde “schone” bodem, waterbergende bodem, waterfilterende bodem, stabiele bodem • De productiekwaliteit van de bodem Aspecten zoals gewasproductiecapaciteit (teeltvoorkeur), drinkwatervoorraad, geothermische energie Natuurlijk is niet alleen de bodemkwaliteit bepalend voor het wel of niet laten plaatsvinden van een ruimtelijke ontwikkeling. Ook onderwerpen als bereikbaarheid, grondpositie, sociale noodzaak en dergelijke spelen mee. Maar het aspect bodem is wel erg belangrijk voor het tijdig zichtbaar maken van de ontwikkelings- en beheerkosten.
3.1 Duurzaamheidmatrix De zogenoemde duurzaamheidmatrix geeft schematisch de effecten weer van de doelstellingen op de duurzaamheidkenmerken. Die kenmerken noemen we ook wel de 3 P’s: People (sociaal), Profit (economisch) en Planet (ecologisch). Met effecten bedoelen we de effecten, nu en in de toekomst, van doelstellingen voor Schouwen-Duiveland en voor de rest van Zeeland en Zuid-Holland. Pakt een doelstelling voor alledrie de p’s positief uit, dan spreken we van een duurzame doelstelling. In de matrixen hieronder werken we dit uit voor de volgende doelstellingen: 1) het optimaliseren van de draagkwaliteit van de bodem, 2) het optimaal benutten van de informatiekwaliteit van de bodem en 3) het actief beheren van de regulatiekwaliteit. 1. Optimaliseren van de draagkwaliteit van de bodem Punten die hierbij een rol spelen zijn onder andere: • de draagkracht voor bouw en infrastructuur • koude/warmte-opslag
1
Optimaliseren v.d. draagkwaliteit v.d. bodem Hier en nu
Sociaal
Economisch
Bodem vormt de basis voor bouwactiviteiten en aanleg van onze infrastructuur. Zonder een stabiele ondergrond kunnen deze activiteiten niet plaatsvinden
Een goede draagkracht van de bodem maakt ontwikkeling mogelijk. Ook kan de bodem (optimaal) worden benut voor energieopslag
Op andere plaatsen
Geen invloed
Later
Verbeteren van de draagkracht voorkomt dat inwoners worden belast met problemen als verzakkingen en wateroverlast
Ecologisch
Omdat SchouwenDuiveland niet intensief is bebouwd, is een gevarieerde en voor de regio kenmerkende flora en fauna ontstaan. Soms is het beter de natuurlijke kwaliteit te optimaliseren dan met dure ingrepen de grond geschikt te maken voor economische doeleinden Geen invloed Het in stand houden van een stabiel ecosysteem Een bodem die niet geHet in een vroeg staschikt is voor bouw biedt dium in kaart brengen van de bodemgeschikt- wel kansen voor extra heid voorkomt hoge be- natuurontwikkeling heerkosten en materiële schade. Ook kan een kostenbesparing worden bereikt d.m.v. energieopslag in de bodem. Bijv. in de vorm van warmte/ koude opslagsystemen
Hier en nu De bodem is de basis voor bouwactiviteiten en andere ontwikkelingen. Zonder een stabiele ondergrond kunnen deze activiteiten niet plaatsvinden. Op dit moment houdt men bij ontwikkelingen nog te weinig rekening met de natuurlijke ondergrond. Dat kan op den duur leiden tot grote problemen, zoals verzakkingen en wateroverlast. Deze kunnen we voorkomen door een bodeminventarisatie uit te voeren. De inventarisatie maakt kansen en belemmeringen zichtbaar, nog voor er ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden. We kunnen de bodem ook benutten voor de opslag van energie. Koude/warmte-opslag is een bewezen duurzame techniek voor het energiezuinig koelen en verwarmen van gebouwen.
Op andere plaatsen Optimaliseren van de draagkwaliteit van de Schouwen-Duivelandse bodem heeft weinig tot geen gevolgen voor de rest van Zeeland en Zuid-Holland.
Later We kunnen de bodem optimaal benutten door een bodeminventarisatie uit te voeren voordat er ontwikkelingen plaatsvinden. Hierdoor voorkomen we dat er ontwikkelingen plaatsvinden op een bodem die daar niet geschikt voor is. Gebieden die minder geschikt zijn voor bouwactiviteiten – bijvoorbeeld omdat ze zettinggevoelig zijn - kunnen juist erg geschikt zijn voor het ontwikkelen van natuur.
20
Toepassen van energieopslag in de bodem door middel van warmte/koude systemen kan 1) een energiebesparing (= kostenbesparing) opleveren en 2) de uitstoot van CO2 verminderen.
Wateroverlast nieuwbouwlocatie 2. Optimaal benutten van de informatiekwaliteit van de bodem Punten die hierbij een rol spelen zijn onder andere: • archeologie • de cultuurhistorische betekenis • de diversiteit van het landschapsbeeld • aardkundige waarden • de ecologische diversiteit Optimaal benutten v.d. informatiekwaliteit Hier en nu
Elders
Later
Sociaal
Economisch
Ecologisch
In stand houden van de aanwezige diversiteit in het landschapsbeeld, beschermde stads en dorpsgezichten en de Natura 2000 gebieden “maakt” SchouwenDuiveland en geeft ieder gebied eigen identiteit Geen invloed
De komst van toeristen dankzij onze cultuurhistorische en landschapkwaliteiten komt de lokale economie ten goede
De diversiteit in bodemtypen, voedselrijkdom en de aan- of afwezigheid van water zorgen voor ecologische diversiteit en daarmee een afwisselende, kenmerkende vegetatie en fauna
Diversiteit trekt nieuwe inwoners en toeristen aan Behouden van een diBenadrukken van de vers landschapsbeeld. Is cultuurhistorie kan de een bepaald landschap plaatselijke identiteit verin ruime mate aanwezig, sterken. Dit kan aantrekdan is omvorming een- kelijk zijn voor nieuwe inwoners en toeristen voudiger dan wanneer een landschapstype slechts sporadisch voorkomt. Juist de variatie in landschappen is karakteristiek voor SchouwenDuiveland. Deze moeten we zien te behouden
Geen invloed
Versterken van de diversiteit in bodemsoorten 1) betekent een goede basis voor het behoud van bestaande flora en fauna en 2) maakt SchouwenDuiveland tot een aantrekkelijk vestigingsgebied voor nieuwe flora en fauna
21
Hier en nu Schouwen-Duiveland heeft een divers landschapsbeeld met een afwisselende, unieke en voor ons eiland kenmerkende flora en fauna. Deze diversiteit maakt Schouwen-Duiveland tot wat het is. Uiteraard willen we dit graag zo houden. De kwaliteit van het landschap en de cultuurhistorische waarde dragen bij aan de aantrekkingskracht die Schouwen-Duiveland uitoefent op bedrijven, toeristen en nieuwe bewoners.
Elders De aanwezigheid van een divers landschap en een rijk cultuurhistorisch verleden maken wonen en recreëren op Schouwen-Duiveland aantrekkelijk. Dit komt de lokale economie ten goede.
Later Het behoud en de versterking van landschapsbeeld en cultuurhistorie moeten worden vastgelegd in specifieke beleidsplannen. Ze zullen nadrukkelijk aandacht moeten krijgen bij plannen voor landschapsontwikkeling. 3. Actief beheren van de regulatiekwaliteit Punten die hierbij meespelen zijn onder andere: • een gezonde, schone bodem • een waterbergende bodem • een waterfilterende bodem • een stabiele bodem Actief beheren v.d. regulatiekwaliteit Hier en nu
Op andere plaatsen
Later
Sociaal
Economisch
Ecologisch
Een schone bodem en schoon grondwater zijn belangrijk voor een goede leefomgeving. Instrumenten die we hiervoor moeten inzetten zijn 1) een actief bodem- en grondwaterbeheer en 2) onderzoek Een gezonde bodem is een aantrekkelijke factor voor nieuwe bewoners
Een schone bodem is essentieel voor een gezonde economie: hoe minder beperkingen een bodem oplevert, hoe groter de positieve invloed op de economische ontwikkelingen in een gebied. De kosten zijn namelijk lager Weinig tot geen invloed
Een gezonde bodem is belangrijk voor het ondergrondse ecologische systeem, met zijn ontelbare organismen
Het behouden en verder verbeteren van een goede, schone bodem levert ook in de toekomst een bijdrage aan de kwaliteit van leven
Door effectief en actief bodembeheer schepen we volgende generaties niet op met de financiële gevolgen van verontreiniging
Een goede, gezonde bodemkwaliteit kan bijzondere soorten planten en dieren aantrekken Een gezonde bodem is belangrijk voor het verkrijgen en behouden van een evenwichtig ecologisch systeem in de bodem
22
Hier en nu De gemeente is wettelijk verplicht te zorgen voor een goede bodemkwaliteit. De bodem moet namelijk duurzaam kunnen worden gebruikt. Daarom gaat de aandacht op dit moment vooral uit naar 1) het beschermen van de bodem tegen verontreinigende stoffen, 2) het voorzichtig omgaan met kwetsbare bodemgebieden en 3) het uitvoeren van saneringen.
Op andere plaatsen Met actief beheer kunnen we voorkomen dat verontreinigde grond en bagger naar andere, niet-wenselijke plaatsen worden getransporteerd. Later Door scherp te blijven op actief beheer gaat de bodemkwaliteit niet achteruit. Hierdoor 1) schepen we volgende generaties niet op met de (financiële) gevolgen van verontreiniging en 2) behouden we een stabiel leefmilieu voor mensen, dieren en planten. 4. De productiekwaliteit van de bodem afstemmen op de specifieke omgeving Punten die hierbij een rol spelen zijn: • de gewasproductiecapaciteit • de drinkwatervoorraad • geothermische energie Productiekwaliteit af- Sociaal stemmen op de omgeving Hier en nu De drinkwatervoorraad moeten we beschermen. En: de landbouw is belangrijk voor het aanzien van het landschap
Op andere plaatsen Later
Geen invloed De plaatselijke kwaliteit van de bodem moet in hogere mate de rode draad zijn bij de aard en omvang van activiteiten. Duurzaamheid moet centraal staan bij het onderwerp gewasproductie
Economisch
Ecologisch
Het benutten van geothermische energie levert een kostenbesparing op. Schouwen-Duiveland heeft relatief veel landbouwers. Zij halen hun inkomsten uit de gewasproductie Geen invloed Uitputting van de bodem en de voorraad drinkwater moeten worden voorkomen. Ook moet duurzaamheid centraal staan bij het onderwerp gewasproductie. De haalbaarheid van geothermische energie moet in beeld worden gebracht. Waar mogelijk moet dit type energie worden benut
Minimale verstoring van de ondergrond
Geen invloed De bodem moet zo natuurlijk mogelijk worden houden
23
Hier en nu De bodem speelt zowel op economisch als sociaal gebied een grote rol als leverancier van voedsel en allerhande materialen. Met deze zogenoemde productiekwaliteit moeten we spaarzaam omgaan, zodat hij op niveau blijft. Dit kunnen we bereiken door 1) de ondergrond zo min mogelijk te verstoren en 2) niet meer te vergen van de ondergrond dan deze aankan. Het benutten van geothermische energie kan vooral in de tuinbouwsector een kostenbesparing opleveren.
Op andere plaatsen Het op een bepaalde plaats niet meer vergen van de ondergrond dan deze aankan, heeft geen gevolgen voor de situatie op andere plaatsen.
Later Uitputting van de bodem en de drinkwatervoorraad moet worden voorkomen. Ook later zal er aandacht moeten zijn voor duurzame gewasproductie. Het in beeld brengen van de geothermische energiemogelijkheden en het stimuleren van het gebruik hiervan, kan een bijdrage leveren aan de toepassing van duurzame energie.
Werkzaamheden Baggerdepot Zierikzee
Werkzaamheden Calandweg Zierikzee
24
Beleidsdoelstellingen
4
In dit hoofdstuk werken we de eerder in dit boekje omschreven analyse uit, in concrete doelstellingen. Belangrijke punten daarbij zijn: • het behouden en waar mogelijk verbeteren van de huidige kwaliteit • het oplossen van knelpunten • het optimaal benutten van nieuwe kansen Het stellen van doelen doen we in twee stappen. We formuleren 1) strategische doelen voor de periode tot 2030 en 2) meetbare doelen voor de komende 4 jaar.
4.1. Strategische doelen tot 2030 Strategische doelen geven een richting aan, maar zijn nog niet tot in detail uitgewerkt. De strategische doelen die we onszelf op het gebied van het bodembeleid stellen, draaien alle vier rond kwaliteit: 1.
Draagkwaliteit van de bodem • Optimaal grondgebruik realiseren • De bodem optimaal benutten als energiedrager
2.
Informatiekwaliteit van de bodem • In stand houden van de huidige diversiteit in a) het landschapsbeeld, b) beschermde stads- en dorpsgezichten en c) de Natura 2000 gebieden • Versterken van plaatselijke landschappelijke kwaliteiten en identiteit bij ruimtelijke ontwikkelingen
3.
Regulatiekwaliteit van de bodem • Beschermen van bodem en grondwater tegen verontreinigende stoffen • Behouden van een evenwichtig leefmilieu voor mensen, dieren en planten
4.
Productiekwaliteit van de bodem • Beschermen van de drinkwatervoorraad • Onderzoeken van geothermische energiemogelijkheden • Om de bodem zo natuurlijk mogelijk te houden, moeten we er voor zorgen dat deze zo min mogelijk verstoord raakt
4.2 Meetbare doelen periode 2010—2013 De meetbare doelen stellen we onszelf voor een periode van 4 jaar. Na die 4 jaar moeten deze doelen gehaald zijn. Daartoe stellen we een uitvoeringsprogramma op (zie hoofdstuk 5). Na 4 jaar stellen we onszelf opnieuw een aantal meetbare doelen, voor de daaropvolgende 4 jaar. Ook komt er een nieuw uitvoeringsprogramma voor die termijn. De komende jaren willen we de volgende kwaliteitsdoelen bereiken: 1.
Draagkwaliteit van de bodem • In beeld brengen van bodemkwaliteiten voordat er ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden. Dit door middel van een gedegen (bodem)inventarisatie van het te ontwikkelen gebied • Inventariseren van de mogelijkheden voor energieopslag in de Schouwen-Duivelandse bodem. Dit door middel van het in kaart brengen van de kansen voor koude/warmte-opslag. De kansen die zich voordoen willen we stimuleren • Mogelijk maken van optimaal grondgebruik: bodem in een ontwikkelingsgebied die niet geschikt is voor bouw, kunnen we bestemmen voor openbaar groen binnen de bebouwde kom.
25
Vanzelfsprekend brengt dit kosten met zich mee. Het berekenen van de terugverdientijd van zo’n investering maakt duidelijk of deze wel of niet verantwoord is 2.
Informatiekwaliteit van de bodem • Versterken van landschappelijke kwaliteiten en identiteit bij ruimtelijke ontwikkelingen. Dit door deze waar mogelijk een plaats te geven in het ontwerp • Verbeteren van het beheer en de uitwisseling van digitale bodeminformatie. Dit door o.a. bodeminformatie te digitaliseren en vanuit de diverse bronnen samen te voegen in een centraal systeem • Bevorderen van a) de plaatselijke (bodem)diversiteit in het landschapsbeeld, b) stads- en dorpsgezichten en c) de Natura 2000 gebieden
3.
Regulatiekwaliteit van de bodem • Schone bodem schoonhouden en verontreinigde bodem saneren volgens de dan geldende weten regelgeving • Bodemonderzoeksbeleid op- en vaststellen voor specifieke situaties rond bouwvergunningen • Volledig uitvoeren van het Besluit bodemkwaliteit. Dit door middel van a) het opstellen van een functiekaart, een bodemkwaliteitskaart en een nota bodembeheer en b) het geven van voorlichting • Bij nieuwe ontwikkelingen ruimte bieden voor het waterbergende vermogen van de bodem. Dit door het bodemoppervlak niet overal te verharden
4.
Productiekwaliteit van de bodem • Onderzoek uitvoeren naar de mogelijkheden voor geothermische energie binnen de gemeente Schouwen-Duiveland
Asbest sanering
4.3 Monitoring (= observatie) 4.3.1 Meetpunten Om achteraf het resultaat te kunnen toetsen, evalueren en eventueel nog tussentijds te kunnen bijsturen, is monitoring noodzakelijk. Vanzelfsprekend kunnen we niet elk resultaat uitdrukken in een getal of product. Voor het observeren van de voortgang maken we gebruik van onderstaande meetpunten: • Locatie waar de bodemtoets is toegepast • Aanwezigheid van een kaart die de mogelijkheden voor koude/warmte-opslag aangeeft • Aanwezigheid van een quickscan naar geothermische energie • Aantal koude/warmte-opslag installaties, zowel gesloten als open systemen • Aantal verontreinigde locaties, uitgevoerde bodemonderzoeken en saneringen
2
• • • •
Aantal planontwikkelingen waarbij de plaatselijke landschappelijke kwaliteiten een duidelijke rol spelen Aanwezigheid van een bodemfunctiekaart en een bodemkwaliteitskaart Aanwezigheid van een centraal digitaal bodeminformatiesysteem Aanwezigheid van een bodembeleidslijn rond (bouw)vergunningen
4.3.2 Evaluatiemomenten a. Jaarlijks Elk jaar zijn er 3 momenten waarop we even zullen stilstaan en bekijken of we op de goede weg zijn: Maart: In het milieujaarverslag wordt het onderdeel bodem meegenomen. De meetresultaten laten zien hoe de vorderingen zijn ten opzichte van de gestelde doelen. April/mei: Bij de voorbereiding van de gemeentebegroting wordt aangegeven hoeveel geld het komend jaar nodig is om de geplande maatregelen te kunnen uitvoeren. Daarbij wordt ook even teruggekeken naar de inmiddels gerealiseerde maatregelen en doelen. November/december: Na de vaststelling van de begroting kan een jaarplan worden opgesteld voor de module Bodem. Dit plan maakt deel uit van het wettelijk verplichte milieujaarprogramma. Het geeft aan welke maatregelen het komende jaar worden uitgevoerd. b. Eindevaluatie De voorbereiding van de herziening van de bodemmodule en het opstellen van een uitvoeringsprogramma voor de volgende 4 jaar is een goed moment voor een eindevaluatie. We bekijken dan in hoeverre de meetbare doelen en de maatregelen zijn gehaald/uitgevoerd. Daarnaast bekijken we of de uitvoering van de module volgens plan is verlopen. Daarbij kijken we kritisch naar punten als samenwerking, communicatie en afstemming. Het is ook een goed moment om het resultaat dat we in 4 jaar hebben bereikt, te vergelijken met het einddoel dat we onszelf in de beleidsvisie voor 2030 hebben gesteld.
2
Marco Bij de Vaate, directeur DPP Vastgoed Groep in Zierikzee: ‘Consument wil graag “groen” leven, maar ziet daar door hoge kosten vaak toch vanaf’ ‘De laatste jaren onderzoeken wij bij nieuwe vastgoedontwikkelingen altijd de mogelijkheden voor het benutten van aardwarmte. Duurzaam bouwen en mede daarmee het prettige woon- en leefklimaat op Schouwen-Duiveland beschermen en zelfs verbeteren, is ook ons streven. In de praktijk is het echter vaak lastig een balans te vinden tussen de wens van de klant “groen” te willen leven en diens bereidheid daarvoor te betalen. Een warmtewisselaar, die een gebouw in de winter verwarmt en ’s zomers koelt, kost tussen de 7 en 15 duizend euro. Huizenkopers zijn vaak niet erg happig op een dergelijke investering, als blijkt dat het wel eens 20 tot 30 jaar kan duren voor de installatie zich heeft terugbetaald. De populariteit van warmtewisselaars zou ongetwijfeld stijgen als de overheid met subsidie over de brug kwam. ‘Waar dat mogelijk is moeten we bij ontwikkelingen zeker gebruikmaken van interessante cultuurhistorische elementen. Op dit moment werken we aan een complex met 200 woningen aan de haven van Zierikzee. Op het te bebouwen terrein staan twee houten loodsen, restanten van de meekrapindustrie. Tussen 1650 en 1850 was meekrap, bron van een rode kleurstof, het belangrijkste landbouwgewas van SchouwenDuiveland. Het eiland was lange tijd zelfs het voornaamste productiegebied van Noordwest-Europa. Alle regionale meekrap werd via de haven van Zierikzee verhandeld. De loodsen hebben dus een grote cultuurhistorische waarde. Het idee is dan ook ze te integreren in de nieuwbouwplannen. Maar wij zeggen wel: maak er iets moois van dat past in deze tijd. De uitdaging is dus verleden en heden samen te laten smelten tot een historisch verantwoorde en tegelijkertijd moderne situatie. ‘De gemeente wil dat bij ontwikkelingen de bodem standaard eerst grondig wordt onderzocht. Dit is een goede zaak, anders zou je vroeg of laat de grootste financiële en praktische problemen op je bordje kunnen krijgen. Voordat er bij ons ook maar een spade de grond in gaat, hebben we al duizenden euro’s uitgegeven aan peilingen, metingen en zo verder. We zouden daarbij graag gebruik maken van een geactualiseerd en toegankelijk digitaal bodeminformatiesysteem. Dat is er nu niet. Goed dat daaraan gewerkt wordt.’
2
Uitvoeringsprogramma
5
Om de in hoofdstuk 4 beschreven meetbare doelen te bereiken, moet er een aantal activiteiten worden opgestart en uitgevoerd. Het hoofdstuk dat voor u ligt geeft per thema een overzicht van deze activiteiten. Bij elke activiteit is aandacht voor 1) het doel, 2) de rol van de gemeente, 3) de externe partijen waarmee de gemeente de activiteit wil uitvoeren, 4) het betreffende gebied en 5) een tijdsplanning. De invulling hangt af van de hoeveelheid geld en het aantal uren dat beschikbaar is in het jaar waarvoor de activiteit gepland staat. Die planning wordt ieder voorjaar gemaakt, voor het jaar daarop. Er zal afstemming plaatsvinden bij die projecten waar de provincie Zeeland ook mee aan de slag gaat of wil gaan. Het opstellen van deze module en het uitvoeringsprogramma maken deel uit van een aantal extra te verrichten bodemprestaties. De gemeente is hiertoe door het Rijk verplicht omdat zij in 10 onrechtmatig geld heeft verdiend aan de verplaatsing van het bedrijf Groenleer te Zierikzee. De gemeente moet voor € 2.223,- aan extra bodemprestaties op Schouwen-Duiveland leveren, in de periode 2010 - 2013. Dit zorgt ervoor dat de gemeente de kans krijgt een verantwoord, haalbaar en praktische bodemmodule uit te voeren. In de periode daarna kan de gemeenteraad nog een bedrag beschikbaar stellen, via de meerjarenbegroting. Pas na de vaststelling van de begroting, is bekend wat er het komend jaar werkelijk kan worden uitgevoerd. Hierdoor kan het gebeuren dat het daadwerkelijke jaar van uitvoering niet overeenkomt met het geplande jaar van uitvoering. Ook kunnen ISV-middelen (Investeringsbudget stedelijke vernieuwing) worden gebruikt. Hiervoor is per project(plan) goedkeuring van de provincie Zeeland nodig. Voor de module bodem zijn de volgende thema’s met onderstaande acties uitgewerkt: 1. Bodemenergie a. Opstellen kansenkaart en rapportage m.b.t. bodemenergie b. Opstellen beleid voor de toepassing van bodemenergie c. Onderzoek uitvoeren naar de mogelijkheden van geothermische energie (aardwarmte) 2. Bodemleven De bodem zo geschikt mogelijk maken als ondergrond voor fauna en flora. Dit moet, als er ontwikkelingen plaatsvinden, gebeuren op daarvoor aangewezen locaties 3. Informatievoorziening Verbeteren van beheer en uitwisseling van (digitale) bodeminformatie 4. Landschap en leefomgeving Versterken van (plaatselijke) landschappelijke kwaliteiten bij ruimtelijke ontwikkelingen 5. Ruimtelijke ontwikkeling a. Opstellen van een bodemtoets b. In beeld brengen van de bodemkwaliteiten voordat er ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden c. Ruimte optimaal gebruiken. Daarbij moet rekening worden gehouden met de specifiek aangetoonde bodemkwaliteit 6. Milieuhygiënische bodemkwaliteit a. Schone bodem (en grondwater) schoonhouden en verontreinigde bodem (en grondwater) saneren volgens de op dat moment geldende wet- en regelgeving
2
b. c. d. e.
Opstellen van 1) bodemfunctiekaart, 2) bodemkwaliteitskaart en 3) nota bodembeheer volgens Besluit bodemkwaliteit Uitvoeren van Besluit bodemkwaliteit Beleid opstellen dat zich richt op bodemonderzoek bij specifieke bouwvergunningsituaties Optimaliseren van toepassingsmogelijkheden voor (natte) baggerspecie
7. Uitvoeringsinstrumenten a. Communicatieplan b. Educatieplan c. Monitoringplan 8. Vergunning en handhaving a. Beoordelen van bodemtoets/bodemonderzoeken b. Uitvoeren van veldcontroles met betrekking tot grondverzet c. Vastleggen van locaties voor koude/warmte-opslag (KWO)
Grondverzet nabij Zierikzee
30
Thema
. Bodemenergie
Ambitie
De Zeeuwse gemeenten en provincie streven naar verduurzaming van hun energie- en klimaatbeleid. Doel: verlagen van de uitstoot van broeikasgassen. Instrumenten: 1) toepassing van energieopslag in de bodem d.m.v. koude/warmte-opslag (KWO) en 2) onderzoek naar geothermische energie. A. Opstellen kansenkaart en rapportage m.b.t. bodemenergie Het ontwikkelen van een kansenkaart m.b.t. bodemenergie voor de gemeente Schouwen-Duiveland. Deze kaart geeft inzicht in de mogelijkheden voor koude/warmte-opslag in de bodem. Aanvullend komen er een rapport en factsheets over een aantal potentiële ontwikkelingslocaties . D.m.v. kaarten en factsheets zicht krijgen op locaties waar kansen zijn voor energie-opslag in de bodem door middel van koude/ warmtesystemen. Bevoegd gezag, deelnemer. Projectontwikkelaars, woningcorporaties, particulieren. De hele gemeente. 2010
Actie Omschrijving
Doel
Rol gemeente Externen Gebied Planning/Uitvoering Actie Omschrijving
Doel
Rol gemeente Externen Gebied Planning/Uitvoering Actie Omschrijving
Doel Rol gemeente Externen Gebied
B. Opstellen beleid voor de toepassing van bodemenergie Op basis van de rapportage en de kaarten beleid opstellen. Hierin schenken we o.a. aandacht aan het stimuleren van de toepassing. Het toepassen van koude/warmtezones en het afstemmen van deze zones op de energieopslag. Dit kan door ordening van de ondergrond. Stimuleren van koude/warmte-opslag. Het verkrijgen en behouden van een optimaal rendement door goede afstemming tussen koude en warme zones. Bevoegd gezag, initiatiefnemer. Projectontwikkelaars, woningcorporaties, particulieren. De hele gemeente. 2011 C. Mogelijkheden geothermische energie (aardwarmte) in kaart brengen Bij geothermie of aardwarmte maken we gebruik van de natuurlijke warmte van de bodem. Op een diepte van 2 km heerst er een temperatuur van zo’n 0 tot 0 graden Celsius. Is er een geschikte watervoerende laag aanwezig, dan kunnen we deze warmte benutten voor het verwarmen van woningen en bedrijfsgebouwen. De provincie Zeeland laat seismisch onderzoek doen afhankelijk van de resultaten zal worden bekeken welke invulling de gemeente hier aan geeft. Haalbaarheid van geothermische energie (aardwarmte) in kaart brengen. Deelnemer. Projectontwikkelaars, woningcorporaties, particulieren. De hele gemeente, vooral daar waar glastuinbouw plaatsvindt.
31
Planning/Uitvoering
2011
Thema
. Bodemleven
Ambitie
Het behouden en verkrijgen van een evenwichtig ecologisch systeem in de bodem. A. De bodem zo geschikt mogelijk maken als ondergrond voor fauna en flora. Dit moet, als er ontwikkelingen plaatsvinden, gebeuren op daarvoor aangewezen locaties Door kleine specifieke bewerkingen van de bodem op bepaalde locaties, kan de bodem veel beter geschikt worden gemaakt voor flora en fauna: er ontstaat een betere leefomgeving voor de fauna en flora, die een grote meerwaarde oplevert. Toch moeten we de daarvoor benodigde bewerkingen alleen dan uitvoeren als ze niet of nauwelijks leiden tot negatieve effecten of meerkosten. De draagkracht van de bodem verbeteren waardoor 1) er een grote diversiteit in planten en dieren kan ontstaan en 2) de leefomgeving voor de mens aantrekkelijker wordt. Attenderen en in sommige gevallen initiëren. Projectontwikkelaars. Op locaties in onze gemeente waar ontwikkelingen plaatsvinden. Na vaststelling van de module kan men bij het maken van nieuwe plannen rekening houden met dit punt.
Actie
Omschrijving
Doel
Rol gemeente Externen Gebied Planning/Uitvoering
Thema
. Informatievoorziening
Ambitie
Verbeteren van de dienstverlening aan burgers en bedrijven als deze behoefte hebben aan bodemgegevens. A. Verbeteren van beheer en uitwisseling van digitale bodeminformatie • Verbeteren van de dienstverlening aan burgers en bedrijven die informatie nodig hebben over de bodemsituatie • Adviesbureaus stimuleren tot het aanleveren van digitale bodeminformatie • Deelnemen in het tot stand brengen van een (Zeeuws) bodemloket • Gemeentelijke bodeminformatie nog beter toegankelijk maken Versnippering van (digitale) bodeminformatie voorkomen d.m.v. een goed functionerend bodeminformatiesysteem. Daarbij moet er uitwisseling van informatie plaatsvinden tussen de decentrale overheden (provincie en gemeenten) en adviesbureaus. Initiatiefnemer, deelnemer. Burgers, adviesbureaus, makelaars, overheid.
Actie Omschrijving
Doel
Rol gemeente Externen
32
Gebied Planning/Uitvoering
Om te beginnen in Schouwen-Duiveland en daarna gekoppeld aan de hele provincie Zeeland. 2011 - 2012
Thema
. Landschap en leefomgeving
Ambitie
Planning/Uitvoering
De belevingswaarde die mensen op een bepaalde plaats ervaren verbeteren, door (cultuur)historie of aardkundige patronen een zichtbare rol te laten spelen bij ruimtelijke ontwikkelingen. A. Versterken van (plaatselijke) landschappelijke kwaliteiten bij ruimtelijke ontwikkelingen Onderzoeken bij welke ruimtelijke ontwikkelingen er kansen zijn voor het versterken van landschappelijke kwaliteiten. We doelen daarbij op kenmerkende archeologische, cultuurhistorische, ecologische of aardkundige patronen. Behoud van 1) de kwaliteit van het landschap en 2) de cultuurhistorische waarde. Daarmee willen we Schouwen-Duiveland aantrekkelijk houden voor zowel inwoners als toeristen. Initiatiefnemer. Projectontwikkelaars, woningcorporaties. De hele gemeente, daar waar ruimtelijke ontwikkelingen gaan plaatsvinden. 2013
Thema
. Ruimtelijke ontwikkeling
Ambitie
Iedere bodem heeft zijn eigen kwaliteiten. Op het gebied van ruimtelijke ordening streven we ernaar deze kwaliteiten zo goed mogelijk in beeld te brengen. Op basis hiervan kan men goed bepalen waarvoor de bodem gebruikt kan worden. Ook krijgen we inzicht in eventuele extra kosten die een ontwikkeling of het beheer van een ontwikkeling met zich mee zouden kunnen brengen. Dit inzicht kan leiden tot het al dan niet uitvoeren van de ontwikkeling. A. Opstellen van een bodemtoets Om op een zo eenvoudig mogelijke manier alle bodemkwaliteiten in beeld te brengen die voor een ontwikkeling van belang zijn, wordt een bodemtoets opgesteld. Deze toets verkleint het risico dat bepaalde bodemaspecten onbelicht blijven. Een efficiënt instrument ontwikkelen voor het maken van een snelle, maar complete bodemkwaliteitsscan. Initiatiefnemer. Provincie, andere gemeenten. De toets zal worden gehanteerd in de hele gemeente. Direct na vaststelling van de module.
Actie Omschrijving
Doel
Rol gemeente Externen Gebied
Actie Omschrijving
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning/uitvoering Actie
B. In beeld brengen van de bodemkwaliteiten voordat er ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden
33
Thema
. Ruimtelijke ontwikkeling
Omschrijving
Een bodemtoets is een eenvoudig maar efficiënt instrument voor het inventariseren van bodemkwaliteiten, nog voordat een ruimtelijke ontwikkeling plaatsvindt. De toets geeft inzicht in de (on)mogelijkheden van het beoogde bodemgebruik. Hiermee kan men al in de ontwerpfase rekening houden. Bij ruimtelijke ontwikkelingen al in een vroeg stadium inzicht krijgen in de bodemkwaliteiten. Zo wordt tijdig duidelijk of er meerkosten te verwachten zijn bij aanleg of beheer. Initiatiefnemer, bevoegd gezag. Projectontwikkelaars, woningcorporaties, particulieren. De hele gemeente. Zodra de bodemtoets ontwikkeld is.
Doel
Rol gemeente Externen Gebied Planning/Uitvoering Actie Omschrijving
Doel
Rol gemeente Externen Gebied Planning/Uitvoering
C. Ruimte optimaal gebruiken. Daarbij moeten we rekening houden met de specifieke aangetoonde bodemkwaliteit Nadat de specifieke kwaliteiten van de bodem op een bepaalde locatie zijn geïnventariseerd, moeten we de bodem optimaal gebruiken. Een locatie die helemaal niet of minder geschikt is voor bebouwing, is misschien wel heel geschikt voor ander gebruik. Voor de aanleg van openbaar groen bijvoorbeeld. Of voor de berging van water. Doen zich kansen voor, dan zouden we die ook daadwerkelijk moeten benutten. Effectief benutten van ruimte, afgestemd op de bodemkwaliteiten. Zo mogelijk ruimte reserveren voor o.a. openbaar groen en waterberging op plaatsen die niet of minder geschikt zijn voor bebouwing. Toetser, ontwikkelaar, beheerder. Projectontwikkelaar. De hele gemeente. Zodra de bodem op een geplande ontwikkelingslocatie is onderzocht is en de inrichting moet worden bepaald.
Thema
. Milieuhygiënische bodemkwaliteit
Ambitie
Beheersen van de problematiek rond bodemverontreiniging door het beschermen van de bodem tegen verontreinigende stoffen, het beschermen van kwetsbare gebieden en het saneren van verontreinigingen. A. Schone bodem (en grondwater) schoonhouden en verontreinigde bodem (en grondwater) saneren volgens de op dat moment geldende wet- en regelgeving Bodemonderzoeken uitvoeren bij ontwikkelingen, grondverzet, transacties, preventie of calamiteiten. Daarnaast toetst de gemeente (= het bevoegd gezag) onderzoeken en geeft ze advies. Het is de wettelijke taak van de gemeente te zorgen voor een goede bodemkwaliteit. Hierdoor 1) schepen we volgende generatie niet op met de (financiële) consequenties van verontreinigingen en 2) behouden we een stabiel leefmilieu voor mensen, dieren en planten. Initiatiefnemer, bevoegd gezag. Adviesbureaus, provincie en projectontwikkelaars.
Actie
Omschrijving
Doel
Rol gemeente Externen
34
Thema
. Milieuhygiënische bodemkwaliteit
Gebied Planning/Uitvoering
De hele gemeente. Na vaststelling van het bodembeleidsplan.
Actie
B. Opstellen van 1) bodemfunctiekaart, 2) bodemkwaliteitskaart en 3) nota bodembeheer volgens Besluit bodemkwaliteit Om actief vorm te kunnen geven aan bodembeheer, is het hebben van een bodemfunctiekaart en een bodemkwaliteitskaart niet alleen wettelijk verplicht (besluit Bodemkwaliteit), maar ook noodzakelijk. De huidige bodemkwaliteitskaart en het in 2003 opgestelde beheerplan moeten worden geactualiseerd en aangevuld. De beschikking hebben over instrumenten op maat, waarmee we een actief bodembeheer kunnen uitoefenen. Initiatiefnemer, bevoegd gezag. Het Besluit bodemkwaliteit geldt voor iedereen die grond, bagger of bouwstoffen toepast. De hele gemeente. 2010 - 2011
Omschrijving
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning/Uitvoering Actie Omschrijving
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning/Uitvoering Actie Omschrijving
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning/Uitvoering
C. Uitvoeren van Besluit bodemkwaliteit Zijn de bodemfunctiekaart en de bodemkwaliteitskaart eenmaal opgesteld, dan volgt de opstelling van een nota bodembeheer. Gezamenlijk vormen deze 3 documenten de basis voor het uitvoeren van een actief bodembeheer. Nadat de nota is vastgesteld, worden de betrokken instanties (zowel intern als extern) op de hoogte gebracht van het nieuwe beleid. Gericht beleid vaststellen voor actief bodembeheer. Initiatiefnemer, bevoegd gezag. Het Besluit bodemkwaliteit geldt voor iedereen die grond, bagger of bouwstoffen toepast. De hele gemeente. Voorjaar 2011 D. Beleid opstellen dat zich richt op bodemonderzoek bij specifieke bouwvergunningsituaties De bouwregelgeving schrijft o.a. voor in welke gevallen er wel of geen bodemonderzoek noodzakelijk is voor het verkrijgen van een bouwvergunning. Naast de geldende regelgeving heeft de gemeente de mogelijkheid beleid op te stellen voor bijzondere situaties (bv bouw sanitaire voorzieningen, opslagloods, inpandige verbouwingen etc). Hierdoor ontstaat er bij dit type bouwaanvragen eenduidigheid over de bodemonderzoeksverplichtingen. Eenduidigheid verkrijgen of wel of geen bodemonderzoek nodig is bij specifieke bouwsituaties. Bevoegd gezag. Vergunningaanvragers. De hele gemeente . 2011
35
Thema
. Milieuhygiënische bodemkwaliteit
Actie
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning/Uitvoering
E. Optimaliseren van toepassingsmogelijkheden voor (natte) baggerspecie Ieder jaar weer komt er baggerspecie vrij bij het uitbaggeren van de sloten. Als de specie niet op de kant gezet kan worden, verdwijnt deze eerst tijdelijk in een baggerdepot. Vervolgens wordt de baggerspecie afgevoerd naar een zanddepot. Deze bewerkingen zijn echter vrij kostbaar, omdat het materiaal vaak “opgepakt” moet worden. Bovendien levert de baggerspecie geen meerwaarde op. Slimme toepassingen maken de procedure veel efficiënter. Goede toepassingsmogelijkheden zoeken voor baggerspecie. Initiatiefnemer. Waterschap Scheldestromen, provincie. De hele gemeente. Na vaststelling van de module.
Thema
. Uitvoeringsinstrumenten
Ambitie
Om het beleid gestructureerd uit te kunnen voeren, is er een aantal instrumenten nodig. Deze instrumenten maken de communicatie, educatie en het monitoren (= observeren) van de voortgang makkelijker.
Actie Omschrijving
A. Communicatieplan Het communicatieplan beschrijft 1) met welk doel, 2) met wie en 3) op welke wijze wordt gecommuniceerd, 4) door wie en 5) wanneer. Via communicatie(middelen) de betrokkenen op het juiste moment zo goed mogelijk informeren over de te nemen maatregelen. Initiatiefnemer. Media. De hele gemeente. Jaarlijks wordt een matrix opgesteld. Deze geeft aan 1) welke maatregelen, 2) wanneer en 3) op welke wijze gecommuniceerd gaan worden.
Omschrijving
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning uitvoering
Actie Omschrijving
Doel Rol gemeente
Externen Gebied Planning uitvoering Actie
B. Educatieplan Een educatieplan wordt opgesteld om onze boodschap ook bij o.a. onze jeugd over te brengen. Daartoe werken we zo nauw mogelijk samen met Stichting NME Schouwen-Duiveland en de scholen in onze gemeente. Schoolgaande kinderen positief betrekken bij de materie, door middel van een aantrekkelijk leerprogramma over het onderwerp bodem. • Opdrachtgever richting NME Schouwen-Duiveland • Initiatiefnemer om te komen tot een jaarprogramma, gericht op het onderwijs Stichting NME Schouwen-Duiveland, basisscholen, Pontes Pieter Zeeman, Ecoscope. Alle scholen binnen de gemeente. Elk jaar vindt in de winterperiode overleg met de scholen plaats, om te komen tot een actieplan voor het komende schooljaar. C. Monitoringplan
3
Thema
. Uitvoeringsinstrumenten
Omschrijving
De in de module benoemde meetpunten moeten om de zoveel tijd worden afgelezen en verwerkt. Het monitoringplan geeft aan 1) wie verantwoordelijk is voor het opzoeken en noteren van de gegevens, 2) waar deze gegevens te vinden zijn, 3) aan wie ze moeten worden doorgegeven, 4) hoe vaak en 5) wanneer. Via juiste en toegankelijke informatie inzicht krijgen in de voortgang van de afgesproken doelen. Het monitoringplan is een intern plan. Gaan misschien een rol spelen bij de aanlevering van gegevens. Monitoring vindt plaats via de meetpunten. Deze kunnen binnen de gemeente, maar ook elders liggen. • Na vaststelling van de module volgt hiervoor binnen een half jaar een monitoringplan • Ieder jaar vóór 15 januari moeten de gegevens worden aangeleverd • De gegevens kunnen ook worden gebruikt voor het evaluatieverslag rond de programmafinanciering van de provincie
Doel Rol gemeente Externen Gebied Planning uitvoering
Thema
. Vergunningverlening en handhaving
Ambitie
Actief en gericht beleid op het gebied van vergunningverlening en handhaving zorgt voor een optimale borging. A. Beoordelen bodemtoets/bodemonderzoeken De uitgevoerde bodemtoets wordt beoordeeld bij vergunningverlening. Dat geldt ook voor bodemonderzoeken die zich richten op de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem . 1) Met behulp van kaarten, informatie, dossiers en overige informatie een zo volledig mogelijk beeld van de bodemgesteldheid verkrijgen en 2) dit beeld nuttig toepassen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Bevoegd gezag, initiatiefnemer. Aanvrager. De hele gemeente. Na vaststelling van de module. B. Uitvoeren veldcontroles m.b.t. grondverzet Actief uitvoeren van veldcontroles, vooral als er activiteiten plaatsvinden die vallen onder het Besluit bodemkwaliteit en de Wet bodembescherming. 1. Toezicht houden op grondstromen en 2. Besluit bodemkwaliteit integreren in de bestaande handhavingstrategie Bevoegd gezag. Bedrijven, aannemers en adviesbureaus. De hele gemeente. Na vaststelling van de nota bodembeheer (2011). C. Vastleggen van locaties voor koude/warmte-opslag (KWO) De nieuwe AMvB bodemenergie treedt naar verwachting in 2011 in werking. Het registreren van koude/warmte-opslagsystemen maakt hier deel van uit. Registreren van locaties waar KWO plaatsvindt.
Actie Omschrijving
Doel
Rol gemeente Externen Gebied Planning/Uitvoering Actie Omschrijving
Doel
Rol gemeente Externen Gebied Planning/Uitvoering Actie Omschrijving
Doel
3
Thema
. Vergunningverlening en handhaving
Rol gemeente Externen Gebied Planning/Uitvoering
Bevoegd gezag. Aanvragers KWO-systeem. De hele gemeente. Vanaf 2011
3
Samenvatting
6
De bodem waarop wij leven speelt een rol bij alles wat we doen en is dus een belangrijke levensvoorwaarde. De gemeente wil hier met haar nieuwe bodembeleid zo breed mogelijk aandacht aan schenken. Het “oude” gemeentelijk bodembeleid richtte zich vooral op de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem, het grondwater en de waterbodem. Maar het onderwerp bodem heeft meer facetten. Vraagstukken op het gebied van bodemenergie, bodeminformatie, ondergrondse activiteiten enzovoort komen steeds vaker voor. In de toekomst moeten alle bodemkwaliteiten al in de allereerste fase van ontwikkelingsplannen worden meegenomen. Daarbij moet er ook oog zijn voor andere aspecten dan het schoon zijn van de bodem. Een bodeminventarisatie biedt zicht op eventuele belemmerende factoren (bijvoorbeeld van financiële aard), maar ook op kansen die de huidige bodem te bieden heeft. Vroegtijdige inventarisatie van de bodem heeft nog een voordeel: het biedt de mogelijkheid de ondergrond duurzaam te gebruiken. Zaken die bij een inventarisatie aan de orde komen zijn: • De draagkwaliteit van de bodem B.v. voor bouw, rioleringen en koude/warmte-opslag • De informatiekwaliteit van de bodem Aspecten zoals archeologie, cultuurhistorische betekenis, diversiteit landschapsbeeld, aardkundige waarden, ecologische diversiteit • De regulatiekwaliteit van de bodem Aspecten zoals gezonde “schone” bodem, waterbergende bodem, waterfilterende bodem, stabiele bodem • De productiekwaliteit van de bodem Aspecten zoals gewasproductiecapaciteit (teeltvoorkeur), drinkwatervoorraad, geothermische energie De kwaliteit van de bodem speelt een belangrijke rol bij ruimtelijke ordening, civiele werken en de markt (d.w.z. burgers, bedrijven, makelaars, hypotheekverstrekkers en dergelijke). Om vragen naar de bodemkwaliteit goed te kunnen beantwoorden, moet alle aanwezige bodeminformatie overzichtelijk en toegankelijk worden geordend in een centraal, digitaal bodeminformatiesysteem. Bij de vorming van ons bodembeleid moeten we rekening houden met beleid en regelgeving op Europees, landelijk en provinciaal niveau. De activiteiten die we in het kader van ons nieuwe bodembeleid moeten opstarten en uitvoeren, worden omschreven in een uitvoeringsprogramma. In dit programma, dat is onderverdeeld in thema’s, is aandacht voor het doel van de activiteiten, de rol van de gemeente, de externe partijen waarmee de gemeente de activiteit wil uitvoeren, het betreffende gebied en een tijdplanning. Voorbeelden van bodemgerichte activiteiten zijn: • • • • • •
Opstellen van 1) bodemfunctiekaart, 2) bodemkwaliteitskaart en 3) nota bodembeheer volgens het Besluit bodemkwaliteit Ruimte optimaal gebruiken. Daarbij moet rekening worden gehouden met de specifiek aangetoonde bodemkwaliteit Schone bodem (en grondwater) schoonhouden en verontreinigde bodem (en grondwater) saneren volgens de op dat moment geldende wet- en regelgeving Opstellen van kansenkaart en rapportage m.b.t. bodemenergie Op daarvoor aangegeven locaties de bodem zo geschikt mogelijk maken als ondergrond voor fauna en flora Versterken van (plaatselijke) landschappelijke kwaliteiten bij ruimtelijke ontwikkelingen
3
Laan van St. Hilaire 2 4301 SH Zierikzee Postadres: Postbus 5555 4300 JA Zierikzee T F
(0111) 452 000 (0111) 452 452
[email protected] www.schouwen-duiveland.nl